u Jen De tentoonstelling heeft vermoedelijk „Mijlpaal 1950" een tekort van 7 ton Beleggingsnormen wijzigen zich De molen „De Slokop" behouden TESVIPO" itóavem Vrijdag 25 Augustus 1950 3 FERDINAND LANGEN: „Mijn ©om Peter" (Een bundel verhalen) AB VISSER: „Het Agentschap" (Een novelle). (ARBO-Serie, N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam) BEIDEN, AB VISSER en Ferdinand Langen, zijn „generatiegenoten", zelfs stadgenoten: in hun litteraire jeugd namen zij deel aan het opgewekte letter kundige leven van het „noordelijk cen trum" Groningen. Beiden kenden zij het heimwee naar Arcadië, waren zij, hoewel met een zeer verschillend accent, verwant aan de neo-romantiek. Maar daarmee houdt de overeenkomst dan ook op, ver keert zij zelfs in haar tegendeel: Visser was en bleef een gezworen vijand van de „woordkunst"; Langen, wieris eersteling „Hélène in het heelal" kort na de bevrij ding bekroond werd, was een zekere hang naar het verfijnde, het spel met het schone woord, allerminst vreemd en openlijk be kende hij te dien aanzien dan ook kleur, toen hij met Koos Schuur het onlangs (helaas) opgeheven letterkundige periodiek „Het Woord" oprichtte, het blad der „pa- ganistische aestheten", voor wie de schoon heid een autonoom levensgebied is. Men kan de tegenstelling kenmerkend voor enkele stromingen die zich in de heden daagse litteratuur aftekenen ook anders formuleren: Vissers kracht is zijn plastiek, hij zich richt op het realistische dan wel op het bovennatuurlijke; Langens bekoring ligt in zijn vóór „Jacques en Jacqueline" geschreven werk in de melodie, de woord schikking en -keuze, de vorm, de stijl. Of nog anders omschreven; Visser heeft een natuurlijk, Langen een cultuur talent; de voorkeur van de eerste gaat ik laat de dichter-Visser hier buiten beschouwing uit naar het bizarre, dreigend-problema tische,- desnoods lugubere (in de zin dan waarin men de 18de eeuwse „novel of terror" of Poe luguber kan noemen); die van de tweede naar het harmonisch-schone, naar een „betoverde wereld" (gelijk hij dan ook een bundel verhalen betitelde), een Elysium, daarin hoe anders van visie echter beïnvloed door A. Roland Holst. Zo was het althans. Het is merkwaardig te zien, hoe deze beiden, die tot de talent- volsten der „jongere" (niet jongste) gene ratie gerekend moeten worden, zich sinds de bevrijding hebben ontwikkeld. Visser bewoog zich „rechtlijnig"; hij streefde naar vervolmaking van zijn „sterke zijde": zijn boeiende verhaaltrant, zijn verrassende intuïtie voor menselijke gevoelens en reacties (11c vermijd opzettelijk de in lit teraire beschouwingen misbruikte „term" psychologie), zijn opmerkelijke bekwaam heid in de compositie, en bleef daarmee zichzelf getrouw. Langen daarentegen heeft vrij bruusk gebroken met zijn „aestheti- sche jeugd"; hij poogde zich radicaal te vernieuwen, onder invloed, dunkt me, van de al te schokkende ervaringen tijdens de oorlogsjaren (die hij „afreageerde" in het parodistische, tragi-komische „Jacques en Jacqueline") en van de moderne Ameri kaanse short stories (in verschillende korte verhalen) waarvan „Mijn oom Peter" min of meer een navolging is. Langen heeft (voorlopig?) de sfeer van de romantische „droom-ver-boven-en-buiten-de-wereld" prijsgegeven terwille van een laconieke, droog-komische, tot het-uiterste versober de, bijna taai-arme stijl, die zijn effect teweeg brengt door een opeenstapeling van simpele woordherhalingen (ik zou het de „repetitie-stijl" willen noemen) en zich dus speent van elk ornament. „Mijn Oom Peter" is een bundel van vijftien verhalen, kleine „trouvailles" die de vinder lang niet altijd tot een „trouvère" stempelen waarin oom Peter met zijn acht jarig neefje (wijsneusje, hier „mannetje" genoemd) vijftien levenswijze, humoristi sche gesprekken voert over de dagelijkse dingen, eigenlijk (ik zonder het alleraar digste eerste verhaal, dat van de bezichti ging van de stad, waarin „mannetje" op instigatie van oom alles veel groter vindt dan in zijn eigen woonplaats, uit) nieman- dalletjes die vermaken door de „situatie", de „pointe"" en de „repetitiestijl": „Nee oom, zei ik. Spreek je de waarheid, mannetje? vroeg mijn oom. Ja oom, zei ik. Heeft de oude Stoppelman met je over het eten gesproken? Nee, oom, zei ik. Spreek je de waarheid, mannetje? vroeg mijn oom. Ja oom, zei ik" enz.). Maar, één tikje minder „esprit", één ge miste „pointe", en het stijlprocédé kan het verhaal (en zo zijn er verschillende in deze bundel) niet meer redden. De „stijl" keert zich tegen zichzelf en herinnert er aan, dat ook de afstand tussen het lachwekkende en het belachelijke niet meer dan een stap is. Wat niet wegneemt dat „Oom Peter" mij sympathiek is, omdat hij over geest genoeg beschikt, uitsluitend kippen te wil len kopen met een hoogstaand karakter. Ab Visser heeft met zijn novelle „Het Agentschap" de belofte ingelost die in zijn Na een bezoek van*drie maanden aan de Verenigde Staten is ex-koning Peter van Joegoslavië aan boord van een Pan Ame rican Clipper op het vliegveld van Londen aangekomen. Zijn bezoek aan Engeland geldt privé-aangelegenheden. Ageoda voor Haarlem VRIJDAG 25 AUGUSTUS Waalse Kerk: Orgelconcert Dolf Hendrikse, 8 uur. Palace: „Fra Diavolo", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Francis", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een avontuur in Berlijn", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. City: „Pinocchio", alle leeft., 11, 2,15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De spookhaven" en „De ondergang van de Dolfijn", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9,15 uur. Rembrandt: „De bruid was een man", alle leeft., 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. ZATERDAG 26 AUGUSTUS Frans Hals: „Goin^g mij way", alle leeft. 2,30, 7 en 9.15 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. geleidelijk rijpingsproces besloten lag. Was het hem in vorig werk, waarin hij de mogelijkheden van het griezelverhaal (zoals in „Rudolf de Mepse" en „Galg en Rad") met raffinement uitbuitte, om de sensatie van het „griezelen" te doen, in „Het Agentschap" met zijn eveneens lu guber gegeven krijgt het beklemmend- sinistere het karakter van een menselijke tragedie, die des aangrijpender is omdat deze zich niet geruchtmakend, maar als het ware onopvallend, in het teruggetrok ken leven van een simpel mensenpaar voltrekt. Adriaan Kroeze, gepensionneerde kantoorklerk, „iemand die men vrij goed moet kennen, wilde men hem niet voor bijlopen zonder hem te zien", en zijn lijd zame vrouw Sophie, zien hun klein, maar hecht en zuiver huwelijksgeluk bedreigd door de nood der stille armen, door 'So phie's ziekte. Terwille van deze zo oprecht beminde'" vrouw overwint Kroeze burger lijk fatsoen, trots en walging, en meldt hij zich aan bij een „onderneming" die de snijkamers der universiteiten het benodig de „materiaal" verschaft: hij wordt reizi ger in toekomstige lijken, op provisie. Een navrant gegeven, als men het zo noemen wil, maar uitgewerkt tof een tragische strijd tussen leven en dood, .menselijke onmacht en noodlot, liefdestrouw en of fervaardigheid. Kroeze leert, in de ban van deobsessie der vruchteloze „lijken- colportage", de mensen en zichzelf zien door het oog van de dood en zijn dood zieke vrouw alsde zin van zijn leven, welke hem aanspoort tot het uiterste of fer: zijn eigen lichaam te verkopen en daarmee cle belofte te breken, ook in het graf de geliefde levensgezellin trouw te blijven. Hij die het leven liefheeft is ge doemd zich aan de dood te verkwanselen, zij die stervensbereid is, wordt tot sym bool van het leven zinrijk variant op het eeuwige probleem van dood en leven, inderdaad een tragedie, een noodlot* dat zich in deze novelle dan ook blind voltrekt: Sophie sterft in een sanatorium, Adriaan Kroeze overlijdt, aangereden door een auto, aan een hartverlamming. Opvallend evenwichtig van compositie, beeldend en zuiver van taal, gaaf van sentiment, suggestief van stemming („een tafereel in grijze tinten", zoals Visser een van zijn stemmingsbeelden typeert), aan grijpend en zinvol van inhoud, kan Vis sers verhaal tot de beste novellen gere kend worden die sinds jaren werden ge schreven. Vissers realistische romantiek heeft een achtergrond verworven, die het welslagen van toekomstig w§rk verzekert: die der menselijkheid. C. J. E. DINAUX Ernst Wiecherf overleden Na een ernstige ziekte is op 63-jarige leeftijd in zijn woning te Merikon in Zwit serland overleden de schrijver Ernst Wie chert. Wiechert, die in Duitsland als een van de grootste dichters van deze tijd werd be schouwd, groeide op in Oost-Pruisen. Zijn bekendste werken zijn: „Het simpele le ven" en „De kinderen van Jeromin". Na de oorlog schreef Wiechert een gedicht over het concentratiekamp Buchenwald onder de titel: „Het Dodenwoud". Tijdens het Nazi-regiem had Wiechert zich de toorn der Nazis op de hals gehaald door zijn in de hele wereld bekend gewórden toespraken tot de studenten van München en zijn brief aan de minister voor Propa ganda, Josef Goebbels. In deze brief schreef hij, dat, naar zijn overtuiging, de eenvou digste herdersknaap uit zijn dorp meer begrip voor cultuur had dan de ambtena ren van' het Derde Rijk, die over de cultuur gingen. Toen hij in 1938 partij koos voor ds. Niemöller, werd hij in een concentra tiekamp geïnterneerd en hèt schrijven werd hem verboden. De wekelijkse rustdag voor musici Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp betreffende een wekelijkse rusbdag voor musici, die dans- en amuse mentsmuziek ten gehore brengen. Tijdens de bezetting, op 17 October 1941, werd een desbetreffend besluit vastgesteld. Deze bezettingsregeling werd na de be vrijding voorlopig gehandhaafd. Daar het besluit, wat zijn strekking betreft, als een stuk sociale bescherming niet kan worden gemist, wordt thans een desbetreffend wetsontwerp ingediend, hoewel uit een ander oogpunt uitstel nodig zou zijn ge weest. De ïegeling van het be'sluit is na melijk niet geheel bevredigend. Ter voor bereiding van een in de praktijk goed bruikbare regeling dient overleg te wor den gepleegd met de organisaties van be langhebbenden, dat vermoedelijk nog wel enige tijd zal vorderen. Vandaar dat thans de inhoud van de bezettingsregeling, welke voor de genoemde musici een vrije dag (Maandag) voorschrijft, letterlijk is over genomen. N.Z.H.V.M.-concert in Groenendaal Vanavond van 19.30 tot 21.00 uur zal het muziekcorps van de N.Z.H.V.M. in „Groe nendaal" te Heemstede een concert geven. Het programma luidt: Officer of the Day, mars, R. B. Hall Guillaume Teil, fantasie sur 1' opéra de Rossini, J. Martin Thérèse, Grande Valse de Concert, G. Faust With Sword and Lance, mars, H. Starke Erlköning, Ouverture Dramatique, F. v. Blon De Garde, mars C. J. N. Cori Secret du Sphinx, Ouverture, C. Cadennen Bloemen uit Holland, walsfantasie, F. Jakma, Op. 138 Suite de Ballet, F. Popy Finale. De nationale tentoonstelling „Mijlpaal 1950" te Arnhem sluit vermoedelijk met een tekort van zeven ton. In totaal waren er ruim geschat 250.000 betalende bezoe kers. Men had op een millioen gerekend. De Arnhemse correspondent van het ANP heeft getracht de oorzaak van dit fiasco vast te stellen. Uit de door hem in gewonnen inlichtingen blijkt, dat de plan nen pas in het najaar van 1949 definitief werden vastgesteld. Architect W. van GeMeren, die de op dracht voor het ontwerpen van de tentoon stelling ontving, verkeerde toen feitelijk reeds in tijdnood. Er is toen hard gewerkt in Den Haag door de architect en de kun stenaars alsmede op de verschillende de partementen. Het resultaat wend echter allerminst bevredigend geacht door mr. J. Huges, de initiatiefnemer en het Arn hemse gemeentebestuur. ITet was ook totaal anders dan hetgeen de verschillende voor lichtingsambtenaren op de departementen zich hadden voorgesteld. Mr. Huges achtte het paviljoen „Durven en Kunnen" het meest attractief, maar hier was niet in eerste instantie de rege ring aan het woord. Later werd in dit pa viljoen door de uitbreiding van het levende element het grootste bezoek geboekt. Dooi de tegenstellingen in de leiding van de ten toonstelling, die een publiek geheim was, werd er vender niets positiefs bereikt. Men is in Arnhem van mening, dat de ontwer pers en uitvoerders van de expositie de betekenis ervan niet voldoende bekend hebben gemaakt en indien dit al gebeurde, geschiedde het in een onbegrijpelijke trant. Tot drie weken voor de opening wist niemand precies wat er zou komen. Zelfs mr. Huges was in feite onkundig van de inhoud dezflr expositie. Dienten gevolge was de propaganda, die hij gevoerd heeft, niet in overeenstemming met de werkelijkheid en had zij geen enkel effect, zo meent men in Arnhem. Nauwelijks was de „Mijlpaal 1950" open gesteld of het bleek, dat die reacties niet onverdeeld gunstig waren. Er werden maatregelen overwogen om tot verbetering te komen. Alles wat in een later stadium na interventie van de minister-president geschiedide, was in grote trekken reeds direct voorgesteld door insiders uit Arn hem. Maar veranderingen bleven uit en week na week verstreek, zonder dat er in het bezoek een opvallende wijziging kwam. Zowel het gemeentebestuur van Arnhem als mr. Huges hebben niet tijdig de con- clusies getrokken uit de hier geschetste gang van zaken. Arnhem nam genoegen met het uitstel bij het uitwerken van de plannen. Arnhem nam in een later sta dium genoegen met het feit, dat de pro paganda op niets kon steunen en dat de werkelijkheid-tenslotte geheel anders bleek te zijn dan men zich had voorgesteld. In deze omstandigheden werkte een leuze als „één millioen bezoekers", welk getal mr. Huges ook als uitgangspunt had genomen, averechts. Effecten- en Geld m arkt Velen vragen zich af in hoeverre thans nog een zekere en veilige belegging voor hun geld te verkrijgen is, waarbij het rendement hun slechts een overweging van secundair belang toeschijnt. Die zekerheid en veiligheid worden immers thans door geheel andere gevaren bedreigd dan voor heen. Wij hebben vroeger een beleggings maatschappij gekend, clie het geld uitslui tend in land belegde onder 't motto „Land is zekere bezitting", een motto, dat toen algemeen juist werd geacht, maar dat met het oog op de mogelijke gevolgen van een derde wereldoorlog thans niet meer wordt aanvaard. In nog mindere mate biedt een huizenbezit onder de tegenwoordige om standigheden de zekerheid, welke men daar vroeger aan hechtte en nog geringer is die zekerheid voor de belegging in staats- en andere obligaties, welke voorheen als het minst riskant werden beschouwd. De waarde van het geld wordt niet alleen bedreigd door een grotere of kleinere pro ductie van goederen, maar in niet mindere mate door de manipulaties van de over heid, die haar uitgaven, voor zover deze niet door de inkomsten van de bevolking worden gedekt, door het scheppen van nieuw geld financiert en daardoor de waarde van het geld vermindert. In goede ren uitgedrukt, heeft bijv. de Franse franc thans nog slecht een waarde van 5 procent in vergelijking met die van 1939, de Neder landse gulden heeft sinds die tijd onge veer 2/3 van 1 zijn waarde (koopkracht) verloren en nu tengevolge van de oorlog in Korea voor de meeste stapelproducten weer een prijsstijging is ingetreden en de regeringen voor aanmerkelijk grotere de fensie-uitgaven staan, ligt het voor de hand dat men zich opnieuw afvraagt of het onder deze omstandigheden mogelijk zal zijn de waarde van het geld te stabiliseren. Het indexcijfer voor goederen van Moody in de Verenigde Staten is sinds half Juni reeds van 393 tot boven 460 gestegen; ten onzent is het indexcijfer voor de groot- handelprijzen sinds de devaluatie van Sep tember 1949 met a 8 pet. opgelopen, dat voor het gezinsverbruik zelfs met on geveer 10 pet. De waarde (koopkracht) van het geld is dus dienovereenkomstig verminderd. Die waardevermindering treft dus ook de belegging in geldswaarden als obligaties, hypotheken, etc., welke vroeger de meest veilige -belegging werden geacht en daarom, met uitsluiting van aandelen. door beleggingsmaatschappijen en allerlei liefdadigheidsverenigingen werden ge kocht. Het is thans zover, dat spaarbanken en levensverzekeringmaatschappijen naast obligaties ook reeds aandelen kopen en dat ook liefdadigheidsverenigingen zich afvra gen of zij met het behouden van staats obligaties tegenover de bevoordeelden ver antwoord zijn. Het feit dat de vorige week reeds onge veer 100 millioen aandelen Koninklijke in de registers der maatschappij waren in geschreven en de koers der aandelen, kort geleden nog 250 a 260 n/u, deze week tijde lijk tot boven 300 is opgelopen, bewijst wel hoe groot het gevoel van onveiligheid bij de belegger is en de over het algemeen vaste stemming op de aandelenmai'kt duidt er trouwens wel op,dat bij velen «de neiging bestaat, obligaties in aandelen om te zetten. Hoezeer wij overtuigd zijn dat de Neder landse regering alles in het werk zal stel len om een scherpe waardevermindering van het geld te voorkomen, menen wij toch dat uitsluitende belegging in obligaties ook voor liefdadigheidsverenigingen en derge lijke onder de tegenwoordige omstandig heden niet verantwoord is en gedeeltelijke belegging in aandelen, met name in de zo genaamde internationale aandelen als Koninklijke, LeverBros, Philips, een gro tere mate van veiligheid biedt. Weliswaar wordt het effect van een waardedaling van het geld bij de bedrijven door fiscale hef fingen, dividendbeperking en zo meer, ver minderd, maar tenslotte zal toch de „inner lijke waarde" van aandelen bij een verder gaande inflatie meer kans hebben zich te handhaven aan die van geldvorderingen. Zelfs in een rijk land als Amerika zien we, gelijk hierboven uit het indexcijfer van Moody bleek, de koopkracht van het geld verminderen en de vrees voor infiatie toenemen, hetgeen reeds tot een disconto verhoging (credietbeperking) geleid heeft, een maatregel, waartoe men, als bekend, ook in Denemarken reeds de toevlucht heeft moeten nemen. Men zal goed doen, zich voor een angst psychose te hoeden en zich te realiseren dat absolute zekerheid voor het bezit in deze wereld thans minder dan ooit te vin den is. Maar dat de belegger zich ander zijds rekenschap geeft van de factoren, wélke, in tegenstelling met voorheen, of in veel sterkere mate, de waarde .van het geld beheersen, kan men hem niet euvel duiden Frans Vroons wint proces tegen de K.R.O. De kantonrechter te Utrecht, mr. K. Denijs, heeft uitspraak gedaan in het ge ding van Frans Vroons contra de K.R.O. betreffende het meer dan één keer ten ge hore brengen van de uitvoering van het Kareol-septet op 13 November 1949. Het ging hierbij om de principiële vraag, of een omroepvereniging' het recht heeft het werk van een reproducerende kunstenaar, dat zij heeft opgenomen op gramofoon- plaat of geluidsband, zonder zijn toestem ming meer dan één keer uit te zenden. De kantonrechter heeft in zijn uitspraak de vordering van Frans Vroons toegewezen en de heruitzending door de K.R.O. van de uitvoering door het Kareol-septet op 13 November 1949 onrechtmatig verklaard. De K.R.O. werd veroordeeld om aan Frans Vroons ter vergoeding van de geleden schade te betalen de som van 40,met de rente ad 5 procent 'sjaars van de dag der dagvaarding af tot aan de voldoening. De K.R.O. werd veroordeeld in de kosten van het geding. Het carrillon in de toren van de Nieu we Kerk te Delft is thans aangevuld met tien kleine klokken. Op 16 September zal een nationale, beiaard wedstrijd op het gerestau reerde carrillon worden gehouden. De Slokopis een der weinige watermolens die in Haarlem's omgeving bewaard, zijn gebleven. Hij blijft het landschap bij de Mooie Nel beheersen Het landschap waarvan de aanblik genoten tuordt door ieder die naar de kap van de molen klimt. De molen.,„de Slokop", staande aan de Lagendijk onder Haarlemmerliede c.a. het mooie landweggetje, Oostwaarts van het Spaarne, dat van de Oudeweg naar Spaarndam loopt beheerst het land schap bij de Mooie Nel. Er is kans geweest dat de dagen van de molen geteld zouden zijn. De Verenigde Binnenpolder heeft ver leden jaar een electrisch gemaal gekregen, waardoor de molen geen dienst meer be hoefde te doen. Een molen die niet meer draait, is, tenzij er bijzóndere voorzorgen genomen worden, ten dode opgeschreven. Maar het werd onmiddellijk gevoeld: het landschap van de Mooie Nel kan die molen niet ontberen. Daarom zijn maatregelen voor behoud getroffen door de polder, de vereniging „de Hollandse Molen" en het gemeentebestuur van Haarlemmerliede. De molen zal binnenkort weer bewoond wor den. Evenwel niet door een molenaar. De molen is in huur afgestaan aan mr. H. K. de Raaf te Heemstede, die met de mede werking van zijn vrouw niet alleen het museum Bronsteoweg 1 te Heemstede on derhoudt, maar ook het cultuurcentrum de „Stompe Toren" onder Spaarnwoude. De molen die wat het uitwendige betreft gerestaureerd zal worden door de drie bo vengenoemde instanties, zal op initiatief der nieuwe bewoners van binnen ook een belangrijke verandering ondergaan, waar door hij bewoonbaarder zal worden. Maar het karakter van een oude molen zal geheel bewaard worden. Bovendien wordt de mo len dan in stijl gemeubileerd, terwijl er bovendien n^g veel staaltjes van oude volkskunst te zien zullen zijn. Daardoor willen de nieuwe bewoners bewerken dat zij in de toekomst vele bezoekers zullen krijgen die belangstellen in een oude wa termolen. De „Slokop" is oud, vermoedelijk dateert hij al uit de 17e eeuw, hoewel hij omstreeks 1870 een belangrijke restauratie heeft on dergaan. Het is een grote molen. Dit blijkt trouwens wel uit de naam, want de „Slok op" betekende dat hij zoveel water kon verplaatsen dat de polder op een dag op peil gebracht kon worden. De molen is ook hoog. Wie naar de kap klimt, heeft daar een zeldzaam mooi ge zicht over de watervlakte van de Mooie Nel, het Spaarne, het nabijgelegen Spaarn dam en het omliggende polderland. (hier cliché landschap) Vandaag begint de oefening „Cupola" Zoals reeds gemeld is, zal op 25, 26 en 27 Augustus een internationale luchtmacht oefening worden gehouden onder de naam „Cupola". Aan de oefening wordt deelge nomen door de luchtmachten van Amerika, Engeland, Frankrijk, België en Nederland. In ons land worden vier vliegvelden bij deze oefening gebruikt, waarop behalve Nederlandse, ook Engelse jager-esquadrons gestationneerd worden. Bommenwerpers van de Engelse en Amerikaanse luchtmach ten zullen als aanvallers fungeren. Er wordt gevlogen op 25 Augustus van 12 uur tot 18 uur; op 26 Augustus van 9 uur tot 12 uur en van 21 uur tot 0.30 uur in de ochtend van 27 Augustus, en op 27 Augustus van 10 uur tot 16 uur. Gedurende deze tijden kan men hei- overvliegen van vrij grote formaties ver wachten. Dat de oefening ook op Zondag voortgaat is hierom noodzakelijk, omdat alleen op die dag in de verschillende lan den de talloze vrijwilligers van luchtmacht diensten en reserve vliegers beschikbaar zijn," daar zij gedurende de week een bur gerwerkkring vervullen. De mogelijkheid bestaat, dat de oefening door ongunstige weersomstandigheden een week verscho- van zal moeten worden. „Cupola" is de grootste luchtverdedi gingsoefening die er tot dusverre geweest is. „Cupola" heeft in Nederland gèdurende de oefening de beschikking over een tele foonnet van 6000 km. lengte. Het algemeen hoofdkwartier is gevestigd in Fontaine- bleau waar luchtmaarschalk Sir James Robb, commandant van de luchtmachten der West-Europese Unie, de oefening leidt. Hij staat in verbinding met de sectoren waarin West-Europa verdeeld is en waar van Nederland en België er elk één vor men. Verder is Frankrijk in een aantal sectoren verdeeld. Dahlia „Ahoy" Scapino-ballet waagde zich op glad hout Twee voorstellingen in het Openluchttheater Het Scapino-ballet (onder artistieke leiding van Hans Snoek en Abr. van der Vies) heeft gisteren in Bloemendaals Openluchttheater twee voorstellingen moeten verzorgen onder verre van ideale weersomstandigheden, die de uit te bren gen critiek aan niet geringe beperkingen onderwierpen, omdat de dansers er geen kans toe kregen hun capaciteiten volledig te ontplooien. Vooral des avonds was het plankier veel te glad, zodat de regenval de toeschouwers zij het niet rechtstreeks dan toch indirect schade berokkende. Des middags werd het grootste gedeelte van de tribunes bezet door leden van de Vereniging voor Huisvrouwen, afdeling Haarlem en omstreken. Op de twee of drie bovenste rijen bevonden zich dit keer de genodigden: ruim honderd ouden van dagen uit de gemeenie, die zich niet alleen aan het vertoonde te goed deden, maar ook op andere tractaties werden onthaald. Voor zover ik dat heb kunnen waarnemen genoten zij danig van al het mild ge- bodene. De voor de pauze ten uitvoer gebrachte werkjes zijn des avonds herhaald, de tweede helft' echter was verschillend. In beide gevallen werd dus begonnen met een kort danstafereel voor vier niet nader ge definieerde personen, dat om de één of andere reden „Verdwenen Illusies" heette, op een cakewalk van Debussy, gevolgd door een wel zeer weinig om het lijf hebbende solo van Margreet Wilgenburg op muziek van dezelfde componist. Russische volks melodieën dienden ter ondersteuning van het derde programmanummer, een tame lijk fleurig karakterballet onder de titel „Dorpsidylle". Speciaal de eerste keer konden deze levendige prenten, als men die uitdrukking gebruiken mag, wel enige voldoening schenken. Overigens dient op gemerkt te worden dat het slaken van kreten als „wodka" nog. niet gelijk staat met een uiting van temperament. Bij de herhaling moesten noodgedwongen de meest spectaculaire gedeelten vervangen worden door minder riskante bewegingen, waardoor veel van de aantrekkelijkheid verloren ging. Het hoofdnummer was ongetwijfeld „Fandora" op' muziek van Ravel, naar de inhoud ontleend aan het bekende mytho logische verhaal over de verstoring van het geluk door de opening van de doos met rampen. Uit een oogpunt van plastiek kon men hier veel waarderen, mede dank zij het optreden van Johanna Zuiver (van de Nederlandse Opera) als „de jalouzie" en Jennifer Roders in de titelrol. De twee slachtigheid van de gevolgde stijl leidde echter tot een gemis aan spanning, omdat voor wat betreft het expressionistische element de persoonlijkheden ontbraken. De choreografische bekwaamheden van Jan Rebel munten niet uit door veelzijdig heid. Ze zijn althans niet toereikend om een geheel programma te vullen, zoals men thans liet geschieden. Dat „Scapino" oorspronkelijk is opgezet als balletgroep voor de jeugd bleek uit de gedeelten na de pauze. Des middags werd de voorstelling besloten met een reprise van de reeds bij vorige gelegenheden door ons besproken fantasie „De Pascha en de Beer" naar een gegeven van Scribe, be werkt door Hans Snoek op pittige muziek van Lex van Delden, nog steeds het on overtroffen succes, van dit ensemble, plezierig om naar te kijken en te luisteren voor jong en oud, al kan men er natuurlijk wel principiële bezwaren tegen inbrengen. Maar des avonds aanschouwde men een misgreep in optima forma: een akelig moraliserende fabel van Nelly Burgdorffer onder de titel „De kast van de oude Chi nees" met bepaald armoedige muziek van Nico Schuit, over een rijke man die zijn zelfzucht leert overwinnen. In het alge meen dunkt mij is de gewoonte om ge danste of pantomimische taferelen door middel van een gesproken commentaar te verduidelijken uit den boze. Maar deze wordt belachelijk als men er, zoals hier, toe overgaat om zelfs een marktscène van toelichtingen te voorzien. Kan men het onderwei'p niet door middel van de be weging alleen uitbeelden, waarom gaat men dan niet toneelspelen? Hetzelfde geldt ten aanzien van de in het geding komende gevoelens. Als er een spreker nodig is om te vertellen dat iemand zich kwaad maakt, om maar een voorbeeld te noemen, dan kan de danser beter zijn koffer pakken en naar huis gaan. Het is dan ook geen won dei dat de choreografie alwéér van Jan Rebel van geen betekenis was. Het geven van een enigszins gefundeerd oordeel over dit jongste programma van „Scapino"- is echter, zoals gezegd, onmo gelijk hij het ontbreken van een veilige dansgelegenheid, waardoor de vertoonde v/erken evenmin op hun werkelijke waar den getoetst konden worden als de per soonlijke prestaties. Het geheel maakte een frisse indruk. Er werden aan toeschou wers noch uitvoerenden bijzondere eisen gesteld en het hangt er nu maar van af in hoeverre men dit als een verdienste erkent. DAVID KONING ADVERTENTIE HET ADRES voor verhuizingen groet en klein Transporten door geheel Nederland BERGPLAATS VOOR INBOEDELS ROZENSTRAAT 13 TELEFOON 2C020 I ieuwe Een firma te Aalsmeer heeft onlangs een nieuwe dahlia gekweekt, die reeds op de keuring van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en Plant kunde te Aalsmeer en op die van de Alge mene Vereniging voor Bloembollencultuur te Haarlem met getuigschriften van ver dienste is bekroond. Zij heeft deze bloem laten inschrijven onder de naam „Ahoy". Binnenland B. en W. van Nijmegen hebben de raad voorgesteld het renaissance-waaggebouw op de Grote Markt inwendig te restaureren en geschikt te maken voor tentoonstellings gebouw. De restauratie zal ruim f 16.000 kosten. De exploitatie zal opgedragen wor den aan de stichting Nijmeegs Museum voor Beeldende Kunsten. Noodlotsuren der Mensheid, vijf historische miniaturen, door Stefan Zweig; oorsp. titel: Sternstunden der Menschheit, vert. door Reinier P. Sterkenburg; Wereldbibliotheek, Amsterdam. 2de druk, 1950. De Vos, door D. H, Lawrence; oorspr. titel: The Fox; vert, door Inez van Dullemen; Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1950. De Sneeuwgans, Een verhaal van Duin kerken, door Paul Gallico; Uit het Engels vert, door C. E. van der Werff. De Engelse uitgaaf verscheen in Nov. 1941 onder de titel; The Snowgoose. a story of Dunkirk; de vertaling geschiedde naar de 12e druk, 1944; Wereldbibliotheek N.V., Amsterdam, 2de druk, 1950. Avontuur met Daisy, door Richard Llewel lyn; oorspr. titel: A few flowers for Shiner; vert, door Jan Castelyns; De Boekerij, Baarn. De Club „Van zessen klaar" door C. Joh. Kieviet; Van Holkema Warendorf N.V., Amsterdam, 7de druk. De Club op reis, door C. Joh. Kieviet; Van Holkema Warendorf N.V., Amsterdam; 7de druk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 5