NILLMIJ
Het Hek van de Dam.
HARTENDORP
Stimulerende tentoonstelling
van het werk van J. J. P. Oud
TELEVISIE
RADIO-TOESTEL
„Kunst zij ons doel"
in het Huis van Looy
Nederlandse Maatschappij
N.V. LevensverzekeringMij
Jhr. mr. E. van Lennep wordt
thesaurier-generaal
OVER MUZIEK
GIUSEPPE VERDI
BOEKHANDEL H. DE VRIES
KOOPT BOEKEN
Voor ƒ4500.— aan kousen
gestolen
Verre reizen
Veel verhalen
Andere ogen
V!
In de hoofdstad uit
Aa
Haal de- spons er over!
Vragen ov^r benoemingen bij
Verkeer en Waterstaat
ZATERDAG 3 MAART 1951
De tentoonstelling van het voornaamste
werk van de architect J. J. P. Oud in mu
seum Boymans te Rotterdam wekt een
veelzijdige belangstelling die verder gaat
dan de kunst van Oud alléén. Dat komt
omdat de inrichting van deze expositie nu
eens niet de gewone schabionen volgt,
maar het gebod'ene in zijn ontwikkeling
accentueert, tot ideecn prikkelt, vergelij
kingen oproept, critieke punten niet ver
bergt. De medewerking van het Bouwcen
trum te Rotterdam was hier een belangrijke
factor: het komt ons voor dat de invloed
van de aesthetische adviseur, architect W.
van Gelderen, niet gering is geweest.
j. J. P. Oud was een der oprichters van
„De Stijl". Het is merkwaardig, dat hij in
het Gedenkboek door Theo van Doesburg
wordt beschreven als iemand die zou zijn
teruggevallen op de eertijds door hem be
streden architectuur van Van der Velde. De
strijd ging dus om principiële gedachten.
De abstracte „Stijl"-groep van Van Does
burg en Mondriaan streefde immers naar
een spel van rechte lijnen, elementaire
vlakken en primaire kleuren. Het ornament
werd verbannen. Van Doesburg's en Mon-
ciriaan's te opzettelijke, schoolmeester
achtige wand-indelingen werden op den
duur door velen als steriel beoordeeld, om
dat ze architectonisch noch picturaal be
vredigend waren. Het zogenaamde „Nieu
we Bouwen" begon terug te keren tot het
essentiële van de bouwkunst: de ruimte.
Toen wij deze winter werden getroffen
door Calder's superieure spel van zijn mo
biele plastieken met de ruimte (deze als het
ware aftastend en op wonderlijke wijze
bepalend) en toen wij daarna langs enkele
Mondriaans kwamen, werden we ons be
wust van een bijna filosofisch contrast tus
sen dynamiek en statiek.
De nieuwe bouwmethoden veroorloven
constructies die de buitenmuren hun dra
gende functies, het schragen van het dak,
het dragen van de vloeren,"ontnemen. Deze
moderne mogelijkheden hebben tijdelijk te
véél aandacht geconcentreerd op het struc-
tureel-nieuwe, op het „hoe" van het bou
wen, op de inwendige samenhang van het
skelet van een gebouw, functioneel en con
structief. Deze fase dient te worden over
wonnen, want hier wordt het middel tot
doel verheven. Wil het „Nieuwe Bouwen"
zich ontwikkelen tot een grote, objectieve
stijl als uitdrukking van onze tijd, dan zal
het gelijkelijk verankerd dienen té zijn in
de drie-eenheid van de beeldende kunst, te
weten in de architectuur, in de sculptuur
en in de schilderkunst.
Men beschouwe de te subjectieve stijl-
uitingen als symptomen van een groei
proces. Want stijl heeft in de beeldende
kunst steeds gesteund op de samenhang
van bouwkunst, beeldhouwkunst, en schil
derkunst. Wie de Egyptische tempel te Ed-
fu nadert, ontwaart achtereenvolgens twee
enorme vlakke gevels die met reusachtige
reliefs van Goden en Pharao's verlucht
zijn. Ook de beeldhouwkunst is hier fron
taal: de beelden hebben een uitdrukkelijke
vóórkant en staan met de rug tegen de
muur. Elke grote historische stijl heeft die
wisselwerking tussen de kunsten bewerk
stelligd. Men herkent dat onmiddellijk in
de Romaanse kunst, de Gothiek, in het
Moorse Alhambra van Aben Cencid, in de
Renaissance, in het Barok. Ook de Lode-
wijk-stijlen hadden tot voorbeeld kunnen
dienen: als die onderlinge betrekking af
neemt, verzwakt de stijl óók.
De gehele ontwikkeling in het werk van
architect Oud vertoont een neiging tot het
wederbetrekken van het décoratieve ele
ment in zijn architectonische concepties.
Die stap leek gemakkelijk, maar was ge
vaarlijk, omdat er in Oud's bouwtrant
reeds een sterk functioneel element, een
openleggen van het constructieve aanwezig
was. Op bijgaande foto (de trap uit het
uiterlijk zo schitterend geslaagde kantoor
gebouw van de B.I.M.) ziet men het func
tionele overal open liggen. Men begrijpt
waarom men het plafond of de eerste ver
dieping niet op zijn hoofd krijgt: vier zware
zuilen schragen het zware gewicht. Daar
naast doen die zuiver décoratieve krullen,
onder aan de trap, als niet essentiëel aan.
Temidden van die functionaliteit spreekt
die ornamentiek een contrasterende taal.
Het is als een snor die op een doodskop is
geplakt. Op de hogere étages is de aesthe
tische botsing nog erger.
Maar er zijn nog andere ideeën die door
deze expositie gestimuleerd worden. De
ontzaglijke vitaliteit en de stuwende kracht
ADVERTENTIE
van de
van 1859
Levensverzekeringen,
lijfrenten-, studieen
uitzetverzekeringen, enz.
Hoofdinsp. te HaarlemL. G. VAN BRINK
Kenaupark 21 Telefoon 16795
ZATERDAG 3 MAART
Stadsschouwburg: „Noodhulp" (Comedia),
8 uur. Gem. Concertgebouw amusements
vereniging „De melodisten", 8 uur. Kunst
zalen Frans Heerkens Thijssen: Maristen-
toonstelling, 10—5 uur (tot 11 Maart). Kunst
handel Leffelaar, Wagenweg: Expositie
Waalko Dingemans, 105 uur (tot 3 Maart).
Rembrandt: „De vader van de bruid", alle
leeft., 2, 4.15 7 en 9.15 uur. Palace: „Verdwe
nen vrouw", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Luxor: „Zo jongzo slecht", 18 j., 2, 4.15,
en 9.15 uur. City: „Paul Vlaanderen", 14 j„
2:15, 4.30, 7 en 9.15 uur Spaarne: „Cassidy's
offer", 14 j„ 2.30, 7 en'9.15 uur (Zondag 2,
f15, 7 en 9.15 uur). Frans Hals: „Bob Hope
m de knoop", 14 j„ 2.30, 7 en 9.15 uur (Zon
dag 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Dinsdag 8 uur).
ZONDAG 4 MAART
Stadsschouwburg: „Noodhulp" (Comedia),
8 uur. Gem. Concertgebouw: Optreden van
kilima Hawaiïans, Lou Bandy en anderen,
8 uur. City: Zondagmorgenvoorstelling „De
Pioniers", 14 j. Bioscopen: Middag- en avond
voorstellingen
MAANDAG 5 MAART
Concertgebouw: Optreden van Clara
Haskil, 8 uur. Immanuelkcrk: Johannes Pas-
8 uur. Bioscopen: Middag- en avond-
Voorstellingen.
van Le Corbusier daagt achter de Rotter
damse tentoonstelling voor ons op. Riet-
!e d.s wo°rden bij de opening: „Oud is één
facetten van de moderne architectuur"
worden op deze expositie ten volle bewaar
heid!
Duidelijk ziet men de tragiek van de
bouwkunst, die in wezen een dienende
Kunst is. Elk bouwsel, mausoleum, kerk,
kantoor of complex van arbeiderswoningen,
dient een idée. Dat is een geestelijke func
tie die aan de materiële ontstijgt. Men kan
ie geestelijke functie het monumentale
van een bouwwerk noemen. Bij een mau
soleum of een kerk vloeien het materiële
en de monumentaliteit grotendeels samen.
b het kantoorgebouw van de B.I.M. heerst
inwendig de utiliteit, terwijl uitwendig de
monumentaliteit zich tot het aangename en
gemakkelijk aansprekende beperkt.
De uitnemend geïllustreerde en toege
lichte catalogus is een blijvend aandenken
aan de liefde en het vakmanschap waar
mede deze expositie werd opgezet.
H. SCHMIDT DEGENER.
ADVERTENTIE
Waarom risico iopen
bij een stofzuiger kopen
GA NAAR
DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK
Gen. Cron.jéstraat 43 - Kruidbergerweg 51
Telefoon 16990 17696
Vanaf ƒ2.50 per week.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken.
Te Rotterdam wordt een tentoonstelling
gehouden van werken van de architect J.
J. P. Oud, bestaande uit tekeningen,
maquettes en foto's. Hij begon zijn loop
baan in 1912 met een woonhuis in Pur-
merend, zijn geboorteplaats. Uit de laatste
jaren vindt men er afbeeldingen van het
nationale legermonument Grebbeberg en
een niet uitgevoerd ontwerp voor liet
Hofplein. Onderstaande foto laat een in
terieur zien van het door Oud gebouwde
kantoor van de Bataafse Import-Maat
schappij aan de Bezuidenhoutseweg te
's-Gravenhage.
Wegens het aanvaarden van een functie
bij de Internationale Bank voor Herstel en
Ontwikkeling in de Verenigde Staten zal
drs. W. Koster aftreden als thesaurier-
generaal. Hij zal worden opgevolgd door
jhr. mr. E. van Lennep.
De heer Van Lennep werd op 20 Januari
1915 te Amsterdam geboren. Sedert 1945
was hij werkzaam bij de Nederlandsche
Bank. Hij was hoofd van het Bureau Cer
tificatie en van het Bureau Aangifte In
levering Effecten.
Van 1 April 1948 tot eind 1950 stond de
heer Van Lennep ter beschikking van de
luitenant-gouverneur-generaal in Neder
lands Indië en vervolgens van de Hoge
Vertegenwoordiger van de Kroon in Indo
nesië Voor de behandeling van financiële
aangelegenheden. Na de souvereinileits-
overdracht was hij hoofd van de financiële
afdeling van het Hoge Commissariaat van
Nederland in Indonesië.
ADVERTENTIE
Door onze grote voorraad
Uw matrassenreparatie
zonder prijsverhoging
's morgens gehaald, 's avonds gebracht
HAARLEMS MATRASSEN HUIS
H. DE GRAAFF
Gr. Houtstraat 103 - Haarlem - Tel. 11485
ADVERTENTIE
komt niet IN PLAATS VAN,
maar NAAST de RADIO
aOSE "E.
°(T AILH**
Een Televisietoestel geeft met het beeld alleen
het daarbij behorende geluid, dat tegelijk uitge
zonden wordt. - Voor de gewone radio-ontvangst
blijft een
noodzakelijk.
Publicatie van de Nederl. Vereniging van
Radio-detailhandelaren (N.V.R.D.) - Afd.
Haarlem en omstreken.
De tot 18 Maart durende tentoonstelling
van het genootschap „Kunst zij ons doel"
in het museum „Het Huis van Looy" be
vat werk van ongeveer -dertig stemhebben
de leden. Er zijn vele Haarlemse kunste
naars bij, wier werk we vaak besproken
hebben.
De drie Zeegezichten van Oskar Mendlik
dwingen de toeschouwer onwillekeurig tot
een onderlinge vergelijking: elk dezer
werken behelst een eigen visie op de
macht der natuur, een andere bladzijde
van dat open boek van de zee, welks die
pere betekenis ons steeds verborgen zal
blijven. Van Dirk Harting is er een gevoe
lig damesportretje, in potlood. S. H. de
Roos toont zeer beheerste, bijna klassicis-
tische landschappen: zijn „Esch aan de
Süre" zou men bij vergissing tussen de
tekeningen van Goethe kunnen opbergen.
De beide aquarellen „Versteend land
schap" getuigen van de grote kleurbeheer-
sing van A. J. Grootens: zou het geen suc
ces kunnen zijn als met deze rijke groe
pering van Chinese motieven een kostelijk
decoratief behangselpapier zou worden ge
drukt? Men raakt er werkelijk niet op
uitgekeken en er zit zo'n voorname, zich
nooit opdringende kleurenharmonie in.
Dan zijn er bloemenstillevens van me
vrouw H. Dingemans, een afbeelding van
een pop van Harry van Tussenbroek door
J. Visser, die meer nauwkeurig dan be
wegelijk is. De naam „Dansende franje"
drukt iets anders uit dan het schilderij
weergeeft.
We kunnen niet alle inzendingen be
spreken. Enerzijds zijn er te veel, ander
zijds zijn er bij die niet geheel rijp zijn.
Van der Colk benaderde in zijn „Azalea
in de kas" uitnemend het vochtige, gefil
terde, aquarium-achtige licht van de dam
pige broeikas. Ruim en teer is „Jasmijn"
van mej. M. Deinum. Het met twee beel
den versierde statiehek van de boerderij
„Zwaansvliet" in de Beemster is een
meesterlijke ets. Tine Honig verrast met
haar prachtige „Mimosa": wat een subtiel
evenwicht tussen détails en totaliteits-
indruk is hier bereikt. A. Potgieter is weer
de man van het geïnspireerde coloriet, het
hechte kleurengeheel. Zijn niet in de cata
logus vermelde „Duinlandschap" is fraai
van bouw en gezichtshoek. Een zelfde
zekerheid is er in het stukje „Herfststem-
ming" van mevrouw H. Marcus. Huib de
Ru verwondert telkens weer door zijn zui
ver figuur-tekenen: hij weet bovendien
litteraire gegevens uitnemend in beelden
de kunst te transponeren. F. A. van Vel-
sen bereikt parelmoer-achtig'e reflexen in
zijn landschappen, A. C. van Noort ont
dekte de sluimerende kleurenrijkdom van
de winter. Joh. Ph. Hoogwout maakte een
knap Frans landschap (aquarel) en enige
kleine plastieken.
We hebben grote bewondering voor „In
afwachting" van mevrouw E. L. H. Wou-
tersen van Doesburgh: die lege achter
grond is als contra-motief van de prachtig
gevulde tafel een goede vondst. Blijkbaar
wordt er een oudere vriendin verwacht.
Alles wordt nog eens geïnspecteerd. In de
spiegel het beeld van een rijk gemeubelde
kamer.
Wij hebben de indruk dat het licht in
de grote zaal van het Huis van Looy te fel
en te hard is: zou hier niet eens een velum
geprobeerd kunnen worden?
H. SCHMIDT DEGENER
De heer H. P. Baard, conservator van het
museum, geeft onze medewerker voor beelden
de kunsten volkomen toe dat het licht te hard
en te fel is. Hij vreest zelfs dat het van dc zomer
nog wel erger zal worden. Maar helaas laten
de beschikbare financiële middelen het aan
schaffen van velums niet toe, al wordt de nood
zaak daarvan ingezien. Zodra de begroting het
mogelijk maakt, zal dit één der eerste dingen
zijn waarin wordt voorzien. Red. H. D.
ADVERTENTIE
Afd. Antiquariaat
Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem
enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken.
Aan huis te ontbieden.
De recherche te Rotterdam heeft een 30-
jarige vertegenwoordiger en een 32-jarige
chauffeur aangehouden, die een grote
partij kousen uit het huis van de chauf
feur naar elders wilden brengen. Het bleek,
dat de partij afkomstig was van een dief
stal uit een textielzaak aan de Proveniers
singel, waar in de nacht van 20 op 21 Fe
bruari voor f 4500 aan kousen en klossen
garen werd gestolen.
Wij hebben dezer dagen een branden
de wens in vervulling zien gaan. Sinds
jaar en dag heeft namelijk de vraag aan
ons hart geknaagd, waar de Amstel ein
digt. Welnu, zij knaagt niet meer, want
wij weten het. Tijdens een lange en wij
mogen wel zeggen bovenmenselijk zwa
re expeditie hebben wij de loop van
deze rivier dwars door de Amsterdamse
rimboe gevolgd, slag leverend met in
boorlingen, die ons de weg trachtten te
versperren, en voortdurend gekweld
door een mateloze dorst. Pas nu weten
wij wat wérkelijk dorst is. Vergeleken
bij ónze beproevingen zijn die van de
onderzoekers, die de loop van de Ama
zone exploreerden, van niet belangrijker
aard dan een ingegroeide nagel in de
teen. De Amazone mag dan haar kleine
onaangenaamheden hebben, de Amstel-
zóne heeft in haar primitieve woestheid
geen gelijke.
Maar vrienden, zij was het waard de
dorst en de hinderlagen en de vermoeie
nissen van de omwegen zonder tal, wan
neer het volgen van de rechte weg on
mogelijk was. Want toen wij bleek en
uitgeput en ongeschoren met verschroei
de lippen ons doel hadden bereikt, ont
rolde zich voor onze brandende ogen een
schouwspel zo mateloos schoon en zo
indrukwekkend, dat ons hart juichte van
blijde ontroering en bewogenheid. Want
wij zagen daar de machtigste der mach-
:igen op zijn troon, waaronder het prach-
tig-diepbruine water van de Amstel
spelend klotste, de brigadier van politie
Jaap Konijn in zijn duiventil, waaruit
hij het verkeer op het Muntplein regelt.
Het doel was bereikt.
Eerst willen wij echter in eenvoudige
bewoordingen, die de ontdekkingsreizi
ger sieren, het relaas doen van onze
tocht, die aanving op de plaats waar de
heer Berlage een brug sloeg tussen Sta'-
lin en mr. Treub. Onvervaard staken wij
daar de woeste Amstel over om de
Weesper-oever te volgen. Aanvankelijk
vonden wij nog propere behuizingen en
werkplaatsen, maar alras veranderde
dat. Grote bouwsels, waarin in vroeger
tijden zogenaamde patriciërs huisden,
namen hun plaats in. Bezeten van de wil
tot verder gaan, zetten wij door en be
landden zo in contreien, waar mensen
woonden met vréémde namen. Wij pas
seerden de smid Gnirrep, een naam die
ons even deed huiveren. En verderop
zagen wij de timmerman Kinkus. De
heren Gnirrep en Kinkus zagen wij niet
persoonlijk, maar het moeten kleine
schichtige mannetjes zijn, bedrijvig ha
merend en arbeidend in schemerige al-
coven, verscholen in de grove, sombere
steenklompen van de Weesperzij. Een
laatste buitenpost van de beschaving, het
Amstel-hótel, lieten wij links liggen en
voort, vóórt ging het weer. Nog meer
veranderde het aspect toen wij de stads-
timmertuinen achter ons gelaten had
den en doordrongen in streken, waar
nog nimmer een blanke een voet gezet
heeft. Langs het paleis van wonder
dokter Gazilmans, een naam die onze
adem deed stokken, gingen wij en kwa
men tenslotte aan de grenzen van de
nederzetting, die het geheim van cle
Amstel zou omsluiten.
Daar voor het eerst zagen wij weer
mensen, althans Amsterdammers. Het
waren niet de aanzienlijken, die daar
huisden op de Zwanenburgwal en de
Groenburgwal. Zij scharrelden met lom
pen, die zij in en uit platte schepen
haalden en staarden wantrouwig naar
de vreemde indringer. Zij spraken een
vreemd dialect, want toen wij hen om
doortocht verzochten, stapte een lange
en magere vooruit en zei: „Ksaljen
beukop jekiese geife". Haastig maakten
wij een omtrekkende beweging en snel
den voort, totdat wij tenslotte in het
hart van de kraal aankwamen, waar wij
onze ogen uitkeken naar allerlei vreem
de gewoonten en gebruiken, die men
elders niet zal aantreffen. De bevolking
bewoog zich met haar voertuigjes over
smalle weggetjes die men uit gespaard
had op brede grachten. Ontstond er een
opstopping, omdat bijvoorbeeld een
bakfiets werd uitgeladen, dan kon men
drie dingen doen: heel hard achteruit
rijden tegen het volgende voertuig op,
in het voertuig blijven zitten schelden
of uitstappen om béter te kunnen schel
den. Op bijgaande moment-opname iet
men zo'n situatie afgebeeld. Zo zien
echte Amsterdammers er nu uit. Wan
neer het schelden enige tijd had aange
houden, stapte men verheugd weer in,
omdat men er een heleboel nieuwe
woorden bijgeleerd had. Dat de bevol
king voorts een sterk gevoel voor tra
ditie bezat, bleek wel uit het feit dat
grote ijzeren vergaarbakken op wielen
met kettingremmen, zogenaamde trams,
nog vrolijk tingelend door de straten
reden.
Een van de dingen, die ons oprecht
speten daar aan het einde van de Am
stel, was dat wij de taal van de bevol
king niet konden verstaan. Wij hadden
anders mogelijk nog tal van belang
wekkende waarnemingen kunnen ver
richten. Zoals het nu was, moesten wij
gebarentaal gebruiken om onze wen
sen kenbaar te maken, maar dat ging
heel goed, want het bleek wel een
vriendelijk volkje.
Hetgeen allemaal niet wegnam, dat
wij verheugd waren toen wij de Am
sterdamse poort, dat bastion van de
Westelijke beschaving, op onze terug
reis weer in het oog kregen.
Wij hebben een missive ontvangen,
die ons met schrik en ontzag vervuld
heeft. Zij is afkomstig van het zwem
bad aan de Heiligeweg, een instituut
dat eveneens het Turkse bad beheert,
waarvan wij vorige week schreven dat
het zo bijzonder goed is tegen de ge
volgen van overmatig alcoholgebruik.
De directie schrijft ons:
„Een verontwaardigd bezoeker van
ons Turkse bad zond ons een uitknip
sel van uw stukje in het Hek van de
Dam. Hij beklaagt zich dat zijn veel
vuldige bezoeken aan ons bad door zijn
vrouw thans met andere ogen worden
gezien en verzoekt ons door een for
mele rechtzetting van de bedoeling der
Turkse baden, zijn huiselijke vrede
weer te herstellen".
Men ziet en de verontwaardigde
bezoeker zal onze mening delen dat
men niet voorzichtig genoeg kan zijn
in het leven. Voordat men het weet,
begint uw vrouw u met andere ogen in
het Turse bad te bezien en dan is het
hek natuurlijk van de dam.
De directie spreekt dan haar waar
dering uit over onze geestige voorstel
ling van zaken, maar maakt het voor
behoud, dat deze eigenlijk in de Ro
meinse tijd actueel zou zijn. „In onze
moderne tijd zijn Turkse baden onmis
baar voor dames die hun figuur trach
ten te redden". Sommigen proberen
Het Amsterdams Toneelgezelschap
geeft Zaterdag en Zondag de eerstè
voorstellingen in de hoofdstad van
„Het dubbelleven van Sir William"
(Accolade) door Emlyn Williams,
onder regie van Louis Saalborn, met
in de voornaamste rollen: Elise Hoo-
mans, Jenny van Maerlant, Cruys
Voorbergh, Ben Groenier en anderen.
De Nederlandse Opera geeft Zondag
middag een extra voorstelling van
Beethovens FidelioVoor Dinsdag
avond staat „De Parelvissers" op de
agenda.
Het Nederlandse Volkstoneel vertoont
Zondagavond in de Doelenzaal aan
de Kloveniersburgwal Het vergeten
peloton" onder regie van de schrij
ver, Hans Tiemeyer. Anita Menist,
Jan Vreken en vele anderen treden
er in op.
In het Leidseplein Theater speelt
dagelijks het A.B.C.-cabaret van Wim
Kan en Corry Vonk (met Johan El-
sènsohn), in het Centraal Theater
geven Cor Ruys en de zijnen een
reeks vertoningen van Meeuwen
boven Sorrento" en in de Kleine
Komedie aan de Amstel wordt nog
gedurende korte tijd „Vreemd Tus
senspel" van O'Neill opgevoerd (met
Ank van der Moer) onder regie van
Johan de Meester (Nederlandse Co-
medie).
In de kleine zaal van het Concert
gebouw geeft de violist Kees Kooper
hedenavond een recital met mede
werking van de pianiste Marie Louise
Boehm. Zondagmiddag zingt Karei
Willink (met Johan van den Boogert
aan de piano) „Die Winterreise" van
Schubert. Des avonds speelt de pia
nist Max Egger. Maandagavond kan
men luisteren naar het duo Michael
Mann (alt-viool) en Yalta Menuhin
(piano) met een programma van
voornamelijk moderne componisten.
Dinsdag zingt Dorea Raye met bege
leiding van Felix de Nobel.
Het Concertgebouw Orkest geeft
Zondagavond een volksconcert onder
directie van Jean Fournet met mede
werking van Geza An da, solist in het
Eerste Pianoconcert van Chopin.
Verder worden xiitgevocrd de ouver
ture „La dame blanche" van Boiel-
dieu en de Symphonie fantastique
van Berlioz. Maandagavond speelt
Theo Bruins voor de kunstkring
verken van Bach, Beethoven en
ïavel,
In kunstzaal Van Lier aan het Rokin
opent burgemeester d'Aïtly heden
middag een tentoonstelling van nieu
we werken door Prinses Wilhelmina.
De baten komen ten goede aan het
Steuncomité voor Nederlandse beel
dende kunstenaars.
De Amsterdamse Filmliga vertoont
hedenmiddag en in de nacht van
Zaterdag op Zondag in Hypokrite-
rion in de Roeterstraat de beroemde
film „Het testament van dr. Mabuse"
door Fritz Lang, gemaakt in 1934. j
het ook met een Turkse sigaret.
BOEDA
Vijftig jaar geleden stierf de Maëstro, de
componist van Otello en van het Requiem,
de grote zanger uit Italië, die millioenen
mensen in de wereld met muzikale schoon
heid gelukkig maakt. Hij was als kind een
arm jongetje; door gestage arbeid leerde hij
het handwerk van de musicus en tussen
allerlei wederwaardigheden ontplooiden
zich de grote geest, het muzikale hart, de
intelligentie. Verdi werd tijdens zijn leven
beroemd, maar bleef eenvoudig en had ten
opzichte der kunst de voorbeeldigste hou
ding, die men zich denken kan. Hij was
een wereldveroveraar die het geluk en de
schoonheid verspreidde en die geen andere
raadgevers had dan het muzikale genie en
de adel van geest. Als vrijheidlievend.
Italiaan streed hij niet anders dan met
gezang en dit gezang duurt voort, en het
kent geen andere aggressie dan de over
tuiging van de vredelievende muziek. Hij
was een klassiek muzikant, in wiens geest
het genie en de liefde tot de muziek on
deelbaar vermengd waren. Hij heeft zich
bij zijn werk nooit bekommerd om prin
cipes die buiten zijn vak stonden; hij ging
zo volmaakt op in alles wat de muziek
hem insprak, dat er voor problemen geen
plaats en geen tijd was. Zijn stijl dat is
de stijl van het muzikale Italië groeide
met de ontwikkeling van de mens, zonder
enige afdwaling van de onbevangen muzi
kale poëzie waarmee de Italiaan geboren
wordt. Zijn spontaniteit nam alle risico's",
maar miskende nooit de vele eisen van het
vak. Hij heeft geen maat geschreven voor
het gezang of voor het orkest die niet tot
in de meest precieuze détails de meester
hand verraadt. Wanneer onder de Noorder
lingen zich sommigen gesloten houden voor
deze muziek dan missen deze mensen een
muzikaal geluk, dat zij nergens zullen vin
den. Zij zullen het lichte, zonnige, dat
Verdi's melodieën opwekt, vergeefs elders
zoeken; gesteld dat zij er naar verlangen.
Want maar al te zeer begraven de Noor
derlingen zich, waar zij menen zich te ver
diepen.
Men is er zeker van dat Verdi een groot
moedig mens was. Hij wist bij ervaring, van
zijn kinderjaren af, wat het was door maat
schappelijke zorgen gekweld te worden
terwijl men de kunst dient. Toen het hem
in latere jaren goed ging, vergat hij niet
dat hij een muzikant was als de vele an
deren om hem heen: zangers, strijkers,
blazers, enzovoorts. Niet dat hij uitblonk
rekende hij zich tot een eer, maar dat hij
van nature behoorde aan de muziek. Hij
was goed voor iedereen, want hij was een
collega; hij was streng voor zichzelf want
hij was een meester. Hij koesterde en lief
koosde zijn intelligentie niet als een intel
lectualistisch kapitaaltje voor zichzelf,
maar besteedde alles voor de bloei der
muziek en de musici, en daarmee voor
iedereen die de muziek liefheeft. Dat hij
van mens tot mens edelmoedig was eerde
zijn spontaniteit, zijn directheid.
Hij liet een rusthuis voor musici bouwen;
Casa di Riposo per i Musicisti, waarvoor
hij ongeveer zijn gehele vermogen uitgaf
en waarvoor hij ook de toekomstige op
brengsten van zijn werken bestemde. Toen
later zijn stoffelijk overschot naar dit huis
werd overgebracht, werd aan de nagedach
tenis van de vereerde maëstro door een
koor van duizend mensen hulde en dank
gebracht.
En nu beleven wij de gelukkige dagen
dat overal Verdi's muziek gezongen wordt
met een sentiment en een ovei-tuiging, die
zich edelaardig verheffen boven de ver
wording der wereld. Als de radio ooit tot
iets goeds kan dienen dan zal het in dit jaar
zijn, waarin de Italiaanse omroep 24 opera's
van de meester zal uitzenden; het is alleen
maar jammer dat men er niet bij is, niet
alleen om het gemis van het spel, maar ook
om de essentiële betekenis van het bij
wonen. Maar het is gelukkig dat in alle
steden gelegenheid is werken van Verdi te
horen er. te zien. De Nederlandse Opera
blijft niet. achter bij alle andere instellingen
en bezorgt ir. ons land allen, wier hart niet
gesloten is .voor de zon der muziek, het
geschenk van Verdi's schoonheid. Meer
dan elders moge in deze mistige streken de
helderheid dezer vrije, onbevangen kunst
aan duizenden geluk schenken. Dan zal in
de harten dezer duizenden het koor uit
„Nabuco" weerklinken.
HENDRIK ANDRIESSEN.
ADVERTENTIE
Drukke dag
Veel gebet...
Ongelukje
Het Tweede-Kamerlid de heer Verkerk
(A.-R.) heeft aan de minister van Verkeer
en Waterstaat gevraagd of het juist is dat
op het departement van Verkeer en Wa
terstaat dezer dagen vier referendarissen
zijn benoemd tot administrateur en twee
administrateurs tot administrateur-a en
dat is ingesteld een afdeling juridische en
economische zaken onder leiding van de
huidige secretaris-generaal. De heer Ver
kerk vraagt verder waarom van deze be
noemingen geen mededeling is gedaan in
de Nederlandse Staatscourant; uit welke
begrotingspost deze wijzigingen worden
gefinancierd en in hoeverre zij stroken
met de gedachte, ten grondslag liggend aan
de Kamerbeslissing ten aanzien van de
topsalarissen en de noodzakelijke interne
bezuiniging op de staatshuishouding. Ten
slotte informeert de heer Verkerk naar de
redenen van de veranderingen en de spoed
waarmede zij tijdens een kabinetscrisis zijn
ten uitvoer gelegd.
Hef toeristendorpje Spculde op de
Vcluwe heeft electrisch licht gekregen.
Tijdens een feestelijke bijeenkomst der in
woners blies de 90-jarige Frans Ouwendorp
een petroleumlamp uit, waarna burgemeester
H. M. Martens van Ermelo een electrische
lamp ontstak.