-Clowntje Rick
Amsterdam neemt geen maatregelen
tegen benoeming Paul van Kempen
TAXI bel 13000
Kort en Bondig
ZATERDAG 27 JANUARI 1951
HAARLEMS DAGBLAD
- OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
4
Burgemeester d'Ailly acht hem niet onwaardig
voor het Concertgebouw-Orkest op te treden
Persoonlijkheidsvorming
van verplegenden
Den Haag: geen bezwaar
tegen Paul van Kempen
De gesteunden te Haarlem
Vergoeding voor de
huurverhoging
De „Chitral" Maandag
in Rotterdam verwacht
Voor de kinderen
Erna Spoorenberg soliste op
het H.O.V.-ledenconcert
De Fidele Boer"
Operette-vereniging 3ohe2
vierde haar eerste lustrum
Chin. Ind. Rest. Hongkong
Lunch a f 1.75
FEUILLETON
B. en W. van Amsterdam hebben ant
woord gegeven op schriftelijke vragen van
het raadslid dr. B. H. Sajet (P.v.d.A.) met
betrekking tot het optreden van Paul van
Kempen als dirigent van het Concertge
bouw-Orkest. Zij komen daarin tot de con
clusie, dat het onderzoek geen grond heeft
opgeleverd tot het nemen van maatrege
len.
Het college meent dat de aanwijzing van
Paul van Kempen door het bestuur van het
Concertgebouw N.V. voor het leiden van
een aantal concerten, zowel in als buiten
Amsterdam, niet in strijd is met de opvat
tingen, die onder de bevolking van de
stad en in de raad overheersend zijn. Wel
wordt het begrijpelijk geacht, dat deze
aanwijzing gevoelige reactie heeft gewekt.
B. en W. van Amsterdam stellen verder
vast, op grond van verkregen inlichtingen,
dat de heer Van Kempen in 1916 het land
heeft verlaten, omdat hier weinig mogelijk
heden lagen om dirigent te worden. Op 15
November 1932 verkreeg hij de Duitse na
tionaliteit. Direct na zijn terugkomst in ons
land heeft hij echter de Nederlandse natio
naliteit aangevraagd, omdat hij er, hoewel
hem na 1945 verscheidene aanbiedingen
zijn gedaan om als dirigent op te treden in
Frankrijk, Italië en Oost-Duitsland, de
voorkeur aan geeft hier te lande werkzaam
te zijn. Voor de tweede wereldoorlog uit
brak heeft de heer Van Kempen ook reeds
getracht in Nederland een aanstelling als
dirigent te krijgen, omdat hij ook toen
daaraan de voorkeur gaf. Hij is daarin niet
geslaagd.
De heer Van Kempen heeft in het begin
van de oorlog op straffe van inlijving bij
het Duitse leger enige concerten in Neder
land moeten geven voor ondei-delen van
de zogenaamde „Wehrmacht". Hij is dooi
de Russische en Amerikaanse bezettings
autoriteiten beschouwd en behandeld als
een tegenstander van het Hitler-régime. In
1943, toen hij weigerde het hem opgelegde
lidmaatschap van nazi-instellingen te aan
vaarden, heeft hij het dirigentschap van
het Philharmonisch-orkest in Dresden
moeten neerleggen. Daarna heeft hij nog
een muzikale functie bekleed in Aken en
(in 1944) op uitnodiging van de besturen
van het Residentie-Orkest en het Concert
gebouw-Orkest in ons land gedirigeerd.
Aan de heer Van Kempen is na zijn
vestiging in Nederland een arbeidsvergun
ning verleend en een vreemdelingen-pas
poort. Sedert zijn terugkomst heeft hij vele
concerten in Nederland geleid, onder meer
met het Radio-Philharmonisch Orkest, het
Rotterdams Philharmonisch Orkest en het
Concertgebouw-Orkest. Dit optreden heeft
in de afgelopen jaren nimmer enige pu
blieke reactie gewekt.
Burgemeester Wethouders vinden in
deze stand van zaken dan ook geen aan
leiding tot het nemen van maatregelen.
Na het bekend worden van dit ant
woord op de vragen van dr. Sajet werd
de vergadering van de gemeenteraad op
een met 30 tegen 8 stemmen aangenomen
voorstel van de heer Seegers (CPN) ge
schorst, teneinde de fracties in de gelegen
heid te stellen zich te beraden over haar
standpunt met betrekking tot het optreden
van Paul van Kempen.
Bewogen debat
Gistermiddag om half vijf werden de be
raadslagingen voortgezet. Dr. Sajet, herin
nerend aan het optreden van Paul van
Kempen voor de „Wehrmacht" en op Ne
derlandse podiums in bezettingstijd, stelde
voor „aan het bestuur van het Concertge
bouw ter kennis te brengen dat de ge
meenteraad van Amsterdam het optreden
van deze dirigent ongewenst acht".
Hierop volgde een bewogen debat. De
heer Herfst deelde mee dat een deel van
de fractie van de Partij van de Arbeid
tegen de motie van dr. Sajet zou stemmen,
omdat het verzamelde feitenmateriaal toch
te denken geeft. Maar de heer Van Rij
(C.H.-A.R.) achtte het in strijd met de her
denking van de gevallenen iemand toe te
laten op een cultureel vooraanstaande
ADVERTENTIE
De staatssecretarissen van Sociale Zaken
(Volksgezondheid) en van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen hebben bij
gemeenschappelijke beschikking een com
missie in het leven geroepen, die tot op
dracht heeft te onderzoeken, welke plaats
de persoonlijkheidsvorming in de huidige
opleiding van verplegenden inneemt en
welke vormen van opleiding gekozen die
nen te worden om deze persoonlijkheids
vorming zoveel mogelijk te bevorderen.
Voorzitter van de commissie is dr. D.
K. Rijkels, plaatsvervangend hoofdinspec
teur van de volksgezondheid.
plaats, die zozeer getransigeerd heeft met
zijn trouw. De communistische heer Gort
zak zei dat een stad met het devies „Held
haftig, vastberaden, barmhartig" het op
treden van Paul van Kempen niet mag
dulden.
De heer Boekei van de V.V.D. kon zich
verenigen met het antwoord van B. en W.
en bracht in herinnering dat er nota bene
concerten onder leiding van Paul van
Kempen voor de jeugd van de Partij van
de Arbeid waren gegeven. Hij kon zich niet
onttrekken aan de indruk dat de gehele
actie niet tegen Paul van Kempen maar
over diens hoofd tegen het bestuur van het
Concertgebouw is gericht. Hierbij sloot
zich de heer De Groot van de K.V.P. aan,
die bovendien van mening was dat de
raad zich op verkeerd terrein begaf. Als
het Concertgebouw de subsidies verkeerd
gebruikt, aldus deze spreker, dan zal de
raad andere wegen moeten volgen om het
bestuur tot de orde te roepen. Een stand
punt, dat door wethouder De Roos werd
gedeeld.
Verdediging door burgemeester
Burgemeester d'Ailly verklaarde dat de
actie tegen Paul van Kempen, hoewel te
haastig ontketend, hem zo sympathiek had
geleken dat hij er zich bijna bij had aan
gesloten. Maar na een diepgaand onderzoek
had de burgemeester een bevredigende in
druk omtrent diens antecedenten gekre
gen en waagde hij het niet hem onwaardig
te verklaren voor ons nationale orkest op
te treden.
Wat betreft de gewraakte concerten in
bezettingstijd deelde mr. d'Ailly mede, dat
er van de vier uitvoeringen door het Resi
dentie-Orkest twee door Van Kempen,
maar ook twee door Van Beinum zijn
geleid. In Juli 1944 weigerde Van Kempen
voor Mussert en consorten op te treden.
In Duitsland, aldus de burgemeester, heeft.
Van Kempen dikwijls moeilijkheden met
de Gestapo gehad, weigerde steeds om lid
van de nationaal-socialistische partij te
worden en werd om die reden in Dresden
uit zijn functie gezet. Later zijn er stukken
gevonden die aantonen dat hij deel uit
maakte van een anti-fascistische bewe
ging.
Van Kempen, aldxxs besloot mr. d'Ailly
zijn door de motie-Sajet noodzakelijk ge
worden verdediging, is een bekwaam diri
gent, met een internationale reputatie, die
helemaal niet in Nederland hoeft te blijven.
Hij treedt ook op als leider van ensembles
waarvan Joodse musici deel uitmaken.
Eigenlijke bewijzen zijn er tegen hem niet
in te brengen.
Hierop werd het voorstel van dr. Sajet
om de afkeuring van de gemeenteraad
over de benoeming van Paul van Kempen
ter kennis van het bestuur van het Con
certgebouw te brengen, verworpen met 21
tegen 17 stemmen. De fracties van de K.
V. P. en de V. V. D. stemden onverdeeld
tegen.
Actie van studenten
Vrijdagavond hebben naar schatting
honderd studenten getracht de dirigent
Paul van Kempen, voor hij het Concert
gebouw binnenging om de generale repe
titie van Verdi's „Requiem" te leiden, er
toe te bewegen vrijwillig van het leiden
van het orkest af te zien. Het was enigs
zins rumoerig, doch incidenten deden zich
niet voor. De politie behoefde niet in te
grijpen.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft, mede namens zijn
ambtgenoten van Justitie en Sociale Za
ken, geantwoord op schriftelijke vragen
van de heer F. Goedhart, lid van de Tweede
Kamer, met betrekking tot de benoeming
van Paul van Kempen als tijdelijk dirigent
van het Concertgebouw Orkest te Amster
dam. Er bestaat, aldus het antwoord, geen
aanleiding voor de regering om in deze
zaak stappen te ondernemen. Ook in Duits
land zijn door de daartoe bevoegde in
stanties geen maatregelen tegen Paul van
Kempen genomen. Na uitvoerig ambtelijk
onderzoek is hem in Nederland een ar
beidsvergunning verleend.
Voorts herinnert de minister er aan dat,
nu de culturele betrekkingen tussen Ne
derland en West-Duitsland weer zijn aan
geknoopt, er principieel geen bezwaar be
staat tegen het optreden van Duitse kun
stenaars in ons land, indien deze kunste
naars niet als nationaal-socialisten op de
voorgrond zijn getreden.
ADVERTENTIE
DAG EN NACHT
Het communistische raadslid de heer
G. Mol heeft de volgende vraag aan B. en
W. van Haarlem gezonden:
„Welke maatregelen hebben B. en W.
getroffen ter compensatie van de huur
verhoging, welke die personen, die door Uw
dienst van Sociale Zaken worden onder
steund, moeten betalen?"
Het antwoord van B. en W. is, dat de
personen, die een ondersteuning ontvangen
krachtens de gemeentelijke steunnormen,
een huurvergoeding ontvangen van ten
hoogste f 7,50 per week. In verband met de
verwachte huurverhoging was dit maxi
mum reeds op 1 Januari 1950 tot het ge
noemde bedrag verhoogd. Door deze maat
regel ontvangt deze groep ondersteunden
bijna geheel een volledige huurvergoeding,
aangezien slechts omstreeks 50 gesteunde
gezinnen een hogere huur dan f 7,50 per
week betalen.
(Dit antwoord bevestigt dus ons bericht,
dat wij enige dagen geleden publiceerden.
Red.. H.D.).
NACHTDIENST APOTHEKEN
Bos en Vaart-apotheek, Bos en Vaart-
straat 26. telefoon 13290.
Apotheek Florijn, Grote Houtstraat 178,
Tel. 10500.
H. Remmers en Zoon, Kruisstraat 6, tele
foon 10354.
Noord-apotheek, Jan Gijzenkade 181, tele
foon 23821.
De „Chitral" die met ongeveer 700 pas
sagiers burgers, leden van de Konink
lijke Landmacht en van het KNIL met hun
gezinnen op weg is van Indonesië naar
Rotterdam, wordt Maandag in de namiddag
te Rotterdam verwacht. De ontscheping
geschiedt Dinsdagmorgen om 9 uur.
Van 9 tot en met 18 Februari wordt in
het R.A.I.-gebouw te Amsterdam een ten
toonstelling gehouden van motoren, hulp
motoren voor rijwielen en bijbehorende
onderdelen.
ADVERTENTIE
Ze namen allen hun plaatsje in op de hoot, en de Zwartjes maakten de touwen los.
Het zeil werd gehesen en langzaam begon de prauw van de oever weg te varen.
Buiten de haai begonnen de golven hoger te gaan, en de prauw danste er over heen.
Maar ze hadden gelukkig geen van allen last van zeeziekte!
Het was een mooi gezicht, een eind van de kust af het eiland daar in de zon
te zien liggen, met de hergen, de bossen en de sierlijk wuivende palmen! Tussen het
groen zagen ze de leuke huisjes der zwartjes en het dak van het grote, witte paleis.
Boven hun hoofd holde het grote zeil, dat van matten gemaakt was, in de zeewind.
En daar hadden ze nog lekker schaduw van ook. Ze keken opgewekt rond en wezen
elkaar alles, wat ze zagen. Soms spatte het schuim van een golf, die tegen de boeg
klotste, hun om de oren; maar daar lachten ze vrolijk om.een beetje nattigheid
gaf niets, dat droogde weer gauv) genoeg in deze warmte!
En zo voeren ze steeds verder de zee over.
Op initiatief van de Amsterdamse Schaakbond en met toestemming van de Wethouder
van Onderwijs krijgen de leerlingen van de hoogste klassen van een zestal Amster
damse scholen éénmaal per week onderricht in het schaken. Deze schaaklessen worden
gegeven tijdens de vrije uren, zodat het leerprogramma hieronder niet te lijden heeft.
Evenals verleden week Dinsdag was het
programma van het gisteravond gegeven
ledenconcert der H.O.V. gewijd aan werken
van Mozart en van Franse componisten.
Geruime tijd heeft het orkest zich dus
onder leiding van Toon Verhey kunnen
verdiepen in de geest van Mozart's muziek
en van enkele meesterwerken van Frans
origine, een arbeid, die in zich zelf een
rijke beloning hield verborgen, maar die
bovendien bekroond kon worden met voor
treffelijke uitvoeringen.
De serenade „Eine kleine Nachtmusik"
diende als inleiding van het concert. Tal
loze keren is het verfijnde meesterstuk
uitgevoerd, nauwelijks minder vaak met
persoonlijke „opvattingen". Maar zelden
zal men een verklanking horen zoals die
van gisteravond, zo vrij van opgelegde
ideeën, zo direct gericht op het zuiver
muzikale element en de daarmede onver
brekelijk verbonden subtiele dynamiek. Bij
de opbouw werd elk détail van de fijne
structuur met verrassende duidelijkheid
getekend, maar bij dit in zekere zin objec
tief construeren bleef de innigheid dei-
expressie behouden.
Mozart schreef zijn serenade in 1787, als
een gerijpt meester. Het motet „Exsultate
Jubilate", dat de sopraan Erna Spooren
berg ten gehore bracht, werd veertien jaar
vroeger gecomponeerd. Mozart was zeven
tien toen hij het schreef. Het is dus een
jeugdwerk, dat evenwel naast uiterlijke,
aan de mode van de tijd onderhevige frag
menten ook gedeelten bevat, die het muzi
kale genie verraden. De instrumentatie met
de toepassing van blaasinstrumenten is
eveneens opmerkelijk. Erna Spoorenberg
gaf een prachtige vertolking van het motet,
op een enkele onverwachte rhythmische
stuwing na, voortreffelijk beheerst en ver
rukkend door klankschoonheid. De jube
lende coloratuur gaf aan haar zang een
bijzondere bekoring en ook de lyrische
kwaliteiten van het zingen konden bij de
voordracht van het motet blijken. Dat Erna
Spoorenberg tevens dramatiek tot uitdruk
king kan brengen, bewees zij met de be
wogen vertolking van de aria van Lia uit
Debussy's cantate „L'enfant prodigue",
waarbij zij een van stijlbegrip getuigende
reserve betrachtte. Toon Verhey en het
orkest stonden de zangeres met uitnemende
begeleidingen ter zijde.
Vóór de uitvoering van de aria van Lia
leidde Toon Verhey de vertolking van de
„Prélude a l'après-midi d'un faune" van
Debussy. De componist liet zich voor het
schrijven van dit werk inspireren door een
gedicht van Stéphane Mallarmé. Maar wie
verlangt nog kennis te nemen van de in
houd van dit gedicht bij het luisteren naai
de klankenschoonheid, waartoe het de aan
leiding werd? Het meesterwerk werd geen
afhankelijke illustratie van Mallermés
poëtische gedachten. Het werd een muzi
kale zelfstandigheid, die men op dit con
cert dankbaar aanvaarden kon in de uit
voering, die Verhey's bekwaamheid in het
samenvatten van een compositie, in het
mengen en tegen elkaar afwegen van in
strumentale kleuren in het tot uitdrukking
brengen van melodieën-rijkdom, in het
volle licht plaatste.
Voor „Le festin de l'araignée" van Al-
bert Roussel, dat aan het slot van de avond
werd gespeeld, lijkt het ontstaansmotief
anders geweest te zijn. Weliswaar kan men
wijzen op de zuiver muzikale waarden van
het werk, maar de bestemming van de
compositie: een ballet, heeft deze toch in
een afhankelijke positie gebracht, omdat
zij moest dienen als bijzondere illustratie
en voor het scheppen van sfeer bij te ver-
toenn taferelen. Bij het luisteren naar
concert-uitvoeringen, zoals die van gister
avond, zal toch het gemis van het aan
schouwen gevoeld worden. Of een inlei
dende verklaring in het programmablad in
het algemeen opheldering kan geven, moet
betwijfeld worden. De persoonlijke reactie
op de muziek is ten slotte beslissend voor
iedere toehoorder afzonderlijk. Het werk,
dat op het voorgaande ledenconcert even
eens tot uitvoering kwam, werd prachtig
vertolkt. P. ZWAANSWIJK
Het is begrijpelijk dat het operette-gezel
schap Johez (afdeling van de Centrale
Johez-vereniging) ter gelegenheid van het
eerste lustrum eens extra heeft willen uit
pakken. Men koos daartoe „De fidele Boer"
van Leo Fall, een werk dat veertig jaar ge
leden in Wenen zijn zegetocht begon eri
nog steeds, om zijn treffend menselijk en
bovenal gevoelig accent, in staat is het
publiek te boeien, waarbij dan de zeer me
lodieuze muziek een belangrijke rol speelt.
De sympathieke operette werd Vrijdag
avond in de uitverkochte Haarlemse Stads
schouwburg ten tonele gebracht. Ook de
directie van de drukkerij Enschedé toonde
door haar aanwezigheid belangstelling voor
het werk van deze Johez-afdeling.
Joh. van 't Vlie fungeerde als dirigent;
hij had een kwiek orkestje te zijner be
schikking en aan alles was te merken dat
hij zijn taak als muzikaal instructeur van
solisten, koor en instrumentaal ensemble
zo goed mogelijk verzorgd had. De regie
was in handen van Ely Huyboom, die
bovendien de hoofdrol vervulde. Deze dub
bele taak groeide uit tot een dubbel succes,
althans voor zover de elementen die hij te
drillen had, voor hun rol berekend waren,
wat grotendeels wel het geval was. Maar
alle hout is geen timmerhout, hetgeen niet
wegneemt dat de regisseur van een dilet
tantenvereniging het er mee moet doen.
Het eerste bedrijf gaf knap spel te zien
van de Slaapmutsboer en zijn buurman
Lindoberer. In II maakte diens zoon Vin
cent een goede entrée en zorgde Rooie
Lies met haar kleine Heinerle voor een
succesrijke scène. Het kermistoneel hield
men zeer levendig en er werd een flinke
vechtpartij geleverd, waarbij de veldwach
ter kranig zijn plicht deed. Het recruten-
ënsemble en vooral het trio van Annamirl
en de beide boeren verdienen voor hun
optreden in dit bedrijf een loffelijke ver
melding, evenals de koorzang en de orgel
muziek die mechanisch weergegeven werd,
nadat zij was opgenomen in de Doopsge
zinde kerk. Maar de acte bereikte toch
haar hoogtepunt in de treffende voordracht
van het lied „Ieder huisje heeft zijn eigen
kruisje", meer gezegd dan gezongen door
de Slaapmutsboer.
Het derde bedrijf, dat als nieuwe belang
rijke personages ten tonele bracht: de
vrouw van Stefan, alsmede diens vader,
moeder en broer, was qua uitbeelding wel
het sterkste. Maar de rol van Stefan, de
boerenzoon die, nu hij rijk getrouwd is en
het in Wenen tot professor gebracht heeft,
zich schaamt voor zijn familie, bleek een
te zware taak voor de vertolker ervan. De
anderen waren stuk voor stuk zeer goed.
Ook Annemirl kon zich in deze acte
scènisch op haar best laten gelden. De beide
boeren, alsmede Vincent, de zoon van boer
Lindoberer, leverden niet minder uit
stekend werk. Er werd daarbij voortreffe
lijk samenspel bereikt ook met het koor en
de door Hénny Meyers ingestudeerde bal
letten. Costuums, décor en belichting waren
rijkelijk in orde, zeker zo goed als wij ooit
zagen bij vertoningen van dit werk door
een beroepsgezelschap.
Het zwakke punt van de uitvoering bleek
het zingen. Niet dat er bepaald vals ge
zongen werd of dat men niet bij de zaak
was, maar op enige uitzonderingen na was
het tekort aan goede solostemmen te op
vallend om dit stilzwijgend te laten pas
seren. En zulks klemt te meer in een ope
rette als deze die mooie lyrische stemmen
vereist om tal van fraaie melodieën tot hun
recht te laten komen. Wij weten best dat
het moeilijk is en dat men van dilettanten
het onderste uit de kan niet mag eisen,
maar het zou er niet beter op worden als
we alles maar met de mantel der liefde be
dekten. Ook amateurs moeten critisch leren
zijn; ze mogen hun kwaliteiten kennen
maar dienen ook bedacht te zijn op hun
tekorten. Deze bedenking vermindert
geenszins onze waardering voor tal van
momenten in de uitvoering die er muzikaal
mochten wezen.
Na afloop had er een royale bloemen-
BINNENLAND
De economische rechter te Utrecht
heeft uitspraak gedaan in de zaak betref
fende gepleegde malversaties ten nadele van
het rijk in een autobedrijf te Jutphaas,
waar destijds militaire auto's werden her
steld. Aan de N.V. werd een boete opgelegd
van f76.000.
Op de onbewaakte overweg in de spoor
lijn Geldermalsen—Zaltbommel is Vrijdag
middag bij de brug over de Waal een auto
in botsing gekomen met een electrische
trein uit de richting Utrecht. Er deden zich
geen persoonlijke ongevallen voor. Doordat
de voorste wagen van de trein ontspoorde,
was het verkeer op het enkelsporige baan
vak enige tijd gestremd.
Het m.s. „Langkoeas" van de Koninklijke
Rotterdamse Lloyd is Vrijdag naar Indonesië
vertrokken. Voor de Gereformeerde Kerk
in Bandoeng heeft het schip een kerkorgel
aan boord. Het orgel, dat bijna 5000 kilo
gram weegt, is gedemonteerd fen in veertien
grote kisten verpakt. Aan dek vervoert de
„Langkoeas" een bijna 25 meter lange lich
ter voor de K.P.M.
Men is er in geslaagd het gat in de
Oostelijke dij! van het Muntendammerdiep
gedeeltelijk te dichten. De Westelijke pol
der, welke door de dijkdoorbraak was over
stroomd, is voor een belangrijk deel droog-
L De minister van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening heeft het wetsont
werp, houdende nieuwe bepalingen met
betrekking tot de paardenfokkerij, dat op
24 Mei 1949 bij de Tweede Kamer was inge
diend, ingetrokken.
Zeer ontdaan waren vier opgeschoten
jongens toen zij de officier van justitie bij
de rechtbank te Dordrecht een half jaar ge.
vangenisstraf tegen zich hoorden eisen. Zij
hadden over een rijwielpad een IJzerdraad
gespannen, tengevolge waarvan een wiel-
rijdster en vijf wielrijders waren gevallen,
Een der wielrijders had zich ernstig bezeerd,
Binnen het raam van het nieuwe han
delsverdrag met Duitsland hebben de Duitse
autoriteiten een bedrag van 1 millioen
dollar beschikbaar gesteld voor de import
van uien uit Nederland. De export van uien,
die sedert November 1950 was stopgezet, kan
dus worden hervat. Het voor import vrij
gegeven bedrag biedt mogelijkheid tot de
uitvoer van 18.000 19.000 ton.
Enige tyd geleden werd officieel de
eerste spade in de grond gestoken voor de
bouw van het voorlopig laboratorium voor
de medische faculteit der R.K. universiteit
te Nijmegen. Thans is gebleken, dat er nog
geen rijksgoedkeuring was voor dit werk.
Het gemeentebestuur van Nijmegen liet maar
vast met de bouw beginnen in de verwach
ting, dat de rijksgoedkeuring spoedig ver
leend zou worden. Voortzetting van de bouw
is thans verboden.
Op 9 Februari zal de heer G. J. Kruyer
aan de rijksuniversiteit te Utrecht promo
veren in de letteren en wijsbegeerte op een
proefschrift getiteld „Sociale desorganisatie,
Amsterdam tijdens de hongerwinterDit
proefschrift is waarschijnlijk de eerste we
tenschappelijke beschouwing over de hon
gertochten in de winter 19441945.
De brug over de Oude IJsel te Doe-
tinchem, welke kort vóór de bevrijding werd
opgeblazen, is hersteld en zal Dinsdag in
gebruik worden genomen.
Luitenant-generaad Calmeyer is na de
hem op zijn verzoek verleende eervolle ont
heffing uit zijn functie van plaatsvervangend
chef van de generale staf benoemd tot
persoonlijk adviseur van de minister van
oorlog. Dit adviseursschap zal zich beperken
tot de uitvoering van militair-wetenschap
pelijke opdrachten ten behoeve van onze
HAARLEM EN OMGEVING
Maandag hoopt de heer C. v. Norden
de dag te herdenken, dat hij 25 jaar geleden
in dienst trad als arbeider bij Openbare
Werken van de gemeente Heemstede. In
deze periode heeft hij vooral aandacht ge
schonken aan het uiterlijk aanzien van de
gemeente door het schoonhouden van de
straten,
Aan de Landbouwhogeschool in Wage-
ningen slaagden voor het candidaatsexamen
tropische landbouw J. J. Kraft te Heem
stede en P. E. Roehrig te Haarlem.
ADVERTENTIE
bestaande uit: Soep - Loempia - Bami of
Nasigoreng - Koffie
HAARLEM, Smedcstraat 21, Telefoon 21375
hulde plaats voor de executaten, dirigent en
regisseur. Ook de voorzitter, de heer W. A.
van Daalen, werd in het zonnetje gezet;
maar het was vooral de ijverige gang
maker van de vereniging, de heer Cor
Zwart, die onder instemmend applaus van
het publiek een hartelijke waardering on
dervond.
JOS. DE KLERK
HET TRIO VAN BACH
In mijn verslag over de Kamermuziek
avond in het Frans Halsmuseum, in de
krant van Vrijdag sloop een storende ver
schrijving. Betreffende het Trio in G van
Bach gelieve men te lezen: Deze vriende
lijke tegenhanger van het beroemde Trio
uit het „Muzikale Offer". Eigenlijk hebben
beide werken niets met elkaar te maken,
maar een „tegenhanger" kan men het ene
van het andere wel noemen.
JOS. DE KLERK
36)
Dat heb ik gedaan. Haar vader kende
nu mijn naam en bracht hartelijke groe
ten van haar over. Zodra ze weer beter
was, zou ze me schrijven. Ze had mijn
adres. De dokter was niet ontevreden:
veel rust had ze nodig en ze moest niet
herinnerd worden aan wat er in de afge
lopen weken gebeurd was.
Dit was ook de reden, dat de heer Van
Meeteren me diezelfde middag niet bij
haar toeliet. Ik was naar haar huis in
Den Haag gegaan, 'n koel statig huis aan
de Frankenslag. Haar vader was een goed
geklede man van in do zestig met grijs
haar en een lintje in zijn knoopsgat, die
wel eens rustig met me wilde praten.
„Meneer Marijns, mijn dochter wil niet
veel zeggen, maar ik heb toch zo onge
veer begrepen, wat er aan de hand is.
Die historie met die neger heeft haar ze
nuwen een klap gegeven, die te hard aan
kwam. U weet wat er gebeurd is. U bent
er zelf bij geweest. Het is heel onver
standig van mij geweest, dat ik haar niet
teruggehouden heb. In de oorlog heeft ze
wel riskanter karweitjes opgeknapt, maar
moreel lag deze zaak anders, heel anders
en dat heeft ze te laat begrepen".
„Heeft ze nog over mij gesproken?"
„Het is, geloof ik, beter, dat U waeht
tot ze U schrijft. Ze is nu overspannen".
Ik ging terug naar mijn eigen slaperige
stadje in het Oosten van het land, hoewel
ik mijn vacantiedagen nog niet opge
bruikt had. Van daaruit telefoneerde ik
elke dag en steeds weer kreeg ik haar
vader of de huishoudster te spreken, die
me vertelden, dat het iets beter ging en
dat ze me liet bedanken voor de belang
stelling en voor de bloemen, die ik een
paar maal zond. Ook schreef ik brieven,
waarin ik bekende, dat ik een egoïst was
geweest, toen ik haar die avond in het
huis van Branthorst alleen had gelaten en
terug was gegaan naar de garage, slechts
uit nieuwsgierigheid. Ik vroeg haar of ze
me dit kon vergeven, maar ik kreeg geen
antwoord en ik begon te begrijpen, dat
onze romance een abrupt einde gevonden
had. Het deed me pijn, de bittere kna
gende pijn der afgewezen minnaars, want
ik was verliefd op haar en nog ben ik dat.
Ik durf niet te zeggen, dat ik haar lief
had, want dat is een groot woord en dat
ik haar na de dood van Joe alleen gelaten
heb, wijst er ook niet op. Toch heb ik
verdriet en dit is geen mooi woord voor
gekwetste ijdelheid. Het is voor een
man vaak lastig de gevoelens van een
vrouw op de juiste waarde te schatten.
De inhoud van de brief van haar, die nu
open op mijn bureau ligt, kan ik dan ook
slechts ten dele aanvoelen. Dat ze een
paar maanden bij een of andere oom in
Zweden gaat logeren om alles uit haar
gedachten te zetten, lijkt me niet onver
standig, maar dat tussen ons altijd de
schaduw zou blijven van Joe's dood, vind
ik overdreven.
Ik ben het van het begin af aan niet
eens geweest met haar handelwijze tegen
over hem, maar om te praten over moord
is onzin. Ik pak de brief op, herlees enkele
passages.
„Als ik bij jou ben, zal ik er altijd aan
moeten denken, zal ik nooit onbezorgd
gelukkig kunnen zijn. Steeds zal ik bang
zijn, dat me de rekening nog eens gepre
senteerd wordt. Je hebt zelf tegen me
gezegd, dat je niet ergens een streep onder
kunt zetten, wanneer je er zin in hebt.
Misschien is het ook, dat we niet genoeg
van elkaar houden."
Ik weet niet of ze gelijk heeft of het
werkelijk op de lange duur zal blijken
verstandig te zijn dit afscheid. Dat we
elkaar niet meer zullen zien, ook wanneer
het Zweedse intermezzo achter de rug is,
daarvan ben ook ik overtuigd. Ik zal haar
straks schrijven, dat ik hoop, dat de tijd
deze wonde zal helen en dat ik op haar
zal wachten tot ze genezen van haar reis
terug komt. Dan zullen we opnieuw be
ginnen. Dit zal ik schrijven en de woorden
van verwachting zullen balsem zijn voor
mijn eigen desillusie, maar ik zal niettemin
weten, dat ook dit een afscheidsbrief is.
„Bravo", zei iemand op de publieke
tribune, toen de officier van justitie in zijn
requisitoir mijn naam noemde. Wat hij
precies zei weet ik niet meer, maar het
kwam er in elk geval op neer, dat hij hulde
bracht aan degene, die een zo grote rol
gespeeld had in het tot klaarheid brengen
van deze zaak. Ik geloof, dat de officier
het in ernst bedoelde, maar ik onderging
elk woord als bijtende spot. Ik lijd niet
aan een overmaat van bescheidenheid,
maar de rol, welke ik gespeeld heb in dit
avontuux-, vind ik toch die van een Don
Quichotte, ontdaan van zijn tragische allure.
Slechts bij de gratie van het toeval heb
ik nuttige resultaten bereikt.
En dan nog de afscheidsbrief van Daisy.
Misschien is die wel de reden van mijn
cynisme. Wanneer onze romance blijvend
was geweest, hadden we nu samen kunnen
gnuiven over dit goed bedoelde compli
ment. Wij tweeën en Klinkhamer zijn de
enigen, die weten hoe alles in zijn werk is
gegaan. Nu zit ik alleen in de getuigen
bank, gedesillusionneerd en geladen van
sjagx-ijn en daarom moet ik me beheersen
om de complimenteuze officier van justitie
en de man, die „bravo" riep, niet in hun
gezicht uit te lachen. Als een kwajongen.
In de hoge, koude zaal heerst de be
schimmelde x-ust van de wetboeken. Door
de hoge vensters valt grijs herfstlicht naar
binnen en in deze atmosfeer doen alle
menselijke sentimenten onwerkelijk aan.
Daden in hartstocht, in woede bedreven,
stollen hier binnen het kader van de para
grafen der wetsartikelen.
Luchtenbeld staat voor de groene tafel
en hij praat met zachte stem. De accous-
tiek is slecht, waax-door ik hem nauwelijks
kan verstaan. Een half uur lang stellen
zijn rechters hem vragen en de kleine bleke
man antwoordt zonder uiterlijk een enkele
emotie te tonen. Hij legt zijn ganse leven
bloot voor de mensen achter de groene
tafel en voor de tientallen nieuwsgierigen
op de publieke tribune. Veel is gegaan, zo
als ik indertijd reeds vermoed heb.
Voor de dood van zijn jongen zochten
hij en zijn vrouw werkelijk een armzalige
vergoeding in een meer luxueus bestaan.
Ramaar had hij in de trein leren kennen,
kort na de bevrijding. Ze hadden veel ge
praat die ochtend tussen de wielen en
Ramaar had begrepen hoe hij deze kleine
man, die moreel gebroken de oorlog uit
gekomen was, kon gebruiken.
Eerst had Ramaar veel gesproken over
de zoon, die Luchtenbeld verloren had en
later was geld ter sprake gekomen. Luch
tenbeld raakte in het web, sloeg in zijn
magazijnen de smokkelgoederen op en
zox-gde soms zelfs voor verdere expeditie.
Al gauw kregen hij en zijn vrouw genoeg
van deze smokkelzaak, maar toen werd het
heel moeilijk voor hen zich los te werken.
Ze misten de dux-f om Ramaar, die steeds
de contactman was, te trotseren. Dit alles
vertelt Luchtenbeld.
Plotseling vraagt de president: „Wat
weet u van de dood van uw vrouw?"
Voor de eerste maal aarzelt Luchtenbeld
met zijn antwoord.
„Ik weet alleen wat Ramaar mij verteld
heeft."
„En wat heeft hij u verteld? Wat is er
die avond in dat Amsterdamse hótel ge
beurd?"
De president schuift zijn lorgnet iets
hoger op de neusbrug en buigt zich voor
over om de zachte stem te volgen. In de
zaal hangt voor de eerste maal deze och
tend een spanning.
„We zaten bij elkaar die avond. Ramaar
en die neger wisten, dat mijn vrouw op
van de zenuwen was en niet langer kon
zwijgen over de moord, die Ramaar
toen
„Ja, over die schietpax-tij spreken we
dadelijk nog verder. En toen?"
Luchtenbeld zegt: „Ramaar wist ook, dat
ik alle mogelijke moeite gedaan had om
mijn vx-ouw te laten zwijgen. Hoe hij dat
wist, begrijp ik nog niet."
(Wordt vervolgd).