MORRIS
Dwars door West-Europa zochten
driehonderd auto's een lange weg
RAI-STAND No. 69
nieuwe Skoda
van
Y oen:
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant
3
TULPENRALLYE
(Van onze verslaggever)
De Tulpenrallye die vorige jaar nog een genoeglijk wandelritje was, is ditmaal tot
een forse rallye uitgegroeid en die meerderjarigheid is vooral te danken aan de
twee speciale trajecten, die in de route waren opgenomen, te weten die van de
vijftien bergen en die van de duizend bochten. Deze trajecten elimineerden meedogen
loos de onbckwamen, maar vormden nochtans een eerlijke test voor degenen die
wilden laten zien wat zij op de weg presteren.
De driehonderd équipes, die Zondag uit
allerlei West-Europese steden waren ge
start voor de 3000 kilometerlange sterrit
der tulpen, hadden weinig vermoeden dat
zij tijdens dit lentefestïjn in de sneeuw
verzeild zouden raken. De organisatoren
hielden hier wel rekening mee, want in
de afgelopen week waren sneeuwploegen
voortdurend in de weer geweest om de
passen te ruimen. Toen wij gisterochtend
echter de hellingen van de Ballon d'Alsace
boven Belfort opreden, ontmoetten wij al
op 600 meter hoogte de eerste sneeuw, die
een fikse bui 's nachts over de toppen had
gelegd^
De eersten komen
Om half elf startte Dinsdagmorgen uit Bel
fort de eerste van de 300 équipes die het
laatste traject van Chalons tot Belfort ge
zamenlijk hadden gereden voor de kracht
proef boven de Vogezenpassen, na zijn
routekaart in Belfort te hebben ontvangen.
Vol spanning wachtten wij met de mensen
van de R.A.C.-West, die de controlepost
bezetten op het ogenblik dat het eerste
oranje rallye-bord op de top van de Ballon
d'Alsace zal verschijnen. Om even over
elven vocht de Jowett-Javelin van Robin
son zich door de dikke kleddersneeuw
naar boven, trolc spattend door de haar
speldbochten, haalde zijn stempeltje en
snorde welgemoed weer verder. Er volg
den nog een paar kleine wagens van het
Britse contingent, dat de laatste startnum
mers had en toen kwam de grote rode
Austin van Crossley naar boven stuiven,
prompt gevolgd door de scherp-ronkende
groene Healy van Ainsworth, die met grote
onpartijdigheid natte sneeuw over het kleu
mende groepje op de bergpas sproeide.
Toen kondigde een machtig uitlaatgedaver
de aankomst aan van de witte Jaguar
sportwagen van Ian Appleyard, die deze
snelste seriewagen ter wereld met een ver
beten gezicht door de bochten zwiepte en
op de eerste 26 kilometer al veertien plaat
sen was opgeschoven. Op hem volgde de
lange serie rijders in allerlei soorten auto
mobielen. die ieder op hun manier pro
beerden de strijd tegen de klok over de
besneeuwde passen te winnen.
De rug in de lente
Hoe dat ging hoorden wij des middags
in Gerard Mer, waar het einde van dit
150 kilometerlange traject lag. Daar kwa
men de rijders binnen stuiven tussen guir
landes van narcissen en hagen van jui
chende mensen, zelf vaak even vuil als
hun bemodderde en bespatte wagens, ver
moeid na bijna 48 uur onverpoosd draaien,
maar haast allemaal even enthousiast. Zo
wel de rijders, die zich door de sneeuw
over de passen hadden geworsteld met
een dikke 50 kilometer per uur, als de
équipe-genoten, wier haren nog rechtop
stonden van de sensaties van deze glo
rieuze „scheurpartij", kwamen woorden
tekort om de sportieve opgave en de per
fecte organisatie van de RAC-West te
loven. De Hollanders die wij zagen, waar
onder de Hotchkiss van H. de Jong en de
Delahaye van J. Vandervoordt. hadden het
er goed afgebracht. Natuurlijk had het tra
ject wel zijn tol geëist onder.de broeders
die beter thuis hadden kunnen blijven, al
waren er bestraften die men graag een
schone lei had gegund, zoals de moedige
achttienjarige Miss Buckle, die haar zware
Jaguar manmoedig over de passen had ge
bracht, maar net een paar minuten tekort
kwam.
Hoe graag wij nog wat gebleven waren
op het gezellige pleintje waar besnorde
Engelsen in de vreemdsoortigste pakken
tussen hun warmruikende wagens dren
telden, de bevolking iedere open uitlaat
met geestdrift begroette en sterke verha
len van de internationale rijdersbent niet
van de lucht waren, wij moesten verder,
met de rijders mee over Nancy en Metz
naar Luxemburg, waar in het donker de
route der duizend bochten in de Ardennen
begon. Zij startten in een miezerige regen
en hun koplampen zochten met brede bo
gen de weg door de donkere bossen over
de heuvels van de Ardennen. De eerstaan-
komenden in Luik. wéderom de snelle
Engelse sportwagenrijders, vertelden ons
dat het nogal meeviel en zij startten wel
gemoed voor het laatste traject over Ne
derlands grondgebied. In Luik hoorden wij
nog dat de Nederlandse équipe van de
Amsterdammer Hans de Rijck nog vóór
Belfort een botsing heeft gehad. Zijn
vrouw, die ook deel uitmaakte van de
équipe, werd aan het hoofd gewond. Na
verbonden te zijn is zij met de andere
deelnemers verder gereden.
Toch moeilijkheden?
Naarmate er meer rijders in Luik arri
veerden en er waren er bij die heel wat
strafpunten hadden, steeg het aantal ver
halen over de zwaarte van de rit. Een offi
cial uit Gérardmer vertelde dat niet min
der dan acht en zestig équipes op het appèl
ontbraken. Verder vermoedde hij dat een
Nederlandse Lago Record (die van dr.
Valken uit Haarlem?) kapot zou zijn. De
HH.G. var de gebroeders Epps zou ergens
in Frankrijk bi: Lyor. gestopt zijn en bij
Clermont Ferrand ging eer. Franse Peugeot
over de kop. Op de route var. de „vijftien
bergen" slipte een Britse M. G en de Ford
van De Jong raakte na een slip een brug-
rand en ging ook over de kop. De inzitten
den kwamen er met fikse blauwe plekken
af. Even voor Gérardmer reed een Franse
Citroen tegen een boom.
Mevrouw Van Strien uit Haarlem had in
Luik de pech. dat toen zij had gestopt
achter twee stilstaande auto's haar wagen
door een achterop komende auto werd aan
gereden. Zij zette de tocht echter voort. Van
persoonlijke ongelukken is nog niets be
kend.
Vlak voor Roermond kwam tenslotte de
Austin van Van der Wansem in botsing
met een autobus, waarvan de bestuurder
geen voorrang verleende. Dit ongeluk zette
enigszins een domper op de feestelijke ont
vangst aan de grens, waar Noordwijkse
badlieden de wagens met bloemenslingers
versierden.
Naar aanleiding van de verhalen over
de gemaakte „brokken" waren er enige
Nederlanders, die betoogden dat de twee
speciale routes te zwaar of te unfair zou
den zijn geweest. Dat is absoluut onjuist.
De oorzaak van eventuele moeilijkheden
moet goeddeels worden gezocht bij de on
ervarenheid en in de onvoldoende vooi'be-
reiding van sommige deelnemers.
Dat de route goed te rijden is bewees
Van der Lof, die met zijn kleine Fiat in
de bergen zes en in de bochten twee minu
ten overhield. Ook enkele commentaren
van buitenlandse ervaren deelnemers
spreken boekdelen over de prachtige orga^
nisatie van de RAC-West.
Voor de eerste kennismaking met Ne
derland hadden de buitenlandse rijders
niets dan lof en met onze landgenoten zelf,
die zich weer in eigen omgeving wisten,
was het al niet anders. De eerste controle
geschiedde te Eindhoven in het Philips-
ontspanningsgebouw. De deelnemers wer
den daar door een tiental gidsen opge
wacht, die hun vriendelijk uitnodigden om
binnen wat te gebruiken. Men kon er zich
wassen en scheren en eten en drinkei
zoveel men wilde, alles aangeboden door
de N.V. Philips.
Het traject Luik-Eindhoven, een kleine
250 km., had de rijders niet die moeilijk
heden gebracht als ze in het bergachtige
gebied hadden doorstaan. In Luik ver
schenen 56 deelnemers niet meer aan de
controlepost. Pech en oververmoeidheid
waren daarvan de redenen. De rijders die
Luik hadden verlaten kwamen ook in Eind
hoven aan. Vannacht 12 minuten voor drie
kwam daar de eerste équipe binnen. Het
bestond uit de Engelsen H. Corsley en K.
Beaumont met Austin. Van dat ogenblik
is de controlepost doorlopend aan het werk
gebleven. De eerste Nederlanders die zich
meldden waren de heren H. de Jong en
vader en zoon E. J. en M. C. Brummelhof
uit Amsterdam, die met hun Hotchkiss
tien minuten over drie hun stempel kwa
men halen. Zij reden nog steeds zonder
strafpunten.
Hedenmorgen om 9.24 uur kwamen de
eerste rijders in Groningen aan. Het wa
ren de Engelse teams Ph. G. Walton en
J. W. Kirkley met Vauxhall en W. H. Ro
binson, T. Ward en L. E. Holl met Jowett,
die ruimschoots op tijd de laatste controle
passeerden.
De „kop" op de Velserpont
Dank zij een perfecte organisatie bij de
Velser ponten, waardoor geen kostbare
IMPERIAL SIX
GARAGE BRINKMANN
Smedostraat 22 - Tel. 11025 Haarlem
(Adv.)
seconde verloren ging. konden de aller
eerste rijders in een oogwenk worden over
gezet: het team Odell-Smit op Triumph
(no. 10) rolde als eerste om tien over
twaalf de klaarliggende pont op; vol lof
over de organisatie die volgens de équipe
„meer dan bijzonder best" was. De zwarte
Triumph werd op de bumper gevolgd door
de Jowett Javelin van het trio Robinson-
Ward-Holl (no. 4), waar de Vauxhall van
WaltonKirkley (no. 3) vlak achter zat.
„Deze rallye is op sommige punten
zwaarder dan die van Monte Carlo", zei de
heer Walton ons, „en wat het 15jbergen-
traject betreft, kan zij zich zelfs vergelijken
met de Alpenrit".
Tegen half een kwamen de eerste rijders
in de gemeente Haarlem aan. De auto's
reden over de Delftlaan, Kleverparkweg,
Verspronckweg, Kinderhuissingel. Leidse-
vaart in de richting Noordwijk. Tot in de
namiddag worden de auto's in Haarlem
verwacht.
Eerste deelnemers aan de finish
Op het voorplein van Hötel Huis ter
Duin in Noordwijk, dat versierd was met
de vlaggen van de deelnemende naties aan
de Tulpenrallye, arriveerde vanmiddag om
10 minuten over één als eerste deelnemer
aan de finish Ph. G. Walton, merk Vaux
hall, 5 minuten later kwam de bemodderde
Healey van Ainsworth. De toeschouwers
worden van de nadering der deelnemers op
de hoogte gehouden, doordat via een mobi-
lophoon-systeem voortdurend contact tus
sen de officials en de plaatsen aan de route
wordt onderhouden.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft een
restaurantbedrijf in de Leïdsestraat te Am
sterdam veroordeeld lot f 5000 boete wegens
overtreding van prijzenbeschikkingen in
1943.
REPARATIE MATRASSEN
's morgens gehaald, "s avonds gebracht
H. DE GRAAFF
GROTE HOUTSTRAAT 103
HAARLEM TEL. 11485
(Adv.)
De Koningin ontving
Belgische oorlogsinvaliden
Tachtig Belgische oorlogsinvaliden, die
een bezoek van twee dagen aan ons land
brengen, zijn Dinsdagmiddag door Ko
ningin Juliana ontvangen op paleis Soest -
dijk. Bij het afscheid boden de Belgen de
Koningin een Delfts blauw porceleinen
bordje aan.
Omstreeks zeven uur arriveerden de
auto's, die het gezelschap vervoerden, op
de Dam in de hoofdstad. De 81-jarige lui
tenant-generaal Kempeneer legde een
krans bij het nationaal monument.
Het gezelschap gebruikte na de krans-
legging de maaltijd in het Bosbaan-restau
rant als gast van de gemeente Amsterdam.
Drie arbeiders gewond
bij ontploffing
In een in aanbouw zijnd kantoorgebouw
van een distilleerderij te Delft heeft zich
een ontploffing voorgedaan. Enige werk
lieden waren rubbervloeren aan het leg
gen. Vermoedelijk door het roken van een
sigaret zijn acetondampen tot ontploffing
gekomen. Drie werklieden kregen brand
wonden. Een hunner S. van N. uit Bever
wijk ;moest in het gasthuis te Delft worden
opgenomen.
De ontstane brand kon door de brand
weer snel worden bedwongen.
Faillissementen
De rechtbank te Haarlem heeft in staat
van faillissement verklaard:
de vennootschap onder de firma S. Jaa-
pies, gevestigd en kantoorhoudende te Zaan
dijk, en de vennoten: a. mevrouw Sara
JaapiesBoockmann, b. Simon Jaapies en
c. Johan Jaapies, allen wonende te Zaandijk,
Oud Heynstraat 2. Rechter-commissaris: mr.
C. G. Bijleveld. Curatriee: mevrouw mr. H.
S. J. M. Felhoen KraalOtto, advocate en
procureur te Wormerveer.
Wegens het verbindend worden der enige
uitdelingslijst is geëindigd het faillissement
van: H. C. de Bok. destijds wonende te Haar
lem, handeldrijvende onder de firma C. P.
van Gessel.
Gehomologeerd werd het accoord, aange
boden in het faillissement van: Petrus
Schuyt, carrosserie- en wagenbouwer, wo
nende te Haarlem. Bisschop Ottostraat 17.
Rechter-commissaris: mr. J. P. Petersen.
Curator: mr. L. J. Venhuizen, advocaat en
procureur te Haarlem.
Surséance van betaling
Bij beschikking door de Haarlemse recht
bank is met ingang van 31 Januari 1950, voor
de tijd van 1 jaar en 6 maanden definitief
surséance van betaling verleend aan:
Gerardus Antonius Albertus Piek. wonen
de te Haarlem en Theodorus Gerardus
Spanjaart, wonende te Haarlem, handelende
onder de handelsvennootschap onder de
firma Piek en Spanjaart, gevestigd en kan
toorhoudende te Haarlem, met benoeming
van mi\ J. Verlooy, advocaat en procureur
te Haarlem, tot bewindvoerder.
Met het troepenschip „General Muir".
dat omstreeks 24 April te Rotterdam wordt
verwacht, repatriëren 16 en 18 R.V.A., 18 en
32 A.A.T. en 6de Hupva.
Een der hoofdfiguren van de Haarlemse school
Morgen, de twintigste April hoopt de
Haarlemse schilder Kees Verwey zijn 50ste
verjaardag te vieren. Het is voor een col
lega die de ontwikkeling van Verwey ja
renlang heeft kunnen volgen en wiens op
leiding hier en daar aanrakingspunten met
de zijne opleverde, een prettige taak bij
deze gelegenheid iets over het werk en de
betekenis van deze echte schilder te mogen
schrijven.
Zijn opleiding begon omstreeks 1918 op
de Haarlemse Kunstnijverheidsschool,
maar als sterke persoonlijkheid voelde hij
zich daar weinig thuis. Hij bleef cr slechts
enige maanden. Veel later, omstreeks 1925,
op de Rijksacademie te Amsterdam hield
hij het, ondanks grote waardering voor de
mens en kunstenaar Jurres evenmin lang
uit.
Ongeveer tegelijkertijd met zijn verblijf
aan de school in Haarlem begon het con
tact met de schilder H. F. Boot, die enige
tijd daarna zijn werkelijke leraar zou wor
den.
Op het atelier van Verwey zag ik kort
geleden een gewassen tekening, een por
tret van zijn moeder, uit die tijd. Een teke
ning van sterk lyrisch-romantisch karak
ter. Het was Boot die deze lyrische aanleg
in strenge tonen van bouw en van passi
viteit tegenover de natuur zou leiden. Het
was eveneens Boot die Verwey aantoonde
dat het belang van het stilleven-schilderen
niet daar ophoudt met een zo volledig mo
gelijke afbeelding van de voorwerpen, maar
daar waar men aan de door die voorwer
pen bepaalbare ruimte uitdrukking geeft.
Zo ontstaat bij Verwey door een sterk ge
voel voor bouw, voor tonaliteit en voor de
relatie der dingen met hun omgeving een
bij uitstek picturale en tevens dichterlijke
kunst. Ondanks een zekere eenheid van
programma bestaat er een sterk onder
scheid tussen het oeuvre van Verwey en
dat van zijn leraar Boot, een onderscheid
dat in de eerste plaats bestaat in het feit
dat Verwey tot een jongere generatie be
hoort.
Hoe rustig Verwey ook zijn eigen gang
gaat, toch is de aanraking met een nieuwe
re tijd aan zijn werk te voelen. Maar dan is
er ook een groot verschil van tempera
ment. Verwey's werk is bewogener, sterker
van kleur en uitbundiger van licht. Toch
gaat deze ontwikkeling naar krachtiger
kleur gepaard met een steeds strakker ge
voel voor bovengenoemde kwaliteiten van
bouw en ruimtewerking. Op zijn atelier
staat een zeer groot stilleven waaraan hij
al enige jaren werkt en wat we zouden
kunnen beschouwen als de conclusie van
een half leven. Dit is voor mijn gevoel al
enige keren een prachtig schilderij ge
weest. Toch gaat Verwey zoekend met zijn
ijzeren zelfdiscipline door aan dit werk tot
bouw en lichtvoering volkomen verant
woord zijn. Op een tentoonstelling die nog
dit jaar bij Huinck en Scherjon te Am
sterdam zal worden gehouden, zullen wij
vermoedelijk dit werk in al zijn overwo-
genheid kunnen zien. Het ligt eveneens in
de bedoeling dat er in December van dit
jaar een overzichtstentoonstelling van zijn
werk in het Frans Halsmuseum zal komen.
Over de speciale begaafdheid van Ver
wey als aquarellist schreef ik in dit blad
reeds naar aanleiding van een tentoon
stelling van bloemstukken bij Buffa in
Amsterdam. Nu zag ik weer heel mooie
aquarellen uit Zwitserland. Verder por
tretten, zowel in aquarel als in olieverf. In
dringend als portret en steeds met bij
uitstek schilderachtige middelen uitge
werkt.
In dit verband memoreer ik het mees
terlijke portret van Lodewijk van Deyssel,
thans in het bezit van het gemeentemuseum
te Schiedam en het portret van Cornelis
Veth in het gemeentemuseum te 's-Gra-
venhage.
In een inleiding die Cornelis Veth schreef
voor een catalogus van een tentoonstelling
De Kennemerduinen, ten Noorden van de Zeeweg, zijn aangekocht en xvorden tot
Nationaal Park gemaakt. Behalve tal van wandelwegen, wordt er ook een groot
duinmeer aangelegd. De gronden, omgeven door de witte zandbaan worden afgegraven.
Alleen de grond in het midden, ook door een witte zandbaan omgeven, blijft. Dit zal
het eiland worden. Links onder het eilandje, in de vorm van een ruit, is het
bestaande meertje. (Luchtopname ANP-foto).
ADVERTENTIE
TE HUUR
voor ervaren rijders
Billijk tarief. Aanvr. Postbus 269, Haarlem.
De gemeente Haarlem heeft deze fraaie
zilveren wisselbeker beschikbaar gesteld
voor de winnaars van de Internationale
Tulpen Rallye. Op de beker is het stadhuis
van Haarlem gegraveerd.
Bewijs van lente
De vriendelijke lezer van deze ru
briek heeft inmiddels waarschijnlijk wel
gemerkt dat wij ons steeds weer aan
getrokken voelen tot het Leidseplein,
speciaal tot het oude gedeelte. Het rijtje
donkere gevels op veilige afstand recht
tegenover het filiaalbureau van politie
betekent, als men het goed beschouwt,
een symbolische voorstelling van het
patroon des levens: van de wieg tot het
kerkhof, met wat brood en spelen daar
tussen. Men vindt daar namelijk vrijwel
naast elkander een melksalon, een han
del in grafzerken, het blinkende eet
huis van Kootje Kulderij en het hoe
kige cabaret-theater, om dan maar te
zwijgen van de fietsenstalling, die men
zich trouwens gemakkelijk weg kan
denken om deze wijsgerige beeldspraak
enigszins te vervolmaken.
Dichter bij de verkeersweg, waar
slechts de stoplichten bij machte zijn de
menselijke voortvarendheid althans en
kele seconden tegen te houden, heeft
koopman Erken uit de Eerste Helmer
straat zijn kraam opgeslagen om in al
lerhande schakeringen het in emmers en
vloeipapier bijeengebrachte bewijs te
leveren, dat het sinister snerpende jaar
getijde om hem heen werkelijk lente
heet. Dat is niet helemaal waar, want
eigenlijk staat hij daar heel gewoon
met zijn beide benen op de grond bloe
men te verkopen. Erg best wil hem dat
tegenwoordig niet gelukken want, zegt
hij somber, de koopkracht van de men
sen gaat met de minuut achteruit. „We
hebbe tijde gehat datteme voor meer
dan honderd daalders op een dag ver
kochten. Vandaag de dag moet je al
blij weze als je na tien uur sappele
een geeltje vangt. De omzet is seker met
75 procent geslonken".
Wij stonden enigszins verbouwereerd
te luisteren naar zoveel hogere reken
kunde, waar wij niet bij konden. Later
gaf hij daar 'n nog kernachtiger staaltje
van, op de manier die men bij het on
derwijs de afronding naar boven noemt:
„Ik ben nou om precies te weze op de
kop af vijf-en-dertïg-en-een-half jaar
innut vak, lawezegge zeven-en-dertig
jaar. Vroeger stong ik met me mandje
voor het Centraal Station of op de brug
van de Keizersgracht bij Libbertie,
maar daar ben ik nieveel wijzer van
geworden". Bij deze laatste woorden
begonnen de ruige stoppels van zijn
baard genoegelijk te krullen, al weten
wij niet waarom. Waarschijnlijk was er
ook een tikje trots door deze glimlach
gemengd, want hij heeft heel wat inkt
moeten vermorsen aan smeekschriften
tot het gemeentebestuur en een kwart
eeuw op de dood van zijn voorganger
gewacht, eer hij deze zaak hier met ver
gunning en al voor elkaar had.
Het resultaat mag dan ook gezien
worden. Om de schoonheid van het
trapsgewijze opgebouwde bloemen-
stalletje van baas Erken in proza te
schilderen heeft uw onderdanige die
naar aan kleurige woorden alleen niet
voldoende. Dit gaat werkelijk alle be
schrijvingskunst te boven. Aan één van
de palen om het linnen dak te stutten
is een houten prijslijst bevestigd. Daar
op staat in fraai gekromde letters te
lezen welke schatten van moeder na
tuur tot de negotie behoren, zoals bij
voorbeeld pireeterems, lely's en anne-
monen.
Donder en bliksem
Het leven van zo'n bloeinenkoopman
is niet eenvoudig. Erkens krijgt de kaas
op zijn boterham niet bepaald cadeau.
Driemaal in de week staat hij 's morgens
al om half zes op. Dan gebruikt hij
vlug een kommetje thee en drie be
schuiten om zo gauw mogelijk de bus
te nemen naar Beverwijk. Aalsmeer
of Roelofarendsveen, waar hij zijn aan
kopen doet bij de kwekers of op de vei
lingen. Dat is altijd een kwestie van
centen. Soms gaat hij ook nog naar Hon-
selaarsdijk om er chrysanten te bestel
len. Je moet altijd voor vers goed en
verscheidenheid zorgen, aldus zijn de
vies.
In de loop van de dag komen de
bode-diensten om de gekochte waar af
te leveren. Meestal zal je zien dat juist
als de étalage is opgebouwd, het weer
begint te veranderen. Daar zou je don
der op kunnen zeggen. „Met Pasen
brak er zo'n storm los dat de hele
bliksemse boel omver waaide. Me hoed
lag in de kassa van het theater en de
lathyrus voor pampus op de taxi-stand-
plaats. Onderlaatst kon ik de blomme
met emmers tegelijk weggooie as van
wege de zandverstuivinge. De trem is
ook al zo'n mirakels onding, want die
blaast altijd wolleen vuil voor zich uit.
Zo zijn der honderd narigheden meer.
De ene dag sta je geregeld op de tocht,
de volgende stuive je oge blind en de
derde is het zo warm dat alle tullepe
plat ope kome te legge!"
Ga daar nou maar eens aan staan.
De feestdagen zijn nog het ergste, want
dan hebben de mensen allerlei andere
dingen nodig. „Als je tien guldentjes
verdient", zegt Erken verdrietig, „dan
ken je der vijftien wegsmijte!"
Wij mogen niet zeggen dat wij zijn
beroep bijzonder verleidelijk vinden.
Zelf merkt hij trouwens op. dat hij de
beste jaren voor de handel niet heeft
meegemaakt. Dat was in oorlogstijd,
toen er niets anders te koop was. Nu
kun je weer van alles krijgen en heb
ben de mensen minder geld. „Maar de
here benne over het algemeen makke
lijker om te kope dan de dames", aldus
Erkens, rond voor zijn practijken uit
komend. „Die neme graag iets moois
mee asseze op visite gane. De vi'ouwe
denken allenig maar an dei-lui porte-
menee".
Tenslotte vroegen wij hem of hij veel
aan buitenlanders levei-de en op welke
wijze hij zich over de moeilijkheden van
de taal heenzette. Het eerste deel be
antwoordde hij ontkennend en wat het
tweede betreft merkte liij op: „Ach
welnee, ik laat bloeme me tolk zijn!"
Eendagskunst
Tot ons leedwezen moeten wij u
mededelen dat het bijna is afgelopen
met de kunst uit het land van Michel
angelo, Dante en Coppi. Als wij ten
minste de tekst mogen geloven van een
affiche vaxx het Stedelijk Museum, dat
het volgende bericht behelst: „Kunst
uit Italië van nu tot 26 April".
Wij weten niet of wij dit moeten
betreuren, maar wel vinden wij het
bijster vreemd, dat men nog op 25 April
een expositie van eendagskunst gaat in
richten. Hoewel natuurlijk de zin voor
actualiteit geprezen moet worden.
BOEDA
Vanavond geeft de toneelgroep Co-\
media de laatste voorstelling van het
blijspel „Uitstekend Mylord" in het
Centraal Theater, dat Donderdag ge
sloten blijft wegens enige verbouwin
gen, die noodzakelijk zijn voor de op
voeringen van „De dood van een han
delsreiziger' die Vrijdag beginnen.
Johan de Meester voerde de regie en
John Gobau, Magda Janssens, Ko van
Dijk en Fons Rademakers vervullen
de hoofdrollen. Het Amsterdams
Toneelgezelschap speelt hetzelfde
stuk Zaterdag en Zondag in de Stads
schouwburg met Louis Saalborn in
de titelrol.
In de Kleine Comedie aan de Amstel
vertoont het gezelschap van Johan
Kaart dagelijks met Tilly Périn-
BouwmeestcrMatthieu van Eysden
en vele anderen het kluchtspel „De
Zondebok". In de Stadsschouwburg
In de hoofdstad uit
wordt Vrijdag nog een herhaling
gegeven van de trilogie „Rouw past
Electra" van Eugene O'Ncil door
de Haagse Comedie met Fie Carel-
sen, Caro van Eyck en Paul Steen
bergen. Op 20 April brengt de Ne
derlandse Opera Toscavan Puc
cini over het voetlicht.
Vrijdagavond speelt in het Concert-
gebouw het Utrechts Stedelijk Or-
chest onder directie van Paul Hup-
perts voor de Kunstkring met mede
werking van de violist Mischa El-
man en het Utrechts Toonkunstkoor.
Het programma vermeldt tverken
van Tsjaikofski, Prokofjef en Boro-
dien.
In de kleine zaal van het Concert
gebouw geeft hedenavond de alt-vio
list Jascha Veissi een recital, waar
op hij de Europese première zal
geven van het Concerto van de Ame
rikaanse componist Quincy Porter.
Het eerste van een reeks van zeven
orgelconcerten in de Oude Kerk ter
gelegenheid van het Bachjaar wordt
gegeven op Vrijdagavond 21 April
door Kurt W. Sem uit Bern.
Zaterdag wordt in kunsthandel
Martinet en Michels een expositie
geopend van landschappen uit Zuid-
Frankrijk door Fred Sieger.
De schilder en zijn werk.
in het Van Abbe-museum te Eindhoven
sprak deze van eexx Haarlemse school die
van Jac. van Looy, over Boot en Verwey
naar enige jongeren wijst, die zich hebben
weten vrij te houden van het vervlakkend
internationalisme dat de tentoonstellingen
over heel Europa zo sterk typeert. Gaarne
begx'oeten wij Verwey als een der hoofd
figuren van deze school. Velen zullen zeker
van de gelegenheid gebruik willen maken
om de jubilaris op Donderdag 20 April om
6 uur te complimenteren in de sociëteit
„Teisterbant" aan de Grote Markt te
Haarlem.
L. H. H. SCHUTTE
Beethoven-cyclus der H.O.V.
Publiek gaf voorkeur aan
gevestigde reputaties
De aangekondigde vooi-jaarscyclus van
de H.O.V. waarvoor Toon Vei'hey een
aantal belangwekkende programma's had
opgesteld, die in hun geheel een verrijking
van ons muziekbesef beloofden heeft
dan uiteindelijk toch plaats moeten maken
voor een traditionele Beethoven-cyclus, om
dat deze de vooxkeur geniet van het Pu
bliek, „le souverain maitre de nos
destinées" (de opperheer van onze lots
bestemming), zoals de Franse auteur Jules
Claretie zicii eens filosofisch maar niet
zonder bitterheid uitdrukte. De publieke
belangstelling, hier ter stede zo goed als
overal elders, gaat uit naar gevestigde re
putaties: opera's van Verdi, passiemuziek
van Bach, walsen van Strauss, syrnpho-
nieën van Beethoven; daar kan men nooit
aan bekocht zijn, dat is altijd goed! Na
tuurlijk is het goed en een Beethoven-
cyclus is bovenal een zekere belegging,
ook in artistieke zin. Maar dat weten we
nu allemaal wel; het element der verras
sing speelt er voor de meesten geen rol
meer in. Voelt men dan niets voor de
sensatie der ontdekking van ongekende
schoonheid, zowel in ouder als in nieuwer
werk? Of is men benauwd voor het avon
tuur met zijn onzekerheden? Dit is zeker:
men luistert liefst naar hetgeen men reeds
kent, bij voorkeur naar een Beethoven-
cyclus. Dat een reeks concerten, gewijd
aan Mozart of een Haydn wel eens even
belangwekkend zou kunnen zijn, is een
punt dat niet in aanmerking komt. alleen
reeds omdat de traditie „Beethoven" niet
weg te cijferen valt.
Men concludere uit dit alles niet, dat
ik in verering voor een grootmeester als
Beethoven te kort zou schieten. Dat zou
een absoluut verkeerde gevolgtrekking
zijn. Maar ik heb het land aan tradities
die stilstand betekenen. Muziek beluiste
ren moet mijns inziens een actieve daad
van meeleven en opsporen zijn; dat houdt
de geest wakker en vex-ruimt het besef
van de macht der muzen op ons. En daar
om: leve het avontuur!
Doch ter zake. Dinsdagavond begon dus
de Beethoven-cyclus onder Verhey's lei
ding en het laat zich aanzien dat de con-
certi-eeks een groot succes zal worden. Als
ten minste alle solisten van het gehalte
zullen zijn als de Roemeense pianiste
Clara Haskil, die op deze eerste avond
optrad met het Concert no. 3. dan kan
men op dit punt de verwachting hoog
stellen. Clara Haskil, die op een belang
wekkende carrière kan bogen, musiceert
met een opmerkelijk natuurlijke onge
dwongenheid. 1-Iaar interpretatie is volko
men evenwichtig, alles klinkt intensief
doorleefd maar tevens kerngezond. Boven
dien maakt zij zich één met lxet orkest.
Aldus werd het een vertolking die zowel
de directie van Verhey als het pianospel
van Clara Hiskil sierde en in de eerste
plaats Beethoven alle eer schonk.
De Derde Leonore-ouverture had voor
dien geklonken in een brillant tempo en
met veel dramatische spanning. Ten slotte
ging de Derde Symphonie, de EroVca, in
een opvatting die nu en dan nogal eens
vreemd aandoet, doch die Verhey verant
woord weet uit de tempo-aanduidingen
van Beethoven zelf. Eigenlijk is deze op
vatting een aanslag op gevestigde tradi-
ties. Wij kunnen het er in hoofdzaak mee
eens zijn; alleen niet wanneer de dirigent
in de beide fugato-delen van de Marcia-
funebre het tempo nog gaat versnellen.
Dat kan het fijne conlrapuntische weefsel
niet lijden. Het wreekte zich dan ook in
de practijk. Maar wat een gezond effect
bereikt Verhey met het Poco Andante in
de finale, dal. men steeds gewend was als
een gevoelig Adagio te horen cn hetwelk
nu de stevigheid en de trots van de
Eroïca-gedachte bewaart! Het hoorn-trio
heeft in de symphonie werk gepresteerd
dat een extx'a-compliment verdient.
JOS DE KLERK
Agenda voor Haarlem
WOENSDAG 19 APRIL
Stadsschouwburg: The Nottingham Play
house Company - „The Rivals". 8 uur. Frans
Halsmuseum: Costuumshow Cruys Voor-
bergh, 8 uur. Rembrandt: „Mr. Belvedere
loopt college" alle leeft.. 2. 4.15. 7 en 9.15 uur
Palace: „Bittere rijst". 18 j.. 2. 4.15 7 en 9.15
uur. Luxor: „Manon", 13 j„ 2. 4.15,' 7 en 9.15
uur. City: „Keizerwals", alle leeft., 2.15. 4.30,
7 en 9.15 uur. „Stan Laurell en Oliver
Hardy", 10.30 uur. Spaarne: „Geheime dienst
in donker Afrika", 14 j„ 2, 4.15, 7 en 9.15 u.
Frans Hals: „Verloren jeugd", 18 j. 2 30 7
en 9.15 uur,
DONDERDAG 20 APRIL
Grote Kerk, Orgelconcert 2—3 uur Frans
Hals Museum: Haarlemse Kunst Gemeen
schap. spreker Justus Meyer over
Shakespeare's Hamlet". 8 uur. Bioscopen:
Middag- en avondvoorstellingen.