Het Hek van die Dam. Volgende week eerste uitvoering te Haarlem van oratorium door Herman Strategier Woninginr. J. M. Christiaans IhudsonOOmercedes 1 HUDSON 1950 GEARRIVEERD Géén werk Zaterdag 14 Januari 1950 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant Ter introductie van Koning Swentibold' Ter gelegenheid van het regeringsjubi leum van koningin Wilhelmina schreef de componist Herman Strategier, in opdracht van het Gemeentebestuur van Maastricht, een uitgebreid oratorium op een historisch Limburgs gegeven: „Koning Swentibold" op een tekst van de dichter Jac. Schreurs M. S. C. Het werk is toen met veel succes onder leiding van Paul Hupperts uitge voerd. De mening vestigde zich, dat dit origineel-Nederlandse oratorium, hetwelk meer bleek te zijn dan een gewoon ge legenheidswerk, zijn weg zou vinden bij de grote koorverenigingen van ons land om verfrissing in het répertoire tebrengen. Het Koor „Katholiek Haarlem", dat on der leiding van Albert de Kerk reeds me nig onbekend werk, oud of nieuw, tot uit voering bracht, is nu de eerste vereniging die „Koning Swentibold" boven de Moer dijk zal brengen. De uitvoering heeft plaats op Donderdag 19 Januari met als solisten de sopraan Corry Bijster, de tenor Jan van Mantgem (deze beiden zongen ook bij de première), de bas Guus Hoekman en de declamatrice Willy Brill. Verder werken mee een uitgebreid kinderkoor en de H.O.V. De prachtige Munsterkerk van het dorp Susteren, ten Noorden van Sittard (één van de merkwaardigste romaanse gebou wen van ons land!) staat daar nog als een historische getuige voor de 'half legenda rische figuur van Koning Swentibold. Deze sneuvelde op de dag (1 Augustus 900) waarop de door hem herbouwde tempel (een vroegere kerk was in 882 door de Noormannen verwoest) plechtig ingewijd werd, hij ligt er ook begraven. Op deze positieve gegevens: de inwijding van de Munsterkerk, het sneuvelen van Swenti bold en zijn begrafenis aldaar, is de tekst van het oratorium gebouwd. Ogenschijnlijk is deze aanleiding gering, maar te zamen met een handeling van bij komstige figuren, die ook historisch na wijsbaar- zijn, bood zij een geschikte stof voor een dramatisch oratorium. Swentibold was de eerste en laatste koning van Neder-Lotharingen, een rijk dat met zijn dood, op het slagveld bij Susteren, te niet ging. Hij was een vroom en prachtlievend vorst, een dapper maar roekeloos krijgsman. Zozeer was hij ver vuld van het eerwaardige gebouw dat hij gesticht had en van de plechtigheden dei- inwijding, dat hij zijn legerkamp verliet om er bij tegenwoordig te zijn, niettegen staande de waarschuwingen van zijn krijgsoversten en van het volk. Zijn vijan den, gebruik makend van zijn afwezigheid, welke bovendien de tucht van zijn leger ondermijnde, waagden een aanval; Swen tibold in allerijl toegesneld vond zijn einde in een bloedige strijd. Het eerste deel van het oratorio heeft grotendeels een statisch karakter, wat de componist gelegenheid gaf tot het schrij ven van uitgebreide koorpassages, die enerzijds de „vrees voor de oorlog" en anderzijds „de lof der Kunst" tot uitdruk king brengen. Doch er is ook het pittoreske en vredige moment, waar het kinderkoor de feestvreugde van de kerkwijding ver- tolkt. Ondertussen voelt men de onrust en. i de spanning van een onheilspellende dreiging. Alleen als de „Kunst in dienst j van de Allerhoogste" bezongen wordt, gaat alles op in een jubelende apotheose. Het tweede deel van het werk heeft daarentegen een sterke dramatische span- ning, waarin solisten, koor en orkest met felle dynamiek naar een climax opstuwen. De beschrijving van de slag, door de abdis en de drie dochtertjes van de koning, af gewisseld door gebedsformules van het volk, is van een Bijbels karakter. Verder I groeit de climax wanneer de abdis in een I visioen de val van Swentibold ziet en dit i op suggestieve wijze meedeelt. Deze partij is een spreekrol, toegepast op de wijze I waarmee Honegger zoveel indruk heeft weten te wekken in zijn „Jeanne au Bücher". j Een treffend effect hebben dichter en componist van „Swentibold" daarna weten te bereiken door de spanning te breken met het uitschakelen van het kinderkoor dat zeer dichterlijk doch in alle eenvoud het visioen samenvat met deze woorden op een heerlijk simpele melodie: Heer Swentibold slaapt met zijn hoofd op zijn zwaard, Heer Swentibold slaapt als een held. Als een krijger met bloed in zijn baard Komt de avond over het veld. De kinderen van de koning worden uit gezonden naar 't slagveld om 't lijk van hun vader te zoeken en het op hun tere schou ders naar het Munster te dragen. Een zin- De verhoging van het electriciteitstarief te Haarlem Toelichting van het voorstel van B. en W. Thans is het door ons reeds aangekon digde voorstel van B. en W. tot verhoging van het electriciteitstarief verschenen. I In de toelichting schrijven B. en W. dat een gedeelte van de verhoogde kolenprijzen wordt opgevangen door de kolenclausule in de contracten met grote verbruikers. Voor het gas en de electriciteit moet evenwel nog respectievelijk 57.155 en 105.964 gedekt worden, tezamen dus 163.119. Bovendien moet nog 75.000 gedekt worden omdat ook aan het personeel van het Energiebedrijf 5 loonsverhoging gegeven moet worden. Een verhoging van het electriciteitstarief met iy2 cent per KWU (voor nachtstroom cent per KWU) zal vermoedelijk een hogere ontvangst opleveren van 238.119. B. en W. willen de verhoging laten ingaan met de eerste meteropneming na 18 Januari. Zie de spotkoopjes in onze BALANSOPRUIMING Karpetten, Dekens, Lopers, Gordijnen enz, Potgieterstraat 17, Haarlem-O. - Tel. 12835 (Adv.) Burgerlijke stand HAARLEM, 13 Januari 1950 BEVALEN van een zoon: 11 Jan.. J. M. Bouma—Gasman; 12 Jan., H. A. SmitSieber; T. W. VennikerGigengack; 13 Jan., G. de Gans—van Os; A A. Brinlchus—Bijl; S. J. GuikingMeison. BEVALLEN van een dochter: 12 Jan.. C. H. TurnhoutBerkhout; C. M. J. Goededé Jongh; 13 Jan., G. J. VernoutKeetlaar. OVERLEDEN: 11 Jan. J. HoekstraBroek- uuijsen, 75 j., Oosterhoutlaan, rijke epiloog, die geïnspireerd schijnt op een Middeleeuwse dodendans, besluit deze sterke en vaak zeer dichterlijke oratorium tekst. De muziek van Strategier heeft de uit muntende kwaliteit de moderne middelen van samenklank ongeforceerd te gebruiken. De componist is in zijn diepste wezen een gevoelig lyricus en hij schaamt zich niet daar eerlijk voor uit te komen. Dat hij bovendien in de tweede helft van het werk zich met zijn temperament ook dramatisch heeft kunnen laten gelden is voor velen een blijde verrassing geweest. Ten slotte mag er met nadruk op gewezen worden dat het orchestraal palet van Strategier van een bijzondere, klare schoonheid is. JOS. DE KLERK. Nachtdienst apotheken HAARLEM: Firma Duym en Keur. Keizer straat 6, telefoon 10378. Apotheek Begemann en Sneltjes, Kruisweg 30, telefoon 10043. Marnix-apotheek, Marnixstraat 65, tel. 23525. HEEMSTEDE: Apotheek Schotsman, Bin nenweg 206—208, telefoon 28320. BLOEMENDAAL: Bloemendaalse Apo theek, Bloemendaalseweg 85, Bloemendaal. De Haarlemse Waterleiding Het is niet nodig rivierwater naar de duinen te transpor teren. B. en W. van Haarlem hebben een schrif telijk antwoord gegeven op de vragen van het raadslid de heer H. W. van der Giesen over de capaciteit der Haarlemse water- winplaats. Herinnerd wordt aan de plannen van de gemeenten Amsterdam, Den Haag en Lei den en het Provinciaal Waterleidingbedrijf In Noordholland, om water uit de rivieren naar de winplaatsen te transporteren om de waterhoeveelheid aan te vullen. B. en W. wijzen er op, dat Haarlem in de gelukkige omstandigheid verkeert, dat de waterwinplaats in de Bloemendaalse duinen betrekkelijk groot is. Bovendien is het waterverbruik in Haarlem niet groot, ten gevolge van het gebruiken van watermeters in de percelen der afnemers. Rekening houdende met de vergroting van het aantal inwoners, is aan te nemen, dat de watervoorziening voor de komende 60 jaar voldoende zal zijn, ook al gaat het waterverbruik van 50 tot 100 liter per hoofd vooruit. Bovendien kunnen de middelen om diepwater aan de duinen te onttrekken vermeerderd worden. De plannen daarvoor liggen gereèd. Er bestaat dus voor Haarlem zo beslui ten B. en W. geen reden om ook rivier- Water naar de duinen te transporteren. Vrijdagmiddag bracht Koningin Juliana een bezoek aan de tentoonstelling: Honderd jaar Noorse schilderkunstwelke in het gemeentemuseum in Den Haag gehouden wordt. Aan de ingang van het museum werd de Koningin, die vergezeld was door jonkvrouwe E. E. B. Roëll en mr. G. C. D. baron van Hardenbroek, ontvangen door de Noorse gezant, de heer Jens Bull en burgemeester mr. F. M. A. Schokking. De Koningin werd rondgeleid door de Noorse gezant, v tf Victoria und ihr Husar" Operette-vertoning van uitstekend gehalte Met het schrijven van de muziek voor de opei'ette „Victoria und ihr Husar" heeft de componist Paul Abraham bewezen een man met een artistiek geweten te zijn. Hij stelde zich niet tevreden, zoals tal van operette-kunstbedervepde veelschrijvers, met onbenullige melodietjes. Hij zocht naar muziek, die op peil stond en die daardoor een harmonische eenheid met het toneelge- beuren zou vormen. En dank zij dit streven werd „Victoria und ihr Husar" een operette die met ere genoemd' kan worden naast andere goede operettes. Met de humor, die af en toe een kluchtig accent verkrijgt, gaat de ernst hand in hand. Ernst, die zich uit in opera-achtige dramatiek, maar soms ook in een te veel toegeven aan gevoelig heidsexpressie. Dit laatste kenmerk heeft echter niet belet dat deze operette meer inhoudbetekenis heeft verkregen dan men gewoon is bij een toneelwerk van dit genre aan te treffen. Als consequentie hiervan kan een opvoering van de ope rette meer voldoening schenken en een meer blijvende indruk maken. De Hoofdstad-Operette, die „Victoria und ihr Husar" gisteravond in de Stadsschouw burg ten tonele voerde (in de oorspronke lijke taal), heeft deze voldoening in alle op zichten kunnen geven. In Tini Alma had de regisseur Otto Hurich een uitstekende dramatische kracht gevonden voor de uit beelding van Gravin Victoria. Haar be wogen en klankschone zang verleende aan haar spel een bijzondere glans. Herman Valsner bleef als de „Husar" Koltay op een gelijk dramatisch niveau als Tini Alma en dientengevolge kwam er een voortreffelijke eenheid van actie tussen deze twee hoofd figuren tot stand. De typering van de derde hoofdfiguur, de gezant Cunlight. was in handen gelegd van Paul Harden, wiens spel een diepte toonde, die verrassend ge noemd kon worden. Voor de vrolijkheid zorgde op deze avond in de eerste plaats Fritz Steiner als Janczi. Hij wist zijn aanleg voor het kluchtige spel kostelijk uit te buiten zonder tot ex cessen té vervallen. Maar Ruth Rhoden mocht er ook zijn als de pittige, vlotte Lïa San. Helen Rajewska deed niet voor haar onder in de rol van Riquette, leuk en met een nauwkeurig afgewogen dosis van smachtend verlangen gespeeld. Otto Aurich was Graaf Ferry, bescheiden en met passende reserve. Verder werd een aantal kleinere rollen met zorg vertolkt. Deze zorg, die kenmerkend was voor de gehele opvoering, trad ook aan de dag ten aanzien van de costumes, die een weelde van gratie en kleuren voor het oog vorm den en eveneens in de keuze van de décors, welke bijzonder sfeerscheppend waren. - Speciale vermelding verdienen de ballet- dansen en de solo-dansen door Elisabeth Hermann en Walter Frank, die van een rijke bewegingsfantasie en \Tan een voor treffelijke lichaamsbeheersing getuigden. Belangrijk voor de opvoering werd bo vendien de begeleiding door het orkest, dat GARAGE VAN VDK - OVERVEEN Betaling in guldens onder de kunstzinnige directie van Julius Susan de muziek met haar volle betekenis voor het spel vertolkte. Vanavond, Zondagmiddag en Zondag avond wordt de opvoering, die wij om haar uitstekend gehalte zeer kunnen aanbevelen, herhaald. P. ZWAANSWIJK. De Haarlemse broodoorlog Volgens de „Unie'- zijn er reeds ontslagen gevallen De Haarlemse „Unie" van samenwer kende werknemersorganisaties in het bak kersbedrijf heeft een communiqué uitge geven, waarin onder meer wordt gezegd, dat de „Unie" met bezorgdheid de gang van zaken gade slaat, daar zij kan constateren, dat reeds tal van arbeiders de dupe zijn geworden van de strijd tussen de bakkers. Reeds is aan verscheidene werknemers vaak mensen met 25, 30 en in een enkel geval zelfs met veertig dienstjaren - ont slag aangezegd. Volgens de „Unie" is dit een gevolg van een debietverschuiving naar een bepaald bedrijf, dat echter zelf geen nieuwe employés aanneemt. De „Unie" heeft de politie-autoriteiten verzocht meer toe te zien op de verkoop langs de weg na sluitingstijd. Het zou namelijk veelvuldig, vooral op Zaterdag voorkomen, dat het brood door de bezorgers nog zeer laat langs de weg wordt verkocht. Voorts hebben de gezellenorg'anisaties bij de betrokken firma geprotesteerd tegen het niet geheel doorvoeren van de 5% loonsverhoging voor de bezorgers. De gezellen verwachten zo besluit het communiqué dat deze broodoorlog niet langer op hun ruggen zal worden uitge vochten en dat de overheid zal ingrijpen om aan deze ongewenste toestand een einde te maken. Wij vernamen nog, dat het in het voor nemen van de „Unie" ligt binnenkort een openbare vergadering te houden, waarop de achtergronden en oorzaken van de broodoorlog zullen worden toegelicht. voor leken, dat samenstellen van Linoleum- en Meubelwas, die aan de eisen voldoet. Lincol maakt van de beste grondstoffen de mooiste kwaliteit met Amerik. terpentijn. Enige fabrikan-t H. STAM, Haarlem (Adv.) Op de fiets Wij houden van muziek-die op ons aan komt stuiven als een goudblond meisje op een ranke velocipède, dat zich met zwier een weg baant door het hortende straatverkeer. Haar rok golft in de wind en zij telt de zorgen niet. Maar wij hebben een hekel aan het Concertgebouw. Om even terug te grij pen op dat meisje van daareven moet ons van het hart dat dit gebouw ons niet voorkomt als een haar passende fietsenstalling, al doen de pilaren van het geveltje in de Van Baerlestraat ook hun uiterste best om op het rek ener rijwielbewaarplaats te lijken. Eenmaal daar binnengetreden valt men van de ene onaangename verras sing in de andere, hetgeen bij het op staan voortdurend afstoffen der knie schijven met zich meebrengt, aangezien de bepleistering door stucadoors met zeer weinig liefde voor hun edel vak verricht schijnt te zijn. De muren vormen voorts één grote engelenbak, want men kan nergens heenzien zonder de misnoegde blik te ontmoeten van half-ontklede cherubijnen die korzelig de hen toebedeelde bazuintjes aan de mond houden zonder ook maar de kleinste toon te produceren. Dat is ook niet nodig, want te hunner verstrooiing komt af en toe één van de orkestleden op _de gang om met de aan hem be horende waldhoorn de echo na te boot sen die de betreffende componist voor het bereiken van een agrarisch effect zo gepast voorkwam. Toen wij onlangs een repetitie bijwoonden, ontwaarden wij althans deze ambtenaar die zijn herhalingspassage voor een wandspiegel beoefende en zich onderwijl vermaakte met smoelentrekken. Hij schudde daar na ongegeneerd zijn toeter leeg en zei betrapt: „Móge heren, wat een flauwe kul, hè?" Door deze spontane benade ring van de muziek gesterkt, betraden wij zonder schroom de concertzaal, waar vaalblauwe kleden, die over de roodpluchen stoelen van het parket lagen te vloeken of het zo maar niets was, de indruk wekten van een crema torium waar men de aanstaande be grafenis van een hooggeplaatste func tionaris nog eens doornam. Op het podium zetelden pak weg honderd heren, gekleed in zorgeloze truien en fantasie-costuums, die zich beijverden om de zangeres exotische noten voor de voeten te strooien. Tot onze grote verwondering struikelde zij daar niet over, al verhief zij zich nu en dan op de tenen om de hoogste exemplaren te plukken. Hoewel het ge heel op ons als leek sterk de indruk wekte dat het orkèst „An die Nacht" van Diepenbrock bij de ochtend begon, terwijl de alt nog in de avondstond ver- keerde, slaagde de dirigent er in om het tijdsverschil op kundige wijze te nivelleren. Wat deze dirigent, die naar de Tsje chische naam Rafaël Kubelik luistert, niet met het orkest kon doen, zou men trouwens onder de nagel van z'n grote teen kunnen stoppen, zonder daar meer dan voorbijgaande hinder van te onder vinden. Hij is naar zijn zeggen afkom stig xxit een gekkenhuis, waar men vijf piano's had en dat onder leiding stond van zijn vader, de violist Jan Kubelik. Om zijn vader geen concurrentie aan te doen, werd hij dirigent, vertelde hij, maar dat het bloed kruipt waar het ende niet kan gaen, bewees hij door een moeilijke passage met zijn dirigeer- stuk op de blote arm voor te violen. Hij voelde echter er niets voor om tweede viool bij de vertolking van Russische fanfares te spelen en spoedde zich der halve ongemerkt naar Westelijker oor den. Hetzelfde deed trouwens de heer Eduard van Beinum, die met mede neming van zijn tandenborstel en zijn dirigeerstok wat heeft zo'n man toch benijdenswaardig lage bedrijfsoixkosten naar Londen vertrok om het aldaar gevestigde Philharmonisch orkest van dik hout enige planken te laten zagen. De heer Kubelik komt nu in zijn plaats maar liefst 37 concerten dirigeren. Cacophonie in F. Wij hadden ons al laten vertellen dat niemand Handel zo kan behandelen als hij. Helaas konden wij ons daar niet van overtuigen, want hij speelde alleen maar Haydn en Dvorak, die men Deworzjak pleegt te noemen. Wij kre gen al ras door dat de orkestleden bij een repetitie zich weinig aan de com ponist gelegen laten liggen, zodra zij hun gedeelte van de notenbalk hebben door gezaagd. Zij gaan onmiddellijk over tot de wanorde van de dag en wisselen op vergenoegde toon beurskoersen, baker praatjes en verwachtingen omtrent de positie van Blauw Wit in de voetbal competitie uit. Bij tijd en wijle produ ceren zij dierengeluiden om de solist te sarren of porren de trombonist in de lendenen teneinde hem tot inslikken van het mondstuk te bewegen. Men zal beseffen dat de minder tijdi'ovende functies zoals het bespelen Van de triangel hun gebrek aan aanzien ruim schoots compenseren door de moge lijkheid tot heirieschoppen bij de och tendrepetities. Mogelijk daarom heeft men dit instrument, dat zo treffend „Pieng" doet wanneer men er tegen tikt, bij de paukenslager in beheer gegeven. Deze triangelist, die hoog boven het orkest troont, zetelt met devote oog neerslag tussen zijn potten en pannen als was hij een koopman op de Perzi sche markt van Ketelby. Een van zijn neven-functies is.het op commando van de componist wakker porren der mu- ziek-recensenten. Hij brengt dan zijn batterij in stelling om met enige wel gemikte salvo's op zijn trommelvliezen, die der toehoorders te doen scheuren. Dan denkt Matthijs Vermeulen: nu don dert het in Keulen. Ter ondersteuning snei'pt dan het koper: Blaas weg de kwade genius van L. M. G. Arntzenius. Want dit is de man die onlangs getracht heeft, het orkest te Elsevierendelen. Achteraan zetelden zes sombere man nen op wagenvoerderskrukjes naast de grootste violen van het orkest. Naar men ons mededeelde waren dit contra- bassisten, al moet hier niet uit worden afgeleid dat zij een principiële aversie koesteren tegen zichzelf. Na de koffiepauze beklom iedereen weer welgemoed zijn instrument. Als eerste nummer speelde men toen ge zamenlijk de Cacophonie in F. lauwe kul met een verrukkelijke stemvork solo. Kubelik heeft intussen het voornemen kenbaar gemaakt om allerhande novi teiten over de grenzen van de publieke smaak te smokkelen. Dit zijn werken van Tsjechische componisten, die meest al heel anders heien dan him namen geschreven worden. Er is ook een heel oude symphonie van Mica bij, die knis pert en knaspert van vergetelheid. Overigens van de goeden niets dan goeds. Kubelik kenmerkt zich door een grote soepelheid. Om een donderend fortissimo aan het orkest te ontlokken, wringt hij zich eerst in zoveel bochten, dat hij compleet achter zijn lessenaar verdwijnt, om vervolgens als bij tover slag zeker wel driemaal zo lang omhoog te schieten en met een forse zwaai van zijn machtige vuist de zegevierende muziek naar het balcon te dirigeren. Als het integendeel gracioso moet gaan, dan vouwt hij bedaard de armen over elkaar en laat zijn gedachten zwalken op het getij der melodie. Maar o wee als er een lastige klip omzeild moet worden dan schudt hij zijn Tsjechi sche manen en komt ai zijn kracht en temperament er aan te pas om het notendopje in de kcers te houden. Kubelik is een man naar ons hart. Let maar eens op als de geestdrift over hem vaardig wordt en deze Rafael tot ge vleugelde daden inspireert. Dan sleept Het Amsterdams Toneelgezelschap geeft hedenavond de onherroepelijk laatste voorstelling van het treurspel „Gysbreght van Aemstel" van Von del, gevolgd door „De Bruiloft van- Kloris en Roosje". In het Centraal- Theater speelt Comedia op 17 Januari voor de vijftigste keer het blijspel Wat iedere vrouw wel weet" van de Schotse auteur sir James Barrie met Mary Dresselhuys in de hoofdrol. In de Stadsschouwburg vertoont de Haagse Comedie op Woensdagavond de klucht „Ik lach er om" van Noel Coiuard met Cees Laseur en Ida Wasserman. Als u, zoals per advertentie wordt beloofd, een onvergetelijke avond wilt doorbrengen met een onvind bare vrouw, dan kunt u terecht in de bioscoop Capitol, waar de film „Blinde wegen" van Robert Siodmak draait. Nieuw is ook „Wat Leni Rosner beleefde" in City, een Deens product waaraan de hoofdrolspelers uit „De rode aarde" hebben meege werkt. „Betovering" heet het laatste In de hoofdstad uit voortbrengsel van Samuel Goldwyn, dat het witte doek van Tuschinski in beslag neemt. In Royal kan men gaan kijken naar een film die letterlijk vertaald „Kus het bloed van mijn handen" zou moeten heten, doch in plaats daarvan „Gebrandmerkt" is genoemd. Het Concertgebouw-orkest speelt Zondagmiddag onder directie van Rafael Kubelik met medewerking van de pianist Cor de Groot, die de Symphonische variaties van César Franck vertolkt. Het programma ver meldt verder werken van Mica en Martinu, om te worden besloten met de Tannhauser-ouvertxire. Met be geleiding van de H.O.V. zingt de Ko ninklijke Christelijke Oratoriumver eniging ExcelsiorMaandagavond in de grote zaal Paulusvan Men delssohn. In de kleine zaal houdt Kubelik voor de vereniging Concert- gebouw-vrienden een causerie over de Tsjechische componist Smetana. Het Bresserkwartet brengt muziek van Dvorak ten gehore. Dinsdag avond speelt Marie Thêrèse Four- neau in de kleine zaal pianowerken van Franse meesters. In het Stedelijk Museum wordt een tentoonstelling gehouden van dertig beeldhouwwerken en veertig aquarellen van Henry Moore. hij strijkers en blazers mee naar de hoogste regionen der vervoering, zoals op bijgaand spelmoment voor eeuwig staat afgebeeld. Een noord van Diamand Op een door het Holland Festival be legde persconferentie in de Franse zaal van het Internationaal Cultureel Cen trum ziet u nu wel dat Amsterdam een wereldstad begint te worden! werd door de administrateur Peter Diamand verklaard: „Inderdaad ont brak er in 1949 nog veel aan onze orga nisatie. Wij zullen dezé zomer niet de zelfde fouten maken als verleden jaar. Ik kan u maar één ding beloven: wij zullen deze keer andere, maken BOEDA H. O. V. - concert Harp van Margot Broeders voerde de boventoon Het H.O.V.-programma van Vrijdag avond (zesde concert van seirie C) was grotendeels beïnvloed door de solistische medewerking van Margot Broeders, de eminente harpiste van het Rotterdams Philharmonisch orkest. We zouden haast zeggen: het was een harp-avond. Zo hoorde men de Gewijde en Profane Dansen, die Debussy op bestelling van de uitvinder der chi'omatische harp voor dit instrument schreef, met begeleiding van strijkorkest. Vermits deze nieuwere harp (zij ontstond omstreeks 1897) voor elke toon een snaar bezit, evenals de piano, heft zij vele moeilijkheden en zelfs onmogelijk heden van de gebruikelijke diatonische harp op, want bij deze zijn de chromati sche tonen slechts door het aantrekken van de snaren (door middel van pedalen) mogelijk. Maar de diatonische harp bezit ook weer mogelijkheden die de chroma tische harp mist. Bovendien is door de vir- tuosen de techniek van het pedaal-gebruik zodanig ontwikkeld, dat tenzij de com ponisten opzettelijke onmogelijkheden te pas brengen de oudei'e hai'p haar taak nog steeds aan kan en zelfs in het voordeel blijft door haar rijkere sonoriteit. De virtuoze vertolking door Margot Broeders van het fraaie werk kon gelden als een prachtig bewijs, dat de pedaal- harp althans in dit stuk van Debussy van haar concurrente niets te duchten heeft. Als men het stuk zó hoort ook de orchestrate omlijsting was zeer ver zorgd komt men tot het besef, dat het Debussy meer te doen was mooie muziek te schrijven, dan zijn opdrachtgever een reclame-object te bezorgen. Verder kreeg men te horen het Concert voor harp en strijkorkest van Henri Zag- wijn. waarin het solo-instrument ook zeer gunstig aangewend is. De hoek-delen van het werk zijn vooral fris en typerend voor de vitaliteit van de componist, die het in zijn zeventigste jaar schreef. Het grote succes dat Margot Broeders met deze com positie verwierf, noopte haar tot het spelen van een concert-étude van Tournier als toegift, een muzikaal en voor het gehoor dankbaar stuk, waarmee de harpiste haar virtuose techniek met rijke klankver scheidenheid nog eens extra kon demon streren. En toen zette zij zich met haar instru ment naast haar collega van de H.O.V. om mee te helpen aan de vertolking van het laatste px-ogramma-nummer: de Variaties voor orkest van Alex Voormolen op het thema van „De drie ruitertjes". Dit werk heeft een veelbelovende inleiding; het doet echter in de thema-expositie en in de eer ste variatie tamelijk geforceerd aan. Er komt pas later klaarte en doelbewustheid in de compositie, die, over het geheel ge nomen, ondanks overdadigheid, zeer goed te noemen is. De variatie in funèbre-stem- ming is bijzonder mooi, ook van orchestra te kleur. Treffend van atmosfeer is ook een latere klagende variatie. Deze, waarin hij de celesta met de gedempte strijkers aanwendt, mag mede een orchestrate vondst heten. De uitvoering, onder Toon Verhey, was zeer te prijzen; alleen domi neerden de trompetten ditmaal teveel in de grote „tutti". Ze waren bovendien niet zuiver. Met* de précieuse „Pavane pour une in fante défunte" had Verhey de avond ge opend. Behoudens de te laag intonerende klarinet, was het een goede vertolking en tevens een zeer geschikte inleiding tot de sfeer waarin de harp de boventoon zou voeren. JOS. DE KLERK. Prinses Wilhelmina steunt bouw van kerk in Haarlem-Noord Prinses Wilhelmina heeft aan het bouw fonds, dat zich belast heeft gelden te verzamelen voor de bouw van een Neder lands Hervormde Kerk in Haarlem-Noord ten noorden van de Jan Gijzenbrug, een brief geschreven, waarin zij meedeelt voor het streven veel waardering te hebben en bij wijze van uitzondering het bouwfonds met een gift te willen steunen. Het bestuur van het bouwfonds schrijft naar aanleiding hiervan, dat het deze daad op hoge prijs stelt. Geheel Nederland ziet de bouw van een kerk in Haarlem-Noord als een drin gende noodzakelijkheid. Diefstal met braak opgehelderd Velsense politie vond deel van de buit in de duinen Vrijdagochtend heeft de Velsense politie twee Velsenaren gearresteerd die verdacht worden van een inbraak in een bakkerij, waar zij 7000 en enige waardevolle pa- pieren en voorwerpen uit de brandkast zouden hebben ontvreemd. De beide man nen hebben bekend. Een groot gedeelte van de buit kon worden achterhaald doch ongeveer 1000 bleek te zijn opgemaakt. Bij een der ver dachten thuis was een deel van de buit verstopt en een ander gedeelte werd in de duinen teruggevonden. De verdachten, die enigszins onder de invloed van sterke drank verkeerden toen zij de inbraak pleeg den hadden bij het forceren van de brand kast en voor de toegang tot het huis, vol gens de politie „veel geluk" gehad. Zij zul len aan de justitie worden ovei'gegèven. „De Schelde" zal vier duikbootjagers bouwen De N.V. Koninklijke Maatschappij „De Schelde" heeft van het departement van Marine opdracht ontvangen voor de bouw van twee onderzeeboot jagers. Reeds vorig jaar werd eenzelfde opdracht ontvangen. Thans zal op zeer korte termijn met de bouw van de vier schepen worden be gonnen. De bestelling betreft in totaal een serie van twaalf schepen en is over vier werven in ons land verdeeld. De schepen worden met de modernste anti-duikboot* wapens uitgerust.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 7