C
Hoe groot het woningtekort
in Haarlem is
Toch eindelijk een goed Nederlands ballet
Vrouwen kunnen jong blijven
Koninklijke Shell maakte winst
van 128 millioen gulden
I
.Clowntje Riek
Het kostbare
deposito
Donderdag 8 Juni 1950
Een fraai staaltje van „formatie-vliegen" tijdens recente oefeningen van de Ameri
kaanse luchtmacht. Vier Lockheed F-80 straalvliegtuigen jagen met een snelheid
van 960 km. per uur vleugel aan vleugel over de N evada-woestijn.
Bouw van 1000 woningen in 1951 zou ongetwijfeld verlichting
brengen, maar. er zou toch nog een groot tekort blijven
In ons vorig nummer deelden wij op
gezag van het departement van Weder
opbouw en Volkshuisvesting mede, dat er
voor 1951 een soepeler regeling voor het
bouwen komt en er werd aan toegevoegd
dat „Haarlem als het wil en kan in 1951
duizend woningen mag bouwen".
Duizend woningen is veel. De burge
meester van Haarlem maakte de opmer
king dat veler medewerking nodig zal zijn
om dat te presteren.
En al wordt dit bereikt, dan kan men
er van verzekerd zijn dat er ook na 1951
nog een groot tekort aan huizen zal blij
ven. Maar duizend nieuwe huizen beteke
nen in elk geval een belangrijke verlich
ting. Er zouden immers heel wat mensen
mee geholpen kunnen worden. Bovendien
zou 1951 het eerste jaar zijn waarin op de
achterstand wordt ingelopen. Tot nu toe
nam de woonmisère van jaar tot jaar toe.
Op 1 Januari 1950 werd door de Weder
opbouw het acute woningtekort in Haar
lem geraamd op 5000. Nu het bouwvolume
voor 1950 beperkt blijft tot 278 woningen,
is het duidelijk dat in de loop van dit
jaar dit tekort eerder zal toe-, dan af
nemen.
Indertijd hebben wij breedvoerig uiteen
gezet wat de Wederopbouw onder acuut
woningtekort verstaat. Namelijk de geval
len van samenwoning, waarbij gezinnen
met kinderen betrokken zijn. Dat wil dus
zeggen dat er daarbij geen rekening gehou
den is met de jonggehuwden die nog geen
kinderen hebben en ook niet met de ver
loofde paren die het trouwen nog uitstel
den omdat zij er niet in slaagden woon
ruimte te vinden.
Uit dit alles blijkt dat er in Haarlem
aan nog meer nieuwe huizen behoefte is.
Burgerlijke stand van Haarlem
HAARLEM, 7 Juni 1950
ONDERTROUWD: 7 Juni, R. van Bentem
en H. M. Kesslir.g; A. M. Franssen en M. J.
H. Ipenburg; P. K. Schouw en G. Booij; A.
Binsma en T. van Til; C. F. van Nispen en G.
Muntïnga; A. J. van Kesteren en J. H. P.
Honnebier; W. J. A. M. ten Brink en A. C.
E. Huijkman; A. Barf en A. M. A. Rooijers;
A. Verboom en J. H. den Hartog; A. J. Aerts
en R. S. A. Chevalley; H. L. Bertholee en
M. E. Jacobs; O. van der Pol en M. Leunk;
P. Flieringa en W. R. de Voogt; W. Meulen-
berg en A. E. Poen; G. Staphorst en A.
Piazza; A. R. Hijma en A. Meijer; C. J. Ste-
venhaagen en C. van der Heiden; C. Polko en
M. C. Klein: H. J. A. Pies en J. Veenstra; H.
A. Hackenitz en W. F. L. M. Schnitger; H.
E. van Sehie en. C. M. J. van der Veldt; J. E.
Edens en E. Bakker.
GEHUWD: 7 Juni. W. A van der Wiele
en G. T. Eleveld; E G. van der Peijl en A.
Elfering; G. J. Jans er. M. C. Zwaneveld; N.
H. Andriesser. en M. C. H. Canoy; W. T.
Klaare en W. T. M. Gerritsen; A. C. Smit
en P. Jacobs.
BEVALLEN van een zoon: 4 Juni, E M.
DekkerBennett; 5 Juni, G. EmmerVal-
lentgoed; 6 Juni, M. van Bakkumvan Kem
pen; A. BoumanBraaksma; A. C. Boisse-
vainTyssen; M. van der Kloet'van Sta
veren; J. W. KolderieJurrema; 7 Juni, A.
M. Kuijpers—Baars.
BEVALLEN van een dochter: 5 Juni. R.
BosWatermann; 6 Juni, J. JongkindPrin
sen; A. Janzenvan Kempen; 7 Juni, W. C.
J. van Tongerenvan Es; J. ZwerusHart
man.
OVERLEDEN: 5 Juni, P. M. Doek—van
Baar. 57 j.. Voorduinstraat: T. E. van den
BoorenVermeer. 7! j., Zonnebloemstraat;
J. P. Cronau. 66 j.. Nijlstraat; 6 Juni, J. G.
van Dijkter Punt. 66 j.. Gierstraat; A. T.
de Groot. 75 j.. Schouwtjesplein: W. J van
der Holst, 21 jvan Egrnondstraat; D. E.
van Reijendamde Braber, 80 j., D. van
Hullelaan.
Bij de Volks- en Woningtelling van 31
Mei 1947 had Haarlem al 34.3 samen
wonende huishoudens. Voor Nederland
was het gemiddelde toen 29.7 Daarna
is het woningtekort in Haarlem nog sterk
toegenomen. Zo sterk zelfs dat de Weder
opbouw het acute woningtekort dat op
3i Mei 1947 op 3700 werd geschat, op
1 Januari 1950 op 5000 taxeerde. Hoewel
er geen nieuwe cijfers over de samenwo
ningen beschikbaar zijn, is het zeker dat
het percentage nu boven de 34.3 ligt.
Daartegenover staat dat in verschillende
andere gemeenten het woningtekort na
1947 wat afgenomen is.
Heel somber is ook de toestand voor de
jonggehuwden. Het Huisvestingsbureau
zoekt geen woonruimte voor hen. Zij moe
ten zelf maar kamers zoeken. Vinden zij
die dan geeft het Huisvestingsbureau een
vestigingsvergunning. Een groot deel der
jonggehuwden trekt bij ouders of familie
leden in. Komen er kinderen bij die jonge
echtparen zodat de woningtoestand, op die
kamers onhoudbaar wordt, dan gaat het
Huisvestingsbureau pas belangstelling to
nen.
Sinds de oorlogsjaren zijn in Haarlem
7000 huwelijken gesloten. Een door het
Huisvestingsbureau genomen steekproef
wees uit dat 1/3 van de jonggehuwden
er in slaagden bij vreemden kamers te
huren. Dat wil dus zeggen dat 2/3 van
die 7000 echtparen (dus ruim 5000) bij
ouders of familie zijn gaan inwonen. Een
deel hunner zal intussen door het Huis
vestingsbureau, omdat er inmiddels kin
deren gekomen zijn, zijn geholpen aan
woonruimte, maar het overgrote deel zit
daarnaar natuurlijk nog uit te kijken.
Volgens de laatste statistiek van het
Huisvestingsbureau waren daar ingeschre
ven 1318 zeer urgente en 127 onhoudbare
gevallen.
Wij wijzen op deze feiten om geen on
gegronde verwachtingen op te wekken dat
door de bouw van 1000 huizen in 1951 aan
het woningtekort een eind zal komen.
Een wijziging
in de bevolkingsstructuur
Het woningtekort blijkt een wijziging in
de bevolkingsstructuur tengevolge te heb
ben.
De bevolking van Haarlem steeg in de
laatste jaren als volgt: 1948: 2113, 1949:
1192. Maar dit is alleen bereikt omdat het
geboorteoverschot (verschil tussen ge
boorte en sterfte) net vestigingstekort nog
ver overtrof. In 1948 vertrokken er meer
Haarlemmers naar elders, dan er personen
van elders in Haarlem gingen wonen. In
1949 waren dat er zelfs 753. Over 1946
was er nog een vestigingsoverschot van
306, maar over 1939 beliep het 1753 en
over 1940: 1082.
Het vestigingstekort is natuurlijk een
uitvloeisel van de woningnood.
Op die manier gaan de zuigelingen een
belangrijke rol in de bevolkingsstructuur
spelen. Het gevolg is immers dat er in
verhouding tot de overige bevolking veel
kinderen in Haarlem zijn. In de jaren
19471950 werden er in Haarlem 10970
kinderen geboren. Op een bevolking van
160.000 zielen is dit inderdaad overwegend
als daartegenover staat dat door het vesti
gingstekort het aantal volwassenen vermin
dert. Elk jaar dat daarmee zou worden
voortgegaan doet het overschot nog toe
nemen.
Aan de Gemeente-Universiteit van Am
sterdam slaagden voor het candidaats-
examen geneeskunde mejuffrouw C. M. Th.
Blom uit Haarlem en de heer M. A. I. Vet-
haak uit Overveen.
Marianne Boudijneen stralende ontdekking
Met een geleidelijk tot een ware ovatie critisch onderzoek te onderwerpen. Laten
aanzwellend, minutenlang durend applaus
heeft het publiek gisteravond het eerste
openbare optreden van de nieuwe groep
„Ballet Recital" onder leiding van Sonia
Gaskell als onderdeel van het muziekfeest
„Kunst der Lage Landen" in de Stads
schouwburg te Arnhem beloond. Er kon
geen twijfel aan het succes bestaan. Daar
van hebben ook de talrijke bijvalsbetui
gingen bij open doek ondubbelzinnige be
wijzen geleverd. Geen wonder trouwens,
want dit debuut betekende in zekere zin
een sensatie, namelijk de ontdekking dat
wij dan toch eindelijk een ballet bezitten
dat een rijke belofte inhoudt en reeds thans
een treffende demonstratie gaf van een
betrouwbare technische scholing. Al was
er natuurlijk veel voor verbetering
vatbaar, de betrekkelijk geringe en voor
lopig nog gemakkelijk te vergeven tekort
komingen werden opgeheven door het
waarschijnlijk grootste winstpunt op de
concurrerende ensembles: de pittige, sier
lijke jeugd der medewerkenden, veertien
in getal, van wie het meerendeel ternau
wernood de kinderschoenen is ontwassen.
Waarlijk, het kostte de toeschouwer moeite
zijn geenszins verwende ogen te geloven
dat dit wonder, waai-op hij al haast niet
meer had durven hopen, zich inderdaad in
zijn eigen land voltrok. Men kan hier dus
tóch dansen!
Willen deze onmiskenbare beloften
voortgekomen uit een intensieve training
volgens harde, maar deskundige richt
lijnen geheel in vervulling gaan, dan
zullen er voldoende kansen tot optreden
geboden moeten worden teneinde het rus
tig voortwerken te verzekeren en de dan
sers gelegenheid tot het opdoen van de
onontbeerlijke toneelroutine te verschaf
fen. Hiertoe dienen als belanghebbenden
samen te werken: de regering, de directies
van de schouwburgen, de besturen van
culturele verenigingen en vooral: het pu
bliek. Er staat een groot artistiek belang
op het spel. Het is wel merkwaardig dat
bij ons evenals in Engeland een vrouw
daarmee een begin heeft gemaakt. Was het
daar Ninette de Valois (met steun van
Lilian Bayliss), hier in het Sonia Gaskell,
een Russische van geboorte, gewezen dan
seres in het ballet van de grote Diaghilew,
leerlinge van de wereldberoemde madame
Egorova en vele andere paedagogen, die
ondanks vele teleurstellingen vol heeft ge
houden tot de overwinning in zicht is ge
komen.
Een zeldzaam talent
Het ontbreken van deze routine (en van
een regisseur) werd vooral gevoeld in het
zwak geordende .eerste deel van het ope
ningsnummer Alles om een mantel" van
Sonia Gaskell bij muziek (beter geschikt
voor piano dan voor orkest) van Kees
Stokvis, een zeer levendige, maar soms wat
al te druk bewegelijke strijd om een kle
dingstuk van een reiziger tussen de kwade
elementen en de zon in de gedaante van een
jong meisje. In deze laatste rol debuteerde
de amper zestien-jarige Marianne Boudijn,
een ballerina, want deze term mag men ge
rust gebruiken, nu al, van uitzonderlijke
allure. Zo licht en met zoveel soepele gratie
heeft bij mijn weten nooit, althans in geen
jaren, een Nederlandse danseres door de
ruimte gezweefd. De gemakkelijke zeker
heid van haar attitudes, haar arabesken met
een rechte hoek naar achteren men zou
aan het opsommen van voorbeelden kun
nen blijven. Hier openbaarde zich een ta
lent, waarvoor wel eens fantastische mo
gelijkheden zouden kunnen bestaan, als zij
in staat blijkt te zijn, hetgeen haar zeer
moeilijk zal vallen, haar persoonlijkheid
even beheerst te ontwikkelen als de lijn
van haar bewegingen.
„Odysseus en Kalypso"
Het is onmogelijk om alle persoonlijke
prestaties van de jeugdige kern aan een
wij volstaan met op te merken dat de in
nerlijke dansvreugde harmonisch werd
opgevangen en geleid door een strenge
discipline. Twee of drie namen moeten niet
temin genoemd worden: Carla Lipp, Con
rad van de Weetering en de eigenlijk pas
beginnende Jaap Flier, die zich ook in het
slotnummer „Oud Amsterdams Prenten
boek" van Pieter van der Sloot onder
scheidden. Vooral de laatste twee delen
van dit divertissement (De Spaanse Bra
bander en Ijsvermaak) vormden een jolig
en zwierig schouwspel, zonder veel pre-
tenfie, onsamenhangend, maar schuimend
van geestige vitaliteit.
Choreografisch hoogtepunt van deze
avond werd het korte ballet „Odysseus en
Kalypso" op speciaal gecomponeerde mu
ziek van Arnold Juda, door Sonia Gaskell
gezet in een strak volgehouden neo-klas-
sieke stijl met een zeer mooi adagio als
middendeel. Pieter van de Sloot, Louki van
Oven, Marie-Jeanne van der Veen en Maria
Huisman, reeds bekenden van de ballet-
minnenden, vervulden de vier rollen naar
wens. Over het algemeen zijn de voorberei
dingen tot de grote figuren niet zeer ge
slaagd, omdat ze geen organische verbin-
dingen vormen en daardoor de spanning in
gevaar brengen. De drie eerstgenoemden
voerden ook een „Pas de trois classique"
uit, op muziek van Amory, ontworpen door
Pieter van der Sloot en door hem zelf
met een verend ballon en verrassende ele
vatie gedanst.
Voor de begeleidingen zorgde het Gel
ders Orkest onder directie van Leo
Pappenheim, niet altijd even gelukkig,
maar met veel toewijding. De tijd voor de
repetities schijnt ..beperkt geweest te zijn.
Tenslotte een woord van hulde aan de
stichting „Sonsbeek" in Arnhem die het
initiatief tot deze manifestatie heeft ge
nomen.
DAVID KONING.
ADVERTENTIE
Grootste ontdekking op schoonheidsgebied
sedert 1863
Sommige vrouwen schijnen altijd jong te
blijven, maar wanneer men aan haar denkt,
is het hoofdzakelijk het gelaat, dat men
zich herinnert. Een vrouw met een frisse,
gave, zachte gelaatshuid is onveranderlijk
een charmante en aantrekkelijke ver
schijning.
Per jaar worden over de gehele wereld
dan ook millioenen en milhoenen guldens
besteed aan gelaatsverzorging. Gebleken is
echter, dat een bijzonder zuivere zeep
minstens zoveel uitricht als een kostbare
Clubkampioenschappen
Judo in Haarlem
Aanstaande Zondagmiddag zullen in het
Concertgebouw de Nederlandse clubkam
pioenschappen worden gehouden, waaraan
door zeven teams van vijf man, voorname
lijk uit het Westen des lands, zal worden
deelgenomen. Zoals bekend wint deze sport,
die is ontstaan uit de zelfverdedigingsmetho
de van het Jiu-Jitsu steeds meer aan popu
lariteit en het ligt in de verwachting dat
Judo-enthousiasten uit het hele land Zondag
naar Haarlem zullen komen om de wed
strijden en de demonstraties te zien. Want
er worden naast de wedstrijden ook
demonstraties gegeven in Jiu-Jitsu en straat-
vechten en bovendien komen vijf Franse
„zwarte bandhouders" waaronder de
Franse kampioen Jean de Herdt op de
mat om het tegen de Hollandse cracks, zoals
Nauwelaerts de Agé, op te nemen.
De voorrondes van deze wedstrijden wor
den 's ochtends gehouden. De officiële wed
strijden beginnen 's middags. Het belooft een
interessante dag te worden, waarin men het
beste in deze sport, die zich niet baseert op
brute kracht, maar op behendigheid en
souplesse, te zien zal krijgen.
Een reus van zestig jaar
Ter gelegenheid van haai- zestig
jarig bestaan is de „Koninklijke Shell"
in pontificaal op het jaarlijks versla
genfestijn verschenen. Op zwaar pa
pier gedrukt en met tal van interes
sante afbeeldingen verlucht, geeft ver-
slag-1949 een kort resumé van de
indrukwekkende ontwikkeling van dit
machtig concern, dat zijn ontstaan
dankt aan de oud-Hollandse onder
nemingsgeest, waarvan mannen als
J. B. Aug. Kessler Sr., H. W. A.
Deterding, jhr. H. Loudon en anderen
de exponenten waren. Van een maat
schappij met een kapitaal van
ƒ1.300.000 en één concessie op Suma
tra, is de Koninklijke gegroeid tot een
concern met ruim 900 millioen ge
stort kapitaal, een concern, dat zijn
arbeidsveld heeft uitgebreid over vrij
wel de gehele wereld, een phenomeen,
dat in het Nederlandse bedrijfsleven
zijn weerga niet vindt.
Voor de kinderen
„Ziezo, zei hij vriendelijk. Ik denk dat 'n kopje thee je wel zal smaken, na je
zwerftocht!"
Onder het theedrinken zaten ze gezellig tezamen aan de tafel en ze praatten wat. Over
het leven van de Kabouters in het bos en 'n heleboel andere dingen. De Kabouter
(Pilon heette hij) was een gezellig kereltje en ze waren al direct goeie vrienden
met hem.
„Wat een gezellig huisje hebt U hier!" zei Bunkie.
„Ja," zei Pilon. „We leven hier erg prettig in het bos. We hebben er ons werk met
elkaar §n we zorgen altijd voor een goede voorraad eten tegen de tijd dat de winter
begint en het koud wordt. Maar 's winters hebben we 't dan ook erg gezellig onder
elkaar....". „Maar jullie zult wel slaap hebben zo langzamerhand. Zal ik je naar
je slaapkamertje brengen?"
Daar voelden ze eigenlijk gezegd wel veel voor.
Pilon bracht ze naar een trapje, dat ze moesten opklimmen.
Met nadruk wijst de directie er op dat
voor de bloei van internationale bedrijven
als de Koninklijke in de eerste plaats vrij
heid van beweging, een stabiele en in
wisselbare muntsoort en een redelijke en
logische fiscale wetgeving nodig zijn en dat
van dit alles volgens haar helaas weinig is
overgebleven.
In het verslag komen afzonderlijke arti
kelen voor over de financiële positie van
de Koninklijke-Shellgroep, de wereldolie-
positie, de opsporing, de winning, de ver
werking, het vervoer te water en de ver
koop der producten.
Wij stippen daaruit aan dat de groep in
1949 een netto-winst behaalde vaar 425
millioen tegen ƒ380 millioen in 1948 en
dat de groepsmaatschappijen over 1949
131 millioen als dividend aan de moeder
maatschappijen uitkeren, waarvan de
Koninklijke 60 procent, d.i. ƒ78,6 millioen
ontvangt.
Inclusief het saldo van 1948 ad 38,1 mil
lioen bedraagt de totale winst in 1949
128 millioen, waarvan 120.7 millioen als
saldo-winst resteert. Hiervan blijft weer
38 millioen onverdeeld en wordt op de
gewone aandelen 9 procent dividend uit
gekeerd, evenals over 1948.
Voor de totale bedrijfsrentabiliteit van
het concern zeggen deze cijfers weinig,
omdat de winst van de moedermaatschap
pijen het resultaat is van wat de talloze
dochtermaatschappijen aan haar uitkeren
en niet bekend is wat deze voordien heb
ben afgeschreven en gereserveerd.
Machtige reserves
Dat men hier te doen heeft met een on
dernemingscombinatie, welke over mach
tige reserves beschikt, blijkt o.m. hieruit
dat de beurswaarde van het bezit dei-
Groep in vennootschappen, waarvan de
aandelen aan de markt zijn, VA milliard
bedraagt bij een boekwaarde van 377
millioen. Terwijl de wereldproductie van
ruwe olie en gasbenzine van 489.5 mil
lioen ton in 1948 tot 487.5 millioen ton in
1949 daalde, ging de productie van de
Groep van 48.5 millioen ton in 1948 tot
52.3 millioen ton in 1949 vooruit. De pro
ductie in Nederland steeg van 250.000 ton
in 1948 tot 310.000 ton in 1949, doordien
het productieve areaal van het Veld
Schoonebeek belangrijk werd uitgebreid.
Het belangrijkste productiegebied blijft
Venezuela, dat in 1949 21.85 millioen ton
opleverde.
De zeegaande tankervloot van de Kon.
Shell beliep ultimto 1949, inclusief de sche-
schoonheidskuur. De zuiverheid van
Castella Schoonheidszeep wordt thans ten
top gevoerd door middel van de z.g.
Sharples-installatie, die werkt met een
kracht, 14Q.00 malen groter dan bij het
normale zeepzieden wordt toegepast: de
grootste omwenteling in de zeepindustrie
sedert 1863. Castella is dan ook voorbeeldig
zuiver het royale schuim is koesterend en
actief 'en zacht. Huidverjongende olièn,
rijkelijk in Castella verwerkt, hergeven
zelfs vermoeide huidweefsels hun volle
veerkracht. Binnen zeven dagen reeds kon
digen zich duidelijke resultaten aan. Iedere
vrouw kan nu mooi zijn.
Voetbal
Fins elftal tegen Nederland
Het Finse elftal dat Zondag 11 Juni tegen
Nederland speelt, is als volgt samengesteld:
Doel: Olavia Laaksonen (Turun Toverit).
Achter: Kurt Martin (Idrotts Foreningen
Kamraterna Vasa); N. Stig Goeran Myntti
(VIFK).
Midden: Veikko Asikainen (Vaikeakosken
Haka) aanvoerder; Tapio Pylkkonen (Pon-
nistus) en Erik Beijar (VIFK)
Voor: Jorma Vaihela (Rosen Lewin Urhei-
lijat 1938): Aulis Rytkoenen (Kuopoin Pal-
loseura); Yrjoe Asikainen (lives Kissat),
Ole Tolpe (VIFK) en Kalevi Lehtovirta
(Turum Veikot).
Reserves zijn: Tuure Sarnolaa. Mauno
Lehtinen, Mauritz Schick, Asseri Salo, Per
Erik Haegg.
H.F.C. speelt om half vijf
Wij vernemen dat in afwijking van het be
sluit van de K. N. V. B. de promotie-wed
strijd Blauw ZwartHFC zal worden
gespeeld op Zondag 11 Juni des namiddags
half vijf op het terrein van Blauw Zwart,
gelegen te Wassenaar aan de Katwijksevveg
tegenover Duinrell.
E.D.O. klopte R.C.H. met 2—0
In de strijd om het kampioenschap van
Haarlem heeft EDO de tweede ontmoeting
met RCH gewonnen. Werden verleden week
de puntjes door een gelijk spel (22) ge
deeld. thans won EDO met 2—0 en komt
thans'in de finale tegen VSV welke wedstrijd
waarschijnlijk de volgende week Woensdag
wordt gespeeld.
EDO maakte wederom een goede indruk
al was ook ditmaal RCH technisch wel de
sterkste. De sterke achterhoede van EDO
met doelman Van den Berg als uitblinker,
onderbrak de aanvallen der thuisclub. Bo
vendien werd er slecht geschoten. Aan de
andere kant was vooral Roodselaar goed op
dreef en toen hij een kans kreeg passeerde
hij doelman Van der Vliet .(01).
RCH trachtte het spel te forceren en in
derdaad werden de aanvallen van RCH tal
rijker en gevaarlijker maar doelpunten
bleven uit. Eenmaal verwerkte Van den
Berg een hard schot van Biesbrouck zeer
fraai.
In de tweede helft was de strijd weer even
interessant als voor de pauze en het EDO-
doel kwam herhaaldelijk in gevaar. Met
schieten waren De Wette en Biesbrouck
echter niet gelukkig. Toen bij een plotse
linge doordraak van EDO Hellingman op de
linkervleugel de bal vrij kreeg plaatste hij
het leer prachtig voor doel waar Roodselaar
gereed stond om met een fraaie kopbal de
stand op 0—2 te brengen. Hoewel RCH
hierna nog krachtige pogingen deed om de
achterstand in te lopen onderging de score
geen wijziging meer, zodat EDO zich door een
zege in de finale plaatste.
Nederlands militair elftal
verloor met 4—1 van België
Ter gelegenheid van het internationaal
militair voetbaltournooi werd te Rotterdam
de wedstrijd NederlandBelgië gespeeld. De
Belgen wonnen met 41 nadat de rust met
20 was ingegaan. Nederland komt Dins
dagavond op het terrein van „Haarlem" in
de verliezersronde uit.
Waterpolo
H.P.C.V.Z.V. 4—3
De eerste competitiewedstrijd tussen de
ploegen van HPC en de Velser Zwem
vereniging is een aantrekkelijke strijd ge
worden, met wisselende kansen. Tjebbes gaf
HPC de leiding, waarna Swier uit een straf-
worp gelijk maakte. Prager bezorgde HPC
een voorsprong, welke door VZV opnieuw te
niet werd gedaan. Dijkstra had met een ver
schot succes (32). Kort daarop zag Prager
kans de stand op 42 in het voordeel van
HPC te brengen. VZV gaf zich echter niet
gewonnen. Na enkele vei-geefse aanvallen
slaagde Swier er in de achterstand tot 43
te verkleinen.
De laatste minuten verstreken in grote
spanning. Toen de scheidsrechter het einde
floot had HPC een zwaar bevochten over
winning behaald.
pen in aanbouw 2.342.000 ton draagver-
mogen tegen 1.393.000 ton ultimo 1945.
Het over de gehele wereld verspreide
aantal werkers in dienst van de Groep
bedraagt thans meer dan een kwart mil
lioen.
De directie vestigt in haar overzicht de
aandacht op de gemakkelijke wijze waar
op olie als verbruiksartikel wordt belast,
waardoor de kostprijs van allerlei goede
ren wordt verhoogd en de concurrentie op
de wereldmarkt voor de fabrikanten
wordt bemoeilijkt.
Zolang deze beperkingen en hoge hef
fingen van kracht zijn, kan de olie-indus
trie haar volle bijdrage tot het wereldher
stel niet leveren.
FEUILLETON
door E. Phillips Oppenheim
8)
Wij zijn bijna vreemden voor elkaar, want
deze onderneming eiste zeer verschillende
bekwaamheden. Vandaar onze kleine asso
ciatie. Wij slaagden. De schat, die wij in
ons bezit gekregen hebben, is voor ieder
van ons een fortuin waard, maar is niet
onmiddellijk te realiseren. Een sleutel voor
dat fortuin ligt iiv.het pakket, dat ik hier
bij mij heb een feit, dat u zelf onge
twijfeld reeds begrepen zult hebben."
„Het leek mij zeer waarschijnlijk," gaf
le heer Hogg foe.
Het resultaat van ons werk aldus
:yde is. laag geschat, ongeveer een mil-
loen pond sterling waard. En is nu, vraag
;k u, dat wederzijdse wantrouwen, zo ge
heel ongemotiveerd?
Zijn er ergens ter wereld vijf of zes
mensen te vinden, die bereid zouden zijn
elkaar te vertrouwen voor een zesde deel
van een millioen pond? Ik zou u die vraag
in ernstige overweging willen geven."
„Ik zie, waar u heen wilt," mompelde
de ander. „Om het eens rondweg te zeg
gen: u kunt het niet met u zelf eens wor
den, aan wie de sleutel moet worden toe
vertrouwd."
„U slaat de spijker op de kop," was het
prompte antwoord.
„U zoudt ieder een sleutel kunnen krij
gen, als u dat zoudt willen," was het iet
wat aarzelend gegeven voorstel van de
heer Hogg.
Een onderdrukt gelach, dat een zekere
cynische ondertoon had, klonk door de
kamer.
„En wie van ons denkt u, meneer," vroeg
Thomas Ryde, „zou rustig in zijn bed sla
pen in de wetenschap, dat nog vier anderen
een sleutel zouden hebben, die toegang tot
de schatkamer geeft?
Wij zijn menselijke wezens, meneer Hogg
en wij hebben reeds gesproken over ons
wederzijdse wantrouwen. Uw voorstel lost
onze moeilijkheid niet op."
„Heeft u zelf reeds enig idee, hoe u de
zaak wilt oplossen?"
„Globaal gesproken is dit mijn idee," zei
Thomas Ryde, een vel schrijfpapier uit een
standaard op de tafel nemend. „U geeft
ons een formeel regu voor ons depót en
u houdt zelf de sleutel van de safe. Het
regu zou dan in zes stukken geknipt moe
ten worden, waarvan ik er twee zou krij
gen een voor mij en een voor de heer
X terwijl mijn vrienden hier de andere
vier zouden nemen. U zoudt daarop op u
moeten nemen om de sleutel alleen af te
geven, wanneer u het regu in zijn geheel,
aan elkaar geplakt, of ook compleet in
stukken zou worden overhandigd."
De heer Hogg dacht enkele ogenblikken
na.
„Het zou dus niet nodig zijn, dat u alle
maal aanwezig waart om de delen van het
regu persoonlijk aan te bieden?"
„Zeer zeker niet," antwoordde Thomas
Ryde. „Er zouden zich omstandigheden
kunnen voordoen, waardoor dit practisch
onmogelijk werd. Een van ons kon wel
dood zijn, of in het ziekenhuis, of eh
op een andere manier niet in staat zijn
te verschijnen. Het enige punt, waar het
voor u op aankomt, is dat de zes stukken
van het regu geproduceerd moeten worden
en door u worden herkend als vormende
te samen het origineel. U geeft dan de
sleutel over en daarmee is uw verantwoor
delijkheid afgelopen."
De heer Hogg leunde achterover in zijn
stoel en slingerde zijn lorgnet aan het
koord heen en weer. Hij was het er met
zichzelf reeds over eens, dat de inhoud van
het pakket waarschijnlijk uit vals bank
papier of uit van een inbraak afkomstige
juwelen bestond. Zijn eigen verantwoorde
lijkheid in deze aangelegenheid was ech
ter niet groot.
„Het is het eigenaardigste voorstel, dat
mij nog ooit gedaan is," zei hij. „Ik zou
graag iets meer van u willen weten, heren.
Een pakket, dat een millioen pond waard
is, is geen lichte verantwoording."
„In naam van mijn compagnons en van
mijzelf," gaf Thomas Ryde toe, „zal ik
openhartig met u praten. Wij zijn een ge
zelschap avonturiers.'
Er klonk een gemompel van veront
waardigde en geïrriteerde ontkenning, die
de spreker geheel negeerde.
„Maar," ging hij voort, „min of meer
eerlijke avonturiers. Wij hebben alles, wat
wij ter wereld bezaten gerisqueerd om de
inhoud van dit pakket te verwerven.
„Wij zijn geen stromannen, meneer
Hogg."
„Mag ik dat pakket eens zien?" vroeg
deze.
Zijn vrienden vormden een kleine halve
cirkel om hem heen, toen Thomas Ryde
het pakje, dat hij droeg en dat in bruin
papier'gewikkeld was en voorzien van ver
schillende zegels, op de tafel legde De heer
Hogg woog het even in zijn handen en
luisterde er een ogenblik nauwkeurig naar.
Het was in geen velden of wegen zo
zwaar, dat er een helse machine in zou
kunnen zitten en voor zover hij dit zo
oppervlakkig kon bepalen bevatte het niets
dan papieren. Hij besloot bij zichzelf, dat
zijn eerste veronderstelling wel juist ge
weest zou zijn.
„Uitstekend, heren," stemde hij toe.
„Onze tarieven voor het huren van een
safe voor een periode van drie maanden
voor korter tijd verhuren wij die niet
is vijftig pond. Als u mij dat bedrag
wilt overhandigen, zal ik een officieel regu
uitschrijven."
Thomas Ryde haalde tien biljetten van
vijf pond te voorschijn, maakte een aan
tekening betreffende deze uitgave in zijn
zakagenda en bekeek met welgevallen het
hem overhandigde regu. Hij legde dit op
tafel en stond op.
„Ik zou nu nog een laatste dienst van
u willen vragen, meneer," zei hij. „Zoudt
u zo vriendelijk willen zijn, dat papier in
zes stukken te scheuren.
Dan kimt u mij twee stukken geven en
aan ieder van de andere heren één."
De heer Hogg voldeed aan het verzoek,
deed ieder afgescheurd stuk in een enve
loppe en overhandigde deze aan zijn be
zoekers.
„Ik zou willen zeggen," merkte hij op,
„dat ik wel eens enige eigenaardige cliën
ten hier ontvangen heb, maar ik geloof,
dat u, heren, de vreemdste zijt, die ik nog
ooit hier gehad heb. Wilt u mij nu maar
even volgen, dan zullen wij uw schat gaan
deponeren."
Hij drukte op een bel en geëscorteerd
door een paar stevige beambten, die meer
het uiterlijk hadden van gevangeniscipiers
dan van employées van een handelsonder
neming, leidde de heer Hogg zijn vijf be
zoekers naar de onderaardse gewelven van
het gebouw.
Zij gingen de ene massief stalen deur
na de andere door, die ieder weer van een
ander type slot waren voorzien, tot zij
zich in een vierkante ruimte bevonden,
waarvan zelfs de vloer van het een of
andere zware metaal was gemaakt. De
safe-loketien waren in de muren inge
bouwd en boven ieder loket was een num
mer in lichtgevende verf aangebracht. De
heer Hogg bleef staan voor loket 14 en
stak een sleutel in een klein slot.
Hij draaide de sleutel eenmaal om en
onmiddellijk weerklonk er het hevig ge
rinkel van een bel.
„Op dit ogenblik", ging hij voort, ter
wijl hij nog steeds zijn hand op de sleutel
hield, „gaat er een paars licht aan in het
bediendenkantoor en in mijn kamer. Nu
gaan we verder".
Weer draaide hij de sleutel om. De bel
zweeg, maar een lang schel gefluit weer
klonk door het gebouw. De deur van het
loket ging open. het pakket werd gedepo
neerd en de deur weer gesloten, waarna
het lawaai ophield.
„U kunt zich er van verzekerd houden,
heren", zei de heer Hogg, terwijl hij zijn
bezoekers voorging naar de lift. „dat uw
depót van een milüoen zo veilig is, al3
men het menselijkerwijze gesproken
slechts stellen kan".
(Wordt vervolgd).