Tendo's
Jonge Heemstedenaar won
E.CA-affichewedstrijd
MeAoosüéiÈ?
Stadsbesteldienst A.B.C. de grootste vervoerder
Willy Lages voelt zich niet schuldig
Taxi? Bel 1.2.3.4.5
Dinsdag 16 Mei 1950
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant
3
De sierkunstenaar Huib de Ru j:e Over-
veen heeft destijds de opdracht gekregen
een herinnerings-paneel te maken voor de
Nederlandse Landarbeidersbond, ter gele
genheid van het vijftigjarig bestaan. Dins
dag 16 Mei zal het als cadeau voor het
bondskantoor te Utrecht worden aangebo
den tijdens de jubileumfeesten in Leeu
warden.
We kregen de gelegenheid het werk van
tevoren even te bezichtigen. Het is een
stuk van ongeveer 3/2 meter breed, dat
boven een lambrizering en tussen twee
deuren zal worden aangebracht. Daar het
gebouw geen eigendom van de bond is,
was muurschildering minder geschikt. Het
is een meubelplaat met berkenfineer, een
dun randje coromandelfineer en een brede
buitenkant met eikenfineer. Er is transpa
rante verf gebruikt, zodat het witte hout
steeds zichtbaar blijft. Door schuren is dit
effect nog verhoogd.
Wat de voorstelling betreft moest de
kunstenaar vooral zeer begrijpelijk blijven,
daar de dertigduizend leden van deze bond
eenvoudige mensen zijn. Géén abstracties,
géén verwringing van de werkelijkheid:
de natuurlijke vormen dienden gehand
haafd te worden. Aesthetisch zijn het de
diagonalen die het stuk bijeen houden. Het
is een triptiek in één lijst geworden: links
het verleden in het midden de overgang,
rechts het heden, onder het motto: „In
donker droef bestaan wijst eenheidswil de
weg naar licht en levensvreugd". Men
zoeke hier geen mysterieuze sfeer als bij
Puvis de Chavannes. Maar toch heeft Huib
de Ru gevaarlijke klippen moeten omzei
len: sentimentele romantiek, naïeve over
drijving, zoetsappige kleurgeving. Het lijkt
ons dat hij aan die gevaren grotendeels is
ontkomen. Door de tegenstelling der drie
onderdelen in allerlei vormen aanschou
welijk te maken is een combinatie ontstaan
van schilderkunst en zinnebeeld, waarbij
het allegorische niet te overdreven is ge
worden. Links ziet men ziekte winter,
kwijnende kinderen, een angstige moeder,
een zorgelijke vader met te weinig loon in
de knuist, wat kriel-aardappelljes in een
kruiwagen, een triest en vochtig huizen
blok, schamele kleding. Dan in het midden
verdwijnen de dreigende wolken, de blik
gaat hoopvol omhoog. Een de Lente ver
persoonlijkend meisje biedt witte veld-
bloemetjes aan; vol verwachting zien de
ogen van een jong paar omhoog. De pau-
pertjes en de Engelse ziekte zijn verdwe
nen. Zo komt men bij het rechter deel van
dit ineenvloeiend drieluik: de propaganda
heeft haar werk gedaan, een houten hekje
duidt op een eigen huisje met tuingrond.
Nu is het zomer, de oogst komt binnen, ook
voor de tuinder zélf. Licht en levensvreug
de worden hier uitgebeeld.
De door de voorgeschreven afmetingen
(1.25 x 3.60 meter) zéér lastige opgave is
door Huib de Ru met smaak opgelost, in
alle eenvoud aangenaam. Doch uiteraard
beperkt een dergelijke monumentale op
dracht de vrije mogelijkheden van een
kunstenaar. Er zijn schilderijen waaruit
blijkt hoe benauwend die taak was voor
de artisticiteit van de schilder. Men denke
bijvoorbeeld aan de „Madonna met kind"
van Ambrogio Borgognone (1450-1523), in
het Rijksmuseum. Alles moést hier intimi
teit en romantiek ademen: de ruime groen
blauwe mantel en de sierlijke grijze hoofd
doek van de moeder, de naïeve afrondende
schildertrant in de voorstelling van het met
een rozenkransje spelende kind, de drome
rige blik der ogen. Maar dan opent de
schilder, links boven, een venster met een
kijkje op een Italiaans grachtje in avond
licht. De huizen spiegelen zich scherp en
gaaf in het stille water, de menselijke
figuurtjes zijn schematisch weergegeven,
als wandelende skeletten. Het doet modern
aan als de Chirico. Het contrasteert op een
verfrissende wijze én verhoogt tóch nog de
gemoedelijkheid van de hoofd-voorstelling.
Dit venster van Borgognone is als een
veiligheidsklep. Zo iets hadden we gaarne
aangetroffen in de Ru's paneel waarvoor
wij overigens, zoals men uit het voorgaande
kan lezen, veel waardering koesteren.
H. SCHMIDT DEGENER
H.O.V.-Concert voor
de Raad van Overleg
Voortreffelijke toelichting
door Wouter Paap
Dat de mens niet alleen van brood kan
leven, doch ook voedsel voor de geest nodig
heeft om tot volwaardige ontwikkeling te
komen, is een uitgemaakte zaak. Maar velen
zullen zich nog wel de tijd herinneren
dat er voor de arbeidende klasse slechts
luttele gelegenheid bestond om mee aan
te zitten aan de dis waarop hogere cultuur
waarden geserveerd werden. Gelukkig is
het anders geworden en zeer te prijzen is
het, dat er vormen gezocht en gevonden
werden, om naast de materiële behoeften
ook de geestelijke te bevredigen en zelfs
om er de nodige appetijt voor op te wek
ken.
Onder de vormen van geestelijke ont
spanning kan het beluisteren van muziek
een zeer voorname plaats innemen. Doch
muziek horen is iets dat men moet leren;
het kost in den beginne een beetje inspan
ning, maar wie doorzet krijgt lioch op de
duur zijn moeite beloond. En als het leren
beluisteren van muziek georganiseerd
wordt, zoals de „Raad van Overleg" in
Haarlem het met medewerking van de
H.O.V. voor elkaar weet te brengen, dan
worden de bezwaren al zeer gering. Men
krijgt het als het ware voorgeschoteld.
Want met een paedagoog als Wouter Paap,
die Maandag andermaal het concert van
de Raad van Overleg in onderdelen toe
lichtte, wordt zo'n avond een geestelijke
ontspanning, die alle wanbegrip betreffen
de moeilijke en zware muziek (zoals het
dan gewoonlijk heet) op slag en stoot weg
neemt en integendeel een klaar besef bij
brengt van wat goede muziek eigenlijk is
en wat ze bedoelt.
Zo bood. na een duidelijke uiteenzetting
van de hoofdbestanddelen van de compo
sitie, de uitvoering van Mozarts „Kleine
Nachtmuziek" een dubbel genot en voor
zeker voor velen ook de verrassing, dat er
in dit meermalen aan de radio gehoorde
meesterwerkje nog zoveel meer stak dan
men er tot nog toe uit gehoord had.
De heer Paap slaagde er in bijzonder
veel belangstelling te wekken voor Beet-
hovens Egmond-ouverture, Door de tegen
stelling Alva Nederland op te roepen
en er de muzikale thema's van te laten
demonstreren door het orkest het hoofd
motief aan te duiden, de spannende climax
te laten horen die naar het dramatisch
moment van Egmonds onthoofding voert
en dan de wel zeer aansprekende zegefan
fare der verlossing te doen klinken, wist
de inleider te bereiken, dat de suggestieve
en machtige vertolking van Verhey met
zijn orkest als een welsprekende bladzij
ADVERTENTIE
Agenda voor Haarlem
DINSDAG 16 MEI
Gem. Concertgebouw: Concert HOV. 8 uur.
Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. Nassau-
plein 8: Ned. Ver. voor natuurgeneeswijze,
spreker de heer H. W. G. Kortman, 8 uur.
Nieuwe Gracht 90: Witte Kruis, afdelings
vergadering 8 uur. City: „De zevende sluier",
14 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De
schat in de zilvermijn", 14 j., 2.30, 7 en 9.15
uur. Frans Hals: „De ooievaarsclub", 14 j.,
2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „The blue
lamp", 18 j„ 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace:
„Tromba", 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Ge
vaarlijke leeftijd", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
WOENSDAG 17 MEI
De Leeuwerik: Leex'lingenuitvoering Cor
Teves, 7 uur. Lorentzplein 23: Vereniging
tot bevordering van het lot der blinden,
ledenvergadering, 4 uur. Grote Kerk: Orgel
concert Jeanne Demessieux. 8 u. Bioscopen:
Middag- en avondvoorstellingen.
uit onze vaderlandse historie beluisterd
en begrepen werd. D^ reactie van het pu
bliek op dit stuk was dan ook bijzonder
geestdriftig.
De opgewekte ouverture tot „Die Fle-
dermaus" van Johann Strauss had betrek
kelijk weinig toelichting nodig. Meer was
er te zeggen over het Nederlandse werk
van hei programma, de „Piet-Hein-Rhap-
sodie" van Peter van Anrooy en veel was
er ook uit op te steken. Het publiek had
reden om opgetogen te zijn over hetgeen
het door Toon Verhey met het orkest en
met Wouter Paap als paedagoog deze avond
opgedist kreeg, doch tevens tot dankbaar
heid jegens cfe Raad van Overleg om dit
gelukkige initiatief.
JOS. DE KLERK.
nVFRTENTlE
zenuwwbletfan
cfiéj^è'n- fey s flefl ijjcaïnvt'ë
Nederlandse toneelprijsvraag
met verheugend resultaat
Oprichting gewenst van
dramaturgisch bureau
Op 24 September 1948 werd een initia
tiefcomité „Vrienden van de Nederlandse
toneelschrijfkunst" gevormd, bestaande
uit: Ben Aïbach, J. Bendien, D. A. M. Bin
nendijk, J. Carpentier Alting, Maurits
Dekker, Ben Groenier, mevrouw H. Heijer-
mans, mr. H. A. Keuls, W. Kubbenga
(secretaris), dr. H. H. J. de Leeuwe, Manuel
van Loggem, W. Ph. Pos, mevrouw G.
Guttmann-Roselaar (Luisa Treves), A. van
Santen, J. B. Schuil, B. Stroman, Robert de
Vries en Viotor E. van Vriesland. Burge
meester Arn. J. d'Ailly bekleedde het ere
voorzitterschap.
Het comité stelde zich ten doel de Ne
derlandse toneelschrijfkunst metterdaad te
steunen en te bevorderen door te trachten
om daarvoor in aanmerking komende en
nog niet gespeelde stukken te doen ver
tonen en door van talent blijk gevende,
doch technisch nog onvoldoend geschoolde
auteurs bij te staan. In de pers werd een
oproep geplaatst waarop 138 auteurs 159
stukken instuurden. Ter beoordeling hier
van werd een jury gevormd, bestaande uit;
Maurits Dekker, Ben Groenier, B. Stroman
en Robert de Vries. De letterkundige Victor
E. van Vriesland Verklaarde zich bereid bij
staking der stemmen van advies te dienen.
Deze jury concludeert in het thans uit
gebrachte rapport: „Het is verheugend, dat
naar verhouding een groot aantal auteurs
blijk heeft gegeven van onmiskenbare aan
leg voor de toneelschrijfkunst, ofschoon in
vele gevallen het ingezonden werk niet
zonder meer voor vertoning in aanmerking
kan komen. De beste twee inzendingen
waren: „Koningen en Priesters" door
Hanno van Wagenvoorde en „Zelfportret"
door Ary den Hertog. Het eerste stuk is
van bijzonder litterair gehalte, het tweede
werk munt uit door een goede dramatur
gische constructie. Ook dient de aandacht
gevestigd te worden op de volgende stuk
ken: „De jaloerse Markies" door Jan van
Lumey; „De Koning en de gerechtigheid"
door H. Wolffenbuttel-van Rooijen; „Nehe-
mia", door Henk Fedder; „Rathenau", door
Arthur Bauer en op „Ichnaton", ingezon
den onder het motto „De Egelantier".
Deze stukkeir vertonen kwaliteiten, welke
hoop geven voor de toekomst. Zo is ook in
het algemeen vermeldenswaard het werk
van John van Snellenberg, Hans Nesna en
E. J. M. Terlingen.
Het comité stelt zich thans in verbinding
met toneeldirecties en uitgevers om be
langstelling voor deze werken te wekken
en deze zo mogelijk in voor de auteurs
tastbare resultaten om te zetten. Voorts zal
contact worden opgenomen met het minis
terie vair Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen om te komen tot het oprichten
van een permanent en centraal dramatur
gisch bureau".
Beeldende kunst
Tekeningen en grafiek
van Jan Sleper
Zaterdagmiddag werd de tentoonstelling
van werk van Jan Sleper in kunsthandel
Leffelaar aan de Wagenweg geopend door
de dichter Gabriël Smit. De spreker wees
erop dat hel werk van Jan Sleper zeer
goed genoten kan worden zonder kunst-
critische inleiding. Vaak beperkt een inlei
ding bovendien de vrijheid van fantasie
van de beschouwer.
Onze belangstelling voor het werk van
Jan Sleper werd destijds opgewekt toen
we het met smaak uitgevoerde Diepen-
brock-nummer van het tijdschrift „Mens
en Melodie" (Juni 1946) ontvingen. Een
levendige lithographie van Diepenbrock,
naar een bestaand portret, bewees dat Sle
per reeds een accuraat portretschilder was.
En op deze tentoonstelling treft men ver
scheidene psychologisch-fijne portretten
aan, waarbij men met genoegen consta
teert dat Sleper niet stilstaat in zijn kunst.
Ook het stillever. wordt door Sleper be
oefend. Zijn „Scheepsmodel" (no. 80) is
een machtige tekening, waarin de détails
meesterlijk verdeeld zijn: het schegbeeld,
het kleinere snijwerk, de tuigage en vooral
de dreigende massa der zeilen. Eenzelfde
scheepsmodel vinden we op de kleine
houtgravure „Open raam", waar men over
enige schelpen, een rozekrans en een
bijbeltje héénkijkt en door een raam tus
sen de half-geopende luiken de wijde zee
ziet: een kostelijk miniatuurtje, geschikt
voor een ex libris.
Van de Italiaanse landschappen mogen
„Assisi van af de Berg" en „Fiesole" niet
onvermeld blijven, al was het alléén maar
om het onderlinge contrast. De buitenge
woon gestyleerae religieuze tekeningen
zijn doorgaans zéér klein van afmetingen
en subtiel van toon.
De icunst van Jan Sleper lijkt ons uit
stilte en concentratie geboren. Zij brengt
de besehouwer in aanraking met het tijde-
loze, met een gehéél opgaan in een onder-
werp. Daarom is de eerste staat van de
kopergravure ..Apollo" zeker niet het
meest geslaagde werk van Sleper, al won
hij hiermee de Prix de Rome van 1948.
Het van buitenaf opgelegde onderwerp, de
tijdnood, de bijna middeleeuwse omstan
digheden van dit examen: men kan begrij
pen hoe moeilijk Sleper het hier gehad
heeft. Juist de zwakke punten van die
gravure (de linker-bovenarm is te kort, de
benedenarm te lang; Apollo's gelaat doet,
evenals de borst, eerder aan een vroUw
denken; de slang, de Python, is fi-aai van
golving, maar de achtergrond van de gra
vure, met die doodskoppen, is het meest
ón-Griekse dat we ooit gezien hebben)
zijn ons misschien daérom zo sympathiek.
Interessant is de droge naald-gravure
„Episode uit Macbeth". We hopen dat
Sleper zich nog méér op het uitbeelden
van litteraire werken zal gaan toeleggen.
Leerzaam voor de bezoekers van deze ten
toonstelling is het, dat er op een tafel
enige litteratuur over de houtsnede, de
houtgravure, het etsen en de lithografie
is te vinden, waarbij tevens de gebruikte
instrumenten getoond worden.
H. SCHMIDT DEGENER.
ADVERTENTIE
HAAL DE ZON IN UW WONING
met een nieuw behang
BAKKER S BEHANG
Gen. Cronjéstraat 135, Tel. 11657, Haarlem
Vakkundige behangers beschikbaar
Gebruik van woordenboeken
bij H.B.S.-examens
Minister Rutten heeft medegedeeld dat
het niet in de bedoeling ligt, het gebruik
van een woordenboek op de eindexamens
van de hogere burgerscholen in het alge
meen toe te staan. Slechts ten aanzien van
de eindexamens van de H.B.S.-A wordt
overwogen het gebruik van een woorden
boek toe te staan bij het maken van een
verslag of het schrijven van een brief in
een vreemde taal op grond van zakelijke
gegevens. De minister heeft nog niet alle
hieromtrent gevraagde adviezen ontvan
gen.
Schoenenzaak L. Faber en Zoon
bestaat zestig jaar
Vrijdag is het zestig jaar geleden dat de
heer L. Faber een schoenenzaak begon in
Sneek. Hij had de militaire dienst verlaten
en maakte schoenen van oude militaire stof
fen. In die dagen bestonden er weinig win
kels, waar uitsluitend schoenen verkocht
werden. De zaken breidden zich uit en na
tien jaren vertrok de heer Faber naar Haar
lem, om een winkel te beginnen in de Ko
ningstraat 9. Het benedenhuis bleek spoedig
te klein en verhuizing naar perceel Koning
straat 7 volgde. Ook daar kon de heer
Faber zijn bedrijf niet ontplooien en negen
en twintig jaar geleden verhuisde hij naar
Kleine Houtstraat 10. Zijn zoon de heer IJ.
Faber werd eveneens in de zaak opgenomen.
Deze studeerde anatomie aan de universitei
ten in Amsterdam en Leiden met de bedoe
ling in de zaak een afdeling orthopaedie op
te nemen. Sedert een aantal jaren worden in
de Kleine Houtstraat vele schoenen op mast
gemaakt, speciaal voor hen, die moeilijk
kunnen lopen. Niet alleen uit Haarlem en
omgeving stellen patiënten zich met de heer
Faber in verbinding, doch ook uit andere
delen van het land. Hij maakt een speciale
studie van de voeteuvelen der klanten en
daarbij is hij tot de conclusie gekomen, dat
velen kunnen genezen en in staat zijn goed
te lopen, ondanks een afwijking.
Bij het bereiken van de zeventigste ver
jaardag heeft de heer L. Faber zich uit de
zaken teruggetrokken, drie jaar geleden is
hij overleden. De zoons van de heer IJ. Faber
zijn in het bedrijf opgenomen en hebben
zich in het vak bekwaamd. Mevrouw Faber
heeft de leiding van de afdeling pedicure.
Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan
der zaak zal Vrijdagmiddag in restaurant
Dreefzicht een receptie worden gehouden.
ADVERTENTIE
Raadslidmaatschap en leraarschap
in de toekomst verenigbaar?
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer over de onderwijsbegroting
1950 deelt minister Ruiten mede. dat hij
bereid is bij zijn ambtgenoot van Binnen
landse Zaken stappen te doen tol wijziging
van de bepaling, welke het lidmaatschap
van de gemeenteraad onverenigbaar ver
klaart met het leraarschap.
ADVERTENTIE
BARREVOETESTRAAT 2, HAARLEM TEL. 18428. NA UUR 14810-14155
Het verdrijven der Joodse Nederlanders beschouwt hij als
een „Kriegsnotwendigkeit" en „Silbertanne"-moorden waren
volgens hem in de oorlog moreel toelaatbaar.
zelf in dat bevel een inbreuk op het vol
kenrecht zou zien. Deze consequentie, zo
zei hij, moet voor het heden worden aan
vaard wegens de „heiligheid van het recht".
De president vroeg daarop aan de raads
man of hij zijn standpunt werkelijk wegens
de „heiligheid van het recht" wilde toe
passen op lieden die schuldig zijn aan het
vergassen van millïoenen Joden.
„Wegens de heiligheid van het recht, ja",
antwoordde mr. Veenstra.
Mr. J. W. M. Reuser hield eveneens een
juridisch betoog over het Duitse stand
punt „Befehl ist Befehl".
De president stelde hierna nog enige
vragen aan Lages. Deze gaf toe geweten
te hebben dat de uit Amsterdam gede
porteerde Joden in Duitse concentratie
kampen omkwamen.
President: „Kreeg u geen gewetensbe
zwaren?"
Lages: „Ik heb er wel over nagedacht,
maar ik geloofde toen de berichten uit
Berlijn, dat epidemieën het hoge sterfte
cijfer onder de Joden veroorzaakten.
Overigens ben ik alleen verantwoordelijk
voor het oppakken der Joden, het vervoer
naar en het verblijf in het concentratie
kamp in Westerbork.
Op de vraag, of hij de deportatie van
Joden voor zichzelf morëfcl kon recht
vaardigen, zei Lages: „Thans maak ik me
de scherpste verwijten".
President: „Voelt u zich moreel schul
dig door het verdrijven van Joodse Ne
derlanders van huis en haard?"
Lages: „In de oorlog niet. Ik beschouw
de het als een „Kriegsnotwendigkeit".
De „Silbei'tarme"-moorden vond Lages,
zoals hij zei. in de oorlog moreel toelaat
baar. Het waren „represailles". Hij gaf
thans toe, dat dergelijke sluipmoorden niet
door de beugel konden, maar, zo voegde
hij er aan toe, persoonlijk voel ik me niet
schuldig, als Duitser wel. Gevraagd, wat
hij hiermede bedoelde zei hij, dat de sol
daten van alle legers gedurende de tweede
wereldoorlog harde maatregelen hebben
moeten nemen, overwinnaar zowel als
verliezers. „Daarom buig ik als Duitser
mijn hoofd, docht innerlijk, subjectief,
voel ik me geen misdadiger. Mijn enige
misdaad is waarschijnlijk mijn goede ver
trouwen in de juistheid van de besluiten
mijner ï-egering".
„Het is dus zo", resumeerde de pre-
dent, „dat u alle bevelen slaafs hebt. op
gevolgd. hoewel uw geweten zich daar
tegen verzette? Lages knikte.
De zitting werd hierna geschorst tot
Zaterdag 20 Mei.
De Bijzondere Raad van Cassatie begon
heden met de behandeling van het cassa
tieberoep van de 48-jarige voormalige
chef van de Sipo en S.D. te Amsterdam.
„SS-Sturmbannführer" Willy Lages. Lages
was door het Amsterdamse Bijzondere Hof
tot de doodstraf veroordeeld. De tenlaste
legging vermeldt het zonder vorm van
proces neerschieten van Nederlandse ar
restanten. brandstichting in een groot
aantal percelen en medewerking aan de
zg. ..Silbertanne-Aktion". Voorts heeft hij
bewerkt, dat 70.000 Joodse Nederlandex-s
uit Amsterdam zijn gedeporteerd. Het
grootste deel van hen is in Duitse con
centratiekampen omgebracht. Zijn maat
regelen ten aanzien van de „Arbeits-
einsatz", het houden van razzia's te
Utrecht, Velsen, Beverwijk en Zaandam,
betekenden voor ongeveer 400 Nederland
se mannen tewerkstelling in Duitsland.
Ruim 60 van hen zijn in Duitsland om
gekomen. Tenslotte is aan Lages ook ten
lastegelegd, dat hij heeft toegelaten, dat
zijn ondergeschikten Nederlandse arrestan
ten op gruwelijke wijze hebben mishan
deld.
Bij het begin van de zitting verklaarde
de president, pref. mr. Verzijl, dat de
zaak-Lages in Amsterdam zo uitvoerig is
behandeld, dat de raad thans geen behoefte
gevoelt aan een verhoor van de requirant.
Hij gaf direct het woord aan de twee ver
dedigers, mr. O. J. Veenstra en mr. Reuser,
die voor dit cassatie-beroep 39 cassatie
middelen hadden opgesteld.
Mr. Veenstra bestreed, dat Lages opzet
telijk heeft toegelaten, dat zijn onderge
schikten arrestanten mishandelden. De
raadsman was van oordeel, dat de Euterpe-
straat te Amsterdam niet zo'n hel en bloed
bad is geweest als wel is voorgesteld. Onder
het regiem van Lages zou niet meer dan
één mishandeling per maand zijn gepleegd.
President: „In ieder geval vergeet u de
tallozen, die mishandeld zijn en daarna
naar Duitsland werden gesleept waar ze
zijn vermoord. Die mensen kunnen nu niet
meer worden gehoord".
De toelichting van de cassatiemiddelen
inzake de „Silbertanne-aktion" leidde tot
een juridisch steekspel tussen raadsman en
president. Mr. Veenstra stelde zich op het
standpunt, dat men Lages niet kon ver
wijten, dat deze de rechtssuprematie niet
heeft gesteld boven de staatssuprematie.
Mr. Veenstra betoogde, dat de bijzondere
rechtspleging de voor haar gebrachte per
sonen veroordeelt op grond van het-feit,
dat deze lieden handelingen hebben ver
richt, die indruisen tegen hun eigen ge
weten, -tegen de moraal. Deze goddelijke
wettten heeft de bijzondere rechtspleging
alsnog tot rechtsregels verheven.. Onze
hoogste rechter kan een oordeel over deze
mensen vellen. Mr. Veenstra betoogde
verder, dat een Duits militair volgens het
Duitse nationaal-socialistische wetboek
straffeloos is, wanneer hij op bevel een
oorlogsmisdrijf begaat, zelfs indien hij
ADVERTENTIE
I RAT noch MUIS onisnap!
aan he* onweerstaanbare
Nummer één uit tienduizend
Een volledig opgetuigd schip waarvan de
zeilen worden gevormd door de vlaggen
van de achttien Marshall-landen, dat uit
de duisternis van oorlog en ellende een
lichtende toekomst tegemoet stevent, zie
daar het afjiche dat binnenkort in alle
landen van West-Europa, die onder de be
moeienissen van de E.C.A. vallente zien
zal zijn.
Twaalf bekende grafische kunstenaars
uit negen landen kozen in Parijs dit ont
werp van de 24-jarige Heemsteedse teke
naar Rein Dirksen uit niet minder dan
tienduizend inzendingen voor de prijsvraag
van de E.C.A.die een aanplakbiljet, had
gevraagd dat de Europese samenwerking
voor een betere levensstandaard onder de
aandacht van de bewoners van ons wereld
deel zou brengen. De beloning voor de
kxmstenaar bestaat uit 1500 harde dollars.
Intussen bleek Rein Dirksen, een zoon
van een wiskundeleraar aan het Christelijk
Lyceum te Haarlem, toen we hem spraken
meer met zijn gedachten bij de opdracht
die hij op het ogenblik onder handen heeft
een affiche voor de jubilerende Kalver-
straat in Amsterdam dan bij de zojuist
bekroonde tekening. Zelf had hij de onder
scheiding niet verwacht, ook niet nadat
hem tevoren voor zijn idee door de Neder
landse jury de tweede prijs was toegekend.
Hij is nu drie jaar zelfstandig aan het
Het schip Europa op weg naar een betere
toekomst
De winnaar aan zijn tekentafel.
werk na een moeilijke tijd op de Amster
damse Kunstnijverheidsschool en enkele
maanden op een reclame-bureau. Want
juist de eigenschappen, die tot zijn tegen
woordig succes hebben geleid oorspron
kelijkheid, een eigen visie, afkeer van alle
dogmatiek werkten belemmerend als
hij zich moest schikken naar de opvattingen
van anderen. „Een affiche moet voor alles
voor iedereen te begrijpen zijn. Artistieke
buitenissigheden leiden de aandacht van
de zaak waarom het gaat af en er wordt
veel te veel gedaan aan alle mogelijke
-ismen", zo luidt zijn standpunt.
Toch weet hij, dat hij nog veel kan leren
bij de befaamde Franse ontwerpers en hij
zou daarom wel eens enige tijd de leerling
willen zijn van een van die grote meesters
op het gebied der reclamekunst. Wellicht
dat de prijs hem daartoe in de gelegenheid
stelt. Overigens is hij verheugd, dat door
de uitslag gebleken is, dat ook ons land op
dat terrein zeer behoorlijk meetelt, want
behalve hij zelf kregen niet minder dan
vijf landgenoten een prijs of een eervolle
vermelding: F. J. E. Mettes, I. Spreekmees
ter en Meyer Ricardo te Amsterdam en
Wladimir Flem en Arie Weber in Den
Haag.
Binnenkort zullen de prijzen door het
hoofd van de E.C.A.-missie de heer Cla
rence E. Hunter worden uitgereikt.
Nederlanders in de autoraces
te Mons
Sinds de lang vervlogen dagen van Her-
kuleyns en Herzberger is het nimmer meer
gebeurd dat Nederland in een buitenlandse
race door twee of drie oranje renwagens
vertegenwoordigd was en dus hadden de
aanwezige landgenoten bij de Grote Prijs
van Mons j.l Zondag alle reden om ver
heugd te zijn dat het programma voor de 2
1 -klasse de naam Roosdorp op Ferrari ver
meldde. Beels en Dillenius zouden het in
de 500 cc. categorie opnemen.
Voor Roosdorp was het jammer dat hij
met zijn overigens niet bepaald langzame
wagen al bij voorbaat kon weten hoezeer de
heren Viiloresi, Ascari". Cortese en Vallone
op hun monoposto fabrieksracers het veld
zouden overheersen, iets wat dan ook in
werkelijkheid geheel en al is geschied.
Toch reed Roosdorp in zyn serie 'de Grand
Prix ging over twee series en een finale) een
voortreffelijke race die hem zelfs een
apülausje van de bezoekers der tribune op
leverde. In de finale verdween hij echter
na de zevende ronde achter de pits en was
onze in Antwerpen woonachtige landgenoot
blijkbaar door pech gedwongen de 25 ron
den durende race op het snelle 7.5 km. lange
circuit te staken.
De Grand Prix werd tenslotte een zege
voor Ferrari met respectievelijk Ascari. Vii
loresi en Cortese als de drie eersten en twee
dapper gereden Simcas van Trintignant en
Gordini als runners-up.
De 500 cc. renwagenklasse was een „grand
spectacle" en verliep al na drie ronden tot
een slachting onder de achttien deelnemers
vaarvan er op de helft van de acht ronden
lange race nog maar zeven over warenl
Bcels had pech
Helaas behoorde tot die uitvallers ook de
Heemstedenaar Beels met zijn nieuwe eigen
product, waarin tengevolge van de laatste
Engelse havenstaking echter nog geen
nieuwe motor stond zodat Beels het er maar
met een inderhaast geleend, oud exemplaar
op had gewaagd. Een gesmolten zuiger was
dan ook het resultaat van de krachtproef om
zijn achterstand op de uiteindelijke win
naars O'Reilly Schell en Aston in te lopen.
Gelukkig was Dillenius de nieuwe
enthousiaste eigenaar van Beels' voormalige
Cooper zo fortuinlijk om op de vijfde
plaats nog onder de overlevenden te beho
ren en dank zij een verstandige, voorzichtige
manier van rijden slaagde hij er tenslotte
in om zonder enige race-ervaring deze
eerst 500 cc. race van zijn leven als derde
uit te rijden.
Dillenius leverde daarmee een opmerke
lijke prestatie die er dan ook zeer terecht de
regelrechte aanleiding van werd dat die
avond in de stal Beels „het hek van de dam
raakte".
ADVERTENTIE
AMSTERDAMSCKE RIJTUIG MIJ.
Burgerlijke stand van Haarlem
HAARLEM. 15 Mei 1950
BEVALLEN van een zoon: 12 Mei. A. van
Lcersumvan der Kooij; 13 Mei, E. S. A. de
WinterJonkman: A. W. Gerritsen—Sluis;
J. BergsmaKluijt: 14 Mei, J, Wijdickes
Harms; I. A. J. Philipsevan der Meer; C.
S. MöringFelix; A. Elzinga—Molenaar; A.
J. SabelisStaring: 15 Mei, M. J. C. van der
Heijdenvan der Veen.
BEVALLEN van een dochter: 12 Mei, J.
C. Gelaudievan der Vossen: 14 Mei, C. W.
WQsernarvan Dam; A. StoopTeeuwen;
G.tVI. HomburgNijssen; E. C. J. Vermolen
van der Veldt; 15 Mei, M. P. Oomenvan
der Heiden.
OVERLEDEN: 12 Mei, P. de Leeuw. 57 j.,
Gasthuis vest; L. J. A. van Vueren, 67 j„ L.
Wijngaardstraat; J. P. Planje, 87 j„ Jans-
straat; 13 Jan.. G. KeunNanninga, 90 j.,
Marnixplein; C. M. IJlstra—Sleeman. 70 j„
Brouwersstraat; R. F. Jansen. 74 j„ Zomer-
straat: 14 Mei, N. J. Tromp. 72 j.. Ramplaan;
A. J. Heijblom, 68 j.. Hoogerwoerdstraat: A.
J. E. Krikke, 18 j.. Zaanenlaan.
Rectificatie. Overl. 11 Mei, D. de Vos, 56
j„ Lorentzkade.