NILLMIJ Het Hek van de Dam. HARTENDORP Stimulerende tentoonstelling van het werk van J. J. P. Oud TELEVISIE RADIO-TOESTEL „Kunst zij ons doel" in het Huis van Looy Nederlandse Maatschappij N.V. LevensverzekeringMij Jhr. mr. E. van Lennep wordt thesaurier-generaal OVER MUZIEK GIUSEPPE VERDI BOEKHANDEL H. DE VRIES KOOPT BOEKEN Voor ƒ4500.— aan kousen gestolen Verre reizen Veel verhalen Andere ogen V! In de hoofdstad uit Aa Haal de- spons er over! Vragen ov^r benoemingen bij Verkeer en Waterstaat ZATERDAG 3 MAART 1951 De tentoonstelling van het voornaamste werk van de architect J. J. P. Oud in mu seum Boymans te Rotterdam wekt een veelzijdige belangstelling die verder gaat dan de kunst van Oud alléén. Dat komt omdat de inrichting van deze expositie nu eens niet de gewone schabionen volgt, maar het gebod'ene in zijn ontwikkeling accentueert, tot ideecn prikkelt, vergelij kingen oproept, critieke punten niet ver bergt. De medewerking van het Bouwcen trum te Rotterdam was hier een belangrijke factor: het komt ons voor dat de invloed van de aesthetische adviseur, architect W. van Gelderen, niet gering is geweest. j. J. P. Oud was een der oprichters van „De Stijl". Het is merkwaardig, dat hij in het Gedenkboek door Theo van Doesburg wordt beschreven als iemand die zou zijn teruggevallen op de eertijds door hem be streden architectuur van Van der Velde. De strijd ging dus om principiële gedachten. De abstracte „Stijl"-groep van Van Does burg en Mondriaan streefde immers naar een spel van rechte lijnen, elementaire vlakken en primaire kleuren. Het ornament werd verbannen. Van Doesburg's en Mon- ciriaan's te opzettelijke, schoolmeester achtige wand-indelingen werden op den duur door velen als steriel beoordeeld, om dat ze architectonisch noch picturaal be vredigend waren. Het zogenaamde „Nieu we Bouwen" begon terug te keren tot het essentiële van de bouwkunst: de ruimte. Toen wij deze winter werden getroffen door Calder's superieure spel van zijn mo biele plastieken met de ruimte (deze als het ware aftastend en op wonderlijke wijze bepalend) en toen wij daarna langs enkele Mondriaans kwamen, werden we ons be wust van een bijna filosofisch contrast tus sen dynamiek en statiek. De nieuwe bouwmethoden veroorloven constructies die de buitenmuren hun dra gende functies, het schragen van het dak, het dragen van de vloeren,"ontnemen. Deze moderne mogelijkheden hebben tijdelijk te véél aandacht geconcentreerd op het struc- tureel-nieuwe, op het „hoe" van het bou wen, op de inwendige samenhang van het skelet van een gebouw, functioneel en con structief. Deze fase dient te worden over wonnen, want hier wordt het middel tot doel verheven. Wil het „Nieuwe Bouwen" zich ontwikkelen tot een grote, objectieve stijl als uitdrukking van onze tijd, dan zal het gelijkelijk verankerd dienen té zijn in de drie-eenheid van de beeldende kunst, te weten in de architectuur, in de sculptuur en in de schilderkunst. Men beschouwe de te subjectieve stijl- uitingen als symptomen van een groei proces. Want stijl heeft in de beeldende kunst steeds gesteund op de samenhang van bouwkunst, beeldhouwkunst, en schil derkunst. Wie de Egyptische tempel te Ed- fu nadert, ontwaart achtereenvolgens twee enorme vlakke gevels die met reusachtige reliefs van Goden en Pharao's verlucht zijn. Ook de beeldhouwkunst is hier fron taal: de beelden hebben een uitdrukkelijke vóórkant en staan met de rug tegen de muur. Elke grote historische stijl heeft die wisselwerking tussen de kunsten bewerk stelligd. Men herkent dat onmiddellijk in de Romaanse kunst, de Gothiek, in het Moorse Alhambra van Aben Cencid, in de Renaissance, in het Barok. Ook de Lode- wijk-stijlen hadden tot voorbeeld kunnen dienen: als die onderlinge betrekking af neemt, verzwakt de stijl óók. De gehele ontwikkeling in het werk van architect Oud vertoont een neiging tot het wederbetrekken van het décoratieve ele ment in zijn architectonische concepties. Die stap leek gemakkelijk, maar was ge vaarlijk, omdat er in Oud's bouwtrant reeds een sterk functioneel element, een openleggen van het constructieve aanwezig was. Op bijgaande foto (de trap uit het uiterlijk zo schitterend geslaagde kantoor gebouw van de B.I.M.) ziet men het func tionele overal open liggen. Men begrijpt waarom men het plafond of de eerste ver dieping niet op zijn hoofd krijgt: vier zware zuilen schragen het zware gewicht. Daar naast doen die zuiver décoratieve krullen, onder aan de trap, als niet essentiëel aan. Temidden van die functionaliteit spreekt die ornamentiek een contrasterende taal. Het is als een snor die op een doodskop is geplakt. Op de hogere étages is de aesthe tische botsing nog erger. Maar er zijn nog andere ideeën die door deze expositie gestimuleerd worden. De ontzaglijke vitaliteit en de stuwende kracht ADVERTENTIE van de van 1859 Levensverzekeringen, lijfrenten-, studieen uitzetverzekeringen, enz. Hoofdinsp. te HaarlemL. G. VAN BRINK Kenaupark 21 Telefoon 16795 ZATERDAG 3 MAART Stadsschouwburg: „Noodhulp" (Comedia), 8 uur. Gem. Concertgebouw amusements vereniging „De melodisten", 8 uur. Kunst zalen Frans Heerkens Thijssen: Maristen- toonstelling, 10—5 uur (tot 11 Maart). Kunst handel Leffelaar, Wagenweg: Expositie Waalko Dingemans, 105 uur (tot 3 Maart). Rembrandt: „De vader van de bruid", alle leeft., 2, 4.15 7 en 9.15 uur. Palace: „Verdwe nen vrouw", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Zo jongzo slecht", 18 j., 2, 4.15, en 9.15 uur. City: „Paul Vlaanderen", 14 j„ 2:15, 4.30, 7 en 9.15 uur Spaarne: „Cassidy's offer", 14 j„ 2.30, 7 en'9.15 uur (Zondag 2, f15, 7 en 9.15 uur). Frans Hals: „Bob Hope m de knoop", 14 j„ 2.30, 7 en 9.15 uur (Zon dag 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Dinsdag 8 uur). ZONDAG 4 MAART Stadsschouwburg: „Noodhulp" (Comedia), 8 uur. Gem. Concertgebouw: Optreden van kilima Hawaiïans, Lou Bandy en anderen, 8 uur. City: Zondagmorgenvoorstelling „De Pioniers", 14 j. Bioscopen: Middag- en avond voorstellingen MAANDAG 5 MAART Concertgebouw: Optreden van Clara Haskil, 8 uur. Immanuelkcrk: Johannes Pas- 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond- Voorstellingen. van Le Corbusier daagt achter de Rotter damse tentoonstelling voor ons op. Riet- !e d.s wo°rden bij de opening: „Oud is één facetten van de moderne architectuur" worden op deze expositie ten volle bewaar heid! Duidelijk ziet men de tragiek van de bouwkunst, die in wezen een dienende Kunst is. Elk bouwsel, mausoleum, kerk, kantoor of complex van arbeiderswoningen, dient een idée. Dat is een geestelijke func tie die aan de materiële ontstijgt. Men kan ie geestelijke functie het monumentale van een bouwwerk noemen. Bij een mau soleum of een kerk vloeien het materiële en de monumentaliteit grotendeels samen. b het kantoorgebouw van de B.I.M. heerst inwendig de utiliteit, terwijl uitwendig de monumentaliteit zich tot het aangename en gemakkelijk aansprekende beperkt. De uitnemend geïllustreerde en toege lichte catalogus is een blijvend aandenken aan de liefde en het vakmanschap waar mede deze expositie werd opgezet. H. SCHMIDT DEGENER. ADVERTENTIE Waarom risico iopen bij een stofzuiger kopen GA NAAR DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK Gen. Cron.jéstraat 43 - Kruidbergerweg 51 Telefoon 16990 17696 Vanaf ƒ2.50 per week. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken. Te Rotterdam wordt een tentoonstelling gehouden van werken van de architect J. J. P. Oud, bestaande uit tekeningen, maquettes en foto's. Hij begon zijn loop baan in 1912 met een woonhuis in Pur- merend, zijn geboorteplaats. Uit de laatste jaren vindt men er afbeeldingen van het nationale legermonument Grebbeberg en een niet uitgevoerd ontwerp voor liet Hofplein. Onderstaande foto laat een in terieur zien van het door Oud gebouwde kantoor van de Bataafse Import-Maat schappij aan de Bezuidenhoutseweg te 's-Gravenhage. Wegens het aanvaarden van een functie bij de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling in de Verenigde Staten zal drs. W. Koster aftreden als thesaurier- generaal. Hij zal worden opgevolgd door jhr. mr. E. van Lennep. De heer Van Lennep werd op 20 Januari 1915 te Amsterdam geboren. Sedert 1945 was hij werkzaam bij de Nederlandsche Bank. Hij was hoofd van het Bureau Cer tificatie en van het Bureau Aangifte In levering Effecten. Van 1 April 1948 tot eind 1950 stond de heer Van Lennep ter beschikking van de luitenant-gouverneur-generaal in Neder lands Indië en vervolgens van de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Indo nesië Voor de behandeling van financiële aangelegenheden. Na de souvereinileits- overdracht was hij hoofd van de financiële afdeling van het Hoge Commissariaat van Nederland in Indonesië. ADVERTENTIE Door onze grote voorraad Uw matrassenreparatie zonder prijsverhoging 's morgens gehaald, 's avonds gebracht HAARLEMS MATRASSEN HUIS H. DE GRAAFF Gr. Houtstraat 103 - Haarlem - Tel. 11485 ADVERTENTIE komt niet IN PLAATS VAN, maar NAAST de RADIO aOSE "E. °(T AILH** Een Televisietoestel geeft met het beeld alleen het daarbij behorende geluid, dat tegelijk uitge zonden wordt. - Voor de gewone radio-ontvangst blijft een noodzakelijk. Publicatie van de Nederl. Vereniging van Radio-detailhandelaren (N.V.R.D.) - Afd. Haarlem en omstreken. De tot 18 Maart durende tentoonstelling van het genootschap „Kunst zij ons doel" in het museum „Het Huis van Looy" be vat werk van ongeveer -dertig stemhebben de leden. Er zijn vele Haarlemse kunste naars bij, wier werk we vaak besproken hebben. De drie Zeegezichten van Oskar Mendlik dwingen de toeschouwer onwillekeurig tot een onderlinge vergelijking: elk dezer werken behelst een eigen visie op de macht der natuur, een andere bladzijde van dat open boek van de zee, welks die pere betekenis ons steeds verborgen zal blijven. Van Dirk Harting is er een gevoe lig damesportretje, in potlood. S. H. de Roos toont zeer beheerste, bijna klassicis- tische landschappen: zijn „Esch aan de Süre" zou men bij vergissing tussen de tekeningen van Goethe kunnen opbergen. De beide aquarellen „Versteend land schap" getuigen van de grote kleurbeheer- sing van A. J. Grootens: zou het geen suc ces kunnen zijn als met deze rijke groe pering van Chinese motieven een kostelijk decoratief behangselpapier zou worden ge drukt? Men raakt er werkelijk niet op uitgekeken en er zit zo'n voorname, zich nooit opdringende kleurenharmonie in. Dan zijn er bloemenstillevens van me vrouw H. Dingemans, een afbeelding van een pop van Harry van Tussenbroek door J. Visser, die meer nauwkeurig dan be wegelijk is. De naam „Dansende franje" drukt iets anders uit dan het schilderij weergeeft. We kunnen niet alle inzendingen be spreken. Enerzijds zijn er te veel, ander zijds zijn er bij die niet geheel rijp zijn. Van der Colk benaderde in zijn „Azalea in de kas" uitnemend het vochtige, gefil terde, aquarium-achtige licht van de dam pige broeikas. Ruim en teer is „Jasmijn" van mej. M. Deinum. Het met twee beel den versierde statiehek van de boerderij „Zwaansvliet" in de Beemster is een meesterlijke ets. Tine Honig verrast met haar prachtige „Mimosa": wat een subtiel evenwicht tussen détails en totaliteits- indruk is hier bereikt. A. Potgieter is weer de man van het geïnspireerde coloriet, het hechte kleurengeheel. Zijn niet in de cata logus vermelde „Duinlandschap" is fraai van bouw en gezichtshoek. Een zelfde zekerheid is er in het stukje „Herfststem- ming" van mevrouw H. Marcus. Huib de Ru verwondert telkens weer door zijn zui ver figuur-tekenen: hij weet bovendien litteraire gegevens uitnemend in beelden de kunst te transponeren. F. A. van Vel- sen bereikt parelmoer-achtig'e reflexen in zijn landschappen, A. C. van Noort ont dekte de sluimerende kleurenrijkdom van de winter. Joh. Ph. Hoogwout maakte een knap Frans landschap (aquarel) en enige kleine plastieken. We hebben grote bewondering voor „In afwachting" van mevrouw E. L. H. Wou- tersen van Doesburgh: die lege achter grond is als contra-motief van de prachtig gevulde tafel een goede vondst. Blijkbaar wordt er een oudere vriendin verwacht. Alles wordt nog eens geïnspecteerd. In de spiegel het beeld van een rijk gemeubelde kamer. Wij hebben de indruk dat het licht in de grote zaal van het Huis van Looy te fel en te hard is: zou hier niet eens een velum geprobeerd kunnen worden? H. SCHMIDT DEGENER De heer H. P. Baard, conservator van het museum, geeft onze medewerker voor beelden de kunsten volkomen toe dat het licht te hard en te fel is. Hij vreest zelfs dat het van dc zomer nog wel erger zal worden. Maar helaas laten de beschikbare financiële middelen het aan schaffen van velums niet toe, al wordt de nood zaak daarvan ingezien. Zodra de begroting het mogelijk maakt, zal dit één der eerste dingen zijn waarin wordt voorzien. Red. H. D. ADVERTENTIE Afd. Antiquariaat Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken. Aan huis te ontbieden. De recherche te Rotterdam heeft een 30- jarige vertegenwoordiger en een 32-jarige chauffeur aangehouden, die een grote partij kousen uit het huis van de chauf feur naar elders wilden brengen. Het bleek, dat de partij afkomstig was van een dief stal uit een textielzaak aan de Proveniers singel, waar in de nacht van 20 op 21 Fe bruari voor f 4500 aan kousen en klossen garen werd gestolen. Wij hebben dezer dagen een branden de wens in vervulling zien gaan. Sinds jaar en dag heeft namelijk de vraag aan ons hart geknaagd, waar de Amstel ein digt. Welnu, zij knaagt niet meer, want wij weten het. Tijdens een lange en wij mogen wel zeggen bovenmenselijk zwa re expeditie hebben wij de loop van deze rivier dwars door de Amsterdamse rimboe gevolgd, slag leverend met in boorlingen, die ons de weg trachtten te versperren, en voortdurend gekweld door een mateloze dorst. Pas nu weten wij wat wérkelijk dorst is. Vergeleken bij ónze beproevingen zijn die van de onderzoekers, die de loop van de Ama zone exploreerden, van niet belangrijker aard dan een ingegroeide nagel in de teen. De Amazone mag dan haar kleine onaangenaamheden hebben, de Amstel- zóne heeft in haar primitieve woestheid geen gelijke. Maar vrienden, zij was het waard de dorst en de hinderlagen en de vermoeie nissen van de omwegen zonder tal, wan neer het volgen van de rechte weg on mogelijk was. Want toen wij bleek en uitgeput en ongeschoren met verschroei de lippen ons doel hadden bereikt, ont rolde zich voor onze brandende ogen een schouwspel zo mateloos schoon en zo indrukwekkend, dat ons hart juichte van blijde ontroering en bewogenheid. Want wij zagen daar de machtigste der mach- :igen op zijn troon, waaronder het prach- tig-diepbruine water van de Amstel spelend klotste, de brigadier van politie Jaap Konijn in zijn duiventil, waaruit hij het verkeer op het Muntplein regelt. Het doel was bereikt. Eerst willen wij echter in eenvoudige bewoordingen, die de ontdekkingsreizi ger sieren, het relaas doen van onze tocht, die aanving op de plaats waar de heer Berlage een brug sloeg tussen Sta'- lin en mr. Treub. Onvervaard staken wij daar de woeste Amstel over om de Weesper-oever te volgen. Aanvankelijk vonden wij nog propere behuizingen en werkplaatsen, maar alras veranderde dat. Grote bouwsels, waarin in vroeger tijden zogenaamde patriciërs huisden, namen hun plaats in. Bezeten van de wil tot verder gaan, zetten wij door en be landden zo in contreien, waar mensen woonden met vréémde namen. Wij pas seerden de smid Gnirrep, een naam die ons even deed huiveren. En verderop zagen wij de timmerman Kinkus. De heren Gnirrep en Kinkus zagen wij niet persoonlijk, maar het moeten kleine schichtige mannetjes zijn, bedrijvig ha merend en arbeidend in schemerige al- coven, verscholen in de grove, sombere steenklompen van de Weesperzij. Een laatste buitenpost van de beschaving, het Amstel-hótel, lieten wij links liggen en voort, vóórt ging het weer. Nog meer veranderde het aspect toen wij de stads- timmertuinen achter ons gelaten had den en doordrongen in streken, waar nog nimmer een blanke een voet gezet heeft. Langs het paleis van wonder dokter Gazilmans, een naam die onze adem deed stokken, gingen wij en kwa men tenslotte aan de grenzen van de nederzetting, die het geheim van cle Amstel zou omsluiten. Daar voor het eerst zagen wij weer mensen, althans Amsterdammers. Het waren niet de aanzienlijken, die daar huisden op de Zwanenburgwal en de Groenburgwal. Zij scharrelden met lom pen, die zij in en uit platte schepen haalden en staarden wantrouwig naar de vreemde indringer. Zij spraken een vreemd dialect, want toen wij hen om doortocht verzochten, stapte een lange en magere vooruit en zei: „Ksaljen beukop jekiese geife". Haastig maakten wij een omtrekkende beweging en snel den voort, totdat wij tenslotte in het hart van de kraal aankwamen, waar wij onze ogen uitkeken naar allerlei vreem de gewoonten en gebruiken, die men elders niet zal aantreffen. De bevolking bewoog zich met haar voertuigjes over smalle weggetjes die men uit gespaard had op brede grachten. Ontstond er een opstopping, omdat bijvoorbeeld een bakfiets werd uitgeladen, dan kon men drie dingen doen: heel hard achteruit rijden tegen het volgende voertuig op, in het voertuig blijven zitten schelden of uitstappen om béter te kunnen schel den. Op bijgaande moment-opname iet men zo'n situatie afgebeeld. Zo zien echte Amsterdammers er nu uit. Wan neer het schelden enige tijd had aange houden, stapte men verheugd weer in, omdat men er een heleboel nieuwe woorden bijgeleerd had. Dat de bevol king voorts een sterk gevoel voor tra ditie bezat, bleek wel uit het feit dat grote ijzeren vergaarbakken op wielen met kettingremmen, zogenaamde trams, nog vrolijk tingelend door de straten reden. Een van de dingen, die ons oprecht speten daar aan het einde van de Am stel, was dat wij de taal van de bevol king niet konden verstaan. Wij hadden anders mogelijk nog tal van belang wekkende waarnemingen kunnen ver richten. Zoals het nu was, moesten wij gebarentaal gebruiken om onze wen sen kenbaar te maken, maar dat ging heel goed, want het bleek wel een vriendelijk volkje. Hetgeen allemaal niet wegnam, dat wij verheugd waren toen wij de Am sterdamse poort, dat bastion van de Westelijke beschaving, op onze terug reis weer in het oog kregen. Wij hebben een missive ontvangen, die ons met schrik en ontzag vervuld heeft. Zij is afkomstig van het zwem bad aan de Heiligeweg, een instituut dat eveneens het Turkse bad beheert, waarvan wij vorige week schreven dat het zo bijzonder goed is tegen de ge volgen van overmatig alcoholgebruik. De directie schrijft ons: „Een verontwaardigd bezoeker van ons Turkse bad zond ons een uitknip sel van uw stukje in het Hek van de Dam. Hij beklaagt zich dat zijn veel vuldige bezoeken aan ons bad door zijn vrouw thans met andere ogen worden gezien en verzoekt ons door een for mele rechtzetting van de bedoeling der Turkse baden, zijn huiselijke vrede weer te herstellen". Men ziet en de verontwaardigde bezoeker zal onze mening delen dat men niet voorzichtig genoeg kan zijn in het leven. Voordat men het weet, begint uw vrouw u met andere ogen in het Turse bad te bezien en dan is het hek natuurlijk van de dam. De directie spreekt dan haar waar dering uit over onze geestige voorstel ling van zaken, maar maakt het voor behoud, dat deze eigenlijk in de Ro meinse tijd actueel zou zijn. „In onze moderne tijd zijn Turkse baden onmis baar voor dames die hun figuur trach ten te redden". Sommigen proberen Het Amsterdams Toneelgezelschap geeft Zaterdag en Zondag de eerstè voorstellingen in de hoofdstad van „Het dubbelleven van Sir William" (Accolade) door Emlyn Williams, onder regie van Louis Saalborn, met in de voornaamste rollen: Elise Hoo- mans, Jenny van Maerlant, Cruys Voorbergh, Ben Groenier en anderen. De Nederlandse Opera geeft Zondag middag een extra voorstelling van Beethovens FidelioVoor Dinsdag avond staat „De Parelvissers" op de agenda. Het Nederlandse Volkstoneel vertoont Zondagavond in de Doelenzaal aan de Kloveniersburgwal Het vergeten peloton" onder regie van de schrij ver, Hans Tiemeyer. Anita Menist, Jan Vreken en vele anderen treden er in op. In het Leidseplein Theater speelt dagelijks het A.B.C.-cabaret van Wim Kan en Corry Vonk (met Johan El- sènsohn), in het Centraal Theater geven Cor Ruys en de zijnen een reeks vertoningen van Meeuwen boven Sorrento" en in de Kleine Komedie aan de Amstel wordt nog gedurende korte tijd „Vreemd Tus senspel" van O'Neill opgevoerd (met Ank van der Moer) onder regie van Johan de Meester (Nederlandse Co- medie). In de kleine zaal van het Concert gebouw geeft de violist Kees Kooper hedenavond een recital met mede werking van de pianiste Marie Louise Boehm. Zondagmiddag zingt Karei Willink (met Johan van den Boogert aan de piano) „Die Winterreise" van Schubert. Des avonds speelt de pia nist Max Egger. Maandagavond kan men luisteren naar het duo Michael Mann (alt-viool) en Yalta Menuhin (piano) met een programma van voornamelijk moderne componisten. Dinsdag zingt Dorea Raye met bege leiding van Felix de Nobel. Het Concertgebouw Orkest geeft Zondagavond een volksconcert onder directie van Jean Fournet met mede werking van Geza An da, solist in het Eerste Pianoconcert van Chopin. Verder worden xiitgevocrd de ouver ture „La dame blanche" van Boiel- dieu en de Symphonie fantastique van Berlioz. Maandagavond speelt Theo Bruins voor de kunstkring verken van Bach, Beethoven en ïavel, In kunstzaal Van Lier aan het Rokin opent burgemeester d'Aïtly heden middag een tentoonstelling van nieu we werken door Prinses Wilhelmina. De baten komen ten goede aan het Steuncomité voor Nederlandse beel dende kunstenaars. De Amsterdamse Filmliga vertoont hedenmiddag en in de nacht van Zaterdag op Zondag in Hypokrite- rion in de Roeterstraat de beroemde film „Het testament van dr. Mabuse" door Fritz Lang, gemaakt in 1934. j het ook met een Turkse sigaret. BOEDA Vijftig jaar geleden stierf de Maëstro, de componist van Otello en van het Requiem, de grote zanger uit Italië, die millioenen mensen in de wereld met muzikale schoon heid gelukkig maakt. Hij was als kind een arm jongetje; door gestage arbeid leerde hij het handwerk van de musicus en tussen allerlei wederwaardigheden ontplooiden zich de grote geest, het muzikale hart, de intelligentie. Verdi werd tijdens zijn leven beroemd, maar bleef eenvoudig en had ten opzichte der kunst de voorbeeldigste hou ding, die men zich denken kan. Hij was een wereldveroveraar die het geluk en de schoonheid verspreidde en die geen andere raadgevers had dan het muzikale genie en de adel van geest. Als vrijheidlievend. Italiaan streed hij niet anders dan met gezang en dit gezang duurt voort, en het kent geen andere aggressie dan de over tuiging van de vredelievende muziek. Hij was een klassiek muzikant, in wiens geest het genie en de liefde tot de muziek on deelbaar vermengd waren. Hij heeft zich bij zijn werk nooit bekommerd om prin cipes die buiten zijn vak stonden; hij ging zo volmaakt op in alles wat de muziek hem insprak, dat er voor problemen geen plaats en geen tijd was. Zijn stijl dat is de stijl van het muzikale Italië groeide met de ontwikkeling van de mens, zonder enige afdwaling van de onbevangen muzi kale poëzie waarmee de Italiaan geboren wordt. Zijn spontaniteit nam alle risico's", maar miskende nooit de vele eisen van het vak. Hij heeft geen maat geschreven voor het gezang of voor het orkest die niet tot in de meest precieuze détails de meester hand verraadt. Wanneer onder de Noorder lingen zich sommigen gesloten houden voor deze muziek dan missen deze mensen een muzikaal geluk, dat zij nergens zullen vin den. Zij zullen het lichte, zonnige, dat Verdi's melodieën opwekt, vergeefs elders zoeken; gesteld dat zij er naar verlangen. Want maar al te zeer begraven de Noor derlingen zich, waar zij menen zich te ver diepen. Men is er zeker van dat Verdi een groot moedig mens was. Hij wist bij ervaring, van zijn kinderjaren af, wat het was door maat schappelijke zorgen gekweld te worden terwijl men de kunst dient. Toen het hem in latere jaren goed ging, vergat hij niet dat hij een muzikant was als de vele an deren om hem heen: zangers, strijkers, blazers, enzovoorts. Niet dat hij uitblonk rekende hij zich tot een eer, maar dat hij van nature behoorde aan de muziek. Hij was goed voor iedereen, want hij was een collega; hij was streng voor zichzelf want hij was een meester. Hij koesterde en lief koosde zijn intelligentie niet als een intel lectualistisch kapitaaltje voor zichzelf, maar besteedde alles voor de bloei der muziek en de musici, en daarmee voor iedereen die de muziek liefheeft. Dat hij van mens tot mens edelmoedig was eerde zijn spontaniteit, zijn directheid. Hij liet een rusthuis voor musici bouwen; Casa di Riposo per i Musicisti, waarvoor hij ongeveer zijn gehele vermogen uitgaf en waarvoor hij ook de toekomstige op brengsten van zijn werken bestemde. Toen later zijn stoffelijk overschot naar dit huis werd overgebracht, werd aan de nagedach tenis van de vereerde maëstro door een koor van duizend mensen hulde en dank gebracht. En nu beleven wij de gelukkige dagen dat overal Verdi's muziek gezongen wordt met een sentiment en een ovei-tuiging, die zich edelaardig verheffen boven de ver wording der wereld. Als de radio ooit tot iets goeds kan dienen dan zal het in dit jaar zijn, waarin de Italiaanse omroep 24 opera's van de meester zal uitzenden; het is alleen maar jammer dat men er niet bij is, niet alleen om het gemis van het spel, maar ook om de essentiële betekenis van het bij wonen. Maar het is gelukkig dat in alle steden gelegenheid is werken van Verdi te horen er. te zien. De Nederlandse Opera blijft niet. achter bij alle andere instellingen en bezorgt ir. ons land allen, wier hart niet gesloten is .voor de zon der muziek, het geschenk van Verdi's schoonheid. Meer dan elders moge in deze mistige streken de helderheid dezer vrije, onbevangen kunst aan duizenden geluk schenken. Dan zal in de harten dezer duizenden het koor uit „Nabuco" weerklinken. HENDRIK ANDRIESSEN. ADVERTENTIE Drukke dag Veel gebet... Ongelukje Het Tweede-Kamerlid de heer Verkerk (A.-R.) heeft aan de minister van Verkeer en Waterstaat gevraagd of het juist is dat op het departement van Verkeer en Wa terstaat dezer dagen vier referendarissen zijn benoemd tot administrateur en twee administrateurs tot administrateur-a en dat is ingesteld een afdeling juridische en economische zaken onder leiding van de huidige secretaris-generaal. De heer Ver kerk vraagt verder waarom van deze be noemingen geen mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant; uit welke begrotingspost deze wijzigingen worden gefinancierd en in hoeverre zij stroken met de gedachte, ten grondslag liggend aan de Kamerbeslissing ten aanzien van de topsalarissen en de noodzakelijke interne bezuiniging op de staatshuishouding. Ten slotte informeert de heer Verkerk naar de redenen van de veranderingen en de spoed waarmede zij tijdens een kabinetscrisis zijn ten uitvoer gelegd. Hef toeristendorpje Spculde op de Vcluwe heeft electrisch licht gekregen. Tijdens een feestelijke bijeenkomst der in woners blies de 90-jarige Frans Ouwendorp een petroleumlamp uit, waarna burgemeester H. M. Martens van Ermelo een electrische lamp ontstak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5