OP 27 September 182 5 verscheen het „wilde beest" in Engeland Tante Jans vertelt veel en graag Het Hek van v!' Coldwave Zaterdag 23 September 1950 5 Een-en-een-ku>art eeuw stoomtreinen „Waanzinnige snelhedenvan over de 15 kilometer per uur Dagelijks daveren zware gestroomlijnde locomotieven over de continenten van de wereld en wie van de passagiers in de luxueuze compartimenten denkt aan het primitieve begin van dit alles: het eerste ritje van de eerste stoomtrein. Dat is ruim twee generaties geleden en weinigen zul len het zich nog van overlevering herin neren. Wie teruggrijpt naar oude beschrijvingen en afbeeldingen komt onder de bekoring var. de argeloze vreugde om dit eerste treintje, dat niet veel harder ging dan een diligence. Heel het Engelse land tussen Stockton en Darlington, begin en eindpunt van het eerste stoomtreiin-traject was op 27 September 1825 uitgelopen om dit won der te zien. De monden van de toe schouwers vielen open van verbazing en de paarden begonnen schichtig te steige ren. Alsof men het niet vertrouwde zon mechanisch monster vrij door het land te laten „jagen" ging een man te paard voorop zwaaiend met een rode vlag. Daar achter kwam het puffende en, dikke roet wolken uitblazende, locomotiefje; een klein gedrongen geval op hoge wielen met een lange kachelpijp aan de voorzijde om hoogstekend. George Stephenson de bou wer bestuurder het „wilde beest". In de kolenwagen had men plaats ingeruimd voor een watertank die als reserve werd meegenomen. De energie die aan ontsnapte Btoom verspild werd, was niet, gering. Vier en dertig wagens werden door dit „kacheltje-op-wielen" voortgetrokken. Hoe weinig comfortabel zaten de talrijke pas sagiers op de houten planken met hoge hoeden op in de open lucht. Maar nooit werd een vrolijker gezelschap over de rails vervoerd. Als sporïkampioenen werden zij door de opgewonden menigte langs de weg toege juicht. Zij voerden grote vlaggen en span doeken mee, .die wapperden en bolden in de wind. Achter het zesde voertuig reed de luxe wagon de „Experiment". Dit was een dili gence op spoorwielen, waarin de directie had plaats genomen. In deze wagen heerste een gepaste vreugde, waardiger dan die daar buiten. De heren leunden behagelijk achterover in de kussens en wisselden van gedachten over de toekomstmogelijkheden van de stoomtrein. Als een van hen toen de wereld van thans als toekomstbeeld ge schetst zou hebben, zou hij ongetwijfeld als dolzinnige fantast voor zijn gehele ver dere leven genegeerd zijn geworden. Werden de gasten vóór in de lange stoet van wagens in de goede stemming gehou den door de hijgende geluiden van het sto mende monster, in de achterste wagens overstemde men het wielengeratel door blaasmuziek. De fanfare van Darlington feestelijk opgetuigd voor de gelegenheid, deed het koper schallen dat het een lust was. Deze goede gewoonte -van de mu ziek achterin schijnt in de loop der jaren bij de spoorwegen verloren te zijn gegaan. Wij hebben daarvoor in de plaats de goe derenwagen gekregen. Met een gemiddelde snelheid van 19 km per uur reed deze eerste personen- „expresse"-trein van Stockton naar Dar- Zó zag de Engelse illustrator Dobbin de feestelijke gebeurtenis van de eerste rit per stoomtrein van Stockton naar Darlington. Op de eerste wagon Experimentwaarin de directie van de spoorwegmij. was gezeten, twee palfreniers. lïngton, een afstand van 20 km. De rit duurde drie uur en zeven minuten, en er werd dan ook menig keertje gestopt. Een week na deze triomftocht van de stoomtractie werd deze eerste trein voor dagelijks verkeer tussen Stockton en Dar lington in dienst gesteld. Alhoewel 't lijntje ogenblikkelijk enthousiaste gebruikers tot zijn vaste klanten telde, waren er ook zwartkijkers, die de grootste ongelukken voorspelden. Het was vooral die waan zinnige snelheid die dikwijls al over de 20 km per uur werd opgevoerd, waartegen menigeen zich keerde. Zelfs in het Parlement verhief een con servatief Engelsman zijn waarschuwende Belastingdienst heeft bijna 700 man meer personeel nodig Minister Lieftinck heeft medegedeeld, de tegenwoordige personeelssterkte bij de belastingdienst niet langer te kunnen handhaven. Het personeel zal met 682 man moeten worden uitgebreid. Indien er geen tegenslagen komen, zal het waarschijnlijk mogelijk zijn, dat de normale aanslagregeling in het jaar 1953 weer bij is. Het zal niet toegelaten kunnen worden, dat op dit tijdschema enige ach terstand ontstaat. De gevolgen zouden niet alleen voor de belastingdienst van ernstige aard zijn, maar ook het belastingbetalend publiek kan er terecht aanspraak op maken met de grootst mogelijke spoed de gevol gen te kennen van de tegenwoordige zeer zware belastingdruk, aldus de minister. stem tegen de stoomtrein. „Bij dergelijke snelheden van over de 15 km", betoogde deze spreker, „dreigt er groot gevaar, dat de spoorwagon in brand zal vliegen door de wrijving van de lucht". Vijf jaar later kwam de tweede spoor weg tot stand tussen Liverpool en Man chester. Het kon niet uitblijven of ook op het continent van Europa ging men er toe over de diligence en de trekschuit te ver vangen door de practische spoortrein. Hier in Nederland gingen echter veer tien jaren voorbij alvorens de primeur van een ritje per stoomtrein door het Hol landse land kon worden beleefd. Maar het eerste traject kwam tot stand tussen Haar lem en Amsterdam en in 1839 trok de loco motief „De Arend" de eerste trein door het groene land naar de hoofdstad. Wie thans de gladde gestroomlijnde die sels en electrische treinen als lange rupsen door het Hollandse landschap ziet schuiven kan zich nauwelijks voorstellen dat honderd vijf en twintig, jaar geleden gebeurtenissen plaats vonden als hierboven geschetst. We leven snel en practisch, maar we zouden toch nog wel eens graag in een lange trein met open wagens rustig willen voorttuffen achter een ouderwets pruttel-locomotiefje aan, in gezelschap van een groot aantal lieden met hoge hoeden op en vlaggen in de hand met in de achterste wagen de post- fanfare een rustige mars blazend. En wij maar zwaaien tegen al die mensen, die ook nu ongetwijfeld nog zouden uitlopen om dit te zien. Maar welke rails van 20 km lengte zouden voor dit nobele doel drie uur en zeven minuten ter beschikking kunnen worden gesteld. Zeker niet het traject van Haarlem naar Amsterdam! De eerste spoorbrug ter wereld werd ge bouwd op het traject Stockton-Darlington in 1825. ADVERTENTIE Heringa Wuthrich HAARLEM CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Aardgas aangeboord bij Oostzaan Op een diepte van 2220 meter is bij de proefboring te Oostzaan van de Neder landse Aardolie Maatschappij aardgas aan geboord. De aangetroffen hoeveelheid is zeen klein. De aanwezigheid van aardgas geeft echter grond aan de veronderstelling dat ter plaatse wellicht ook aardolie in de bodem aanwezig is. Dit schrijf ik in de lobby van wat sommi gen met een naar woord een chic hotel noemen. Er speelt een klein strijkje. Ik kijk tegen de kromme ruggen-op-een rijtje aan de bar, waar een heer in een wit jasje capriolen met een cocktail-schudder maakt. Er zitten prachtige heren met pink ringen en de zee-grijze zijden dassen-plus parel, die bij zulke prachtige heren be horen. Er zitten dames, die erg haar best gedaan hebben er als dames uit te zien. Het is het tafereel dat ge overal ter wereld, van Négresco tot Sacher, van Wal dorf tot Ritz, kunt aanschouwen. Maar dit is Nederland en dat is: altijd loch nog even burgerlijker en even hulpe- lozer, wat zeker niet tegen Nederland pleit. Ja, dit is Nederland, want op een van de rose-en-parelgrijze canapé'tjes zitten twee kaarsrechte dames, met smalle lippen, haar wrongen en fluwelen halsbandjes, als een onwezenlijk tweevoudig silhouet onder de rose schemerlamp en zowaar: deze dames breien. Zij breien truitjes. En zwijgen. En wie goed luistert hoort, tegen de zoete achtergrond van het muziekje, het klikken van de pennen Ja, dit is Nederland en zowaar, ik heb u lief. Onverstoorbaar Nederland, rechtruggig Nederland, breiend Nederland, ik heb u lief. Gij stelt het zelfgebreide truitje boven de blootheid der feestelijke avondschouders. Het fluwelen halsbandje boven de glin stering van diamant. Het klikkeren der breipennen boven het schudden van Martini en Alexander. Ik heb u lief, o Nederland, dat in het dorre vlees van uw kaarsrechte breisters u zelf blijft. En weet ge, ik spot niet eens. Want weet ge, ik geloof oprecht dat met zulke dunne dames op\de boeg dat scheepje van ons, over alle'zeven zeeën, zijn koers wel houden zal. „Ik brei en ontkom". Dat is het slechtste motto niet, Neeltje Jacoba ELIAS Najaarsdrukte op de boerderij. Op bezoek bij Zandvoorts oudste inwoonster Als Zandvoorts oudste inwoonster U iets vertellen gaat, dan wordt in het boek der „kleine geschiedenis" een groot aantal pa gina's teruggeslagen. Want Jannetje van der Mey, bij geboren en getogen Zandvoor- ters beter bekend als Jans de Kraai, werd geboren op 9 December 1855 en is dus bijna 95 jaar. „Hoe komt dat toch, die bij-naam „de Kraai", vroegen we haar. Dat zat zó. Haar vader, Maarten van der Mey, was schipper op een van de Zandvoortse vis sersschuiten, een bom, die aan beide zijden Madame Zanelli een bekende hogeschool- rijdster" van een Frans circus, heeft de piste voorlopig vaarwel gezegd voor een nieuw arbeidsterrein: zij treedt nu met haar prachtige merrie ,^Iignonne" in cabarets en nachtclubs op. In Biarritz en andere mondaine oorden des vermaaks werd het een „succes fou" (aldus Madame Zanelli); thans is een Amsterdamse dan cing aan de beurt om met deze nieuwe „attractie" kennis te maken. Of madame Mignonne het ook zo leuk vindt als haar meesteres valt te betwijfelen, maar naar w haar mening wordt niet gevraagd. Klak en tuit Amsterdam is van oudsher en bij uitstek een koopmansstad. Willem de Zwijger schijnt eens gezegd te hebben, toen hij in een onbewaakt ogenblik zijn naam te buiten ging, dat deze veste zou „komen te prospereeren ende verbeteren boven alle steden". Dat is ook wel ge beurd. Nog staan langs de grachten in het centrum de woningen der negoci- anten als monumenten van verloren ge- gane welstand, zoals bijvoorbeeld dat van Abraham Calkoen aan de Heren gracht, die donders goed wist waar hij de mosterd moest halen. Eigenaardig zijn daarbij de verhoudingen: een door gaans smalle gevel en een diep achter huis, dikwijls met het voorpand ver bonden door middel van een binnen plaats. Met het verkiezen van deze bouwtrant bewezen de toenmalige handeldrijvers dat zij meer streefden naar zoete winst dan naar een behage lijk leven. Want zo lezen wij in een zonderling boek over architectuur aan de grote zaal, waar zij hun zaken behartigden en hun buitenlandse relaties ontvingen, stelden zij zeer hoge eisen, doch aan hun slaapkamers gene. Blijk baar verstaan wij de taal van het ver leden verkeerd als wij horen hoe Vondel zijn geliefde stad vergelijkt met een vruchtbre akker, gront van steen, Die zich ten oirbaer van 't gemeen Laet alle middagen bezaaien Met ltoopsaet, eel en milt van aert. Dat gouae en zilvre oesten baert. Daar duizenden genot van maaien...." Karakteristiek voor de schilderachtige grachtwanden zijn vooral de toppen der genoemde gevels, naar men mag aan nemen zo variabel om de kinderen al vroeg het geloof in Sinterklaas te ont- -nemen. Iedere schimmel zou immers eerst zijn geduld en dan zijn berijder verliezen als hij van trap naar klok en van hals naar tuit moest galopperen en dat nog wel in een tijd zonder elec trische verlichting. Een verheven staaltje van nuchtere koopmansgeest, want men bespaarde er vele ducaten voor geschen ken mee en stimuleerde bovendien de tachtigjarige vaderlandsliefde door het vertrouwen in de Spanjolen radicaal te ondermijnen. Maar hoe dan ook: nooit ontbreekt aan het dak de uitstekende balk met katrol, een soort lift van buiten langs de huizen. Deze gaf aanleiding tot de typische Amsterdamse uitdrukking: naar beneden hijsen, welke in overdrachte lijke zin ook gebruikt wordt voor een cafébezoeker, die men onder tafel drinkt. Bij eventuele gewapende conflicten zou men een nuttig profijt kunnen trekken van deze hijsbalken door binnen de wallen gedrongen vijanden uit de hoogte te bestoken met allerhande projectielen van eigen makelij of door ze eenvoudig van de straat te lichten en boven op te hangen, hetgeen in één moeite door gaat. Dit dunkt ons een humanere methode dan dié waarin ons voorge slacht excelleerde, namelijk het werpen met kokende olie, die trouwens wel eens schaars zou kunnen zijn. Aldus doordravend zijn wij wel erg ver afgeweken van onze nobele bedoe lingen. Wij wilden er eigenlijk alleen maar uw aandacht op vestigen hoe mooi de Amsterdamse grachten blijven, zelfs UNIWI in een buitenissig jaargetijde als deze uit Nova Zembla geAnporteerde na zomer, nu de iepenbladeren als dronken vogels in het water zwalken en de vieze regen er speciaal op uit is de huisvrou wen te tergen, die zopas de ramen hebben gelapt. Gun u eens de tijd om, al is het niet meer dan vijf minuten, van de één of andere brug af te genieten der bekoorlijke afwisseling van stoepen en lijsten, van deuren en metselwerk. Als ge u daarbij enkele seconden ach tereen met een uitdrukking van sug gestieve bezorgdheid op het gelaat over de leuning buigt, dan moogt ge er zeker van zijn in een mum zo'n talrijk ge zelschap bijeen te krijgen, dat ge met succes een rede kunt afsteken ten gunste van de unieke overtuiging die ge onge twijfeld zijt toegedaan. Grossier in poëzie Vele der grachtenhuizen dateren uit de Gouden Eeuw, toen zelfs de grootste dichters tot het gilde der kooplieden be hoorden. Voorwaar een deugdelijke combinatie in nationale trant, want zo doende konden zij hun vrome gevoelens plengen in een reeks van eindeloze verzen en hun lagere instincten uit vieren op een terrein, waar meer brood is te verdienen. Heeft men niet gezegd van Vondel, die zich in leven hield door de kousenhandel ofschoon hij niet dan treurspelen ademde, dat hij „altijd de mond vol had van stichtelijke stukken zonder ooit de dagelijks aan de orde zijnde vuile tonelen af te keuren?" Bo vendien was hij één der eerste journalis ten in ons land, want er kon geen burge meestersdochter trouwplannen koesteren en geen pakhuis afbranden zonder dat hij er als verslaggever aan te pas kwam, tot het heil der letterkunde. Deze grossier in zijde en poë2ie, zoals men Vondel zonder de hem zeker ver schuldigde eerbied wel heeft genoemd, ging de welvaart zeer ter harte, al gaf hij in een andere stemming zijn mede burgers de raad zich niet „te vergaepen aan houdt of steen uitwendigh". Maar van hem zijn toch de historisch-mate- rialistische regels afkomstig: „Bouw de zaal trots van binnen, Dat een storremleer de spinnen Daar bestorme, reis op reis. Kleet de want van "t gragtpaleis In tapyt, ontzie geen kosten. Dat de schoorsteen met haar posten Vrij van louter marmer glim. Dat de stoep, bjj trappen klim. Als een kroon en kunst van leunen Onzen adel ondersteunen l" Een andere dichter uit diezelfde voor spoedige tijd ging nog verder, als men althans de alleen terwille van het rijm optredende spinnen buiten beschouwing laat, in de verheerlijking van de opko mende stand. Deze schreef namelijk aan het slot van een strofe de gedenkwaar dige woorden: ..De werelstad aan d'Amstelvloed. Hoe wonderlyk het klinkt in d'ooren. Teelt koningen op schrijfkantoren". Wij hebben geprobeerd ons voor te stellen hoe de stad er uit zou zien, als deze uitspraak nog heden ten dage op geld deed. Daar is niet weinig fantasie voor nodig. Zouden inderdaad op alle verdiepingen van alle kantoorpaleizen zoals daar zijn Atlantis, Candida, Mercurius of hoe schoon zij verder mogen heten koninklijke hofhoudin gen gevestigd zijn, dan ging ons ge moedelijk Amsterdam overeenkomst met Londen in oorlogstijd vertonen. Intussen zou de ware democratische gedachte bij een dergelijke stand van zaken op een aantrekkelijke manier verwezenlijkt worden, want dan mocht de jongste be diende zich inderdaad minister noemen, De agenda begint deze week met de aankondiging van de jaarlijkse re prise in het bioscooptheater „De Uit kijk" van de poëtische en tegelijk bijzonder humoristische eenmansfilm „De Roverssymphonie" van Frédéric Feher over een troep arme muzikan ten en een schat in een pianola. In het voorprograyima een tekenfilm van Max Fleischer met Popeye de zeeman. In Tuschinski draait een ge kleurde operette van Willy Forst met onder anderen de komiek Hans Mo- ser en in Plaza een bewerking van het grappige toneelstuk „John loves Mary." Op 2-i en 25 September en vervolgens op 1 en 2 October wordt in het Mi- nerv a-paviljoen de eerste Joods- Nederlandse muzikale comedie op gevoerd onder de titel „Tewje, de melkboer", naar een verhaal van Schalom Aleichem, bewerkt door Willy Rosen en vertaald door Max In de hoofdstad uit Tailleur, die ook de regie voert. Medewerkenden zijn onder anderen Lizzy Valesco, Henny Fontaine en Alexander Pola. In de Stadsschouwburg wordt heden avond een reprise gegeven van „De wereld heeft geen wachtkamer" door Maurits Dekker. In het Indisch In stituut treedt Zondagmiddag de dan ser I Made Soekengadje op. Herman van den Eerenbeémt wordt vanavond gehuldigd in de kleine zaal van het Concertgebouw. Zondag avond is er in de grote zaal een volksconcert onder leiding van Hein Jordans, waarvan het programma bestaat uit de Sinfonia in Bes van Joh. Chr. Bach, het Concert voor violoncel van Ph. Em. Bach en de Derde Symphonie (de Eroïca) van Beethoven. De solist is Samuel Brill. Maandagavond wordt Béla Bartök in het Concertgebouw herdacht met een concert, verzorgd door de pia nisten Luctor Ponse en Geza Frid, de violist Theo Olof en het Neder lands Kamerkoor onder leiding van Felix de Nobel. Van 25 September tot 8 October wor den in de Amsterdamse Grafische School in de Dintelstraat de inzen dingen tentoongesteld, die meedon gen naar de door Jac. Nuiver gewon nen D. A. Thieme-prijs 1950, uitge schreven door de Vereniging ter be vordering van de belangen des boek handels. zij het zonder portefeuille. Wij hebben echter de indruk dat in al die bol werken van de koophandel, zo pittoresk aan de grachten genesteld, een gema tigde vorm van dictatuur het uitdelen van de lakens bepaalt. De helpende hand Op het eerste perron van het Centraal Station zeulde een heer, door de trein uit Utrecht afgezet, op een ingenieuze manier drie levensgrote koffers met zich mee. Prompt kwam er een kruier toe geschoten om de reiziger zijn hulp te bieden. „Helpen?" vroeg de lastdrager verbaasd: „Waarom Doe ik het soms niet goedBOEDA. van de piek de afbeelding droeg van een kraai. Vele schuiten hadden zulke afbeel dingen. Zagen de Zandvoorters zijn schuit naar het strand terugkeren, dan riepen ze: „De Kraai komt binnen" en al spoedig werd ook de schipper „Maarten de Kraai" en hielden zijn nakomelingen die bijnaam tot op deze dag. Toen vader Maarten het varen moe werd, werd hij koster-doodgraver bij de Roomse gemeente. Zandvoort kende in die tijd nog heel weinig Roomse inwoners en als er een of twee per jaar stierven, was dat al veel. Op een morgen werd hij wak ker, toen had een spotvogel op het hek van zijn huis het volgende gedicht geschilderd: De Kraai die leeft als niemand leeft, Dan heeft hij melk en brood, De Kraai die sterft, als niemand sterft, Want hij leeft van de dood. Deze oudste in Zandvoort moge dan bijna 95 jaar zijn, tóch leest ze nog de krant zonder bril en een naald op de grond kan ze alleen maar goed zien, wanneer ze haar bril afzet. Toen ze 85 jaar was, was haar schoondochter beneden bezig het café op het Schelpenpleintje, waar ze nu al dertig jaren woont, schoon te maken. „Ga jij naar naar boven", zei Jans, „dat zal ik wel doen, jij hebt boven in je gezin nog genoeg te beredderen". Tante Jans, zoals ze óók veel genoemd wordt, herinnert zich nog letterlijk alles. „Jullie praten wel over de Duitsers", zegt ze, maar dan had je m'n moeder moeten horen over de Franse lijd. 't Was gewoon vreselijk met die Fransen. De vader hadden de burgers véél meer last. De vader van „Ai-re Wumpie" familie van m'n mans kant kreeg eens ruzie met zo'n Fransman, die in alle huizen maar binnen drong en zich lekker dik at. Hij werd zo kwaad, dat hij de Fransman opnam en naar buiten droeg. „Denk je, dat wij door jullie geregeerd willen worden", zei hij, en toen sloeg ie z'n rug stukkent tegen het stoupie. Dat gebeurde vlak vóór de bevrij ding in 1813. De man was op slag dood en de vader van „Arre Wumpie" vluchtte het duin in. Omdat we spoedig daarna bevrijd werden, hebben de Fransen hem niet meer te pakken gekregen". Ja, tante Jans kan vertellen dat het een lieve lust is. Ze herinnert zich nog dat toen ze een meisje was van een jaar of tien het Noordzeekanaal werd gegraven en de pier van IJmuiden gebouwd. Met kruiwagens werd het zand daarvoor aangekruid, ze ziet het nog voor zich. Ze liep met vader en moeder en tante Griet en ome Leen langs het strand naar Velsen, waar je in de „rel" (een kleine beek uit het Wijkermeev) zulk heerlijk water kon drinken, en waar ze ook voor 't eerst een beetje bier mocht proeven. „Even naar Haarlem lopen" Ze weet nog, dat ze, toen ze nog maar kort getrouwd was, even naar Haarlem liep om wat peren te kopen voor haar zieke man, want in Zandvoort bestond toen nog geen fiuitwinkel. Ze liep van haar veer tiende tot haar 28ste jaar met de ezelwagen naar Haarlem op „vislopers-schoenen". Dat was in die tijd de expeditiewagen van haar oom, bij wiens expeditiebedrijf ze in dienst was. 's Winters sneeuwde ze wel eens in bij de waterval bij het Klaphek in Aerden- hout, de plaats, die nu „De Viersprong" heet. Ze vertelt van het binnenkomen van de uit zeventien bommen bestaande Zand voortse vissersvloot, van de vis-afslag op het strand en van de vechtpartijen in de „bloed en spekbuurt". Zo bekend is ze in Zandvoort, dat het kleinste kind kan vertellen wie „Jans de Kraai" is. Jaren geleden kreeg ze een prentbriefkaart van Engelse badgasten. „Mrs. Jans de Kraai, Zandvoort" luidde het adres. Bij de post wisten ze haar wel te vinden. Tante Jans kan nog heel wat kostelijke verhalen opdissen zonder dat 't haar ver moeit. Want ze beschikt over een vitaliteit die menige jongere haar kan benijden. Ja. maar van MOLENDIJK-S KAPSALONS SANTPOORTERPLEIN 1 TELEFOON 18708 HAARLEM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 7