-Clowntje Rick Amsterdam neemt geen maatregelen tegen benoeming Paul van Kempen TAXI bel 13000 Kort en Bondig ZATERDAG 27 JANUARI 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 4 Burgemeester d'Ailly acht hem niet onwaardig voor het Concertgebouw-Orkest op te treden Persoonlijkheidsvorming van verplegenden Den Haag: geen bezwaar tegen Paul van Kempen De gesteunden te Haarlem Vergoeding voor de huurverhoging De „Chitral" Maandag in Rotterdam verwacht Voor de kinderen Erna Spoorenberg soliste op het H.O.V.-ledenconcert De Fidele Boer" Operette-vereniging 3ohe2 vierde haar eerste lustrum Chin. Ind. Rest. Hongkong Lunch a f 1.75 FEUILLETON B. en W. van Amsterdam hebben ant woord gegeven op schriftelijke vragen van het raadslid dr. B. H. Sajet (P.v.d.A.) met betrekking tot het optreden van Paul van Kempen als dirigent van het Concertge bouw-Orkest. Zij komen daarin tot de con clusie, dat het onderzoek geen grond heeft opgeleverd tot het nemen van maatrege len. Het college meent dat de aanwijzing van Paul van Kempen door het bestuur van het Concertgebouw N.V. voor het leiden van een aantal concerten, zowel in als buiten Amsterdam, niet in strijd is met de opvat tingen, die onder de bevolking van de stad en in de raad overheersend zijn. Wel wordt het begrijpelijk geacht, dat deze aanwijzing gevoelige reactie heeft gewekt. B. en W. van Amsterdam stellen verder vast, op grond van verkregen inlichtingen, dat de heer Van Kempen in 1916 het land heeft verlaten, omdat hier weinig mogelijk heden lagen om dirigent te worden. Op 15 November 1932 verkreeg hij de Duitse na tionaliteit. Direct na zijn terugkomst in ons land heeft hij echter de Nederlandse natio naliteit aangevraagd, omdat hij er, hoewel hem na 1945 verscheidene aanbiedingen zijn gedaan om als dirigent op te treden in Frankrijk, Italië en Oost-Duitsland, de voorkeur aan geeft hier te lande werkzaam te zijn. Voor de tweede wereldoorlog uit brak heeft de heer Van Kempen ook reeds getracht in Nederland een aanstelling als dirigent te krijgen, omdat hij ook toen daaraan de voorkeur gaf. Hij is daarin niet geslaagd. De heer Van Kempen heeft in het begin van de oorlog op straffe van inlijving bij het Duitse leger enige concerten in Neder land moeten geven voor ondei-delen van de zogenaamde „Wehrmacht". Hij is dooi de Russische en Amerikaanse bezettings autoriteiten beschouwd en behandeld als een tegenstander van het Hitler-régime. In 1943, toen hij weigerde het hem opgelegde lidmaatschap van nazi-instellingen te aan vaarden, heeft hij het dirigentschap van het Philharmonisch-orkest in Dresden moeten neerleggen. Daarna heeft hij nog een muzikale functie bekleed in Aken en (in 1944) op uitnodiging van de besturen van het Residentie-Orkest en het Concert gebouw-Orkest in ons land gedirigeerd. Aan de heer Van Kempen is na zijn vestiging in Nederland een arbeidsvergun ning verleend en een vreemdelingen-pas poort. Sedert zijn terugkomst heeft hij vele concerten in Nederland geleid, onder meer met het Radio-Philharmonisch Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Concertgebouw-Orkest. Dit optreden heeft in de afgelopen jaren nimmer enige pu blieke reactie gewekt. Burgemeester Wethouders vinden in deze stand van zaken dan ook geen aan leiding tot het nemen van maatregelen. Na het bekend worden van dit ant woord op de vragen van dr. Sajet werd de vergadering van de gemeenteraad op een met 30 tegen 8 stemmen aangenomen voorstel van de heer Seegers (CPN) ge schorst, teneinde de fracties in de gelegen heid te stellen zich te beraden over haar standpunt met betrekking tot het optreden van Paul van Kempen. Bewogen debat Gistermiddag om half vijf werden de be raadslagingen voortgezet. Dr. Sajet, herin nerend aan het optreden van Paul van Kempen voor de „Wehrmacht" en op Ne derlandse podiums in bezettingstijd, stelde voor „aan het bestuur van het Concertge bouw ter kennis te brengen dat de ge meenteraad van Amsterdam het optreden van deze dirigent ongewenst acht". Hierop volgde een bewogen debat. De heer Herfst deelde mee dat een deel van de fractie van de Partij van de Arbeid tegen de motie van dr. Sajet zou stemmen, omdat het verzamelde feitenmateriaal toch te denken geeft. Maar de heer Van Rij (C.H.-A.R.) achtte het in strijd met de her denking van de gevallenen iemand toe te laten op een cultureel vooraanstaande ADVERTENTIE De staatssecretarissen van Sociale Zaken (Volksgezondheid) en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hebben bij gemeenschappelijke beschikking een com missie in het leven geroepen, die tot op dracht heeft te onderzoeken, welke plaats de persoonlijkheidsvorming in de huidige opleiding van verplegenden inneemt en welke vormen van opleiding gekozen die nen te worden om deze persoonlijkheids vorming zoveel mogelijk te bevorderen. Voorzitter van de commissie is dr. D. K. Rijkels, plaatsvervangend hoofdinspec teur van de volksgezondheid. plaats, die zozeer getransigeerd heeft met zijn trouw. De communistische heer Gort zak zei dat een stad met het devies „Held haftig, vastberaden, barmhartig" het op treden van Paul van Kempen niet mag dulden. De heer Boekei van de V.V.D. kon zich verenigen met het antwoord van B. en W. en bracht in herinnering dat er nota bene concerten onder leiding van Paul van Kempen voor de jeugd van de Partij van de Arbeid waren gegeven. Hij kon zich niet onttrekken aan de indruk dat de gehele actie niet tegen Paul van Kempen maar over diens hoofd tegen het bestuur van het Concertgebouw is gericht. Hierbij sloot zich de heer De Groot van de K.V.P. aan, die bovendien van mening was dat de raad zich op verkeerd terrein begaf. Als het Concertgebouw de subsidies verkeerd gebruikt, aldus deze spreker, dan zal de raad andere wegen moeten volgen om het bestuur tot de orde te roepen. Een stand punt, dat door wethouder De Roos werd gedeeld. Verdediging door burgemeester Burgemeester d'Ailly verklaarde dat de actie tegen Paul van Kempen, hoewel te haastig ontketend, hem zo sympathiek had geleken dat hij er zich bijna bij had aan gesloten. Maar na een diepgaand onderzoek had de burgemeester een bevredigende in druk omtrent diens antecedenten gekre gen en waagde hij het niet hem onwaardig te verklaren voor ons nationale orkest op te treden. Wat betreft de gewraakte concerten in bezettingstijd deelde mr. d'Ailly mede, dat er van de vier uitvoeringen door het Resi dentie-Orkest twee door Van Kempen, maar ook twee door Van Beinum zijn geleid. In Juli 1944 weigerde Van Kempen voor Mussert en consorten op te treden. In Duitsland, aldus de burgemeester, heeft. Van Kempen dikwijls moeilijkheden met de Gestapo gehad, weigerde steeds om lid van de nationaal-socialistische partij te worden en werd om die reden in Dresden uit zijn functie gezet. Later zijn er stukken gevonden die aantonen dat hij deel uit maakte van een anti-fascistische bewe ging. Van Kempen, aldxxs besloot mr. d'Ailly zijn door de motie-Sajet noodzakelijk ge worden verdediging, is een bekwaam diri gent, met een internationale reputatie, die helemaal niet in Nederland hoeft te blijven. Hij treedt ook op als leider van ensembles waarvan Joodse musici deel uitmaken. Eigenlijke bewijzen zijn er tegen hem niet in te brengen. Hierop werd het voorstel van dr. Sajet om de afkeuring van de gemeenteraad over de benoeming van Paul van Kempen ter kennis van het bestuur van het Con certgebouw te brengen, verworpen met 21 tegen 17 stemmen. De fracties van de K. V. P. en de V. V. D. stemden onverdeeld tegen. Actie van studenten Vrijdagavond hebben naar schatting honderd studenten getracht de dirigent Paul van Kempen, voor hij het Concert gebouw binnenging om de generale repe titie van Verdi's „Requiem" te leiden, er toe te bewegen vrijwillig van het leiden van het orkest af te zien. Het was enigs zins rumoerig, doch incidenten deden zich niet voor. De politie behoefde niet in te grijpen. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft, mede namens zijn ambtgenoten van Justitie en Sociale Za ken, geantwoord op schriftelijke vragen van de heer F. Goedhart, lid van de Tweede Kamer, met betrekking tot de benoeming van Paul van Kempen als tijdelijk dirigent van het Concertgebouw Orkest te Amster dam. Er bestaat, aldus het antwoord, geen aanleiding voor de regering om in deze zaak stappen te ondernemen. Ook in Duits land zijn door de daartoe bevoegde in stanties geen maatregelen tegen Paul van Kempen genomen. Na uitvoerig ambtelijk onderzoek is hem in Nederland een ar beidsvergunning verleend. Voorts herinnert de minister er aan dat, nu de culturele betrekkingen tussen Ne derland en West-Duitsland weer zijn aan geknoopt, er principieel geen bezwaar be staat tegen het optreden van Duitse kun stenaars in ons land, indien deze kunste naars niet als nationaal-socialisten op de voorgrond zijn getreden. ADVERTENTIE DAG EN NACHT Het communistische raadslid de heer G. Mol heeft de volgende vraag aan B. en W. van Haarlem gezonden: „Welke maatregelen hebben B. en W. getroffen ter compensatie van de huur verhoging, welke die personen, die door Uw dienst van Sociale Zaken worden onder steund, moeten betalen?" Het antwoord van B. en W. is, dat de personen, die een ondersteuning ontvangen krachtens de gemeentelijke steunnormen, een huurvergoeding ontvangen van ten hoogste f 7,50 per week. In verband met de verwachte huurverhoging was dit maxi mum reeds op 1 Januari 1950 tot het ge noemde bedrag verhoogd. Door deze maat regel ontvangt deze groep ondersteunden bijna geheel een volledige huurvergoeding, aangezien slechts omstreeks 50 gesteunde gezinnen een hogere huur dan f 7,50 per week betalen. (Dit antwoord bevestigt dus ons bericht, dat wij enige dagen geleden publiceerden. Red.. H.D.). NACHTDIENST APOTHEKEN Bos en Vaart-apotheek, Bos en Vaart- straat 26. telefoon 13290. Apotheek Florijn, Grote Houtstraat 178, Tel. 10500. H. Remmers en Zoon, Kruisstraat 6, tele foon 10354. Noord-apotheek, Jan Gijzenkade 181, tele foon 23821. De „Chitral" die met ongeveer 700 pas sagiers burgers, leden van de Konink lijke Landmacht en van het KNIL met hun gezinnen op weg is van Indonesië naar Rotterdam, wordt Maandag in de namiddag te Rotterdam verwacht. De ontscheping geschiedt Dinsdagmorgen om 9 uur. Van 9 tot en met 18 Februari wordt in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam een ten toonstelling gehouden van motoren, hulp motoren voor rijwielen en bijbehorende onderdelen. ADVERTENTIE Ze namen allen hun plaatsje in op de hoot, en de Zwartjes maakten de touwen los. Het zeil werd gehesen en langzaam begon de prauw van de oever weg te varen. Buiten de haai begonnen de golven hoger te gaan, en de prauw danste er over heen. Maar ze hadden gelukkig geen van allen last van zeeziekte! Het was een mooi gezicht, een eind van de kust af het eiland daar in de zon te zien liggen, met de hergen, de bossen en de sierlijk wuivende palmen! Tussen het groen zagen ze de leuke huisjes der zwartjes en het dak van het grote, witte paleis. Boven hun hoofd holde het grote zeil, dat van matten gemaakt was, in de zeewind. En daar hadden ze nog lekker schaduw van ook. Ze keken opgewekt rond en wezen elkaar alles, wat ze zagen. Soms spatte het schuim van een golf, die tegen de boeg klotste, hun om de oren; maar daar lachten ze vrolijk om.een beetje nattigheid gaf niets, dat droogde weer gauv) genoeg in deze warmte! En zo voeren ze steeds verder de zee over. Op initiatief van de Amsterdamse Schaakbond en met toestemming van de Wethouder van Onderwijs krijgen de leerlingen van de hoogste klassen van een zestal Amster damse scholen éénmaal per week onderricht in het schaken. Deze schaaklessen worden gegeven tijdens de vrije uren, zodat het leerprogramma hieronder niet te lijden heeft. Evenals verleden week Dinsdag was het programma van het gisteravond gegeven ledenconcert der H.O.V. gewijd aan werken van Mozart en van Franse componisten. Geruime tijd heeft het orkest zich dus onder leiding van Toon Verhey kunnen verdiepen in de geest van Mozart's muziek en van enkele meesterwerken van Frans origine, een arbeid, die in zich zelf een rijke beloning hield verborgen, maar die bovendien bekroond kon worden met voor treffelijke uitvoeringen. De serenade „Eine kleine Nachtmusik" diende als inleiding van het concert. Tal loze keren is het verfijnde meesterstuk uitgevoerd, nauwelijks minder vaak met persoonlijke „opvattingen". Maar zelden zal men een verklanking horen zoals die van gisteravond, zo vrij van opgelegde ideeën, zo direct gericht op het zuiver muzikale element en de daarmede onver brekelijk verbonden subtiele dynamiek. Bij de opbouw werd elk détail van de fijne structuur met verrassende duidelijkheid getekend, maar bij dit in zekere zin objec tief construeren bleef de innigheid dei- expressie behouden. Mozart schreef zijn serenade in 1787, als een gerijpt meester. Het motet „Exsultate Jubilate", dat de sopraan Erna Spooren berg ten gehore bracht, werd veertien jaar vroeger gecomponeerd. Mozart was zeven tien toen hij het schreef. Het is dus een jeugdwerk, dat evenwel naast uiterlijke, aan de mode van de tijd onderhevige frag menten ook gedeelten bevat, die het muzi kale genie verraden. De instrumentatie met de toepassing van blaasinstrumenten is eveneens opmerkelijk. Erna Spoorenberg gaf een prachtige vertolking van het motet, op een enkele onverwachte rhythmische stuwing na, voortreffelijk beheerst en ver rukkend door klankschoonheid. De jube lende coloratuur gaf aan haar zang een bijzondere bekoring en ook de lyrische kwaliteiten van het zingen konden bij de voordracht van het motet blijken. Dat Erna Spoorenberg tevens dramatiek tot uitdruk king kan brengen, bewees zij met de be wogen vertolking van de aria van Lia uit Debussy's cantate „L'enfant prodigue", waarbij zij een van stijlbegrip getuigende reserve betrachtte. Toon Verhey en het orkest stonden de zangeres met uitnemende begeleidingen ter zijde. Vóór de uitvoering van de aria van Lia leidde Toon Verhey de vertolking van de „Prélude a l'après-midi d'un faune" van Debussy. De componist liet zich voor het schrijven van dit werk inspireren door een gedicht van Stéphane Mallarmé. Maar wie verlangt nog kennis te nemen van de in houd van dit gedicht bij het luisteren naai de klankenschoonheid, waartoe het de aan leiding werd? Het meesterwerk werd geen afhankelijke illustratie van Mallermés poëtische gedachten. Het werd een muzi kale zelfstandigheid, die men op dit con cert dankbaar aanvaarden kon in de uit voering, die Verhey's bekwaamheid in het samenvatten van een compositie, in het mengen en tegen elkaar afwegen van in strumentale kleuren in het tot uitdrukking brengen van melodieën-rijkdom, in het volle licht plaatste. Voor „Le festin de l'araignée" van Al- bert Roussel, dat aan het slot van de avond werd gespeeld, lijkt het ontstaansmotief anders geweest te zijn. Weliswaar kan men wijzen op de zuiver muzikale waarden van het werk, maar de bestemming van de compositie: een ballet, heeft deze toch in een afhankelijke positie gebracht, omdat zij moest dienen als bijzondere illustratie en voor het scheppen van sfeer bij te ver- toenn taferelen. Bij het luisteren naar concert-uitvoeringen, zoals die van gister avond, zal toch het gemis van het aan schouwen gevoeld worden. Of een inlei dende verklaring in het programmablad in het algemeen opheldering kan geven, moet betwijfeld worden. De persoonlijke reactie op de muziek is ten slotte beslissend voor iedere toehoorder afzonderlijk. Het werk, dat op het voorgaande ledenconcert even eens tot uitvoering kwam, werd prachtig vertolkt. P. ZWAANSWIJK Het is begrijpelijk dat het operette-gezel schap Johez (afdeling van de Centrale Johez-vereniging) ter gelegenheid van het eerste lustrum eens extra heeft willen uit pakken. Men koos daartoe „De fidele Boer" van Leo Fall, een werk dat veertig jaar ge leden in Wenen zijn zegetocht begon eri nog steeds, om zijn treffend menselijk en bovenal gevoelig accent, in staat is het publiek te boeien, waarbij dan de zeer me lodieuze muziek een belangrijke rol speelt. De sympathieke operette werd Vrijdag avond in de uitverkochte Haarlemse Stads schouwburg ten tonele gebracht. Ook de directie van de drukkerij Enschedé toonde door haar aanwezigheid belangstelling voor het werk van deze Johez-afdeling. Joh. van 't Vlie fungeerde als dirigent; hij had een kwiek orkestje te zijner be schikking en aan alles was te merken dat hij zijn taak als muzikaal instructeur van solisten, koor en instrumentaal ensemble zo goed mogelijk verzorgd had. De regie was in handen van Ely Huyboom, die bovendien de hoofdrol vervulde. Deze dub bele taak groeide uit tot een dubbel succes, althans voor zover de elementen die hij te drillen had, voor hun rol berekend waren, wat grotendeels wel het geval was. Maar alle hout is geen timmerhout, hetgeen niet wegneemt dat de regisseur van een dilet tantenvereniging het er mee moet doen. Het eerste bedrijf gaf knap spel te zien van de Slaapmutsboer en zijn buurman Lindoberer. In II maakte diens zoon Vin cent een goede entrée en zorgde Rooie Lies met haar kleine Heinerle voor een succesrijke scène. Het kermistoneel hield men zeer levendig en er werd een flinke vechtpartij geleverd, waarbij de veldwach ter kranig zijn plicht deed. Het recruten- ënsemble en vooral het trio van Annamirl en de beide boeren verdienen voor hun optreden in dit bedrijf een loffelijke ver melding, evenals de koorzang en de orgel muziek die mechanisch weergegeven werd, nadat zij was opgenomen in de Doopsge zinde kerk. Maar de acte bereikte toch haar hoogtepunt in de treffende voordracht van het lied „Ieder huisje heeft zijn eigen kruisje", meer gezegd dan gezongen door de Slaapmutsboer. Het derde bedrijf, dat als nieuwe belang rijke personages ten tonele bracht: de vrouw van Stefan, alsmede diens vader, moeder en broer, was qua uitbeelding wel het sterkste. Maar de rol van Stefan, de boerenzoon die, nu hij rijk getrouwd is en het in Wenen tot professor gebracht heeft, zich schaamt voor zijn familie, bleek een te zware taak voor de vertolker ervan. De anderen waren stuk voor stuk zeer goed. Ook Annemirl kon zich in deze acte scènisch op haar best laten gelden. De beide boeren, alsmede Vincent, de zoon van boer Lindoberer, leverden niet minder uit stekend werk. Er werd daarbij voortreffe lijk samenspel bereikt ook met het koor en de door Hénny Meyers ingestudeerde bal letten. Costuums, décor en belichting waren rijkelijk in orde, zeker zo goed als wij ooit zagen bij vertoningen van dit werk door een beroepsgezelschap. Het zwakke punt van de uitvoering bleek het zingen. Niet dat er bepaald vals ge zongen werd of dat men niet bij de zaak was, maar op enige uitzonderingen na was het tekort aan goede solostemmen te op vallend om dit stilzwijgend te laten pas seren. En zulks klemt te meer in een ope rette als deze die mooie lyrische stemmen vereist om tal van fraaie melodieën tot hun recht te laten komen. Wij weten best dat het moeilijk is en dat men van dilettanten het onderste uit de kan niet mag eisen, maar het zou er niet beter op worden als we alles maar met de mantel der liefde be dekten. Ook amateurs moeten critisch leren zijn; ze mogen hun kwaliteiten kennen maar dienen ook bedacht te zijn op hun tekorten. Deze bedenking vermindert geenszins onze waardering voor tal van momenten in de uitvoering die er muzikaal mochten wezen. Na afloop had er een royale bloemen- BINNENLAND De economische rechter te Utrecht heeft uitspraak gedaan in de zaak betref fende gepleegde malversaties ten nadele van het rijk in een autobedrijf te Jutphaas, waar destijds militaire auto's werden her steld. Aan de N.V. werd een boete opgelegd van f76.000. Op de onbewaakte overweg in de spoor lijn Geldermalsen—Zaltbommel is Vrijdag middag bij de brug over de Waal een auto in botsing gekomen met een electrische trein uit de richting Utrecht. Er deden zich geen persoonlijke ongevallen voor. Doordat de voorste wagen van de trein ontspoorde, was het verkeer op het enkelsporige baan vak enige tijd gestremd. Het m.s. „Langkoeas" van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd is Vrijdag naar Indonesië vertrokken. Voor de Gereformeerde Kerk in Bandoeng heeft het schip een kerkorgel aan boord. Het orgel, dat bijna 5000 kilo gram weegt, is gedemonteerd fen in veertien grote kisten verpakt. Aan dek vervoert de „Langkoeas" een bijna 25 meter lange lich ter voor de K.P.M. Men is er in geslaagd het gat in de Oostelijke dij! van het Muntendammerdiep gedeeltelijk te dichten. De Westelijke pol der, welke door de dijkdoorbraak was over stroomd, is voor een belangrijk deel droog- L De minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft het wetsont werp, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot de paardenfokkerij, dat op 24 Mei 1949 bij de Tweede Kamer was inge diend, ingetrokken. Zeer ontdaan waren vier opgeschoten jongens toen zij de officier van justitie bij de rechtbank te Dordrecht een half jaar ge. vangenisstraf tegen zich hoorden eisen. Zij hadden over een rijwielpad een IJzerdraad gespannen, tengevolge waarvan een wiel- rijdster en vijf wielrijders waren gevallen, Een der wielrijders had zich ernstig bezeerd, Binnen het raam van het nieuwe han delsverdrag met Duitsland hebben de Duitse autoriteiten een bedrag van 1 millioen dollar beschikbaar gesteld voor de import van uien uit Nederland. De export van uien, die sedert November 1950 was stopgezet, kan dus worden hervat. Het voor import vrij gegeven bedrag biedt mogelijkheid tot de uitvoer van 18.000 19.000 ton. Enige tyd geleden werd officieel de eerste spade in de grond gestoken voor de bouw van het voorlopig laboratorium voor de medische faculteit der R.K. universiteit te Nijmegen. Thans is gebleken, dat er nog geen rijksgoedkeuring was voor dit werk. Het gemeentebestuur van Nijmegen liet maar vast met de bouw beginnen in de verwach ting, dat de rijksgoedkeuring spoedig ver leend zou worden. Voortzetting van de bouw is thans verboden. Op 9 Februari zal de heer G. J. Kruyer aan de rijksuniversiteit te Utrecht promo veren in de letteren en wijsbegeerte op een proefschrift getiteld „Sociale desorganisatie, Amsterdam tijdens de hongerwinterDit proefschrift is waarschijnlijk de eerste we tenschappelijke beschouwing over de hon gertochten in de winter 19441945. De brug over de Oude IJsel te Doe- tinchem, welke kort vóór de bevrijding werd opgeblazen, is hersteld en zal Dinsdag in gebruik worden genomen. Luitenant-generaad Calmeyer is na de hem op zijn verzoek verleende eervolle ont heffing uit zijn functie van plaatsvervangend chef van de generale staf benoemd tot persoonlijk adviseur van de minister van oorlog. Dit adviseursschap zal zich beperken tot de uitvoering van militair-wetenschap pelijke opdrachten ten behoeve van onze HAARLEM EN OMGEVING Maandag hoopt de heer C. v. Norden de dag te herdenken, dat hij 25 jaar geleden in dienst trad als arbeider bij Openbare Werken van de gemeente Heemstede. In deze periode heeft hij vooral aandacht ge schonken aan het uiterlijk aanzien van de gemeente door het schoonhouden van de straten, Aan de Landbouwhogeschool in Wage- ningen slaagden voor het candidaatsexamen tropische landbouw J. J. Kraft te Heem stede en P. E. Roehrig te Haarlem. ADVERTENTIE bestaande uit: Soep - Loempia - Bami of Nasigoreng - Koffie HAARLEM, Smedcstraat 21, Telefoon 21375 hulde plaats voor de executaten, dirigent en regisseur. Ook de voorzitter, de heer W. A. van Daalen, werd in het zonnetje gezet; maar het was vooral de ijverige gang maker van de vereniging, de heer Cor Zwart, die onder instemmend applaus van het publiek een hartelijke waardering on dervond. JOS. DE KLERK HET TRIO VAN BACH In mijn verslag over de Kamermuziek avond in het Frans Halsmuseum, in de krant van Vrijdag sloop een storende ver schrijving. Betreffende het Trio in G van Bach gelieve men te lezen: Deze vriende lijke tegenhanger van het beroemde Trio uit het „Muzikale Offer". Eigenlijk hebben beide werken niets met elkaar te maken, maar een „tegenhanger" kan men het ene van het andere wel noemen. JOS. DE KLERK 36) Dat heb ik gedaan. Haar vader kende nu mijn naam en bracht hartelijke groe ten van haar over. Zodra ze weer beter was, zou ze me schrijven. Ze had mijn adres. De dokter was niet ontevreden: veel rust had ze nodig en ze moest niet herinnerd worden aan wat er in de afge lopen weken gebeurd was. Dit was ook de reden, dat de heer Van Meeteren me diezelfde middag niet bij haar toeliet. Ik was naar haar huis in Den Haag gegaan, 'n koel statig huis aan de Frankenslag. Haar vader was een goed geklede man van in do zestig met grijs haar en een lintje in zijn knoopsgat, die wel eens rustig met me wilde praten. „Meneer Marijns, mijn dochter wil niet veel zeggen, maar ik heb toch zo onge veer begrepen, wat er aan de hand is. Die historie met die neger heeft haar ze nuwen een klap gegeven, die te hard aan kwam. U weet wat er gebeurd is. U bent er zelf bij geweest. Het is heel onver standig van mij geweest, dat ik haar niet teruggehouden heb. In de oorlog heeft ze wel riskanter karweitjes opgeknapt, maar moreel lag deze zaak anders, heel anders en dat heeft ze te laat begrepen". „Heeft ze nog over mij gesproken?" „Het is, geloof ik, beter, dat U waeht tot ze U schrijft. Ze is nu overspannen". Ik ging terug naar mijn eigen slaperige stadje in het Oosten van het land, hoewel ik mijn vacantiedagen nog niet opge bruikt had. Van daaruit telefoneerde ik elke dag en steeds weer kreeg ik haar vader of de huishoudster te spreken, die me vertelden, dat het iets beter ging en dat ze me liet bedanken voor de belang stelling en voor de bloemen, die ik een paar maal zond. Ook schreef ik brieven, waarin ik bekende, dat ik een egoïst was geweest, toen ik haar die avond in het huis van Branthorst alleen had gelaten en terug was gegaan naar de garage, slechts uit nieuwsgierigheid. Ik vroeg haar of ze me dit kon vergeven, maar ik kreeg geen antwoord en ik begon te begrijpen, dat onze romance een abrupt einde gevonden had. Het deed me pijn, de bittere kna gende pijn der afgewezen minnaars, want ik was verliefd op haar en nog ben ik dat. Ik durf niet te zeggen, dat ik haar lief had, want dat is een groot woord en dat ik haar na de dood van Joe alleen gelaten heb, wijst er ook niet op. Toch heb ik verdriet en dit is geen mooi woord voor gekwetste ijdelheid. Het is voor een man vaak lastig de gevoelens van een vrouw op de juiste waarde te schatten. De inhoud van de brief van haar, die nu open op mijn bureau ligt, kan ik dan ook slechts ten dele aanvoelen. Dat ze een paar maanden bij een of andere oom in Zweden gaat logeren om alles uit haar gedachten te zetten, lijkt me niet onver standig, maar dat tussen ons altijd de schaduw zou blijven van Joe's dood, vind ik overdreven. Ik ben het van het begin af aan niet eens geweest met haar handelwijze tegen over hem, maar om te praten over moord is onzin. Ik pak de brief op, herlees enkele passages. „Als ik bij jou ben, zal ik er altijd aan moeten denken, zal ik nooit onbezorgd gelukkig kunnen zijn. Steeds zal ik bang zijn, dat me de rekening nog eens gepre senteerd wordt. Je hebt zelf tegen me gezegd, dat je niet ergens een streep onder kunt zetten, wanneer je er zin in hebt. Misschien is het ook, dat we niet genoeg van elkaar houden." Ik weet niet of ze gelijk heeft of het werkelijk op de lange duur zal blijken verstandig te zijn dit afscheid. Dat we elkaar niet meer zullen zien, ook wanneer het Zweedse intermezzo achter de rug is, daarvan ben ook ik overtuigd. Ik zal haar straks schrijven, dat ik hoop, dat de tijd deze wonde zal helen en dat ik op haar zal wachten tot ze genezen van haar reis terug komt. Dan zullen we opnieuw be ginnen. Dit zal ik schrijven en de woorden van verwachting zullen balsem zijn voor mijn eigen desillusie, maar ik zal niettemin weten, dat ook dit een afscheidsbrief is. „Bravo", zei iemand op de publieke tribune, toen de officier van justitie in zijn requisitoir mijn naam noemde. Wat hij precies zei weet ik niet meer, maar het kwam er in elk geval op neer, dat hij hulde bracht aan degene, die een zo grote rol gespeeld had in het tot klaarheid brengen van deze zaak. Ik geloof, dat de officier het in ernst bedoelde, maar ik onderging elk woord als bijtende spot. Ik lijd niet aan een overmaat van bescheidenheid, maar de rol, welke ik gespeeld heb in dit avontuux-, vind ik toch die van een Don Quichotte, ontdaan van zijn tragische allure. Slechts bij de gratie van het toeval heb ik nuttige resultaten bereikt. En dan nog de afscheidsbrief van Daisy. Misschien is die wel de reden van mijn cynisme. Wanneer onze romance blijvend was geweest, hadden we nu samen kunnen gnuiven over dit goed bedoelde compli ment. Wij tweeën en Klinkhamer zijn de enigen, die weten hoe alles in zijn werk is gegaan. Nu zit ik alleen in de getuigen bank, gedesillusionneerd en geladen van sjagx-ijn en daarom moet ik me beheersen om de complimenteuze officier van justitie en de man, die „bravo" riep, niet in hun gezicht uit te lachen. Als een kwajongen. In de hoge, koude zaal heerst de be schimmelde x-ust van de wetboeken. Door de hoge vensters valt grijs herfstlicht naar binnen en in deze atmosfeer doen alle menselijke sentimenten onwerkelijk aan. Daden in hartstocht, in woede bedreven, stollen hier binnen het kader van de para grafen der wetsartikelen. Luchtenbeld staat voor de groene tafel en hij praat met zachte stem. De accous- tiek is slecht, waax-door ik hem nauwelijks kan verstaan. Een half uur lang stellen zijn rechters hem vragen en de kleine bleke man antwoordt zonder uiterlijk een enkele emotie te tonen. Hij legt zijn ganse leven bloot voor de mensen achter de groene tafel en voor de tientallen nieuwsgierigen op de publieke tribune. Veel is gegaan, zo als ik indertijd reeds vermoed heb. Voor de dood van zijn jongen zochten hij en zijn vrouw werkelijk een armzalige vergoeding in een meer luxueus bestaan. Ramaar had hij in de trein leren kennen, kort na de bevrijding. Ze hadden veel ge praat die ochtend tussen de wielen en Ramaar had begrepen hoe hij deze kleine man, die moreel gebroken de oorlog uit gekomen was, kon gebruiken. Eerst had Ramaar veel gesproken over de zoon, die Luchtenbeld verloren had en later was geld ter sprake gekomen. Luch tenbeld raakte in het web, sloeg in zijn magazijnen de smokkelgoederen op en zox-gde soms zelfs voor verdere expeditie. Al gauw kregen hij en zijn vrouw genoeg van deze smokkelzaak, maar toen werd het heel moeilijk voor hen zich los te werken. Ze misten de dux-f om Ramaar, die steeds de contactman was, te trotseren. Dit alles vertelt Luchtenbeld. Plotseling vraagt de president: „Wat weet u van de dood van uw vrouw?" Voor de eerste maal aarzelt Luchtenbeld met zijn antwoord. „Ik weet alleen wat Ramaar mij verteld heeft." „En wat heeft hij u verteld? Wat is er die avond in dat Amsterdamse hótel ge beurd?" De president schuift zijn lorgnet iets hoger op de neusbrug en buigt zich voor over om de zachte stem te volgen. In de zaal hangt voor de eerste maal deze och tend een spanning. „We zaten bij elkaar die avond. Ramaar en die neger wisten, dat mijn vrouw op van de zenuwen was en niet langer kon zwijgen over de moord, die Ramaar toen „Ja, over die schietpax-tij spreken we dadelijk nog verder. En toen?" Luchtenbeld zegt: „Ramaar wist ook, dat ik alle mogelijke moeite gedaan had om mijn vx-ouw te laten zwijgen. Hoe hij dat wist, begrijp ik nog niet." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6