ivj n -x
Het Lugterdrama
Taxi? Bel 1.2.3.4.5
Huwelijken, geboorte en sterfte
Dinsdag 19 December 1950
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant
Een oude kaart die vragen opwerpt over een
„Huis ter Lugt" dat in Noordwijk pal aan zee stond
Op de plek waar in 1647 een ruïne van het ..Huis ter Lugt" gevonden werd staan
nu Duitse bunkers.
Op het archief van het hoogheemraad
schap „Rijnland" in Leiden vonden wij een
kaart van Kennemerland die in 1647 ge
maakt is. Dus meer dan 3 eeuwen geleden.
Het viel ons op dat daarop ongeveer 8
K.M. ten Zuiden van Zandvoort vlak aan
Zee een ruïne is getekend van het „Huis
ter Lugt" (later bleek ons dat anderen de
naam met een ch schreven). Dit maakte
ons nieuwsgierig omdat wij te voren van
dit huis niets gelezen hadden. Bovendien
rees de vraag: is van die ruïne nog iets
overgebleven?
Een geoloog, die wij naar zijn mening
vroegen, wees er op dat de kust van Hol
land in de loop der eeuwen op verscheidene
punten gewijzigd is. Onze tegenwoordige
jonge duinen zijn vermoedelijk in de jaren
400800 ontstaan. De oude duinen, die veel
lager waren, zijn toen ondergestoven en
wel in zo'n mate, dat er vrij hoge zandheu
vels ontstonden. Zeker is dat na de vor
ming dezer jonge duinen aan de kust grote
stukken zijn weggeslagen, waarmee een
verplaatsing van de kustlijn gepaard is ge
gaan. Katwijk had eertijds een versterking
aan zee. (Tot voor kort werd aangenomen
dat de „Brittenburch" door de Romeinen
gebouwd was. maar de laatste onderzoekin
gen tonen met vrij grote zekerheid aan. dat
zij door de Franken werd gemaakt die het
land wilden verdedigen tegen de Noor
mannen). De resten van de „Brittenburch"
liggen nu onder ae zeespiegel. In de 17e
eeuw zijn zij bij zeer laag water nog eens
te zien geweest. Maar, zo vervolgde onze
zégsman. er zijn aanwijzingen dat de dui
nen in de omgeving van Noordwijk en
Zandvoort minder afgenomen zijn. De dui
nen in de omgeving van Zandvoort en
Noordwijk groeien in de laatste tijd zelfs
weer aan.
Het is dus aan de hand van de kaart niet
vast te stellen waar in 1647 de ruïne van-
het „Huis ter Lugt" stond. Wel is het zeker
dat het was enige honderden meters ten
Noorden van het punt waar de. Schulpweg
onder Noordwijk aan Zee komt, dus onge
veer bij mijlpaal 73.
Wij hebben in deze duinen, die tot de
rijksdomeinen behoren, een vluchtig onder
zoek ingesteld, al leek de kans dat er na
meer dan 3 eeuwen nog iets van de ruïne
te vinden zou zijn, heel klein. Een wande
ling in dit gebied toonde dadelijk aan, dat
zelfs graven in dit duingebied niets meer
kan opleveren, want overal stuit men hier
op erfenissen van de Duitsers. Die meenden
blijkbaar dat deze plek van buitengewone
ADVERTENTIE
Neem een doos echte
VOORKOMING VAN GRIEP
Burgerlijke stand van Haarlem
HAARLEM, 18 December 1950
GEHUWD: H. Rudelsheim en E. A. Nan-
ninga (herplaatsing wegens misstelling!
BEVALLEN van een Zoon: 15 Dec.. J. H.
R. Oolders—Janse; J J. F. Hoenderdos—
Wijkhulse; 16 Dec.. M Poelmande Vries;
D. M. ExVerschie: 17 Dec., M. A. A. Meerts
Scholtens; C. C. de Vriesvan der Kamp;
M. J. WeltevredenHogeweij; M. B. van den
BronkWeijman;i 18 Dec., M. PrinsRoest.
BEVALLEN van een dochter: 14 Dec.. M.
M. StutSchrama; 15 Dec.. M. H. Pardon
van der Kroft; 16 Dec.. B. C. Oomen—Maas;
17 Dec.. N. SehrKramer; H. M. van den
HaakPeschar; A. J. MauritsKemp: M. C.
van den Brink—van der Heide; M. Wouda—
Zandbergen; 18 Dec., M. Dikkesvan der
Duijn.
OVERLEDEN: 15 Dec.. N. Bakker, 63 j.,
Gen. de Wetstraat; N. Noordzij, 54 j., Gast-
huisvest; A. van der PloegKamper, 40 j
I-lazepaterslaan; H. W. Duyvendak, 57 j.,
Hazepaterslaan; 16 Dec., A. Vissers, 48 j.,
Kloosterstraat; M. A. J. Penn, 84 j„ Wilhel-
minastraat; A. C. van den Berg. 66 j., Plein;
C. J. Lomerse—van der Paal, 60 j., Hazepa
terslaan; 17 Dec.. C. P. L. Smit, 13 d., Kam
perlaan: A. J. van Galenvan Wieringen, 76
j., Noordertuindorplaan.
betekenis was voor de Westwal. Zij hebben
hier verscheidene zware bunkers gebouwd
en die bovendien door ondergrondse gangen
verbonden. Overal waar men een peilijzer
in de grond zou steken, stuit men op iets
hards, maar dat is dan niet een restant van
het „Huis ter Lugt", maar van de Westwal
der Duitsers.
Wij ontmoetten een bejaard man die in
zijn jonge jaren in deze duinen jachtopzie
ner is geweest. Hij kent dus het gebied als
geen ander. Met stelligheid verzekerde hij
dat 50 jaar geleden niets meer van de ruïne
te zien was, hetgeen natuurlijk niet de mo
gelijkheid uitsluit, dat zij toch onder het
zand verborgen ligt.
Een onderzoek op het raadhuis in Noord
wijk leverde niets op, want in het ge
meente-archief is geen enkel stuk over
het „Huis ter Lugt". Het eigenaardige is,
dat er ook op het archief van „Rijnland"
niets over te vinden is. Dit archief loopt tot
1200. Alle aanvragen van eigenaars van on
roerend goed moesten voor elke ingrijpen
de verbouwing toestemming van „Rijn
land" hebben. Het gebied waar het „Huis
ter Lugt" stond viel ook. onder het opzicht
van „Rijnland", dat immers belast was met
het toezicht op de duinen.
J. Kloos. die een dik boek schreef over
„Noordwijk in de loop der eeuwen" vertelt
iets over het „Huis ter Lugt".
„Ter Lugt" was een hoge heerlijkheid be
noorden Noortigerhout, bevattende de dui
nen aldaar, Starrenbronck, het Wolfsvelt
en het Haechsvelt tot aan het gebied van
Brederode (de tegenwoordige grens van
Noord- en Zuidholland). Voor het eerst is
die in leen gegeven 10 September 1449 door
graaf Filips I van Bourgcndië aan Franck
van Borsselen, graaf van Oistervant en Op
perhoutvester van Hollandt, van 1433 tot
1437 gehuwd geweest met gravin Jacoba
van Beieren.
„Wijders ging de heerlijkheid over op
Franks zuster, Alienora, gehuwd met Ghys-
brecht van Nyenroede en van deze gelijk
tijdig op alle heeren en jonckvrouwen van
Langhevelt.
Het „Huys ter Lugt" der 15e eeuw stond
in de duinen nabij het strand. Door af
vloeiing der duinen ten prooi der Noordzee
geworden, schijnt er later een ander
„Lugterhuis" gebouwd te zijn, meer bin
nenwaarts naar het Wolfsvelt, dat weder is
verwoest maar zijn naam is overgebracht
geworden op een hofstede aan de Delfweg
bij de Ruygenhoek in de tegenwoordige ge
meente Noordwijkerhout, welke hofstede,
helaas, daags voor Allerheiligen 1916, als
slot van het Lugterdrama, een prooi der
vlammen werd.
Zoo blijft ons „luchtkasteel" bij 't element
van water, lucht en vuur alleen bekend.
In de historie der Middeleeuwse onlusten
wordt het Huis ter Lugt niet genoemd. Het
zal vermoedelijk gediend hebben tot duin
jachtslot van heer Frank van Borselen en
de heeren van Nijenrode"en tevens gelegen
heid geboden hebben tot 't houden van
rechtsdagen, aangezien „ter Lucht" hooge,
middelbare en lage jurisdictie bezat".
Tot zover de heer Kloos.
Hieruit blijkt dat het „Huis ter Lugt"
dat aan zee stond, daar al in de 15e eeuw
stond. De mogelijkheid is daardoor niet uit
gesloten dat de bouw nog vroeger geda
teerd moet worden.
Uit onze naspeuringen is opnieuw geble
ken dat de plek waar dit huis gestaan heeft
in vroeger eeuwen niet zo verlaten is ge
weest als nu. In elk geval moet er een be
hoorlijke toegangsweg zijn geweest, beter
dan nu het laatste deel Van de Schulpweg,
dat vrij onbegaanbaar is.
In de 14e, 15e, 16e, 17e en zelfs 18e eeuw
moet dit duingebied vruchtbaar zijn ge
weest. Er stonden verscheidene boerderijen.
Bovendien stond in het nabijgelegen Lan
ghevelt een kapel, die al in het begin der
13e eeuw is gesticht. Die kapel werd be
zocht door de bewoners van het Langhevelt
en ook de bewoners en omwonenden van
het Huis ter Lugt.
ADVERTENTIE
AMSTERDAMS CHS RIJTUIG MJJ.
Voor het laatst:
Over honden en katten
Nog steeds ontvangen wij brieven van
lezers over honden en katten, hanen en
kippen. Pro en contra. Wij kunnen natuur
lijk niet blijven doorgaan met plaatsing.
Bovendien raken de argumenten uitgeput.
Daarom heden voor het laatst nog een
korte bloemlezing.
De heer L. wijst er op, dat in Amsterdam
het houden van hanen al sedert jaren ver
boden is. Hij meent dat dit is gedaan ter
wille van hoofdarbeiders en onderwijzers
aan welke categorie de meeste langdurige
verloven moeten worden gegeven tot her
stel van gezondheid. Die mensen moeten
met open ramen kunnen slapen en niet on
tijdig gewekt worden door kraaiende
hanen.
Een voetganger mag het trottoir niet
verontreinigen. (In Chicago gaat men zelfs
zo ver dat voetgangers niet op het trottoir
mogen spuwen). Dan moet men dit ook niet
toestaan aan honden. Eigenaars van hon
den moeten daarom vex-plicht worden de
dieren langs de trottoirs te leiden, opdat
enkel de goten gereinigd behoeven te wor
den en de voetgangers niet de kans lopen
bij avond met vuile schoenen thuis te ko
men. Honden aan de lijn betekent boven
dien: geen vechtpartijen van viervoeters,
geen aanblaffen van fietsers en geen be
schadigde plantsoenen.
Ik beken zo schrijft de heer H. dat
ik geen dierenvriend ben, hoewel ik mij
kan indenken „dat er mensen zijn die hun
troost bij deze schepsels zoeken". Hij meent
dat mensen die hun hond een goed hart
toedragen, hem steeds aan de lijn zullen
uitlaten om te vooi-komen dat anderen last
van hem hebben. (Dit standpunt is door
verschillende schrijvers van brieven die
wij reeds geplaatst hebben bestreden. Zij
menen dat ook een hond aanspraak mag
maken op bewegingsvrijheid. red. H. D.)
Voorts schrijft de heer H.: De loslopende
honden zijn de oorzaak van de verontrei
nigde straten. Die dieren worden zonder
toezicht door de eigenaars de straat opge
jaagd en veelal wordt ook vergeten ze
weer binnen te laten. Soms blijven ze wel
een gehele nacht op straat, tot ergernis der
buren.
Om de overlast tegen te gaan wil de heer
H. de belasting op honden verhogen. De
echte dierenvriend zal dit offer wel willen
brengen, maar de overigen zullen tot af
schaffen besluiten.
Verder wil hij een „ophok"-gebod voor
katten in de maanden Februari, Maart en
April. Plus een belasting als op honden.
Als dan de gemeente bovéndien nog een
snelwerkend vergif beschikbaar stelt voor
honden en katten, zal de plaag weldra uit
de wereld zijn.
Ongetwijfeld zullen alle dierenvrienden
tegen deze suggesties ernstige bezwaren
hebben. Ook vele mensen met smalle beur
zen houden een hond of kat. Er zou in vele
gezinnen leed gebracht worden als ter
wille van de belasting een hond of kat zou
moeten worden afgemaakt. Ook al zou dit
pijnloos geschieden. Het is wel opvallend
dat geen enkele andere briefschrijver het
denkbeeld geopperd heeft de honden
belasting te verhogen. De algemene opinie
is trouwens dat die nu hoog genoeg is. En
zo vragen wij ons af: hoe wil de heer H.
de katten in huis houden? Geen kat is te
leren aan een lijn te worden uitgelaten.
Tenslotte een brief van de heer T. Hij
vraagt aan de mensen die het houden van
katten willen bemoeilijken: Men mag blij
zijn dat er katten zijn, want wie zou anders
de muizen vangen?
Vergelijkingen tussen Haarlem en Nederland
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
publiceert gegevens over de loop der be
volking in Nederland in het le, 2e en 3e
kwartaal van 1950.
Er werden in die 9 maanden 192.632 kin-
dei'en geboren (waarvan 2851 onwettig).
Het geboortecijfer is in de laatste jaren
achteruitgegaan, want in de overeenkom
stige maanden van 1949 waren het er
199.444 (3190 onwettig) en van 1948 209.333
(3508 onwettig). Zoals men zich herinneren
zal is het geboortecijfer in de jaren onmid
dellijk op de oorlog volgend buitengewoon
hoog geweest. Nu is weer het vooroorlogse
peil bereikt.
Het aantal huwelijken is ook verminderd.
Het aantal over het le, 2e en 3e kwartaal
was: 1948: 74.533, 1949: 69793 en 1950:
65.355. Ongetwijfeld doet het tekort aan
woonruimte zich hierbij gelden.
De cijfers over sterfte in de 9 maanden
zijn: 1948: 58833, 1949: 67.628, 1950: 61824.
Daaronder waren per 10.000 inwoners die
stierven aan t.b.c. der ademhalingsorganen,
in 1948: 2,1, in 1949: 1.9 en in 1950 1,4.
Daaruit blijkt dat het aantal sterfgeval
len aan t.b.c. nog steeds dalend is, maar
daartegenover staat dat er nog steeds in
het gehele land een vermeerdering van het
aantal ziektegevallen aan t.b.c. wordt ge
constateerd.
Wij hebben een vergelijking gemaakt
tussen de cijfers over de 9 maanden van
1950 die voor Nederland gelden en voor
Haarlem afzonderlijk zijn vastgesteld. Deze
cijfers zijn gebaseerd op 1000 inwoners.
Nederland Haarlem
Geboren 22,9 20,1
Overleden7,4 7,7
Huwelijken 8,2 7,4
Het geboortecijfer in Haarlem is dus on
der het gemiddelde voor Nederland. Dit is
een gevolg van het feit dat in enkele stre
ken van het land in verhouding meer ge
zinnen met veel kinderen gevonden wor
den. Het geboortecijfer was in Haarlem in
1947: 25,5, in 1948: 22,7, in 1949: 20,9.
Het sterftecijfer is in Haarlem ook iets
hoger. Dit feit vindt zijn verklaring in de
omstandigheid dat in verhouding in Haar
lem vrij veel bejaarden wonen.
Over de afgelopen jaren waren de sterfte
cijfers in Haarlem: 1947: 8,6. 1948: 7,8,
iy4y: 8,7.
Beverwijkse tuinders moeten
„omschakelen"
Tijdens de gisteren gehouden begrotings
zitting van de Beverwijkse vroedschap
heeft burgemeester mr. H. J. J. Scholtens
gezegd dat de nieuwe structuur van de
gemeente Beverwijk in het kader der in
dustrialisatie van Noordholland benoorden
het IJ vereist, dat de tuinders in deze om
geving zich psychologisch gaan instellen op
een andere broodwinning en een andere
bestemming op den duur: „Onze taak is
plotseling eveneens een geheel andere ge
worden en de toekomst van onze jeugd is
de industriële richting". Mr. Scholtens
meende deze kwestie nog eens duidelijk te
moeten stellen om de ombuiging naar an
dere mogelijkheden tijdig voor te bereiden.
Spaans danspaar in Haarlem
Het Spaanse danspaar Audeoud en José
Udeata, dat reeds met veel succes in tal
rijke hoofdsteden van Europa is opge
treden, begint op 28 December een tournée
door ons land. Er worden ongeveer dertig
voorstellingen gegeven. In de Haarlemse
Schouwburg komt het ensemble, dat be
halve de genoemde dansers bestaat uit de
Spaanse guitarist Paco Hernandez en de
concertpianist Frederico Quevedo, op 30
December.
ADVERTENTIE
Kerst- en Nieuwjaarsgeschenken
R.ICHE foto art
169 GROTE HOUTSTRAAT
TEL. 13472
Rick en Bunkie waren erg ontdaan over hun onverwachte luchtreisHoog boven
de bomen zweefde hun ballon voort. De Kabouters konden ze al spoedig niet meer
tien; het windje dreef de ballon met 'n vaart over het bos heen.
„Nou.dat is ook wat moois!" zei Rick. Hoe moeten we nu weer op de grond
komen?"
„Ik vind het helemaal niet leuk!" vond Bunkie. „We gaan zo hoog.... en het is
toch gevaarlijk ookdenk je niet?"
Misschien weliJc weet het niet", zei Rick. „We moeten maar afwachten, hoe 't
afloopt. Maar ik ben bang, dat we een heel eind van huis komen op die manier!'
Ze keken over de rand van het mandje. Onder hen waren de bomen van het bos, en
ze zweefden ook over grote heidevelden.
„Vervelend, dat we er niet kunnen dalen!" vond Rick.
Dat er in Haarlem in verhouding minder
huwelijken worden gesloten dan elders
wijst wel op de grote woningnood die hier
heerst.
Dat de zorg voor de volksgezondheid in
Haarlem zeer goed is, blijkt uit het feit dat
op de 1000 kinderen die geboren werden, er
in Nederland 25,1 beneden het jaar stier
ven, terwijl dit cijfer voor Haarlem slechts
20,5 is.
Ter verduidelijking tekenen wij hierbij
aan dat de cijfers der geboorte, sterfte en
huwelijk berekend worden over het gemid
delde aantal inwoners in een periode. Op 31
December waren er in Haarlem 161.980 in
woners, op 30 September 1950 163.525. Het
gemiddelde is dus 162,252.
In die 9 maanden werden in Haarlem
2445 kinderen geboren, terwijl het aantal
sterfgevallen 939 was.
Nog geen beslissing over
stichting Costuummuseum
Nadat gedurende bijna anderhalf uur
met gesloten deuren was vergaderd, heeft
de Haagse gemeenteraad Maandagmiddag
in openbare vergadering uitvoerig gespro
ken over het voorstel van B. en W. tot aan
koop van de costuumcollectie Cruys
Voorbergh en daarmede samenhangende
regelingen. Deze verzameling bestaat uit
120 complete costuums, meer dan 600
losse onderdelen, 350 bijoux en gou
den of zilveren voorwerpen en ruim 300
paren schoenen, parasols en andere acces
soires, in stijl behorend bij de historische
klederdrachten uit verschillende tijdperken.
De waarde dezer collectie is geschat op
65.000,Het Rijk zou voor deze aankoop
een bedrag van 22.000,beschikbaar
stellen, zodat ongeveer ƒ43.000,voor
rekening der gemeente 's-Gravenhage
komt. Het Prins Bernhard-fonds heeft
zich bereid verklaard 1.500,beschik
baar te stellen voor een aantal shows in
verschillende gemeenten in Nederland en
het Anjerfonds 's-Gravenhage heeft een
gelijk bedrag toegezegd voor aankopen en
verdere steun aan het costuummuseum.
De raad is nog niet tot een beslissing
gekomen. Tegen het einde der middag
vergadering is met 28 tegen 13 stem
men overeenkomstig een voorstel van
de heer Dettmeijer (VVD) besloten
het voorstel aan te houden.
De heer Veldhoen (CH) vond het niet ver
antwoord thans een dergelijke uitgave te
doen, een mening welke door jhr. mr. Van
Asch van Wijck (AR) werd gedeeld. Ook
de heer Dinkhuijsen (KVP) verklaarde,
dat de financiële consequenties het niet
mogelijk maakten voor te stemmen.
Afgevaardigden van de Partij van de
Arbeid echter hielden een pleidooi voor
het voorstel.
De heer Dettmeijer vroeg zich af of het
met het oog op het begrotingstekort ver
antwoord is over te gaan tot de aankoop.
Opmerkend dat er in de textielindustrie
grote belangstelling bestaat voor de col
lectie deed hij tenslotte zijn aangenomen
voorstel tot aanhouding, omdat de Vak
groep kleermakers zich Donderdag wil be
raden op het verlenen van financiële steun
aan de Haagse plannen.
Wethouder Van Zwijndrecht was van
oordeel, dat de culturele kant van het voor
stel op de voorgrond moet worden gesteld
en dat men de kans niet mocht laten voor
bijgaan.
Burgemeester Schokking was van oor
deel, dat men het leven der gemeente niet
mag verlammen door begrotingstekorten.
Gerepatrieerden Hadden
prettige reis met de „Cyrenia"
Maandagmiddag arriveerden per trein
op de Lloydkade te Rotterdam 668 mili
tairen en burgers met gezinsleden uit
Indonesië, die de reis van Soerabaja tot
Marseille met het Griekse s.s. „Cyrenia"
hadden gemaakt.
De commanderend officier der troepen,
luitenant-kolonel A. G. van Deth, roemde
de behandeling aan boord van dit Griekse
schip en de houding van de Griekse be
manning ten zeerste.
In Colombo en Aden was er gelegenheid
tot passagieren. In Piraeus had de Neder
landse gezant, de heer G. W. Boissevain,
een excursie naar Athene met autobussen
georganiseerd.
Bij de ontscheping in Marseille was een
militair muziekkorps uit Toulon aanwezig
en kreeg de commandant een Franse offi
cier en twee onderofficieren toegevoegd,
die de reis tot aan de Frans-Belgische
grens meemaakten. Ook de Franse douane
was zeer behulpzaam, zodat de treinreis
zeer vlot verlopen is.
Sport in 't kort
VOETBALPROGRAMMA VOOR 7 JA
NUARI. Het programma van de Konink
lijke Nederlandse Voetbalbond van 17
December, dat door het afgelasten is verval
len, wordt gespeeld op Zondag 7 Januari,
aldus deelt het bondsbestuur in de Sport
kroniek mee.
RAYMONDE VERGAÜWEN VERBETERT
BELGISCH RECORD. De Belgische zwem
ster Raymonde Vergauwen verbeterde te
Couillel het Belgisch record op de 100 meter
schoolslag. Zij bracht het op haar ns
l leuwe
Ui tg
aven
Een eeuw danskunst in Nederland
door dr. E. Rebling (Em. Querido's
Uitgeversmaatschappij N.V. te Am
sterdam)
De eerste reactie bij het lezen van dit
ongetwijfeld grote lacunes in onze kunst
historische kennis aanvullende boek zal ex-
één van verbazing zijn. Dr. Rebling heeft
namelijk tijd 'en gelegenheid geyonden om
allerlei oude almanakken, tijdschriften, kran
ten en programmaboekjes op te sporen en
door te nemen en aan de hand van dit om
vangrijke, voordien grotendeels onbekende
materiaal' de ontwikkeling te reconstrueren
van de danskunst in Nederland, die rijker
aan roem en traditie is geweest dan menig
een zal vermoeden. Met voldoening consta
teert men dat er eindelijk recht wordt
gedaan aan onze grote lyrische ballerina
Polly de Heus (begin negentiende eeuw,
een voorloopster van de „bovenaardse"
Marie Taglioni) en aan de in ieder geval
productieve choreograaf A. P. Voitus van
Hamme, die van 1828 tot 1868 de scepter in
de Amsterdamse schouwburg zwaaide.
Om het specifiek nationale karakter te
kunnen kenschetsen was het, zoals de schrij
ver in zijn voorwoord opmei-kt, nodig op de
gang van het ballet in de zeventiende eeuw
en op de bloeitijd van 1760 tot 1800 nader in
te gaan. Zeker de helft van het boek is hier
aan gewijd, zodat men de titel niet al te
nauw moet nemen. Voor zijn belangwekken
de conclusie dal er in Amsterdam reeds in
1655 of eerder, dus ten minste twintig jaar
vroeger dan in Parijs, danseressen op het
toneel verschenen, dient men een vollediger
bewijs te vergen. Althans zou men wel iets
meer willen vernemen over de aax-d van hun
verrichtingen. Dr. Rebling vermeldt dat onze
eerste toneelspeelster Adriana Noozeman in
ieder geval (met haar kunstzusters Elisabeth
Kalbergen en Susanna Eekhout en vijf man
nen) in 1658 optrad in „Het Juffren Balet".
Wetenswaardig zijn vooral ook de talrijke
bijzonderheden over de tussen de coulissen
geboren pantomimespeler Jan van Weel
(ovex-leden in 1818) wiens komische begaafd
heid hem een grote populariteit bezorgde
als Pierrot in de harlekinades („om wie zelfs
de allernaargeestigste Engelsman zou hebben -
moeten lachen'" zoals Mohrman in 1875
schreef), doch die tevens uitblonk in drama
tische balletten als „De ontmenste
wreedaard" of „De vrouwenmoordenaar".
Al mag de schrijven dus de hem toeko
mende waardering voor zijn met zoveel stof
tot overdenking bekroonde speurtocht in het
verleden niet onthouden worden, toch moe
ten helaas de bezwaren tegen de in het boek
gevolgde methode van histox'isch-materialis-
tisch onderzoek ovex-heersen. Hij is name
lijk geen objectief waarnemer, doch inter
preteert de gevonden gegevens te nadrukke
lijk volgens een bepaalde maatschappij-leer,
die (het kan moeilijk anders) ook op de
selectie invloed uitoefende. De consequentie
hiervan is onder meer dat hij voortdurend
de inhoud belangrijker acht dan de vorm,
zelfs uitdrukkelijk stelling neemt tegen „de
schone schijn" of de abstractie en tenslotte
Florrie Rodrigo (alleen omdat zij een
actueel gegeven op tendentieuze wijze tot
onderwerp nam) tot de kampioene uitroept
der hedendaagse danskunst in Nederland,
waarvoor hij trouwens een hernieuwd
realisme als enig redmiddel aanbeveelt.
Merkwaardig weinig aandacht besteedt dr.
Rebling voorts aan de toch van veel invloed
geweest zijnde technische evoluties, zoals
bijvoorbeeld de vex-betering der belichting.
Wij moeten overigens volstaan met op te
merken, dat het afkeuring verdient om alles
wat niet strookt met de voorkeur van de
schrijver af te doen met tex-men als reaction-
nair, decadent of burgerlijk en dat tegen
stellingen als die tussen „bourgeois" en
„citoyen" weinig terzake doen.
Over het algemeen is de taal nogal-hou
terig en weinig fraai. Een woord als
„stax-gage" is wel heel erg cosmopolitisch.
Zinnen als „Hij was gedwongen zijn werk te
onderbreken totdat hij ovex-leed" of „de
stilte die vanzelfsprekend is" zouden gecor
rigeerd moeten worden. Ook is het niet juist
om te spreken van de „uitvinding" van de
pirouette. Tenslotte moeten wij nog een ver
moeiend teveel aan feiten constateren
D. K.
staande oude record van 1 min. 24.6 sec op
1 min. 24.2 sec.
NEDERLANDSE KUNSTRIJDERS NAAR
DE EUROPESE KAMPIOENSCHAPPEN?
Overwogen wordt enkele Nederlandse kunst
rijders schaatsenrijden uit te zenden naar de
Europese kampioenschappen, welke op 2,
3 en 4 Februari op de kunstijsbaan te Zurich
in Zwitserland zullen worden gehouden. In
dien de uitzending doorgaat zou het voor de
eerste maal zijn, dat Nederlandse kunst
rijders aan Europese kampioenschappen deel
nemen.
KEES BROEKMAN KEERT TERUG BIJ
VRIEZEND WEER. Zondag zou Kees
Broekman een wedstrijd over 5000 meter
rijden, doch door de dooi heeft hij niet op
het ijs gestaan. Broekman wil gaarne naar
ons land komen- om bij doorgaand vriezend
weer aan wedstrijden op de lange baan deel
te nemen. Hij was al van plan om de trein
naai' Oslo te nemen, doch door het wissel
vallige weer lijkt het hem verstandiger meer
positieve berichten over vorst en wedstrijden
in ons land af te wachten alvorens de reis
te ondernemen.
Biljarten
J. Overdijk kampioen
van Haarlem driebanden
J. Overdijk van de biljartvereniging
„Royal" is in restaurant Brinkmann kam
pioen driebanden van het district Haarlem
van de Nederlandse Biljartbond geworden.
De eindstand luidt:
car. brt, h,s. gem. put,
J. Overdijk 279 562 5 0.496 12
H. v. d. Broek 266 588 6 0.452 10
J. Lamers 260 584 5 0.445 10
J. v. d. Linden.268 645 4 0.415 10
J. J. Flothuis 242 679 4 0.356 7
C. Schermerhom 241 703 4 0.340 5
C Koch 208 717 5 0.290 2
D. Dollé 181 647 4 0.279 0
FEUILLETON
5)
Meer weet ik niet. Als ik op zijn vi-aag
mededeel, dat ik bij een krant werk, is
het alsof er plots een kleine schrik door
zijn walrussenlijf loopt. Helemaal vertrou
wen doet hij mij nog niet eti daarom vraagt
hij of ik papieren bij me heb. Hij krijgt
mijn rijbewijs te zien en een perskaart.
Het valse persoonsbewijs, dat ik als curio
siteit en als een soort talisman bij me draag.
Iaat ik niet zien
Mijn Iinkex-buurman, John van Dieren
blijkt hij te heten, is pianist in het show
orkest van Mirandetta, dat de laatste we
ken in Amsterdam speelde.
„Opbellen en informeren", beveelt Klink
hamer een agent. John lag op bed toen
het gebeurde. 'Gisteren had Mirandetta
voor hel laatsl in Amsterdam gespeeld,
vandaag was het een rustdag en morgen
zouden de muzikanten naar Brabant gaan,
naar Breda. Daarom lag John vroeg onder
de wol.
„Dat gereis morgen is zo razend ver
moeiend en ik had mijn rust nodig. Waar
van ik precies wakker werd, weet ik niet
meer, maar ik sprong mijn bed uit en zag
beneden dat kapotte glas. Toen ben ik
hierheen gekomen".
Ik zie in dit verhaal geen enkele aan
leiding om nog tot nadere confidenties
over te gaan.
Klinkhamer heeft door zijn mensen, hij
had er heel wat meer dan drie bij zich,
dat blijkt nu, de rest van de hótelbewo-
ners uit hun bed laten trommelen. Een
paar kamermeisjes en een gx-oepje gasten
zie ik in de gang staan. De eigenaar zal
er ook wel bij zijn. Die ken ik niet.
„Ik ga even boven kijken en het
beste lijkt me, dat u vóór in het café gaat
zitten. Nog effe geduld dan kunt u naar
de koets. Nog één vragg, meneer Luch-
tenbeld, het spijt me, dat ik het moet vra
gen, maar hebt u enige reden om aan iets
anders als aan een ongeluk te denken?
En was alles pais en vree?" Hij trekt
Luchtenbeld wat opzij, maar dempt zijn
stem niet genoeg om onverstaanbaar te
zijn.
Wat Luchtenbeld mompelt, weet ik niet,
maar Klinkhamer geeft hem een bemoe
digend klapje op de schouder.
„Neem me niet kwalijk meneer, natuur
lijk is het een slag voor u. Ik kan u slechts
sterkte wensen. Die soesa hier hoort er nu
eenmaal bij. De soldatenvrijer heeft door
de telefoon de zaak wat opgeschroefd,
denk ik. Ik kwam hier eigenlijk naar toe
met het idee, dat het iets anders als een
ongeluk was. Enfin, nog effe boven kijken".
HOOFDSTUK III.
Ontmoeting aan de Linge.
Bij mijn tweede kopje thee zag ik in
het ochtendblad dat berichtje over de
abnoi-maal grote visvangsten in de Linge
bij Gorinchem. Vissen is een motief voor
mij om met goed fatsoen aan de oever van
een water, helemaal buiten en helemaal
alleen te zijn. Ik ben vooral een zomer-
visser. Met een oude roeiboot, waarvan
het hout rot, tussen het riet van een kolk.
Dan komt rust over me. Mijn hoed laat
ik dan voorover zakken en ik tuur naar
het rode kurkje, dat danst op het water-
rhtyhme. Ik denk nergens aan, onderga
alleen maar het buitenzijn. Toch kan ik
ook die andere manier van vissen waar
deren. 's Winters in striemende regen heen
en weer lopend langs een sloot. Voortdu
rend in beweging en in spanning en dan
als climax, als beloning voor de verkleum
de handen en de drup aan je neus van
de kou, het gevecht met de snoek. Éérlijk,
zo lang hij nog in zijn element is en kans
krijgt je hele tuig aan flarden te sleuren,
wrééd, en voor mij altijd weer een des
illusie, als hij machteloos slaand in het
gras ligt met de klem in de bek. Vissers-
trots op zo'n ogenblik ken ik niet. Daar
op de Linge hadden ze de laatste weken
geen snoeken, maar heel veel voorn ge
vangen. Ik was in een genoeglijke stem
ming. Alles zag er weer zo rustig en pret
tig uit in het eetzaaltje. Het was moeilijk
te geloven, dat hier gisteravond, nauwe
lijks negen uur geleden, zo'n dramatische
chaos geheerst had. Het gat in het glazen
dak was met carton afgesloten, de scher
ven opgeruimd en het lichaam natuurlijk
opgehaald. Er zat nog een jong stelletje
te ontbijten, maar verder was er niemand.
De kellner. die ons bediende, had ik gis
teren niet gezien. Met een luie, absente
tevredenheid had ik de vier dunne, bruine
sneetjes brood opgehapt.
Aan verdere plannen dacht ik toen niet,
wilde ik niet denken. Toch was dit eigen
lijk huichelarij. Natuurlijk had ik geen
rust innerlijk. Die woorden van Luchten
beld waren gemeend, er schuilde werkelijk
gevaar achter zijn bedreiging. Wanneer
ik wist, dat die pianist te vertrouwen was,
zou ik met hem de zaak eens overleggen.
Hij had het tenslotte toch ook gehoox'd.
Maar ik weet niet wat ik aan hem heb.
Het is beroerd, dat je je als journalist
haast niet los kunt maken van je beroep,
van je krant, van de copie, van alles wat
ook maar even naar nieuws ruikt. Ook in
je vacantie lukt dat nog niet. Gorinchem
Dit jaar een enorm visjaar. In het gasten
boek had ik die naam ook zien slaan, ach
ter de regel van mevrouw Luchtenbeld-
de Ruiter. Zij woonde daar en hij uiteraard
ook. Ik speelde toneel voor mezelf. Ik wist
op dat ogenblik al voor honderd procent
zeker, dat ik naar Gorinchem zou gaan,
om eens te kijken wat die Luchtenbeld
daar deed. Misschien was er een levens-
verzekeringskwestie, misschien een vrien
dinnetje. In zo'n kleine stad kennen ze
elkaar met al hun fouten en ook een enkel
maal kennen ze de goede dingen. Ik wist,
dat ik gaan zou, maar ik deed alsof het
besluit daartoe langzaam moest rijpen. Dat
berichtje in het ochtendblad over die vis
serij in de Linge was belangrijk. Vissen is
immers een van mijn liefhebbei'ijen. Ik
zou vistuig kopen en een fiets huren en
dan overdag aan de kant gaan zitten van
de smalle schilderachtige Linge en ner
gens aan denken. Later naar Limburg. Dat
kan altijd nog. 's Avonds zou ik, en pas
sant, eens kunnen nagaan wat er met
Luchtenbeld aan de hand was. Zo peinsde
ik vanochtend aan het ontbijt.
Laat ik eerlijk zijn'; cle pittoreske Linge,
de vele voorns, eventuele copie, om al
deze dingen ga ik straks niet naar de
kleine stad aan de Merwede. De reden is
eenvoudig, dat mijn geweten, als ik het zo
eens plechtig mag noemen, me niet met
rust laat. Waren die tranen van Luchten
beld echt? Hielden zijn dreigende woorden
geen enkel verband met de val in de lucht
koker? Dat is wat ik weten wil.
Tegenover me, aan de andere kant van
het Gorinchemse „Dampleintje", is het
stadhuis, een groot Vierkant blok steen,
grijs bepleisterd. Het politiebureau zal er
ook gehuisvest zijn, er lopen voortdurend
agenten in en uit. Het is een goede na
zomerdag, een blauwe lucht, een tikje
wazig al, en prettig warm, niet te druk
kend. Door het opengeschoven raam schijnt
de zon in mijn gezicht. Ondanks de kermis
had het „Centrum"-hötel nog kamers vrij.
Een uur geleden kwam de trein het kleine
station binnenschuiven. De roezemoezige
drukte van een kermis-in-opbouw aan de
voet van de robuste toren deed me, met
het vermoeden een negatief antwoord te
zullen ontvangen, dit hotelletje binnen
gaan. Het viel mee en gelukkig houden
ze er hier geen luchtkoker op na. Voor
lopig heb ik daar mijn bekomst van. Mor
gen zal het feest beginnen. Aan de half
voltooide bouwsels en de hout-skeletten
probeer ik af te leiden wat er voor attrac
ties op het pleintje zullen verrijzen. Waar
schijnlijk meest kleine tentjes met nougat,
geëlectriseerde en dikke dames, vlooien,
bombardementsvliegtuigjes en waax-zeg-
gers. De machtiger evenementen staan op
het andere stuk markt, aan de achterkant
van het stadhuis. Toch komen er ook hier
nog twee eenvoudige draaimolens. De
dikke middenpalen en de grote bovenrin-
gen laten geen twijfel. Hopelijk hebben
hun orgels een niet al te dreunend en
doordringend geluid Ik ben niet hierheen
gekomen om tot laat in de nacht kermis
te voeren en het nachtleven van dit pro
vinciestadje te leren kennen.
(Wordt vervolgd).