Nederlandse kamermuziek uit de
eerste helft der 18de eeuw
Het dagelijks leven in Israel
Vrijdag 23 Juni 1950
Holland
Festival
Toen de Engelse musicoloog Charles
Burney in 1771 ons land bezocht met het
oogmerk stof te verzamelen voor zijn
tweede boek over de stand van de toen
malige muziek („The present state of mu
sic....") waren zijn indrukken niet al te
gunstig; hij meende dat er in Holland wei
nig andere muziek te horen was dan „the
jingling of bells and of ducats", dus klok
kenspel en geldgerinkel. Dit was het resul
taat van een zeer oppervlakkig en vluchtig
onderzoek. Maar die uitspraak werd ge
drukt en herdrukt, in verschillende talen
zelfs, ook in het Nederlands. Volgens mijn
heer Prikkebeen was het dus waar, want
het stond gedrukt. Generatie na generatie
heeft die uitspraak van Burney nagepraat
en in ons eigen land deed men daar grif
aan mee. Er zijn nog altijd Hollanders die
de overtuiging toegedaan zijn, dat er tussen
Sweelinck en Diepen'oroek op scheppend
muzikaal gebied zowat niets gebeurd is.
Maar er zijn ook anderen die wel beter
weten en hun aantal groeit met de dag.
Daar hebt u bijvoorbeeld Dirk Balfoort,
die al jaar en dag propaganda maakt voor
de schatten aan oude Nederlandse muziek
uit de zeldzame nalatenschap van dr.
Scheurleer; daar hebt u nu zijn geestdrif
tige paladijn Willem Noske, die, als
opspeurder van vergeten muziek en daar
naast ook als uitvoerder en organisator,
een activiteit ontplooit die niet nalaten zal
op den duur het loze praatje van Burney
klinkklaar te logenstraffen.
Het Holland-Festival heeft Noske een
tweetal avonden aan de hand gedaan, die
van het grootste belang kunnen zijn. Als
hij er mee bereikt het publiek te overtui
gen, dat het hier niet gaat om een musico
logische hobby, maar om muziek waar men
met genoegen naar luisteren kan en die in
sommige gevallen met de kunst van grote
erkende meesters te vergelijken is, dan
haalt hij zijn vlag "wel thuis. En ik zou
niet weten waarom dit piet het geval zou
zijn. Op de eerste avond (in „Diligentïa"
in Den Haag) was de belangstelling bui
tengewoon groot en de reactie van het
publiek zeer gunstig, op sommige momen
ten zelfs enthousiast.
Er werd vocale en instrumentale muziek
uitgevoerd van Albertus Groneman, Jacob
Willem Lustig, Willem de Fesch, Jacobus
Nozeman, Elias Bronnemuller, C. F. Hurle-
busch en Quirinus van Blanckenburg. Er
was waj te veel voor een noi-maal concert,
het werd dan ook meer en te nadrukkelijk
een demonstratie. Maar laat men dat maar
nemen. In ieder geval bleek er uit dat er
genoeg is om aan te tonen dat de goede
muziek in het Holland der 18de eeuw geen
dode letter geweest is.
Heel sterk valt het op dat de voornaam
ste vertegenwoordiger van de Hollandse
muziek uit het tijdvak 17101750 de te
Alkmaar geboren Willem de Fesch is, die
te Amsterdam, Antwerpen en Londen
werkte. Zijn Engelse liederen met obliga
ten voor viool en hobo, de aria uit zijn
oratorio Judith, sonates voor twee celli,
een duo voor twee violen (dat ik een
meesterwerkje durf te noemen) het is
allemaal kunst van de eerste rang, die,
onder volmaakte condities uitgevoerd, niet
hoeft te wijken voor die van een Handel
of van zijn Italiaanse voorlopers en tijd
genoten.
Een vioolsonate van Groneman, toont
meer het karakter van de Franse smaak;
deze muziek doet, met zijn grillig, virtuoos
en spiritueel karakter, enigszins aan Ra-
meau denken. Ook de clavecimbelmuziek
van Lustig offert aan de rococo-mode van
de Fransen en Couperin schijnt zijn model
te zijn geweest. Maar als geheel is het toch
weer anders, er schuilt een zekere Hol
landse stoerheid onder al die tierelantijnen
van de Franse mode. Nozeman, wiens lie
deren op teksten van de Haarlemse dichter
Pieter Merkman menige melodische ver
rassing bieden, was ook vertegenwoordigd
met een viool-sonate, waarvan de beteke
nis in het lyrische element ligt.
Verrukkelijke zangmuziek met hobo
obligaat van Elias Bronnemuller en bijzon
der fraaie clavecimbelstukken van Hurle-
busch bleken tevens programmanummers
van voornaam gehalte. Zelfs de anonieme
liederen uit „De Zanggodin aan 't IJ", ty
perend voor het gezelschapslied uit die
tijd, bleken een aangename verrassing te
wezen. Tot onze spijt konden we, wegens
het late uur, de cantate „l'Apologie des
femmes" van Blanckenburg niet meer
horen.
De violist Willem Noske had met de
claveciniste Janny van Wering het leeu
wenaandeel in de vertolkingen. Naast hen
De Haarlemse hertenkamp is twee jonge
reeën rijker geworden die respectievelijk
Zaterdagmorgen en Woensdag het le
venslicht zagen. Oppasser Arie Beekhuis,
die daarbij zo'n beetje als kraamverpleger
gefungeerd heeft, vertelt dat alle herten
en reeën bij de geboorte van hun nieuwe
stamgenoten kwamen kijken: zodra de
reeënbabies zich hadden gemeldkwam
heel de gemeenschap van ranke hoefdieren
met grote sprongen toesnellen om de twee
nieuwe kampgenoten te bekijken en te
verwelkomen. De beide jongen begonnen
hun leventje met verstoppertje spelen voor
mogelijke belagers, een instinctdat hun
ook in deze vredige omgeving niet gauw
verlaat. Toch ivilde een van hen wel even-
poseren voor de fotograaf, waarvan het
resultaat dit aardige plaatje was.
Agenda voor Haarlem
VRIJDAG 23 JUNI
Gemeentelijk Concertgebouw, Concert
HOV, 8 uur. Spaarne: „Smoking-guns", 14 j.,
2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: ,,'t Gebeurde
op een nacht", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Maria Goretti", 18 j., 2, 4.1o, 7
en 9.15 uur. Palace: „Gentleman inbreker",
18 j.. 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. Luxor: „De man
op de Eiffeltoren". 18 j., 2, 7 en 9.15 uur.
City: „Ontsnapt van het duivelseiland", 14 j.
2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 24 JUNI
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
werkten met smaak en beproefde kunst
vaardigheid mee: de violist Theo Olof, de
cellisten Carel van Leeuwen Eoomkamp
en Piet Lentz, de zangeres Helena Schouw-
man-Quispel, de bariton Laurens Bogtman,
de altist Henk van Calsteren en de hoboïst
Jaap Stotijn. Zij allen hebben deze avond
de eigenwijze Burney met zijn beruchte
„jingling of bells and ducats" knap van
antwoord gediend.
JOS. DE KLERK.
ADVERTENTIE
Dat zuurbranden op Uw maag
kun» ge blussen in enkele minuten
met één of twee Kennies. Laat ze gewoon
smelten op de tong. zonder water of wat
ook cn die brandende pijn wordt sneller
gestild dan ze gekomen is. Iedere Rennie is
apart verpakt cn zo kunt ge ze bij U steken
om dadelijk Uw pijn te blussen, bij iedere
voorkomende gelegenheid overal en altijd.
Vraag Rennies bij Uw Apotheker of Drogist.
EXAMENS
Aan de gemeente-universiteit van Am
sterdam zijn geslaagd voor het artsexamen
eerste gcdcellc de heren C. B, Leering,
Haarlem. P. H. J. de Weerdt, Velsen en K.
A. Bekker, IJmuiden.
Nederlands eerste televisie-omroepster, de Philips-employee Beb Schaefer, wier
beeltenis de bezitters van televisietoestellen, sinds Maart 1047 op hun schermpje
hebben gezien, heeft in een versierde studio afscheid genomen van al haar televisie
vrienden. Zij is namelijk onlangs in het huwelijk getreden en gaat mei haar man, die
men hier naast haar voor de camera ziet. naar Quito in Zuid-Amerika.
Ue Haagse Kunststichting
en de Koninklijke Schouwburg
Het bestuur van de Haagse Kunststich
ting heeft zich onlangs tot burgemeester
en wethouders van 's-Gravenhage gewend
met het verzoek te bevorderen dat de ge
meenteraad deze stichting wederom voor
de eerstvolgende drie speeljaren zou aan
wijzen als vaste bespeler van de Konink
lijke Schouwburg.
Daar de verantwoordelijkheid voor *de
artistieke en zakelijke leiding voor één
functionaris veel bezwaren meebrengt heeft
het bestuur aanvankelijk gemeend de
heer Cees Laseur enigszins te moeten ont
lasten door naast hem een mededirecteur
aan te stellen. Nadat orschillende pogin
gen om dit plan te - .-wezenlijken had
den gefald, daar in dit adium geen van de
voor deze post in aanmerking komende
Nederlandse toneelkunstenaars beschikbaar
was, heeft het bestuur de Belgische regis
seur Joris Diels bereid gevonden deze
functie te aanvaarden.
De tegen de heer Diels ingebrachte be
zwaren zijn door het bestuur onderworpen
aan het oordeel van een adviescommissie,
bestaande uit de heren mr. H. Haga, presi
dent van de Bijzondere Raad van Cassatie,
prof. dr. G. van der Leeuw, hoogleraar te
Groningen en mr. A. W. J. van Vrijberghe
de Coningh, raadsheer in het Gerechtshof
te 's-Gravenhage, die tot de conclusie kwam
dat tegen een eventuele aanstelling van de
heer Diels geen bezwaar bestond. Aange
zien de heer Diels zich wegens de tegen
hem ook daarna gevoerde actie heeft te
ruggetrokken, zag het bestuur zich zeer
kort voor de aanvang van het nieuwe sei
zoen voor een geheel nieuwe situatie ge
steld. Daar het echter in geen geval wenste,
dat de leden van het gezelschap „De Haagse
Comedie" daarvan de dupe zouden wor
den, heeft het bestuur besloten, voor het
seizoen 1950-1951, de heer Cees Laseur nog
als enig directeur tc handhaven. Ten einde
echter toch diens taak te verlichten en
ook de gewenste schakering in het réper
toire te verkrijgen, stelt het bestuur zich
voor de regie van een aantal stukken aan
gastregisseurs' op te dragen. Voorlopig
kunnen de namen van Nederlandse regis
seurs nog niet worden genoemd, aangezien
hiervoor verschillende toestemmingen nodig
zijn. "Wat de buitenlandse regisseurs aan
gaat, is gedacht aan enige prominenten
als Ludwig Berger, Hans Jacob Nilsen.
André Barsacq of anderen. De zakelijke
leiding zal onder voortdurend toezicht van
het bestuur of zijn gedelegeerden worden
uitgeoefend. In de samenstelling van het
gezelschap is weinig verandering gekomen.
B. en W. zijn van mening, zo schrijven
zij aan de raad, dat de ervaringen, die tot
nu toe met de Haagse Kunststichting als
vaste bespeler van de Koninklijke Schouw
burg zijn opgedaan, redenen tot tevreden
heid geven, al moge dan ook aan alle
desiderata niet in elk opzicht zijn voldaan.
Zij beschouwen het als een verheugend feit,
dat 's-Gravenhage in de „Haagse Comedie"
een gezelschap bezit, dat zich tussen de
beste Nederlandse toneelgezelschappen een
eigen eervolle plaats heeft verworven en
ook buiten deze gemeente een goede naam
geniet. Zij menen derhalve het verzoek
van het bestuur der stichting te moeten
ondersteunen en geven mitsdien, overeen
komstig het eenstemmig advies van de
commissie voor de kunstzaken, de raad in
overweging te besluiten om de Haagse
Kunststichting voor de eerstkomende drie
speeljaren, van 1 September 1950 tot en
met 31 Augustus 1953, aan te wijzen als
vaste bespeler van de Koninklijke Schouw
burg.
De stichting „Door de Eeuwen Trouw"
heeft aan dr. Nikijuluw, vertegenwoordiger
in Nederland van de Republiek der Zuid-
Molukken. medegedeeld dat zij de eerste
f25.000, bijeengebracht ter leniging van de
nood op Ambon voor verzending van voed
sel en medicamenten, ter beschikking stelt.
Dr. Nikijuluw verklaarde voornemens te
zijn de verzending van voedsel en medica
menten in handen te leggen van het
Nederlandse Rode Kruis.
Bananenjacht op het strand
De bewoners van de strandhuisjes ten
Zuiden van de IJmuider pier hebben gis
teren het fruit zo maar van het strand kun
nen rapen.
De Westerstorm van eergisteren heeft
naar alle waarschijnlijkheid de deklast van
een schip dat bananen vervoerde, losge
slagen en honderden van deze vruchten
tussen de pier en paal 59 op het strand
geworpen. Er waren mensen, die in de
vroege ochtend reeds enkele emmers vol
oogstten met grasgroene, dus onrijpe ba
nanen. Tot laat in de avond is men met
zoeken doorgegaan. Men is er van
overtuigd dat ze, in donkere kasten ge
borgen. binnen enkele weken tot rijpheid
zullen komen.
De overige vruchten die al geel tot zwart
gekleurd waren, werden meteen gecon
sumeerd. Het zeewater heeft er in zoverre
slechts invloed op gehad, dat veel van
de zoete smaak is verloren gegaan.
Deel van meubelfabriek
in Ede uitgebrand
In de afgelopen nacht is een gedeelte
van de meubelfabriek der firma Huibers
en Van Beek in Wekerom, gemeente Ede,
in de as gelegd.
De brandweer wist het kantoor en een
gedeelte van de meubelwerkplaatsen te
behouden. Het middelste gedeelte der fa
briek, waarin vele machines stonden
brandde uit. De schade beloopt naar schat
ting f 75.000. Het bedrijf was laag ver
zekerd.
Een der firmanten was omstreeks mid
dernacht nog in het gebouw ter controle
van een electromotor, die overdag warm
was gelopen.
Nog een meubelfabriek in brand
Hedenmorgen heeft een brand gewoed
in de fabriek van stalen meubelen „Etes-
mi" te Tilburg. In de spuiterij deed zich
een ontploffing voor, waarna een felle
brand ontstond. De brandweer bestreed het
vuur met acht stralen. De spuitinrichting
brandde totaal uit. De eerste verdieping
van het fabrieksgebouw bleef behouden.
Lever Brothers en Unilever
De raden van bestuur van Lever Bro
thers en Unilever N.V. en Lever Brothers
and Unilever Limited hebben besloten aan
de op 27 Juli te houden algemene verga
deringen voor te stellen over 1949 een di
vidend van 8.9 uit te keren op de ge
wone aandelen der Nederlands en een di
vidend van 10 op de gewone aandelén
der Engelse maatschappij.
Na reservering van 45.196.000 (v.j.
ƒ43.531.150) voor vervanging van vaste
activa bedraagt de bedrijfswinst van beide
maatschappijen tezamen 339.921.033 (v.j.
ƒ321.743.361). Na belastingen ten bedrage
van 186.934.420 (v.j. 150.702.758)
met inbegrip van een terugboeking van
19.400.000 uit de reserve tegenover voor
raden (v.j. reservering ten laste van de
winst ƒ44.215.115) en van koerswinsten
groot 60.444.589) (v.j. koersverliezen
ƒ4.160.082) beloopt de geconsolideerde
netto-winst van beide maatschappijen te
zamen 208.332.549 (v.j. 111.814.055).
Van de Nederlandse maatschappij be
draagt de geconsolideerde netto-winst
83.551.853 (v.j. 35.250.405) en de eigen
netto-winst 27.822.499 (v.j. 27.696.409).
Van de Engelse maatschappij bedraagt
de geconsolideerde netto-winst ƒ124.780.696
(v.j. 76.563.650) en de eigen netto-winst
58.533.694 (v.j. ƒ53.369.108).
Het leven werd sinds 15 April
iets duurder
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft voorlopige prijsindexcijfers van het
gezinsverbruik per 15 Mei 1950 berekend.
Het totaal indexcijfer steeg sinds 15 April
met 1 punt tot 215.
De indexcijfers voor de voedingsmidde
len stegen met 3 indexpunten. De groenten-
prijzen waren gedurende Mei hoog. Ook de
fruitprijzen vertoonden in het voorjaar een
stijging. Voorts liepen van 15 April tot 15
Mei de prijzen van vlees en eieren iets op.
Hiertegenover stond een daling van de
prijzen van aardappelen, roomboter en vis.
Bij de niet-voedmgsmiddelen vielen ge
ringe prijsstijgingen te noteren voor lin
nengoed en kleding, huishoudzeep onder
ging een belangrijke, schoeisel een geringe
prijsdaling.
De daling der brandstoffenprijzen
(zomerprijzen) deed het indexcijfer met
1 punt dalen.
NEDERLANDSE VERBRUIKS
COÖPERATIES IN 1949
In 1949 waren bij de Centrale der Ne
derlandse Verbruikscoöperaties 298 ver
bruikscoöperaties met tezamen circa
290.000 leden aangesloten.
In verschillende opzichten was 1949 voor
Nederlandse verbuikscoöperaties een gun
stig jaar, zo deelt de Nationale Coöpera
tieve Raad mede. De omzetten namen aan
zienlijk toe, het exploitatie-resultaat was
belangrijk gunstiger dan in het voorgaan
de jaar.
De totale geldomzet van Nederlandse
verbruikscoöperaties nam ten opzichte
van 1948 toe met 17 millioen tot ruim
64 millioen. Waarvan bijna 21 millioen
of ruim 32.6 procent eigen productie. Van
de totale omzet kwam circa 50 millioen
op rekening van het levensmiddelenbedrijf.
waarvan f 19.7 millioen eigen productie.
In 1949 werd door Nederlandse ver
bruikscoöperaties voor ongeveer een mil
lioen gulden in gebouwen, machines en
installaties geïnvesteerd. Na afschrijvingen
ten bedrage van 686.000 bedraagt het
naar de balans overgebrachte overschot
358.000.
Jubileum KNTV
ADVERTENTIE
EEN ZEER GOED
waterdicht, 15 steens
ANKERHORLOGE
(geen penanker), anti-magnetisch.
edelstaal, voor 49.50
EEN STERK JONGENSHORLOGE
vanaf 18.50.
Al onze horloges zijn „ALL RISK"
verzekerd tegen VERLIES. DIEF
STAL. BEROVING, BREUK, BE
SCHADIGING.
GROTE HOUTSTRAAT 49
Telefoon 20049
In de Schoorlse duinen is de kwistschilder Jos. van Dijk bezig aan dit grote duinland
schap, een doek van tivee bij 1,30 meter, dat bestemd is voor de binnenkort in
Alkmdaf te openen tentoonstelling „Van de Wadden tot het IJ".
Jubileumtochten van de politie
en „Onder door"
De wandeltochten welke Zaterdag en Zon
dag zullen worden gehouden onder leiding
van de Politie Sportvereniging Haarlem en
de wandelsportvereniging „Onder Door"
hebben een grote bekendheid verkregen.
Gestart wordt van het schoolgebouw van de
H.B.S. aan de Raaks Zaterdags van halftwee
tot drie uur en Zondags van negen uur tot
halféén. De afstanden zijn Zaterdags 20 en
30 km. en Zonodags 20, 30. 40 en 55 km.
Het parcours van de tocht van 20 km. gaat
van de Raaks richting Overveen naar de
oHge Duin en Daalseweg, Brederodelaan,
Willem de Zwijgerlaan, Wüstelaan. Burg.
Enschedelaan, Hoofdstraat, Slaperdijk.
Nieuwe Rijweg en Spaarnd.weg naar de Jan
Gijzenkade om vervolgens langs de Planc-
tenlaan en -plein weer terug te gaan via
Orionweg, Kleverparkweg en Kinderhuis-
singel naar het eindpunt. De 30 km. gaat
vanaf de Hoge Duin en Daalseweg naar Vel-
serenderweg en eBrgweg vervolgens terug
naar Brouwerskolkweg om dan via Aerden-
hout en' Heemstede weer terug te komen. De
40 km. volgt het parcours van de 30 km. tot
aan de Zeeweg om dan naar Zandvoort te
wandelen en terug te keren langs de Zand-
voortselaan en Heemstede. De deelnemers
aan de 55 km. volgen het parcours van de 40
km. zij gaan echter op de Zandvoortselaan
niet naar Heemstede maar via Aerdenhout
en Vogelenzang naar de Zilkerweg naar de
Ringvaart om dan via Heemstede weer op
het eindpunt terug te komen.
Kennemer Golfclub
Op de banen van de Kennemer Golfclub
is Donderdagavond een wedstrijd om de
„Langste dag-wisselbeker" gehouden, waar
aan vier en dertig dames en heren deel
namen. Winnares werd mevrouw E. Tolk
Königel (28) met een netto-score van 70. Op
det. weede plaats eindigden J. H. C. Muller
(11), J. M-André de la Porte (16). K L
Kout (26). J. Nielsen (14). ir. H. Lambach
(19) en mr. Th. Verspyck (16) allen met
netto-score van 73.
Scheppend en herscheppend
Nederlandse orgelkunst
De stad Amsterdam is dit jaar tot een
centrum van muzikale manifestaties ge
worden. Enerzijds worden zij gegeven als
onderdeel van het Holland Festival, an
derzijds ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van de „Koninklijke Nederlandsche
Toonkunstenaarsvereeniging". De muziek
uitvoeringen. die ter viering van dit jubi
leum gegeven worden, verdienen in zeer
sterke mate de belangstelling van het Ne
derlandse volk, omdat het hierbij hoofd
zakelijk gaat om het ten gehore brengen
van werken, geschreven door Nederlandse
componisten. Het orgelconcert, dat gister
avond in de Oude Kerk te Amsterdam
werd gegeven, was een van die manifesta
ties van Nederlandse muziek, en speciaal
van de orgelmuziek, die reeds 350 jaar ge
leden in de Oude Kerk een machtige sti
mulans tot ontwikkeling kreeg, dank zij
de organist van de kerk Jan Pietersz.
Sweelinck. De keuze van de Oude Kerk
als uitvoeringsruimte kreeg daardoor een
diepe demonstratieve zin.
Zes organisten verleenden aan dit con
cert hun medewerking. De tegenwoordige
organist van de kerk. Han Hoogewoud,
leidde de avond in met de uitvoering van
de Fantasie in G van zijn grote voorganger
Sweelinck. Het werd een sobere vertolking,
strak van tempo en in nagenoeg gelijk
blijvende klankkleur zonder veel contrast
werking van de samenklinkende stemmen,.
Toch vroegen wij ons af of een dergelijke
klankkleur-versobering in overeenstem
ming is met Sweelincks bedoeling. Want in
de eerste plaats was hier sprake van een
fantasie en in de tweede plaats moet aan
gevoerd worden dat Sweelinck het op zijn
orgel beschikbare register-palet ongetwij
feld in al zijn verscheidenheid zal hebben
toegepast.
Dat het uit de weg gaan van uiterlijkheid
het gebruiken van kleur-verscheidenheid
niet behoeft uit te sluiten toonde de orga
nist Albert de Klerk aan met zijn voor
dracht van een Ricercare als „Hommage a
Sweelinck" door hem speciaal gecompo
neerd voor dit orgelconcert. Een bezonken
werk van eenvoudige polyphone schoon
heid werd deze muzikale verering van De
Klerks grote vakgenoot. De structuur treft
door klaarheid, zowel door ligging der
stemmen als door register-timbre. En zo
als Sweelincks optreden in de muziek-
historie zijn richting nam naar het genie
Bach, zo wijst ook De Klerks compositie
bij de afsluiting naar de klankenwereld
va deze grootmeester der toonkunst. Het
behoeft geen betoog, dat Albert de Klerk
met een voortreffelijke vertolking de com
positie ideaal diende.
De Suite in modo conjuncto. die de or
ganist dr. Anthon van der Horst als eigen
compositie hierna speelde, hebben wij ook
te Haarlem kunnen horen bij een uitvoe
ring op het orgel in de Grote Kerk. Verge
leken met de Haarlemse voordracht, won
die van gisteravond op het opvallend hel
der getimbreerde orgel in de Oude Kerk
het in belangrijke mate. Anthon van der
Horst vormde met het orgel een geestelijke
en technische eenheid, hetgeen een sterk
gespannen, gave en uitnemend geregi
streerde vertolking waarborgde.
Dan werd plaats gegeven aan een orga
nisten-kunst bij uitnemendheid: het impro
viseren op een gegeven thema. Adriaan
Engels begon hiermede en formeerde op
een thema een drie-delig orgelwerk: In
troduction, Adagio en Finale. Engels bond
zijn improvisatie niet aan een strenge
vorm. Zij werd interessant door harmoni
sche ontwikkeling, toccata-achtige figu
raties (finale) en door het scheppen van
een expressieve sfeer (adagio). De orga
nist Cor Kee baseerde zijn improviseren
op de melodie van „De winter is ver
gangen" en gaf in een reeks van acht vari
aties voortreffelijke indrukken van schep
pende muzikaliteit, zin voor kleur en har
monisch en contrapunctisch kunnen, vooral
in de laatste twee.
Ten slotte kwam de organist Georges
Stam, die met een markant thema een
stoer praeludium bouwde en hierna mees
terlijk een fuga opzette, die na een prach
tige ontwikkeling met gelukkig gevonden
doorwerking een wat zwak besluit kreeg.
Als geheel beschouwd heeft dit bijzondere
orgelconcert een voortreffelijke indruk ge
geven van de scheppende en herschep
pende Nederlandse orgelkunst.
P ZWAANSWIJK
„Hoe was het eten en wat is de ginds
gangbare taal?" Deze vragen heb ik sinds
mijn terugkeer uit Israel bij herhaling ge
steld gekregen.
Wat het eerste betreft, zij vermeld, dat er
in belangrijke mate „Tzenna" heerst, na
melijk een streng doorgevoerde beperking
of rantsoenering van wat men kan ver
orberen. Brood is vrij, maar eieren, vis en
vlees niet. Alleen van Vrijdagavond tot en
met Zondag (Sabbath is de algemene rust
dag) kan men wel vlees krijgen, wat ins
gelijks voor kip geldt. Die beperking is nu
eenmaal nodig. Dit vooral in verband met
het feit, dat de overheid welbewust op
grootscheepse schaal met behulp van immi
gratie het Joodse bevolkingsdeel in sterke
mate doet toenemen. Natuurlijk is de voe
ding op het platteland en in het bijzonder
in de verschillende nederzettingen, die zich
in hoofdzaak aan zware arbeid vergende
lanaontginning en landbouw wijden, een
stuk ruimer. De Tzenna gaat zover, dat men
ook niet een onbeperkte hoeveelheid vis
kan verkrijgen. Gemord wordt er over deze
maatregelen heel weinig. Het belang van
de staat eist, nog afgezien van andere even
zeer sterk sprekende argumenten, de mas
sale bevolkingstoenemïng door middel van
immigratie. De zeer sterke gemeenschaps
zin, welke in Israel heerst en trouwens een
van de beste verklaringen is van de won
deren die men daar verricht, doet bij het
gros van de mensen helemaal niet de ge
dachte opkomen om te pruttelen over de
Tzenna. Overigens viel het me op, dat in
het algemeen de mensen er goed en waar
lijk niet ondervoed uitzien: ik heb het nu
niet over die immigranten, welke pas uit
landstreken gekomen zijn, waar zij er
slecht aan toe waren.
En nu de taal. Als bezoeker kan men
zeker best terecht met Engels ofDuits.
Het eerste vooral ook doordat een dertigtal
jaren Brits mandaatsbewind nu eenmaal
niet zijn voorbij gegaan zonder zekere spo
ren te hebben achtergelaten. Daarnaast kan
men er zich in belangrijke mate met Duits
helpen. Heus niet alleen doordat vooral
heel wat uit Midden- en ook wel uit Oost-
Europa afkomstige bewoners die taal nog
min of meer machtig zijn, maar eveneens
ook tengevolge van het feit, dat tienduizen
den het „Jiddisch" beheersen, een taai
mengsel. waarmee men dank zij kennis van
het Duits zich dikwijls aardig uit de
moeilijkheden kan redden. Officieel is,
sinds de geboorte van de jonge staat, het
Frans de tweede taal na het Ivriet dat ik.
eenvoudigheidshalve als modern He
breeuws zou willen omschrijven. De keuze
is op het Frans gevallen, niet in de laatste
plaats als een soort van bewijs van tegen
zin tegen de taal van het land, dat van
wege zijn politiek nu niet bepaald de sym
pathie van de Israëliërs heeft verhoogd.
Vooral niet omdat zij in Bevin de kwade
pier zien wat betreft de door de Arabische
staten tegenover Israel aangenomen hou
ding. Men denke aan hetgeen land en de
Joodse bevolking in het bijzonder door de
Arabische woelingen in het tijdperk
1936-'39 te lijden hebben gehad, aan de
wijze, waarop de Britten, toen zij zich in
1948 terugtrokken, de Joden in de steek
gelaten hebben, en hoe vervolgens de
zwaar bevochten onafhankelijkheidsstrijd
tegen de Arabieren nodig is geweest. Ook
en in niet geringe mate hieraan is de Britse
staatkunde schuldig geweest. En dus, niet
het Engels, maar het Frans is officieel de
tweede taal. Aldus de theorie. Nu echter de
werkelijkheid. Met uitzondering van een
handjevol hoge ambtenaren, in het bijzon
der van Buitenlandse Zaken, en wat pro
fessoren alsmede nog een aantal intellec
tuelen, is er vrijwel niemand die voldoende
Frans kent. De overgrote meerderheid van
hen die iets geleerd hebben en die al wat
langer in het land wonen, is wel degelijk
met het Engels vertrouwd. Een typisch
staaltje op dit gebied was het volgende.
Onze chauffeur-gids, zelf van huis uit een
Berlijnse jongen, die pas in 1933 geëmi
greerd was, vroeg me iets in zijn „gasten
boek" te schrijven, er lachend aan toevoe
gend, dat ik dat alleen niet in het voor hem
onbekende Nederlands moest doen. ..Maar
toch zeker niet in het Engels, want ik heb
zo gemerkt, dat u niet erg dol op de Engel
sen bent", merkte ik op. „Niets geen be
zwaar". luidde het antwoord. „Van Duits
wil ik zelf eigenlijk liefst niets meer weten
en wat het Engels aangaat, daar heb ik
niets tegen, evenmin als tegen de Engelsen
als zodanig. Alleen de door hen gevoerde
politiek verfoei ik." Laat ik hieraan ter
stond toevoegen, dat ik vrij dikwijls ook
wel iets anders met betrekking tot bedoelde
gevoelens heb waargenomen, vooral door
dat velen aan een hevig chauvinisme lij
den, een overigens verklaarbaar verschijn
sel in een jonge staat.
Nog een typisch staaltje in verband met
de kwestie van de zogenaamde officiële
tweede taal na de landstaal. Op een door
mij aan President Weizmann in het Frans
gezonden telegram kreeg ik van zijn se
cretaris antwoord in.het Engels!
De landstaal. Die is, gelijk al even aan
gestipt, het Ivriet.' De in" Israel geboren
jeugd is haar natuurlijk helemaal meester,
maar bovendien wordt het Ivriet door de
overgrote meerderheid van de Israëliërs
gebezigd, ook al hebben zeer velen het pas
in het land zelf moeten leren. Voor de im-
migrantenscharen, die in de jongste tijd
vooral uit Afrika, uit Yemen en nu ook
uit Irak kwamen en komen, en van wie de
meesten wat de godsdienst betreft, zeer
orthodox zijn, is het dikwijls een voordeel,
dat zij dank zij hun godsdienstige opvoe
ding nog iets van het oude Hebreeuws ken
nen. Verder schijnen de Joden, afkomstig
uit Arabisch sprekende landen, doordat er
tussen Arabisch en Ivriet een zekere ver
wantschap bestaat, vrij spoedig er in te sla
gen de landstaal, het bindmiddel bij uit
nemendheid wat de dagelijkse maatschap
pelijke omgang betreft, voldoende aan te
leren. Voor de geïmmigreerde jeugd is het
bestaan van verplicht lager onderwijs,
waarvoor ook in de verschillende neder
zettingen zorg wordt gedragen mede,
juist wat het vertrouwd raken met het
Ivriet betreft, een onmiskenbaar voordeel.
Tot besluit stip ik nog aan, dat in het alge
meen in de steden de straatnamen ook nog
wel in het Engels zijn vermeld (naast
Ivriet en Arabisch). Dit stamt uit dc man-
daatstijd. Maar in nieuw verrezen plaatsen
en nederzettingen, alsook vrij veelvuldig op
de aanwijzingen óp de verkeerswegen, valt
geen Engels te bekennen. Naarmate men
komt in landsgedeelten die een sterke Ara
bische bevolkingsinslag hadden of die nog
ten dele hebben, prijkt dan het Arabisch
als tweede taal. Alles bij elkaar is het dui
delijk, dat voor degenen die in Israel leven
en werken, bijkans steeds, en dit in toe
nemende mate, kennis van het Ivriet on
ontbeerlijk is.
Dr. E. VAN RAALTE
Benarde uren in een
nauwe schacht
In het kleine Noord-Zweedse stadje
Ljusne is men uren bezig geweest om een
bouwarbeider te redden, die in een negen
meter diepe nauwe schacht was gevallen.
Onder in bevond zich klei, waarin de man
wegzakte. Het duurde enige tijd voordat
men zijn hulpgeroep vernam en toen men
toesnelde was hij reeds tot aan het middel
weggezakt. De ongelukkige kon zijn armen
niet gebruiker, omdat de schacht niet meer
dan 30 cm. doorsnede had. Met koortsach
tige haast begonnen brandweerlieden en
anderen een nieuwe schacht te graven doch
toen men nog slechts enkele voeten diep
had te graven was de man reeds tot aan
zijn kin weggezakt. Hij was zeer verzwakt
en had de moed al opgegeven.
Later lukte het een brandweerman met
een touw onder zijn armen in de put af
te dalen en Larsson bij zijn haren tot het
middel uit de klei te trekken. Toen men
hem echter met een windas wilde ophalen
bleek zijn voet bekneld te zitten. Tenslotte
gelukte het hem zijn voet vrij te maken en
men kon hem ophalen.
De geredde werd in het ziekenhuis on
derzocht doch hij bleek geen lichamelijk
letsel opgelopen te hebben. Wel was hij
geheel van streek.
Zwemmen
Een kilometerwedstrijd
in Heemstede
De jaarlijkse een-kilometerwedstrijd van
HPC wordt Zaterdagmiddag in de Van Mer-
lenvaart te Heemstede gehouden. Vijf en
negentig dames en heren, allen aangesloten
bij de kring Haarlem van de KNZB. hebben
ingeschreven De dames nemen deel aan
borstcrawl en de heren aan schoolslag en
borstcrawl. Voor de borstcrawl is een ver-
enigingsprijs beschikbaar, welke Haarlems
Dagblad heeft aangeboden. Vorig jaar won
HPC de wisselpnjs en dit jaar hebben
Haarlem en HVGB de beste kans.
Leden van reddingsbrigades uit deze om
geving nemen deel aan een wedstrijd 500
meter gekleed zwemmen.