u
Jen
De tentoonstelling
heeft vermoedelijk
„Mijlpaal 1950"
een tekort van 7 ton
Beleggingsnormen
wijzigen zich
De molen „De Slokop" behouden
TESVIPO"
itóavem
Vrijdag 25 Augustus 1950
3
FERDINAND LANGEN: „Mijn ©om Peter" (Een bundel verhalen)
AB VISSER: „Het Agentschap" (Een novelle). (ARBO-Serie,
N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam)
BEIDEN, AB VISSER en Ferdinand
Langen, zijn „generatiegenoten", zelfs
stadgenoten: in hun litteraire jeugd
namen zij deel aan het opgewekte letter
kundige leven van het „noordelijk cen
trum" Groningen. Beiden kenden zij het
heimwee naar Arcadië, waren zij, hoewel
met een zeer verschillend accent, verwant
aan de neo-romantiek. Maar daarmee
houdt de overeenkomst dan ook op, ver
keert zij zelfs in haar tegendeel: Visser was
en bleef een gezworen vijand van de
„woordkunst"; Langen, wieris eersteling
„Hélène in het heelal" kort na de bevrij
ding bekroond werd, was een zekere hang
naar het verfijnde, het spel met het schone
woord, allerminst vreemd en openlijk be
kende hij te dien aanzien dan ook kleur,
toen hij met Koos Schuur het onlangs
(helaas) opgeheven letterkundige periodiek
„Het Woord" oprichtte, het blad der „pa-
ganistische aestheten", voor wie de schoon
heid een autonoom levensgebied is. Men
kan de tegenstelling kenmerkend voor
enkele stromingen die zich in de heden
daagse litteratuur aftekenen ook anders
formuleren: Vissers kracht is zijn plastiek,
hij zich richt op het realistische dan wel
op het bovennatuurlijke; Langens bekoring
ligt in zijn vóór „Jacques en Jacqueline"
geschreven werk in de melodie, de woord
schikking en -keuze, de vorm, de stijl. Of
nog anders omschreven; Visser heeft een
natuurlijk, Langen een cultuur talent; de
voorkeur van de eerste gaat ik laat de
dichter-Visser hier buiten beschouwing
uit naar het bizarre, dreigend-problema
tische,- desnoods lugubere (in de zin dan
waarin men de 18de eeuwse „novel of
terror" of Poe luguber kan noemen); die
van de tweede naar het harmonisch-schone,
naar een „betoverde wereld" (gelijk hij
dan ook een bundel verhalen betitelde),
een Elysium, daarin hoe anders van
visie echter beïnvloed door A. Roland
Holst.
Zo was het althans. Het is merkwaardig
te zien, hoe deze beiden, die tot de talent-
volsten der „jongere" (niet jongste) gene
ratie gerekend moeten worden, zich sinds
de bevrijding hebben ontwikkeld. Visser
bewoog zich „rechtlijnig"; hij streefde naar
vervolmaking van zijn „sterke zijde": zijn
boeiende verhaaltrant, zijn verrassende
intuïtie voor menselijke gevoelens en
reacties (11c vermijd opzettelijk de in lit
teraire beschouwingen misbruikte „term"
psychologie), zijn opmerkelijke bekwaam
heid in de compositie, en bleef daarmee
zichzelf getrouw. Langen daarentegen heeft
vrij bruusk gebroken met zijn „aestheti-
sche jeugd"; hij poogde zich radicaal te
vernieuwen, onder invloed, dunkt me, van
de al te schokkende ervaringen tijdens de
oorlogsjaren (die hij „afreageerde" in het
parodistische, tragi-komische „Jacques en
Jacqueline") en van de moderne Ameri
kaanse short stories (in verschillende
korte verhalen) waarvan „Mijn oom Peter"
min of meer een navolging is. Langen heeft
(voorlopig?) de sfeer van de romantische
„droom-ver-boven-en-buiten-de-wereld"
prijsgegeven terwille van een laconieke,
droog-komische, tot het-uiterste versober
de, bijna taai-arme stijl, die zijn effect
teweeg brengt door een opeenstapeling van
simpele woordherhalingen (ik zou het de
„repetitie-stijl" willen noemen) en zich dus
speent van elk ornament.
„Mijn Oom Peter" is een bundel van
vijftien verhalen, kleine „trouvailles" die
de vinder lang niet altijd tot een „trouvère"
stempelen waarin oom Peter met zijn acht
jarig neefje (wijsneusje, hier „mannetje"
genoemd) vijftien levenswijze, humoristi
sche gesprekken voert over de dagelijkse
dingen, eigenlijk (ik zonder het alleraar
digste eerste verhaal, dat van de bezichti
ging van de stad, waarin „mannetje" op
instigatie van oom alles veel groter vindt
dan in zijn eigen woonplaats, uit) nieman-
dalletjes die vermaken door de „situatie",
de „pointe"" en de „repetitiestijl": „Nee
oom, zei ik. Spreek je de waarheid,
mannetje? vroeg mijn oom. Ja oom, zei
ik. Heeft de oude Stoppelman met je
over het eten gesproken? Nee, oom, zei
ik. Spreek je de waarheid, mannetje?
vroeg mijn oom. Ja oom, zei ik" enz.).
Maar, één tikje minder „esprit", één ge
miste „pointe", en het stijlprocédé kan het
verhaal (en zo zijn er verschillende in deze
bundel) niet meer redden. De „stijl" keert
zich tegen zichzelf en herinnert er aan, dat
ook de afstand tussen het lachwekkende
en het belachelijke niet meer dan een stap
is. Wat niet wegneemt dat „Oom Peter"
mij sympathiek is, omdat hij over geest
genoeg beschikt, uitsluitend kippen te wil
len kopen met een hoogstaand karakter.
Ab Visser heeft met zijn novelle „Het
Agentschap" de belofte ingelost die in zijn
Na een bezoek van*drie maanden aan de
Verenigde Staten is ex-koning Peter van
Joegoslavië aan boord van een Pan Ame
rican Clipper op het vliegveld van Londen
aangekomen. Zijn bezoek aan Engeland
geldt privé-aangelegenheden.
Ageoda voor Haarlem
VRIJDAG 25 AUGUSTUS
Waalse Kerk: Orgelconcert Dolf Hendrikse,
8 uur. Palace: „Fra Diavolo", alle leeft., 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Francis", alle
leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een
avontuur in Berlijn", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur.
City: „Pinocchio", alle leeft., 11, 2,15, 4.30, 7
en 9.15 uur. Spaarne: „De spookhaven" en
„De ondergang van de Dolfijn", 14 j., 2, 4.15,
7 en 9,15 uur. Rembrandt: „De bruid was een
man", alle leeft., 2, 4.15. 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 26 AUGUSTUS
Frans Hals: „Goin^g mij way", alle leeft.
2,30, 7 en 9.15 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
geleidelijk rijpingsproces besloten lag.
Was het hem in vorig werk, waarin hij
de mogelijkheden van het griezelverhaal
(zoals in „Rudolf de Mepse" en „Galg en
Rad") met raffinement uitbuitte, om de
sensatie van het „griezelen" te doen, in
„Het Agentschap" met zijn eveneens lu
guber gegeven krijgt het beklemmend-
sinistere het karakter van een menselijke
tragedie, die des aangrijpender is omdat
deze zich niet geruchtmakend, maar als
het ware onopvallend, in het teruggetrok
ken leven van een simpel mensenpaar
voltrekt. Adriaan Kroeze, gepensionneerde
kantoorklerk, „iemand die men vrij goed
moet kennen, wilde men hem niet voor
bijlopen zonder hem te zien", en zijn lijd
zame vrouw Sophie, zien hun klein, maar
hecht en zuiver huwelijksgeluk bedreigd
door de nood der stille armen, door 'So
phie's ziekte. Terwille van deze zo oprecht
beminde'" vrouw overwint Kroeze burger
lijk fatsoen, trots en walging, en meldt hij
zich aan bij een „onderneming" die de
snijkamers der universiteiten het benodig
de „materiaal" verschaft: hij wordt reizi
ger in toekomstige lijken, op provisie. Een
navrant gegeven, als men het zo noemen
wil, maar uitgewerkt tof een tragische
strijd tussen leven en dood, .menselijke
onmacht en noodlot, liefdestrouw en of
fervaardigheid. Kroeze leert, in de ban
van deobsessie der vruchteloze „lijken-
colportage", de mensen en zichzelf zien
door het oog van de dood en zijn dood
zieke vrouw alsde zin van zijn leven,
welke hem aanspoort tot het uiterste of
fer: zijn eigen lichaam te verkopen en
daarmee cle belofte te breken, ook in het
graf de geliefde levensgezellin trouw te
blijven. Hij die het leven liefheeft is ge
doemd zich aan de dood te verkwanselen,
zij die stervensbereid is, wordt tot sym
bool van het leven zinrijk variant op
het eeuwige probleem van dood en leven,
inderdaad een tragedie, een noodlot*
dat zich in deze novelle dan ook blind
voltrekt: Sophie sterft in een sanatorium,
Adriaan Kroeze overlijdt, aangereden
door een auto, aan een hartverlamming.
Opvallend evenwichtig van compositie,
beeldend en zuiver van taal, gaaf van
sentiment, suggestief van stemming („een
tafereel in grijze tinten", zoals Visser een
van zijn stemmingsbeelden typeert), aan
grijpend en zinvol van inhoud, kan Vis
sers verhaal tot de beste novellen gere
kend worden die sinds jaren werden ge
schreven.
Vissers realistische romantiek heeft een
achtergrond verworven, die het welslagen
van toekomstig w§rk verzekert: die der
menselijkheid.
C. J. E. DINAUX
Ernst Wiecherf overleden
Na een ernstige ziekte is op 63-jarige
leeftijd in zijn woning te Merikon in Zwit
serland overleden de schrijver Ernst Wie
chert.
Wiechert, die in Duitsland als een van
de grootste dichters van deze tijd werd be
schouwd, groeide op in Oost-Pruisen. Zijn
bekendste werken zijn: „Het simpele le
ven" en „De kinderen van Jeromin". Na
de oorlog schreef Wiechert een gedicht
over het concentratiekamp Buchenwald
onder de titel: „Het Dodenwoud". Tijdens
het Nazi-regiem had Wiechert zich de
toorn der Nazis op de hals gehaald door
zijn in de hele wereld bekend gewórden
toespraken tot de studenten van München
en zijn brief aan de minister voor Propa
ganda, Josef Goebbels. In deze brief schreef
hij, dat, naar zijn overtuiging, de eenvou
digste herdersknaap uit zijn dorp meer
begrip voor cultuur had dan de ambtena
ren van' het Derde Rijk, die over de cultuur
gingen. Toen hij in 1938 partij koos voor
ds. Niemöller, werd hij in een concentra
tiekamp geïnterneerd en hèt schrijven
werd hem verboden.
De wekelijkse rustdag
voor musici
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp betreffende een wekelijkse
rusbdag voor musici, die dans- en amuse
mentsmuziek ten gehore brengen.
Tijdens de bezetting, op 17 October 1941,
werd een desbetreffend besluit vastgesteld.
Deze bezettingsregeling werd na de be
vrijding voorlopig gehandhaafd. Daar het
besluit, wat zijn strekking betreft, als een
stuk sociale bescherming niet kan worden
gemist, wordt thans een desbetreffend
wetsontwerp ingediend, hoewel uit een
ander oogpunt uitstel nodig zou zijn ge
weest. De ïegeling van het be'sluit is na
melijk niet geheel bevredigend. Ter voor
bereiding van een in de praktijk goed
bruikbare regeling dient overleg te wor
den gepleegd met de organisaties van be
langhebbenden, dat vermoedelijk nog wel
enige tijd zal vorderen. Vandaar dat thans
de inhoud van de bezettingsregeling, welke
voor de genoemde musici een vrije dag
(Maandag) voorschrijft, letterlijk is over
genomen.
N.Z.H.V.M.-concert in Groenendaal
Vanavond van 19.30 tot 21.00 uur zal het
muziekcorps van de N.Z.H.V.M. in „Groe
nendaal" te Heemstede een concert geven.
Het programma luidt:
Officer of the Day, mars, R. B. Hall
Guillaume Teil, fantasie sur 1' opéra de
Rossini, J. Martin
Thérèse, Grande Valse de Concert, G. Faust
With Sword and Lance, mars, H. Starke
Erlköning, Ouverture Dramatique, F. v. Blon
De Garde, mars C. J. N. Cori
Secret du Sphinx, Ouverture, C. Cadennen
Bloemen uit Holland, walsfantasie,
F. Jakma, Op. 138
Suite de Ballet, F. Popy
Finale.
De nationale tentoonstelling „Mijlpaal
1950" te Arnhem sluit vermoedelijk met
een tekort van zeven ton. In totaal waren
er ruim geschat 250.000 betalende bezoe
kers. Men had op een millioen gerekend.
De Arnhemse correspondent van het
ANP heeft getracht de oorzaak van dit
fiasco vast te stellen. Uit de door hem in
gewonnen inlichtingen blijkt, dat de plan
nen pas in het najaar van 1949 definitief
werden vastgesteld.
Architect W. van GeMeren, die de op
dracht voor het ontwerpen van de tentoon
stelling ontving, verkeerde toen feitelijk
reeds in tijdnood. Er is toen hard gewerkt
in Den Haag door de architect en de kun
stenaars alsmede op de verschillende de
partementen. Het resultaat wend echter
allerminst bevredigend geacht door mr.
J. Huges, de initiatiefnemer en het Arn
hemse gemeentebestuur. ITet was ook totaal
anders dan hetgeen de verschillende voor
lichtingsambtenaren op de departementen
zich hadden voorgesteld.
Mr. Huges achtte het paviljoen „Durven
en Kunnen" het meest attractief, maar
hier was niet in eerste instantie de rege
ring aan het woord. Later werd in dit pa
viljoen door de uitbreiding van het levende
element het grootste bezoek geboekt. Dooi
de tegenstellingen in de leiding van de ten
toonstelling, die een publiek geheim was,
werd er vender niets positiefs bereikt. Men
is in Arnhem van mening, dat de ontwer
pers en uitvoerders van de expositie de
betekenis ervan niet voldoende bekend
hebben gemaakt en indien dit al gebeurde,
geschiedde het in een onbegrijpelijke
trant. Tot drie weken voor de opening wist
niemand precies wat er zou komen.
Zelfs mr. Huges was in feite onkundig
van de inhoud dezflr expositie. Dienten
gevolge was de propaganda, die hij gevoerd
heeft, niet in overeenstemming met de
werkelijkheid en had zij geen enkel effect,
zo meent men in Arnhem.
Nauwelijks was de „Mijlpaal 1950" open
gesteld of het bleek, dat die reacties niet
onverdeeld gunstig waren. Er werden
maatregelen overwogen om tot verbetering
te komen. Alles wat in een later stadium
na interventie van de minister-president
geschiedide, was in grote trekken reeds
direct voorgesteld door insiders uit Arn
hem. Maar veranderingen bleven uit en
week na week verstreek, zonder dat er in
het bezoek een opvallende wijziging kwam.
Zowel het gemeentebestuur van Arnhem
als mr. Huges hebben niet tijdig de con-
clusies getrokken uit de hier geschetste
gang van zaken. Arnhem nam genoegen
met het uitstel bij het uitwerken van de
plannen. Arnhem nam in een later sta
dium genoegen met het feit, dat de pro
paganda op niets kon steunen en dat de
werkelijkheid-tenslotte geheel anders bleek
te zijn dan men zich had voorgesteld.
In deze omstandigheden werkte een
leuze als „één millioen bezoekers", welk
getal mr. Huges ook als uitgangspunt had
genomen, averechts.
Effecten- en
Geld m arkt
Velen vragen zich af in hoeverre
thans nog een zekere en veilige belegging
voor hun geld te verkrijgen is, waarbij het
rendement hun slechts een overweging van
secundair belang toeschijnt. Die zekerheid
en veiligheid worden immers thans door
geheel andere gevaren bedreigd dan voor
heen. Wij hebben vroeger een beleggings
maatschappij gekend, clie het geld uitslui
tend in land belegde onder 't motto „Land
is zekere bezitting", een motto, dat toen
algemeen juist werd geacht, maar dat met
het oog op de mogelijke gevolgen van een
derde wereldoorlog thans niet meer wordt
aanvaard. In nog mindere mate biedt een
huizenbezit onder de tegenwoordige om
standigheden de zekerheid, welke men
daar vroeger aan hechtte en nog geringer
is die zekerheid voor de belegging in staats-
en andere obligaties, welke voorheen als
het minst riskant werden beschouwd. De
waarde van het geld wordt niet alleen
bedreigd door een grotere of kleinere pro
ductie van goederen, maar in niet mindere
mate door de manipulaties van de over
heid, die haar uitgaven, voor zover deze
niet door de inkomsten van de bevolking
worden gedekt, door het scheppen van
nieuw geld financiert en daardoor de
waarde van het geld vermindert. In goede
ren uitgedrukt, heeft bijv. de Franse franc
thans nog slecht een waarde van 5 procent
in vergelijking met die van 1939, de Neder
landse gulden heeft sinds die tijd onge
veer 2/3 van 1 zijn waarde (koopkracht)
verloren en nu tengevolge van de oorlog
in Korea voor de meeste stapelproducten
weer een prijsstijging is ingetreden en de
regeringen voor aanmerkelijk grotere de
fensie-uitgaven staan, ligt het voor de hand
dat men zich opnieuw afvraagt of het onder
deze omstandigheden mogelijk zal zijn de
waarde van het geld te stabiliseren.
Het indexcijfer voor goederen van Moody
in de Verenigde Staten is sinds half Juni
reeds van 393 tot boven 460 gestegen; ten
onzent is het indexcijfer voor de groot-
handelprijzen sinds de devaluatie van Sep
tember 1949 met a 8 pet. opgelopen,
dat voor het gezinsverbruik zelfs met on
geveer 10 pet. De waarde (koopkracht)
van het geld is dus dienovereenkomstig
verminderd. Die waardevermindering treft
dus ook de belegging in geldswaarden als
obligaties, hypotheken, etc., welke vroeger
de meest veilige -belegging werden geacht
en daarom, met uitsluiting van aandelen.
door beleggingsmaatschappijen en allerlei
liefdadigheidsverenigingen werden ge
kocht. Het is thans zover, dat spaarbanken
en levensverzekeringmaatschappijen naast
obligaties ook reeds aandelen kopen en dat
ook liefdadigheidsverenigingen zich afvra
gen of zij met het behouden van staats
obligaties tegenover de bevoordeelden ver
antwoord zijn.
Het feit dat de vorige week reeds onge
veer 100 millioen aandelen Koninklijke
in de registers der maatschappij waren in
geschreven en de koers der aandelen, kort
geleden nog 250 a 260 n/u, deze week tijde
lijk tot boven 300 is opgelopen, bewijst
wel hoe groot het gevoel van onveiligheid
bij de belegger is en de over het algemeen
vaste stemming op de aandelenmai'kt duidt
er trouwens wel op,dat bij velen «de neiging
bestaat, obligaties in aandelen om te zetten.
Hoezeer wij overtuigd zijn dat de Neder
landse regering alles in het werk zal stel
len om een scherpe waardevermindering
van het geld te voorkomen, menen wij toch
dat uitsluitende belegging in obligaties ook
voor liefdadigheidsverenigingen en derge
lijke onder de tegenwoordige omstandig
heden niet verantwoord is en gedeeltelijke
belegging in aandelen, met name in de zo
genaamde internationale aandelen als
Koninklijke, LeverBros, Philips, een gro
tere mate van veiligheid biedt. Weliswaar
wordt het effect van een waardedaling van
het geld bij de bedrijven door fiscale hef
fingen, dividendbeperking en zo meer, ver
minderd, maar tenslotte zal toch de „inner
lijke waarde" van aandelen bij een verder
gaande inflatie meer kans hebben zich te
handhaven aan die van geldvorderingen.
Zelfs in een rijk land als Amerika zien
we, gelijk hierboven uit het indexcijfer
van Moody bleek, de koopkracht van het
geld verminderen en de vrees voor infiatie
toenemen, hetgeen reeds tot een disconto
verhoging (credietbeperking) geleid heeft,
een maatregel, waartoe men, als bekend,
ook in Denemarken reeds de toevlucht
heeft moeten nemen.
Men zal goed doen, zich voor een angst
psychose te hoeden en zich te realiseren
dat absolute zekerheid voor het bezit in
deze wereld thans minder dan ooit te vin
den is. Maar dat de belegger zich ander
zijds rekenschap geeft van de factoren,
wélke, in tegenstelling met voorheen, of in
veel sterkere mate, de waarde .van het geld
beheersen, kan men hem niet euvel duiden
Frans Vroons wint proces
tegen de K.R.O.
De kantonrechter te Utrecht, mr. K.
Denijs, heeft uitspraak gedaan in het ge
ding van Frans Vroons contra de K.R.O.
betreffende het meer dan één keer ten ge
hore brengen van de uitvoering van het
Kareol-septet op 13 November 1949. Het
ging hierbij om de principiële vraag, of
een omroepvereniging' het recht heeft het
werk van een reproducerende kunstenaar,
dat zij heeft opgenomen op gramofoon-
plaat of geluidsband, zonder zijn toestem
ming meer dan één keer uit te zenden.
De kantonrechter heeft in zijn uitspraak
de vordering van Frans Vroons toegewezen
en de heruitzending door de K.R.O. van
de uitvoering door het Kareol-septet op 13
November 1949 onrechtmatig verklaard.
De K.R.O. werd veroordeeld om aan Frans
Vroons ter vergoeding van de geleden
schade te betalen de som van 40,met
de rente ad 5 procent 'sjaars van de dag
der dagvaarding af tot aan de voldoening.
De K.R.O. werd veroordeeld in de kosten
van het geding.
Het carrillon in de toren van de Nieu
we Kerk te Delft is thans aangevuld met
tien kleine klokken. Op 16 September zal een
nationale, beiaard wedstrijd op het gerestau
reerde carrillon worden gehouden.
De Slokopis een der weinige watermolens die in Haarlem's omgeving bewaard,
zijn gebleven.
Hij blijft het landschap bij de Mooie Nel beheersen
Het landschap waarvan de aanblik genoten tuordt door ieder die naar de kap van
de molen klimt.
De molen.,„de Slokop", staande aan de
Lagendijk onder Haarlemmerliede c.a.
het mooie landweggetje, Oostwaarts van
het Spaarne, dat van de Oudeweg naar
Spaarndam loopt beheerst het land
schap bij de Mooie Nel. Er is kans geweest
dat de dagen van de molen geteld zouden
zijn. De Verenigde Binnenpolder heeft ver
leden jaar een electrisch gemaal gekregen,
waardoor de molen geen dienst meer be
hoefde te doen. Een molen die niet meer
draait, is, tenzij er bijzóndere voorzorgen
genomen worden, ten dode opgeschreven.
Maar het werd onmiddellijk gevoeld: het
landschap van de Mooie Nel kan die molen
niet ontberen. Daarom zijn maatregelen
voor behoud getroffen door de polder, de
vereniging „de Hollandse Molen" en het
gemeentebestuur van Haarlemmerliede. De
molen zal binnenkort weer bewoond wor
den. Evenwel niet door een molenaar. De
molen is in huur afgestaan aan mr. H. K.
de Raaf te Heemstede, die met de mede
werking van zijn vrouw niet alleen het
museum Bronsteoweg 1 te Heemstede on
derhoudt, maar ook het cultuurcentrum
de „Stompe Toren" onder Spaarnwoude.
De molen die wat het uitwendige betreft
gerestaureerd zal worden door de drie bo
vengenoemde instanties, zal op initiatief der
nieuwe bewoners van binnen ook een
belangrijke verandering ondergaan, waar
door hij bewoonbaarder zal worden. Maar
het karakter van een oude molen zal geheel
bewaard worden. Bovendien wordt de mo
len dan in stijl gemeubileerd, terwijl er
bovendien n^g veel staaltjes van oude
volkskunst te zien zullen zijn. Daardoor
willen de nieuwe bewoners bewerken dat
zij in de toekomst vele bezoekers zullen
krijgen die belangstellen in een oude wa
termolen.
De „Slokop" is oud, vermoedelijk dateert
hij al uit de 17e eeuw, hoewel hij omstreeks
1870 een belangrijke restauratie heeft on
dergaan. Het is een grote molen. Dit blijkt
trouwens wel uit de naam, want de „Slok
op" betekende dat hij zoveel water kon
verplaatsen dat de polder op een dag op
peil gebracht kon worden.
De molen is ook hoog. Wie naar de kap
klimt, heeft daar een zeldzaam mooi ge
zicht over de watervlakte van de Mooie
Nel, het Spaarne, het nabijgelegen Spaarn
dam en het omliggende polderland.
(hier cliché landschap)
Vandaag begint de oefening
„Cupola"
Zoals reeds gemeld is, zal op 25, 26 en
27 Augustus een internationale luchtmacht
oefening worden gehouden onder de naam
„Cupola". Aan de oefening wordt deelge
nomen door de luchtmachten van Amerika,
Engeland, Frankrijk, België en Nederland.
In ons land worden vier vliegvelden bij
deze oefening gebruikt, waarop behalve
Nederlandse, ook Engelse jager-esquadrons
gestationneerd worden. Bommenwerpers
van de Engelse en Amerikaanse luchtmach
ten zullen als aanvallers fungeren. Er wordt
gevlogen op 25 Augustus van 12 uur tot 18
uur; op 26 Augustus van 9 uur tot 12 uur
en van 21 uur tot 0.30 uur in de ochtend
van 27 Augustus, en op 27 Augustus van
10 uur tot 16 uur.
Gedurende deze tijden kan men hei-
overvliegen van vrij grote formaties ver
wachten. Dat de oefening ook op Zondag
voortgaat is hierom noodzakelijk, omdat
alleen op die dag in de verschillende lan
den de talloze vrijwilligers van luchtmacht
diensten en reserve vliegers beschikbaar
zijn," daar zij gedurende de week een bur
gerwerkkring vervullen. De mogelijkheid
bestaat, dat de oefening door ongunstige
weersomstandigheden een week verscho-
van zal moeten worden.
„Cupola" is de grootste luchtverdedi
gingsoefening die er tot dusverre geweest
is. „Cupola" heeft in Nederland gèdurende
de oefening de beschikking over een tele
foonnet van 6000 km. lengte. Het algemeen
hoofdkwartier is gevestigd in Fontaine-
bleau waar luchtmaarschalk Sir James
Robb, commandant van de luchtmachten
der West-Europese Unie, de oefening leidt.
Hij staat in verbinding met de sectoren
waarin West-Europa verdeeld is en waar
van Nederland en België er elk één vor
men. Verder is Frankrijk in een aantal
sectoren verdeeld.
Dahlia „Ahoy"
Scapino-ballet
waagde zich op glad hout
Twee voorstellingen
in het Openluchttheater
Het Scapino-ballet (onder artistieke
leiding van Hans Snoek en Abr. van der
Vies) heeft gisteren in Bloemendaals
Openluchttheater twee voorstellingen
moeten verzorgen onder verre van ideale
weersomstandigheden, die de uit te bren
gen critiek aan niet geringe beperkingen
onderwierpen, omdat de dansers er geen
kans toe kregen hun capaciteiten volledig
te ontplooien. Vooral des avonds was het
plankier veel te glad, zodat de regenval
de toeschouwers zij het niet rechtstreeks
dan toch indirect schade berokkende.
Des middags werd het grootste gedeelte
van de tribunes bezet door leden van de
Vereniging voor Huisvrouwen, afdeling
Haarlem en omstreken. Op de twee of drie
bovenste rijen bevonden zich dit keer de
genodigden: ruim honderd ouden van
dagen uit de gemeenie, die zich niet alleen
aan het vertoonde te goed deden, maar
ook op andere tractaties werden onthaald.
Voor zover ik dat heb kunnen waarnemen
genoten zij danig van al het mild ge-
bodene.
De voor de pauze ten uitvoer gebrachte
werkjes zijn des avonds herhaald, de
tweede helft' echter was verschillend. In
beide gevallen werd dus begonnen met een
kort danstafereel voor vier niet nader ge
definieerde personen, dat om de één of
andere reden „Verdwenen Illusies" heette,
op een cakewalk van Debussy, gevolgd door
een wel zeer weinig om het lijf hebbende
solo van Margreet Wilgenburg op muziek
van dezelfde componist. Russische volks
melodieën dienden ter ondersteuning van
het derde programmanummer, een tame
lijk fleurig karakterballet onder de titel
„Dorpsidylle". Speciaal de eerste keer
konden deze levendige prenten, als men
die uitdrukking gebruiken mag, wel enige
voldoening schenken. Overigens dient op
gemerkt te worden dat het slaken van
kreten als „wodka" nog. niet gelijk staat
met een uiting van temperament. Bij de
herhaling moesten noodgedwongen de
meest spectaculaire gedeelten vervangen
worden door minder riskante bewegingen,
waardoor veel van de aantrekkelijkheid
verloren ging.
Het hoofdnummer was ongetwijfeld
„Fandora" op' muziek van Ravel, naar de
inhoud ontleend aan het bekende mytho
logische verhaal over de verstoring van
het geluk door de opening van de doos
met rampen. Uit een oogpunt van plastiek
kon men hier veel waarderen, mede dank
zij het optreden van Johanna Zuiver (van
de Nederlandse Opera) als „de jalouzie"
en Jennifer Roders in de titelrol. De twee
slachtigheid van de gevolgde stijl leidde
echter tot een gemis aan spanning, omdat
voor wat betreft het expressionistische
element de persoonlijkheden ontbraken.
De choreografische bekwaamheden van
Jan Rebel munten niet uit door veelzijdig
heid. Ze zijn althans niet toereikend om
een geheel programma te vullen, zoals men
thans liet geschieden.
Dat „Scapino" oorspronkelijk is opgezet
als balletgroep voor de jeugd bleek uit de
gedeelten na de pauze. Des middags werd
de voorstelling besloten met een reprise
van de reeds bij vorige gelegenheden door
ons besproken fantasie „De Pascha en de
Beer" naar een gegeven van Scribe, be
werkt door Hans Snoek op pittige muziek
van Lex van Delden, nog steeds het on
overtroffen succes, van dit ensemble,
plezierig om naar te kijken en te luisteren
voor jong en oud, al kan men er natuurlijk
wel principiële bezwaren tegen inbrengen.
Maar des avonds aanschouwde men een
misgreep in optima forma: een akelig
moraliserende fabel van Nelly Burgdorffer
onder de titel „De kast van de oude Chi
nees" met bepaald armoedige muziek van
Nico Schuit, over een rijke man die zijn
zelfzucht leert overwinnen. In het alge
meen dunkt mij is de gewoonte om ge
danste of pantomimische taferelen door
middel van een gesproken commentaar te
verduidelijken uit den boze. Maar deze
wordt belachelijk als men er, zoals hier,
toe overgaat om zelfs een marktscène van
toelichtingen te voorzien. Kan men het
onderwei'p niet door middel van de be
weging alleen uitbeelden, waarom gaat
men dan niet toneelspelen? Hetzelfde geldt
ten aanzien van de in het geding komende
gevoelens. Als er een spreker nodig is om
te vertellen dat iemand zich kwaad maakt,
om maar een voorbeeld te noemen, dan
kan de danser beter zijn koffer pakken en
naar huis gaan. Het is dan ook geen won
dei dat de choreografie alwéér van Jan
Rebel van geen betekenis was.
Het geven van een enigszins gefundeerd
oordeel over dit jongste programma van
„Scapino"- is echter, zoals gezegd, onmo
gelijk hij het ontbreken van een veilige
dansgelegenheid, waardoor de vertoonde
v/erken evenmin op hun werkelijke waar
den getoetst konden worden als de per
soonlijke prestaties. Het geheel maakte
een frisse indruk. Er werden aan toeschou
wers noch uitvoerenden bijzondere eisen
gesteld en het hangt er nu maar van af in
hoeverre men dit als een verdienste erkent.
DAVID KONING
ADVERTENTIE
HET ADRES
voor verhuizingen groet en klein
Transporten door geheel Nederland
BERGPLAATS VOOR INBOEDELS
ROZENSTRAAT 13 TELEFOON 2C020
I ieuwe
Een firma te Aalsmeer heeft onlangs een
nieuwe dahlia gekweekt, die reeds op de
keuring van de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij voor Tuinbouw en Plant
kunde te Aalsmeer en op die van de Alge
mene Vereniging voor Bloembollencultuur
te Haarlem met getuigschriften van ver
dienste is bekroond. Zij heeft deze bloem
laten inschrijven onder de naam „Ahoy".
Binnenland
B. en W. van Nijmegen hebben de raad
voorgesteld het renaissance-waaggebouw op
de Grote Markt inwendig te restaureren en
geschikt te maken voor tentoonstellings
gebouw. De restauratie zal ruim f 16.000
kosten. De exploitatie zal opgedragen wor
den aan de stichting Nijmeegs Museum voor
Beeldende Kunsten.
Noodlotsuren der Mensheid, vijf historische
miniaturen, door Stefan Zweig; oorsp. titel:
Sternstunden der Menschheit, vert. door
Reinier P. Sterkenburg; Wereldbibliotheek,
Amsterdam. 2de druk, 1950.
De Vos, door D. H, Lawrence; oorspr. titel:
The Fox; vert, door Inez van Dullemen;
Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1950.
De Sneeuwgans, Een verhaal van Duin
kerken, door Paul Gallico; Uit het Engels
vert, door C. E. van der Werff. De Engelse
uitgaaf verscheen in Nov. 1941 onder de
titel; The Snowgoose. a story of Dunkirk; de
vertaling geschiedde naar de 12e druk, 1944;
Wereldbibliotheek N.V., Amsterdam, 2de
druk, 1950.
Avontuur met Daisy, door Richard Llewel
lyn; oorspr. titel: A few flowers for Shiner;
vert, door Jan Castelyns; De Boekerij, Baarn.
De Club „Van zessen klaar" door C. Joh.
Kieviet; Van Holkema Warendorf N.V.,
Amsterdam, 7de druk.
De Club op reis, door C. Joh. Kieviet; Van
Holkema Warendorf N.V., Amsterdam;
7de druk.