ivj n -x Het Lugterdrama Taxi? Bel 1.2.3.4.5 Huwelijken, geboorte en sterfte Dinsdag 19 December 1950 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant Een oude kaart die vragen opwerpt over een „Huis ter Lugt" dat in Noordwijk pal aan zee stond Op de plek waar in 1647 een ruïne van het ..Huis ter Lugt" gevonden werd staan nu Duitse bunkers. Op het archief van het hoogheemraad schap „Rijnland" in Leiden vonden wij een kaart van Kennemerland die in 1647 ge maakt is. Dus meer dan 3 eeuwen geleden. Het viel ons op dat daarop ongeveer 8 K.M. ten Zuiden van Zandvoort vlak aan Zee een ruïne is getekend van het „Huis ter Lugt" (later bleek ons dat anderen de naam met een ch schreven). Dit maakte ons nieuwsgierig omdat wij te voren van dit huis niets gelezen hadden. Bovendien rees de vraag: is van die ruïne nog iets overgebleven? Een geoloog, die wij naar zijn mening vroegen, wees er op dat de kust van Hol land in de loop der eeuwen op verscheidene punten gewijzigd is. Onze tegenwoordige jonge duinen zijn vermoedelijk in de jaren 400800 ontstaan. De oude duinen, die veel lager waren, zijn toen ondergestoven en wel in zo'n mate, dat er vrij hoge zandheu vels ontstonden. Zeker is dat na de vor ming dezer jonge duinen aan de kust grote stukken zijn weggeslagen, waarmee een verplaatsing van de kustlijn gepaard is ge gaan. Katwijk had eertijds een versterking aan zee. (Tot voor kort werd aangenomen dat de „Brittenburch" door de Romeinen gebouwd was. maar de laatste onderzoekin gen tonen met vrij grote zekerheid aan. dat zij door de Franken werd gemaakt die het land wilden verdedigen tegen de Noor mannen). De resten van de „Brittenburch" liggen nu onder ae zeespiegel. In de 17e eeuw zijn zij bij zeer laag water nog eens te zien geweest. Maar, zo vervolgde onze zégsman. er zijn aanwijzingen dat de dui nen in de omgeving van Noordwijk en Zandvoort minder afgenomen zijn. De dui nen in de omgeving van Zandvoort en Noordwijk groeien in de laatste tijd zelfs weer aan. Het is dus aan de hand van de kaart niet vast te stellen waar in 1647 de ruïne van- het „Huis ter Lugt" stond. Wel is het zeker dat het was enige honderden meters ten Noorden van het punt waar de. Schulpweg onder Noordwijk aan Zee komt, dus onge veer bij mijlpaal 73. Wij hebben in deze duinen, die tot de rijksdomeinen behoren, een vluchtig onder zoek ingesteld, al leek de kans dat er na meer dan 3 eeuwen nog iets van de ruïne te vinden zou zijn, heel klein. Een wande ling in dit gebied toonde dadelijk aan, dat zelfs graven in dit duingebied niets meer kan opleveren, want overal stuit men hier op erfenissen van de Duitsers. Die meenden blijkbaar dat deze plek van buitengewone ADVERTENTIE Neem een doos echte VOORKOMING VAN GRIEP Burgerlijke stand van Haarlem HAARLEM, 18 December 1950 GEHUWD: H. Rudelsheim en E. A. Nan- ninga (herplaatsing wegens misstelling! BEVALLEN van een Zoon: 15 Dec.. J. H. R. Oolders—Janse; J J. F. Hoenderdos— Wijkhulse; 16 Dec.. M Poelmande Vries; D. M. ExVerschie: 17 Dec., M. A. A. Meerts Scholtens; C. C. de Vriesvan der Kamp; M. J. WeltevredenHogeweij; M. B. van den BronkWeijman;i 18 Dec., M. PrinsRoest. BEVALLEN van een dochter: 14 Dec.. M. M. StutSchrama; 15 Dec.. M. H. Pardon van der Kroft; 16 Dec.. B. C. Oomen—Maas; 17 Dec.. N. SehrKramer; H. M. van den HaakPeschar; A. J. MauritsKemp: M. C. van den Brink—van der Heide; M. Wouda— Zandbergen; 18 Dec., M. Dikkesvan der Duijn. OVERLEDEN: 15 Dec.. N. Bakker, 63 j., Gen. de Wetstraat; N. Noordzij, 54 j., Gast- huisvest; A. van der PloegKamper, 40 j I-lazepaterslaan; H. W. Duyvendak, 57 j., Hazepaterslaan; 16 Dec., A. Vissers, 48 j., Kloosterstraat; M. A. J. Penn, 84 j„ Wilhel- minastraat; A. C. van den Berg. 66 j., Plein; C. J. Lomerse—van der Paal, 60 j., Hazepa terslaan; 17 Dec.. C. P. L. Smit, 13 d., Kam perlaan: A. J. van Galenvan Wieringen, 76 j., Noordertuindorplaan. betekenis was voor de Westwal. Zij hebben hier verscheidene zware bunkers gebouwd en die bovendien door ondergrondse gangen verbonden. Overal waar men een peilijzer in de grond zou steken, stuit men op iets hards, maar dat is dan niet een restant van het „Huis ter Lugt", maar van de Westwal der Duitsers. Wij ontmoetten een bejaard man die in zijn jonge jaren in deze duinen jachtopzie ner is geweest. Hij kent dus het gebied als geen ander. Met stelligheid verzekerde hij dat 50 jaar geleden niets meer van de ruïne te zien was, hetgeen natuurlijk niet de mo gelijkheid uitsluit, dat zij toch onder het zand verborgen ligt. Een onderzoek op het raadhuis in Noord wijk leverde niets op, want in het ge meente-archief is geen enkel stuk over het „Huis ter Lugt". Het eigenaardige is, dat er ook op het archief van „Rijnland" niets over te vinden is. Dit archief loopt tot 1200. Alle aanvragen van eigenaars van on roerend goed moesten voor elke ingrijpen de verbouwing toestemming van „Rijn land" hebben. Het gebied waar het „Huis ter Lugt" stond viel ook. onder het opzicht van „Rijnland", dat immers belast was met het toezicht op de duinen. J. Kloos. die een dik boek schreef over „Noordwijk in de loop der eeuwen" vertelt iets over het „Huis ter Lugt". „Ter Lugt" was een hoge heerlijkheid be noorden Noortigerhout, bevattende de dui nen aldaar, Starrenbronck, het Wolfsvelt en het Haechsvelt tot aan het gebied van Brederode (de tegenwoordige grens van Noord- en Zuidholland). Voor het eerst is die in leen gegeven 10 September 1449 door graaf Filips I van Bourgcndië aan Franck van Borsselen, graaf van Oistervant en Op perhoutvester van Hollandt, van 1433 tot 1437 gehuwd geweest met gravin Jacoba van Beieren. „Wijders ging de heerlijkheid over op Franks zuster, Alienora, gehuwd met Ghys- brecht van Nyenroede en van deze gelijk tijdig op alle heeren en jonckvrouwen van Langhevelt. Het „Huys ter Lugt" der 15e eeuw stond in de duinen nabij het strand. Door af vloeiing der duinen ten prooi der Noordzee geworden, schijnt er later een ander „Lugterhuis" gebouwd te zijn, meer bin nenwaarts naar het Wolfsvelt, dat weder is verwoest maar zijn naam is overgebracht geworden op een hofstede aan de Delfweg bij de Ruygenhoek in de tegenwoordige ge meente Noordwijkerhout, welke hofstede, helaas, daags voor Allerheiligen 1916, als slot van het Lugterdrama, een prooi der vlammen werd. Zoo blijft ons „luchtkasteel" bij 't element van water, lucht en vuur alleen bekend. In de historie der Middeleeuwse onlusten wordt het Huis ter Lugt niet genoemd. Het zal vermoedelijk gediend hebben tot duin jachtslot van heer Frank van Borselen en de heeren van Nijenrode"en tevens gelegen heid geboden hebben tot 't houden van rechtsdagen, aangezien „ter Lucht" hooge, middelbare en lage jurisdictie bezat". Tot zover de heer Kloos. Hieruit blijkt dat het „Huis ter Lugt" dat aan zee stond, daar al in de 15e eeuw stond. De mogelijkheid is daardoor niet uit gesloten dat de bouw nog vroeger geda teerd moet worden. Uit onze naspeuringen is opnieuw geble ken dat de plek waar dit huis gestaan heeft in vroeger eeuwen niet zo verlaten is ge weest als nu. In elk geval moet er een be hoorlijke toegangsweg zijn geweest, beter dan nu het laatste deel Van de Schulpweg, dat vrij onbegaanbaar is. In de 14e, 15e, 16e, 17e en zelfs 18e eeuw moet dit duingebied vruchtbaar zijn ge weest. Er stonden verscheidene boerderijen. Bovendien stond in het nabijgelegen Lan ghevelt een kapel, die al in het begin der 13e eeuw is gesticht. Die kapel werd be zocht door de bewoners van het Langhevelt en ook de bewoners en omwonenden van het Huis ter Lugt. ADVERTENTIE AMSTERDAMS CHS RIJTUIG MJJ. Voor het laatst: Over honden en katten Nog steeds ontvangen wij brieven van lezers over honden en katten, hanen en kippen. Pro en contra. Wij kunnen natuur lijk niet blijven doorgaan met plaatsing. Bovendien raken de argumenten uitgeput. Daarom heden voor het laatst nog een korte bloemlezing. De heer L. wijst er op, dat in Amsterdam het houden van hanen al sedert jaren ver boden is. Hij meent dat dit is gedaan ter wille van hoofdarbeiders en onderwijzers aan welke categorie de meeste langdurige verloven moeten worden gegeven tot her stel van gezondheid. Die mensen moeten met open ramen kunnen slapen en niet on tijdig gewekt worden door kraaiende hanen. Een voetganger mag het trottoir niet verontreinigen. (In Chicago gaat men zelfs zo ver dat voetgangers niet op het trottoir mogen spuwen). Dan moet men dit ook niet toestaan aan honden. Eigenaars van hon den moeten daarom vex-plicht worden de dieren langs de trottoirs te leiden, opdat enkel de goten gereinigd behoeven te wor den en de voetgangers niet de kans lopen bij avond met vuile schoenen thuis te ko men. Honden aan de lijn betekent boven dien: geen vechtpartijen van viervoeters, geen aanblaffen van fietsers en geen be schadigde plantsoenen. Ik beken zo schrijft de heer H. dat ik geen dierenvriend ben, hoewel ik mij kan indenken „dat er mensen zijn die hun troost bij deze schepsels zoeken". Hij meent dat mensen die hun hond een goed hart toedragen, hem steeds aan de lijn zullen uitlaten om te vooi-komen dat anderen last van hem hebben. (Dit standpunt is door verschillende schrijvers van brieven die wij reeds geplaatst hebben bestreden. Zij menen dat ook een hond aanspraak mag maken op bewegingsvrijheid. red. H. D.) Voorts schrijft de heer H.: De loslopende honden zijn de oorzaak van de verontrei nigde straten. Die dieren worden zonder toezicht door de eigenaars de straat opge jaagd en veelal wordt ook vergeten ze weer binnen te laten. Soms blijven ze wel een gehele nacht op straat, tot ergernis der buren. Om de overlast tegen te gaan wil de heer H. de belasting op honden verhogen. De echte dierenvriend zal dit offer wel willen brengen, maar de overigen zullen tot af schaffen besluiten. Verder wil hij een „ophok"-gebod voor katten in de maanden Februari, Maart en April. Plus een belasting als op honden. Als dan de gemeente bovéndien nog een snelwerkend vergif beschikbaar stelt voor honden en katten, zal de plaag weldra uit de wereld zijn. Ongetwijfeld zullen alle dierenvrienden tegen deze suggesties ernstige bezwaren hebben. Ook vele mensen met smalle beur zen houden een hond of kat. Er zou in vele gezinnen leed gebracht worden als ter wille van de belasting een hond of kat zou moeten worden afgemaakt. Ook al zou dit pijnloos geschieden. Het is wel opvallend dat geen enkele andere briefschrijver het denkbeeld geopperd heeft de honden belasting te verhogen. De algemene opinie is trouwens dat die nu hoog genoeg is. En zo vragen wij ons af: hoe wil de heer H. de katten in huis houden? Geen kat is te leren aan een lijn te worden uitgelaten. Tenslotte een brief van de heer T. Hij vraagt aan de mensen die het houden van katten willen bemoeilijken: Men mag blij zijn dat er katten zijn, want wie zou anders de muizen vangen? Vergelijkingen tussen Haarlem en Nederland Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert gegevens over de loop der be volking in Nederland in het le, 2e en 3e kwartaal van 1950. Er werden in die 9 maanden 192.632 kin- dei'en geboren (waarvan 2851 onwettig). Het geboortecijfer is in de laatste jaren achteruitgegaan, want in de overeenkom stige maanden van 1949 waren het er 199.444 (3190 onwettig) en van 1948 209.333 (3508 onwettig). Zoals men zich herinneren zal is het geboortecijfer in de jaren onmid dellijk op de oorlog volgend buitengewoon hoog geweest. Nu is weer het vooroorlogse peil bereikt. Het aantal huwelijken is ook verminderd. Het aantal over het le, 2e en 3e kwartaal was: 1948: 74.533, 1949: 69793 en 1950: 65.355. Ongetwijfeld doet het tekort aan woonruimte zich hierbij gelden. De cijfers over sterfte in de 9 maanden zijn: 1948: 58833, 1949: 67.628, 1950: 61824. Daaronder waren per 10.000 inwoners die stierven aan t.b.c. der ademhalingsorganen, in 1948: 2,1, in 1949: 1.9 en in 1950 1,4. Daaruit blijkt dat het aantal sterfgeval len aan t.b.c. nog steeds dalend is, maar daartegenover staat dat er nog steeds in het gehele land een vermeerdering van het aantal ziektegevallen aan t.b.c. wordt ge constateerd. Wij hebben een vergelijking gemaakt tussen de cijfers over de 9 maanden van 1950 die voor Nederland gelden en voor Haarlem afzonderlijk zijn vastgesteld. Deze cijfers zijn gebaseerd op 1000 inwoners. Nederland Haarlem Geboren 22,9 20,1 Overleden7,4 7,7 Huwelijken 8,2 7,4 Het geboortecijfer in Haarlem is dus on der het gemiddelde voor Nederland. Dit is een gevolg van het feit dat in enkele stre ken van het land in verhouding meer ge zinnen met veel kinderen gevonden wor den. Het geboortecijfer was in Haarlem in 1947: 25,5, in 1948: 22,7, in 1949: 20,9. Het sterftecijfer is in Haarlem ook iets hoger. Dit feit vindt zijn verklaring in de omstandigheid dat in verhouding in Haar lem vrij veel bejaarden wonen. Over de afgelopen jaren waren de sterfte cijfers in Haarlem: 1947: 8,6. 1948: 7,8, iy4y: 8,7. Beverwijkse tuinders moeten „omschakelen" Tijdens de gisteren gehouden begrotings zitting van de Beverwijkse vroedschap heeft burgemeester mr. H. J. J. Scholtens gezegd dat de nieuwe structuur van de gemeente Beverwijk in het kader der in dustrialisatie van Noordholland benoorden het IJ vereist, dat de tuinders in deze om geving zich psychologisch gaan instellen op een andere broodwinning en een andere bestemming op den duur: „Onze taak is plotseling eveneens een geheel andere ge worden en de toekomst van onze jeugd is de industriële richting". Mr. Scholtens meende deze kwestie nog eens duidelijk te moeten stellen om de ombuiging naar an dere mogelijkheden tijdig voor te bereiden. Spaans danspaar in Haarlem Het Spaanse danspaar Audeoud en José Udeata, dat reeds met veel succes in tal rijke hoofdsteden van Europa is opge treden, begint op 28 December een tournée door ons land. Er worden ongeveer dertig voorstellingen gegeven. In de Haarlemse Schouwburg komt het ensemble, dat be halve de genoemde dansers bestaat uit de Spaanse guitarist Paco Hernandez en de concertpianist Frederico Quevedo, op 30 December. ADVERTENTIE Kerst- en Nieuwjaarsgeschenken R.ICHE foto art 169 GROTE HOUTSTRAAT TEL. 13472 Rick en Bunkie waren erg ontdaan over hun onverwachte luchtreisHoog boven de bomen zweefde hun ballon voort. De Kabouters konden ze al spoedig niet meer tien; het windje dreef de ballon met 'n vaart over het bos heen. „Nou.dat is ook wat moois!" zei Rick. Hoe moeten we nu weer op de grond komen?" „Ik vind het helemaal niet leuk!" vond Bunkie. „We gaan zo hoog.... en het is toch gevaarlijk ookdenk je niet?" Misschien weliJc weet het niet", zei Rick. „We moeten maar afwachten, hoe 't afloopt. Maar ik ben bang, dat we een heel eind van huis komen op die manier!' Ze keken over de rand van het mandje. Onder hen waren de bomen van het bos, en ze zweefden ook over grote heidevelden. „Vervelend, dat we er niet kunnen dalen!" vond Rick. Dat er in Haarlem in verhouding minder huwelijken worden gesloten dan elders wijst wel op de grote woningnood die hier heerst. Dat de zorg voor de volksgezondheid in Haarlem zeer goed is, blijkt uit het feit dat op de 1000 kinderen die geboren werden, er in Nederland 25,1 beneden het jaar stier ven, terwijl dit cijfer voor Haarlem slechts 20,5 is. Ter verduidelijking tekenen wij hierbij aan dat de cijfers der geboorte, sterfte en huwelijk berekend worden over het gemid delde aantal inwoners in een periode. Op 31 December waren er in Haarlem 161.980 in woners, op 30 September 1950 163.525. Het gemiddelde is dus 162,252. In die 9 maanden werden in Haarlem 2445 kinderen geboren, terwijl het aantal sterfgevallen 939 was. Nog geen beslissing over stichting Costuummuseum Nadat gedurende bijna anderhalf uur met gesloten deuren was vergaderd, heeft de Haagse gemeenteraad Maandagmiddag in openbare vergadering uitvoerig gespro ken over het voorstel van B. en W. tot aan koop van de costuumcollectie Cruys Voorbergh en daarmede samenhangende regelingen. Deze verzameling bestaat uit 120 complete costuums, meer dan 600 losse onderdelen, 350 bijoux en gou den of zilveren voorwerpen en ruim 300 paren schoenen, parasols en andere acces soires, in stijl behorend bij de historische klederdrachten uit verschillende tijdperken. De waarde dezer collectie is geschat op 65.000,Het Rijk zou voor deze aankoop een bedrag van 22.000,beschikbaar stellen, zodat ongeveer ƒ43.000,voor rekening der gemeente 's-Gravenhage komt. Het Prins Bernhard-fonds heeft zich bereid verklaard 1.500,beschik baar te stellen voor een aantal shows in verschillende gemeenten in Nederland en het Anjerfonds 's-Gravenhage heeft een gelijk bedrag toegezegd voor aankopen en verdere steun aan het costuummuseum. De raad is nog niet tot een beslissing gekomen. Tegen het einde der middag vergadering is met 28 tegen 13 stem men overeenkomstig een voorstel van de heer Dettmeijer (VVD) besloten het voorstel aan te houden. De heer Veldhoen (CH) vond het niet ver antwoord thans een dergelijke uitgave te doen, een mening welke door jhr. mr. Van Asch van Wijck (AR) werd gedeeld. Ook de heer Dinkhuijsen (KVP) verklaarde, dat de financiële consequenties het niet mogelijk maakten voor te stemmen. Afgevaardigden van de Partij van de Arbeid echter hielden een pleidooi voor het voorstel. De heer Dettmeijer vroeg zich af of het met het oog op het begrotingstekort ver antwoord is over te gaan tot de aankoop. Opmerkend dat er in de textielindustrie grote belangstelling bestaat voor de col lectie deed hij tenslotte zijn aangenomen voorstel tot aanhouding, omdat de Vak groep kleermakers zich Donderdag wil be raden op het verlenen van financiële steun aan de Haagse plannen. Wethouder Van Zwijndrecht was van oordeel, dat de culturele kant van het voor stel op de voorgrond moet worden gesteld en dat men de kans niet mocht laten voor bijgaan. Burgemeester Schokking was van oor deel, dat men het leven der gemeente niet mag verlammen door begrotingstekorten. Gerepatrieerden Hadden prettige reis met de „Cyrenia" Maandagmiddag arriveerden per trein op de Lloydkade te Rotterdam 668 mili tairen en burgers met gezinsleden uit Indonesië, die de reis van Soerabaja tot Marseille met het Griekse s.s. „Cyrenia" hadden gemaakt. De commanderend officier der troepen, luitenant-kolonel A. G. van Deth, roemde de behandeling aan boord van dit Griekse schip en de houding van de Griekse be manning ten zeerste. In Colombo en Aden was er gelegenheid tot passagieren. In Piraeus had de Neder landse gezant, de heer G. W. Boissevain, een excursie naar Athene met autobussen georganiseerd. Bij de ontscheping in Marseille was een militair muziekkorps uit Toulon aanwezig en kreeg de commandant een Franse offi cier en twee onderofficieren toegevoegd, die de reis tot aan de Frans-Belgische grens meemaakten. Ook de Franse douane was zeer behulpzaam, zodat de treinreis zeer vlot verlopen is. Sport in 't kort VOETBALPROGRAMMA VOOR 7 JA NUARI. Het programma van de Konink lijke Nederlandse Voetbalbond van 17 December, dat door het afgelasten is verval len, wordt gespeeld op Zondag 7 Januari, aldus deelt het bondsbestuur in de Sport kroniek mee. RAYMONDE VERGAÜWEN VERBETERT BELGISCH RECORD. De Belgische zwem ster Raymonde Vergauwen verbeterde te Couillel het Belgisch record op de 100 meter schoolslag. Zij bracht het op haar ns l leuwe Ui tg aven Een eeuw danskunst in Nederland door dr. E. Rebling (Em. Querido's Uitgeversmaatschappij N.V. te Am sterdam) De eerste reactie bij het lezen van dit ongetwijfeld grote lacunes in onze kunst historische kennis aanvullende boek zal ex- één van verbazing zijn. Dr. Rebling heeft namelijk tijd 'en gelegenheid geyonden om allerlei oude almanakken, tijdschriften, kran ten en programmaboekjes op te sporen en door te nemen en aan de hand van dit om vangrijke, voordien grotendeels onbekende materiaal' de ontwikkeling te reconstrueren van de danskunst in Nederland, die rijker aan roem en traditie is geweest dan menig een zal vermoeden. Met voldoening consta teert men dat er eindelijk recht wordt gedaan aan onze grote lyrische ballerina Polly de Heus (begin negentiende eeuw, een voorloopster van de „bovenaardse" Marie Taglioni) en aan de in ieder geval productieve choreograaf A. P. Voitus van Hamme, die van 1828 tot 1868 de scepter in de Amsterdamse schouwburg zwaaide. Om het specifiek nationale karakter te kunnen kenschetsen was het, zoals de schrij ver in zijn voorwoord opmei-kt, nodig op de gang van het ballet in de zeventiende eeuw en op de bloeitijd van 1760 tot 1800 nader in te gaan. Zeker de helft van het boek is hier aan gewijd, zodat men de titel niet al te nauw moet nemen. Voor zijn belangwekken de conclusie dal er in Amsterdam reeds in 1655 of eerder, dus ten minste twintig jaar vroeger dan in Parijs, danseressen op het toneel verschenen, dient men een vollediger bewijs te vergen. Althans zou men wel iets meer willen vernemen over de aax-d van hun verrichtingen. Dr. Rebling vermeldt dat onze eerste toneelspeelster Adriana Noozeman in ieder geval (met haar kunstzusters Elisabeth Kalbergen en Susanna Eekhout en vijf man nen) in 1658 optrad in „Het Juffren Balet". Wetenswaardig zijn vooral ook de talrijke bijzonderheden over de tussen de coulissen geboren pantomimespeler Jan van Weel (ovex-leden in 1818) wiens komische begaafd heid hem een grote populariteit bezorgde als Pierrot in de harlekinades („om wie zelfs de allernaargeestigste Engelsman zou hebben - moeten lachen'" zoals Mohrman in 1875 schreef), doch die tevens uitblonk in drama tische balletten als „De ontmenste wreedaard" of „De vrouwenmoordenaar". Al mag de schrijven dus de hem toeko mende waardering voor zijn met zoveel stof tot overdenking bekroonde speurtocht in het verleden niet onthouden worden, toch moe ten helaas de bezwaren tegen de in het boek gevolgde methode van histox'isch-materialis- tisch onderzoek ovex-heersen. Hij is name lijk geen objectief waarnemer, doch inter preteert de gevonden gegevens te nadrukke lijk volgens een bepaalde maatschappij-leer, die (het kan moeilijk anders) ook op de selectie invloed uitoefende. De consequentie hiervan is onder meer dat hij voortdurend de inhoud belangrijker acht dan de vorm, zelfs uitdrukkelijk stelling neemt tegen „de schone schijn" of de abstractie en tenslotte Florrie Rodrigo (alleen omdat zij een actueel gegeven op tendentieuze wijze tot onderwerp nam) tot de kampioene uitroept der hedendaagse danskunst in Nederland, waarvoor hij trouwens een hernieuwd realisme als enig redmiddel aanbeveelt. Merkwaardig weinig aandacht besteedt dr. Rebling voorts aan de toch van veel invloed geweest zijnde technische evoluties, zoals bijvoorbeeld de vex-betering der belichting. Wij moeten overigens volstaan met op te merken, dat het afkeuring verdient om alles wat niet strookt met de voorkeur van de schrijver af te doen met tex-men als reaction- nair, decadent of burgerlijk en dat tegen stellingen als die tussen „bourgeois" en „citoyen" weinig terzake doen. Over het algemeen is de taal nogal-hou terig en weinig fraai. Een woord als „stax-gage" is wel heel erg cosmopolitisch. Zinnen als „Hij was gedwongen zijn werk te onderbreken totdat hij ovex-leed" of „de stilte die vanzelfsprekend is" zouden gecor rigeerd moeten worden. Ook is het niet juist om te spreken van de „uitvinding" van de pirouette. Tenslotte moeten wij nog een ver moeiend teveel aan feiten constateren D. K. staande oude record van 1 min. 24.6 sec op 1 min. 24.2 sec. NEDERLANDSE KUNSTRIJDERS NAAR DE EUROPESE KAMPIOENSCHAPPEN? Overwogen wordt enkele Nederlandse kunst rijders schaatsenrijden uit te zenden naar de Europese kampioenschappen, welke op 2, 3 en 4 Februari op de kunstijsbaan te Zurich in Zwitserland zullen worden gehouden. In dien de uitzending doorgaat zou het voor de eerste maal zijn, dat Nederlandse kunst rijders aan Europese kampioenschappen deel nemen. KEES BROEKMAN KEERT TERUG BIJ VRIEZEND WEER. Zondag zou Kees Broekman een wedstrijd over 5000 meter rijden, doch door de dooi heeft hij niet op het ijs gestaan. Broekman wil gaarne naar ons land komen- om bij doorgaand vriezend weer aan wedstrijden op de lange baan deel te nemen. Hij was al van plan om de trein naai' Oslo te nemen, doch door het wissel vallige weer lijkt het hem verstandiger meer positieve berichten over vorst en wedstrijden in ons land af te wachten alvorens de reis te ondernemen. Biljarten J. Overdijk kampioen van Haarlem driebanden J. Overdijk van de biljartvereniging „Royal" is in restaurant Brinkmann kam pioen driebanden van het district Haarlem van de Nederlandse Biljartbond geworden. De eindstand luidt: car. brt, h,s. gem. put, J. Overdijk 279 562 5 0.496 12 H. v. d. Broek 266 588 6 0.452 10 J. Lamers 260 584 5 0.445 10 J. v. d. Linden.268 645 4 0.415 10 J. J. Flothuis 242 679 4 0.356 7 C. Schermerhom 241 703 4 0.340 5 C Koch 208 717 5 0.290 2 D. Dollé 181 647 4 0.279 0 FEUILLETON 5) Meer weet ik niet. Als ik op zijn vi-aag mededeel, dat ik bij een krant werk, is het alsof er plots een kleine schrik door zijn walrussenlijf loopt. Helemaal vertrou wen doet hij mij nog niet eti daarom vraagt hij of ik papieren bij me heb. Hij krijgt mijn rijbewijs te zien en een perskaart. Het valse persoonsbewijs, dat ik als curio siteit en als een soort talisman bij me draag. Iaat ik niet zien Mijn Iinkex-buurman, John van Dieren blijkt hij te heten, is pianist in het show orkest van Mirandetta, dat de laatste we ken in Amsterdam speelde. „Opbellen en informeren", beveelt Klink hamer een agent. John lag op bed toen het gebeurde. 'Gisteren had Mirandetta voor hel laatsl in Amsterdam gespeeld, vandaag was het een rustdag en morgen zouden de muzikanten naar Brabant gaan, naar Breda. Daarom lag John vroeg onder de wol. „Dat gereis morgen is zo razend ver moeiend en ik had mijn rust nodig. Waar van ik precies wakker werd, weet ik niet meer, maar ik sprong mijn bed uit en zag beneden dat kapotte glas. Toen ben ik hierheen gekomen". Ik zie in dit verhaal geen enkele aan leiding om nog tot nadere confidenties over te gaan. Klinkhamer heeft door zijn mensen, hij had er heel wat meer dan drie bij zich, dat blijkt nu, de rest van de hótelbewo- ners uit hun bed laten trommelen. Een paar kamermeisjes en een gx-oepje gasten zie ik in de gang staan. De eigenaar zal er ook wel bij zijn. Die ken ik niet. „Ik ga even boven kijken en het beste lijkt me, dat u vóór in het café gaat zitten. Nog effe geduld dan kunt u naar de koets. Nog één vragg, meneer Luch- tenbeld, het spijt me, dat ik het moet vra gen, maar hebt u enige reden om aan iets anders als aan een ongeluk te denken? En was alles pais en vree?" Hij trekt Luchtenbeld wat opzij, maar dempt zijn stem niet genoeg om onverstaanbaar te zijn. Wat Luchtenbeld mompelt, weet ik niet, maar Klinkhamer geeft hem een bemoe digend klapje op de schouder. „Neem me niet kwalijk meneer, natuur lijk is het een slag voor u. Ik kan u slechts sterkte wensen. Die soesa hier hoort er nu eenmaal bij. De soldatenvrijer heeft door de telefoon de zaak wat opgeschroefd, denk ik. Ik kwam hier eigenlijk naar toe met het idee, dat het iets anders als een ongeluk was. Enfin, nog effe boven kijken". HOOFDSTUK III. Ontmoeting aan de Linge. Bij mijn tweede kopje thee zag ik in het ochtendblad dat berichtje over de abnoi-maal grote visvangsten in de Linge bij Gorinchem. Vissen is een motief voor mij om met goed fatsoen aan de oever van een water, helemaal buiten en helemaal alleen te zijn. Ik ben vooral een zomer- visser. Met een oude roeiboot, waarvan het hout rot, tussen het riet van een kolk. Dan komt rust over me. Mijn hoed laat ik dan voorover zakken en ik tuur naar het rode kurkje, dat danst op het water- rhtyhme. Ik denk nergens aan, onderga alleen maar het buitenzijn. Toch kan ik ook die andere manier van vissen waar deren. 's Winters in striemende regen heen en weer lopend langs een sloot. Voortdu rend in beweging en in spanning en dan als climax, als beloning voor de verkleum de handen en de drup aan je neus van de kou, het gevecht met de snoek. Éérlijk, zo lang hij nog in zijn element is en kans krijgt je hele tuig aan flarden te sleuren, wrééd, en voor mij altijd weer een des illusie, als hij machteloos slaand in het gras ligt met de klem in de bek. Vissers- trots op zo'n ogenblik ken ik niet. Daar op de Linge hadden ze de laatste weken geen snoeken, maar heel veel voorn ge vangen. Ik was in een genoeglijke stem ming. Alles zag er weer zo rustig en pret tig uit in het eetzaaltje. Het was moeilijk te geloven, dat hier gisteravond, nauwe lijks negen uur geleden, zo'n dramatische chaos geheerst had. Het gat in het glazen dak was met carton afgesloten, de scher ven opgeruimd en het lichaam natuurlijk opgehaald. Er zat nog een jong stelletje te ontbijten, maar verder was er niemand. De kellner. die ons bediende, had ik gis teren niet gezien. Met een luie, absente tevredenheid had ik de vier dunne, bruine sneetjes brood opgehapt. Aan verdere plannen dacht ik toen niet, wilde ik niet denken. Toch was dit eigen lijk huichelarij. Natuurlijk had ik geen rust innerlijk. Die woorden van Luchten beld waren gemeend, er schuilde werkelijk gevaar achter zijn bedreiging. Wanneer ik wist, dat die pianist te vertrouwen was, zou ik met hem de zaak eens overleggen. Hij had het tenslotte toch ook gehoox'd. Maar ik weet niet wat ik aan hem heb. Het is beroerd, dat je je als journalist haast niet los kunt maken van je beroep, van je krant, van de copie, van alles wat ook maar even naar nieuws ruikt. Ook in je vacantie lukt dat nog niet. Gorinchem Dit jaar een enorm visjaar. In het gasten boek had ik die naam ook zien slaan, ach ter de regel van mevrouw Luchtenbeld- de Ruiter. Zij woonde daar en hij uiteraard ook. Ik speelde toneel voor mezelf. Ik wist op dat ogenblik al voor honderd procent zeker, dat ik naar Gorinchem zou gaan, om eens te kijken wat die Luchtenbeld daar deed. Misschien was er een levens- verzekeringskwestie, misschien een vrien dinnetje. In zo'n kleine stad kennen ze elkaar met al hun fouten en ook een enkel maal kennen ze de goede dingen. Ik wist, dat ik gaan zou, maar ik deed alsof het besluit daartoe langzaam moest rijpen. Dat berichtje in het ochtendblad over die vis serij in de Linge was belangrijk. Vissen is immers een van mijn liefhebbei'ijen. Ik zou vistuig kopen en een fiets huren en dan overdag aan de kant gaan zitten van de smalle schilderachtige Linge en ner gens aan denken. Later naar Limburg. Dat kan altijd nog. 's Avonds zou ik, en pas sant, eens kunnen nagaan wat er met Luchtenbeld aan de hand was. Zo peinsde ik vanochtend aan het ontbijt. Laat ik eerlijk zijn'; cle pittoreske Linge, de vele voorns, eventuele copie, om al deze dingen ga ik straks niet naar de kleine stad aan de Merwede. De reden is eenvoudig, dat mijn geweten, als ik het zo eens plechtig mag noemen, me niet met rust laat. Waren die tranen van Luchten beld echt? Hielden zijn dreigende woorden geen enkel verband met de val in de lucht koker? Dat is wat ik weten wil. Tegenover me, aan de andere kant van het Gorinchemse „Dampleintje", is het stadhuis, een groot Vierkant blok steen, grijs bepleisterd. Het politiebureau zal er ook gehuisvest zijn, er lopen voortdurend agenten in en uit. Het is een goede na zomerdag, een blauwe lucht, een tikje wazig al, en prettig warm, niet te druk kend. Door het opengeschoven raam schijnt de zon in mijn gezicht. Ondanks de kermis had het „Centrum"-hötel nog kamers vrij. Een uur geleden kwam de trein het kleine station binnenschuiven. De roezemoezige drukte van een kermis-in-opbouw aan de voet van de robuste toren deed me, met het vermoeden een negatief antwoord te zullen ontvangen, dit hotelletje binnen gaan. Het viel mee en gelukkig houden ze er hier geen luchtkoker op na. Voor lopig heb ik daar mijn bekomst van. Mor gen zal het feest beginnen. Aan de half voltooide bouwsels en de hout-skeletten probeer ik af te leiden wat er voor attrac ties op het pleintje zullen verrijzen. Waar schijnlijk meest kleine tentjes met nougat, geëlectriseerde en dikke dames, vlooien, bombardementsvliegtuigjes en waax-zeg- gers. De machtiger evenementen staan op het andere stuk markt, aan de achterkant van het stadhuis. Toch komen er ook hier nog twee eenvoudige draaimolens. De dikke middenpalen en de grote bovenrin- gen laten geen twijfel. Hopelijk hebben hun orgels een niet al te dreunend en doordringend geluid Ik ben niet hierheen gekomen om tot laat in de nacht kermis te voeren en het nachtleven van dit pro vinciestadje te leren kennen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 6