Lakeman wint de Ronde van Nederland Tweede étappe-overwinning van Faanhof Sport in het kort Grote dienst aan de vrouwen bewezen BVS-jaarverslag registreert: groter kwantum tegen lagere prijzen Het kostbare deposito Donderdag 1 Juni 19S0 Twee Amsterdamse Henken" zijn gis teravond door duizenden toeschouwers in het Olympisch Stadion gehuldigd. Zij wa ren Henk Faanhof. die na zijn overwinning in Rotterdam ook in Amsterdam als over winnaar over de streep ging en Henk La keman, die als winnaar van deze ronde van zijn fiets stapte. Mooier slot zullen de Nederlandse wielersupporters zich moeilijk hebben kunnen denken. De overwinning van Faanhof steunde vooral op zijn sprin terscapaciteiten. die er toe bijdroegen dat Maelbrancke geklopt werd. De eindzege van Lakeman was voor alles een gevolg van de buitengewoon tactische rit, die hij op deze laatste dag reed. Na Rotterdam was de karavaan West- land doorgereden en behalve een uitloop poging van Bernard Franken en Mael brancke. die al enkele kilometers verder weer tot het verleden behoorde, gebeurde" er niets. Zo weinig, dat de badgasten op de Scheveningse boulevard geen enkele uitloper zhgen en een groep voorbij zagen flitsen, die de indruk maakte, eens gezellig met elkaar uit te zijn. „Met de fietsclub naar de bollen", schreef de anders zo ijverig tijden langs de volg auto's brengende motorordonnans op zijn bord en het bewees het beste, hoe weinig er voor hem te doen was. Rustig ging het verder door Wassenaar, Noordwijk. Haar lem. Heemstede, Aalsmeer of langs de Vecht. De renners, die een voorsprong wilden j behalen werden bewaakt door Lakeman j en Middelkamp. De eerste, die de rust l onder de renners verbrak was de overweg- wachter bij Blauwkapel, die de spoorbo- 1 men had neergelaten, net toen allen daar aankwamen. Hier zou een kans liggen voor eventuele uitlopers, maar hoewel hei wel even werd geprobeerd en Lakeman zelfs even achter bleef, omdat hij dacht, dat de anderen nog stonden te wachten, terwijl ze al weer verder trapten, het resultaat was toch, dat enkele Kilometers verder de hele groep op Van Beek na, weer bij elkaar zat. Van Beek, die kort na deze spoorwegovergang een lekke band had gekregen, had daardoor een tuimeling gemaakt en zijn fiets zat zodanig in elkaar, dat hij moest opgeven. Het ging erop lijken, dat de renners in het Stadion zouden binnenrijden, zoals ze van dat andere stadion waren vertrokken. Dit bleek niet het geval. Met Ouderkerk in zicht sprong Maelbrancke weg en ter wijl zijn landgenoten zich opmaakten de strijd in te zetten, vergrootte hij zijn voor sprong tot ongeveer 150 meter. Êr zaten ook nog anderen voorin het peloton en onder hen was een Nederlander in de leiderstrui, die zijn ereplaats niet wilde Op de Leidsevaart, Schouwtjeslaan en het verdere deel van de route in Haarlem en Heemstede hadden zich Woensdagmiddag velen verzameld om de deelnemers aan de ronde van Nederland te zien voorbij trek ken. De renners hadden het ka.lm aange daan. Later dan verwacht werd passeerden zij Haarlem. Ongeveer halfzes kwamen zij in de Zilk aan en verder ging het langs de Leidsevaart tot de Schouwtjesbrug. Alle renners waren bij elkaar en deden geen pogingen een voorsprong te krijgen. Hierbij geven wij een foto, genomen bij de Schouwtjesbrug aan de Leidsevaart. verliezen. Even een wilde jacht en toen was het met de Belgische poging afge lopen. Het was duidelijk, dat de Amsterdam- ADVERTENT1E In het Olympisch Stadion reed de winnaar van de ronde van Nederland een ererondje. mers een peloton in het Stadion zouden zien binnenrijden en dat een sprint moest beslissen. Faanhof heeft die sprint gewonnen en daardoor de laatste étappe. De uitslag was: 1. Faanhof 6.46.42; 2. Maelbrancke, 3. Voorting, 4. Van Est, 5. Vos, 6. Blankenauw. 7. Van Kerckhoven, 8. H. Smits. 9. B. Francken, 10. De Korver, ïl. Loos, 12. Leenen, 13. Schoenmakers, 14. Mertens. 15. Rogiers, 16. Vinken, allen dezelfde tijd. 1745 ex aequo in dezelfde tijd een groep van 28 renners bij wie La keman, Acou, Callens. Meersman, Schotte, Vanderveken, Decock. Depoorter. Van Stayen. Verpoorten, Weber. Lambrichs, Middelkamp. De Ruiter en Evers. Het eindklassement luidt: 1. Lakeman 45.24.24: 2. Depoorter, 45.24.52; 3. Callens, 45.24.59; 4. Vanderveken, 45.25.52; 5. Evers 45.26.14; 6. Rogiers, 45.26.57: 7. Vos. 45.27.03: 8. De Ruiter. 45.27.52: 9. Leener., 45.30.45; 10. Middelkamp. 45.30.51; 11. Schotte, 45.30.51; 12. Verpoorten, 45.31.09; 13. H. Smits. 45.31.39: 14. Lambrichs, 45.31.46: 15. Van Est. 45.32.09. Het ploegenklassemen: voor de eerste drie luidt: 1. België A 136.17.48: 2. België B 136.26.26; 3. Nederland B 136.29.11. Honkbal Nederlands negental Het Nederlands negental dat op Zondag 18 Juni een honkbalwedstrijd tegen België zal spelen is als volgt samengesteld: Werper: Urbanus (OVVO»; achtervanger: Vrenegoor (HHC)eerste honk: Hoogenbos (HHC); tweede honk: Keulemans (Schoten): korte stop: Jole (HHC): derde honk: G. Al- tink (ÓVVO): linksvelder: Holewijn (VVGA); midvelder: Prins (Ajax); rechts- velder: Meyer (OVVO). Reserves zijn: Link (Blauw Wit), Pronk (WGA) en Noordhoff (HHC). Voetbal E.D.O. en R.C.H. speelden gelijk De Woensdag gespeelde voetbalwedstrijd EDORCH om het voetbalkampioenschap van Haarlem is in een gelijk spel (22) ge ëindigd. Na afloop is besloten de wedstrijd opnieuw vast te stellen op Woensdag 7 Juni in het Heemsteedse Sportpark. Beide ploegen hebben zich geheel gegeven in deze wedstrijd en daaruit blijkt wel. dat de voetballers grote belangstelling hebben voor het tournooi, dat de afdeling Haarlem van de KNVB heeft voorbereid. Er werd echter wel eens te enthousiast gespeeld, doch dit betekende niet, dat de verstandhouding minder goed was. In vergelijking met de afgelopen Zaterdag is EDO beter voor de dag gekomen. De thuisclub slaagde er zelfs in een voorsprong te nemen door toedoen van Roodselaar uit een kopbal. Hij werd daarbij aan het hoofd gewond en moest korte tijd de strijd staken. Terwijl EDO met tien man speelde bracht Koster na een fraaie combinatie de partijen op gelijke voet en de Racing slaagde er voor rust in een voorsprong te behalen. Ook deze keer doelpuntte koster, waarbij hij gebruik maakte van een fout in de verdediging van EDO. Na de hervatting trachtte de thuisclub de achterstand in te lopen en met succes. Steendam ging er op de linkervleugel snel van door, loste een hard schofr en via Van Rheenen verdween de bal in het doel (22). EDO kreeg nog enkele kansen en Spek, die weer aardig op dreef komt, schoot een keer hard tegen de lat. Langzamerhand kwam RCH er beter in en De Wette kreeg twee maal een kans. Doelman Van den Berg was echter op dreef. Een felle strijd om de leiding volgde, doch de ploegen konden het niet tot doelpunten brengen. Het einde kwam met 22. Volgende week spelen EDO en RCH weer tegen elkaar en vermoedelijk volgt een week later de eindstrijd tussen VSV en de winnaar van RCH—EDO. Cricket in Engeland In het Engelse county-kampioenschap heeft Warwickshire nu de leiding. Het bezit een elftal dat in ieder onderdeel van het spel sterk is. Het wordt dit seizoen aange voerd door de beroepsspeler Dollery en heeft een belangrijke nieuwe kracht verkregen in de amateur Kardar (ex-Cambridge). De meest-succesvoile man in Warwickshire's aanval is de spinbowler Hollies, die ver leden jaar voor Engeland speelde. Ofschoon hij tot de veteranen behoort heeft hij in deze eerste maand van het seizoen al 49 wickets genomen: het grootste aantal op naam van enige bowler, met een gemiddelde van 14.81. In aantal wickets volgen op hem Bedser (Surrey) met 37 en Wardle (Yorkshire) en Laker (Surrey) ieder met 36. Wardle leidt de bowling-gemiddelden met een gemid delde van 13.94. Aan het hoofd der Engelse batting-gemid delden staat nu de amateur R. T. Simpson (Notts) met 720 runs in 8 innings, 2 maal not out, gemiddelde dus 120 en een hoogste score van 230 not out. Merkwaardigerwijze zijn ook nummer twee, D. S. Sheppard (Bom. 36.40) en nummer drie, J. G. Dewes (gem 77) amateurs. Elf beroepsspelers volgen in de lijst eer de volgende amateur aan bod komt. Bij de West-Indiërs, die hun toer door Engeland maken, staat E. Weekes aan het hoofd der batting-gemiddelden met 94.57. Tweede is F. M. Worrell met 48.16. De cijfers van hun bowlers zijn tot dusver niet indrukwekkend, Williams leidt met 19.35 gemiddeld voor 14 wickets. OM HET WERELDKAMPIOENSCHAP BANTAMGEWICHT. Te Johannesburg werd een bokswedstrijd gehouden tussen de wereldkampioen in het bantamgewicht, de Amerikaan Manuel Ortiz en de Zuid- Afrikaanse kampioen Vic Toweel. Toweel won op puhten in een gevecht over vijftien ronden en behaalde daarmede de titel, SOFTBALLCOMPETITÏE BEGINT. Donderdagavond begint de softballcompeti- tie met de in het Heemsteedse Sportpark te spelen wedstrijd Gymnasion 1—HHC 1, Op het zelfde veld speelt Gymnasion 2 Vrijdag avond tegen HCK 2. Aan de Kleverlaan speelt SC Haarlem op 1 Juni tegen DEC. Op 5 Juni volgt in het Noorder Sportpark de wedstrijd EDO—RCH. ADVERTENTIE Belangrijkste schoonheidson tdekking sedert 1863 IEDERE VROUW KAN MOOI ZIJN. Schoonheidsmiddelen waren in oude tijden uiterst kostbaar. Vorstinnen en prinsessen, rijke patriciërsvrouwen, - dat waren de vrouwen, die haar schoonheid konden ver zorgen. Tot men begon te vermoeden, dat ook zeep tot een schoonheidsmiddel kon worden gemaakt. Jaren en jaren geleden begonnen de fabrikanten van Castella zeep reeds schoonheidsoliën aan hun product toe te voegen. Daarmee bewezen zij tien duizenden vrouwen en meisjes een grote dienst. Schoonheid werd niet langer afhan kelijk van een ruime beurs. En het is wederom de N.V. Dobbelman uit Nijmegen, fabrïkante van Castella, die de vrouwen verrast met een opvallende vooruitgang op schoonhcidsgebied. Castella wordt nu ge maakt met dc super-moderne Sharples- installatie (de enige in Europa), de grootste omwenteling in de zeep-industrie sedert 1863. De zuiverheid van Castella wordt nu ten top gevoerd met een kracht. 14000 malen werkzamer dan de zwaartekracht. Castella is nu nog zachter en heilzamer voor de huid, en de fijne oliën kunnen hun huidverjongend werk ten volle verrichten. Iedere vrouw kan mooi zijn! Zelfs de saai ste huid, iedere ochtend gemasseerd met het geurig Castella-schuim, leeft na één week op! De Bloembollenexport in 1949 In het jaarverslag over 1949 van het Bedrijfschap voor Sierteeltproducten wordt geconstateerd dat 1949 in het algemeen een jaar van vooruitgang en van stijging der export is geweest. Tegenover de grotere export stonden echter lagere prijzen. Reeds in 1945 hebben de bloembollen- exporteurs de handel hervat en toen kwam men op een totaalgewicht van 11.670 ton met een bedrag van 27,8 millioen. In 1948 exporteerde men 30.844 ton voor 74,5 millioen en in 1949 38.134 ton voor 82,7 millioen. Engeland nummer één De voornaamste afftemer is en blijft nog altijd Engeland, dat voor ruim 25 millioen invoerde (1948 ƒ24 millioen). De Verenigde Staten genieten de bijzon dere belangstelling van de bloembollen export. Niet in de laatste plaats door de zeer intensieve reclame, door het Centraal Bloembollencomité via het New Yorkse kantoor gemaakt, is .de uitvoer hier ge stegen van 19,2 millioen (7957 ton) tot 21.5 millioen (9559 ton). Weinig spanning in Olympisch Stadion Van Vliet en Derksen bonden Woensdag avond in het Olympisch Stadion „de snelste renner ter wereld", Reg Harris, aan hun zegekarretje: de eerste in de sprints, de tweede in de tijdrit over 500 m. met vliegen de start. Zijn tijd van 29,6 seconden is onder de omstandigheden zeer goed te noemen. In de klassementswedstrijd over 10 km. voor amateurs vierde Cas Kleefstra, reeds enige jaren geleden een van de Veelbeloven de jonge renners, zijn rentree na twee jaar dienst in Indonesië. Hij mahkte er een dui delijke overwinning van, door in drie van de vier klassementen punten te verzamelen. Tweede werd A. de Moor, derde Van Breenen. De tamelijk eentonige krachtmeting der beroepsrijders achter grote motoren (één- uurrace) eindigde in een duidelijke zege voor de zeer snel rijdende Fransman Lesueur (72,5 km.) voor Pronk, Bakker, de Belg .Verschueren, diens landgenoot Clautier (1 ronde) en de Haarlemse pechvogel Cor Bijster (8 ronden). Biljarten Wereldkampioenschap libre De eindstand van hét wereldkampioen schap libre, dat te Madrid werd gehouden luidt: 1. Carr'era (Argentinië); 2. Domingo (Spanje); 3. Garcia (Spanje); 4. Gabriels (België); 5. De Ruyter (Nederland); 6. Dufetelle (Frankrijk); 7. Van Hassel (Bel gië); 3. Iglesias (Chili); 9. Rebelo (Portugal). Zo was dan het poppenfeest weer afgelopen. De vele poppen namen afscheid van elkaar en ieder ging zijn weg, naar alle richtingen. De blijde stemmetjes klonken nog lang tussen de bomen. Ook Rick en Bunkie maakten zich gereed om naar huis terug te keren. Ze zwaaiden nog eens naar de anderen en stapten toen het bos door. „Fijn was het,^hè?" zei Bunkie Rick knikte lachend. Hij had ook volop genoten. Maar nu moesten ze toch weer thuis zien te komen. Ze hadden warempel slaap gekregen; het was ook een hele drukte geweest. ,Jk zal toch blij zijn, als ik lekker in bed lig!" zei Rick. „En ik!" vond Bunkie. Zo stapten ze samen flink door. Naar Zweden liep de uitvoer terug van 8,9 millioen tot 7 millioen, al vertoonde daartegenover het gewichtstotaal een ge ringe stijging. Thans is de export naar Zweden niet langer aan contingenterings- bepaüngen onderhevig, maar men kan wel aannemen dat Zweden vrijwel aan het ver zadigingspunt toe is. In Denemarken zowel als in Noorwegen beweegt zich de export in stijgende lijn, in het laatste land echter alleen qua gewicht. Finland nam nog voor 783.000 af (in 1948 voor 581.000). Duitsland weer klant Een belangrijke gebeurtenis in 1949 was het weer openstellen van de Duitse grens. In 1948 exporteerde men, gehandicapt door stapels papieren en formulieren. 386 ton ad 920.000; in 1949 steeg de export tot 2693 ton ter waarde van 6,1 millioen. De export naar Frankrijk en Zwitser land. België en Luxemburg laat eveneens een stijging zien. Naar Frankrijk bedroeg de uitvoer 6,5 millioen (ook voor dit land zijn inmiddels de contingenteringsbepa- iingen opgeheven) waartegenover stond een daling in de gemiddelde prijs van 3.05 tot 2,82 per kilogram. Zwitserland nam voor 1,8 millioen af, België en Luxem burg voor 2,1 millioen. Dit is ruim 200.000 meer dan in 1948. maar het ge wichtsbedrag steeg van 909 tot 958 ton. Achter het IJzeren Gordijn Oostenrijk, dat slechts voor een gering gedeelte achter het IJzeren Gordijn schuil gaat, begint op basis van compensatie leveringen weer een niet onbelangrijke af nemer te worden. In 194? leverde de Hollandse bloembollenexport naar dit land voor 174.000 (62 ton) maar in 1949 was dit ruim verviervoudigd tot 2.1 millioen (258 ton). Roemenië, Joegoslavië en Alba nië komen in het verslag in het geheel niet meer voor. In Tsjeclio-Slowakije loopt de gehele in voer over het semi-officiële orgaan de Koospol. De leveringen, die ook hier op compensatiebasis geschieden, liepen terug van ƒ811.000 in 1948 tot ƒ592.000 in het afgelopen jaar. Het gewicht nam echter toe; van 258 tot 277. ton, Gok de export naar Polen nam toe van 53.000 tot 100.000 (20 ton tot 51 ton). Naar de Russische zóne van Duitsland werd voor 243.000 (124 ton) geëxporteerd, tegen ƒ43.000 (16 ton) in 1948. Ronduit slecht zijn de resultaten in Spanje, waar vooral de taaie bureaucratie de handel belemmert. Onderhandelingen hebben hierin niet de minste verandering gebracht. Het toegestane contingent ter waarde van 125.000 werd hierdoor nog voor geen derde gebruikt. In Portugal doet zich hetzelfde verschijnsel voor. Italië nam voor 1,8- millioen af (vorig jaar 1 mil lioen) met een gewicht van 470 ton (vorig jaar 237 ton). Griekenland nam voor 23.000 af tegen 1200 in 1943. Turkije voor ƒ41.000 tegen ƒ35.000 vorig jaar. De uitvoer naar het Zuidelijk halfrond werd ongunstig beïnvloed door het besluit der Zuid-Afrikaanse regering, de invoer met 50 procent te beperken. In de practijk waren de resultaten en door te late af gifte van invoerlicenties, nog meer disas treus: de export liep terug van 1.2 mil lioen (410 ton) tot 220 000 (72 ton). Australië bleef met 143.000 vrijwel gelijk, de invoer in Nieuw Zeeland liep terug van 191.000 in 1048 tot 122.000. In Argen tinië ondervond men eveneens moeilijk heden met uitvoervergunningen, waardoor de export terugliep van 438.000 tot 304.000. De export naar Indonesië ondervond eveneens een terugslag. Van f. 28.000 in 1948 kwam ze op nauwelijks 5500. In de Nederlandse Antillen ging het wat beter. "Was 1948 al bijzonder slecht (ƒ71) thans exporteerde men weer voor 2400. In Rho desia steeg de import van 27.000 tot 49.000. De export naar Israel, die in 1947 nog ruim 218.000 beliep, vertoonde in 1948 een daling tot ƒ2400, maar steeg in 1949 weer tot 26.000. Blijkbaar liggen hier nog grotere mogelijkheden, wanneer de politieke situatie opgeklaard zal zijn. Eén afnemer, al was het ook immer een onbe tekende, bleek in 1949 geheel van de kaart: China. Christelijke onderwijzers in vergadering bijeen Vele leden van de Vereniging van Christelijke Onderwijzers(essen) in Ne derland zijn naar Haarlem gekomen voor de 97e algemene vergadering. Het eerste deel is dank zij de goede voorbereiding van de afdeling Kennemerland uitstekend ver lopen. In de tuinzalen van het Concertgebouw is een tentoonstelling ingericht, welke de heer P. van Nes Czn., hoofdinspecteur van het lager onderwijs te 's Gravenhage Dinsdag middag officieel heeft geopend. Aan deze tentoonstelling hebben vele Nederlandse firma's meegewerkt. Leermiddelen op al lerlei gebied worden geëxposeerd. De ten- toonstelling is uitsluitend bestemd voor de bezoekers van de vergadering en is in middels gesloten. Om 2 uur heette de voorzitter der ver eniging, de heer J. A. van Bennekom uit 's Gravenhage, de leden welkom en hield een openingsrede,waarin hij sprak over de roeping in deze tijd. De voorzitter zeide te willen spreken tot alle leden, die steun nodig hebben en voorts wilde hij allen op wekken tot dankbaarheid voor de rijkdom welke God schenkt. Ongehinderd kunnen wij spreken en zingen op school en het kind ten zegen zijn. Weliswaar werkt de vereniging ook voor het verkrijgen van een behoorlijk levenspeil, hetgeen goed en nodig is, doch bovenal geven de leden hun moeite en zorgen aan de opdracht welke God gegeven heeft in de school. De heer J. Verkruyssen uit Santpoort begroette de gasten namens de afdeling Kennemerland. De voorzitter deed mededelingen over het vormen van een jubileumfonds. In 1954 bestaat de vereniging honderd jaar. Het is de bedoeling een bedrag bijeen te brengen en dit te bestemmen voor de stichting van een gebouw. Een intekenlijst heeft reeds gecirculeerd en het resultaat was, dat de fundamenten, van het huis reeds zijn ge legd. Een bedrag van 2500 is opgehaald. De vergadering was gewijd aan het on derwerp: „Is er een oplossing voor het aan sluitingsprobleem?" De heer L. van der Zweep, inspecteur van het lager onderwijs te Amsterdam had dit onderwerp in het orgaan van de vereniging aan de orde ge steld en hield deze midag een korte in leiding. Hij noemde het aansluitingsonder- wijs van groot belang en het onderwerp is bijzonder actueel. De grondslagen van de Nederlandse cultuur zijn er mee ge moeid. De oplossing er van is niet gemak kelijk. Gebleken is bijvoorbeeld, dat veertig procent van de jeugd geen passend onder wijs heeft genoten. Spreker zette uiteen wat er bereikt is met verschillende soor ten onderwijs én was van mening, dat er veel gereorganiseerd moe't worden om een alzijdiger ontwikkeling van de jonge mensen te verkrijgen. Aan het vormen van het karakter dient vooral aandacht te worden besteed. Om dat te bereiken zeide spreker, moet eerst een oplossing gezocht worden voor het aansluitingsprobleem. Van de gelegenheid om opmerkingen te maken en vragen te stellen werd een ruim gebruik gemaakt. Des avonds kwamen de leden in de Stadsschouwburg bijeen, waar het blijspel „Zomerzotheid" vertoond werd. Op de tweede dag is het onderwerp „Het christelijk onderwijsdoel en de onderwijs- verfrissing" aan de orde gesteld. De heer H. de Boer uit Den Haag was de inleider die de aandacht vestigde op het vormen vah een karakter. Reeds in 1938 was het christelijk onderwijs voorstander van ver anderingen op onderwijsgebied en vervulde daarbij een belangrijke rol. Na de bevrijd ding is het vraagstuk actueler geworden en spreker hoopte, dat het onderwijzend per soneel van de christelijke scholen belang stelling voor het vraagstuk zal hebben- Bij de gedachtenwisseling vroeg een der leden of het aanbeveling verdient bij het christelijk onderwijs ook een schoolpsycho loog aan te stellen, zoals er een in dienst der gemeente Haarlem is. Des middags heeft prof. dr. A. E. Edel- koort uit Utrecht gesproken over „Zielszorg aan eigen ?iel". Hij merkte op, dat de on derwijzers de gehele dag dokteren aan de ziel van de kinderen, met de bedoeling ze tot bruikbare mensen van de maatschappij te maken. Houden zij zich echter bezig met hun eigen ziel? Zo niet, dan wordt het hoog tijd, zeide spreker, want het is zeer nodig. Anders lopen zij gevaar zich zelf voorbij te lopen. Verder kan onvastigheid van de ziel het de mensen lastig maken. Laten wij, vervolgde spreker, de ziel ver zorgen door Hem, Die aan en in ons het geestelijke leven in stand wil houden. Zonder Jezus Christus verkommert onze ziel. Hoe dichter wij bij Hem staan des te sterker wordt onze geest. Daarom richt ik een raad tot allen „Leef dicht bij Jezus", zeide spreker. Binnenkort productie van kogellagers in Nederland De minister van Economische Zaken heeft aan de Tweede Kamer meegedeeld, dat de plannen voor de productie van ko gellagers in Nederland thans zover zijn ge vorderd, dat binnenkort de oprichting van een fabriek kan worden tegemoet gezien. Het bedrijf zal vermoedelijk in de pro- 5 vincie Utrecht worden gevestigd en nog voor het einde van het volgende jaar op volle toeren draaien. De productie zal voor het grootste deel geëxporteerd kunnen worden. FEUILLETON door E. Phillips Oppenheim „Intussen was de manier van wegkomen toch wel buitengewoon goed", zei Huney bell. „Tien kilometer dn één wagen en toen acht kilometer in een andere en wij alle maal verspreid, west, oost zuid en zelfs naar het noorden. Verschillende autonum mers bij Iedere wisseling, en verschillende Wegen en geen seconde te wachten. We wisten zelf nauwelijks, waar we waren. Hij moe' er een week over hebben gedaan, om dat uit te denken *6n let wel, geen en- :-el obstakel, geen wagen aangehouden geen voord van verdenking en hier zitten we n Londen en er is niemand onder ons, die niet <*en klinkend alibi in zijn zak heeft". '„Het was een prachtige aftocht", gaf Swayles toe „maar als één van ons er in vliegt, sleurt hij de rest mee. Waar is nu die Thomas Ryde van jou? Dat zou ik nu wel eens willen weten". Er viel een schaduw over de drempel. De twee mannen bogen zich voorover. Een keurig uitziende, kleine man van ongeveer middelbare leeftijd, gekleed in een goed zittend grijs pak, met goud-omrande bril, deukhoed en met een zorgvuldig opge rolde parapluie over de arm, kwam met afgemeten schreden het „restaurant" bin nen. Hij liep onmiddellijk op de enige in gebruik zijnde tafel af. De twee mannen staarden hem aan, of hij een lang ver wachte geestverschijning was. Iets dat -als een begroeting bedoeld was, bleef Swayles in de keel steken; zijn metgezel stak de hand uit en wierp zijn glas om. „Voor jullie ie& zegt", begon de nieuw aangekomene, terwijl hij zijn hoed op een kapstok hing, ,,moet ik mijn verontschul digingen aanbieden voor een betreurens waardige onnauwkeurigheid. Voor de tweede maal sedert we onze kleine onder neming begonnen, is de gang van zaken niet geheel geweest, zoals voorzien was. Ir Brighten had ik een Intelligente chauffeur. Op sommige ogenblikken is intelligentie echter een eigenschap, die men niet steeds waardeert in de mensen, waarmee men in contact komt. Ik meende daarom, dat het het beste was om mij van hem te ontdoen en per trein hierheen te komen". Een uitdrukking van angst vloog over het bleke gezicht van de jonge Amerikaan. „U van hem ontdoen!" „Oh, neen, niet op die manier!" protes teerde de heer Thomas Ryde. „De situa tie bood geen dreigende aspecten. Hij heeft me aan boord gebracht van een Kanaalboot van Dover naar Calais, of lie ver, dat denkt hij, maar ik ben per trein naar de stad gekomen. Verbeeld ik het mij of zijn jullie beiden een beetje in de war?" Huneybell veegde zijn voorhoofd af, maar zweeg. Ned Swayles kreunde. „Kijk eens hier, meneer Ryde", legde hij uit, „we zijn doodsbenauwd, Huneybell en ik. Ik heb u onmiddelijk ronduit gevraagd: Is het een schietzaakje of niet? U hc-eft mij toen gezegd, dat ik dergelijke vragen maar voor mij moest houden, u zwoer zelfs, dat u nog nooit van uw leven een revolver bij u had gehad". „M'n beste jonge vrienden, wees nu eens even redelijk", drong de nieuwaan- gekomene aan. „Principes worden wel eens door de noodzaak ter zijde geschoven. Wat had ik anders kunnen doen? Wie had kun nen raden, dat die arme dwaas van een Rentoul tot middernacht in zijn laborato rium zou blijven en dan ons bij ongeluk tegen het lijf lopen? Daar stond hij met zijn ene hand op geen halve meter af stand van de centrale electrische alarm- schel. Hij behoefde die maar even aan te raken en je weet, wat dat zou hebben be tekend. Je moet bovendien niet vergeten, Huneybell, dat ondanks onze maskers jij en ik nu niet bepaald onbekenden zijn in de Boothroyd Fabrieken". „Dat is zo," gaf Huneybell toe, „maar die arme oude Michael dan?" Een zeer licht schouderophalen was het antwoord. Dié arme oude Michael wekte blijkbaar niet veel sympathie op. „Het is natuurlijk spijtig," was het koele antwoord, „maar hij zou binnen een minuut de poorten voor onze neus hebben doen sluiten, als er niet onmiddellijk gehandeld was. Maar wat ilc zeggen wilde, heeft dit restaurant nog iets aan te bieden, dat op voedsel lijkt?" „We hebben coteletten besteld," ver trouwde Huneybell hem toe. „Ze hebben die al, ik weet niet hoe lang, voor u op het vuur gehouden." Thomas Ryde keek met afkeurende blik ken om zich heen. „Het is nu niet bepaald een plaats, die ik op een hete zomeravond zou hebben uitgekozen," merkte hij op, „om het slot en besluit te vieren van een geslaagde onder neming. Maar voor bijzondere privé-doel- einden heeft het wel enkele voordelen." Luigi, de kelner die er de voorkeur aan gaf, om William genoemd te worden, Javam binnen. Op zijn ene onderarm steunde hij een blikken blad, waarop een afgedekte metalen schotel stond, alsmede een paar borden. In de andere hand droeg hij de fles champagne. Zwijgend zette hij de schotel op de tafel en nam het deksel er af, haalde van een buffet een fles, die Worcester-saus bevatte, zette zout en peper in grove glazen potjes binnen het bereik van de bezoekers en week toen een paar passen terug om het resultaat van zijn arbeid van enige afstand te bekijken. „U heeft geen groenten besteld." herin nerde hij. Maar dat zou ook niets gegeven hebben, want er is niets meer." Thomas Ryde legde een cotelette op zijn eigen bord, schoof de andere twee door naar zijn metgezellen en begon te eten. Met een zeker gebaar van trots opende de kel ner de wijnfles. Ned Swayles en Huneybell hielden onmiddellijk hun glazen bij, maar Thomas Ryde schudde het hoofd. „Een grote tumbler," zei hij, wijzend op de whiskyfles, „wat ijs en spuitwater." „Heb geen ijs," antwoordde de kelner onverstoorbaar. „Spuitwater in syphons." Ryde wenkte hem om dichterbij te komen. „Tegenover ons." vertrouwde hij hem toe, „net aan de overkant van de straat is een café, waar je het wel kunt krijgen." Hij haalde een bankbiljet te voorschijn en na een ogenblik van aarzeling verdween de kelner er mede. Swayles sloeg zijn glas champagne in één teug naar binnen en de smaak scheen hem moed te geven. Hij wendde zich met een j ernstig gezicht tot Ryde. „Kijk eens hier, chef." zei hij, „wat ik wens te weten is waar ik in dit zaakje sta. Ik heb die brandkast voor u geopend een I werkje dat geen enkele andere jongen in Engeland voor u had kunnen doen en alles, wat we gevonden hebben is zestig duizend gulden en een hoop oude papieren. Volgens u zou de zaak heel wat meer waard hebben moeten zijn. U heeft mij gegaran deerd en ontken dat nu niet, want als ilc nijdig word, dan ben ik nog niet mis u heeft mij gegarandeerd, dat ik vijfduizend, pond sterling zou krijgen." „Volkomen juist," stemde de heer Ryde toe. „Mag ik u verzoeken mij even het zout aan te geven? daar bij uw elleboog. Dank u. Vijfduizend pond sterling is een heleboel geld, maar ik moet toegeven, dat u het verdiend hebt. Dat openen van die brandkast was werkelijk een meester stukje." „Dat zal waar zijn, dat ik het verdiend heb," stemde de jongeman een beetje ang stig toe. „maar de vraag is. chef. krijg ik het ook? Dat is, wat ik nu wel eens graag wilde weten." De heer Ryde scheen een beetje beledigd te zijn. „M'n waarde heer Swayles!" protesteer de hij. „Ik kan u de verzekering geven, dat ik er de man niet naar ben, die zijn afspra ken niet na komt." „Wel. waar moet het dan vandaan ko men?" hield de ander aan. „Er zat in totaal maar zesduizend pond in die brandkast." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 6