Lakeman wint de Ronde van Nederland
Tweede étappe-overwinning van Faanhof
Sport in het kort
Grote dienst aan de vrouwen bewezen
BVS-jaarverslag registreert:
groter kwantum tegen lagere prijzen
Het kostbare
deposito
Donderdag 1 Juni 19S0
Twee Amsterdamse Henken" zijn gis
teravond door duizenden toeschouwers in
het Olympisch Stadion gehuldigd. Zij wa
ren Henk Faanhof. die na zijn overwinning
in Rotterdam ook in Amsterdam als over
winnaar over de streep ging en Henk La
keman, die als winnaar van deze ronde
van zijn fiets stapte. Mooier slot zullen de
Nederlandse wielersupporters zich moeilijk
hebben kunnen denken. De overwinning
van Faanhof steunde vooral op zijn sprin
terscapaciteiten. die er toe bijdroegen dat
Maelbrancke geklopt werd. De eindzege
van Lakeman was voor alles een gevolg
van de buitengewoon tactische rit, die hij
op deze laatste dag reed.
Na Rotterdam was de karavaan West-
land doorgereden en behalve een uitloop
poging van Bernard Franken en Mael
brancke. die al enkele kilometers verder
weer tot het verleden behoorde, gebeurde"
er niets. Zo weinig, dat de badgasten op
de Scheveningse boulevard geen enkele
uitloper zhgen en een groep voorbij zagen
flitsen, die de indruk maakte, eens gezellig
met elkaar uit te zijn.
„Met de fietsclub naar de bollen", schreef
de anders zo ijverig tijden langs de volg
auto's brengende motorordonnans op zijn
bord en het bewees het beste, hoe weinig
er voor hem te doen was. Rustig ging het
verder door Wassenaar, Noordwijk. Haar
lem. Heemstede, Aalsmeer of langs de
Vecht.
De renners, die een voorsprong wilden j
behalen werden bewaakt door Lakeman j
en Middelkamp. De eerste, die de rust l
onder de renners verbrak was de overweg-
wachter bij Blauwkapel, die de spoorbo- 1
men had neergelaten, net toen allen daar
aankwamen. Hier zou een kans liggen
voor eventuele uitlopers, maar hoewel hei
wel even werd geprobeerd en Lakeman
zelfs even achter bleef, omdat hij dacht,
dat de anderen nog stonden te wachten,
terwijl ze al weer verder trapten, het
resultaat was toch, dat enkele Kilometers
verder de hele groep op Van Beek na,
weer bij elkaar zat. Van Beek, die kort na
deze spoorwegovergang een lekke band
had gekregen, had daardoor een tuimeling
gemaakt en zijn fiets zat zodanig in
elkaar, dat hij moest opgeven.
Het ging erop lijken, dat de renners in
het Stadion zouden binnenrijden, zoals ze
van dat andere stadion waren vertrokken.
Dit bleek niet het geval. Met Ouderkerk
in zicht sprong Maelbrancke weg en ter
wijl zijn landgenoten zich opmaakten de
strijd in te zetten, vergrootte hij zijn voor
sprong tot ongeveer 150 meter. Êr zaten
ook nog anderen voorin het peloton en
onder hen was een Nederlander in de
leiderstrui, die zijn ereplaats niet wilde
Op de Leidsevaart, Schouwtjeslaan en het
verdere deel van de route in Haarlem en
Heemstede hadden zich Woensdagmiddag
velen verzameld om de deelnemers aan de
ronde van Nederland te zien voorbij trek
ken. De renners hadden het ka.lm aange
daan. Later dan verwacht werd passeerden
zij Haarlem. Ongeveer halfzes kwamen zij
in de Zilk aan en verder ging het langs de
Leidsevaart tot de Schouwtjesbrug. Alle
renners waren bij elkaar en deden geen
pogingen een voorsprong te krijgen.
Hierbij geven wij een foto, genomen bij de
Schouwtjesbrug aan de Leidsevaart.
verliezen. Even een wilde jacht en toen
was het met de Belgische poging afge
lopen.
Het was duidelijk, dat de Amsterdam-
ADVERTENT1E
In het Olympisch Stadion reed de winnaar
van de ronde van Nederland een ererondje.
mers een peloton in het Stadion zouden
zien binnenrijden en dat een sprint moest
beslissen.
Faanhof heeft die sprint gewonnen en
daardoor de laatste étappe.
De uitslag was: 1. Faanhof 6.46.42; 2.
Maelbrancke, 3. Voorting, 4. Van Est,
5. Vos, 6. Blankenauw. 7. Van Kerckhoven,
8. H. Smits. 9. B. Francken, 10. De Korver,
ïl. Loos, 12. Leenen, 13. Schoenmakers,
14. Mertens. 15. Rogiers, 16. Vinken, allen
dezelfde tijd. 1745 ex aequo in dezelfde
tijd een groep van 28 renners bij wie La
keman, Acou, Callens. Meersman, Schotte,
Vanderveken, Decock. Depoorter. Van
Stayen. Verpoorten, Weber. Lambrichs,
Middelkamp. De Ruiter en Evers.
Het eindklassement luidt: 1. Lakeman
45.24.24: 2. Depoorter, 45.24.52; 3. Callens,
45.24.59; 4. Vanderveken, 45.25.52; 5. Evers
45.26.14; 6. Rogiers, 45.26.57: 7. Vos.
45.27.03: 8. De Ruiter. 45.27.52: 9. Leener.,
45.30.45; 10. Middelkamp. 45.30.51; 11.
Schotte, 45.30.51; 12. Verpoorten, 45.31.09;
13. H. Smits. 45.31.39: 14. Lambrichs,
45.31.46: 15. Van Est. 45.32.09.
Het ploegenklassemen: voor de eerste
drie luidt: 1. België A 136.17.48: 2. België
B 136.26.26; 3. Nederland B 136.29.11.
Honkbal
Nederlands negental
Het Nederlands negental dat op Zondag
18 Juni een honkbalwedstrijd tegen België
zal spelen is als volgt samengesteld:
Werper: Urbanus (OVVO»; achtervanger:
Vrenegoor (HHC)eerste honk: Hoogenbos
(HHC); tweede honk: Keulemans (Schoten):
korte stop: Jole (HHC): derde honk: G. Al-
tink (ÓVVO): linksvelder: Holewijn
(VVGA); midvelder: Prins (Ajax); rechts-
velder: Meyer (OVVO).
Reserves zijn: Link (Blauw Wit), Pronk
(WGA) en Noordhoff (HHC).
Voetbal
E.D.O. en R.C.H. speelden gelijk
De Woensdag gespeelde voetbalwedstrijd
EDORCH om het voetbalkampioenschap
van Haarlem is in een gelijk spel (22) ge
ëindigd. Na afloop is besloten de wedstrijd
opnieuw vast te stellen op Woensdag 7 Juni
in het Heemsteedse Sportpark.
Beide ploegen hebben zich geheel gegeven
in deze wedstrijd en daaruit blijkt wel. dat
de voetballers grote belangstelling hebben
voor het tournooi, dat de afdeling Haarlem
van de KNVB heeft voorbereid. Er werd
echter wel eens te enthousiast gespeeld, doch
dit betekende niet, dat de verstandhouding
minder goed was.
In vergelijking met de afgelopen Zaterdag
is EDO beter voor de dag gekomen. De
thuisclub slaagde er zelfs in een voorsprong
te nemen door toedoen van Roodselaar uit
een kopbal. Hij werd daarbij aan het hoofd
gewond en moest korte tijd de strijd staken.
Terwijl EDO met tien man speelde bracht
Koster na een fraaie combinatie de partijen
op gelijke voet en de Racing slaagde er voor
rust in een voorsprong te behalen. Ook deze
keer doelpuntte koster, waarbij hij gebruik
maakte van een fout in de verdediging
van EDO.
Na de hervatting trachtte de thuisclub de
achterstand in te lopen en met succes.
Steendam ging er op de linkervleugel snel
van door, loste een hard schofr en via Van
Rheenen verdween de bal in het doel (22).
EDO kreeg nog enkele kansen en Spek, die
weer aardig op dreef komt, schoot een keer
hard tegen de lat. Langzamerhand kwam
RCH er beter in en De Wette kreeg twee
maal een kans. Doelman Van den Berg was
echter op dreef. Een felle strijd om de
leiding volgde, doch de ploegen konden het
niet tot doelpunten brengen. Het einde kwam
met 22.
Volgende week spelen EDO en RCH weer
tegen elkaar en vermoedelijk volgt een week
later de eindstrijd tussen VSV en de winnaar
van RCH—EDO.
Cricket in Engeland
In het Engelse county-kampioenschap
heeft Warwickshire nu de leiding. Het bezit
een elftal dat in ieder onderdeel van het
spel sterk is. Het wordt dit seizoen aange
voerd door de beroepsspeler Dollery en heeft
een belangrijke nieuwe kracht verkregen in
de amateur Kardar (ex-Cambridge). De
meest-succesvoile man in Warwickshire's
aanval is de spinbowler Hollies, die ver
leden jaar voor Engeland speelde. Ofschoon
hij tot de veteranen behoort heeft hij in deze
eerste maand van het seizoen al 49 wickets
genomen: het grootste aantal op naam van
enige bowler, met een gemiddelde van 14.81.
In aantal wickets volgen op hem Bedser
(Surrey) met 37 en Wardle (Yorkshire) en
Laker (Surrey) ieder met 36. Wardle leidt
de bowling-gemiddelden met een gemid
delde van 13.94.
Aan het hoofd der Engelse batting-gemid
delden staat nu de amateur R. T. Simpson
(Notts) met 720 runs in 8 innings, 2 maal
not out, gemiddelde dus 120 en een hoogste
score van 230 not out. Merkwaardigerwijze
zijn ook nummer twee, D. S. Sheppard (Bom.
36.40) en nummer drie, J. G. Dewes (gem 77)
amateurs. Elf beroepsspelers volgen in de
lijst eer de volgende amateur aan bod komt.
Bij de West-Indiërs, die hun toer door
Engeland maken, staat E. Weekes aan het
hoofd der batting-gemiddelden met 94.57.
Tweede is F. M. Worrell met 48.16. De
cijfers van hun bowlers zijn tot dusver niet
indrukwekkend, Williams leidt met 19.35
gemiddeld voor 14 wickets.
OM HET WERELDKAMPIOENSCHAP
BANTAMGEWICHT. Te Johannesburg
werd een bokswedstrijd gehouden tussen de
wereldkampioen in het bantamgewicht, de
Amerikaan Manuel Ortiz en de Zuid-
Afrikaanse kampioen Vic Toweel. Toweel
won op puhten in een gevecht over vijftien
ronden en behaalde daarmede de titel,
SOFTBALLCOMPETITÏE BEGINT.
Donderdagavond begint de softballcompeti-
tie met de in het Heemsteedse Sportpark te
spelen wedstrijd Gymnasion 1—HHC 1, Op
het zelfde veld speelt Gymnasion 2 Vrijdag
avond tegen HCK 2. Aan de Kleverlaan
speelt SC Haarlem op 1 Juni tegen DEC. Op
5 Juni volgt in het Noorder Sportpark de
wedstrijd EDO—RCH.
ADVERTENTIE
Belangrijkste schoonheidson tdekking
sedert 1863
IEDERE VROUW KAN MOOI ZIJN.
Schoonheidsmiddelen waren in oude tijden
uiterst kostbaar. Vorstinnen en prinsessen,
rijke patriciërsvrouwen, - dat waren de
vrouwen, die haar schoonheid konden ver
zorgen. Tot men begon te vermoeden, dat
ook zeep tot een schoonheidsmiddel kon
worden gemaakt. Jaren en jaren geleden
begonnen de fabrikanten van Castella zeep
reeds schoonheidsoliën aan hun product
toe te voegen. Daarmee bewezen zij tien
duizenden vrouwen en meisjes een grote
dienst. Schoonheid werd niet langer afhan
kelijk van een ruime beurs. En het is
wederom de N.V. Dobbelman uit Nijmegen,
fabrïkante van Castella, die de vrouwen
verrast met een opvallende vooruitgang op
schoonhcidsgebied. Castella wordt nu ge
maakt met dc super-moderne Sharples-
installatie (de enige in Europa), de grootste
omwenteling in de zeep-industrie sedert
1863. De zuiverheid van Castella wordt nu
ten top gevoerd met een kracht. 14000
malen werkzamer dan de zwaartekracht.
Castella is nu nog zachter en heilzamer
voor de huid, en de fijne oliën kunnen hun
huidverjongend werk ten volle verrichten.
Iedere vrouw kan mooi zijn! Zelfs de saai
ste huid, iedere ochtend gemasseerd met het
geurig Castella-schuim, leeft na één
week op!
De Bloembollenexport in 1949
In het jaarverslag over 1949 van het
Bedrijfschap voor Sierteeltproducten wordt
geconstateerd dat 1949 in het algemeen
een jaar van vooruitgang en van stijging
der export is geweest. Tegenover de grotere
export stonden echter lagere prijzen.
Reeds in 1945 hebben de bloembollen-
exporteurs de handel hervat en toen kwam
men op een totaalgewicht van 11.670 ton
met een bedrag van 27,8 millioen. In 1948
exporteerde men 30.844 ton voor 74,5
millioen en in 1949 38.134 ton voor 82,7
millioen.
Engeland nummer één
De voornaamste afftemer is en blijft nog
altijd Engeland, dat voor ruim 25 millioen
invoerde (1948 ƒ24 millioen).
De Verenigde Staten genieten de bijzon
dere belangstelling van de bloembollen
export. Niet in de laatste plaats door de
zeer intensieve reclame, door het Centraal
Bloembollencomité via het New Yorkse
kantoor gemaakt, is .de uitvoer hier ge
stegen van 19,2 millioen (7957 ton) tot
21.5 millioen (9559 ton).
Weinig spanning
in Olympisch Stadion
Van Vliet en Derksen bonden Woensdag
avond in het Olympisch Stadion „de snelste
renner ter wereld", Reg Harris, aan hun
zegekarretje: de eerste in de sprints, de
tweede in de tijdrit over 500 m. met vliegen
de start. Zijn tijd van 29,6 seconden is onder
de omstandigheden zeer goed te noemen.
In de klassementswedstrijd over 10 km.
voor amateurs vierde Cas Kleefstra, reeds
enige jaren geleden een van de Veelbeloven
de jonge renners, zijn rentree na twee jaar
dienst in Indonesië. Hij mahkte er een dui
delijke overwinning van, door in drie van
de vier klassementen punten te verzamelen.
Tweede werd A. de Moor, derde Van
Breenen.
De tamelijk eentonige krachtmeting der
beroepsrijders achter grote motoren (één-
uurrace) eindigde in een duidelijke zege
voor de zeer snel rijdende Fransman Lesueur
(72,5 km.) voor Pronk, Bakker, de Belg
.Verschueren, diens landgenoot Clautier (1
ronde) en de Haarlemse pechvogel Cor
Bijster (8 ronden).
Biljarten
Wereldkampioenschap libre
De eindstand van hét wereldkampioen
schap libre, dat te Madrid werd gehouden
luidt: 1. Carr'era (Argentinië); 2. Domingo
(Spanje); 3. Garcia (Spanje); 4. Gabriels
(België); 5. De Ruyter (Nederland); 6.
Dufetelle (Frankrijk); 7. Van Hassel (Bel
gië); 3. Iglesias (Chili); 9. Rebelo (Portugal).
Zo was dan het poppenfeest weer afgelopen. De vele poppen namen afscheid van
elkaar en ieder ging zijn weg, naar alle richtingen. De blijde stemmetjes klonken
nog lang tussen de bomen.
Ook Rick en Bunkie maakten zich gereed om naar huis terug te keren. Ze zwaaiden
nog eens naar de anderen en stapten toen het bos door.
„Fijn was het,^hè?" zei Bunkie
Rick knikte lachend. Hij had ook volop genoten. Maar nu moesten ze toch weer
thuis zien te komen. Ze hadden warempel slaap gekregen; het was ook een hele
drukte geweest.
,Jk zal toch blij zijn, als ik lekker in bed lig!" zei Rick.
„En ik!" vond Bunkie.
Zo stapten ze samen flink door.
Naar Zweden liep de uitvoer terug van
8,9 millioen tot 7 millioen, al vertoonde
daartegenover het gewichtstotaal een ge
ringe stijging. Thans is de export naar
Zweden niet langer aan contingenterings-
bepaüngen onderhevig, maar men kan wel
aannemen dat Zweden vrijwel aan het ver
zadigingspunt toe is.
In Denemarken zowel als in Noorwegen
beweegt zich de export in stijgende lijn, in
het laatste land echter alleen qua gewicht.
Finland nam nog voor 783.000 af (in
1948 voor 581.000).
Duitsland weer klant
Een belangrijke gebeurtenis in 1949 was
het weer openstellen van de Duitse grens.
In 1948 exporteerde men, gehandicapt door
stapels papieren en formulieren. 386 ton ad
920.000; in 1949 steeg de export tot 2693
ton ter waarde van 6,1 millioen.
De export naar Frankrijk en Zwitser
land. België en Luxemburg laat eveneens
een stijging zien. Naar Frankrijk bedroeg
de uitvoer 6,5 millioen (ook voor dit land
zijn inmiddels de contingenteringsbepa-
iingen opgeheven) waartegenover stond
een daling in de gemiddelde prijs van 3.05
tot 2,82 per kilogram. Zwitserland nam
voor 1,8 millioen af, België en Luxem
burg voor 2,1 millioen. Dit is ruim
200.000 meer dan in 1948. maar het ge
wichtsbedrag steeg van 909 tot 958 ton.
Achter het IJzeren Gordijn
Oostenrijk, dat slechts voor een gering
gedeelte achter het IJzeren Gordijn schuil
gaat, begint op basis van compensatie
leveringen weer een niet onbelangrijke af
nemer te worden. In 194? leverde de
Hollandse bloembollenexport naar dit land
voor 174.000 (62 ton) maar in 1949 was
dit ruim verviervoudigd tot 2.1 millioen
(258 ton). Roemenië, Joegoslavië en Alba
nië komen in het verslag in het geheel niet
meer voor.
In Tsjeclio-Slowakije loopt de gehele in
voer over het semi-officiële orgaan de
Koospol. De leveringen, die ook hier op
compensatiebasis geschieden, liepen terug
van ƒ811.000 in 1948 tot ƒ592.000 in het
afgelopen jaar. Het gewicht nam echter toe;
van 258 tot 277. ton, Gok de export naar
Polen nam toe van 53.000 tot 100.000
(20 ton tot 51 ton). Naar de Russische zóne
van Duitsland werd voor 243.000 (124
ton) geëxporteerd, tegen ƒ43.000 (16 ton)
in 1948.
Ronduit slecht zijn de resultaten in
Spanje, waar vooral de taaie bureaucratie
de handel belemmert. Onderhandelingen
hebben hierin niet de minste verandering
gebracht. Het toegestane contingent ter
waarde van 125.000 werd hierdoor nog
voor geen derde gebruikt. In Portugal doet
zich hetzelfde verschijnsel voor. Italië nam
voor 1,8- millioen af (vorig jaar 1 mil
lioen) met een gewicht van 470 ton (vorig
jaar 237 ton). Griekenland nam voor
23.000 af tegen 1200 in 1943. Turkije
voor ƒ41.000 tegen ƒ35.000 vorig jaar.
De uitvoer naar het Zuidelijk halfrond
werd ongunstig beïnvloed door het besluit
der Zuid-Afrikaanse regering, de invoer
met 50 procent te beperken. In de practijk
waren de resultaten en door te late af
gifte van invoerlicenties, nog meer disas
treus: de export liep terug van 1.2 mil
lioen (410 ton) tot 220 000 (72 ton).
Australië bleef met 143.000 vrijwel gelijk,
de invoer in Nieuw Zeeland liep terug van
191.000 in 1048 tot 122.000. In Argen
tinië ondervond men eveneens moeilijk
heden met uitvoervergunningen, waardoor
de export terugliep van 438.000 tot
304.000.
De export naar Indonesië ondervond
eveneens een terugslag. Van f. 28.000 in
1948 kwam ze op nauwelijks 5500. In de
Nederlandse Antillen ging het wat beter.
"Was 1948 al bijzonder slecht (ƒ71) thans
exporteerde men weer voor 2400. In Rho
desia steeg de import van 27.000 tot
49.000. De export naar Israel, die in 1947
nog ruim 218.000 beliep, vertoonde in
1948 een daling tot ƒ2400, maar steeg in
1949 weer tot 26.000. Blijkbaar liggen hier
nog grotere mogelijkheden, wanneer de
politieke situatie opgeklaard zal zijn. Eén
afnemer, al was het ook immer een onbe
tekende, bleek in 1949 geheel van de kaart:
China.
Christelijke onderwijzers
in vergadering bijeen
Vele leden van de Vereniging van
Christelijke Onderwijzers(essen) in Ne
derland zijn naar Haarlem gekomen voor
de 97e algemene vergadering. Het eerste
deel is dank zij de goede voorbereiding van
de afdeling Kennemerland uitstekend ver
lopen.
In de tuinzalen van het Concertgebouw is
een tentoonstelling ingericht, welke de heer
P. van Nes Czn., hoofdinspecteur van het
lager onderwijs te 's Gravenhage Dinsdag
middag officieel heeft geopend. Aan deze
tentoonstelling hebben vele Nederlandse
firma's meegewerkt. Leermiddelen op al
lerlei gebied worden geëxposeerd. De ten-
toonstelling is uitsluitend bestemd voor de
bezoekers van de vergadering en is in
middels gesloten.
Om 2 uur heette de voorzitter der ver
eniging, de heer J. A. van Bennekom uit
's Gravenhage, de leden welkom en hield
een openingsrede,waarin hij sprak over
de roeping in deze tijd. De voorzitter zeide
te willen spreken tot alle leden, die steun
nodig hebben en voorts wilde hij allen op
wekken tot dankbaarheid voor de rijkdom
welke God schenkt. Ongehinderd kunnen
wij spreken en zingen op school en het
kind ten zegen zijn. Weliswaar werkt de
vereniging ook voor het verkrijgen van een
behoorlijk levenspeil, hetgeen goed en
nodig is, doch bovenal geven de leden hun
moeite en zorgen aan de opdracht welke
God gegeven heeft in de school.
De heer J. Verkruyssen uit Santpoort
begroette de gasten namens de afdeling
Kennemerland.
De voorzitter deed mededelingen over
het vormen van een jubileumfonds. In 1954
bestaat de vereniging honderd jaar. Het is
de bedoeling een bedrag bijeen te brengen
en dit te bestemmen voor de stichting van
een gebouw. Een intekenlijst heeft reeds
gecirculeerd en het resultaat was, dat de
fundamenten, van het huis reeds zijn ge
legd. Een bedrag van 2500 is opgehaald.
De vergadering was gewijd aan het on
derwerp: „Is er een oplossing voor het aan
sluitingsprobleem?" De heer L. van der
Zweep, inspecteur van het lager onderwijs
te Amsterdam had dit onderwerp in het
orgaan van de vereniging aan de orde ge
steld en hield deze midag een korte in
leiding. Hij noemde het aansluitingsonder-
wijs van groot belang en het onderwerp
is bijzonder actueel. De grondslagen van
de Nederlandse cultuur zijn er mee ge
moeid. De oplossing er van is niet gemak
kelijk. Gebleken is bijvoorbeeld, dat veertig
procent van de jeugd geen passend onder
wijs heeft genoten. Spreker zette uiteen
wat er bereikt is met verschillende soor
ten onderwijs én was van mening, dat er
veel gereorganiseerd moe't worden om een
alzijdiger ontwikkeling van de jonge
mensen te verkrijgen. Aan het vormen van
het karakter dient vooral aandacht te
worden besteed. Om dat te bereiken zeide
spreker, moet eerst een oplossing gezocht
worden voor het aansluitingsprobleem.
Van de gelegenheid om opmerkingen te
maken en vragen te stellen werd een ruim
gebruik gemaakt.
Des avonds kwamen de leden in de
Stadsschouwburg bijeen, waar het blijspel
„Zomerzotheid" vertoond werd.
Op de tweede dag is het onderwerp „Het
christelijk onderwijsdoel en de onderwijs-
verfrissing" aan de orde gesteld. De heer
H. de Boer uit Den Haag was de inleider
die de aandacht vestigde op het vormen
vah een karakter. Reeds in 1938 was het
christelijk onderwijs voorstander van ver
anderingen op onderwijsgebied en vervulde
daarbij een belangrijke rol. Na de bevrijd
ding is het vraagstuk actueler geworden en
spreker hoopte, dat het onderwijzend per
soneel van de christelijke scholen belang
stelling voor het vraagstuk zal hebben-
Bij de gedachtenwisseling vroeg een der
leden of het aanbeveling verdient bij het
christelijk onderwijs ook een schoolpsycho
loog aan te stellen, zoals er een in dienst
der gemeente Haarlem is.
Des middags heeft prof. dr. A. E. Edel-
koort uit Utrecht gesproken over „Zielszorg
aan eigen ?iel". Hij merkte op, dat de on
derwijzers de gehele dag dokteren aan de
ziel van de kinderen, met de bedoeling ze
tot bruikbare mensen van de maatschappij
te maken. Houden zij zich echter bezig met
hun eigen ziel? Zo niet, dan wordt het
hoog tijd, zeide spreker, want het is zeer
nodig. Anders lopen zij gevaar zich zelf
voorbij te lopen. Verder kan onvastigheid
van de ziel het de mensen lastig maken.
Laten wij, vervolgde spreker, de ziel ver
zorgen door Hem, Die aan en in ons het
geestelijke leven in stand wil houden.
Zonder Jezus Christus verkommert onze
ziel. Hoe dichter wij bij Hem staan des te
sterker wordt onze geest. Daarom richt ik
een raad tot allen „Leef dicht bij Jezus",
zeide spreker.
Binnenkort productie van
kogellagers in Nederland
De minister van Economische Zaken
heeft aan de Tweede Kamer meegedeeld,
dat de plannen voor de productie van ko
gellagers in Nederland thans zover zijn ge
vorderd, dat binnenkort de oprichting van
een fabriek kan worden tegemoet gezien.
Het bedrijf zal vermoedelijk in de pro- 5
vincie Utrecht worden gevestigd en nog
voor het einde van het volgende jaar op
volle toeren draaien. De productie zal voor
het grootste deel geëxporteerd kunnen
worden.
FEUILLETON
door E. Phillips Oppenheim
„Intussen was de manier van wegkomen
toch wel buitengewoon goed", zei Huney
bell. „Tien kilometer dn één wagen en toen
acht kilometer in een andere en wij alle
maal verspreid, west, oost zuid en zelfs
naar het noorden. Verschillende autonum
mers bij Iedere wisseling, en verschillende
Wegen en geen seconde te wachten. We
wisten zelf nauwelijks, waar we waren.
Hij moe' er een week over hebben gedaan,
om dat uit te denken *6n let wel, geen en-
:-el obstakel, geen wagen aangehouden geen
voord van verdenking en hier zitten we
n Londen en er is niemand onder ons, die
niet <*en klinkend alibi in zijn zak heeft".
'„Het was een prachtige aftocht", gaf
Swayles toe „maar als één van ons er in
vliegt, sleurt hij de rest mee. Waar is nu
die Thomas Ryde van jou? Dat zou ik nu
wel eens willen weten".
Er viel een schaduw over de drempel.
De twee mannen bogen zich voorover. Een
keurig uitziende, kleine man van ongeveer
middelbare leeftijd, gekleed in een goed
zittend grijs pak, met goud-omrande bril,
deukhoed en met een zorgvuldig opge
rolde parapluie over de arm, kwam met
afgemeten schreden het „restaurant" bin
nen. Hij liep onmiddellijk op de enige in
gebruik zijnde tafel af. De twee mannen
staarden hem aan, of hij een lang ver
wachte geestverschijning was. Iets dat -als
een begroeting bedoeld was, bleef Swayles
in de keel steken; zijn metgezel stak de
hand uit en wierp zijn glas om.
„Voor jullie ie& zegt", begon de nieuw
aangekomene, terwijl hij zijn hoed op een
kapstok hing, ,,moet ik mijn verontschul
digingen aanbieden voor een betreurens
waardige onnauwkeurigheid. Voor de
tweede maal sedert we onze kleine onder
neming begonnen, is de gang van zaken
niet geheel geweest, zoals voorzien was. Ir
Brighten had ik een Intelligente chauffeur.
Op sommige ogenblikken is intelligentie
echter een eigenschap, die men niet steeds
waardeert in de mensen, waarmee men in
contact komt. Ik meende daarom, dat het
het beste was om mij van hem te ontdoen
en per trein hierheen te komen".
Een uitdrukking van angst vloog over
het bleke gezicht van de jonge Amerikaan.
„U van hem ontdoen!"
„Oh, neen, niet op die manier!" protes
teerde de heer Thomas Ryde. „De situa
tie bood geen dreigende aspecten. Hij
heeft me aan boord gebracht van een
Kanaalboot van Dover naar Calais, of lie
ver, dat denkt hij, maar ik ben per trein
naar de stad gekomen. Verbeeld ik het mij
of zijn jullie beiden een beetje in de
war?"
Huneybell veegde zijn voorhoofd af,
maar zweeg. Ned Swayles kreunde.
„Kijk eens hier, meneer Ryde", legde hij
uit, „we zijn doodsbenauwd, Huneybell en
ik. Ik heb u onmiddelijk ronduit gevraagd:
Is het een schietzaakje of niet? U hc-eft
mij toen gezegd, dat ik dergelijke vragen
maar voor mij moest houden, u zwoer
zelfs, dat u nog nooit van uw leven een
revolver bij u had gehad".
„M'n beste jonge vrienden, wees nu
eens even redelijk", drong de nieuwaan-
gekomene aan. „Principes worden wel eens
door de noodzaak ter zijde geschoven. Wat
had ik anders kunnen doen? Wie had kun
nen raden, dat die arme dwaas van een
Rentoul tot middernacht in zijn laborato
rium zou blijven en dan ons bij ongeluk
tegen het lijf lopen? Daar stond hij met
zijn ene hand op geen halve meter af
stand van de centrale electrische alarm-
schel. Hij behoefde die maar even aan te
raken en je weet, wat dat zou hebben be
tekend. Je moet bovendien niet vergeten,
Huneybell, dat ondanks onze maskers jij
en ik nu niet bepaald onbekenden zijn in
de Boothroyd Fabrieken".
„Dat is zo," gaf Huneybell toe, „maar die
arme oude Michael dan?"
Een zeer licht schouderophalen was het
antwoord. Dié arme oude Michael wekte
blijkbaar niet veel sympathie op.
„Het is natuurlijk spijtig," was het koele
antwoord, „maar hij zou binnen een minuut
de poorten voor onze neus hebben doen
sluiten, als er niet onmiddellijk gehandeld
was. Maar wat ilc zeggen wilde, heeft dit
restaurant nog iets aan te bieden, dat op
voedsel lijkt?"
„We hebben coteletten besteld," ver
trouwde Huneybell hem toe. „Ze hebben
die al, ik weet niet hoe lang, voor u op het
vuur gehouden."
Thomas Ryde keek met afkeurende blik
ken om zich heen.
„Het is nu niet bepaald een plaats, die
ik op een hete zomeravond zou hebben
uitgekozen," merkte hij op, „om het slot en
besluit te vieren van een geslaagde onder
neming. Maar voor bijzondere privé-doel-
einden heeft het wel enkele voordelen."
Luigi, de kelner die er de voorkeur aan
gaf, om William genoemd te worden, Javam
binnen. Op zijn ene onderarm steunde hij
een blikken blad, waarop een afgedekte
metalen schotel stond, alsmede een paar
borden. In de andere hand droeg hij de fles
champagne. Zwijgend zette hij de schotel
op de tafel en nam het deksel er af, haalde
van een buffet een fles, die Worcester-saus
bevatte, zette zout en peper in grove glazen
potjes binnen het bereik van de bezoekers
en week toen een paar passen terug om het
resultaat van zijn arbeid van enige afstand
te bekijken.
„U heeft geen groenten besteld." herin
nerde hij. Maar dat zou ook niets gegeven
hebben, want er is niets meer."
Thomas Ryde legde een cotelette op zijn
eigen bord, schoof de andere twee door
naar zijn metgezellen en begon te eten. Met
een zeker gebaar van trots opende de kel
ner de wijnfles. Ned Swayles en Huneybell
hielden onmiddellijk hun glazen bij, maar
Thomas Ryde schudde het hoofd.
„Een grote tumbler," zei hij, wijzend op
de whiskyfles, „wat ijs en spuitwater."
„Heb geen ijs," antwoordde de kelner
onverstoorbaar. „Spuitwater in syphons."
Ryde wenkte hem om dichterbij te
komen.
„Tegenover ons." vertrouwde hij hem toe,
„net aan de overkant van de straat is een
café, waar je het wel kunt krijgen."
Hij haalde een bankbiljet te voorschijn
en na een ogenblik van aarzeling verdween
de kelner er mede.
Swayles sloeg zijn glas champagne in één
teug naar binnen en de smaak scheen hem
moed te geven. Hij wendde zich met een
j ernstig gezicht tot Ryde.
„Kijk eens hier, chef." zei hij, „wat ik
wens te weten is waar ik in dit zaakje sta.
Ik heb die brandkast voor u geopend een
I werkje dat geen enkele andere jongen in
Engeland voor u had kunnen doen en
alles, wat we gevonden hebben is zestig
duizend gulden en een hoop oude papieren.
Volgens u zou de zaak heel wat meer waard
hebben moeten zijn. U heeft mij gegaran
deerd en ontken dat nu niet, want als ilc
nijdig word, dan ben ik nog niet mis u
heeft mij gegarandeerd, dat ik vijfduizend,
pond sterling zou krijgen."
„Volkomen juist," stemde de heer Ryde
toe. „Mag ik u verzoeken mij even het zout
aan te geven? daar bij uw elleboog.
Dank u. Vijfduizend pond sterling is een
heleboel geld, maar ik moet toegeven, dat
u het verdiend hebt. Dat openen van die
brandkast was werkelijk een meester
stukje."
„Dat zal waar zijn, dat ik het verdiend
heb," stemde de jongeman een beetje ang
stig toe. „maar de vraag is. chef. krijg ik
het ook? Dat is, wat ik nu wel eens graag
wilde weten."
De heer Ryde scheen een beetje beledigd
te zijn.
„M'n waarde heer Swayles!" protesteer
de hij. „Ik kan u de verzekering geven, dat
ik er de man niet naar ben, die zijn afspra
ken niet na komt."
„Wel. waar moet het dan vandaan ko
men?" hield de ander aan. „Er zat in totaal
maar zesduizend pond in die brandkast."
(Wordt vervolgd).