Nederlandse kamermuziek uit de eerste helft der 18de eeuw Het dagelijks leven in Israel Vrijdag 23 Juni 1950 Holland Festival Toen de Engelse musicoloog Charles Burney in 1771 ons land bezocht met het oogmerk stof te verzamelen voor zijn tweede boek over de stand van de toen malige muziek („The present state of mu sic....") waren zijn indrukken niet al te gunstig; hij meende dat er in Holland wei nig andere muziek te horen was dan „the jingling of bells and of ducats", dus klok kenspel en geldgerinkel. Dit was het resul taat van een zeer oppervlakkig en vluchtig onderzoek. Maar die uitspraak werd ge drukt en herdrukt, in verschillende talen zelfs, ook in het Nederlands. Volgens mijn heer Prikkebeen was het dus waar, want het stond gedrukt. Generatie na generatie heeft die uitspraak van Burney nagepraat en in ons eigen land deed men daar grif aan mee. Er zijn nog altijd Hollanders die de overtuiging toegedaan zijn, dat er tussen Sweelinck en Diepen'oroek op scheppend muzikaal gebied zowat niets gebeurd is. Maar er zijn ook anderen die wel beter weten en hun aantal groeit met de dag. Daar hebt u bijvoorbeeld Dirk Balfoort, die al jaar en dag propaganda maakt voor de schatten aan oude Nederlandse muziek uit de zeldzame nalatenschap van dr. Scheurleer; daar hebt u nu zijn geestdrif tige paladijn Willem Noske, die, als opspeurder van vergeten muziek en daar naast ook als uitvoerder en organisator, een activiteit ontplooit die niet nalaten zal op den duur het loze praatje van Burney klinkklaar te logenstraffen. Het Holland-Festival heeft Noske een tweetal avonden aan de hand gedaan, die van het grootste belang kunnen zijn. Als hij er mee bereikt het publiek te overtui gen, dat het hier niet gaat om een musico logische hobby, maar om muziek waar men met genoegen naar luisteren kan en die in sommige gevallen met de kunst van grote erkende meesters te vergelijken is, dan haalt hij zijn vlag "wel thuis. En ik zou niet weten waarom dit piet het geval zou zijn. Op de eerste avond (in „Diligentïa" in Den Haag) was de belangstelling bui tengewoon groot en de reactie van het publiek zeer gunstig, op sommige momen ten zelfs enthousiast. Er werd vocale en instrumentale muziek uitgevoerd van Albertus Groneman, Jacob Willem Lustig, Willem de Fesch, Jacobus Nozeman, Elias Bronnemuller, C. F. Hurle- busch en Quirinus van Blanckenburg. Er was waj te veel voor een noi-maal concert, het werd dan ook meer en te nadrukkelijk een demonstratie. Maar laat men dat maar nemen. In ieder geval bleek er uit dat er genoeg is om aan te tonen dat de goede muziek in het Holland der 18de eeuw geen dode letter geweest is. Heel sterk valt het op dat de voornaam ste vertegenwoordiger van de Hollandse muziek uit het tijdvak 17101750 de te Alkmaar geboren Willem de Fesch is, die te Amsterdam, Antwerpen en Londen werkte. Zijn Engelse liederen met obliga ten voor viool en hobo, de aria uit zijn oratorio Judith, sonates voor twee celli, een duo voor twee violen (dat ik een meesterwerkje durf te noemen) het is allemaal kunst van de eerste rang, die, onder volmaakte condities uitgevoerd, niet hoeft te wijken voor die van een Handel of van zijn Italiaanse voorlopers en tijd genoten. Een vioolsonate van Groneman, toont meer het karakter van de Franse smaak; deze muziek doet, met zijn grillig, virtuoos en spiritueel karakter, enigszins aan Ra- meau denken. Ook de clavecimbelmuziek van Lustig offert aan de rococo-mode van de Fransen en Couperin schijnt zijn model te zijn geweest. Maar als geheel is het toch weer anders, er schuilt een zekere Hol landse stoerheid onder al die tierelantijnen van de Franse mode. Nozeman, wiens lie deren op teksten van de Haarlemse dichter Pieter Merkman menige melodische ver rassing bieden, was ook vertegenwoordigd met een viool-sonate, waarvan de beteke nis in het lyrische element ligt. Verrukkelijke zangmuziek met hobo obligaat van Elias Bronnemuller en bijzon der fraaie clavecimbelstukken van Hurle- busch bleken tevens programmanummers van voornaam gehalte. Zelfs de anonieme liederen uit „De Zanggodin aan 't IJ", ty perend voor het gezelschapslied uit die tijd, bleken een aangename verrassing te wezen. Tot onze spijt konden we, wegens het late uur, de cantate „l'Apologie des femmes" van Blanckenburg niet meer horen. De violist Willem Noske had met de claveciniste Janny van Wering het leeu wenaandeel in de vertolkingen. Naast hen De Haarlemse hertenkamp is twee jonge reeën rijker geworden die respectievelijk Zaterdagmorgen en Woensdag het le venslicht zagen. Oppasser Arie Beekhuis, die daarbij zo'n beetje als kraamverpleger gefungeerd heeft, vertelt dat alle herten en reeën bij de geboorte van hun nieuwe stamgenoten kwamen kijken: zodra de reeënbabies zich hadden gemeldkwam heel de gemeenschap van ranke hoefdieren met grote sprongen toesnellen om de twee nieuwe kampgenoten te bekijken en te verwelkomen. De beide jongen begonnen hun leventje met verstoppertje spelen voor mogelijke belagers, een instinctdat hun ook in deze vredige omgeving niet gauw verlaat. Toch ivilde een van hen wel even- poseren voor de fotograaf, waarvan het resultaat dit aardige plaatje was. Agenda voor Haarlem VRIJDAG 23 JUNI Gemeentelijk Concertgebouw, Concert HOV, 8 uur. Spaarne: „Smoking-guns", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: ,,'t Gebeurde op een nacht", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Maria Goretti", 18 j., 2, 4.1o, 7 en 9.15 uur. Palace: „Gentleman inbreker", 18 j.. 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. Luxor: „De man op de Eiffeltoren". 18 j., 2, 7 en 9.15 uur. City: „Ontsnapt van het duivelseiland", 14 j. 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. ZATERDAG 24 JUNI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. werkten met smaak en beproefde kunst vaardigheid mee: de violist Theo Olof, de cellisten Carel van Leeuwen Eoomkamp en Piet Lentz, de zangeres Helena Schouw- man-Quispel, de bariton Laurens Bogtman, de altist Henk van Calsteren en de hoboïst Jaap Stotijn. Zij allen hebben deze avond de eigenwijze Burney met zijn beruchte „jingling of bells and ducats" knap van antwoord gediend. JOS. DE KLERK. ADVERTENTIE Dat zuurbranden op Uw maag kun» ge blussen in enkele minuten met één of twee Kennies. Laat ze gewoon smelten op de tong. zonder water of wat ook cn die brandende pijn wordt sneller gestild dan ze gekomen is. Iedere Rennie is apart verpakt cn zo kunt ge ze bij U steken om dadelijk Uw pijn te blussen, bij iedere voorkomende gelegenheid overal en altijd. Vraag Rennies bij Uw Apotheker of Drogist. EXAMENS Aan de gemeente-universiteit van Am sterdam zijn geslaagd voor het artsexamen eerste gcdcellc de heren C. B, Leering, Haarlem. P. H. J. de Weerdt, Velsen en K. A. Bekker, IJmuiden. Nederlands eerste televisie-omroepster, de Philips-employee Beb Schaefer, wier beeltenis de bezitters van televisietoestellen, sinds Maart 1047 op hun schermpje hebben gezien, heeft in een versierde studio afscheid genomen van al haar televisie vrienden. Zij is namelijk onlangs in het huwelijk getreden en gaat mei haar man, die men hier naast haar voor de camera ziet. naar Quito in Zuid-Amerika. Ue Haagse Kunststichting en de Koninklijke Schouwburg Het bestuur van de Haagse Kunststich ting heeft zich onlangs tot burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage gewend met het verzoek te bevorderen dat de ge meenteraad deze stichting wederom voor de eerstvolgende drie speeljaren zou aan wijzen als vaste bespeler van de Konink lijke Schouwburg. Daar de verantwoordelijkheid voor *de artistieke en zakelijke leiding voor één functionaris veel bezwaren meebrengt heeft het bestuur aanvankelijk gemeend de heer Cees Laseur enigszins te moeten ont lasten door naast hem een mededirecteur aan te stellen. Nadat orschillende pogin gen om dit plan te - .-wezenlijken had den gefald, daar in dit adium geen van de voor deze post in aanmerking komende Nederlandse toneelkunstenaars beschikbaar was, heeft het bestuur de Belgische regis seur Joris Diels bereid gevonden deze functie te aanvaarden. De tegen de heer Diels ingebrachte be zwaren zijn door het bestuur onderworpen aan het oordeel van een adviescommissie, bestaande uit de heren mr. H. Haga, presi dent van de Bijzondere Raad van Cassatie, prof. dr. G. van der Leeuw, hoogleraar te Groningen en mr. A. W. J. van Vrijberghe de Coningh, raadsheer in het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die tot de conclusie kwam dat tegen een eventuele aanstelling van de heer Diels geen bezwaar bestond. Aange zien de heer Diels zich wegens de tegen hem ook daarna gevoerde actie heeft te ruggetrokken, zag het bestuur zich zeer kort voor de aanvang van het nieuwe sei zoen voor een geheel nieuwe situatie ge steld. Daar het echter in geen geval wenste, dat de leden van het gezelschap „De Haagse Comedie" daarvan de dupe zouden wor den, heeft het bestuur besloten, voor het seizoen 1950-1951, de heer Cees Laseur nog als enig directeur tc handhaven. Ten einde echter toch diens taak te verlichten en ook de gewenste schakering in het réper toire te verkrijgen, stelt het bestuur zich voor de regie van een aantal stukken aan gastregisseurs' op te dragen. Voorlopig kunnen de namen van Nederlandse regis seurs nog niet worden genoemd, aangezien hiervoor verschillende toestemmingen nodig zijn. "Wat de buitenlandse regisseurs aan gaat, is gedacht aan enige prominenten als Ludwig Berger, Hans Jacob Nilsen. André Barsacq of anderen. De zakelijke leiding zal onder voortdurend toezicht van het bestuur of zijn gedelegeerden worden uitgeoefend. In de samenstelling van het gezelschap is weinig verandering gekomen. B. en W. zijn van mening, zo schrijven zij aan de raad, dat de ervaringen, die tot nu toe met de Haagse Kunststichting als vaste bespeler van de Koninklijke Schouw burg zijn opgedaan, redenen tot tevreden heid geven, al moge dan ook aan alle desiderata niet in elk opzicht zijn voldaan. Zij beschouwen het als een verheugend feit, dat 's-Gravenhage in de „Haagse Comedie" een gezelschap bezit, dat zich tussen de beste Nederlandse toneelgezelschappen een eigen eervolle plaats heeft verworven en ook buiten deze gemeente een goede naam geniet. Zij menen derhalve het verzoek van het bestuur der stichting te moeten ondersteunen en geven mitsdien, overeen komstig het eenstemmig advies van de commissie voor de kunstzaken, de raad in overweging te besluiten om de Haagse Kunststichting voor de eerstkomende drie speeljaren, van 1 September 1950 tot en met 31 Augustus 1953, aan te wijzen als vaste bespeler van de Koninklijke Schouw burg. De stichting „Door de Eeuwen Trouw" heeft aan dr. Nikijuluw, vertegenwoordiger in Nederland van de Republiek der Zuid- Molukken. medegedeeld dat zij de eerste f25.000, bijeengebracht ter leniging van de nood op Ambon voor verzending van voed sel en medicamenten, ter beschikking stelt. Dr. Nikijuluw verklaarde voornemens te zijn de verzending van voedsel en medica menten in handen te leggen van het Nederlandse Rode Kruis. Bananenjacht op het strand De bewoners van de strandhuisjes ten Zuiden van de IJmuider pier hebben gis teren het fruit zo maar van het strand kun nen rapen. De Westerstorm van eergisteren heeft naar alle waarschijnlijkheid de deklast van een schip dat bananen vervoerde, losge slagen en honderden van deze vruchten tussen de pier en paal 59 op het strand geworpen. Er waren mensen, die in de vroege ochtend reeds enkele emmers vol oogstten met grasgroene, dus onrijpe ba nanen. Tot laat in de avond is men met zoeken doorgegaan. Men is er van overtuigd dat ze, in donkere kasten ge borgen. binnen enkele weken tot rijpheid zullen komen. De overige vruchten die al geel tot zwart gekleurd waren, werden meteen gecon sumeerd. Het zeewater heeft er in zoverre slechts invloed op gehad, dat veel van de zoete smaak is verloren gegaan. Deel van meubelfabriek in Ede uitgebrand In de afgelopen nacht is een gedeelte van de meubelfabriek der firma Huibers en Van Beek in Wekerom, gemeente Ede, in de as gelegd. De brandweer wist het kantoor en een gedeelte van de meubelwerkplaatsen te behouden. Het middelste gedeelte der fa briek, waarin vele machines stonden brandde uit. De schade beloopt naar schat ting f 75.000. Het bedrijf was laag ver zekerd. Een der firmanten was omstreeks mid dernacht nog in het gebouw ter controle van een electromotor, die overdag warm was gelopen. Nog een meubelfabriek in brand Hedenmorgen heeft een brand gewoed in de fabriek van stalen meubelen „Etes- mi" te Tilburg. In de spuiterij deed zich een ontploffing voor, waarna een felle brand ontstond. De brandweer bestreed het vuur met acht stralen. De spuitinrichting brandde totaal uit. De eerste verdieping van het fabrieksgebouw bleef behouden. Lever Brothers en Unilever De raden van bestuur van Lever Bro thers en Unilever N.V. en Lever Brothers and Unilever Limited hebben besloten aan de op 27 Juli te houden algemene verga deringen voor te stellen over 1949 een di vidend van 8.9 uit te keren op de ge wone aandelen der Nederlands en een di vidend van 10 op de gewone aandelén der Engelse maatschappij. Na reservering van 45.196.000 (v.j. ƒ43.531.150) voor vervanging van vaste activa bedraagt de bedrijfswinst van beide maatschappijen tezamen 339.921.033 (v.j. ƒ321.743.361). Na belastingen ten bedrage van 186.934.420 (v.j. 150.702.758) met inbegrip van een terugboeking van 19.400.000 uit de reserve tegenover voor raden (v.j. reservering ten laste van de winst ƒ44.215.115) en van koerswinsten groot 60.444.589) (v.j. koersverliezen ƒ4.160.082) beloopt de geconsolideerde netto-winst van beide maatschappijen te zamen 208.332.549 (v.j. 111.814.055). Van de Nederlandse maatschappij be draagt de geconsolideerde netto-winst 83.551.853 (v.j. 35.250.405) en de eigen netto-winst 27.822.499 (v.j. 27.696.409). Van de Engelse maatschappij bedraagt de geconsolideerde netto-winst ƒ124.780.696 (v.j. 76.563.650) en de eigen netto-winst 58.533.694 (v.j. ƒ53.369.108). Het leven werd sinds 15 April iets duurder Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft voorlopige prijsindexcijfers van het gezinsverbruik per 15 Mei 1950 berekend. Het totaal indexcijfer steeg sinds 15 April met 1 punt tot 215. De indexcijfers voor de voedingsmidde len stegen met 3 indexpunten. De groenten- prijzen waren gedurende Mei hoog. Ook de fruitprijzen vertoonden in het voorjaar een stijging. Voorts liepen van 15 April tot 15 Mei de prijzen van vlees en eieren iets op. Hiertegenover stond een daling van de prijzen van aardappelen, roomboter en vis. Bij de niet-voedmgsmiddelen vielen ge ringe prijsstijgingen te noteren voor lin nengoed en kleding, huishoudzeep onder ging een belangrijke, schoeisel een geringe prijsdaling. De daling der brandstoffenprijzen (zomerprijzen) deed het indexcijfer met 1 punt dalen. NEDERLANDSE VERBRUIKS COÖPERATIES IN 1949 In 1949 waren bij de Centrale der Ne derlandse Verbruikscoöperaties 298 ver bruikscoöperaties met tezamen circa 290.000 leden aangesloten. In verschillende opzichten was 1949 voor Nederlandse verbuikscoöperaties een gun stig jaar, zo deelt de Nationale Coöpera tieve Raad mede. De omzetten namen aan zienlijk toe, het exploitatie-resultaat was belangrijk gunstiger dan in het voorgaan de jaar. De totale geldomzet van Nederlandse verbruikscoöperaties nam ten opzichte van 1948 toe met 17 millioen tot ruim 64 millioen. Waarvan bijna 21 millioen of ruim 32.6 procent eigen productie. Van de totale omzet kwam circa 50 millioen op rekening van het levensmiddelenbedrijf. waarvan f 19.7 millioen eigen productie. In 1949 werd door Nederlandse ver bruikscoöperaties voor ongeveer een mil lioen gulden in gebouwen, machines en installaties geïnvesteerd. Na afschrijvingen ten bedrage van 686.000 bedraagt het naar de balans overgebrachte overschot 358.000. Jubileum KNTV ADVERTENTIE EEN ZEER GOED waterdicht, 15 steens ANKERHORLOGE (geen penanker), anti-magnetisch. edelstaal, voor 49.50 EEN STERK JONGENSHORLOGE vanaf 18.50. Al onze horloges zijn „ALL RISK" verzekerd tegen VERLIES. DIEF STAL. BEROVING, BREUK, BE SCHADIGING. GROTE HOUTSTRAAT 49 Telefoon 20049 In de Schoorlse duinen is de kwistschilder Jos. van Dijk bezig aan dit grote duinland schap, een doek van tivee bij 1,30 meter, dat bestemd is voor de binnenkort in Alkmdaf te openen tentoonstelling „Van de Wadden tot het IJ". Jubileumtochten van de politie en „Onder door" De wandeltochten welke Zaterdag en Zon dag zullen worden gehouden onder leiding van de Politie Sportvereniging Haarlem en de wandelsportvereniging „Onder Door" hebben een grote bekendheid verkregen. Gestart wordt van het schoolgebouw van de H.B.S. aan de Raaks Zaterdags van halftwee tot drie uur en Zondags van negen uur tot halféén. De afstanden zijn Zaterdags 20 en 30 km. en Zonodags 20, 30. 40 en 55 km. Het parcours van de tocht van 20 km. gaat van de Raaks richting Overveen naar de oHge Duin en Daalseweg, Brederodelaan, Willem de Zwijgerlaan, Wüstelaan. Burg. Enschedelaan, Hoofdstraat, Slaperdijk. Nieuwe Rijweg en Spaarnd.weg naar de Jan Gijzenkade om vervolgens langs de Planc- tenlaan en -plein weer terug te gaan via Orionweg, Kleverparkweg en Kinderhuis- singel naar het eindpunt. De 30 km. gaat vanaf de Hoge Duin en Daalseweg naar Vel- serenderweg en eBrgweg vervolgens terug naar Brouwerskolkweg om dan via Aerden- hout en' Heemstede weer terug te komen. De 40 km. volgt het parcours van de 30 km. tot aan de Zeeweg om dan naar Zandvoort te wandelen en terug te keren langs de Zand- voortselaan en Heemstede. De deelnemers aan de 55 km. volgen het parcours van de 40 km. zij gaan echter op de Zandvoortselaan niet naar Heemstede maar via Aerdenhout en Vogelenzang naar de Zilkerweg naar de Ringvaart om dan via Heemstede weer op het eindpunt terug te komen. Kennemer Golfclub Op de banen van de Kennemer Golfclub is Donderdagavond een wedstrijd om de „Langste dag-wisselbeker" gehouden, waar aan vier en dertig dames en heren deel namen. Winnares werd mevrouw E. Tolk Königel (28) met een netto-score van 70. Op det. weede plaats eindigden J. H. C. Muller (11), J. M-André de la Porte (16). K L Kout (26). J. Nielsen (14). ir. H. Lambach (19) en mr. Th. Verspyck (16) allen met netto-score van 73. Scheppend en herscheppend Nederlandse orgelkunst De stad Amsterdam is dit jaar tot een centrum van muzikale manifestaties ge worden. Enerzijds worden zij gegeven als onderdeel van het Holland Festival, an derzijds ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de „Koninklijke Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging". De muziek uitvoeringen. die ter viering van dit jubi leum gegeven worden, verdienen in zeer sterke mate de belangstelling van het Ne derlandse volk, omdat het hierbij hoofd zakelijk gaat om het ten gehore brengen van werken, geschreven door Nederlandse componisten. Het orgelconcert, dat gister avond in de Oude Kerk te Amsterdam werd gegeven, was een van die manifesta ties van Nederlandse muziek, en speciaal van de orgelmuziek, die reeds 350 jaar ge leden in de Oude Kerk een machtige sti mulans tot ontwikkeling kreeg, dank zij de organist van de kerk Jan Pietersz. Sweelinck. De keuze van de Oude Kerk als uitvoeringsruimte kreeg daardoor een diepe demonstratieve zin. Zes organisten verleenden aan dit con cert hun medewerking. De tegenwoordige organist van de kerk. Han Hoogewoud, leidde de avond in met de uitvoering van de Fantasie in G van zijn grote voorganger Sweelinck. Het werd een sobere vertolking, strak van tempo en in nagenoeg gelijk blijvende klankkleur zonder veel contrast werking van de samenklinkende stemmen,. Toch vroegen wij ons af of een dergelijke klankkleur-versobering in overeenstem ming is met Sweelincks bedoeling. Want in de eerste plaats was hier sprake van een fantasie en in de tweede plaats moet aan gevoerd worden dat Sweelinck het op zijn orgel beschikbare register-palet ongetwij feld in al zijn verscheidenheid zal hebben toegepast. Dat het uit de weg gaan van uiterlijkheid het gebruiken van kleur-verscheidenheid niet behoeft uit te sluiten toonde de orga nist Albert de Klerk aan met zijn voor dracht van een Ricercare als „Hommage a Sweelinck" door hem speciaal gecompo neerd voor dit orgelconcert. Een bezonken werk van eenvoudige polyphone schoon heid werd deze muzikale verering van De Klerks grote vakgenoot. De structuur treft door klaarheid, zowel door ligging der stemmen als door register-timbre. En zo als Sweelincks optreden in de muziek- historie zijn richting nam naar het genie Bach, zo wijst ook De Klerks compositie bij de afsluiting naar de klankenwereld va deze grootmeester der toonkunst. Het behoeft geen betoog, dat Albert de Klerk met een voortreffelijke vertolking de com positie ideaal diende. De Suite in modo conjuncto. die de or ganist dr. Anthon van der Horst als eigen compositie hierna speelde, hebben wij ook te Haarlem kunnen horen bij een uitvoe ring op het orgel in de Grote Kerk. Verge leken met de Haarlemse voordracht, won die van gisteravond op het opvallend hel der getimbreerde orgel in de Oude Kerk het in belangrijke mate. Anthon van der Horst vormde met het orgel een geestelijke en technische eenheid, hetgeen een sterk gespannen, gave en uitnemend geregi streerde vertolking waarborgde. Dan werd plaats gegeven aan een orga nisten-kunst bij uitnemendheid: het impro viseren op een gegeven thema. Adriaan Engels begon hiermede en formeerde op een thema een drie-delig orgelwerk: In troduction, Adagio en Finale. Engels bond zijn improvisatie niet aan een strenge vorm. Zij werd interessant door harmoni sche ontwikkeling, toccata-achtige figu raties (finale) en door het scheppen van een expressieve sfeer (adagio). De orga nist Cor Kee baseerde zijn improviseren op de melodie van „De winter is ver gangen" en gaf in een reeks van acht vari aties voortreffelijke indrukken van schep pende muzikaliteit, zin voor kleur en har monisch en contrapunctisch kunnen, vooral in de laatste twee. Ten slotte kwam de organist Georges Stam, die met een markant thema een stoer praeludium bouwde en hierna mees terlijk een fuga opzette, die na een prach tige ontwikkeling met gelukkig gevonden doorwerking een wat zwak besluit kreeg. Als geheel beschouwd heeft dit bijzondere orgelconcert een voortreffelijke indruk ge geven van de scheppende en herschep pende Nederlandse orgelkunst. P ZWAANSWIJK „Hoe was het eten en wat is de ginds gangbare taal?" Deze vragen heb ik sinds mijn terugkeer uit Israel bij herhaling ge steld gekregen. Wat het eerste betreft, zij vermeld, dat er in belangrijke mate „Tzenna" heerst, na melijk een streng doorgevoerde beperking of rantsoenering van wat men kan ver orberen. Brood is vrij, maar eieren, vis en vlees niet. Alleen van Vrijdagavond tot en met Zondag (Sabbath is de algemene rust dag) kan men wel vlees krijgen, wat ins gelijks voor kip geldt. Die beperking is nu eenmaal nodig. Dit vooral in verband met het feit, dat de overheid welbewust op grootscheepse schaal met behulp van immi gratie het Joodse bevolkingsdeel in sterke mate doet toenemen. Natuurlijk is de voe ding op het platteland en in het bijzonder in de verschillende nederzettingen, die zich in hoofdzaak aan zware arbeid vergende lanaontginning en landbouw wijden, een stuk ruimer. De Tzenna gaat zover, dat men ook niet een onbeperkte hoeveelheid vis kan verkrijgen. Gemord wordt er over deze maatregelen heel weinig. Het belang van de staat eist, nog afgezien van andere even zeer sterk sprekende argumenten, de mas sale bevolkingstoenemïng door middel van immigratie. De zeer sterke gemeenschaps zin, welke in Israel heerst en trouwens een van de beste verklaringen is van de won deren die men daar verricht, doet bij het gros van de mensen helemaal niet de ge dachte opkomen om te pruttelen over de Tzenna. Overigens viel het me op, dat in het algemeen de mensen er goed en waar lijk niet ondervoed uitzien: ik heb het nu niet over die immigranten, welke pas uit landstreken gekomen zijn, waar zij er slecht aan toe waren. En nu de taal. Als bezoeker kan men zeker best terecht met Engels ofDuits. Het eerste vooral ook doordat een dertigtal jaren Brits mandaatsbewind nu eenmaal niet zijn voorbij gegaan zonder zekere spo ren te hebben achtergelaten. Daarnaast kan men er zich in belangrijke mate met Duits helpen. Heus niet alleen doordat vooral heel wat uit Midden- en ook wel uit Oost- Europa afkomstige bewoners die taal nog min of meer machtig zijn, maar eveneens ook tengevolge van het feit, dat tienduizen den het „Jiddisch" beheersen, een taai mengsel. waarmee men dank zij kennis van het Duits zich dikwijls aardig uit de moeilijkheden kan redden. Officieel is, sinds de geboorte van de jonge staat, het Frans de tweede taal na het Ivriet dat ik. eenvoudigheidshalve als modern He breeuws zou willen omschrijven. De keuze is op het Frans gevallen, niet in de laatste plaats als een soort van bewijs van tegen zin tegen de taal van het land, dat van wege zijn politiek nu niet bepaald de sym pathie van de Israëliërs heeft verhoogd. Vooral niet omdat zij in Bevin de kwade pier zien wat betreft de door de Arabische staten tegenover Israel aangenomen hou ding. Men denke aan hetgeen land en de Joodse bevolking in het bijzonder door de Arabische woelingen in het tijdperk 1936-'39 te lijden hebben gehad, aan de wijze, waarop de Britten, toen zij zich in 1948 terugtrokken, de Joden in de steek gelaten hebben, en hoe vervolgens de zwaar bevochten onafhankelijkheidsstrijd tegen de Arabieren nodig is geweest. Ook en in niet geringe mate hieraan is de Britse staatkunde schuldig geweest. En dus, niet het Engels, maar het Frans is officieel de tweede taal. Aldus de theorie. Nu echter de werkelijkheid. Met uitzondering van een handjevol hoge ambtenaren, in het bijzon der van Buitenlandse Zaken, en wat pro fessoren alsmede nog een aantal intellec tuelen, is er vrijwel niemand die voldoende Frans kent. De overgrote meerderheid van hen die iets geleerd hebben en die al wat langer in het land wonen, is wel degelijk met het Engels vertrouwd. Een typisch staaltje op dit gebied was het volgende. Onze chauffeur-gids, zelf van huis uit een Berlijnse jongen, die pas in 1933 geëmi greerd was, vroeg me iets in zijn „gasten boek" te schrijven, er lachend aan toevoe gend, dat ik dat alleen niet in het voor hem onbekende Nederlands moest doen. ..Maar toch zeker niet in het Engels, want ik heb zo gemerkt, dat u niet erg dol op de Engel sen bent", merkte ik op. „Niets geen be zwaar". luidde het antwoord. „Van Duits wil ik zelf eigenlijk liefst niets meer weten en wat het Engels aangaat, daar heb ik niets tegen, evenmin als tegen de Engelsen als zodanig. Alleen de door hen gevoerde politiek verfoei ik." Laat ik hieraan ter stond toevoegen, dat ik vrij dikwijls ook wel iets anders met betrekking tot bedoelde gevoelens heb waargenomen, vooral door dat velen aan een hevig chauvinisme lij den, een overigens verklaarbaar verschijn sel in een jonge staat. Nog een typisch staaltje in verband met de kwestie van de zogenaamde officiële tweede taal na de landstaal. Op een door mij aan President Weizmann in het Frans gezonden telegram kreeg ik van zijn se cretaris antwoord in.het Engels! De landstaal. Die is, gelijk al even aan gestipt, het Ivriet.' De in" Israel geboren jeugd is haar natuurlijk helemaal meester, maar bovendien wordt het Ivriet door de overgrote meerderheid van de Israëliërs gebezigd, ook al hebben zeer velen het pas in het land zelf moeten leren. Voor de im- migrantenscharen, die in de jongste tijd vooral uit Afrika, uit Yemen en nu ook uit Irak kwamen en komen, en van wie de meesten wat de godsdienst betreft, zeer orthodox zijn, is het dikwijls een voordeel, dat zij dank zij hun godsdienstige opvoe ding nog iets van het oude Hebreeuws ken nen. Verder schijnen de Joden, afkomstig uit Arabisch sprekende landen, doordat er tussen Arabisch en Ivriet een zekere ver wantschap bestaat, vrij spoedig er in te sla gen de landstaal, het bindmiddel bij uit nemendheid wat de dagelijkse maatschap pelijke omgang betreft, voldoende aan te leren. Voor de geïmmigreerde jeugd is het bestaan van verplicht lager onderwijs, waarvoor ook in de verschillende neder zettingen zorg wordt gedragen mede, juist wat het vertrouwd raken met het Ivriet betreft, een onmiskenbaar voordeel. Tot besluit stip ik nog aan, dat in het alge meen in de steden de straatnamen ook nog wel in het Engels zijn vermeld (naast Ivriet en Arabisch). Dit stamt uit dc man- daatstijd. Maar in nieuw verrezen plaatsen en nederzettingen, alsook vrij veelvuldig op de aanwijzingen óp de verkeerswegen, valt geen Engels te bekennen. Naarmate men komt in landsgedeelten die een sterke Ara bische bevolkingsinslag hadden of die nog ten dele hebben, prijkt dan het Arabisch als tweede taal. Alles bij elkaar is het dui delijk, dat voor degenen die in Israel leven en werken, bijkans steeds, en dit in toe nemende mate, kennis van het Ivriet on ontbeerlijk is. Dr. E. VAN RAALTE Benarde uren in een nauwe schacht In het kleine Noord-Zweedse stadje Ljusne is men uren bezig geweest om een bouwarbeider te redden, die in een negen meter diepe nauwe schacht was gevallen. Onder in bevond zich klei, waarin de man wegzakte. Het duurde enige tijd voordat men zijn hulpgeroep vernam en toen men toesnelde was hij reeds tot aan het middel weggezakt. De ongelukkige kon zijn armen niet gebruiker, omdat de schacht niet meer dan 30 cm. doorsnede had. Met koortsach tige haast begonnen brandweerlieden en anderen een nieuwe schacht te graven doch toen men nog slechts enkele voeten diep had te graven was de man reeds tot aan zijn kin weggezakt. Hij was zeer verzwakt en had de moed al opgegeven. Later lukte het een brandweerman met een touw onder zijn armen in de put af te dalen en Larsson bij zijn haren tot het middel uit de klei te trekken. Toen men hem echter met een windas wilde ophalen bleek zijn voet bekneld te zitten. Tenslotte gelukte het hem zijn voet vrij te maken en men kon hem ophalen. De geredde werd in het ziekenhuis on derzocht doch hij bleek geen lichamelijk letsel opgelopen te hebben. Wel was hij geheel van streek. Zwemmen Een kilometerwedstrijd in Heemstede De jaarlijkse een-kilometerwedstrijd van HPC wordt Zaterdagmiddag in de Van Mer- lenvaart te Heemstede gehouden. Vijf en negentig dames en heren, allen aangesloten bij de kring Haarlem van de KNZB. hebben ingeschreven De dames nemen deel aan borstcrawl en de heren aan schoolslag en borstcrawl. Voor de borstcrawl is een ver- enigingsprijs beschikbaar, welke Haarlems Dagblad heeft aangeboden. Vorig jaar won HPC de wisselpnjs en dit jaar hebben Haarlem en HVGB de beste kans. Leden van reddingsbrigades uit deze om geving nemen deel aan een wedstrijd 500 meter gekleed zwemmen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 5