C Hoe groot het woningtekort in Haarlem is Toch eindelijk een goed Nederlands ballet Vrouwen kunnen jong blijven Koninklijke Shell maakte winst van 128 millioen gulden I .Clowntje Riek Het kostbare deposito Donderdag 8 Juni 1950 Een fraai staaltje van „formatie-vliegen" tijdens recente oefeningen van de Ameri kaanse luchtmacht. Vier Lockheed F-80 straalvliegtuigen jagen met een snelheid van 960 km. per uur vleugel aan vleugel over de N evada-woestijn. Bouw van 1000 woningen in 1951 zou ongetwijfeld verlichting brengen, maar. er zou toch nog een groot tekort blijven In ons vorig nummer deelden wij op gezag van het departement van Weder opbouw en Volkshuisvesting mede, dat er voor 1951 een soepeler regeling voor het bouwen komt en er werd aan toegevoegd dat „Haarlem als het wil en kan in 1951 duizend woningen mag bouwen". Duizend woningen is veel. De burge meester van Haarlem maakte de opmer king dat veler medewerking nodig zal zijn om dat te presteren. En al wordt dit bereikt, dan kan men er van verzekerd zijn dat er ook na 1951 nog een groot tekort aan huizen zal blij ven. Maar duizend nieuwe huizen beteke nen in elk geval een belangrijke verlich ting. Er zouden immers heel wat mensen mee geholpen kunnen worden. Bovendien zou 1951 het eerste jaar zijn waarin op de achterstand wordt ingelopen. Tot nu toe nam de woonmisère van jaar tot jaar toe. Op 1 Januari 1950 werd door de Weder opbouw het acute woningtekort in Haar lem geraamd op 5000. Nu het bouwvolume voor 1950 beperkt blijft tot 278 woningen, is het duidelijk dat in de loop van dit jaar dit tekort eerder zal toe-, dan af nemen. Indertijd hebben wij breedvoerig uiteen gezet wat de Wederopbouw onder acuut woningtekort verstaat. Namelijk de geval len van samenwoning, waarbij gezinnen met kinderen betrokken zijn. Dat wil dus zeggen dat er daarbij geen rekening gehou den is met de jonggehuwden die nog geen kinderen hebben en ook niet met de ver loofde paren die het trouwen nog uitstel den omdat zij er niet in slaagden woon ruimte te vinden. Uit dit alles blijkt dat er in Haarlem aan nog meer nieuwe huizen behoefte is. Burgerlijke stand van Haarlem HAARLEM, 7 Juni 1950 ONDERTROUWD: 7 Juni, R. van Bentem en H. M. Kesslir.g; A. M. Franssen en M. J. H. Ipenburg; P. K. Schouw en G. Booij; A. Binsma en T. van Til; C. F. van Nispen en G. Muntïnga; A. J. van Kesteren en J. H. P. Honnebier; W. J. A. M. ten Brink en A. C. E. Huijkman; A. Barf en A. M. A. Rooijers; A. Verboom en J. H. den Hartog; A. J. Aerts en R. S. A. Chevalley; H. L. Bertholee en M. E. Jacobs; O. van der Pol en M. Leunk; P. Flieringa en W. R. de Voogt; W. Meulen- berg en A. E. Poen; G. Staphorst en A. Piazza; A. R. Hijma en A. Meijer; C. J. Ste- venhaagen en C. van der Heiden; C. Polko en M. C. Klein: H. J. A. Pies en J. Veenstra; H. A. Hackenitz en W. F. L. M. Schnitger; H. E. van Sehie en. C. M. J. van der Veldt; J. E. Edens en E. Bakker. GEHUWD: 7 Juni. W. A van der Wiele en G. T. Eleveld; E G. van der Peijl en A. Elfering; G. J. Jans er. M. C. Zwaneveld; N. H. Andriesser. en M. C. H. Canoy; W. T. Klaare en W. T. M. Gerritsen; A. C. Smit en P. Jacobs. BEVALLEN van een zoon: 4 Juni, E M. DekkerBennett; 5 Juni, G. EmmerVal- lentgoed; 6 Juni, M. van Bakkumvan Kem pen; A. BoumanBraaksma; A. C. Boisse- vainTyssen; M. van der Kloet'van Sta veren; J. W. KolderieJurrema; 7 Juni, A. M. Kuijpers—Baars. BEVALLEN van een dochter: 5 Juni. R. BosWatermann; 6 Juni, J. JongkindPrin sen; A. Janzenvan Kempen; 7 Juni, W. C. J. van Tongerenvan Es; J. ZwerusHart man. OVERLEDEN: 5 Juni, P. M. Doek—van Baar. 57 j.. Voorduinstraat: T. E. van den BoorenVermeer. 7! j., Zonnebloemstraat; J. P. Cronau. 66 j.. Nijlstraat; 6 Juni, J. G. van Dijkter Punt. 66 j.. Gierstraat; A. T. de Groot. 75 j.. Schouwtjesplein: W. J van der Holst, 21 jvan Egrnondstraat; D. E. van Reijendamde Braber, 80 j., D. van Hullelaan. Bij de Volks- en Woningtelling van 31 Mei 1947 had Haarlem al 34.3 samen wonende huishoudens. Voor Nederland was het gemiddelde toen 29.7 Daarna is het woningtekort in Haarlem nog sterk toegenomen. Zo sterk zelfs dat de Weder opbouw het acute woningtekort dat op 3i Mei 1947 op 3700 werd geschat, op 1 Januari 1950 op 5000 taxeerde. Hoewel er geen nieuwe cijfers over de samenwo ningen beschikbaar zijn, is het zeker dat het percentage nu boven de 34.3 ligt. Daartegenover staat dat in verschillende andere gemeenten het woningtekort na 1947 wat afgenomen is. Heel somber is ook de toestand voor de jonggehuwden. Het Huisvestingsbureau zoekt geen woonruimte voor hen. Zij moe ten zelf maar kamers zoeken. Vinden zij die dan geeft het Huisvestingsbureau een vestigingsvergunning. Een groot deel der jonggehuwden trekt bij ouders of familie leden in. Komen er kinderen bij die jonge echtparen zodat de woningtoestand, op die kamers onhoudbaar wordt, dan gaat het Huisvestingsbureau pas belangstelling to nen. Sinds de oorlogsjaren zijn in Haarlem 7000 huwelijken gesloten. Een door het Huisvestingsbureau genomen steekproef wees uit dat 1/3 van de jonggehuwden er in slaagden bij vreemden kamers te huren. Dat wil dus zeggen dat 2/3 van die 7000 echtparen (dus ruim 5000) bij ouders of familie zijn gaan inwonen. Een deel hunner zal intussen door het Huis vestingsbureau, omdat er inmiddels kin deren gekomen zijn, zijn geholpen aan woonruimte, maar het overgrote deel zit daarnaar natuurlijk nog uit te kijken. Volgens de laatste statistiek van het Huisvestingsbureau waren daar ingeschre ven 1318 zeer urgente en 127 onhoudbare gevallen. Wij wijzen op deze feiten om geen on gegronde verwachtingen op te wekken dat door de bouw van 1000 huizen in 1951 aan het woningtekort een eind zal komen. Een wijziging in de bevolkingsstructuur Het woningtekort blijkt een wijziging in de bevolkingsstructuur tengevolge te heb ben. De bevolking van Haarlem steeg in de laatste jaren als volgt: 1948: 2113, 1949: 1192. Maar dit is alleen bereikt omdat het geboorteoverschot (verschil tussen ge boorte en sterfte) net vestigingstekort nog ver overtrof. In 1948 vertrokken er meer Haarlemmers naar elders, dan er personen van elders in Haarlem gingen wonen. In 1949 waren dat er zelfs 753. Over 1946 was er nog een vestigingsoverschot van 306, maar over 1939 beliep het 1753 en over 1940: 1082. Het vestigingstekort is natuurlijk een uitvloeisel van de woningnood. Op die manier gaan de zuigelingen een belangrijke rol in de bevolkingsstructuur spelen. Het gevolg is immers dat er in verhouding tot de overige bevolking veel kinderen in Haarlem zijn. In de jaren 19471950 werden er in Haarlem 10970 kinderen geboren. Op een bevolking van 160.000 zielen is dit inderdaad overwegend als daartegenover staat dat door het vesti gingstekort het aantal volwassenen vermin dert. Elk jaar dat daarmee zou worden voortgegaan doet het overschot nog toe nemen. Aan de Gemeente-Universiteit van Am sterdam slaagden voor het candidaats- examen geneeskunde mejuffrouw C. M. Th. Blom uit Haarlem en de heer M. A. I. Vet- haak uit Overveen. Marianne Boudijneen stralende ontdekking Met een geleidelijk tot een ware ovatie critisch onderzoek te onderwerpen. Laten aanzwellend, minutenlang durend applaus heeft het publiek gisteravond het eerste openbare optreden van de nieuwe groep „Ballet Recital" onder leiding van Sonia Gaskell als onderdeel van het muziekfeest „Kunst der Lage Landen" in de Stads schouwburg te Arnhem beloond. Er kon geen twijfel aan het succes bestaan. Daar van hebben ook de talrijke bijvalsbetui gingen bij open doek ondubbelzinnige be wijzen geleverd. Geen wonder trouwens, want dit debuut betekende in zekere zin een sensatie, namelijk de ontdekking dat wij dan toch eindelijk een ballet bezitten dat een rijke belofte inhoudt en reeds thans een treffende demonstratie gaf van een betrouwbare technische scholing. Al was er natuurlijk veel voor verbetering vatbaar, de betrekkelijk geringe en voor lopig nog gemakkelijk te vergeven tekort komingen werden opgeheven door het waarschijnlijk grootste winstpunt op de concurrerende ensembles: de pittige, sier lijke jeugd der medewerkenden, veertien in getal, van wie het meerendeel ternau wernood de kinderschoenen is ontwassen. Waarlijk, het kostte de toeschouwer moeite zijn geenszins verwende ogen te geloven dat dit wonder, waai-op hij al haast niet meer had durven hopen, zich inderdaad in zijn eigen land voltrok. Men kan hier dus tóch dansen! Willen deze onmiskenbare beloften voortgekomen uit een intensieve training volgens harde, maar deskundige richt lijnen geheel in vervulling gaan, dan zullen er voldoende kansen tot optreden geboden moeten worden teneinde het rus tig voortwerken te verzekeren en de dan sers gelegenheid tot het opdoen van de onontbeerlijke toneelroutine te verschaf fen. Hiertoe dienen als belanghebbenden samen te werken: de regering, de directies van de schouwburgen, de besturen van culturele verenigingen en vooral: het pu bliek. Er staat een groot artistiek belang op het spel. Het is wel merkwaardig dat bij ons evenals in Engeland een vrouw daarmee een begin heeft gemaakt. Was het daar Ninette de Valois (met steun van Lilian Bayliss), hier in het Sonia Gaskell, een Russische van geboorte, gewezen dan seres in het ballet van de grote Diaghilew, leerlinge van de wereldberoemde madame Egorova en vele andere paedagogen, die ondanks vele teleurstellingen vol heeft ge houden tot de overwinning in zicht is ge komen. Een zeldzaam talent Het ontbreken van deze routine (en van een regisseur) werd vooral gevoeld in het zwak geordende .eerste deel van het ope ningsnummer Alles om een mantel" van Sonia Gaskell bij muziek (beter geschikt voor piano dan voor orkest) van Kees Stokvis, een zeer levendige, maar soms wat al te druk bewegelijke strijd om een kle dingstuk van een reiziger tussen de kwade elementen en de zon in de gedaante van een jong meisje. In deze laatste rol debuteerde de amper zestien-jarige Marianne Boudijn, een ballerina, want deze term mag men ge rust gebruiken, nu al, van uitzonderlijke allure. Zo licht en met zoveel soepele gratie heeft bij mijn weten nooit, althans in geen jaren, een Nederlandse danseres door de ruimte gezweefd. De gemakkelijke zeker heid van haar attitudes, haar arabesken met een rechte hoek naar achteren men zou aan het opsommen van voorbeelden kun nen blijven. Hier openbaarde zich een ta lent, waarvoor wel eens fantastische mo gelijkheden zouden kunnen bestaan, als zij in staat blijkt te zijn, hetgeen haar zeer moeilijk zal vallen, haar persoonlijkheid even beheerst te ontwikkelen als de lijn van haar bewegingen. „Odysseus en Kalypso" Het is onmogelijk om alle persoonlijke prestaties van de jeugdige kern aan een wij volstaan met op te merken dat de in nerlijke dansvreugde harmonisch werd opgevangen en geleid door een strenge discipline. Twee of drie namen moeten niet temin genoemd worden: Carla Lipp, Con rad van de Weetering en de eigenlijk pas beginnende Jaap Flier, die zich ook in het slotnummer „Oud Amsterdams Prenten boek" van Pieter van der Sloot onder scheidden. Vooral de laatste twee delen van dit divertissement (De Spaanse Bra bander en Ijsvermaak) vormden een jolig en zwierig schouwspel, zonder veel pre- tenfie, onsamenhangend, maar schuimend van geestige vitaliteit. Choreografisch hoogtepunt van deze avond werd het korte ballet „Odysseus en Kalypso" op speciaal gecomponeerde mu ziek van Arnold Juda, door Sonia Gaskell gezet in een strak volgehouden neo-klas- sieke stijl met een zeer mooi adagio als middendeel. Pieter van de Sloot, Louki van Oven, Marie-Jeanne van der Veen en Maria Huisman, reeds bekenden van de ballet- minnenden, vervulden de vier rollen naar wens. Over het algemeen zijn de voorberei dingen tot de grote figuren niet zeer ge slaagd, omdat ze geen organische verbin- dingen vormen en daardoor de spanning in gevaar brengen. De drie eerstgenoemden voerden ook een „Pas de trois classique" uit, op muziek van Amory, ontworpen door Pieter van der Sloot en door hem zelf met een verend ballon en verrassende ele vatie gedanst. Voor de begeleidingen zorgde het Gel ders Orkest onder directie van Leo Pappenheim, niet altijd even gelukkig, maar met veel toewijding. De tijd voor de repetities schijnt ..beperkt geweest te zijn. Tenslotte een woord van hulde aan de stichting „Sonsbeek" in Arnhem die het initiatief tot deze manifestatie heeft ge nomen. DAVID KONING. ADVERTENTIE Grootste ontdekking op schoonheidsgebied sedert 1863 Sommige vrouwen schijnen altijd jong te blijven, maar wanneer men aan haar denkt, is het hoofdzakelijk het gelaat, dat men zich herinnert. Een vrouw met een frisse, gave, zachte gelaatshuid is onveranderlijk een charmante en aantrekkelijke ver schijning. Per jaar worden over de gehele wereld dan ook millioenen en milhoenen guldens besteed aan gelaatsverzorging. Gebleken is echter, dat een bijzonder zuivere zeep minstens zoveel uitricht als een kostbare Clubkampioenschappen Judo in Haarlem Aanstaande Zondagmiddag zullen in het Concertgebouw de Nederlandse clubkam pioenschappen worden gehouden, waaraan door zeven teams van vijf man, voorname lijk uit het Westen des lands, zal worden deelgenomen. Zoals bekend wint deze sport, die is ontstaan uit de zelfverdedigingsmetho de van het Jiu-Jitsu steeds meer aan popu lariteit en het ligt in de verwachting dat Judo-enthousiasten uit het hele land Zondag naar Haarlem zullen komen om de wed strijden en de demonstraties te zien. Want er worden naast de wedstrijden ook demonstraties gegeven in Jiu-Jitsu en straat- vechten en bovendien komen vijf Franse „zwarte bandhouders" waaronder de Franse kampioen Jean de Herdt op de mat om het tegen de Hollandse cracks, zoals Nauwelaerts de Agé, op te nemen. De voorrondes van deze wedstrijden wor den 's ochtends gehouden. De officiële wed strijden beginnen 's middags. Het belooft een interessante dag te worden, waarin men het beste in deze sport, die zich niet baseert op brute kracht, maar op behendigheid en souplesse, te zien zal krijgen. Een reus van zestig jaar Ter gelegenheid van haai- zestig jarig bestaan is de „Koninklijke Shell" in pontificaal op het jaarlijks versla genfestijn verschenen. Op zwaar pa pier gedrukt en met tal van interes sante afbeeldingen verlucht, geeft ver- slag-1949 een kort resumé van de indrukwekkende ontwikkeling van dit machtig concern, dat zijn ontstaan dankt aan de oud-Hollandse onder nemingsgeest, waarvan mannen als J. B. Aug. Kessler Sr., H. W. A. Deterding, jhr. H. Loudon en anderen de exponenten waren. Van een maat schappij met een kapitaal van ƒ1.300.000 en één concessie op Suma tra, is de Koninklijke gegroeid tot een concern met ruim 900 millioen ge stort kapitaal, een concern, dat zijn arbeidsveld heeft uitgebreid over vrij wel de gehele wereld, een phenomeen, dat in het Nederlandse bedrijfsleven zijn weerga niet vindt. Voor de kinderen „Ziezo, zei hij vriendelijk. Ik denk dat 'n kopje thee je wel zal smaken, na je zwerftocht!" Onder het theedrinken zaten ze gezellig tezamen aan de tafel en ze praatten wat. Over het leven van de Kabouters in het bos en 'n heleboel andere dingen. De Kabouter (Pilon heette hij) was een gezellig kereltje en ze waren al direct goeie vrienden met hem. „Wat een gezellig huisje hebt U hier!" zei Bunkie. „Ja," zei Pilon. „We leven hier erg prettig in het bos. We hebben er ons werk met elkaar §n we zorgen altijd voor een goede voorraad eten tegen de tijd dat de winter begint en het koud wordt. Maar 's winters hebben we 't dan ook erg gezellig onder elkaar....". „Maar jullie zult wel slaap hebben zo langzamerhand. Zal ik je naar je slaapkamertje brengen?" Daar voelden ze eigenlijk gezegd wel veel voor. Pilon bracht ze naar een trapje, dat ze moesten opklimmen. Met nadruk wijst de directie er op dat voor de bloei van internationale bedrijven als de Koninklijke in de eerste plaats vrij heid van beweging, een stabiele en in wisselbare muntsoort en een redelijke en logische fiscale wetgeving nodig zijn en dat van dit alles volgens haar helaas weinig is overgebleven. In het verslag komen afzonderlijke arti kelen voor over de financiële positie van de Koninklijke-Shellgroep, de wereldolie- positie, de opsporing, de winning, de ver werking, het vervoer te water en de ver koop der producten. Wij stippen daaruit aan dat de groep in 1949 een netto-winst behaalde vaar 425 millioen tegen ƒ380 millioen in 1948 en dat de groepsmaatschappijen over 1949 131 millioen als dividend aan de moeder maatschappijen uitkeren, waarvan de Koninklijke 60 procent, d.i. ƒ78,6 millioen ontvangt. Inclusief het saldo van 1948 ad 38,1 mil lioen bedraagt de totale winst in 1949 128 millioen, waarvan 120.7 millioen als saldo-winst resteert. Hiervan blijft weer 38 millioen onverdeeld en wordt op de gewone aandelen 9 procent dividend uit gekeerd, evenals over 1948. Voor de totale bedrijfsrentabiliteit van het concern zeggen deze cijfers weinig, omdat de winst van de moedermaatschap pijen het resultaat is van wat de talloze dochtermaatschappijen aan haar uitkeren en niet bekend is wat deze voordien heb ben afgeschreven en gereserveerd. Machtige reserves Dat men hier te doen heeft met een on dernemingscombinatie, welke over mach tige reserves beschikt, blijkt o.m. hieruit dat de beurswaarde van het bezit dei- Groep in vennootschappen, waarvan de aandelen aan de markt zijn, VA milliard bedraagt bij een boekwaarde van 377 millioen. Terwijl de wereldproductie van ruwe olie en gasbenzine van 489.5 mil lioen ton in 1948 tot 487.5 millioen ton in 1949 daalde, ging de productie van de Groep van 48.5 millioen ton in 1948 tot 52.3 millioen ton in 1949 vooruit. De pro ductie in Nederland steeg van 250.000 ton in 1948 tot 310.000 ton in 1949, doordien het productieve areaal van het Veld Schoonebeek belangrijk werd uitgebreid. Het belangrijkste productiegebied blijft Venezuela, dat in 1949 21.85 millioen ton opleverde. De zeegaande tankervloot van de Kon. Shell beliep ultimto 1949, inclusief de sche- schoonheidskuur. De zuiverheid van Castella Schoonheidszeep wordt thans ten top gevoerd door middel van de z.g. Sharples-installatie, die werkt met een kracht, 14Q.00 malen groter dan bij het normale zeepzieden wordt toegepast: de grootste omwenteling in de zeepindustrie sedert 1863. Castella is dan ook voorbeeldig zuiver het royale schuim is koesterend en actief 'en zacht. Huidverjongende olièn, rijkelijk in Castella verwerkt, hergeven zelfs vermoeide huidweefsels hun volle veerkracht. Binnen zeven dagen reeds kon digen zich duidelijke resultaten aan. Iedere vrouw kan nu mooi zijn. Voetbal Fins elftal tegen Nederland Het Finse elftal dat Zondag 11 Juni tegen Nederland speelt, is als volgt samengesteld: Doel: Olavia Laaksonen (Turun Toverit). Achter: Kurt Martin (Idrotts Foreningen Kamraterna Vasa); N. Stig Goeran Myntti (VIFK). Midden: Veikko Asikainen (Vaikeakosken Haka) aanvoerder; Tapio Pylkkonen (Pon- nistus) en Erik Beijar (VIFK) Voor: Jorma Vaihela (Rosen Lewin Urhei- lijat 1938): Aulis Rytkoenen (Kuopoin Pal- loseura); Yrjoe Asikainen (lives Kissat), Ole Tolpe (VIFK) en Kalevi Lehtovirta (Turum Veikot). Reserves zijn: Tuure Sarnolaa. Mauno Lehtinen, Mauritz Schick, Asseri Salo, Per Erik Haegg. H.F.C. speelt om half vijf Wij vernemen dat in afwijking van het be sluit van de K. N. V. B. de promotie-wed strijd Blauw ZwartHFC zal worden gespeeld op Zondag 11 Juni des namiddags half vijf op het terrein van Blauw Zwart, gelegen te Wassenaar aan de Katwijksevveg tegenover Duinrell. E.D.O. klopte R.C.H. met 2—0 In de strijd om het kampioenschap van Haarlem heeft EDO de tweede ontmoeting met RCH gewonnen. Werden verleden week de puntjes door een gelijk spel (22) ge deeld. thans won EDO met 2—0 en komt thans'in de finale tegen VSV welke wedstrijd waarschijnlijk de volgende week Woensdag wordt gespeeld. EDO maakte wederom een goede indruk al was ook ditmaal RCH technisch wel de sterkste. De sterke achterhoede van EDO met doelman Van den Berg als uitblinker, onderbrak de aanvallen der thuisclub. Bo vendien werd er slecht geschoten. Aan de andere kant was vooral Roodselaar goed op dreef en toen hij een kans kreeg passeerde hij doelman Van der Vliet .(01). RCH trachtte het spel te forceren en in derdaad werden de aanvallen van RCH tal rijker en gevaarlijker maar doelpunten bleven uit. Eenmaal verwerkte Van den Berg een hard schot van Biesbrouck zeer fraai. In de tweede helft was de strijd weer even interessant als voor de pauze en het EDO- doel kwam herhaaldelijk in gevaar. Met schieten waren De Wette en Biesbrouck echter niet gelukkig. Toen bij een plotse linge doordraak van EDO Hellingman op de linkervleugel de bal vrij kreeg plaatste hij het leer prachtig voor doel waar Roodselaar gereed stond om met een fraaie kopbal de stand op 0—2 te brengen. Hoewel RCH hierna nog krachtige pogingen deed om de achterstand in te lopen onderging de score geen wijziging meer, zodat EDO zich door een zege in de finale plaatste. Nederlands militair elftal verloor met 4—1 van België Ter gelegenheid van het internationaal militair voetbaltournooi werd te Rotterdam de wedstrijd NederlandBelgië gespeeld. De Belgen wonnen met 41 nadat de rust met 20 was ingegaan. Nederland komt Dins dagavond op het terrein van „Haarlem" in de verliezersronde uit. Waterpolo H.P.C.V.Z.V. 4—3 De eerste competitiewedstrijd tussen de ploegen van HPC en de Velser Zwem vereniging is een aantrekkelijke strijd ge worden, met wisselende kansen. Tjebbes gaf HPC de leiding, waarna Swier uit een straf- worp gelijk maakte. Prager bezorgde HPC een voorsprong, welke door VZV opnieuw te niet werd gedaan. Dijkstra had met een ver schot succes (32). Kort daarop zag Prager kans de stand op 42 in het voordeel van HPC te brengen. VZV gaf zich echter niet gewonnen. Na enkele vei-geefse aanvallen slaagde Swier er in de achterstand tot 43 te verkleinen. De laatste minuten verstreken in grote spanning. Toen de scheidsrechter het einde floot had HPC een zwaar bevochten over winning behaald. pen in aanbouw 2.342.000 ton draagver- mogen tegen 1.393.000 ton ultimo 1945. Het over de gehele wereld verspreide aantal werkers in dienst van de Groep bedraagt thans meer dan een kwart mil lioen. De directie vestigt in haar overzicht de aandacht op de gemakkelijke wijze waar op olie als verbruiksartikel wordt belast, waardoor de kostprijs van allerlei goede ren wordt verhoogd en de concurrentie op de wereldmarkt voor de fabrikanten wordt bemoeilijkt. Zolang deze beperkingen en hoge hef fingen van kracht zijn, kan de olie-indus trie haar volle bijdrage tot het wereldher stel niet leveren. FEUILLETON door E. Phillips Oppenheim 8) Wij zijn bijna vreemden voor elkaar, want deze onderneming eiste zeer verschillende bekwaamheden. Vandaar onze kleine asso ciatie. Wij slaagden. De schat, die wij in ons bezit gekregen hebben, is voor ieder van ons een fortuin waard, maar is niet onmiddellijk te realiseren. Een sleutel voor dat fortuin ligt iiv.het pakket, dat ik hier bij mij heb een feit, dat u zelf onge twijfeld reeds begrepen zult hebben." „Het leek mij zeer waarschijnlijk," gaf le heer Hogg foe. Het resultaat van ons werk aldus :yde is. laag geschat, ongeveer een mil- loen pond sterling waard. En is nu, vraag ;k u, dat wederzijdse wantrouwen, zo ge heel ongemotiveerd? Zijn er ergens ter wereld vijf of zes mensen te vinden, die bereid zouden zijn elkaar te vertrouwen voor een zesde deel van een millioen pond? Ik zou u die vraag in ernstige overweging willen geven." „Ik zie, waar u heen wilt," mompelde de ander. „Om het eens rondweg te zeg gen: u kunt het niet met u zelf eens wor den, aan wie de sleutel moet worden toe vertrouwd." „U slaat de spijker op de kop," was het prompte antwoord. „U zoudt ieder een sleutel kunnen krij gen, als u dat zoudt willen," was het iet wat aarzelend gegeven voorstel van de heer Hogg. Een onderdrukt gelach, dat een zekere cynische ondertoon had, klonk door de kamer. „En wie van ons denkt u, meneer," vroeg Thomas Ryde, „zou rustig in zijn bed sla pen in de wetenschap, dat nog vier anderen een sleutel zouden hebben, die toegang tot de schatkamer geeft? Wij zijn menselijke wezens, meneer Hogg en wij hebben reeds gesproken over ons wederzijdse wantrouwen. Uw voorstel lost onze moeilijkheid niet op." „Heeft u zelf reeds enig idee, hoe u de zaak wilt oplossen?" „Globaal gesproken is dit mijn idee," zei Thomas Ryde, een vel schrijfpapier uit een standaard op de tafel nemend. „U geeft ons een formeel regu voor ons depót en u houdt zelf de sleutel van de safe. Het regu zou dan in zes stukken geknipt moe ten worden, waarvan ik er twee zou krij gen een voor mij en een voor de heer X terwijl mijn vrienden hier de andere vier zouden nemen. U zoudt daarop op u moeten nemen om de sleutel alleen af te geven, wanneer u het regu in zijn geheel, aan elkaar geplakt, of ook compleet in stukken zou worden overhandigd." De heer Hogg dacht enkele ogenblikken na. „Het zou dus niet nodig zijn, dat u alle maal aanwezig waart om de delen van het regu persoonlijk aan te bieden?" „Zeer zeker niet," antwoordde Thomas Ryde. „Er zouden zich omstandigheden kunnen voordoen, waardoor dit practisch onmogelijk werd. Een van ons kon wel dood zijn, of in het ziekenhuis, of eh op een andere manier niet in staat zijn te verschijnen. Het enige punt, waar het voor u op aankomt, is dat de zes stukken van het regu geproduceerd moeten worden en door u worden herkend als vormende te samen het origineel. U geeft dan de sleutel over en daarmee is uw verantwoor delijkheid afgelopen." De heer Hogg leunde achterover in zijn stoel en slingerde zijn lorgnet aan het koord heen en weer. Hij was het er met zichzelf reeds over eens, dat de inhoud van het pakket waarschijnlijk uit vals bank papier of uit van een inbraak afkomstige juwelen bestond. Zijn eigen verantwoorde lijkheid in deze aangelegenheid was ech ter niet groot. „Het is het eigenaardigste voorstel, dat mij nog ooit gedaan is," zei hij. „Ik zou graag iets meer van u willen weten, heren. Een pakket, dat een millioen pond waard is, is geen lichte verantwoording." „In naam van mijn compagnons en van mijzelf," gaf Thomas Ryde toe, „zal ik openhartig met u praten. Wij zijn een ge zelschap avonturiers.' Er klonk een gemompel van veront waardigde en geïrriteerde ontkenning, die de spreker geheel negeerde. „Maar," ging hij voort, „min of meer eerlijke avonturiers. Wij hebben alles, wat wij ter wereld bezaten gerisqueerd om de inhoud van dit pakket te verwerven. „Wij zijn geen stromannen, meneer Hogg." „Mag ik dat pakket eens zien?" vroeg deze. Zijn vrienden vormden een kleine halve cirkel om hem heen, toen Thomas Ryde het pakje, dat hij droeg en dat in bruin papier'gewikkeld was en voorzien van ver schillende zegels, op de tafel legde De heer Hogg woog het even in zijn handen en luisterde er een ogenblik nauwkeurig naar. Het was in geen velden of wegen zo zwaar, dat er een helse machine in zou kunnen zitten en voor zover hij dit zo oppervlakkig kon bepalen bevatte het niets dan papieren. Hij besloot bij zichzelf, dat zijn eerste veronderstelling wel juist ge weest zou zijn. „Uitstekend, heren," stemde hij toe. „Onze tarieven voor het huren van een safe voor een periode van drie maanden voor korter tijd verhuren wij die niet is vijftig pond. Als u mij dat bedrag wilt overhandigen, zal ik een officieel regu uitschrijven." Thomas Ryde haalde tien biljetten van vijf pond te voorschijn, maakte een aan tekening betreffende deze uitgave in zijn zakagenda en bekeek met welgevallen het hem overhandigde regu. Hij legde dit op tafel en stond op. „Ik zou nu nog een laatste dienst van u willen vragen, meneer," zei hij. „Zoudt u zo vriendelijk willen zijn, dat papier in zes stukken te scheuren. Dan kimt u mij twee stukken geven en aan ieder van de andere heren één." De heer Hogg voldeed aan het verzoek, deed ieder afgescheurd stuk in een enve loppe en overhandigde deze aan zijn be zoekers. „Ik zou willen zeggen," merkte hij op, „dat ik wel eens enige eigenaardige cliën ten hier ontvangen heb, maar ik geloof, dat u, heren, de vreemdste zijt, die ik nog ooit hier gehad heb. Wilt u mij nu maar even volgen, dan zullen wij uw schat gaan deponeren." Hij drukte op een bel en geëscorteerd door een paar stevige beambten, die meer het uiterlijk hadden van gevangeniscipiers dan van employées van een handelsonder neming, leidde de heer Hogg zijn vijf be zoekers naar de onderaardse gewelven van het gebouw. Zij gingen de ene massief stalen deur na de andere door, die ieder weer van een ander type slot waren voorzien, tot zij zich in een vierkante ruimte bevonden, waarvan zelfs de vloer van het een of andere zware metaal was gemaakt. De safe-loketien waren in de muren inge bouwd en boven ieder loket was een num mer in lichtgevende verf aangebracht. De heer Hogg bleef staan voor loket 14 en stak een sleutel in een klein slot. Hij draaide de sleutel eenmaal om en onmiddellijk weerklonk er het hevig ge rinkel van een bel. „Op dit ogenblik", ging hij voort, ter wijl hij nog steeds zijn hand op de sleutel hield, „gaat er een paars licht aan in het bediendenkantoor en in mijn kamer. Nu gaan we verder". Weer draaide hij de sleutel om. De bel zweeg, maar een lang schel gefluit weer klonk door het gebouw. De deur van het loket ging open. het pakket werd gedepo neerd en de deur weer gesloten, waarna het lawaai ophield. „U kunt zich er van verzekerd houden, heren", zei de heer Hogg, terwijl hij zijn bezoekers voorging naar de lift. „dat uw depót van een milüoen zo veilig is, al3 men het menselijkerwijze gesproken slechts stellen kan". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 6