c
D
Na de zomervacantie vermoedelijk een
debat over de kwestie Nieuw Guinea
OPRUIMEN
DAT KAN KAN ALLEEN
I. KAN
c
.Clowntje Riek
Het kostbare
deposito
Vrijdag 14 Juli 1950
7
TWEEDE KAMER
Nieuwe wet op de Kamers van Koophandel zal tot
1 Januari 1959 van kracht zijn
Financiële steun aan de K.L.M.
i (Van onze parlementaire redacteur)
Donderdagmiddag kon de openbare ver
gadering der Tweede Kamer pas om twee
[uur beginnen, doordat niet eerder het hier
voor vereiste aantal van 51 Kamerleden
aanwezig, was. Een slechte beurt van de te
vele afwezigen, wier namen ook werden
iopgelezen en aldus, bij wijze van welver
diende straf, een plaats in de Handelingen
krijgen.
Nadat op voorstel van de voorzitter be
sloten was de grote vacantie voor de Kamer
.op 12 September te doen eindigen om dan
de begrotingen van Oorlog en van Marine
alsmede die van het Lanabouwegalisatie-
fonds te behandelen, ging men er mee
accoord, dat het omstreeks 1 Augustus te
verwachten rapport van de Gemengde
Commissie, die zich met het vraagstuk
Nieuw Guinea heeft bezig gehouden, in
handen van de Kamercommissie voor Unie
zaken zal worden gesteld. Deze Kamer
commissie zal dan zo spoedig mogelijk aan
president Kortenhorst. mededelen wanneer
zij meent, dat er een gedachtenwisseling
tussen regering en Kamers ook aan de
Eerste Kamer was dit beloofd over
Nieuw Guinea zal kunnen plaats vinden.
Dit zou namelijk, volgens die belofte, moe
ten gebeuren vóór het begin der onder
handelingen met de regering van de R.I.S.
over het probleem-Nieuw Guinea. Nu heeft
Djakarta al verzocht, de besprekingen
tussen de twee leden van de Nederlands-
Indonesische Unie te doen beginnen. Daar
om heeft minister Van Maarseveen een
brief gezonden aan de Kamervoorzitter
(die deze brief gistermiddag voorlas) met
de vraag wanneer president Kortenhorst
meent, dat bedoeld debat met de regering
en dus daarna de Unie-conferentie over
Nieuw Guinea zal kunnen worden gehou-
jden.
Hierover is gisteren geen uitsluitsel ge-
igeven. De mogelijkheid bestaat, dat men
tot de slotsom zal komen, dat omstreeks
half Augustus de tijd rijp is voor een ont
moeting tussen regering en parlement voor
het hier vermelde doel.
In parlementaire kringen acht men het
waarschijnlijker, dat de gedachtenwisseling
pas na 12 September gehouden zal kunnen
worden. Intussen blijft denkbaar, dat de
regering op het eerder houden van het
parlementair debat zou aandringen.
Daarna kwam het wetsontwerp over de
Kamers van Koophandel weer aan de orde.
Zowel mr. Verkerk (A.R.), als de heren
Schil thuis (Arbeid) en Korthals
j(V.V.D.), wensten, zeker voorshands, geen
j nauwe samenkoppeling der Kamers met de
Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie. De
I heer Schilthuis wenste dat ook werknemers
in de Kamers van Koophandel zullen wor
den opgenomen.
Staatssecretaris mr. Van der Grin
ten stelde voorop, dat het aanhangige
wetsontwerp beoogt rechtsherstel aan de
Kamers te geven, ter vervanging van de
niet te handhaven bezettingsregeling, waar
in onder meer het on-Nederlandse leiders
beginsel voorkomt.
Het nu bestaande kiesstelsel voor de
Kamers van Koophandel is, naar onder
meer ook mr. Schihal en de heren Schilt
huis en Korthals hebben erkend, slechts in
schijn democratisch. Daarom is de nu voor-
I gestelde wijziging te verkiezen, waardoor
de Kamers zichzelf zullen aanvullen. Met
hen, die zich tegen het leggen van een
ADVERTENTIE
verband op korte termijn met de Publiek
rechtelijke Bedrijfsorganisatie hadden ver
klaard, vond de staatssecretaris dat niet
raadzaam. Wanneer men nog eens duidelijk
wil onderstrepen dat op het ogenblik de
Kamers van Koophandel een andere struc
tuur hebben dan de Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie, kon mr. Van der Grin
ten dat toejuichen. Het is niet de bedoeling
deze Kamers een gereserveerd gebied voor
ondernemers te doen zijn. Derhalve was de
staatssecretaris gaarne bereid te bevorde
ren dat ook werknemers zitting in die
lichamen zullen krijgen. Voorshands had
hij aanzienlijke bezwaren tegen waarbor
gen voor een bepaalde vertegenwoordiging
van het werknemerselement. Men diende
te bedenken, dat de taak van de Kamers
veël meer betrekking heeft op aangelegen
heden van de ondernemers.
Ongeveer 36 van de leden van de
Kamers van Koophandel behoorde vóór de
oorlog tot de middenstand. Wil men echter
dat een derde van het aantal leden tot de
middenstandsbedrijven, een derde uit de
kringen van het kleinbedrijf moeten
voortkomen, dan koesterde mr. Van der
Grinten daartegen geen bezwaar. Tenslotte
verzekerde hij dat de ontworpen regeling
als een tijdelijke gedacht is; men zal eerst
eens de ontwikkeling in de praktijk van de
Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie moe
ten afwachten. Met de heer Korthals
hoopte de, staatssecretaris, dat de Kamers
van Koophandel zich aldus zullen ont
plooien, dat zij een „gonzende bijenkorf"
zullen worden.
De staatssecretaris was bereid de amen
dementen van de commissie van voorbe
reiding over te nemen, die ten doel hadden
ook in de woordenkeus van de wet duide
lijk te doen uitkomen dat het karakter der
Kamers van Koophandel verschilt van dat
der Publiekrechtelijke Bedrijfsorganen.
Ook tegen het wijzigingsvoorstel van de
commissie van voorbereiding om de gelijk
heid tussen de middenstandsondernemingen
en de rest aldus te handhaven, dat aan
beide een minimum van een-derde der
zetels wordt gewaarborgd, had hij geen
bezwaar.
De heer Schilthuis wilde bovendien
laten vastleggen dat tenminste een-vierde
van het aantal leden der Kamers van
Koophandel uit werknemers moet bestaan.
Maar hiervoor ontbrak verdere bijval, zo
dat het tot intrekking van dit sub-amen
dement kwam. Amendementen, waardoor
de Kamers van Koophandel al vast op en
kele punten met de Sociaal-Economische
Raad in contact werden gebracht
zonder dat de Kamers in dat opzicht
„horig" zullen worden, gelijk mr. Schmal
(C.H.) had gevreesd gingen er zonder
hoofdelijke stemming door met aantekening
van het tegen van mr. Schmal en de heer
Hoogcarspel (Comm.). Het voorstel-Bachg
(K.V.P.), waardoor de Sociaal-Economi
sche Raad, inplaats van de minister, .een
zeker toezicht op het financieel beheer vön
de -Kamers van Koophandel zou kunnen
krijgen, ontmoette onder meer ook bij de
heer Korthals (V.V.D.) verzet. Vrijdag
zal over dit amendement gestemd worden.
Opneming van een bepaling waardoor de
wet op 1 Januari 1959 zal komen te ver
vallen, zodat de nieuwe Kamers van Koop
handel niet langer dan twee zittingsperio
den van elk vier jaar door de nu aangeno
men regeling zullen worden beheerst, kreeg
eveneens een plaats in het ontwerp.
Tegemoetkoming aan de K.L.M.
Laat op de middag begon men nog met
het wetsontwerp, dat tegemoetkoming van
's Rijkswege aan de K.L.M. met het oog op
geleden verliezen beoogt en tevens met het
voorstel inzake, nadere regeling van de
verhouding tussen het rijk en de K.L.M.
De heer Lucas (K.V.P.) gaf te kennen,
dat de ontwerpen Jiem een gevoel van on
behagen hadden gegeven. Hij sprak zijn
leedwezen uit over het streven naar een
monopolistische positie door de leiding der
K.L.M., dat blijkbaar bij de regering steun
vindt. Aan het verantwoordelijkheidsgevoel
der leiding ontbreekt z.i. iets. Er is geen
saneringsplan vastgesteld. Hij bepleitte
herziening der bedragen en vroeg of er
hier geen taak ligt voor de Algemene
Rekenkamer. De heer Al g e r a (A.R.) was
van oordeel, dat voorzichtigheid moet wor
den betracht bij het oefenen van critigk.
Zijns inziens kan de K.L.M., nu Indonesië
is losgelaten, wellicht een grootheid zijn,
die onze energie een nieuw arbeidsveld kan
geven. De minister is naar zijn mening
niet duidelijk genoeg geweest over de mo
gelijkheid de exploitatierekening te doen
sluiten. Hij vroeg of de belangen ten aan
zien van de binnenlandse lijnen zo groot
zijn, dat het gerechtvaardigd is hierop een
verlies van een half millioen per jaar te
nemen.
De heer Algera was bereid mede te wer
ken aan de tegemoetkoming jegens de
K.L.M., maar ten aanzien van het wets
ontwerp in zake verdere investeringen
vorjd hij nadere gegevens noodzakelijk. Hij
Ondanks de toenemende internationale spanning wordt door de autoriteiten in Moskou
dagelijks één geheim prijsgegeven, namelijk het weerbericht. Op de foto zien we de
telegrafist van het centraal bureau van de Britse meteorologische dienst te Dunstable
de uit Moskou per radio uitgezonden weerberichten in morse ontvangen.
had er bezwaar tegen dat geld wordt ge
stoken in de Garuda Indonesian Airways.
De heer Wel ter (K.N.P.) zeide sym
pathiek te staan tegenover het ontwerp.
Het is redelijk de schade, door andere
staten veroorzaakt, te vergoeden. Maar
moet die schade niet verhaald worden?
vroeg hij. De Kamer moet worden ingelicht
waarom van het eisen van schadevergoe
ding wordt afgezien. Een zeer belangrijke
financiële hulp is hier geoorloofd en zelfs
geboden. De heer Weiter hoopte op herstel
van de lijnen naar het Noorden en het Zui
den des lands. Om zeven uur is de ver
gadering verdaagd tot Vrijdagmiddag.
-„General C. H. Muir"
morgen in Rotterdam
Het troepenschip „General C. H. Muip"
wordt in de komende nacht in de haven
van Rotterdam verwacht. De ontscheping
van de opvarenden begint Zaterdagmor
gen om negen uur.
De 9 Muzen
Goedkoper Welfare-rantsoenen
voor militairen in Indonesië
De Legervoorjichtingsdienst deelt mede
dat als gevolg van de sterk gestegen prijzen
in Indonesië ook de zogenaamde Welfare
rantsoenen, die maandelijks aan de mili
tairen aldaar worden verstrekt, zo duur
zijn geworden dat zij voor de gewone sol
daat bijna niet meer te betalen zijn. Er is
daarom een nieuwe regeling gemaakt waar
door de prijs van het rantsoen belangrijk
lager wordt en zeer binnenkort zelfs tot
beneden de oude prijs zal dalen. De verzor
ging zal in het vervolg geheel door Neder
land geschieden in de vorm van maande
lijkse pakketten waarin zich onder andere
300 goede sigaretten bevinden. Er zal ech
ter geen bier meer worden verstrekt.
ADVERTENTIE
MAANDAGMIDDAG 2 UUR
BEGINT ONZE GROTE OCCASIONVERKOOP
in JUWEEL - GOUD - ZILVER - PLEET - DOUBLé
Zie onze grote annonce in het Maandagavondblad
'T SILVER-STOEPKE
GROTE HOUTSTRAAT 49
Bedrijfsschade als gevolg van
hoenderpest wordt niet vergoed
Op vragen van het Tweede Kamerlid
de heer Borst (C.P.N.) betreffende de ver
goeding aan pluimveehouders van de
schade, geleden tengevolge van de pseudo-
vogelpest, heeft de minister van Land
bouw, Visserij en Voedselvoorziening ge
antwoord, dat door deskundigen de waar
de van de te vernietigen pluimveestapel
wordt getaxeerd en dit bedrag ten volle
aan de gedupeerden wordt uitbetaald. De
vergoeding wordt alleen gegeven voor nog
levende dieren.
De bedrijfsschade, die door het optreden
van pseudo-vogelpest en de daaropvolgen
de vernietiging van de pluimveestapel is
ontstaan, is een bedrijfsrisico, waarvoor
geen vergoeding kan worden gegeven.
De kosteloze beschikbaarstelling van
entstof is naar het oordeel van de mi
nister al een belangrijke tegemoetkoming
voor de pluimveehouders. Voor een ver
dere vergoeding zijn naar zijn mening
geen termen aanwezig.
BEVORDERING VAN INTERNATIONAAL
BEGRIP IN LEERBOEKEN
De U.N.E.S.C.O. heeft de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
verzocht zijn medewerking te willen ver
lenen tot een onderzoek van hier te lande
in gebruik zijnde leerboeken met het oog
op het nut, dat deze boeken kunnen heb
ben voor het verkrijgen van een beter in
ternationaal begrip.
De minister heeft deze medewerking
toegezegd en de hulp van hoofden, direc
teuren en. rectoren van alle inrichtingen
van onderwijs in Nederland ingeroepen.
ADVERTENTIE
Como contra Capri. De gemeenteraad
van Como heeft een internationale prijsvraag
uitgeschreven voor een danslied dat „de
romantische sfeer en de onovertrefbare
schoonheid" van het Como-meer prijst. Men
is op dit idee gekomen, omdat duizenden
toeristen naar het concurrerende Capri
trekken tengevolge van de vele romantische
liederen over dit eiland.
Week-einde voor zangers. Op 15 en 16
Juli zal op het landgoed „Drakenburgh" te
Baarn het tweede weekeinde van het Ko
ninklijk Nederlands Zangersverbond worden
gehouden. Op de eerste dag spreekt onder
anderen Oscar van Hemel uit Hilversum
over: „De dirigent, het mannenkoor en de
componist" en op de tweede dag houdt de
heer Jos. de Klerk, toonkunstenaar te Haar
lem, een referaat „Het mannenkoorwezen uit-
artistiek-cultuteél en maatschappelijk oog
punt".
ADVERTENTIE
A.s. ZATERDAG begint onze VERBLUFFENDE opruiming
10.75
15.50
HERENPOLSHORLOGES van 20-
DAMESPOLSHORLOGES van 25-
Juwelier - Horloger
BARTEL JORIS STRAAT 2
TELEFOON 13004, HAARLEM
Minister In 't Veld verdedigt
premieregeling voor woningbouw
De minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting heeft geantwoord op de op
merkingen der Tweede Kamer over het
wetsontwerp inzake de premieregeling voor
de woningbouw.
De minister zegt onder meer, dat de
financiële verplichtingen, die voor de staat
ontstaan door de bevordering van de wo
ningbouw, niet eindeloos kunnen worden
uitgebreid. Dit is dan ook de voornaamste
reden, dat de minister tot het ontwerpen
van de premiergeling is overgegaan. Als
doel heeft hem daarbij voor ogen gestaan
het bevorderen van het rationele bouwen,
het bieden van zoveel mogelijk woongerief
in een zo beknopt mogelijke ruimte, ten
einde met beperkte middelen het grootste
nut te bereiken.
De minister meent, dat de bezwaren,
welke in de jaren na de eerste wereldoor
log bij de toepassing van een premierege
ling werden ondervonden, zich thans niet
zullen behoeven voor te doen.
Voor de kinderen
*"St
'.ISfe
S|
206 t:
i
De vorm van de hut begint al hard op te schieten. De takken zetten ze stevig vast, en
ze maken ze onderling ook nog vast met dwarstakken. En dan gaan ze grote bladeren
plukken, stevige bladeren die geschikt zijn voor bedekking van het geraamte. Die
leggen ze dwars over het staketsel heen, laag over laag. Dat is 'n goede bedekking voor
het geval, dat het zou gaan regenen; en dat houdt ook de koude nachtwind weg.
Eindelijk zijn ze met het werk gereed. Ze kijken er vol trols naar. en eigenlijk
vinden ze dat toch wel leuk, zo'n zelfgebouwde hut op dit eiland!
De zon is al bijna ondergegaan. Nu gaan ze eerst nog eens kijken naar de boot.
Die dobbert nog altijd stilletjes voort op de golfjes en is nog even onbereikbaar.
De vraag of het bedrag, dat men in de
vorm van een premie zal ontvangen, lager
is dan de som, die men na afloop van de
lO-jarige periode zou ontvangen bij toe
passing van de financïeringsregeling Wo
ningbouw 1948, is thans niet te beantwoor
den. Zulks is afhankelijk van de vraag in
welke mate ten gevolge van huurverhoging
of andere omstandigheden de jaarlijkse
bijdrage in de toekomst verlaging zal on
dergaan en op welk bèdrag de uitkering
ineens dientengevolge zal worden gesteld.
Echer, ook indien uiteindelijk mocht blij
ken, dat de premie minder is dan het be
drag, dat men krachtens de Financierings
regeling Woningbouw 1948 zou hebben ont
vangen, dan kan de minister niet inzien,
dat de premiergeling daarom minder gun
stig is. Tegenover het feit, dat men iets
minder ontvangt, staat dan immers, dat
men het bedrag ineens en terstond ont
vangt. Dit schept voor de woning-eigenaar
een grote mate van zekerheid in vergelij
king met de toestand onder de bestaande
regeling, waarbij hij niet weet, welke ver
mindering de jaarlijkse bijdrage zal onder
gaan en hoe groot de uitkering ineens ten
slotte zal zijn. Bij de nieuwe regeling zal
het in de eerste jaren wellicht iets moei
lijker zijn om een sluitende exploitatie te
verkrijgen dan voorheen, hoewel dit we
gens de omstandigheid, dat de woningen
in die jaren weinig onderhoud behoeven,
wel zal meevallen. Maar in de toekomst
kan de exploitatie-uitkomst bij eventuele
huurstijging gunstiger worden. Bij de be
staande regeling blijft de exploitatieuit
komst gedurende de tienjarige periode vrij
wel gelijk, doordat een verhoging van de
huur aanleiding geeft tot een evenredige
vermindering van de bijdrage. Bij de pre
mieregeling komen de uit deze huurver
hoging voortvloeiende baten volledig aan
de exploitatie ten goede.
Nog twee weken Damstadt
Het zal nog veertien dagen duren alvo
rens Damstadt wordt afgebroken. Dit heeft
de hoofdstedelijke Kalverstraatcommissie
besloten.
Er zijn sinds de opening van Damstadt
bijna 300.000 bezoekers geweest.
Het programma zal in de komende we
ken een ander karakter hebben dan in de
afgelopen maand het geval is geweest.
HOLLAND FESTIVAL
Nederlandse Kamermuziek
uit de achttiende eeuw
Er werd in het Holland-Festival nog een
tweede avond gewijd aan de Nederlandse
Kamermuziek uit de achttiende eeuw. Dit
concert had Donderdagavond plaats in de
aula van het Haagse Gemeentemuseum,
aldus ter plaatse waar zo vele vergeten
composities, liefderijk verzameld door wij
len dr. Scheurleer, bewaard worden. Heeft
deze hoogst verdienstelijke collectionneur
kunnen vermoeden dat deze museumstuk
ken nog eens levendig bezit van de ge
meenschap zouden worden? In ieder geval
is het zijn vurige wens geweest. De be
heerder van zijn nagelaten verzameling, de
heer Dirk Balfoort, heeft die wens met
energieke propaganda gediend en een jon
gere generatie (laat ik vooral de namen
noemen van de violist Wim Noske en van
de cembalist-componist Hans Schouwman)
maakt nu de, droom van Scheurleer tot een
klinkende realiteit, die oorzaak is dat de
vroegere inzichten over het muziekleven
in het Holland der achttiende eeuw een
opmerkelijke correctie krijgen. Want wat
er zoal voor de dag komt, blijkt levens
krachtig genoeg te zijn, om naast het werk
van de bekende grootheden uit deze pe
riode gehoord te worden door het publiek
van onze tijd. Ook uit andere verzamelin
gen dan die van Scheurleer kon worden
geput, onder meer uit de rijke collectie van
de bekende Antwerpse bibliophiel Stell-
feld. Hieraan dankten wij deze avond de
kennismaking met een reeks zeer mooie
Engelse liederen, Italiaanse canzonetti en
een aria van Willem de Fesch, ten gehore
gebracht door de bibliothecaresse van de
heer Stellfeld, mevrouw Marguerite Rei-
ners. Deze zong ook een drietal liederen
uit een bundel van Jacob Nozeman op
teksten van de Haarlemse dichter Pieter
Merkman, waarvan een enig exemplaar
een fraai specimen van Hollandse muziek
druk uit het begin der 18de eeuw in
onze Haarlemse bibliotheek berust. Zo
klonken deze avond onder meer de zan
gerige melodieën van Nozemans ..Haarlems
Tempe" en „Meyzang", die wij op het
Bloemenfeest van drie jaar geleden reeds
over onze Grote Markt lieten klinken en
die voorts (in een speciale bewerking voor
mannenkoor) in het vorige winterseizoen
door „Caecilia" gezongen werden; gracieuze
muziek die de stad aan het Spaarne en
haar omstreken met smaak bezingt en een
mooie plaats in onze Nederlandse liederen
schat waard is.
Maar precies als op de eerste séancè,
aan deze oude Nederlandse Kamermuziek
gewijd, bleek ook nu weer dat Willem de
Fesch de belangrijkste Hollandse meester
dezer periode was. Hij was andermaal met
verschillende genres vertegenwoordigd;
Engelse en Italiaanse zangmuziek (sonir
mige stukken met fluit- en viool-obligaat),
sonates voor cello en viool, respectievelijk
vertolkt door Piet Lentz, Carel van Leeu
wen Boomkamp en Willem Noske. Al zijn
composities verraden een sterke muzikale
potentie, die haar na deze wederopstan
ding, bij behoorlijke propaganda, een lang
leven verzekert. Ook een vioolsonate van
Albertus Groneman bracht een verrassend
effect teweeg en met een sonate voor twee
fluiten (gespeeld door Ellen Mac Gillavry
en Johan Feitkamp) kon men hem best
voor een dubbelganger van Telemann ver
slijten. Ook Bronnemuller schreef aardige
fluitmuziek en Jacobus Klein Jr. leverde
onderhoudende muziek voor twee celli.
Hans Schouwman liet menig staaltje van
clavecimbel-muziek horen van Lustig,
Hurlebusch en Quïrinus van Blankenburg,
die alle van voorname kunstgeest ge
tuigden.
Willem Noske bewaarde voor het slot
.van de avond nog een merkwaardige viool
sonate van Pieter Hellendaal. Er was voor
deze manifestatie van vergeten Nederland
se kunst een verblijdend grote belangstel
ling. Het werk van de pioniers begint
vruchten te dragen.
JOS. DE KLERK.
Agenda voor Haarlem
Vrydag 14 Juli.
Waalse Kerk: Orgelconcert door Dolf Hen-
drikse, 8 uur. Palace: „Paniek in warenhuis"
alle leeftijden, 2, 4.15, 7 en 9,15 uur, Luxor:
„Het alibi van dr. Gerrow", 14 jaar, 2, 7 eti
9.15 uur. City: „Berucht", 18 jaar, 2.15, 4.30,
7 en 9.15 uur. Spaarne: „De engel en de ban
diet", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Kapitein van Castilië", 14 jaar. 2.30, 7 en
9.15 uur. Rembrandt: „Dwaasheid des har
ten", alle leeftijden, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Zaterdag 15 Juli.
Krelageliuis. Jeugd Vredes Comité, open
bare vredesbijeenkomst, 8 uur. Bioscopen:
Middag- en avondvoorstellingen.
FEUILLETON
door E. Phillips Oppenheim
39)
„Gelukkig, dat 'hij niet bij de inbraak
zelf was", mompelde Dutley. „Wat was de
naam van die jongeman?"
„De Brest. Hij is geloof ik een Belg".
Dutley glimlachte vrolijk.
„Dat is goed nieuws".
„Dan is er nog een dr. Hisedale en een
Amerikaan Hartley Wright".
„En wie schoot die arme Rentoul neer?"
„Dat behoeft u niet te vragen, zou ik
zeggen", zei Huneybell rillend. „Thomas
Ryde natuurlijk. Die heeft de nachtwaker
ook neergeschoten. En nu ben ik aan het
eind. Ik heb u niets meer te vertellen.
Waar kan ik mijn zestienhonderd pond
krijgen?"
„Om één uur moi-genmiddag", zei Dut
ley tegen hem, het adres in Curzon Street
'achterop een kaartje krabbelend. „En u
zult uw deel van het regu meebrengen,
nietwaar?"
„Ik denk niet, dat u afstand van het
geld zou doen, als ik dat niet deed, is het
wel? Ja, ik zal het zeer zeker meebrengen.
Naar wie moet ik op dit adres vragen?"
„Vraag maar naar de heer Burdett", zei
Dutley. „Hij zal daar op u wachten".
Huneybell stond op. Hij trok het gordijn
een paar centimeter opzij en keek naar
de donkere omtrekken van The Towers. Er
lag een uitdrukking van dodelijke angst
op zijn gezicht, en in zijn starende ogen,
„In ieder geval heb ik met Highgate
afgedaan", mompelde hij.
HOOFDSTUK XIX.
Het ogenblik was gekomen het ogen
blik, waarop Huneybell de gehele morgen
al angstig gewacht had. Hij duwde de
klapdeur van het magazijn open en met
zijn tas in de hand begaf hij zich naar het
kantoor. Thomas Ryde zat daar met een
grootboek voor zich. Toen zijn reiziger
binnenkwam, keek hij op.
„Kom binnen", zei hij, achterover in zijn
stoel leLinend. „Het was hier een zeer
stille ochtend. Heb jij enig geluk gehad?"
„Ik vrees van niet", was bet spijtige
antwoord. „Grayson was uit. Ik dacht, dat
hij die twee laatste kisten van de fabriek
wel gekocht zou hebben. Niemand scheen
in enige stemming om te kopen!"
„En mijn speciale offerte aan Ames
Brothers?"
„Daar wilden ze. zelfs niet over praten,
meneer. Ze hadden verleden week voor
meer dan duizend pond afval van het vas
teland gekocht".
Ryde leunde nog wat verder achterover
in zijn stoel.
„Dat is jammer", zei hij zachtjes. „We
moeten weer eens wat verkopen, Huney
bell. Ik kreeg vanmorgen een telefoontje
uit Leeds. Ze zeggen, dat er een hele partij
onderweg is. Dat doet me nog wat te bin
nen schieten, Ze wilden een rapport heb
ben over die twee kisten, die gistermiddag
gekomen zijn. Waar zijn die?"
„In het magazijn, meneer".
Ryde stond op.
„Stel nooit uit tot morgen, en.zei
hij. „We zullen die kisten even samen
bekijken, Huneybell. Laat ik eens even
zien: ik geloof, dat je vanmiddag naar je
tandarts wilde gaan, zoals je zei. Je hebt
toch voor vanmiddag vrij gevraagd?"
Huneybell keek als een wanhopige naar
de klok. Zijn verhaal over zijn bezoeken
van die morgen was volkomen fictief ge
weest. Hij had de laatste twee uur in een
bar op nog geen halve kilometer afstand
gezeten, trachtend zich moed in te drin
ken voor deze enkele ogenblikken.
Plotseling schoot hem de gedachte door
het hoofd, dat het toch eigenlijk dwaas van
hem geweest wais om terug te komen. Het
zou toch net zo gemakkelijk zijn geweest
om weg te glippen en ergens in het West
End te wachten. Het was niet anders dan
routine, die hem weer hier teruggebracht
had.
„Ik vraag me af, meneer", zei hij, ter
wijl Ryde, methodisch als altijd zijn keu
rige zwarte jas verwisselde voor een stof
jas, „of u dat bekijken van die kisten tot
morgenochtend zou willen laten wachten.
Ik geloof niet, dat zij open zijn. Ik zou
graag nog iets willen eten voor ik naar de
tandarts ga".
„Het zal ons nauwelijks vijf minuten
kosten", gaf zijn patroon ten antwoord",
om even te zien, wat zij ons eigenlijk ge
stuurd hebben! Langer zal ik je niet op
houden. Als je bemerkt, dat je te laat
bent, kun je voor rekening van de kleine
kas een taxi nemen".
Huneybell zette zijn tas neer, gooide zijn
jas en hoed op een toonbank, liep naast zijn
chef het eerste magazijn door en ging het
tweede binnen. Hier bleef hij plotseling
staan.
„Ik zie de kisten niet, meneer", zij hij
rondkijkend.
„Ik ook niet", stemde Ryde toe. „Dat is
wel erg vervelend".
„Ik kan misschien beter aan Willem
vragen, waar hij ze gezet heeft", stelde
Huneybell voor, een beetje opzij schuivend.
„Oh, wacht eens even! Dat had ik
helemaal vergeten. Voor hij ging eten
en hij ging heen even voor jij binnenkwam
heeft hij mij gezegd, dat de kisten in
de kelder stonden. Ga mee".
Een soort angstig voorgevoel begon zich
van Huneybell's geest meester te maken.
Hij bewoog zich niet.
„Maar het kantoor, meneer", zei hij, „en
het eerste magazijn moeten we alles zo
maar openlaten, als Willem uit is?"
„Ons werk zal ons niet meer dan vijf
minuten kosten", antwoordde Ryde. „Er
valt niets te stelen en we zullen de bel wel
horen, als ze de voordeur openmaken. Ik
moet je oordeel over de inhoud van die
kisten hebben voor je vanmiddag weg
gaat".
Huneybell keek verlangend naar de ge
metselde boog, waar zij juist onderdoor
gegaan waren. Er was daar daglicht en
veiligheid, maar tussen dat licht en die
veiligheid en hem stond Thomas Ryde met
de factuur in de hand. Plotseling voelde
hij de hand van de laatste op zijn schou
der en werd hij zachtjes voorwaarts ge
duwd. Hij hoorde die stem met zijn
eeuwige gelijkmatige klank, met dat
eeuwige gebrek aan enige modulatie of
variatie in zijn oren klinken.
„Huneybell," zei die stem, „ik vind het
niet prettig, je daarvan te moeten beschul
digen, maar ik vrees, dat je aan het drin
ken bent gegaan. Het is onplezierig het te
moeten zeggen, maar ik merk het meer
malen, als je van je ochtendronde op kan
toor terug komt. Ik merk het nu weer. Het
is een dwaze gewoonte. Denk er aan, dat
je binnenkort een zeer rijk man zult zijn.
Wil je je geluk laten bederven door een
slechte gezondheid? Dat zou dwaasheid
zijn. Matig drinken is goed voor de spijs
vertering, maar overmatig drinken bederft
deze volkomen. Ah, daar staan de kisten!
Ik zie tot mijn genoegen, dat de deksels
er al af zijn. We zullen dus alleen maar
even hun inhoud hebben na te kijken. Ga
jij eerst Huneybell. De trap is glibberig.
Men zou daar gemakkelijk een lelijke smak
kunnen maken."
Al die tijd, onweerstaanbaar als de hand
van het Noodlot hadden de vingers van
Thomas Ryde zijn metgezel zachtjes naai
de uiterste rand van dat zwarte vierkante
gat geduwd, waarvan het valluik reeds
openstond het gat, dat naar de kelders
leidde. Aan hun voeten bevond zich de
bijna rechtstandige ijzeren trap en op de
bodem was een stenen vloer.
.Mijnheer Ryde!" hijgde Huneybell. „U
heeft gelijk. Ik heb gedronken. Ik ben
duizelig. Ik kan daar niet naar beneden
gaan. Ik ben ziek. Ga mee terug naar het
kantoor. Ikik heb u iets te vertellen."
Thomas Ryde's ogen glïnterden een mo
ment achter zijn brilleglazen. Huneybell
voelde een hand als een ijzeren haak in
zijn kraag grijpen, terwijl het leek of de
hand van het Noodlot hem in de ribben
duwde.
„Zie je, Huneybell," zei Thomas Ryde
en zelfs toen verhief noch dempte hij zijn
stem en evenmin klonk daarin enig spoor
van vijandigheid, „de verrader krijgt al
tijd zijn verdiende loon."
(Wordt vervolgd).