DANSLES Het Hek van de Dam. Noordoostpolder bouwt aan zijn toekomst Nederlandse verliezen m Indonesië Congres Jeugdbond voor Natuurstudie door burgemeester Cremers geopend DANSSCHOOL KWEÜKEBOOM Nieuwe Gracht 98, Haarlem Woensdag 28 December 1949 DE JONGSTE POLDER Maar Urk blijft vissen Heel vroeger heette het Flevomeer. Het was een soort langgerekte binnenzee met vele uitlopers. Er lagen hier en daar een paar eilanden. Later, veel later werd het de Zuyder Zee, nog steeds een binnenzee, waar de belangrijkste havens van ons land aan lagen, zoals Enkhuizen en Hoorn en Amsterdam. Maar die havens werden minder belangrijk en raakten tenslotte in verval, de Zuyder Zee had zijn betekenis voor handeldrijvend Holland verloren. Er werd nog wat gevist. Dat duurde nog een paar eeuwen. Tot 1930 en de dichtmaking van de Afsluitdijk. De binnenzee was een gewoon IJselmeer geworden. En dat IJselmeer werd land. Wie nu van Kampen af een eenzame, open weg naar het Noord-Oosten kiest be landt niet meer bij open water. Hij komt na ongeveer tien kilometer terecht in het meest verlaten en troosteloos uitziende stuk van Nederland. En het nieuwste stuk ook: de Noordoostpolder, 48.000 hectare vruchtbaar, maar nog spaarzaam bewoond land. Hier en daar een boerderij, een werk kamp voor de polderarbeiders en een heel enkel klein dorpje, dat door zijn splinter nieuwe helderheid de indruk wekt of het speciaal voor Uw bezoek eens een extra beurt heeft gehad. De wegen in de polder zijn kaarsrecht, de straten in die enkele dorpjes ook. Het land is in keurige recht hoekige stukken verdeeld. Die lappen grond zijn ook allemaal even groot: 300 bij 800 meter. Door dat alles heen lopen rechte kanalen en tochten, sloten en grep pels. Waar het IJselmeer was, ligt nu 48.000 hectare grond met duizenden rechte lijnen er door. Het is wel practisch en nuttig, maar niet mooi. Er staan geen bomen langs de wegen. Nu en dan ziet men een kleine verzameling hooibergen, die er uitzien als de hutten in een Afrikaans negerdorp. Als er een beschilderd opperhoofd met al zijn vrou wen achter zich, uit te voorschijn zou komen, zoudt U piet verbaasd zijn. Althaps maar een klein beetje. Maar daar houdt de romantiek van de Noordoostpolder dan ook op. Verder wordt er weinig of niets aan de fantasie overgelaten. Het bouwland ligt klaar. De ploeg, de eg en de zaaier kunnen beginnen. De Noordoostpolder is sinds 6 December klaai\ Toen werd de laatste greppel gegraven. Er waren wat fotografen bij en wat autoriteiten, maar verder baarde het maar weinig opzien. De Nederlanders hebben al zoveel polders zien gereed komen, de Wormer en de Schermer en de Deemster, de Haarlemmermeer en de Wie- ringermeer. En dan is er nu weer een bij gekomen. Dat is reden tot tevredenheid, maar niet tot opwinding. Laten ze maar beginnen en tegen de tijd, dat het een bloeiend boerenland is, zijn we waar we komen wilden. Het wekt dan nog geen op winding. maar de tevredenheid blijft. En dat is het belangrijkste. Daar gaat het om. Uranium-, goud- en zilverlagen! in Mexico In de staat Guerrero, in het zuiden van Mexico, is, naar de Mexicaanse pers meldt, een mijn ontdekt, die Uranium-, goud- en zilverlagen bevat, alsmede verschillende edelstenen. Deze mijn, die onder naam van „Yolanda" bekend staat, zou, volgens de zelfde berichten, de kostbaarste uranium- lagen bevatten, die tot dusver in Mexico bekend zijn. Drie rijke aders zouden reeds zijn blootgelegd. De mijn zou voorts zoveel goud, zilver en edelstenen, onder meer amethysten bevatten, dat de concessiona rissen, die haar sedert 1946 exploiteren, de regering gisterochtend hun nieuwe ont dekkingen hebben medegedeeld en haar verzocht hebben een cordon troepen rond om de mijn te willen plaatsen. Moeizaam trekken de paarden de vette en zachte berm van de iveg naar Emmeloord wat vlakker. Op een mistige dag hebben we daar rondgezworven. Er waren geen verre ein ders en onafzienbare vlakten bouwland en wie er voor het eerst zou komen zou van de verlatenheid waarschijnlijk weinig merken. Van Kampen af begint de polder bij Ramspol. Twaalf kilometer verder ligt Emmeloord, het hoofddorp. Met nieuwe huizen en super-zindelijke straten. Met hier en daar het begin van een park en dunne, jonge boompjes langs de wegen. Het is er niet druk; soms lijkt het alsof het land in oorlog is en de mannen met het geweer op de schouder naar de slagvelden zijn vertrokken. Men ziet er voornamelijk vrouwen en kinderen, want 's ochtends vroeg zijn de mannen met de schop over de schouder en de boterhammen onder de arm de polder in getrokken. Ze komen pas tegen donker terug. Want er wordt hard gewerkt; wie in de polder woont, weet dat dat nodig is en doet mee. Van polderjongen tot landdrost doen zij allemaal mee om het nieuwe Nederland binnen de kortst moge lijke tijd ook zijn tarwe en zijn gerst, zijn melk en zijn boter aan het oude land te laten leveren. Het oude land, waar zij allemaal vandaan kwamen, maar waar zij zich niet meer „vandaan voelen". Zij zijn nu van de polder. Zij hebben een klein houten kerkje, weinig ontspanning, een houten dorpskroeg, die nog weinig sfeer heeft en nog geen bibliotheek, zij hebben geen gemeenteraad en zij horen niet bij de een of andere provincie. Maar zij be horen bij de polder, al die mannen uit alle delen van de Noordoostpolder, van Krag- genburg en van Marknesse, van Ens en Emmeloord. Maar er is één plaats, waar dit niet opgaat. Eén plaats waar de mensen niet om de polder geven: Urk. Als we in de haven van Urk komen liggen daar overal langs de kaden lange, stille rijen van vissersschuiten, vagelijk afstekend tegen de omringende mist. Urk ligt nog aan het water en er wordt nog gevist. Maar vandaag is het te gevaarlijk op het IJselmeer en de meeste Noordzee vissers zijn voor de feestdagen terug ge komen. Er is niemand te zien op de sche pen en alleen bij het begin van de haven staan een paar mannen de balie te kluiven. Maar het hele dorp ruikt naar de vis. men praat over de vis en de haven blijft het centrum van het dorp. Urk geeft niet om de Noordoostpolder. Het geweldige werk vlak achter het dorp heeft de Urkers niet beroerd. Urk is een vissersdorp gebleven en hoezeer de polder ook zal gaan bloeien, de Urkers zullen vissers blijven, zolang er water is. Maar zo verschrikkelijk lang zal het niet meer duren, of er wordt weer een stuk IJselmeer onder de neus van de Urkers weggekaapt. Ruim 96.000 hectare goed vis water zullen land worden en voor Harder wijk zal de Zuidoostpolder zijn ontstaan en later nog zal van Enkhuizen tot vlak bij Amsterdam de Zuidwestpolder komen. En dan wordt het IJselmeer wel erg klein om te vissen. Dan zal er 220.000 hectare inge polderd zijn en nog maar ongeveer hon derdduizend hectare over om te vissen. De Urkers blijven echter in ieder geval aan het water liggen, iets waar de Markenaren, de Volendammers en de Harderwijkers hen zeker om zullen benijden. De drooglegging en kolonisatie van de Noordoostpolder zijn een enorm werk ge weest, dat zal niemand willen ontkennen. Maar het is haast niet mogelijk om zich dat, als men er is, te blijven realiseren. Dan kan men zich proberen voor te stellen, dat hier vijftien jaar geleden nog schepen rondvoeren op de plaats waar nu al een dorpje staat, maar men faalt om het zich werkelijk in te denken. Er worden scheepswrakken in de bouw grond en de weilanden gevonden, maar dat die daar werkelijk gevaren hebben, be grijpt men niet. In het oudheidkundig museum in een oud kerkje op wat vroeger ZWITSAl FABR. APELOOORN Agenda voor Haarlem WOENSDAG 28 DECEMBER Spaarne: „De grote treinroof", 14 j., 2.1 en 9.15 uur. Frans Hals: „Die dwaze mr. Jones", alle leeft., 2.30. 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „John Doe", alle leeft., 1.45, 4.15. 6.45 en 9.15 uur. Palace: „Maar Julia toch alle leeft2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Luxor: „De verstrooide professor". 14 j.. 2, 4.1o, 7 en 9.15 uur. City: „Mijnheer de gouvernante", alle leeft., 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 29 DECEMBER Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. Schokland was, ziet men stukken van die wrakken en voorwerpen, die die vaarlui vijftig, of tweehonderd of vierhonderd jaar geleden aan boord hadden en men ziet er ook menselijke en dierlijke sche dels uit de tijd, dat het Flevomeer zich nog niet had uitgebreid tot Zuyder Zee. Toen was er nog land, maar eeuwen lang heeft dat onder water moeten staan, voor de Tweede Kamer het grote besluit nam het weer droog te leggen. En voor de Dienst Zuiderzeewerken een dijk, om het nieuwe gebied had gelegd en het begon droog te malen. In de Noordoostpolder is men dat stadium nu al haast weer ver geten. Het nieuwe land heeft geen tijd om stil te gaan zitten en te mijmeren over die tijd. De Noordoostpolder wil vooruit. Zij heeft vrijwel geen geschiedenis, maar een grote toekomst. De toekomst van een belangrijk landbouwgebied met vele boerderijen en schuren en opslagplaatsen en florerende dorpen. De toekomst van een voor Neder land zeer belangrijk stuk grond. En of daar nu water is geweest of niet, daar interes- seert men zich voorlopig niet voor. Eerst moet het werk af. En er wordt gewerkt. Er worden water leidingen gelegd en draineringsbuizen, wegen verbreed en boerderijen gebouwd en het belangrijkste van alles er wordt ieder jaar geoogst. Nu nog niet over al, maar over een paar jaar zal de ganse Noordoostpolder één groot, bloeiend boe- rengebied zijn. En slechts de scheepswrak ken zullen de herinnering aan die onder- water-periode wakker houden. E. P. 'S GRAVENHAGE 27 December. (ANP). De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de volgende verliezen in Indo nesië zijn gerapporteerd: Koninklijke landmacht: Gesneuveld 13 Maart 1949, na vermis sing: Sergeant Steggerda afkomstig uit Leeuwarden. Koninklijk Nederlands Indisch leger: Gesneuveld op 5 December 1949: Soldaat 2de klas Sarmin afkomstig uit Indonesië. Nederlandse troepen naar Nieuw-Guinea BATAVIA, 27 December. (Aneta). Aneta verneemt van bevoegde zijde, dat de laatste weken verscheidene Nederland se troepen naar Nieuw-Guinea zijn ver trokken. De laatste verscheping had plaats op 26 December. In totaal zijn thans over gebracht een bataljon van het K.L., een klein detachement van de genie voor de bouw van kampementen, een detachement van de vaartuigendienst en verschillende instandhoudingsdiensten. De bases van de troepen zijn Hollandia, Biak, Manokwari, Sorong en Fakfak. Geheime nazi-beweging in Oostenrijk De politie-autoriteiten te Linz (Oosten rijk) hebben exemplaren ontdekt van een oproep aan de jonge mannen van Oosten rijk „om zich aaneen te sluiten en zich met oefeningen te harden". De pamfletten werden verdeeld door een zekere Girk, een dertig jarige gewezen Luitenant bij de S.S., geboren in Hamburg. Hij is de leider van een geheime neo-nazibeweging, ontdekt naar aanleiding van een voorval, waarbij een 18-jarige jongen zijn moeder en zijn zuster met een klein machinegeweer ver wondde. Naar gemeld is Girk naar Duits land ontkomen met het geld van de be weging en de archieven. Hij is houder van het IJzeren Kruis. In het geheel zijn veertien jongens ge arresteerd, die beschuldigd zullen worden van neo-nazi activiteit, lidmaatschap van een onwettige organisatie en overtreding van de wapenwet. Jeugdig vuur in het Krelagehuis De Unesco stuurde een telegram Wij zingen luid. dat ieder het kan horen: Geniet, seniel vani al wat jetisdMD Niet minder dan zeshonderd meisjes en jongens zongen uit \olle borf| ft «nnuiaiS het Krelagehuis te Haarlem deze stroten uit de m de gehele jeugdbeweging populanc Kak mars" het schoollied van de Rijkskweekschool te Haarlem. Dit keer waren het dc leden van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, die in Haarlem hun jaarlijks congres houden, die het ter opening van het jaarlijkse hoogte punt in hun verenigingsleven aanhieven. De Nederlandse Jeugdbond voor Natuur-een gestyleerd '"sect dat hij in de Bra- studie is de enige vrije jeugdbeweging in bantse vennen ontdekte. ons land, waarin de jongeren van 12 tot 23 jaar geheel zelfstandig hun organisatie draaiende houden. Hij omvat 2200 leden in alle gewesten en uit alle rangen en standen der maatschappij en verenigt belijders van alle mogelijke levensbeschouwingen op het ene programma van kennis van en liefde tot de natuur. Deze doelstelling wordt na gestreefd door middel van excursies, het houden van zomerkampen soms wel tien in een seizoen het organiseren, van tentoonstellingen, het geven van voor drachten op biologisch gebied en het vor men van werkgemeenschappen voor spe ciale onderwerpen, zoals de strandgroep, en de commissies voor plantensociologie, de natuurbescherming, de sterrenkunde, de vogels, de hydrobiologie en dergelijke. Dan is er het maandblad „Amoeba dat vaak op diepgaande wijze actuele proble men behandelt, zoals nog in het Novem bernummer dat van de bodemerosie. Men voert op het ogenblik zelfs een krachtige actie om tot een harmonisch gebruik van de bodem te komen, waarbij zowel de landbouw als de landschapsbescherming baat zullen vinden. Grote namen De Nederlandse Jeugdbond voor Na tuurstudie heeft dan ook niet voor niets een paar grote namen op biologisch terrein opgeleverd: de professoren Barends. Tin bergen en Rutten waren er lid van, profes sor Heimans, de beroemde botanicus, gaf de stoot tot de oprichting en is erelid, zo als ook dr. Thijsse was. Profesor Heimans ontwierp ook het insigne, dat alle deel nemers aan het congres met trots dragen. Urk blijft vissenook al hangen dan op een mistige dag de netten boven dek ëh zit de kleine bemanning rustig thuis. In hoe hevige mate wij een on-emotio- neel volk zijn, is ons gisteren ten tijde van de souvereiniteits-overdracht op de Dam gebleken. Temidden van de circa duizend aanwezigen, die de mensen-zee vertegenwoordigden, hebben wij de plechtigheid meegemaakt, welks voorge schiedenis in ons land meer beroering veroorzaakte dan wat ook en waarvoor burgemeester d'Ailly zelfs speciaal uit 't buitenland was overgekomen. Nu moet gezegd, dat het al niet zo erg plechtig begon, want bij de genodigden die voor het Paleis aankwamen, bevond zich een gezelschap dat per Atax arriveerde. Dat is natuurlijk helemaal geen schande, maar het is wel een gek gezicht wanneer men temidden van gepresenteerde ge weren en ander militair ceremonieel, de hoge gasten wie al dat eerbetoon geldt, eerst met de chauffeur ziet afrekenen, die daarna met zijn hoestend vehikel weer verheugd verderop toert. Afgezien van die kleine regie-fout was de plechtigheid toch wel van zo'n aan grijpende aard, dat men een beetje meer bewogenheid zou hebben verwacht, want men behoefde helemaal niet overgevoe lig voor symboliek te wezen om onder de indruk te komen van de sobere han delingen die het grote moment inleidden. Natuurlijk had niemand vreugde verwacht, maar het hele gebeu ren verdiende toch meer dan de afzijdige onverschilligheid van de toeschouwers. Zelfs de politiemannen gaven door geen enkele verandering in hun overigens ge- moedelijke houding te kennen, dat zij zich bewust waren van de wenselijkheid om een beetje respect te tonen. Wat wij nog maar steeds niet kunnen begrijpen, is dat de man die zich tijdens een Nederland-België wedstrijd bijkans verslikt van emotie om een handbewe ging van Abe Lenstra, een afscheid als dit gadeslaat met een gezicht van „An mijn lijf geen polonaise". Dat hij, die u nauwkeurig de doopceel van Arie van Vliet weet te lichten, zegt wanneer hij de ambassadeur van India in zijn zwart-wit tenue ontwaart: „Wie is die goser met die witte onderbroek". En dat hij pas ontwaakt als een Indonesisch meisje bloemen aan Hatta aanbiedt. Hoewel zijn ontwaken niet zozeer de vreugde van de Indonesische studenten gold als wel de uiterlijke bekoorlijk heden van de jongedame in kwestie, waaromtrent hij zijn wensen in duide lijke taal uiteenzette. Het was een begin en de con ducteur van de tram, die na het einde de menigte mee af hielp voeren, had het aardig geschoten, toen hij aan de bel trok en zei: „Alles voor de bakker? Karre maar". T ramwee Eén Januari 1950 is het 50 jaar ge leden dat het 1 Januari 1900 was. Een koele becijfering leert ons dus dat het gemeentelijk vervoerbedrijf het komend Nieuwjaar zijn gouden jubileum zal vieren. Dit wordt des te duidelijker wanneer men verneemt dat dit bedrijf op 1 Januari 1900 werd gesticht. Op die datum liet de Amsterdamse raad name lijk een begerig oog vallen op de Am sterdamse Omnibusmaatschappij, die per jaar geregeld een dividend van 10 procent of meer uitkeerde. Thans is het jaarlijks tekort 2.131.000 gulden, wan neer men de afschrijvingen meetelt. De wieg van de Amsterdamse tram stond in de Plantage, wanneer u daar belang in stelt. (Waneer gij er geen be lang in stiet, verwijzen wij u naar het volgende artikel). Enige Amsterdamse beursmensen besloten namelijk in 1872 om voor gezamenlijke rekening een vigilante te huren, teneinde tijdig het rijzen en vallen van de koersen gade te slaan. Kwamen zij te laat op de beurs, dan moesten zij een kwartje betalen. En toen er eenmaal één paard over de dam was, volgden er meer. De pienter ste kwartjesvinder importeerde uit Londen een vehikel dat plaats bood aan 12 mensen binnen en 16 op de „impe riale" en de eerste Amsterdamse tram lijn was geboren. De overname van het bedrijf door de gemeente gaf de bekende dichter Dorus Klungelbos aanleiding tot het volgende schone vaers: De handel eist een snel verkeer Een druk verkeer baat zegen Leg Nederland dus baan bij baan van paarden, spoor en stoomkoets aan Zo klinkt ons allerwegen verhoogde welvaart tegen. Nu dan, er is niemand die zal willen miskennen, dat de blauwe trams een niet weg te denken deel van het Am sterdamse stadsbeeld vormen en de kwinkslagen van de conducteurs zijn zo vaak herhaald en zo beroemd ge worden, dat zij er zélf stil van zijn ge worden, tot groot verdriet van alle grappenmakers die er de familie-par tijtjes mee plachten op te vrolijken. En waar wij vernomen hebben dat het ge meentelijk vervoerbedrijf grootse plan nen voor de toekomst heeft, die in de richting wijzen van een breed opgezette visie op de massa-vervoermiddelen in het algemeen, hebben wij alleen nog maar de wens dat eindelijk eens worut overgegaan tot de aankoop van instru menten die de richting wijzen, die zo'n masa-vervoermiddel in het bijzonder denkt in te slaan. Op het ogenblik ver blijft men, wanneer men van het Leid- seplein komend langs het Leidsebosje rijdt, namelijk op verrukkelijke wijze in het ongewisse of men naast lijn 1 of lijn 2 rijdt. Dat maakt natuurlijk niet zo'n heel groot verschil, alleen gaat lijn 1 rechtsaf. Men heeft dan te kiezen uit twee fascinerende mogelijkheden: men tracht het cijfer op de beugel te ont waren en rijdt daarbij een bakfiets om ver, ofwel men kijkt niet naar de beu gel en ontwaart dan ineens dat een auto in onderdelen van seconden tot de helft van zijn normale breedte kan worden teruggebracht. De mogelijkheid bestaat ook dat het lijn 2 is, maar meestal is de wet van de grote getallen tegen ons. De stootkracht van zo'n ge pantserd vehikel is overigens ruim vol doende om kopzorgen over de uitgave van richtingsaanwijzers voor de tram te doen verdwijnen. Leidsepoeszta Amsterdam, dat om onnaspeurlijke reden altijd de stad is geweest, waar de beste zigeuner-violisten ter wereld speelden, heeft weer zo'n strijker bin nen zijn poorten, die voor ge het weet met zijn zachte melodieën (en bijbe horende oogopslag voor de dames) u de weemoed der eeuwen in het hart speelt. Hij heet Lakatos Pali, als wij het wel verstaan hebben, en is zoals dat hoort de zoon van de oude Pali. Deze oude Pali was ook violist en speelde voor u wat u maar wilde, op voorwaarde dat gij hem een 'glas Naopleon-cognag of freerde. Luisterde men dan niet nauw lettend genoeg, dan goot hij de cognac over zijn schedel en masseerde er ver volgens geducht zijn haardos mede. Een eigenaardige man. Zijn zoon nu. die in Lido op het Leid- seplein speelt, is niet als hij. Weliswaar is hij even bekwaam in het voor de geest roepen van poeszta-schonen en aanverwante vermaken en speelt hij zelfs zonder strijkstok als het werkelijk moet, maar zijn verachting voor de lieden die zijn muziek niet appreciëren drukt hij uit op een wijze, die de direc tie minder aanstoot geeft. Zo stortte hij laatst op aanvraag zijn muzikale hart uit voor een dame in het zwart, die zich echter midden onder het opus herin nerde dat zij de nieuwe hoed van haar rivale nog niet had besproken. Toen de stilte een half uur later hersteld was, zette Pali het schone lied „Zwarte ogen" in. Met langzame schuifelpasj es af en toe ineens naar het orkest terug- Om te bewijzen dat het ons ernst is met de Nederlandse Operaop 30 December wordt in de Stadsschouw burg een opvoering gegeven van „De Parelvissersran Bizet. In de kleine zaal van het Concert gebouw geeft de Israëlische pianist Peter Wallfish diezelfde avond een piano-ricital. Zijn programma ver meldt werken van Brahms, Fauré en Schumann. In de Bachzaal speelt het gezelschap Alma Musica hedenavond „Das musikalische Opfer" voor de Amsterdamse Kunstkring. Henriëtte Davids en de sneldichter Josef Baar werken mede aan een vrolijk programma onder de titel „Wenen-Amsterdam" in 't Minerva- paviljoen op 28 December. In het Leidseplein-theater kan men Cor In de hoofdstad uit van der Lugt Melsert en Annie van Ees weer eens samen op de planken zien. Zij geven daar met ingang van Zondag 1 Januari een reeks voorstel lingen van het bekende blijspel „Las tige mannen" door Frederick Lons dale. De vereniging van Amsterdamse Amateurfotografen houdt deze iveek een expositie in de zalen van Arti et Amicitiae. Tentoonstellingen van Aziatische kunst worden gehouden in het Stedelijk Museum en in kunst handel Martinet en Michels aan de O.Z. Voorburgwal. Vrijdagmiddag geeft het Salzburger Marionettentheater een afscheids- matinée in de kleine zaal van het Concertgebouiv. Zondagavond treedt daar na lange afwezigheid de paro distische danseres Cilly Wang weer yeens op. rennend als was hij iets vergeten be woog hij zich voort naar de dame, die in het zalige besef dat zij een goed werk verricht had, weer bereid was zich per viool te laten aanbidden. Heel zachtjes en donker zong de viool van Pali en op de achtergrond klaterde het cymbaal als een treurige waterval. De zaal werd ademloos en de dame ook. Pali boog zich voorover en keek haar heel diep aan. Toen zong hij: Odschi Dschiornia De dame liet haar oogleden tot stand drie zakken. Maar och och wat deed zij ze vlug weer open, toen de man van de poeszta plotsklaps brulde: Kalifornia Ook bij de meer officiële organisaties der ouderen staat hij voortreffelijk aange schreven. Het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen laat zich ge regeld op de grote bijeenkomsten vertegen woordigen, met de Nederlandse Natuur historische Vereniging, de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, wordt een nauw contact onderhouden. En de voorzitter van het congres kon gisteravond met trots gewag maken van de ontvangst van een telegram met de beste wensen voor het welslagen van het congres van de UNESCO te Parijs. En ook was er een telegram van de Zweedse zus tervereniging, dat met groot enthousiasme werd aangehoord. Burgemeester geestdriftig Wie overigens ook niet te klagen had over de temperatuur van de ontmoeting, waé burgemeester Cremers, die met wet houder Geluk het gemeentebestuur van Haarlem vertegenwoordigde. Misschien kwam dat ook wel omdat hij ervoor ge zorgd had, dat de moeilijkheden bij de or ganisatie van het congres werden uit de weg geruimd. Dat was voor een ander deel te danken aan de eveneens aanwezige secretaris van „Bloembollencultuur", de heer H. J. Voors, die zijn medewerking had verleend aan het beschikbaar stellen van het Krelagehuis. De burgemeester wees er in zijn ope ningsspeech op, dat hij met zijn auditorium door een sterke band werd verbonden: met hem behoorde hij tot degenen die zich be wust waren van het enorm belang van de natuur voor de mens. De straatklinkers bieden geen goede voedingsbodem voor de ontplooiing van de mens, zo zei hij, maar gij kunt door uw voorbeeld tonen van welke grote waarde de natuur in het leven is. Bovendien kon mr. Cremers door zijn neven-functie, die van voorzitter van het medio Januari op te richten „Natuurfonds" als geestverwant spreken. „Uw werk is van het allergrootste belang voor de ont wikkeling van de Nederlanders", zo be sloot hij. En dat mr. Cremers niet alleen in woorden zijn affectie voor de bond wilde tonen, bewees daarop wel zijn spontane hulp bij het bevestigen van de bondsvlag. Het congres blijft tot Zaterdagmorgen bijeen, 's Ochtends worden de organisato rische kwesties afgedaan, de middagen zijn gereserveerd voor excursies in de om geving, onder meer naar de Amsterdamse waterleiding-duinen, naar het strand en naar de pieren. De avonden zijn aan spe ciale onderwerpen gewijd. Vanavond worden er instructieve films vertoond, Donderdagavond wordt er ge refereerd over de Landschapsbescherming, Vrijdagavond wordt het congres met een bonte avond besloten. Als speciale attrac tie worden dan de „ouwe sokken" zij, die door het bereiken van de leeftijdsgrens de bond moeten verlaten van het podium verjaagd. En er zal naturlijk worden ge musiceerd en braaf gevolksdanst. Gedurende deze dagen blijven de deel nemers door de speciale congreskrant „De Pestvogel", die bij iedere jaarvergadering herleeft, op de hoogte van alle serieuze en vermakelijke voorvallen waaraan het ver enigingsleven rijk is. De meisjes-congressisten slapen in de HBS b, de jongens in het Krelagehuis, waar ook de maaltijden worden gehouden. Wie deze dagen daar eens binnenstapt zal ongetwijfeld worden getroffen door die hartelijke, ongedwongen sfeer van allen die nog kunnen zingen: „Ons stroomt nog fris het bloed door de aderen, Wij zijn nog jong en kennen geen verdriet." Aanvang nieuwe lessen Januari. Inschrijving dagelijks Privéles op elk verlangd uur Typhus in Frankrijk Nadat Maandag te Saint-Etienne in het Franse departement Loire melding ge maakt was van een honderdtal gevallen van typhus is deze ziekte thans gesigna leerd in verschillende wijken van Lyon, onder meer in een seminarie te Fourvière, waar een klaarblijkelijk besmette land loper had overnacht. Benelux-bloemen Het verbond van Belgische bloemkwe kers, aangesloten bij de Belgische boeren bond, heeft een schrijven overhandigd aan de minister van landbouw Orban, waarin geprotesteerd wordt tegen de invoer van Nederlandse snijbloemen en bloembollen in België. In de nota wordt gewezen op de oneerlijke concurrentiestrijd als gevolg van de lagere lonen in Nederland. Minister Orban zegde toe, dat de controle aan de grens zal worden verscherpt en in het bij zonder maatregelen getroffen zullen wor den om de detailhandel van Nederlandse invoerders van snijbloemen en bollen tegen te gaan. Ruim een week ligt het Noorse stoom schip „Ogna" op de Hoge Plaat bij Breskens. Reeds dagenlang is men bezig met het over brengen van de lading in lichters. Als het eb is kan men rond het schip wandelen. Men hoopt dat de „Ogna" bij het eerstvolgende springtu vlot komt. REPARATIE MATRASSEN 's morgens gehaald, 's avonds gebracht H. DE GRAAFF GROTE HOUTSTRAAT 103 HAARLEM TEL. 11485 (Adv.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5