RADIO
KAASENBROOD
CJ-p-d Broek
Litteraire Kanttekening
Veel leed wordt in stilte gedragen
Wif helpen Sint Nicolaas
In Neerboscli vonden Kenneniers
licht in een donkere jeugd
Zaterdag 2 December 1950
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant
D°
ANDREAS EN STELLA LATzKO: „Levensreis" (Herinneringen).
(Wereldbibliotheek, Amsterdam/Antwerpen)
dagafgevaardigde Heine, die in 1917 in een
parlementaire rede „Mensen in de Oor
log" een „moedig, sterk, schoon kunst
werk" noemde, was dezelfde die in 1919
als minister van Justitie aan Latzko een
openbare lezing verbood! Voor deze diplo
maat was er blijkbaar een tijd om de waar
heid te spreken en een tijd om de waar
heid te verloochenen. Dezulken, macht
hebbers of onderdanen, behoorden niet tot
Latzko's vrienden, zomin als tyrannie en
onderdanigheid werden geduld door zijn
fiere onafhankelijkheid, die zich beter ver
droeg met de Franse geest waaraan Latzko
(men leze zijn „Man aan de Oever') zich
zoveer verwant gevoelde. Frankrijk: zou
zijn leven anders verlopen zijn als Rein-
hardt's aansporingen hem niet hadden in
gelijfd bij het Duitse taalgebied en het
Frans de voertaal, Frankrijk wellicht het
vaderland was geworden van deze Hon
gaarse „oorlogsinvalide"? Latzko heeft
over de machtige grillen van het toeval
verrassende woorden geschreven in deze
„Levensreis" en meer dan eens leidde het
zijn schreden op onverwachte wegen. Maar
meer dan toeval waren zijn ontmoetingen
waaruit hechte vriendschappen groeiden
(met Hermann Bahr, de Franse Claric-
mannen, met Nico van Suchtelen en A. M.
de Jong), was ook de weerklank van zijn
levenswerk: zij werden gedragen door zijn
onverschrokken persoonlijkheid die aan
zijn „oorlogsboeken" de kracht der getui
genis gaf.
Dit motto gaf Latzko destijds mee aan
zijn mensen in de Oorlog: „zeker weet ik,
dat eens de tijd zal komen waarin men
denkt zoals ik". Dat is optimisme van de
edelste soort: optimisme van een „zwart
kijker" die er zijn talent en zijn leven voor
inzette.
En als niet lang voor zijn dood Latzko
terugziet op zijn bewogen-zwervend leven,
en zijn herinneringen te boek stellend een
zin inlast als deze: „Ieder poging, om de
ziel te vervangen door het voordeel heeft
steeds weer naar Waterloo geleid", is dat
nogmaals profetisch een waarschuwing,
maar ook: nogmaals optimisme ver
trouwen in het levenwekkend, levenvor
mend zielsvermogen van de mens als waar
dige drager van zijn beschaving Is het
zó moeilijk daaraan te geloven, zó moeilijk
daarnaar te leven?
C. J. E. DINAUX.
\OOR „MENSEN IN DE OORLOG"
eerste, van 1917 daterende, bun
del oorlogsnovellen raakte Andreas
Latzko met Holland bevriend en temidden
van mensen-in-de-oorlog, van Nederland
in de bezettingstijd, nam hij afscheid van
zijn naasten, zijn werk, zijn leven: in
Amsterdam, als een strijdbaar maar uit
geput man. opgebrand aan het vuur van
zijn geestdrift, de gloed van zijn protest.
Tussen dit oorlogsbegin en einde strekt
zich de „levensreis" uit van deze cosmo-
politische Hongaar, deze man die zich mèt
Homain Rolland „au dessus de la mélée"
(boven de massa) verhief als Europeaan,
als „pacifist", als revolutionnair (als men
hem zo noemen wil), maar hoe dan ook
als strijder voor gerechtigheid. Strijd tegen
onrecht was de zin van zijn leven en zijn
litteraire werk, van het eerste tot het
laatste woord dat hij schreef. „het on
recht dat mijn leven lang het middelpunt
is gebleven waar al mijn gedachten om
heen draaiden". Over dit onrecht niet
zozeer datgene wat hem pei-soonlijk werd
aangedaan door laster, spionnage en ver
volging, maar het sociale onrecht van de
rijke jegens de arme. de grannie jegens
de menselijke vrijheid, de drijvers naar
bewapening jegens het vredesverlangen
der volken moesten in deze levens
herinneringen heel wat zwarte bladzijden
geschreven worden. Latzko's leven en
schrijversloopbaan werd tot een tweevou
dig symbool: lot dat van een verzakende
Europese beschaving als zijn erfvijandïn
en van een hartstochtelijke opstandigheid
als instrument van het menselijk geweten.
En zo werd deze „Levensreis" (tot 1919
te boek gesteld door hemzelf, aangevuld
tot de dag van zijn dood door zijn trouwe
levensgezellin) meer dan een biografie,
meer zelfs dan samenvatting van een be
schamend hoofdstuk der Europese ge
schiedenis: tot een waarschuwende aan
klacht.
Men vergeet licht. Barbusse's „Het
Vuur", Thcodor Pliviers ,.De Keizer ging,
de generaals bleven", Heinrich Manns
„De Onderdaan" (Pruisen ten voeten uit
getekend), Masereels houtsneden, de on
telbare- protesten van de Franse Clarté-
groep, van Rolland, Martinet, Poulaille,
allen niet alleen geestverwanten van
Latzko, maar zijn vrienden ze schijnen
achterhaald te zijn door de mode van de
dag, gekleineerd door de ontgoochelden,
gehoond door de cynici. Wereldoorlog nr.
1, het opkomend fascisme en anti-semie
tisme, de schandvlek van het nationaal-
socialisme, de voorbereiding van de tweede
werldoorlog, het Hitlergif der Germaanse
uitverkiezing, uitgestrooid over de wereld
door Duitsland, dit rampzalige land dat
de ene keer de angel is in het hart van
Europa door zijn „kracht", de andere keer
door zijn zwakte dit alles, waarvan deze
levensherinneringen zijn vervuld, schijnt
nauwelijks meer te tellen voor hen die aan
Latzko en de zijnen schouderophalend
voorbij plegen te gaan. Maar waar even
waar als Latzko's aanklacht blijven de
woorden van zijn vriend Moissi: Ik ben
geen politicus, mijn taak is slechts
kunst, maar niets zou mij gelukkiger kun
nen maken dan dat de kunst de taak op
zich nam die zij uit zichzelf moet aanvaar
den: de verzoening der volken". Die kunst
was Latzko's kunst. Van de eersteling van
dé twee-en-twintigjarige, de één-aeter die
in Boedapest opgevoerd werd, tot het hoor
spel over Napoleons tegenspeler, de revo-
lutiegeneraal Lazare Hoche (dat de Neder
landse radio destijds in de gewijzigde
versie van A. M. de Jong ten gehore bracht)
is Latzko's' werk „gewetenskunst": Marcia
Reale, Lafayette de Ruiter op de Regen
boog, De Man aan de Oever, Korte Ver
halen, Helden en Figuranten - der Franse
Revolutie ze zijn één vermaan, één
ontmaskering, één beroep op humaniteit,
Niet het beroep van een dwepend idealist
(Latzko gold veeleer als een „zwartkijker",
een profetische zwartkijker dan, waakzaam
geworden door bittere ervaring), maar
van een onverschrokken realist, aan wiens
waarschuwende voorspellingen velen (zo
als Stefan Zweig) geen gehoor gaven, tot
hun schade.
Latzko vermeldt in deze gedenkschriften
eén merkwaardige gebeurtenis: De Rijks-
ADVERTENTIE
Technisch groot!!
PHILIPS
ERRES
WALDORP
ELECTRISCHE APPARATEN
'n Blijvend cadeau
voor St. Nicolaas
Grote Houtstraat 131 - Smedestraat 7
Telefoon 10271 - 11287
Nieuwslezer kreeg hoofdpijn
en riep „Regina, ruitenvrouw"
Degenen, die Woensdagavond naar de
nieuwsuitzending van radio-München luis
terden. hoorden tot. hun grote verbazing de
nieuwslezer midden in het buitenlands
bulletin de woorden „Regina, Ruiten
vrouw" roepen, waarna de lezing van het
nieuws werd voortgezet.
Volgens persberichten wordt dit incident
in verband gebracht met een verklaring,
die de Weense „magiër" Fritz Strobl te
zelfdertijd in een Weens cabaret zou heb
ben gedaan, namelijk dat hij langs telepa
thische weg terstond via radio-München
'een meisjesnaam en een speelkaart, door
het publiek op te geven, kon laten omroe
pen.
De betrokken nieuwslezer verklaarde
achteraf, dat hij tijdens het voorlezen van
het nieuws hevige hoofdpijn had gekregen
en zich gedwongen voelde de genoemde
woorden uit te roepen, waarna de hoofd
pijn terstond verdwenen was.
Op verzoek van radio-München zal
Strobl worden vervolgd wegens „ernstig
wangedrag". De openbare aanklager, die
dit meedeelde, zei, dat eerst moei worden
vastgesteld of Strobl en de nieuwslezer al
of niet samenwerkten.
ADVERTENTIE
Iedere dame is verwend
met MOLENDIJK'S PERMANENT
SANTPOORTERPLEIN - TELEFOON 19706
HAARLEM
Adenauer confereerde
met Hoge Commissarissen
Bondskanselier Adenauer heeft gisteren
de verhouding tussen de geallieerden en
West-Duitsland met de geallieerde Hoge
Commissarissen besproken.
Na de bespreking, die vier uur duurde,
verklaarde Adenauer, dat de Westelijke
ministers van Buitenlandse Zaken over
zijn voorstel, om het bezettingsstatuut door
een „veiligheidsovereenkomst" te vervan
gen, zouden moeten beslissen.
De voorstellen van de bondsregering met
betrekking tot de formulering van de af
zonderlijke documenten zijn in principe
door de Hoge Commissarissen aanvaard, zo
deelde Adenauer mee. Over de kwestie van
Duitslands buitenlandse schulden zou bin
nenkort een beslissing worden genomen.
ADVERTENTIE
PARKET t Vlovronluns Amsterdam v1-1
Opdat er wat te eten zou zijn
verkocht moeder haar trouwring
Stop, als u de fluit
van de Wegenwacht hoort
Het komt dikwijls voor, dat de Wegen
wacht een auto of motor wil laten stoppen.
Aan inhalen valt meestal niet te denken en
claxonneren trekt niet genoeg de aandacht.
Voortaan zullen de gele rijders in zo'n ge
val him bedoeling kenbaar maken door het
geven van twee stoten op een fluit. Dit sig
naal zal alleen in noodzakelijke gevallen
gegeven worden.
Zo kan de Wegenwacht bijvoorbeeld een
telefonisch ontvangen boodschap voor een
weggebruikei hebben. De A.N.W.B. wijst
er op, dat het mogelijk is om automobilis
ten en motorrijders die zich, ergens in Ne
derland, op de grote weg bevinden, door de
Wegenwacht te laten aanhouden. Men
belle dan het hoofdkantoor van de A.N.
W.B. in Den Haag, K 1700 182600 afde
ling Wegenwacht.
Verder wordt het stopteken gegeven
wanneer een weggebruiker zich in ernstig
gevaar bevindt. Dit kan bij voorbeeld het
geval zijn als een wiel van zijn wagen slin
gert, als dekzeilen langs de wielen hangen,
als de lading van een vrachtwagen gevaar
lijk verschuift, als een nummerplaat, de
uitlaat of een ander onderdeel loshangt, of
als op een te slappe band of bij avond zon
der licht gereden wordt.
In Haarlem wonen een vrouw en een
man. Vroeger hadden zij een ruim en een
zonnig huis. Alles ging voor de wind. De
man was geruime tijd bij dezelfde firma
werkzaam en al was zijn inkomen niet
groot, het gezin kon er toch behoorlijk van
komen, want de vrouw had veel overleg.
Maar toen kwamen de tegenslagen. De
man werd ernstig ziek en herstelde niet
zoveel dat hij weer kon gaan werken, Hij
kreeg een pensioentje, maar omdat hij nog
niet veel dienstjaren had, was het slechts
gering. Het gezin verhuisde naar een
nauwe straat. Toch zorgde de vrouw er
voor dat het er gezellig bleef, ook al kwam
er nu slechts een sober maal op tafel. Wel
verdwenen successievelijk de stukken van
waarde uit het huis. Eerst een antieke kast,
toen het tafelzilver, ook het horloge dei'
vrouw. De rekeningen voor versterkende
middelen van de zieke man slokten het
grootste deel van het kleine wekelijkse in
komen op.
De mensen schaamden zich er voor om
bij een instelling van weldadigheid of bij
Sociale Zaken aan te kloppen om hulp. Zij
trachten met de uiterste inspanning op
eigen benen te blijven staan.
Toen een maatschappelijke werkster,
door anderen op dit geval opmerkzaam ge
maakt, in dat gezin kwam, vond zij daar de
bitterste armoede. Er was letterlijk aan
alles gebrek, want de vrouw kon niets meer
te gelde maken. Zelfs haar trouwring had
zij al verkocht.
Nog een ander geval:
Als verpleegster had zij vele jaren het
leed van zieken verzacht. Toen trof het
leed haar zelf. Zij werd ziek, zelfs zó, dat
zij niet meer verplegen kon en gedwongen
werd tot rusten. Dit was in een tijd dat er
voor verpleegsters nog geen pensioen was
ingesteld. Een vast inkomen had zij dus
niet. Familieleden en vrienden gaven haar
zo nu en dan wat, maar het is te begrijpen
dat dit op den duur te veel om te sterven
maar te weinig om te leven was. Toch stelt
deze verpleegster er een eer in, dat zij tot
heden zich zelf een gang naar Sociale
Zaken om steun te vragen bespaard heeft.
Deze gevallen van in stilte gedragen
leed, die de nood van de Stille Armen ty
peren, werden ons verteld door Mr. P. E,
Barbas, de secretaris van de Sociale Raad
van Haarlem en Omgeving (de nieuwe
naam voor de Armenraad).
Hij voegde er aan toe:
Na het vorige jaar is de economische toe
stand weer verslechterd. Dat maakt dat er
ook meer Stille Armen gekomen zijn. Met
stelligheid kunnen wij zeggen dat de Kerst
inzameling voor de Stille Armen slechts ge
slaagd genoemd kan worden als het Comité
in staat is tenminste duizend uitkeringen
te doen, want andcis zouden er mensen
moeten worden overgeslagen die dringend
aan deze hulp behoefte hebben.
Die toeneming van het aantal Stille Ar
men is te verklaren. Het geld is minder
waard geworden. Mensen die van een pen
sioentje moeten leven, krijgen niet meer
De controle op verstrekkingen
der Ziekenfondsen
Een week geleden schreven wij in een
artikel over de Haarlemse Ziekenfondsen
dat de stichting, die opgericht is door de
fondsen, om na 1 Januari a.s. de opneming
van verzekerde patiënten in de zieken
huizen te regelen, omdat dit werk dan niet
meer gedaan zal worden door de Genees
kundige Dienst, ook de controle zal uitoefe
nen op de verstrekkingen aan de verzeker
den. Thans wordt ons verzocht mede te
delen, dat die controle alleen betreft ver
strekkingen waarop volgens het Zieken-
fondsbesluit controle vereist wordt. Daar
onder vallen evenwel geen breukbanden en
brillen.
Door een abuis ter zetterij waren in i
nevenstaand artikel, dat opgenomen j
werd in onze editie van gisteren, enkele
passages verwisseld en verminkt. Der- i
halve herplaatsen wij thans het artikel
in zijn geheel in de juiste vorm.
guldens in handen, maar voor een gulden
kunnen zij nu veel minder kopen. Op alles
moet nu bezuinigd worden. Ook op eten en
op kleren. Zelfs op het kopen van brand
stol. Naar buiten wordt nog een schijn van
welvaart opgehouden, maar in vele huizen
is aan alles gebrek.
Ook in vele gezinnen van mensen die uit
Indonesië gerepatrieerd zijn wordt armoe
de geleden. Vooral door de Indonesiërs en
de Indo-Europeanen. Zij zijn hier berooid
aangekomen en moeten zich hier door het
leven slaan zonder een behoorlijke huisves
ting, want eigen meubelen hebben zij niet.
Veel geld uitgeven kunnen zij ook niet.
want van het inkomen dat zij in Indonesië
hadden, wordt hier slechts 1/3 uitbetaald.
Naar Indonesië teruggaan kunnen deze
mensen ook niet. althans niet de goede Ne
derlanders, want die worden daar immers
niet meer welkom geheten.
Wij hopen zo besloot Mr. Barbas
dat ons vertrouwen in de bewoners van
Haarlem en Omgeving ook dit jaar niet be
schaamd wordt en dat het Comité ook nu
door de uitreiking der Kerstgave een zon
nestraal kan doen vallen in de droeve
levensomstandigheden van de Stille Armen.
ADVERTENTIE
Heringa Wuthrieh
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Nachtdienst apotheken
Haarlem. Firma C. G. Loomïjer cn Zoon.
Earteljorisstraat 11. telefoon 10175: Park-
apotheek. Kleverparkweg 13. telefoon 11793:
Teyler-apoihcck. Teylerpleïn 79. telefoon
17946; Apotheek Gïldehuis. Koninginneweg
3. telefoon 12038.
Heemstede: Apotheek Schotsman, Binncn-
eg 206—208, telefoon 28320.
Bloemendaal: Bloemendaalse Apotheek.
Bloemendaalseweg 85.
ADVERTENTIE
U kunt ons opdragen pakketten bij uw familie en vrienden te bezorgen. - Speciaal tarief
BESTELDIENST A.B.C. Barrevoetestraat 2 Haarlem - Telefoon 18428, na 6 uur 14810
Amateurtoneel
14155
,Duif en Doffer"
Bij'zonder goed spel in
vrouwelijke hoofdrol
De naar onze grote dramaturg Herman
Heijermans genoemde arbeiders-toneelver
eniging doet er inderdaad verstandig aan
zich te beperken tot het door deze schrijver
in ons land tot bloei gebrachte naturalisti
sche genre. Nu is het wel waar dat daarin
weinig kunstwerken van meer dan snel
voorbijgaande betekenis zijn aan te wijzen,
doch daar staat de in dit geval veel belang
rijkere factor tegenover dat deze amateurs,
zonder zichzelf geweld aan te doen door
buiten het terrein van hun mogelijkheden
te treden, met redelijke inspanning het
door tekst en situatie gewenste spel kun
nen opbrengen. Dat bleek gisteravond weer
eens duidelijk uit de in vele opzichten bij
zonder goed geslaagde voorstelling van het
bekende volksstuk „Duif en Doffer" van
Johan Elsensohn in de Haarlemse Schouw
burg.
De plaats van handeling is de Amster
damse Jordaan, de personen zijn zo uit het
volle leven gegrepen, althans toegerust met
enige kenmerkende eigenaardigheden. De
conflictstof is van dien aard en wordt zo
danig tot ontbranding gebracht, dat men
de verdichting aanschouwt van wat men
desnoods zonder verbeeldingskracht als
realiteit kan beschouwen. Artistiek mag
men dit nauwelijks noemen, want daarvoor
geschiedt de openbaring van gebeurtenis
sen en gevoelens te onmiddellijk. De be
proefde opeenvolging van een lach en een
traan vervult hierbij een belangrijke rol
als één van de weinige hulpmiddelen om
de spanning er in te houden. Maar zoveel is
zeker dat een dergelijke dramatisering van
het alledaagse deze amateurs de mogelijk
heid bood om de werkelijkheidszin van
hun publiek te bevredigen.
Deze lange inleiding dient ter verant
woording van het hiernavolgende. In dit
stuk waren namelijk alle voorwaarden
aanwezig om een sterk natuurtalent als dat
van mevrouw Umans de gelegenheid te
geven zich op overtuigende wijze te mani
festeren. Dit gebeurde ook. Haar optreden
als de in haar behoefte aan hartelijkheid
teleurgestelde vrouw van de duivenhouder,
die zij op haar beurt met onverstandige
eigenzinnigheid behandelt, was in alle op
rechte eenvoud subliem en volkomen door
leefd. Het gaat niet aan om vergelijkingen
met het beroepstoneel te maken, maar ik
geloof dat een man als Herman Bouber op
dit niveau dankbaar voor zo'n type zou
zijn. Alleen de slotscène van het vierde be
drijf had indringender gekund, ofschoon
de regisseur mede schuld heeft aan de te
geringe uitwerking hiervan. Ook de tante
Trui van mevrouw Watzema en de vinnige
roddelaarster van mevrouw Kienjett ver
dienden veel waardering.
Het was jammer dat de prestaties van
de mannen in het spel aanmerkelijk minder
waren, met uitzondering van de heer M.
van Soelen als de treiterende oom Plannes,
die vooral na de pauze voortreffelijk uit de
hoek kwam. Toch kweten ook de heren
Tulen en Leuven als echtgenoot en verlei
der zich niet onverdienstelijk van hun dik
wijls moeilijke opdrachten. De anderen
sloten zich hier aardig bij aan onder de
van gevoel voor het pakkende effect getui
gende leiding van de heer H. Kraneveld,
die er steeds beter slag van begint te
krijgen. Helaas waren storingen in de rol-
kennis oorzaak van enige het totaalbeeld
schadende inzinkingen, met name aan het
eind van het derde bedrijf. Maar ik wil niet
nalaten te zeggen dat het geheel voor mij
een heugelijke ervaring betekende.
DAVID KONING
ADVERTENTIE
SINT NICOLAAS
ONS SOUED GEREEDSCHAP
VOOR VAKMAN EN AMATEUR.
GEREEDSCHAPKISTEN
Hoofdvertegenw. van
AEG ELEC GEREEDSCHAP
Actie in Bandoeng
Vliegtuigen konden gisteren Bandoeng
niet bereiken, in Bandoeng zelf was geen
verkeer en er verschenen geen couranten
in verband met een in de stad gevoerde
zuiveringsactie, die ook Tjimahi omvatte.
De aanleiding tot de actie was een tref
fen tussen de APRI (het Indonesisch leger)
en een grote bende in de omgeving van
Padalarang. Er werden bijna 50 arrestaties
verricht. De meeste gearresteerden waren
Indonesiërs.
De plaatselijke commandant van Ban
doeng, de overste Omon, deelde via de
radio mede. dat de actie gericht was tegen
elementen die bezig zijn met pogingen om
de regering van de republiek omver te
werpen. Omon zei: „Ik wil niet vergeten,
dank te betuigen aan de commandant van
het Nederlandse rayon, de overste Van der
Hurk, voor zijn hulp, die ons de uitoefe
ning van onze taak ten zeerste heeft ver
licht".
ACADEMISCHE EXAMENS
Aan de Leidse Universiteit is voor het
doctoraal examen in de Geschiedenis ge
slaagd de heer J. J. Peereboom uit Heem
stede.
Bij Olst op de spoorlijn ZwolleDeventer zijn twee goederentreinen met elkaar in
botsing gekomen. Persoonlijke ongelukken deden ziek niet voor. De materiële schade
is zeer groot. Een overzicht van de ravage op de plaats van de botsing.
De goede gaven beginnen al in massaas op de postkantoren en stations te arriveren
voor hun reis naar alle huizen waar op 5 December de onsterfelijke weldoener zijn
onsterfelijke weldadigheid zal komen bewijzen. De drukte op het Centraal
Station te Amsterdam.
Charitas van hom cl er cl jaren oud
Het heeft niets te maken met sentimen- hoefden ie missen. In zekere zin hebben zij
taliteit, wanneer men als volwassen of be-
jaarde man of vrouw met enige ontroering
de omgeving terugziet, waarin men zijn
jeugdjaren heeft doorgebracht en waar een
oud huis, een antiek poortje of een monu
mentale pomp op een dorpsplein de herin
neringen van lief en leed bewaart, die deze
jeugdjaren met zich brachten.
Onder de stervelingen die in het „aardse
tranendal" de beker van vreugde en kom
mer, ongeluk en blijdschap hebben te ledi
gen, zijn er die reeds in hun vroegste jeugd
de slagen van het leven hebben te dragen.
Een kind in nood te zien is schrijnend en
tragisch, doch wanneer dat kind in zijn
ongeluk zelfs de troostende liefkozing van
vader en moeder ontbeert, is het een voor
beeld van een zo aangrijpende ellende, dat
slechts de hardste en ongevoeligste onder
de volwassenen er onbewogen bij kunnen
blijven.
kinderen die op zeer jonge leeftijd hun
ouders verloren cn ten laste van de ge
meenschap kwamen, waren een eeuw ge
leden de beklagenswaardigste schepselen
der wereld. Het behoeft geen beloog dat de
sociale vooruitgang van de afgelopen hon
derd jaren ook het lot van de wezen ver
zacht'heeft en heeft bijgedragen tot huma
ner opvattingen ten opzichte van deze ver
lorenen, die de zonnige jeugdjaren verduis
terd zagen door een zwarte nood en over
geleverd werden aan de goede wil van
ja, van wie? Want wanneer men nagaat wat
er in een maatschappij, die zich christelijk
noemde, op dit gebied honderd jaren ge
leden ontbrak, kan men begrijpen hoe een
man als Johannes van T Lindenhout, de
stichter van de bekende wezeninrichting te
Neerbosch bij Nijmegen, in een van zijn
geschriften omstreeks 1850 een bewogen
relaas gaf van de behandeling van uitbe
stede wezen, en daarna via ccn diep-chris-
telijk besef van zijn menselijke plicht
kwam tot een initiatief, waarvoor in de
loop der jaren duizenden tol wakkere man
nen en vrouwen opgegroeide wezen hem
levenslange dankbaarheid gaven.
Het heeft daarom evenmin iels met sen
timentaliteit te maken, wanneer uit alle
hoeken van Nederland jaarlijks grote aan
tallen oud-wezen de tocht naar de inrich
ting te Neerbosch ondernemen. Want zij
gaan naar de plek, waar de donkere dagen
van hun droeve jeugd hel licht van veel en
zuiver geluk ontvingen, en waar zij de
herinneringen aan een goede jonkheid te
rugvinden. zoals anderen die vinden in een
ouderlijk huis of een geboorteplaats.
Kennemers en Neerboscli
In Kennemerland bestaat een vereniging
van oud-wezen van Nëerbosch, die de band
welke hen in de Neerbossche inrichting
verbond, ook in hun maatschappelijke
werkzaamheid levendig willen houden. Zij
voelen zich kinderen van een groot gezin,
en worden door het besef van de weldaad
die de schepping van Johannes van 't Lin
denhout hun gegeven heeft, bij elkander
gehouden ondanks het feit dat zij na hun
vertrek uit Neerbosch in verschillende
maatschappelijke functies en uiteenlopende
plaatsen terecht kwamen.
Eens per jaar, op Hemelvaartsdag, gaan
deze Haarlemse oud-wezen „naar huis".
Dan trekken zij naar Neerbosch. om een
bezoek te brengen aan dat in de loop der
jaren lot een reusachtig complex uitge
groeid weeshuis, waarnaar hun vroegste
jeugdherinneringen uitgaan. Want wat
daarvoor lag is verzonken in de duisternis
van het verleden, dat met barmhartige
hand het grote ongeluk heeft uitgewist.
De kinderen van ioen zijn grote mensen
geworden. Zij hebben een plaats in de
maatschappij kunnen veroveren in gelijke
kansen met hen, die de opleiding en de
vorming van een gezinsverband niet be-
zelfs betere kansen gekregen. Want üe
discipline en de eenvoud, beide onmisbaar
voor de goede gang van zaken in een der
gelijke inrichting, hebben betere mensen
van hen gemaakt dan de weelde en over
daad van een familieleven vaak van ande
ren maken.
Neerbosch, het vriendelijke dorp bezij
den de grote weg Den BoschNijmegen,
dat met zijn weiden en bossen een rijk
landelijk karakter heeft behouden, verwel
komt de gasten altijd met vreugde. In de
inrichting is zulk een bezoek steeds weer
een welkome afwisseling. Daar worden de
pure vreugden van een simpele onderbre
king der dagelijks werken zuiverder en
intenser geproefd. Want de kinderen van
Neerbosch leven in hun welverzorgde zalen
en kamers sober en zonder weelde. In zulk
een omgeving is iedere vreugde verfijnder
en langduriger, omdat zo voorzichtiger en
met meer liefde genoten wordt.
Johannes van 't Lindenhout is voor velen
een onbekende gebleven. Hij wordt niet
vermeld in de annalen der vaderlandse ge
schiedenis en zijn daden zijn niet tot legen
den geworden. Maar hier en daar in Neder
land leven gelukkige gezinnen, die zijn
naam zwijgend in ere houden en hun geluk
danken aan de christelijke liefde voor zijn
medemensen, die deze man honderd jaren
geleden bracht tot een daad van diepge
voelde menselijkheid.
Het leven van Van 't Lindenhout is niet
gemakkelijk geweest. De tegenwerking van
velen is zijn deel geworden maar ook de
medewerking van enk 'gen, die met hem
samen iets groots lv n weten te ver
richten.
In een tijd, die steeds minder de blijken
van waarachtige naastenliefde en practi-
sche christelijke levensopvattingen op
brengt en armer lijkt te worden aan spon
taan medegevoel in ruil misschien voor
een formalistisch sociaal begrip doet het
goed te vernemen van een door de jaren
tot een monument van charitas uitgebouwd
initiatief.
Het heeft door de jaren zijn waarde niet
verloren, doch gewonnen aan glans. Vele
Haarlemmers zijn er gelukkiger door. En
het feit alleen dat hij het hoofd heeft kun
nen neerleggen in het besef, zijn krachten
te hebben gegeven aan het geluk der men
sen, stempelt Johannes van 't Lindenhout
tot een groot man.
ADVERTENTIE
Ilse Koch staat terecht
voor 46 moorden
De openbare aanklager in het proces te
gen Ilse Koch, de weduwe van een voor
malige kampcommandant van Buchenwalö,
verklaarde Vrijdag dat hij een getuige zou
oproepen, die zou verklaren dat Ilse Koeh
een gevangene, die haar minnaar was en
van wie zij zich wilde ontdoen, vergiftigde.
De gevangene stierf echter niet, doch werd
blind.
Een andere getuige die in hei kamp ge
vangen had gezeten, verklaarde dat Ilse
Koch herhaaldelijk mishandelingen gade
sloeg en zelfs haar man overhaalde om
gevangenen te mishandelen.
Ilse Koch ontkende dit, waarbij zij aan
de rechter de opmerking ontlokte, dat zij
haar zaak weinig goed deed door iedere
verklaring van getuigen domweg te ont
kennen.
Voormalige SS-officieren verklaarden,
dat Koch door de SS terechtgesteld is, doch
de verdediger zeide, dat de SS-generaals
dit hadden gedaan om met het oog op het
naderende einde van de oorlog hun eigen
houding zoveel mogelijk te zuiveren.
Aan Ilse Koch zijn 46 moorden en mede
plichtigheid aan 135 andere moorden ten
laste gelegd. Zij kreeg voor een Amerikaans
tribunaal levenslang, doch werd later vrij
gelaten.
De verdediging staat op het standpunt,
dat Ilse Koch niet veroordeeld kan worden,
omdat zij reeds eerder veroordeeld is. Het
openbaar ministerie is daarentegen van
mening, dat zij te voren alleen veroordeeld
is wegens misdaden tegen geallieerde on
derdanen en thans nog behoort te worden
berecht wegens misdaden tegen Duitsers.
Ilse Koch staat thans voor een Duits ge
rechtshof terecht.
Gratie
De voormalige SS-generaal Josias zu
Waldeck, die na Koch commandant van
het concentratiekamp Buchenwald is ge
weest en die een gevangenisstraf van 20
jaar had gekregen, is Vrijdag door de Ame
rikaanse autoriteiten vrijgelaten.
Zijn ondergeschikte Dietzsch, die een
straf van 15 jaar uitzat, kreeg eveneens
gratie.