George Bernhard Shaw overleden
„Ballet Theatre" trad op in Amsterdam
De kleine wereld
Donderdag 2 November 1950
Hedenmorgen om één minuut voor zes is
je vooral als toneelschrijver over de gehele
wereld bekend geworden George Bernard
Shaw, die kort geleden na een dijbeen
breuk twee kort op elkaar volgende opera-
lies moest ondergaan, op 94-jarige leeftijd
in zijn landhuis te Ayot St. Lawrence over
leden. Hij voelde zich reeds eergisteren
uiterst zwak, niet meer in staat om een
boek of een krant in te kijken.
Shaw in de tuin van zijn landhuis in
Ayot St. Lawrence.
Shaw werd op 26 Juli 1856 te Dublin ge
boren. Hoewel hij gedurende zijn gehele
leven hardnekkig volhield van Ierse afkomst
le zijn. was hij naar onderzoekingen van
geleerden van Engelse bloede. Als jongeman
trok hij met zijn moeder naar Londen, waar
hij lange tijd werkzaam was in dienst van
een telefoonmaatschappij, in zijn vrije tijd
echter studerend en zijn krachten beproe
vend op een roman, in welke tak van litte
ratuur hij nimmer succes behaalde. Al
spoedig kreeg hij een aanstelling als kunst
criticus (zowel voor muziek als toneel) bij
verschillende bladen. Tot 1898 (in welk
jaar hij in het huwelijk trad met zijn „on
misbare"' secretaresse Charlotte Payne
Townshencl) was hij medewerker van het
bekende blad „The Saturday Review". Hij
onderscheidde zich door een vinnige toon
en door zijn rechtstreeks tegen de alge
mene opinie ingaande opvattingen. Zijn re
censies zijn nog niet zo lang geleden in drie
delen gebundeld onder de titel „Ons thea
ter in de negentiger jaren".
Shaw en het socialisme.
Reeds vroeg was Shaw overtuigd socia
list, vegetariër en geheel-onthouder om dat
tot het einde van zijn dagen te blijven. In
1884 werd hij lid van de zogenaamde
Fabian Society, een in dat jaar gestichte
vereniging van overwegend kunstenaars en
staathuishoudkundigen, die zich toelegden
op de filosofie van het algemeen belang,
uitgaande van de stelling dat de maat
schappij aan alle mensen gelijke rechten
en gelijke mogelijkheden dient te bieden.
Een Marxist was hij echter zeker niet. In
één van zijn opstellen noemt Simons hem
zelfs een sociaal-aristocraat en niet een
sociaal-democraat, een paradoxaal criticus
van de grondslagen der samenleving. Niet
tevreden niet de „in het bekrompen Enge
land heersende gefingeerde moraal en alle
andere gemeenplaatsen der beschaving"
schreef hij in die tijd: „De tragedie, maar
ook de comedie van het leven, schuilen in
de consequentie?, vreselijk of belachelijk,
van onze hardnekkige pogingen om onze
instellingen te grondvesten op idealen, in
gegeven door onze half-bevredigde harts
tochten in plaats van op zuiver weten
schappelijke natuurlijke historie".
Het toneel als kansel.
Voor Shaw was de kunst slechts een
middel tot een maatschappelijk doel: het
verschaffen van geluk en wijsheid. Fel nam
hij stelling tegen iedere schoonheidscultus
onder het motto: „Kunst zonder meer is
gewoon voor-de-gek-houderij". De meeste
van zijn toneelstukken getuigen dan ook
van een worsteling lussen zijn scheppende
verbeelding als kunstenaar en zijn hersen-
bewerking als denker, hetgeen mede blijkt
uit de lange inleidingen die er aan vooraf
gaan. De befaamde Engelse criticus James
Agate maakte in zijn lezenswaardige dag
boek eens de veelzeggende aantekening:
„Shaws toneelstukken zijn de prijs die wij
moeten betalen voor zijn altijd weer inte
ressante voorbeschouwingen, die tezamen
een volledige encyclopaedic van het leven
vormen".
Vooral de acteurs hebben dikwijls stel
ling tegen Shaw genomen, omdat deze hun
talenten alleen zou gebruiken ter verkondi
ging van zijn preken over sociale hervor
mingen, als onpersoonlijke spreekbuizen, als
marionetten van zijn almacht. Men'heeft
Shaw wel eens de litteraire Calvijn ge
noemd, want nooit hield hij het feit ver
borgen in diepste wezen een evangelist te
zijn met een missie. Daar staat echter tegen
over dat hij het nooit kon nalaten de men
sen eenvoudig en rechtstreeks de waarheid
in het gezicht te slingeren door middel van
zijn mengsels van argument en clownerie.
Hij wilde op het toneel laten zien de con
flicten tussen de wil van de mens en zijn
omgeving, tussen poging en capaciteit, tus
sen doel en mogelijkheid, tussen individu
en gemeenschap. Niet de mensen evenwel,
doch de altijd voor verbetering vatbare
maatschappelijke toestanden zijn de hoofd
personen. Desondanks zijn de meeste van
zijn figuren fris en boeiend, ingegeven als
zij werden door een onweerstaanbare,
brandende levenskracht.
Zijn eerste stukken waren: „De huizen
van de weduwnaar" uit 1893, „De vlinder"
en „Mevrouw Warren's bedrijf". Kort daar
na, in 1895, schreef hij zijn meesterwei'k
„Candida", waarin zijn sensitief invoe
lingsvermogen en zijn hekelend realisme
harmonisch samengaan. De titelheldin is
een der meestbegeerde vrouwenrollen van
het moderne répertoire. Verder moeten ge
noemd worden: de anti-romantische come
die „De held en de soldaat", zijn bijzonder
populair geworden antwoord op de uitda
ging dat hij geen kasstuk zou kunnen ma
ken: „Je kunt hei nooit weten", zijn para
bel der scheppende evolutie „Mens en op
permens", zijn ook verfilmde drama over
de gevaren der armoede „Majoor Barbara",
zijn grootste schlager „Pygmalion", zijn
beschouwing over de vervolging der eerste
Christenen in Rome „Androcles en de
leeuw", zijn pentalogie „Terug tot Methu-
salem" en zijn model-interpretatie der ge
schiedenis „Saint Joan". Uit de laatste tijd
dateren onder meer zijn „verbeterde" ver
sie van Shakespeare's „Cymbeline", zijn
politieke extravaganties „The Apple Cart"
en „Geneva" en zijn verleden jaar ten doop
gehouden „Buoyant Billions".
Manier van grappen maken.
Talrijke politieke, sociale en morele
vraagstukken stelde hij daarin aan de orde.
Veel van zijn stukken zijn niet meer dan
didactische pamfletten in dramatische
vorm. Doordat zijn personen in de eerste
plaats belichamingen zijn van zijn denk
vermogen, onthoudt de toeschouwer niet
zozeer wie en wat zij zijn, doch veeleer hoe
en wat zij spreken en zeggen. Hetgeen tot
gevolg heeft dat zij iedere keer als men met
Shaw van mening verschilt aan menselijke
waarde vei'liezen. Candida is hierop de
grote uitzondering. Maar hoe men ook over
hem oordeelt, niemand kan ontkennen dat
ADVERTENTIE
Shaw een reus was, die de mensen zowel
aan het lachen als aan het denken kon
brengen. Dit laatste was zijn bedoeling, het
eerste het middel daartoe. Want hoe ernstig
hij ook zijn sermoenen over de ondeugden
preekte, altijd bleef hij gezegend met een
scherp gevoel voor humor en met een pe
netrante gest. Misschien kan men ter korte
beschrijving van zijn methode de uitspraak
aanhalen van Keegan uit het toneelstuk
„Het andere eiland van John Bull", die
ergens zegt: „Mijn manier van grappen
maken is het vertellen van de waarheid.
Want het vertellen van de waarheid is de
leukste grap van de wereld".
Al kunnen velen het hem niet vergeven
dat hij het toneel tot litteratuur en niets
dan litteratuur maakte, toch kan men zijn
zuiverende betekenis als vijand van al het
onwaarachtige, van valse romantiek en al
lerhande hokus-pokus niet wegcijferen.Van
groot belang was ook zijn werkzaamheid
als wegbereider van Ibsen en daarmede
van het realisme, zonder zijn liefde voor
het fantastische en het absurde te verloo
chenen.
Shaw was een spotter, een onverbeter
lijke twistzoeker, een gezworen tegenstan
der van gangbare meningen, doch altijd
met een ondergrond van diepe ernst, met
voor geen moeite terugdeinzende weetgie
righeid vorsende naar de raadselen van het
leven en de grondslagen van het beslaan.
Hij was een man die er naar streefde ieder
probleem onverschrokken op de keper ti
beschouwen en onomwonden zijn ervarin
gen te luchten, alleen destructief in zoverre
als het nodig was om het kwaad uit de weg
te ruimen dat het constructieve denken be
lemmerde. Tegenstander van iedei'e vorm
van romantische sentimentaliteit zocht hij
met vastberaden werkelijkheidszin naar de
voorwaarden om tot een betere huishouding
der mensheid te komen. Het grootste deel
van zijn 94-jarig' leven heeft hij daaraan
besteed. Tot het laatst behield hij zijn'hel-
der verstand. Nochtans was hij in „Terug
tot Methusalem" van mening dat „de groot
ste tragedie van het leven hierin schuilt dat
het te kort is!"
Het iets minder dan elf jaar geleden op
gerichte American National Ballet Theatre
geeft als onderdeel van een drie maanden
durende tournée door West-Europa enkele
voorstellingen in ons land. Wij hebben gis
teravond in de Stadsschouwburg te Am
sterdam voor het eerst kennis gemaakt met
dit nu reeds internationaal vermaarde ge
zelschap, dat zich een creatieve interpre
tatie in moderne geest van de klassieke
techniek ten doel stelt. Het is na het zien
van één programma niet goed mogelijk te
beoordelen in hoeverre men er in slaagde
een eigen stijl te vinden, althans te conso
lideren. Wij hebben wel de indruk gekre-
;en dat men nog lang niet bereikt heeft
wat men zoekt en dat men zich soms ge
vaarlijk ver in de richting van óe Broad-
way-revue begeeft, doch wij wachten lie
ver de volgende vertoningen af alvorens
hierover met enige stelligheid een uitspraak
te doen, die naderhand misschien gewijzigd
zou moeten worden.
In ieder geval leverde het openingsnum
mer qua uitvoering een bijzondere verras
sing op: de nog onder supervisie van de
brillante choreograaf Michel Fokine inge
studeerde suite „Les Sylphides" (op door
Benjamin Britten opnieuw georchestreerde
muziek van Chopin) in de thans definitieve
versie, die overigens eerder een verzwak
king speciaal in het slottafereel dan
een verbetering van dit in het puur-roman-
tische genre onovertrefbare meesterwerk
betekent. Het waren namelijk niet alleen
99'
99
ADVERTENTIE
mor Haarlem
agenda
DONDERDAG 2 NOVEMBER
Concertgebouw: Nederlandse Vereniging
van spiritisten „Harmonia", Allerzielenher-
denkïng, 8 uur. Nassauplein 8: Ned. Ver. van
Natuurgeneeswijze, spreker A. van Wezelen
burg, 8 uur. Frans Hals: „It had to be you",
toegang alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 u. Spaarne:
.,De verdwenen goederenzending", 2.30, 7 en
9.15 uur. Rembrandt: Borgia schaakmat",
18 j„ 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Oproer
in de gevangenis", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Luxor: „Gisteren werd ik vermoord", 18 j.,
2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „De held van de
jungle"* 14 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
VRIJDAG 3 NOVEMBER
Nassauplein 8: Theosofische vereniging,
voordracht J. v. d. Schoot „De zin van het
leven", 8 uur. Wilhelminastraat 22: Vereni
ging van spiritisten „Het Licht", allerzielen-
herdenking, 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
Deense film van paedagogische betekenis
voigende week in „Cinema Palace"
U kent ze ook wel, al zijn ze op Haar
lems gebied niet te vinden; die morbide
gebouwen waarvan het onderhoud duide
lijk zichtbaar niet bepaald tot de belang
rijkste exploitatiepost behoort en die des
ondanks altijd weer een gewaardeerde
huisvesting blijken te bieden aan gezinnen
waarvan de groeikracht maar al te vaak
omgekeerd evenredig is met de inkomsten
waaruit het levensonderhoud moet worden
bekostigd.
De jeugd in zulke huurkazernes leidt
maar een kwijnend bestaan, de meisjes en
jongens uit zo'n complex ver
langen instinctief naar „wat
anders", maar er is zelden
iemand die in staat en be-
reid is dat andere, waarmee
eigenlijk niet veel meer dan
wat genegenheid wordt bedoeld, tot wer
kelijkheid te maken.
In de film „Kinderen van de straat" van
het Deense regisseursechtpaar Astrid en
Bjarne HenningJensen, die van Vrijdag
Haarlems „Cinema Palace" wordt ver
toond, maken we kennis met zo'n behui
zing, waarin de mensenharten bijna even
zeer van steen zijn als de wanden. Muren
vol met verboden: om te fluiten, te zingen,
hard te lopen, stil te staan, te spreken, te
tekenen' en wat verder in deze opsomming
vergeten mocht zijn.
Zo wordt de jeugd de straat opgedreven
naar het kattekwaaa in het onschuldigste,
naar de ledigheid die tot des duivels oor
kussen dient, in het ergste geval.
Maar zie, de hemel zendt een engel: de
oude, verbeten concierge van het gebouw
wordt vervangen door een blijmoedige
baas, die het met de belhamels wel wil pro
beren, die ze in hun eigen stijl aanpakt en
erin slaagt hun genegenheid te winnen. Wat
hij doet is eigenlijk niets anders dan het
scheppen van een Club- en Buurthuis, waai
de jongelui hun dadendrang kunnen uit
leven in spel en huisvlijt zonder dat zij
anderen behoeven lastig te vallen. En ook
blijkt, dat deze kinderen hun egoïstische
aard verliezen naarmate zij zich meer er
van bewust worden, dat er nog mensen in
de wereld zijn, die zich om hun lot bekom
meren.
Wanneer concierge Hansen dan ook be
schuldigd wordt van diefstal een gevolg
van het feit, dat hij het met de doortrapt-
slechten evenzeer aan de stok krijgt als met
een enkele verstokte die eenvoudig niet
kan aannemen, dat er ook nog mensen zijn,
die zonder bijbedoelingen wat voor hun
misdeelde naasten over hebben zweert
het hele clubje dat het niet zal rusten voor
ze de daders te pakken hebben.
Dat dilettantische en zeker niet geheel
overtuigende speurwerk dat met succes
wordt bekroond, allicht vormt toch een
van de zeer aardige delen van de film, om
dat het zo spontaan aandoet. En dat is nu
weer eens het gelukkige gevolg van het
werken met krachten, die nog niet de ver
velende gladheid van de routine verwor
ven hebben. De regisseurs, die tot nu toe
documentaires hebben gemaakt, hebben
zeven kinderen uitgekozen, die stuk voor
stuk al hun enthousiasme en al hun onge
kunsteldheid voor de lens hebben gebracht.
Het bleven probleemloze „Kinderen van de
straat", die meespeelden in een film, waar
in het behandelde vraagstuk van de „on
grijpbare jeugd" ook geen enkel moment
opzettelijk en nadrukkelijk wordt gesteld.
Dat vooral is de verdienste van deze met
eenvoudige, maar de roos rakende midde
len gemaakte rolprent: hij is geëigend om
een zeer breed samengesteld publiek in de
vijf kwartier speelduur evenzeer aange
naam bezig te houden als te doordringen
van de persoonlijke verantwoordelijkheid
die ieder onzer ten opzichte van dit pro
bleem draagt. Het vraagstuk van de „as-
faltjeugd" is immers geen kwestie van or
ganiseren al komt dat er natuurlijk ook
bij te pas maar het is voor alles een zaak
van individueel aanpakken. Eén man of één
vrouw kan het leven van tientallen kinde-
•en immers op deze wijze een geheel an
dere richting geven.
Het aantal adhaesïebetuigingen uit de
kringen van hen die zich met deze zaken
bezig houden (kinderpolitie, jeugdleiders
en alle anderen die bij de jeugdzorg be
trokken zijn) is dan ook overstelpend en
terecht. Maar ook uit filmisch oogpunt kan
men meer dan tevreden zijn. Films die
door zo'n juweeltje van eén „cast" (die
blijkbaar onvermijdelijke opsomming van
Celliste Zara Nelsova
bij „Toonkunst"
Recital in de sfeer van
het muzikale wonderland
Op de tweede Kamermuziekavond van
de Haarlemse afdeling van de Maatschap
pij tot bevordering der Toonkunst Dins
dag in de grote zaal van het Concertgebouw
was de verrassing, of laat ik het maar
gerust noemen: de sensatie te beleven van
een wonderlijk gaaf en muzikaal cello-
spel. De optredende artiste was Zara
Nelsova, een Canadese, bijgestaan door de
pianist Geza Frid, de bekende Nederlandse
„Hongaar". Zara Nelsova, een decoratieve
verschijning op het podium in breed uit
staand tulen gewaad, bespeelt een cello
van opmerkelijk klein formaat, een zeld
zame Gagliano met een heerlijk volle toon,
die niet alleen groot en vèrdragend is,
maar bovenal opvalt om zijn nobele sono
riteit.
De vertolking van de bekende Sonate
in A van Boccherini voerde ons direct in
de sfeer van het muzikale wonderland. Zo
kan men zich die muziek dromen, verguld
en veredelt door een ideale toonvorming,
gedragen en gestuwd door een zuiver mu
zikaal temperament en gerealiseerd met
een superieure techniek, zowel van stok-
voering als van greep. Het leek ons een
sprookje, dat als titel had kunnen voeren
„de vreugde om rhythme en klank".
De geduchte tweede Sonate van Brahms
geducht vooral om een haast niet te rea
liseren baspassage in het eerste deel, die
in het beste geval toch ook nog weinig mu
zikale zoden aan de dijk zet bracht ons
van de geest van het abstracte musiceren
in die van het hartstochtelijk subjectieve.
Zara Nelsova en Geza Frid gaven het werk
het nodige pathos mee en suggereerden bij
de verstilde momenten de illusie van rust
en bevrediging, momenten die echter in dit
zeer bewogen en onrustige werk niet zeer
talrijk zijn. Alleen het alternatief van het
Scherzo geeft aan de cello een prachtige
kans voor lyrische expressie en ook in de
finale schijnt het innerlijke onweer van de
componist te zijn uitgewoed en valt er een
zonnestraal op dit muzikale gedicht van
menselijke aandrift en onbestendigheid.
Met de Arpeggione-sonate van Schubert
kwamen we terus in het ..sprookje" en
waarlijk niet alleen in de abstracte „mu-
ziekdroom" van de componist, doch tevens
in die der ideale vertolking. Ook dit werk
is geducht', maar om andere redenen dan
dat van Brahms. Schubert schreef het
namelijk niet voor een gewone violoncel,
maar voor een grote strijkgitaar met zes
snaren, die door G. Staufer in 1823 uitge
vonden was, doch die weinig opgang ge
maakt heeft. De cellisten hebben er met
hun vier snaren een hele kluif aan. Maar
daar merkt men bij Zara Nelsova niets van.
Men kan zich afvragen of men dat echt
Schubertiaanse Adagio en dat levendige,
niet minder persoonlijke Allegretto ooit
gaver en smaakvoller hoorde of later nog
zou kunnen horen.
Na een hartstochtelijke melodie van
Ernest Block, het virtuoze Rondo van
Dvorak en het zer karakteristiek vertolkte
..Masques" uit „Romeo en Julia" van Proko-
fieff, hoorden we tot slot nog de Variaties
op een rococo-thema van Tsjaikofsky.
waarmee Zara Nelsova als het ware nog
eens een demonstratieve samenvatting gaf
van haar buitengewone technische vaar
digheid en haar rijk, maar evenwic'nting en
beheerst muzikaal temperament. De razend
snel gespeelde finale betekende mede een
de solisten die de aandacht trokken en
grote bewondering verdienden, doch even
zeer de volmaakt uitgebalanceerde, door
harmonische rust gedragen groepsbewe-
gingen van het corps de ballet, dat de door
slaggevende betekenis van disciplinaire
teamgeest demonstreerde. Men aanschouw
de een betoverend mooi lijnenspel, door
geen enkele overbodige armbeweging ver
stoord. Als de sfeer misschien niet ethe
risch genoeg was, dan kwam dat in hoofd
zaak door net juist iets te weinig stemming
verwekkende optreden van de ballerina's
te zeer wezens van gezond vlees en
bloed. In de nocturne, de mazurka en de
beide laatste walsen zag men «ie ongeloof
lijk lichte en bijzonder gracieuze Alicia
Alonso, die zich weliswaar enkele vrijheden
veroorloofde, doch vooral in dc pas-de-
deux (met Michael Lland) een onvergete
lijke indruk maakte.
Uit het klassieke répertoire aanschouwde
men voorts het grote duet uit de derde
acte van „Het Zwanenmeer" van Marius
Petipa op muziek van Tsjaikofski. waarbij
vooral de inderdaad prachtige sprongen
van Igor Youskevitch het pubiiek tot vurig
enthousiasme brachten. Zijn partner was
Nora Kaye, die zich onderscheidde door
vloeiende bewegingen en perfecte tech
niek zonder evenwel de herinnering aan
Rosella Hightower ook maar enigszins te
kunnen doen verbleken.
Voor de rest bestond het programma uit
producten van eigen bodem. Voor de pauze
werd uitgevoerd het eerste Amerikaanse
ballet van duurzame betekenis: het uit 1938
daterende, sterk pantomimische Billy the
Kid" van Eugene Loring, waarvoor Aaron
Copland de voortreffelijke theatermuziek
schreef. Het is een in hoofdzaak verhalend
werk in fragmentarische vorm, berustend
op het leven van de omstreeks het einde
van de burgeroorlog geboren William Bon-
ney, een beruchte desperado. Loring heeft
getracht het romantiekerig gedoe a la Hol
lywood te vermijden door een symbolische
zin in zijn choreografie te vlechten, die er
degenen die aan het product hebben mee- - p herhaling
gewerkt to de electrrcien die de lampen ,L.y
gemonteerd heeft toe) worden ingeleid,
kunnen eigenlijk al niet meer mislukken.
„Kinderen van de straat" behoudt tot het
einde toe de charme van dat frisse begin.
Gelukkig het land, waar de cineasten
zulke kansen krijgenen ze gebruiken.
J. H. B.
hiervan, als toegift gespeeld, kon qua s
menspel volmaakt heten.
't Was een avond die meer dan gewone
bevrediging schonk, een avond die de aan
wezigen zich, met de naam Zara Nelsova,
zullen blijven heugen.
JOS. DE KLERK
Op deze foto ziet men John Kriza ais
Billy the Kid" met Aiicia Alonso als het
Mexicaanse meisje. In de voorstelling van
gisteravond werd laatstgenoemde rol ver
tolkt door Ruth Ann Koesun.
echter alles behalve duidelijk uit te voor
schijn komt. Maar er zijn talrijke interes
sante vondsten, zoals de gestyleerde uit
beelding van allerlei werkzaamheden tij
dens de mars van de pioniers en de daarop
volgende straatscène, de voornamelijk door
middel van regie bereikte sfeer tijdens hot
kaartspel en de achtervolging, het fascine
rende gevecht zonder muzikale begeleiding
en de buitengewoon geestige intermezzi met
de dansende straatmeiden. Veel indruk op
een originele manier) maakte het tillen van
de vrouwen na de dood van Billy's moeder
ter suggestie van doffe moedeloosheid.
John Kriza vertolkte zeer effectief de
titelrol. Scherp en dwingend lekende hij
met markante bewegingen het koude, ego
centrische, harteloze karakter van deze
uiterlijk charmante moordepaar. Peter
Gladke en Paul Godkin stonden hem over
tuigend terzijde. Zij bewezen dat er een
modern equivalent moet bestaan voor de
gesproken taal. ter vertelling van een ge
schiedenis, zonder in surrogaten te verval
len. Prachtig was het dromerige duet van
John Kriza met Ruth Ann Koesun als het
Mexicaanse meisje.
Het onbetwistbaar hoogtepunt werd het
slotnummer: ..Interplay" van Jerome Rob-
bins met muziek gedeeltelijk klassicis-
tisch, gedeeltelijk jazz van Morton
Gould, een soort wisselwerking tussen aca
demische techniek en vrije uitingen van de
moderne geest. Dit werkje dient louter het
plezier. Maar het ademt een primitieve
levensvreugde, die men een op gezond
zelfvertrouwen berustend optimisme zou
mogen noemen. Deze combinaties van
strenge oefeningen in een repetitie-lokaal
met allerlei originele invaller, zijn van het
begin tot het eind zo uitbundig speels, dat
Keien en mensen
Misschien hebt ge, lieve lezer, juist die
leeftijd waarop ge bang zijt van de schone
en lelijke dingen des levens. De leeftijd om
elke beroering van uw gemoed sentimenta
liteit te noemen en te spotten met de
jaargetijden en de liefde. Als ge die leef
tijd hebt, rolt ge door de dagen als een
ronde kei. ge zijt gehard en niets kan u
deren. Maar ge hebt er evenveel plezier
van als die zelfde kei. die we met honderd
duizend man nog niet aan het lachen of
huilen kunnen krijgen.
Als ge die leeftijd hebt. kan niemano. u
dat verwijten. Maar ge behoeft u er geen
zorgen over te maken: Want een leeftijd
is iets dat overgaat met de jaren. Ge komt
vanzelf op een schone dag als een echte
mens uit uw bed. waar ge de avond te
voren als een kei zijt ingekropen.
Dat is een geheim van het leven: Mens
te worden als ge denkt dat ge net al jaren
zijt. Dan gaat er een prentenboek voor u
open waarin ge de kleuren en beelden uit
uw jeugd herkent, een boek waarin ge
bladeren kunt om verloren Jarer\ 'n *e
halen. Om le zien welke sierlijkheden ge
met uw spot er. uw praat over sentimen
taliteit hebt willen uitkrassen.
Alle keien worden mensen op den duur.
de een merkt het al wat eerder dan de
ander maar volslagen mens wordt ge
pas als ge kinderen hebt.
Want in hun ogen ziet ge de schone tier
lantijnen van het leven, die kunt ge er aan
breien zovee! gc wilt. Ge kunt uw leven
een vrolijk verfje geven met de tinten van
de fantasie, die de kinderen op uw palet
smeren. Zij weten hoe het leven zou moe
ten zijn om plezierig te wezen en wat
er ontbreekt schilderen zij zelf erbij, met
de zwier van een Middeleeuwse Antwer
penaar.
Voor het slapen gaan vragen zij: Vertel
eens wat. Ge weet al wat zij horen willen,
het zijn de dingen die ge zelve zo gaarne
in het leven ontmoeten zoudt.
Achter het benevelde raam ziet ge de
herfstavond hangen over de stad, het
koude heldere najaar staat daarbuiten star
en stijf als een boerin op Zondag. De voer
loze nevels boven dc daken hangen als
tulen gordijnen voor de oneindigheid. Als
ge daar doorheen zoudt kunnen zien. zoudt
ge uw kinderen heel wat vertellen kunnen.
Want daar wriemelen alle visioenen door
elkander, die de mensen in hun leven bij
een hebben gefantaseerd.
Nog eens een vertelseltje van de kabou-
ters?
Goed. nog een vertelseltje van de kabou
ters. Maar dan. ge wet het, als een
bliksem-op-wieltjes onder de dekens en
geen complimenten meer. Jaja. dat geloven
zij verder wel. Als er maar verteld wordt.
Dan gaan de kabouters leven voor uw
ogen. dan gaan zij haasje-over spelen met
uw woorden. Kabouters moeten gelukkige
mannekes zijn. Zij werken voor hun plezier
en leven zonder problemen. Zij kennen
geen jalouzie en achterdocht, noch buren
ruzie en huiselijke twisten, zij lopen geen
blauwtjes en betalen geen belasting, zij
streven niet naar hoge betrekkingen en
staken nooit om meer loon Hun leven is
ontdaan van de ingewikkeldheden: Zij
kennen geen geld en geen vrouwen. Want
hebt ge ooit van kaboutsters gehoord?
Ge kunt van hen zovele dingen vertellen
die ge mensen nooit hebt zien doen. Ge
kunt hen laten leven zoals se de mensen
zoudt willen zien leven' Met plezier en
eenvoud, in de simpele goedheid van een
gemeenschap die geen geheimen heeft, in
een maatschappij waar ge doorheen kunt
zien als was ze van helder glas.
Ge kunt kabouters het herfstbos laten
liefhebben zonder dat uw kinderen het
sentimenteel vinden. Kinderen zijn nóg niet
bang van schone en lelijke dingen: Daar
zijn ze nog niet kei genoeg voor.
Als ge cle leeftijd hebt dat ge de ont
roering vreest, hebl ge in deze klamme
dagen van de verstijvende herfst in de bos
sen niets te zoeken. Ge zoudt bang worden
van de dode bladeren en moe worden van
het spotten met de gouden sluiers die zon
en nevel naarstig samen tussen de zwarte
bomen weven.
En ge zoudt misschien onder uw zware
schoen een kabouter kunnen plattrappen,
die niet gauw genoeg ter been was. Want
op die leeftijd, lieve lezer, loopt ge over
die mannekes heen zonder ze te zien.
En later, als ge mens geworden zijt, hebt
ge er spijt van. J- L.
ADVERTENTIE
KOU GEVAT...
Bedek keel en borst met de pijn
stillende Thermogène; de weldadi.
ge warmte verjaagt verkoudheid.
frfERMOGÈWE,
Onderzoek naar wachttijden
bij spoorwegovergangen
Vergissingen in gegevens
voor Haarlem
In het jongste nummer van „De Auto",
het officieel orgaan van de Koninklijke
Nederlandse Automobiel Club. wordt aan-
men er ,n een roes van Uchteuimg eeluk dach, ijd aan dc ,vachtlij<icn bij de af-
flnnr «*<»rnalrt Tlaarhn mrafmi nn oliiirX rlnr>r_
gesloten overwegen. Volgens de K.N.A.C.
Een ..zeepkist" wordt door de kinderen van de straat met behulp van op eerlijke
en ook wel eens op oneerlijke manier verzamelde onderdelen in elkaar gezet.
door geraakt. Daarbij mogen de altijd door
gaande bewegingen hoe acrobatisch of
excentriek ook, ronduit meesterlijk worden
genoemd. Bijzonder aardig was vooral de
Chaplin-aehtige muziek van Paul Godkin.
Een verrukkelijk slot van een ondanks de
gemengde gevoelens gedenkwaardige avond
waarop jeugd en vitaliteit de boventoon
voerden.
DAVID KONING.
Zeven handgranaten
op het land van Joor
Mogelijk nog meer
verborgen explosieven
Op het „land van Joor" te Beverwijk zijn
Woensdag door iemand, die er honden af
richtte, zeven handgranaten aangetroffen.
De man deed onmiddellijk aangifte bij de
politie en de gevaarlijke collectie wordt
vanmiddag onschadelijk gemaakt.
Het desbetreffende afgesloten terrein is
reeds herhaalde malen afgezocht, omdat
men vermoedt, dat er bij de ontploffing
van de Duitse munitieopslagplaats na de
oorlog verschillende lichte projectielen zijn
verspreid, die niet explodeerden. Het land
van Joor kan dus nog meer verrassingen
bergen en daarom houdt het de voort
durende aandacht van de IJmuiaense
Hulpverleningsdienst. Niet alleen hier,
maar over het hele land ligt de riskante
nalatenschap van de oorlog nog verspreid
en men kan er zich slechts tegen vrijwaren,
indien men bij het vinden van verdachte
voorwerpen er onmiddellijk aangifte van
doet.
komen sinds lang periodiek klachten binnen
over lange wachttijdei bij een aantal van
deze overwegen, voor zover ze in óf bij
bebouwde kommen liggen.
De K.N.A.C. heeft een voorlopig onder
zoek ingesteld en doet nu een dringend be
roep op alle weggebruikers om nun mening
over het resultaat daarvan weer te geven.
Voor Haarlem en omgeving wordt dan
opgegeven, dat de „drie overwegen in
Haarlem-Zuid geen ernstige of veelvuldige
klachten" opleveren, dat voor Beverwijk
(Velsen-Noord) verbetering wordt aanbe
volen, evenals voor de overgang bij het
station Heemstede-Aerdenhout.
(Het zal vele bewoners van Haarlem
Zuid-West wel verwonderen, dat hun jere
miades over de spoorwegovergangen in de
Pijlslaan en bij de Westergracht blijkbaar
niet als „ernstige en veelvuldige klachten"
worden opgevat. De enige tijd geleden ge
houden gemeentelijke telling die door de
K.N.A.C. niet werd geraadpleegd gaf
een enigszins ander beeld, zelfs als men
van oordeel is, dat de onderhavige over
wegen nog geen onoverkomelijke obsta
kels voor net lokale verkeer vormen. Waar
de K.N.A.C. de derde overweg in Haar
lem-Zuid heeft aangetroffen, is ons. ook
na informatie op het hoofdkantoor van die
organisatie in Den Haag, niet duïdeliik.
Wellicht wordt er de overweg in de Kle
verlaan mee bedoeld, waarover de klachten
bij de bevolking eveneens „ernstig en veel
vuldig" zijn,'doch die niet apart in het in
„De Auto" gepubliceerde staatje was op
genomen. Red.).