HOORTOESTELLEN
Ibontekoei
heemstedeI
Wak Disney had een nieuw idee
België in het komende jaar
nog voor grote problemen
Toch optimisme overdetoekomst
Uit de schatten van het Frans Halsmuseum
3
Litteraire Kanttekeningen
HOE ZAL HET jaar 1949 zich verant
woorden als het, klokke twaalf voor
de Rechterstoel der Litteraire Eeuwen ge
treden, de vraag wordt gesteld: „Wat hebt
gij gedaan met de talenten welke wij U
toevertrouwden?"
Onder mijn bewind heeft het publiek
in het Haagse Gemeentemuseum zijn
„Schrijvers van nabij" leren kennen, van
Gezelle tot Aafjes: uit handschriften,
drukproeven, portretten en brieven. Drie
kwart jaar later heb ik talloze kunste
naars in Den Haag bijeengebracht op een
Congres, opdat zij zich bezinnen zouden
op hun „vérhouding tot de samenleving".
Met aandacht volgde ik de debatten over
geoorloofde en verwerpelijke critiek en ik
heb mijn oren gespitst, toen Prof. G. van
der Leeuw behartenswaardige woorden
sprak over „een wereld die niet alleen po
litiek, maar ook artistiek door elkaar ligt"
en het experiment najaagt met een bui
tensporigheid, die het kunstenaarsgeweten
in het gedrang brengt.
Dat is héél lofwaardig, prees de Op
perste Eeuw. Sr kan niet genoeg oprecht
heid zijn in de kunst! Veel van wat ge
schreven is, werd niet geschreven omdat
het geschreven móést worden, maar om
iets te schrijven te hebben. Nietwaar
1949? bulderde de Opperste plotseling.
Er is, antwoordde 1949 beschroomd,
al eens een bejaard schrijver geweest, die
een aankomend, roemzuchtig auteur een
„om de bliksem niet" toebeet, toen hij de
opmerking maakte, dat ze „er toch alle
maal moesten kómen". Maar veel helpen
deed het niet, Opperste. Tijdens mijn
regeringsperiode moest ik het helaas zien
gebeuren, dat letterkundigen bij wijze van
„noviteit" in de .Amsterdamse „Bijen
korf" eikaars boeken aan de man brach
ten, ter gelegenheid van de prijzenswaar
dige Boekenweek. Een Carnaval der Let
teren was het. Opperste. En dit, nadat
Menno ter Braak schreef over.het
Carnaval der Dichters! Ik schaam mij. Ik
schaam mij nog dieper, nu ik hier moet
bekennen, dat ik onmachtig was, iets nog
véél ergers te verhinderen: dat er in Rot
terdam, de stad van Erasmus, een boeken-
tribunaal werd „georganiseerd" met Anna
Blamans „Eenzaam Avontuur" als ver
dachte, Albert Helman als aanklager en
Johan van der Woude als verdediger. Ik
Bah! walgde de Oppereeuw uit de
grond van zijn diepe jaren en alle Bij-
Eeuwen walgden terstond Bah! en knik
ten zo heftig, dat hun da Vinei-baarden
over de balustrade van de Tijd heenwap-
perden. „Bah!" vatte de Opperste samen.
En wat staat daar tegenover???
IJverig heb ik de arbeid van mijn
voorganger voortgezet en de uitgave van
„Verzamelde Werken" bevorderd, ten dele
zelfs voltooid: met het verschijnen van
Deel II („Poëzie") en Deel I („Proza")
waren de „Verzamelde Werken" van A.
Roland Holst compleet geworden. De ge
dichten van W. Hessels (A. H. Mulder)
werden, kort voor zijn overlijden in Zuid-
Afrika, door hemzelf samengevat in een
zeldzaam evenwichtige bundel „Con Sor
dino". Van Hermans Gorters levenswerk
kwam onder toezicht van Garmt Stuive
ling het tweede deel („De School der Poë
zie") en het derde deel („Kritiek op Tach
tig") gereed. „Een Huis in de Rij" besloot
de rij van Top Naeffs romans. Een uit
gave van- Nico van Suchtelens en van
JacobIsraël de Haans verzameld werk
wordt voorbereid. En al lukte het mij
niet, nog tijdens mijn bestuur het zesde
deel van het oeuvre Dèr Mouws en
het tweede deel van dat van Bas-
tiaanse aan de lezers voor te leg
gen, de uitgever G, van Oorschot ver
raste mij toch met Deel III als eerste
van Menno Ter Braaks „Verzameld
Werk", waarin de „politicus zonder partij"
zich aan het hoofd stelt van „een nieuwe
élite" een prachtige dundruk-uitgave.
die, typografisch verzorgd door Helmut
Salden, nauwelijks haar weerga vindt. En
juist vóór mijn troonsafstand kreeg ik de
geheel herziene herdruk van Van Eycks
dichtbundel „Herwaarts" onder ogen, tot
mijn vreugde! Méér was ik aan Couperus'
nagedachtenis verschuldigd dan enkel een
bloemlezing „Mozaiek", al werd het een
lijvig en met zorg uitgegeven boekdeel.
Maar, Opperste, wat wil men meer? „De
Verzamelde Werken", schreef Anthonie
Donker, „zijn in nood". Alleen het lezend
publiek kan hen redden. Dat is het aan
hen verplicht.
„Verzamelen en matig verkocht wor
den", mijmerde de jongste der Bij-
Eeuwen, de Negentiende, die verzuchtte:
Deze oudste generatie, die ik tot mijn
waardigste kinderen reken, verdiende
beter. En hoe staat het met haar nakome
lingschap?
De ouderen der jongeren doen, als
ik het zo zeggen mag, Bij-Eeuw, niet voor
de Uwen onder. Daar is Aafjes (zó dich
tend, dat het Gods instemming heeft, zoals
Roland Holst zei) met zijn „In den be
ginne", daar is Achterberg met zijn
nieuwe bundels „Hoonte" en „Sneeuw
witje". En romanschrijvers is het ge
noeg als ik U met „De Kellner en de
Levenden" een héle en met „Avontuur
met Titia" een halve Vestdijk rapporteer?
(de andere, avontuurlijke helft is thuis bij
Henriëtte van Eyk). En verder Bordewijk,
Theun de Vries en Hella Haasse, die met
Charles d'Orléans in het „Woud der Ver
wachting" doolde?
Dat is allemaal héél verheugend,
prees de Oppereeuw. Maar niet genoeg!
(dit laatste bulderend). Dan, koeltjes: en
de jongere jongeren?
BEëDIGD DESKUNDIGE
Adviseur van diverse officiële en
sè mi •officiële instanties
SPÖORPLEIN 4 - TEl. 27627 BUS 3
De Gentse Floraliën zullen in 1950 ge
houden worden van 22 April tot 2 Mei. Er
komen ook inzendingen uit Nederland. Enge
land, Italië en Zwitserland.
Toen men te Rinsumageest met graaf
werk bezig was, stuitte men op een één
meter brede muur van zware bakstenen.
Men veronderstelt, dat dit de resten zijn van
het vroegere klooster Klaarkamp. dat in het
laatst van de zestiende eeuw is afgebroken.
Er zijn er wel, Opperste, die niet
alleen weten hóé, maar ook wat ze schrij
ven en dichten (en zwijgen) moeten! Maar
Roland Holst zei het met enkele woorden,
die een heel letterkundig jaarboek over
bodig maken: er zijn velen, die als vogel-
kens in de volière zingen; niet onchar
mant, maar zó, dat niemand kan zeggen,
welke toon bij welke zanger hoort. Er
zijn zelfs „nieuwlichters" die kersvers
dadaïstisch doen en zich als een dronken
„Cobra" om zieltogende woorden slinge
ren. Kent U de naam van Jan Elburg? Hij
kan dichten. Maar onlangs cobrade hij in
het Amsterdamse Stedelijk Museum: „Ik
wou nou koud water branden, want ze
hebben het ja nagelaten, en
Ou, ou, ou, onderbrak de Opperste,
dertig jaar te laat geboren, dus onge
vaarlijk. Wat nog?
Ik heb levenden gehuldigd: de 65-ja-
rige Sam Goudsmit, de zeventiger Herman
Teirlinck, de springlevende Kees van Brug
gen, die driekwart eeuw achter de rug
heeft en zo juist een nieuwe roman geti
teld „Fontana Marina" voltooide. Dan:
drie tachtigjarigen, Henriëtte Roland
Holst, Margot Scharten-Antink en, nog
net voor mijn heengaan, Anna van Gogh-
Kaulbach. Tenslotte „de" vijf-en-tachti-
ger, de Tachtiger Lodewijk van Deyssel,
aan wie het Suid-Afrika'se Weekblad „Die
Huisgenoot" van 21 October een gehele
pagina wijdde, van redactiewege „die
dood betreurend van hier die groot en
skilderachtig figuur", wat Uw Thym niet
weinig zal vermaken. Meer nog: ik heb
doden herdacht: Gezelle, de Merode en
Heijermans (wiens „Duzicka" o.a. herver-
scheen), Slauerhoff en Marsman, die bei
den dit jaar vijftig geworden zouden zijn.
Verder Poe, Balzac en Strindberg, Gide
en Goethe. Wat de Grote van Weimar be
treft: ik ben een beetje trots op het
Goethe-nummer van de „Kroniek van
Kunst en Kuituur", dat de indrukwek
kende uitgave van de UNESCO (een cul
tureel vredesbohverk!) evenaart. En Que-
rido's Uitgeverij verdient lof. ornaat zij
bij de Goethe-herdenking als enige de eer
der Nederlandse uitgevers ophield.met
een herdruk van Top Naeffs beminnelijke
studie: „Charlotte von Stein". En ik zou
Het is tijd, zei Bij-Eeuw de Negen
tiende afgemeten.
Plechtig verklaarde de Opperste: Dan
kunt U gaan. Uitspraak over vijftig jaar.
U gelieve zich nu naar de zitting van het
Eeuwengerecht „Politiek" te begeven,
eerste hemelgewelf links.
C. J. E. DINAUX.
Lutherfilm. De Deense filmacteur
Schoenberg zal de titelrol vervullen in een
film over het leven van Maarten Luther.
Deze film zal vervaardigd worden door een
internationaal filmconsortium waarin Frank
rijk. Engeland. Zwitserland, Zweden en
Oostenrijk belangen hebben.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 31 DECEMBER
Frans Hals: „Luchtbrug naar Pimlico", alle
leeft., 2.30 en 7 uur i Zondag 2. 4.30, 7 en 9.15
uur'. Rembrandt: „John Doe", alle leeft..
1.45. 4.15 en 6.45 uur (Zondag 1.45, 4.15, 6.45
en 9.15 uur). Palace: „De avonturen van
OFlynn", 14 j„ 2. 4.15 en 7 uur (Zondag 2,
4.15, 7 en 9.15 uur). Luxor: „My dear secre
tary". alle leeft.. 2 en 4.15 (Zondag 2, 4.15,
7 en 9.15 uur). City: „De menseneter van
Kamaon". 14 j.. 2.15, 4.30 en 7.15 uur (Zon
dag 2.15. 4.30, 7 en 9.15 uur). („Door dik en
dun". 10.30 uur). Spaarne: ..Kom» in Okla
homa", 14 j., 2.30 uur (Zondag 2, 4.15, 7 en
9.15 uur).
ZONDAG 1 JANUARI
Stadsschouwburg: „De zilveren fluit", 8
uur. Gemeentelijk Concertgebouw: Nieuw
jaarsshow, 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
MAANDAG 2 JANUARI
Gemeentelijk Concertgebouw: Partij van
de Arbeid, spreker J. J. Vorrink, 8 uur.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
Ja, je hebt van die men
sen, die spelen met de
rook. De kringetjesblazers
en andere „rook-artisten".
Meestal zijn dat de lui,
die met extra zorg hun
shag en vloeitjes kopen
en die dan ook zeggen:
Hoe je 'I doet...
mei Mascotte gaat-ie goed
Programma voor
het Bach jaar 1950
De Nederlandse Bachvereniging geeft
haar eerste uitvoering in het Bachjaar 1950
op 10 Januari in de Bachzaal te Amster
dam. Uitgevoerd worden de cantates voor
Nieuwjaar en Driekoningen. Medewer
kenden zijn: het koor van de Nederlandse
Bachverening, leden van het Concertge
bouw-orkest de organist Albert de Klerk
en vele solisten, onder wie de sopraan Jo
Vincent.
Op Goede Vrijdag 7 April en Zaterdag
middag 8 April hebben in de Grote Kerk
te Naarden óe traditionele uitvoeringen
plaats van de Matthaus-Passion, thans
met medewerking van het Residentie-or
kest.
Het voornemen bestaat om tijdens het
Holland-Festival, dat gehouden wordt van
15 Juni tot 15 Juli, uitvoeringen te geven
van de Johannes-Passion, de Hohe Messe,
de wereldlijke cantates en de orgelmis. In
September geeft de Nederlandse Bach
vereniging niet alleen een uitvoering van
„Die Kunst der Fuge" in de bewerking van
dr. Anthon van der Horst voor strijkers en
orgel, doch zo mogelijk ook een uitvoering
van hetzelfde werk op clavecymbel door
de Zwitserse clavecinist Eduard Muller.
Voor de maand October staat een uitvoe
ring van de cantate „Ein fester Burg"en van
het Magnificat op het programma. Het
Bachjaar wordt in December besloten met
een uitvoering van Kerstcantates en van
de vierde suite'iri d-dur. AL deze program
ma's staan onder leiding van de dirigent
van de Nederlandse Bachvereniging, dr.
Anthon van der Horst.
Vóórts is voor de zomermaanden een
cyclus van zeven orgelconcerten geprojec
teerd, waarin een overzicht gegeven zal
worden van Bachs orgelwerken. Bijzondere
aandacht zal daarbij aan de koraalbewer
kingen worden besteed. Albert de Klerk en
velf andere organisten werken mede.
Een voorbeeld van de combinatie van speel- en tekenfilm in „De drie Caballeros".
IS MEN IN HOLLYWOOD een weinig
uitgekeken geraakt op de lopende band
productie en zoekt men naar nieuwe wegen
om de geijkte procédés te doorbreken0 Men
zou dat kunnen afleiden uit de jongste ex
perimenten van een Hitchcock en een Dis
ney, doch men dient er dan rekening mee
te houden, dat het in deze gevallen in de
eerste plaats om technische probeersels en
niet om artistieke noviteiten gaat.
(Van onze correspondent in Brussel)
In de Brusselse Wetstraat, waar de mi
nisteries en net parlement zetelen, zijn wij
een praatje gaan maken met de kabinet
chefs van enkele ministers om een
overzicht van de politieke en eco
nomische gebeurtenissen van het ver
lopen jaar te krijgen en iets te vernemen
van de perspectieven voor 1950. Onze
zegslieden betoogden unaniem dat België
en zijn regering het niet al te kwaad heb
ben gedaan, hoewel grote en moeilijke
problemen nog op een oplossing wachten.
Daar is in de eerste plaats de konings
kwestie. Men ziet daar nu gelukkig klaar
heid in. De regeringspartijen zijn het eens
over de volksraadpleging, welke eind Fe-
Na de Regenten van Hals, thans Ver- De Regetitessen van het St. Elisabeths deloze kader van Hals. Ook de vergader-
sproncks Regentessen.
Inderdaad, het Gasthuis te Haarlem, door Johannes Cor- zaal als zodanig bracht hij terug tot een
ontbreekt het museum niet aan portretten, nelisz. Verspronck (Haarlem 15971662). simpele achtergrond, waartegen zelfs de
Doch deze veelheid komt in geen museum Leerling van zijn vader (Cornells Engelsz.) huidige groepsportrettist zijn modellen zou
en Frans Hals (Doek 252 bij 210 cm.), kunnen plaatsen, zonder anachronistisch te
zijn. Verspronck daarentegen gaf een
zo goed tot haar recht als juist hier, om
dat dit 17de eeuwse monument aldus op
volkomen natuurlijke wijze bevolkt wordt vóór Kerstmis hier besproken en afge- exact tijdsbeeld: hij toont ons de brón van
door de „prominenten" der Gouden Eeuw, beeld), lokt een vergelijking tussen beide het invallende licht, dat door het geopen-
die in deze bij uitstek geschikte behuizing werken onweerstaanbaar. Daartoe leent de bovenluik van het kruisvenster zich
kennelijk aarden! Zulks in tegenstelling zich ook de expositie in de kleine boven- over het vertrek verspreidt,
tot de voorvaderen die in moderne musea licht-zaal van het museum, waar de stuk- Rechts staat de deur half geopend, waar
van oude Kunst zijn ondergebracht. Dit, ken tegenover elkaar zijn tentoongesteld. door ons een blik gegund wordt in het
verschil in sfeer zou aldus kunnen wor- Versproncks meesterschap verdient aan- gasthuis-intérieur. De regentessen baden
den omschreven: in een modern museum stonds na Hals' genialiteit te worden er- in een koele gestichtssfeer, waardoor
zijn de oude Hollanders te gast bij óns, .in kend, in de rangorde van Haarlems ver- eveneens de nadruk wordt gelegd op het
het Frans Halsmuseum zijn wij te gast dienstelijkste portrettisten. Nietlegenstaan- plaatselijke. Zulks al weer in tegenstelling
bij dé oude Hollanders! de hij zijn leerling is geweest bleef Ver- tot Hals, die zijn regenten bond in de
De tweede oorzaak, dank zij welke de spronck nagenoeg onbeïnvloed door Hals' olijfachtige toon zijner persoonlijke ver-
zo ruime vertegenwoordiging van het imponerende nabijheid. Zijn Kunst (met kiezing. De karakter-typering verhoudt
portretgenre in ons museurn niet schaadt vier portretten en twee groepsportretten zich in beide opvattingen tot elkaar als de
is gelegen in het feit, dat de geëxposeerde wel zéér gelukkig in ons museum verte-, reeds aangestipte onderdelen het doen:
conterfeitsels de aandacht van de ernstige genwoordigd!) verraadt veeleer Amster- Hals kleedde het algemeen menselijke in
museumbezoeker gespannen houden door damse tendenzen, doch deze meer op het het gewaad der tijdelijkheid, Verspronck
de verscheidenheid in visie, waarvan deze gebied der kunstgeschiedenis liggende accentueerde op zéér persoonlijke wijze het
portretten de neerslag zijn en door de hoge quaesties laten we hier ter zijde om onze beeld der tijdelijkheid in costuum en mo-
aesthetische waarden, die zij belichamen, aandacht uitsluitend te richten op Ver- del beide. Hals gaf mannen van Hol-
Als wij gewaagden van de „prominenten" sproncks opvatting tegenover die van landse stam, Verspronck regentessen van
bruari, begin Maart zal kunnen worden
georganiseerd. Het voordeel is, dat dit
referendum een stap, zelfs een grote stap
voorwaarts is op de moeilijke weg van de
definitieve liquidatie van de Belgische
grondwettelijke crisis. Haalt Leopold 55
procent van de geldige stemmen niet, dan
abdiceert hij vrijwillig; haalt hij tusssen
55 en 60 procent, dan zal er een nogal
moeilijke periode komen van discussies
tussen de vorst en de anti-koningsgezin-
den, waarvan het resultaat nog niet te
voorspellen is. Heeft de koning meer dan
60 procent van de stemmen, dan is zijn
terugkeer een kwestie van enkele dagen.
Indien men nu veronderstelt, dal een groot
aantal kiezers zal stemmen volgens
zijn partij-overtuiging, dan zou de koning
dus reeds verzekerd zijn van de bijna 44
procent der katholieke kiezers, die in Juni
van dit jaar 105 Kamerleden verkozen op
de 212 en 95 senatoren op de 180. Bij deze
44 procent voege men de vijf procent van
de kleine middenstandslijsten en van de
Vlaamse concentratie. Zo komt men op
ongeveer 50 procent, waarbij we nog zou
den moeten rekenen de stemmen van de
koningsgezinde liberalen, b.v. die van het
Vlaamse land, maar niemand kan dit per
centage met zekerheid vaststellen. Op de
5 millioen kiezers zijn dus 50 procent
voor de terugkeer van de vorst, maar een
gedeelte van het kiezerskorps zal zich over
de koningskwestie niet willen uitspreken
en deze blancostemmen worden door de
politieke waarnemers op 20 procent ge-
I schat, (liberalen, „vlottende massa", on-
verschilligen, ongeldige stemmen). Deze
I één millioen stemmen worden van de 5
I millioen afgetrokken, waardoor men tot
het resultaat komt, dat de koning met zijn
I 2.5 millioen stemmen op de 4 millioen, een
percentage zou halen van 62 procent.
I Het tweede probleem is dat van de eco-
I nomisch-financiële sanering en van de be-
j strijding der werkloosheid. De regering
wil in 1950 voor 8 milliard francs open-
i bare werken doen uitvoeren. Overigens
i heeft een enquête van het Belgisch Insti
tuut voor Opinie-onderzoek uitgewezen,
i dat een groot gedeelte van de bevolking
ervan overtuigd is, dat sommige arbeiders
hun periode van werkloosheid vrijwillig
verlengen, omdat het voordeliger is werk
lozensteun te trekken en enkele uurtjes
per dag „sluikwerk" te doen, dan als ge-
woon arbeider te gaan werken,
De katholiek-liberale coalitie heeft een
goed begin gemaakt met de sanering van
de spoorwegen, de vermindering der sub
sidies aan de kolenmijnen en de uitscha
keling van misbruiken inzake werklozen-
j steun.
In 1950 moet op het buitenlands-econo-
1 misch terrein gewerkt worden aan de tot
standkoming van de Benelux. Per 1 Octo
ber jl. ging de voorunie in en zij geeft
schitterende resultaten. Op 1 Juli 1950
moet de volledige economische unie in
gaan. Maar zal vader Marshall nog in de
beurs tasten? Volgens de Belgische eco
nomisten zal het voor de andere Europese
landen moeilijk zijn om de Amerikanen
nog eens voor een jaartje „knollen voor
citroenen te verkopen", want in het af
gelopen jaar is het Benelux-voorbeeld
door bijna geen enkele andere Europese
staat gevolgd.
Tenslotte rijst voor België zowel als
voor Nederland het probleem van de mi
litaire inspanning, welke voor het Wes
terse en het Atlantische pact zal dienen
geleverd te worden.
In 1950 zullen ongeveer 3.5 milliard
frs. buitengewone credieten aan het leger
dienen te worden besteed. Al met al
wordt het nieuwe jaar een test voor het
Belgische gezonde verstand. Regering en
bevolking zien niettemin de toekomst met
vertrouwen en met het de Belgen eigen
optimisme tegemoet.
een Haarlems gasthuis in 1641.
Vergeten we intussen niet te waarde-
der 17de eeuw, dan is dit ook in de eerste Frans Hals.
plaats bedoeld in die zin, dat deze uitver- Het diepst grijpende verschil ligt onge-
korenen hun gezag uitoefenen bij de gratie twijfeld in het feit dat Hals zijn regenten ren met welk een uitzonderlijke distinc-
van de grote portrettisten, die hen ver-
eeuwigden.
Zo ook de vier regentessen, door Ver
in het tijdeloze wist uit te heffen en Ver- tie Verspronck dit deed! Welk een nobele
spronck daarentegen zijn regentessen bond visie legt deze kunstenaar aan de dag en
aan haar directe omgeving en daarmee hoe scherp is zijn kijk op de door één-
spronck rond de vergadertafel gegroepeerd, aan de tijd waarin zij haar regentschap stemmigheid verbonden regentessen.
Zij schijnen juist gereed gekomen met de uitoefenden. We hebben gezien hoe bij Mét Gerard Terborch vertegenwoordigt
de vergaderenden van Hals een lichtbun- Verspronck de aristocratische opvatting in
del werd „geprojecteerd" op de meest ge- onze schilderkunst, waarbij eerstgenoemde
zaghebbende regent. De wijze waarop dit de fijn-schilderende kunstenaar en laatst
genoemde de meer breed-penselende mees
ter is-geweest.
pendant van Hals' Regenten (de week positie, past geheel in het neutrale en tij- H. P. BAARD.
verantwoording van haar beleid en ma
ken aanstalten de vergadering op te bre
ken. terwijl de hand van de rechts zete
lende regentes een gebaar maakt van: „U licht (waarvan de bron zich laat raden)
ziet. de zaken kloppen". Geschilderd als een diagonale zóne markeert in de com-
NUGGfTi
Wij bespraken reeds uitvoerig hoe Hitch
cock de montage in „Rope" tot een mini
mum trachtte te beperken door zijn film als
een aaneengesloten geheel op te nemen en
deze week vraagt Walt Disney in een dei-
Amsterdamse theaters aandacht voor zijn
„Drie Caballeros", een hu
moreske van hpt gevederde
trio Panchïto, Donald Duck
en Joe Carioca, waarin hij
de speelse fantasie van de
tekenstift heeft gemengd met de gebruike
lijke succes-scènes van veel charmante
meisjes uit de showfilm.
Wij kunnen niet zeggen dat deze eerste
toepassing van twee vormen van filmkunst
in één rolprent ons aanleiding geeft tot
diepgaande beschouwingen. Natuurlijk is
het zo. dat de tekenaar dichter bij de sfeer
van het irreële, het symbolische, het
sprookje en ook bij het caricaturale staat
dan de camera-man die aan de realiteit en
aan de uiterlijkheden van mensen en din
gen is gebonden. Maar we hebben in „De
drie Caballeros" toch geen siotende tegen
stelling tussen beide vormen kunnen ont
dekken en dat zal wel het gevolg zijn van
het feit, dat Disney niets anders wilde ma
ken dan een luchtig, pretentieloos geval
dat het z'n eerste film voor volwassenen
zou zijn, zoals werd aangekondigd, berust
op een onbegrijpelijke vergissing waar
bij hij en passant bij de vele trucjes die hij
toepast ook nog dat voegde van vermenging
van de fotografie met de cartoons.
Wij geloven, dat men van een wezenlijke
artistieke vernieuwing van de filmkunst
ook niet kan spreken zolang daaraan geen
nieuwe technische vindingen zijn vooraf
gegaan, zoals bijvoorbeeld de weergeving
van de diepte op het witte doek.
Maar dat is eigenlijk een al veel te zwaar
op de handse opmerking voor dit verjaars-
partijtje van Donald Duck die ons laat mee
genieten van de geschenken van zijn Zuid-
Amerikaanse Amigos. Eerst komen de dolle
verhalen over Pablo de Pinguin, die het
thuis nooit warm genoeg kon krijgen en na
heel wat zonderlinge avonturen een tro
pisch eiland bereikt, dan genieten we met
de jarige Held van de wonderlijke geschie
denis van de vliegende ezel en tenslotte be
leven we met hein veel plezier van prenten
boeken over Bahia en Mexico. In deze frag
menten ontmoeten de geesteskinderen van
Disney de „echte" sterren Aurora Miranda,
Carmen Molina en Dora Luz, confrontaties
die intussen wat kunstmatig aandoen, voor
al als men net onder de bekoring is geraakt
van een feeëriek en humoristisch reisje met
een locaalspoortje door Brazilië of van een
oud-Mexicaans Kerstgebruik.
Op het moment, dat men er aan gaat den
ken, dat de film toch wel wat al te lang
onze aandacht vergt en Disney er beter aan
had gedaan zijn invallen over een paar
korte montages te verdelen een suggestie
die wij ook naar aanleiding van „Fantasia"
deden maakt een feestelijke apotheose
van muziek, dans, een heleboel vuurwerk
en pleizier een eind aan deze rhapsodie van
vrolijkheid.
De „tovenaar van Hollywood", zoals men
Disney wel noemt, is eens te meer in staat
gebleken ons veel genoegen te verschaffen
met zijn blijkbaar onuitputtelijke fantasie,
aan een zo rijke geest mag men dan een
paar misstappen en wij hellen over tot
de opvatting dat de show-fragmenten daar
toe te rekenen zijn niet eu%-el duiden. De
Nederlandse tekst whnneer zullen we nu
eindelijk eens van het afschuwelijke angli
cisme „Nederlands gesproken" verlost wor
den? is. op de plaatsen waar we hem
hebben kunnen verstaan, heel verdienste
lijk.
Tegelijk met „De drie Caballeros" komt
een documentaire, „Seal Island" getiteld,
in roulatie, waaraan ook Disney heeft mee
gewerkt, hoewel we vermoeden dat zijn
aandeel beperkt is gebleven tot de inleiding
en de afsluiting van deze reportage over
het leven van de zeerobben op een der
Alcoeten. Het is een voortreffelijk werk
stuk geworden, dat uitmunt door curieuze
opnamen, een pittige, altijd amusante tekst
en verrassende geluidseffecten.
J. H. B.
In Duitsland teruggevonden
kunstvoorwerpen
Tentoonstelling in het
Rijksmuseum
Van 10 Januari tot 10 Februari zal in
het Rijksmuseum te Amsterdam een uit
gebreide collectie meubels, ceramiek en
plastiek worden geëxposeerd ten behoeve
van allen, die gedurende de bezetting
kunstvoorwerpen of gebruiksvoorwerpen
van waarde zijn kwijt geraakt.
De stichting Nederlands Kunstbezit heeft
getracht de van onze landgenoten ge
roofde en naar Duitsland gevoerde bezit
tingen op te sporen, naar Nederland terug
te brengen en aan de eigenaars terug te
geven.
Dank zij de medewerking van de be
zettende autoriteiten in Duitsland kon
voor een waarde van naar ruwe schatting
f 16 millioen naar ons land worden terug
gebracht.
De expositie welke elkeen de gelegen
heid biedt zich te vergewissen of zich bij
dit teruggekeerd Nederlands bezit een of
meer van de hem of haar ontroofde eigen
dommen bevinden, omvat meer dan 1009
stuks van geer uiteenlopende aard.
De stichting is nog bezig 2600 schilde
rijen, ongeveer 600 tekeningen en een on
geveer even groot aantal tapijten te orde
nen. In Mei of Juni zullen deze met het
zelfde doel worden geëxposeerd.