Het Hek van die Dam.
Volgende week eerste uitvoering te Haarlem
van oratorium door Herman Strategier
Woninginr. J. M. Christiaans
IhudsonOOmercedes
1
HUDSON 1950
GEARRIVEERD
Géén werk
Zaterdag 14 Januari 1950
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant
Ter introductie van Koning Swentibold'
Ter gelegenheid van het regeringsjubi
leum van koningin Wilhelmina schreef de
componist Herman Strategier, in opdracht
van het Gemeentebestuur van Maastricht,
een uitgebreid oratorium op een historisch
Limburgs gegeven: „Koning Swentibold"
op een tekst van de dichter Jac. Schreurs
M. S. C. Het werk is toen met veel succes
onder leiding van Paul Hupperts uitge
voerd. De mening vestigde zich, dat dit
origineel-Nederlandse oratorium, hetwelk
meer bleek te zijn dan een gewoon ge
legenheidswerk, zijn weg zou vinden bij
de grote koorverenigingen van ons land om
verfrissing in het répertoire tebrengen.
Het Koor „Katholiek Haarlem", dat on
der leiding van Albert de Kerk reeds me
nig onbekend werk, oud of nieuw, tot uit
voering bracht, is nu de eerste vereniging
die „Koning Swentibold" boven de Moer
dijk zal brengen. De uitvoering heeft plaats
op Donderdag 19 Januari met als solisten
de sopraan Corry Bijster, de tenor Jan
van Mantgem (deze beiden zongen ook bij
de première), de bas Guus Hoekman en
de declamatrice Willy Brill. Verder werken
mee een uitgebreid kinderkoor en de H.O.V.
De prachtige Munsterkerk van het dorp
Susteren, ten Noorden van Sittard (één
van de merkwaardigste romaanse gebou
wen van ons land!) staat daar nog als een
historische getuige voor de 'half legenda
rische figuur van Koning Swentibold. Deze
sneuvelde op de dag (1 Augustus 900)
waarop de door hem herbouwde tempel
(een vroegere kerk was in 882 door de
Noormannen verwoest) plechtig ingewijd
werd, hij ligt er ook begraven. Op deze
positieve gegevens: de inwijding van de
Munsterkerk, het sneuvelen van Swenti
bold en zijn begrafenis aldaar, is de tekst
van het oratorium gebouwd.
Ogenschijnlijk is deze aanleiding gering,
maar te zamen met een handeling van bij
komstige figuren, die ook historisch na
wijsbaar- zijn, bood zij een geschikte stof
voor een dramatisch oratorium.
Swentibold was de eerste en laatste
koning van Neder-Lotharingen, een rijk
dat met zijn dood, op het slagveld bij
Susteren, te niet ging. Hij was een vroom
en prachtlievend vorst, een dapper maar
roekeloos krijgsman. Zozeer was hij ver
vuld van het eerwaardige gebouw dat hij
gesticht had en van de plechtigheden dei-
inwijding, dat hij zijn legerkamp verliet
om er bij tegenwoordig te zijn, niettegen
staande de waarschuwingen van zijn
krijgsoversten en van het volk. Zijn vijan
den, gebruik makend van zijn afwezigheid,
welke bovendien de tucht van zijn leger
ondermijnde, waagden een aanval; Swen
tibold in allerijl toegesneld vond zijn
einde in een bloedige strijd.
Het eerste deel van het oratorio heeft
grotendeels een statisch karakter, wat de
componist gelegenheid gaf tot het schrij
ven van uitgebreide koorpassages, die
enerzijds de „vrees voor de oorlog" en
anderzijds „de lof der Kunst" tot uitdruk
king brengen. Doch er is ook het pittoreske
en vredige moment, waar het kinderkoor
de feestvreugde van de kerkwijding ver-
tolkt. Ondertussen voelt men de onrust en.
i de spanning van een onheilspellende
dreiging. Alleen als de „Kunst in dienst
j van de Allerhoogste" bezongen wordt, gaat
alles op in een jubelende apotheose.
Het tweede deel van het werk heeft
daarentegen een sterke dramatische span-
ning, waarin solisten, koor en orkest met
felle dynamiek naar een climax opstuwen.
De beschrijving van de slag, door de abdis
en de drie dochtertjes van de koning, af
gewisseld door gebedsformules van het
volk, is van een Bijbels karakter. Verder
I groeit de climax wanneer de abdis in een
I visioen de val van Swentibold ziet en dit
i op suggestieve wijze meedeelt. Deze partij
is een spreekrol, toegepast op de wijze
I waarmee Honegger zoveel indruk heeft
weten te wekken in zijn „Jeanne au
Bücher".
j Een treffend effect hebben dichter en
componist van „Swentibold" daarna weten
te bereiken door de spanning te breken
met het uitschakelen van het kinderkoor
dat zeer dichterlijk doch in alle eenvoud
het visioen samenvat met deze woorden op
een heerlijk simpele melodie:
Heer Swentibold slaapt
met zijn hoofd op zijn zwaard,
Heer Swentibold slaapt als een held.
Als een krijger met bloed in zijn baard
Komt de avond over het veld.
De kinderen van de koning worden uit
gezonden naar 't slagveld om 't lijk van hun
vader te zoeken en het op hun tere schou
ders naar het Munster te dragen. Een zin-
De verhoging van het
electriciteitstarief te Haarlem
Toelichting van het voorstel
van B. en W.
Thans is het door ons reeds aangekon
digde voorstel van B. en W. tot verhoging
van het electriciteitstarief verschenen.
I In de toelichting schrijven B. en W. dat
een gedeelte van de verhoogde kolenprijzen
wordt opgevangen door de kolenclausule in
de contracten met grote verbruikers. Voor
het gas en de electriciteit moet evenwel
nog respectievelijk 57.155 en 105.964
gedekt worden, tezamen dus 163.119.
Bovendien moet nog 75.000 gedekt worden
omdat ook aan het personeel van het
Energiebedrijf 5 loonsverhoging gegeven
moet worden.
Een verhoging van het electriciteitstarief
met iy2 cent per KWU (voor nachtstroom
cent per KWU) zal vermoedelijk een
hogere ontvangst opleveren van 238.119.
B. en W. willen de verhoging laten ingaan
met de eerste meteropneming na 18 Januari.
Zie de spotkoopjes
in onze BALANSOPRUIMING
Karpetten, Dekens, Lopers, Gordijnen enz,
Potgieterstraat 17, Haarlem-O. - Tel. 12835
(Adv.)
Burgerlijke stand
HAARLEM, 13 Januari 1950
BEVALEN van een zoon: 11 Jan.. J. M.
Bouma—Gasman; 12 Jan., H. A. SmitSieber;
T. W. VennikerGigengack; 13 Jan., G. de
Gans—van Os; A A. Brinlchus—Bijl; S. J.
GuikingMeison.
BEVALLEN van een dochter: 12 Jan.. C.
H. TurnhoutBerkhout; C. M. J. Goededé
Jongh; 13 Jan., G. J. VernoutKeetlaar.
OVERLEDEN: 11 Jan. J. HoekstraBroek-
uuijsen, 75 j., Oosterhoutlaan,
rijke epiloog, die geïnspireerd schijnt op
een Middeleeuwse dodendans, besluit deze
sterke en vaak zeer dichterlijke oratorium
tekst.
De muziek van Strategier heeft de uit
muntende kwaliteit de moderne middelen
van samenklank ongeforceerd te gebruiken.
De componist is in zijn diepste wezen een
gevoelig lyricus en hij schaamt zich niet
daar eerlijk voor uit te komen. Dat hij
bovendien in de tweede helft van het werk
zich met zijn temperament ook dramatisch
heeft kunnen laten gelden is voor velen
een blijde verrassing geweest. Ten slotte
mag er met nadruk op gewezen worden
dat het orchestraal palet van Strategier
van een bijzondere, klare schoonheid is.
JOS. DE KLERK.
Nachtdienst apotheken
HAARLEM: Firma Duym en Keur. Keizer
straat 6, telefoon 10378. Apotheek Begemann
en Sneltjes, Kruisweg 30, telefoon 10043.
Marnix-apotheek, Marnixstraat 65, tel. 23525.
HEEMSTEDE: Apotheek Schotsman, Bin
nenweg 206—208, telefoon 28320.
BLOEMENDAAL: Bloemendaalse Apo
theek, Bloemendaalseweg 85, Bloemendaal.
De Haarlemse Waterleiding
Het is niet nodig rivierwater
naar de duinen te transpor
teren.
B. en W. van Haarlem hebben een schrif
telijk antwoord gegeven op de vragen van
het raadslid de heer H. W. van der Giesen
over de capaciteit der Haarlemse water-
winplaats.
Herinnerd wordt aan de plannen van de
gemeenten Amsterdam, Den Haag en Lei
den en het Provinciaal Waterleidingbedrijf
In Noordholland, om water uit de rivieren
naar de winplaatsen te transporteren om
de waterhoeveelheid aan te vullen.
B. en W. wijzen er op, dat Haarlem in de
gelukkige omstandigheid verkeert, dat de
waterwinplaats in de Bloemendaalse duinen
betrekkelijk groot is. Bovendien is het
waterverbruik in Haarlem niet groot, ten
gevolge van het gebruiken van watermeters
in de percelen der afnemers.
Rekening houdende met de vergroting
van het aantal inwoners, is aan te nemen,
dat de watervoorziening voor de komende
60 jaar voldoende zal zijn, ook al gaat het
waterverbruik van 50 tot 100 liter per hoofd
vooruit. Bovendien kunnen de middelen om
diepwater aan de duinen te onttrekken
vermeerderd worden. De plannen daarvoor
liggen gereèd.
Er bestaat dus voor Haarlem zo beslui
ten B. en W. geen reden om ook rivier-
Water naar de duinen te transporteren.
Vrijdagmiddag bracht Koningin Juliana een bezoek aan de tentoonstelling: Honderd
jaar Noorse schilderkunstwelke in het gemeentemuseum in Den Haag gehouden
wordt. Aan de ingang van het museum werd de Koningin, die vergezeld was door
jonkvrouwe E. E. B. Roëll en mr. G. C. D. baron van Hardenbroek, ontvangen door de
Noorse gezant, de heer Jens Bull en burgemeester mr. F. M. A. Schokking. De
Koningin werd rondgeleid door de Noorse gezant, v
tf Victoria und ihr Husar"
Operette-vertoning van
uitstekend gehalte
Met het schrijven van de muziek voor de
opei'ette „Victoria und ihr Husar" heeft de
componist Paul Abraham bewezen een
man met een artistiek geweten te zijn. Hij
stelde zich niet tevreden, zoals tal van
operette-kunstbedervepde veelschrijvers,
met onbenullige melodietjes. Hij zocht naar
muziek, die op peil stond en die daardoor
een harmonische eenheid met het toneelge-
beuren zou vormen. En dank zij dit streven
werd „Victoria und ihr Husar" een operette
die met ere genoemd' kan worden naast
andere goede operettes. Met de humor, die
af en toe een kluchtig accent verkrijgt,
gaat de ernst hand in hand. Ernst, die zich
uit in opera-achtige dramatiek, maar soms
ook in een te veel toegeven aan gevoelig
heidsexpressie. Dit laatste kenmerk heeft
echter niet belet dat deze operette meer
inhoudbetekenis heeft verkregen dan men
gewoon is bij een toneelwerk van dit
genre aan te treffen. Als consequentie
hiervan kan een opvoering van de ope
rette meer voldoening schenken en een
meer blijvende indruk maken.
De Hoofdstad-Operette, die „Victoria und
ihr Husar" gisteravond in de Stadsschouw
burg ten tonele voerde (in de oorspronke
lijke taal), heeft deze voldoening in alle op
zichten kunnen geven. In Tini Alma had
de regisseur Otto Hurich een uitstekende
dramatische kracht gevonden voor de uit
beelding van Gravin Victoria. Haar be
wogen en klankschone zang verleende aan
haar spel een bijzondere glans. Herman
Valsner bleef als de „Husar" Koltay op een
gelijk dramatisch niveau als Tini Alma en
dientengevolge kwam er een voortreffelijke
eenheid van actie tussen deze twee hoofd
figuren tot stand. De typering van de derde
hoofdfiguur, de gezant Cunlight. was in
handen gelegd van Paul Harden, wiens
spel een diepte toonde, die verrassend ge
noemd kon worden.
Voor de vrolijkheid zorgde op deze avond
in de eerste plaats Fritz Steiner als Janczi.
Hij wist zijn aanleg voor het kluchtige
spel kostelijk uit te buiten zonder tot ex
cessen té vervallen. Maar Ruth Rhoden
mocht er ook zijn als de pittige, vlotte
Lïa San. Helen Rajewska deed niet voor
haar onder in de rol van Riquette, leuk
en met een nauwkeurig afgewogen dosis
van smachtend verlangen gespeeld. Otto
Aurich was Graaf Ferry, bescheiden en
met passende reserve. Verder werd een
aantal kleinere rollen met zorg vertolkt.
Deze zorg, die kenmerkend was voor de
gehele opvoering, trad ook aan de dag ten
aanzien van de costumes, die een weelde
van gratie en kleuren voor het oog vorm
den en eveneens in de keuze van de décors,
welke bijzonder sfeerscheppend waren. -
Speciale vermelding verdienen de ballet-
dansen en de solo-dansen door Elisabeth
Hermann en Walter Frank, die van een
rijke bewegingsfantasie en \Tan een voor
treffelijke lichaamsbeheersing getuigden.
Belangrijk voor de opvoering werd bo
vendien de begeleiding door het orkest, dat
GARAGE VAN VDK - OVERVEEN
Betaling in guldens
onder de kunstzinnige directie van Julius
Susan de muziek met haar volle betekenis
voor het spel vertolkte.
Vanavond, Zondagmiddag en Zondag
avond wordt de opvoering, die wij om haar
uitstekend gehalte zeer kunnen aanbevelen,
herhaald. P. ZWAANSWIJK.
De Haarlemse broodoorlog
Volgens de „Unie'- zijn er
reeds ontslagen gevallen
De Haarlemse „Unie" van samenwer
kende werknemersorganisaties in het bak
kersbedrijf heeft een communiqué uitge
geven, waarin onder meer wordt gezegd,
dat de „Unie" met bezorgdheid de gang van
zaken gade slaat, daar zij kan constateren,
dat reeds tal van arbeiders de dupe zijn
geworden van de strijd tussen de bakkers.
Reeds is aan verscheidene werknemers
vaak mensen met 25, 30 en in een enkel
geval zelfs met veertig dienstjaren - ont
slag aangezegd. Volgens de „Unie" is dit
een gevolg van een debietverschuiving
naar een bepaald bedrijf, dat echter zelf
geen nieuwe employés aanneemt.
De „Unie" heeft de politie-autoriteiten
verzocht meer toe te zien op de verkoop
langs de weg na sluitingstijd.
Het zou namelijk veelvuldig, vooral op
Zaterdag voorkomen, dat het brood door de
bezorgers nog zeer laat langs de weg wordt
verkocht.
Voorts hebben de gezellenorg'anisaties
bij de betrokken firma geprotesteerd tegen
het niet geheel doorvoeren van de 5%
loonsverhoging voor de bezorgers.
De gezellen verwachten zo besluit het
communiqué dat deze broodoorlog niet
langer op hun ruggen zal worden uitge
vochten en dat de overheid zal ingrijpen
om aan deze ongewenste toestand een einde
te maken.
Wij vernamen nog, dat het in het voor
nemen van de „Unie" ligt binnenkort een
openbare vergadering te houden, waarop
de achtergronden en oorzaken van de
broodoorlog zullen worden toegelicht.
voor leken, dat samenstellen van Linoleum-
en Meubelwas, die aan de eisen voldoet.
Lincol maakt van de beste grondstoffen de
mooiste kwaliteit met Amerik. terpentijn.
Enige fabrikan-t H. STAM, Haarlem
(Adv.)
Op de fiets
Wij houden van muziek-die op ons
aan komt stuiven als een goudblond
meisje op een ranke velocipède, dat
zich met zwier een weg baant door het
hortende straatverkeer. Haar rok golft
in de wind en zij telt de zorgen niet.
Maar wij hebben een hekel aan het
Concertgebouw. Om even terug te grij
pen op dat meisje van daareven moet
ons van het hart dat dit gebouw ons
niet voorkomt als een haar passende
fietsenstalling, al doen de pilaren van
het geveltje in de Van Baerlestraat ook
hun uiterste best om op het rek ener
rijwielbewaarplaats te lijken.
Eenmaal daar binnengetreden valt
men van de ene onaangename verras
sing in de andere, hetgeen bij het op
staan voortdurend afstoffen der knie
schijven met zich meebrengt, aangezien
de bepleistering door stucadoors met
zeer weinig liefde voor hun edel vak
verricht schijnt te zijn. De muren
vormen voorts één grote engelenbak,
want men kan nergens heenzien zonder
de misnoegde blik te ontmoeten van
half-ontklede cherubijnen die korzelig
de hen toebedeelde bazuintjes aan de
mond houden zonder ook maar de
kleinste toon te produceren. Dat is ook
niet nodig, want te hunner verstrooiing
komt af en toe één van de orkestleden
op _de gang om met de aan hem be
horende waldhoorn de echo na te boot
sen die de betreffende componist voor
het bereiken van een agrarisch effect
zo gepast voorkwam. Toen wij onlangs
een repetitie bijwoonden, ontwaarden
wij althans deze ambtenaar die zijn
herhalingspassage voor een wandspiegel
beoefende en zich onderwijl vermaakte
met smoelentrekken. Hij schudde daar
na ongegeneerd zijn toeter leeg en zei
betrapt: „Móge heren, wat een flauwe
kul, hè?" Door deze spontane benade
ring van de muziek gesterkt, betraden
wij zonder schroom de concertzaal,
waar vaalblauwe kleden, die over de
roodpluchen stoelen van het parket
lagen te vloeken of het zo maar niets
was, de indruk wekten van een crema
torium waar men de aanstaande be
grafenis van een hooggeplaatste func
tionaris nog eens doornam.
Op het podium zetelden pak weg
honderd heren, gekleed in zorgeloze
truien en fantasie-costuums, die zich
beijverden om de zangeres exotische
noten voor de voeten te strooien. Tot
onze grote verwondering struikelde zij
daar niet over, al verhief zij zich nu
en dan op de tenen om de hoogste
exemplaren te plukken. Hoewel het ge
heel op ons als leek sterk de indruk
wekte dat het orkèst „An die Nacht"
van Diepenbrock bij de ochtend begon,
terwijl de alt nog in de avondstond ver-
keerde, slaagde de dirigent er in om
het tijdsverschil op kundige wijze te
nivelleren.
Wat deze dirigent, die naar de Tsje
chische naam Rafaël Kubelik luistert,
niet met het orkest kon doen, zou men
trouwens onder de nagel van z'n grote
teen kunnen stoppen, zonder daar meer
dan voorbijgaande hinder van te onder
vinden. Hij is naar zijn zeggen afkom
stig xxit een gekkenhuis, waar men vijf
piano's had en dat onder leiding stond
van zijn vader, de violist Jan Kubelik.
Om zijn vader geen concurrentie aan
te doen, werd hij dirigent, vertelde hij,
maar dat het bloed kruipt waar het
ende niet kan gaen, bewees hij door een
moeilijke passage met zijn dirigeer-
stuk op de blote arm voor te violen. Hij
voelde echter er niets voor om tweede
viool bij de vertolking van Russische
fanfares te spelen en spoedde zich der
halve ongemerkt naar Westelijker oor
den. Hetzelfde deed trouwens de heer
Eduard van Beinum, die met mede
neming van zijn tandenborstel en zijn
dirigeerstok wat heeft zo'n man toch
benijdenswaardig lage bedrijfsoixkosten
naar Londen vertrok om het aldaar
gevestigde Philharmonisch orkest van
dik hout enige planken te laten zagen.
De heer Kubelik komt nu in zijn plaats
maar liefst 37 concerten dirigeren.
Cacophonie in F.
Wij hadden ons al laten vertellen dat
niemand Handel zo kan behandelen als
hij. Helaas konden wij ons daar niet
van overtuigen, want hij speelde alleen
maar Haydn en Dvorak, die men
Deworzjak pleegt te noemen. Wij kre
gen al ras door dat de orkestleden bij
een repetitie zich weinig aan de com
ponist gelegen laten liggen, zodra zij hun
gedeelte van de notenbalk hebben door
gezaagd. Zij gaan onmiddellijk over tot
de wanorde van de dag en wisselen op
vergenoegde toon beurskoersen, baker
praatjes en verwachtingen omtrent de
positie van Blauw Wit in de voetbal
competitie uit. Bij tijd en wijle produ
ceren zij dierengeluiden om de solist te
sarren of porren de trombonist in de
lendenen teneinde hem tot inslikken
van het mondstuk te bewegen. Men zal
beseffen dat de minder tijdi'ovende
functies zoals het bespelen Van de
triangel hun gebrek aan aanzien ruim
schoots compenseren door de moge
lijkheid tot heirieschoppen bij de och
tendrepetities. Mogelijk daarom heeft
men dit instrument, dat zo treffend
„Pieng" doet wanneer men er tegen tikt,
bij de paukenslager in beheer gegeven.
Deze triangelist, die hoog boven het
orkest troont, zetelt met devote oog
neerslag tussen zijn potten en pannen
als was hij een koopman op de Perzi
sche markt van Ketelby. Een van zijn
neven-functies is.het op commando van
de componist wakker porren der mu-
ziek-recensenten. Hij brengt dan zijn
batterij in stelling om met enige wel
gemikte salvo's op zijn trommelvliezen,
die der toehoorders te doen scheuren.
Dan denkt Matthijs Vermeulen: nu don
dert het in Keulen. Ter ondersteuning
snei'pt dan het koper: Blaas weg de
kwade genius van L. M. G. Arntzenius.
Want dit is de man die onlangs getracht
heeft, het orkest te Elsevierendelen.
Achteraan zetelden zes sombere man
nen op wagenvoerderskrukjes naast de
grootste violen van het orkest. Naar
men ons mededeelde waren dit contra-
bassisten, al moet hier niet uit worden
afgeleid dat zij een principiële aversie
koesteren tegen zichzelf.
Na de koffiepauze beklom iedereen
weer welgemoed zijn instrument. Als
eerste nummer speelde men toen ge
zamenlijk de Cacophonie in F. lauwe
kul met een verrukkelijke stemvork
solo.
Kubelik heeft intussen het voornemen
kenbaar gemaakt om allerhande novi
teiten over de grenzen van de publieke
smaak te smokkelen. Dit zijn werken
van Tsjechische componisten, die meest
al heel anders heien dan him namen
geschreven worden. Er is ook een heel
oude symphonie van Mica bij, die knis
pert en knaspert van vergetelheid.
Overigens van de goeden niets dan
goeds. Kubelik kenmerkt zich door een
grote soepelheid. Om een donderend
fortissimo aan het orkest te ontlokken,
wringt hij zich eerst in zoveel bochten,
dat hij compleet achter zijn lessenaar
verdwijnt, om vervolgens als bij tover
slag zeker wel driemaal zo lang omhoog
te schieten en met een forse zwaai van
zijn machtige vuist de zegevierende
muziek naar het balcon te dirigeren.
Als het integendeel gracioso moet gaan,
dan vouwt hij bedaard de armen over
elkaar en laat zijn gedachten zwalken
op het getij der melodie. Maar o wee
als er een lastige klip omzeild moet
worden dan schudt hij zijn Tsjechi
sche manen en komt ai zijn kracht en
temperament er aan te pas om het
notendopje in de kcers te houden.
Kubelik is een man naar ons hart. Let
maar eens op als de geestdrift over hem
vaardig wordt en deze Rafael tot ge
vleugelde daden inspireert. Dan sleept
Het Amsterdams Toneelgezelschap
geeft hedenavond de onherroepelijk
laatste voorstelling van het treurspel
„Gysbreght van Aemstel" van Von
del, gevolgd door „De Bruiloft van-
Kloris en Roosje". In het Centraal-
Theater speelt Comedia op 17
Januari voor de vijftigste keer het
blijspel Wat iedere vrouw wel weet"
van de Schotse auteur sir James
Barrie met Mary Dresselhuys in de
hoofdrol. In de Stadsschouwburg
vertoont de Haagse Comedie op
Woensdagavond de klucht „Ik lach
er om" van Noel Coiuard met Cees
Laseur en Ida Wasserman.
Als u, zoals per advertentie wordt
beloofd, een onvergetelijke avond
wilt doorbrengen met een onvind
bare vrouw, dan kunt u terecht in
de bioscoop Capitol, waar de film
„Blinde wegen" van Robert Siodmak
draait. Nieuw is ook „Wat Leni
Rosner beleefde" in City, een Deens
product waaraan de hoofdrolspelers
uit „De rode aarde" hebben meege
werkt. „Betovering" heet het laatste
In de hoofdstad uit
voortbrengsel van Samuel Goldwyn,
dat het witte doek van Tuschinski in
beslag neemt. In Royal kan men gaan
kijken naar een film die letterlijk
vertaald „Kus het bloed van mijn
handen" zou moeten heten, doch in
plaats daarvan „Gebrandmerkt" is
genoemd.
Het Concertgebouw-orkest speelt
Zondagmiddag onder directie van
Rafael Kubelik met medewerking
van de pianist Cor de Groot, die de
Symphonische variaties van César
Franck vertolkt. Het programma ver
meldt verder werken van Mica en
Martinu, om te worden besloten met
de Tannhauser-ouvertxire. Met be
geleiding van de H.O.V. zingt de Ko
ninklijke Christelijke Oratoriumver
eniging ExcelsiorMaandagavond
in de grote zaal Paulusvan Men
delssohn. In de kleine zaal houdt
Kubelik voor de vereniging Concert-
gebouw-vrienden een causerie over
de Tsjechische componist Smetana.
Het Bresserkwartet brengt muziek
van Dvorak ten gehore. Dinsdag
avond speelt Marie Thêrèse Four-
neau in de kleine zaal pianowerken
van Franse meesters.
In het Stedelijk Museum wordt
een tentoonstelling gehouden van
dertig beeldhouwwerken en veertig
aquarellen van Henry Moore.
hij strijkers en blazers mee naar de
hoogste regionen der vervoering, zoals
op bijgaand spelmoment voor eeuwig
staat afgebeeld.
Een noord van Diamand
Op een door het Holland Festival be
legde persconferentie in de Franse zaal
van het Internationaal Cultureel Cen
trum ziet u nu wel dat Amsterdam
een wereldstad begint te worden!
werd door de administrateur Peter
Diamand verklaard: „Inderdaad ont
brak er in 1949 nog veel aan onze orga
nisatie. Wij zullen dezé zomer niet de
zelfde fouten maken als verleden jaar.
Ik kan u maar één ding beloven: wij
zullen deze keer andere, maken
BOEDA
H. O. V. - concert
Harp van Margot Broeders
voerde de boventoon
Het H.O.V.-programma van Vrijdag
avond (zesde concert van seirie C) was
grotendeels beïnvloed door de solistische
medewerking van Margot Broeders, de
eminente harpiste van het Rotterdams
Philharmonisch orkest. We zouden haast
zeggen: het was een harp-avond.
Zo hoorde men de Gewijde en Profane
Dansen, die Debussy op bestelling van de
uitvinder der chi'omatische harp voor dit
instrument schreef, met begeleiding van
strijkorkest. Vermits deze nieuwere harp
(zij ontstond omstreeks 1897) voor elke
toon een snaar bezit, evenals de piano, heft
zij vele moeilijkheden en zelfs onmogelijk
heden van de gebruikelijke diatonische
harp op, want bij deze zijn de chromati
sche tonen slechts door het aantrekken
van de snaren (door middel van pedalen)
mogelijk. Maar de diatonische harp bezit
ook weer mogelijkheden die de chroma
tische harp mist. Bovendien is door de vir-
tuosen de techniek van het pedaal-gebruik
zodanig ontwikkeld, dat tenzij de com
ponisten opzettelijke onmogelijkheden te
pas brengen de oudei'e hai'p haar taak
nog steeds aan kan en zelfs in het voordeel
blijft door haar rijkere sonoriteit.
De virtuoze vertolking door Margot
Broeders van het fraaie werk kon gelden
als een prachtig bewijs, dat de pedaal-
harp althans in dit stuk van Debussy
van haar concurrente niets te duchten
heeft. Als men het stuk zó hoort ook
de orchestrate omlijsting was zeer ver
zorgd komt men tot het besef, dat het
Debussy meer te doen was mooie muziek
te schrijven, dan zijn opdrachtgever een
reclame-object te bezorgen.
Verder kreeg men te horen het Concert
voor harp en strijkorkest van Henri Zag-
wijn. waarin het solo-instrument ook zeer
gunstig aangewend is. De hoek-delen van
het werk zijn vooral fris en typerend voor
de vitaliteit van de componist, die het in
zijn zeventigste jaar schreef. Het grote
succes dat Margot Broeders met deze com
positie verwierf, noopte haar tot het spelen
van een concert-étude van Tournier als
toegift, een muzikaal en voor het gehoor
dankbaar stuk, waarmee de harpiste haar
virtuose techniek met rijke klankver
scheidenheid nog eens extra kon demon
streren.
En toen zette zij zich met haar instru
ment naast haar collega van de H.O.V. om
mee te helpen aan de vertolking van het
laatste px-ogramma-nummer: de Variaties
voor orkest van Alex Voormolen op het
thema van „De drie ruitertjes". Dit werk
heeft een veelbelovende inleiding; het doet
echter in de thema-expositie en in de eer
ste variatie tamelijk geforceerd aan. Er
komt pas later klaarte en doelbewustheid
in de compositie, die, over het geheel ge
nomen, ondanks overdadigheid, zeer goed
te noemen is. De variatie in funèbre-stem-
ming is bijzonder mooi, ook van orchestra
te kleur. Treffend van atmosfeer is ook
een latere klagende variatie. Deze, waarin
hij de celesta met de gedempte strijkers
aanwendt, mag mede een orchestrate
vondst heten. De uitvoering, onder Toon
Verhey, was zeer te prijzen; alleen domi
neerden de trompetten ditmaal teveel in
de grote „tutti". Ze waren bovendien niet
zuiver.
Met* de précieuse „Pavane pour une in
fante défunte" had Verhey de avond ge
opend. Behoudens de te laag intonerende
klarinet, was het een goede vertolking en
tevens een zeer geschikte inleiding tot de
sfeer waarin de harp de boventoon zou
voeren.
JOS. DE KLERK.
Prinses Wilhelmina steunt bouw
van kerk in Haarlem-Noord
Prinses Wilhelmina heeft aan het bouw
fonds, dat zich belast heeft gelden te
verzamelen voor de bouw van een Neder
lands Hervormde Kerk in Haarlem-Noord
ten noorden van de Jan Gijzenbrug, een
brief geschreven, waarin zij meedeelt voor
het streven veel waardering te hebben en
bij wijze van uitzondering het bouwfonds
met een gift te willen steunen. Het bestuur
van het bouwfonds schrijft naar aanleiding
hiervan, dat het deze daad op hoge prijs
stelt. Geheel Nederland ziet de bouw van
een kerk in Haarlem-Noord als een drin
gende noodzakelijkheid.
Diefstal met braak opgehelderd
Velsense politie vond deel
van de buit in de duinen
Vrijdagochtend heeft de Velsense politie
twee Velsenaren gearresteerd die verdacht
worden van een inbraak in een bakkerij,
waar zij 7000 en enige waardevolle pa-
pieren en voorwerpen uit de brandkast
zouden hebben ontvreemd. De beide man
nen hebben bekend.
Een groot gedeelte van de buit kon
worden achterhaald doch ongeveer 1000
bleek te zijn opgemaakt. Bij een der ver
dachten thuis was een deel van de buit
verstopt en een ander gedeelte werd in de
duinen teruggevonden. De verdachten, die
enigszins onder de invloed van sterke
drank verkeerden toen zij de inbraak pleeg
den hadden bij het forceren van de brand
kast en voor de toegang tot het huis, vol
gens de politie „veel geluk" gehad. Zij zul
len aan de justitie worden ovei'gegèven.
„De Schelde" zal vier
duikbootjagers bouwen
De N.V. Koninklijke Maatschappij „De
Schelde" heeft van het departement van
Marine opdracht ontvangen voor de bouw
van twee onderzeeboot jagers. Reeds vorig
jaar werd eenzelfde opdracht ontvangen.
Thans zal op zeer korte termijn met de
bouw van de vier schepen worden be
gonnen. De bestelling betreft in totaal een
serie van twaalf schepen en is over vier
werven in ons land verdeeld. De schepen
worden met de modernste anti-duikboot*
wapens uitgerust.