HARTENDORP
Litteraire Kanttekening
en
NILLMIJ van 1859
Op het festival aan de Azuren Kust
is aan afwisseling geen gebrek
3
GERRIT ACHTERBERG „Mascotte'
Uitgeversmij, Amsterdam).
(N.V. Em. Querido's
Krijgt U later pensioen?
Beroemdheden in Cannes
Haal de Snka, ^spons er over!
Nederlandse commissariaten
in Indonesië
Indonesisch commissariaat
in Suriname
In aanbouw zijnde centrale
van Dordrecht nu al te klein
Aanvullend crediet van
ƒ7.875.000 nodig
OVER MUZIEK
APPLAUS
BOEKHANDEL H. DE VRIES
KOOPT BOEKEN
Agemda voor Haarlem
Padvindsters gaan 35-jarig
bestaan van haar gilde vieren
Geen personentreinen meer
op tijdelijke bustrajecten?
Bevredigend resultaat
van Utrechtse jaarbeurs
Op de eerste dag boekte
de textielafdeling voor
1 millioen aan orders
Scheepvaarttentoonstelling
in Delft
VAN DE TALRIJKE essayisten en critici,
die zich in de loop van een vijftiental
jaren gewaagd hebben aan een verhande
ling over de poëzie van Gerrit Achterberg,
is de bijdrage van Jan Vermeulen tot de
bundel „Commentaar op Achterbei-g
nog steeds één van de prijzenswaardigste,
en wel omdat zijn beschouwing hierop
neerkomt, dat een commentaar op deze
dichter béter is, naarmate het minder com
mentaar geeft. Elke poging de gedichten
van Achterberg te „verklaren" is tot mis
lukking gedoemd. Allereerst valt er hier
niets op te helderen: deze poëzie is een
verskunst van de uiterste helderheid, zó
kristal-doorzichtig als er weinig gedichten
in onze en zelfs in de Europese litteratuur
zijn geschreven. Maar bovendien is het een
nutteloze en zelfs een schadelijke onder
neming, in proza (als kunstvorm) laat
staan in een betogende verhandeling (als
blote mededelingsvorm) verstaanbaarder
te willen maken, wat in het gedicht tot het
uiterste, waartoe woorden bij machte zijn,
aan de menselijke taal is toevertrouwd.
Elke paraphrase, zelfs van een middel
matig gedicht, is een onding; een paraphra
se van een gedicht van Achterberg is een
prozaïsche sluipmoord op de poëzie. Het
woord hoezeer ook opgenomen in wat te
zamen de woordenreeksen tot gedicht
maakt, blijft altijd iets aankleven van zijn
dagelijkse begripsinhoud: het wekt associa
ties, ontleend aan de gangbare ervaring.
Hoe groter de dichter, hoe groter ook de
afstand tussen datgene waarmee hij het
woord vervult (en waardoor het, los van
het corresponderende begrip, tot poëzie
wordt) en de gemeenzame gevoelens en
voorstellingen, die het buiten de poëzie
óm wekt.
Deze kloof is in Achterberg's gedichten
ongemeen groot. Het woord streeft hier
boven zichzelf uit. Het raakt zo dicht aan
wat méér is dan „woord", dat het als het
ware zijn zwaartekracht opheft als een
Münchhausen die zich aan zijn haren uit
het moeras trekt. Anders gezegd: deze poë
zie heeft de tendenz zichzelf te boven te
komen, zich in zekere zin overbodig te ma
ken. De tendenz niet méér dan dat;
want door de onmacht tot dit aller-uiterste
dat in de sfeer van het boven-menselijke
overgaat, slaat het woord neer, condenseert
het, verandert het. Het heeft een gedaante
verwisseling ondergaan, het is tot een an-
ADVERTENTIE
Zo ja, dan bent U gevrijwaard tegen
de ergste financiële zorgen. Verlies
echter niet uit het oog, dat Uw inko
men bij pensionnering sterk vermindert.
U bent er misschien wel op voorbereid,
dat U Uw uitgaven later aanzienlijk
zult moeten beperken. Maar dat gaat
heus niet zo gemakkelijk! Denk ook
eens aan de onverwachte onkosten,
die zich steeds zullen blijven voordoen.
Hoe prettig zal het voor U zijn, als de
post U later geregeld een chèque brengt,
een aanvulling op Uw pensioen. Dat is
dan een extraatje, dat het U mogelijk
maakt ook later eens iets extra's te doen.
Vraag eens vrijblijvend inlichtingen.
Nederlandse Maatschappij van de
N.V. LEVENSVERZEKERING-MIJ.
Paleisstr. 9 - 's-Gravenhage -Tel. 1 84260
Hooldinsp. te Haarlem: L. G. VAN BRINK
Kenaupark 21 Telefoon 16795
Cannes is, zoals altijd bij dergelijke ge
legenheden als het festival, overstroomd
met meer of minder beroemde regisseurs
en „sterren". Vittorio de Sica uit Italië
schepper van „Fietsendieven" is er, de
Kus Pudowkin, de Zwitser Lindtberg, de
Engelsman Anthony Asquith, de Fransman
Becker, om slechts enkelen van de aan
wezigen te noemen. En dan zijn er veel
voornamelijk Franse acteurs en actrices,
onder anderen Michèle Morgan, Henri Vi-
dal, Michel Auclair.
Maurice Chevalier is juist gearriveerd in
zijn villa in het nabijgelegen La Bocca en
zal dus wel eens komen overwippen. De
Italiaanse acteur Raf Vallone en zijn
vrouw, de actrice Elena Varzi, zijn pas aan
gekomen voor de vertoning" van hun film
„II Cammino della Speranza" (De weg der
hope). Hun landgenote Sylvana Mangano
te onzent vooraL bekend door „Bittere
Rijst" moet hier ook zijn, maar liet zich
nog niet zien. Daarentegen is de Rus Nico
las Tsjerkassow steeds op het appèl. Tegen
het eind van het festival verwacht men veel
Engelsen, onder wie het regisseursduo
Powell en Pressburger, de beroemde Sir
Alexander Korda, de dansers Moira Shea
rer, Ludmilla Tchérina, Robert Helpman,
Leonide Massine, die allemaal in „Hoff
mann's vertellingen" optreden. Ook de
naam van Greer Garson („Mrs. Miniver")
hoort men noemen als een van de toekom
stige gasten.
De regisseurs houden allemaal perscon
ferenties, waarin ze vertellen over hun
Plannen en dikwijls zijn daar dan ook de
„vedettes" van hun films aanwezig, die er
zo'n beetje bij staan of zitten en zich ken
nelijk lichtelijk gegeneerd voelen in hun rol
van „te bekijken object". Isa Miranda, die
zojuist de Amerikaanse „Oscar" kreeg voor
haar rol in „Au dela des Grilles" (Aan gene
zijde van de tralies) nam met zo'n lij
delijke positie geen genoegen en hield zelf
een speech je, dat getuigde van haar waar
dering voor haar regisseur, Rehé Clement
on van haar esprit.
dere orde gaan behoren als expressief-
openbarende, onthullende kracht. Het
opent het „uitzicht" op eeuwigheden, niet
figuurlijk, niet symbolisch, maar als kos
misch geladen kracht.
Met déze kracht doordringt Achterberg
de stoffelijke dingen dezer aarde, die daar
door deel gaan hebben aan het bovenzin
nelijke, boven-reële, waartoe hij als dich
ter (visionnair, bij gebreke aan een beter
woord) toegang hoeft gekregen na het
heengaan van de lijfelijke gedaante der
geliefde, wier dood (beter: wier voortbe
staan in andere regionen) hij telkens op
nieuw met het instrument van zijn dicht
kunst tracht in te lijven bij het leven.
Dit was Achterberg's „thema" en is het
ook in deze bundel „Mascotte" gebleven,
soms zich veralgemenend tot een betrekken
van het onpersoonlijk tijdeloze in het tijde
lijke, soms ook zó nauw verbonden aan het
concrete herinneringsbeeld van het aardse
bijeenzijn met de in het oneindige ont
weken geliefde, dat het gedicht (zoals bij
voorbeeld „Pand") onmiddellijk aansluit
bij verzen uit vroegere bundels.
Maar hoe dan ook, de „Gij" in deze poë
zie, de beminde die is ontkomen aan het
door tijd en ruimte begrensde gebied van
dit vergankelijk leven naar het eindeloze,
waarheen de dichter Achterberg haar
steeds weer tracht te volgen en in een flits
van intuïtieve helderheid soms halverwege
ontmoet déze „Gij" blijft zijn Mascotte.
Zij is het die hem wekt, leidt, doordringt
en van zijn menselijke zwaartekracht ont
heft. ook daar waar zij in het gedicht niet
wordt genoemd. Deze „zij", als exponent
van het buiten-aardse, is het die hem op
de reis waarvan hij in deze bundel dicht
(een kosmische tocht) tót zich trekt, als
omgekeerde zwaartekracht. Zij maakt hem
als hij terugkeert in het onveranderd beeld
van zijn tehuis, ze onthult zich onzicht
baar voor het zintuigelijk oog, maar vol
strekt tegenwoordig in de morgensche
mering totdat, aangekondigd door het
tumult der dagelijkse werkelijkheid als
hanengekraai en rijdende melkwagens, het
begrensde dag-bestaan weer aanbreekt en
de helderheid van het „visioen" („dwang
voorstelling", zegt Achterbei'g eenmaal) te
niet wordt gedaan.
Al is het „thema" dus in de meeste ge
dichten van deze bundel onveranderd ge
bleven („op het stramien van wat niet
wederkeert, weven de feiten onzer liefde
voort", dicht Achterberg in „Gobelin")
steeds blijkt de dichter tot nieuwe expres-
ADVERTENTIE
Voorjaar
Schoonmaakwoede
Doe het goed fy//
4»,
Wi
sieve middelen in staat om „de wereld te
ontsluiten".
Geen commentaar kan behulpzaam zijn
bij het deelhebben aan deze poëtische ont
sluiting. De geringste schade berokkent nog
diè commentator aan deze poëzie van het
hoogste en zuiverste gehalte, welke vol
staat met het geven van een enkele aan
wijzing, waarmee hij de lezer de uiterst
dunne „draad van Ariadne in het labyrinth
van deze dichtkunst" (zoals Bertus Aafjes
het in zijn inleiding tot de verzamelbundel
„Cryptogamen" uitdrukte) misschien in de
handen kan geven. Hij kan „afstemmen",
voorbereiden op een verskunst die van een
andere orde is, in een volkomen andere
toonaard staat geschreven dan gangbaar
der gedichten. Daarmee is al veel gedaan,
méér dan met de herhaaldelijk gestelde
vraag of deze poëzie, gebouwd op één en
hetzelfde thema, zoals het heet, tot „ver
dere ontwikkelingsmogelijkheden in staat
is". Achterberg's dichtkunst ontwikkelt
zich niet, zij voltrekt zich. Ze ontsluit zich
gelijk de „wereld" die hij ontsluit, krach
tens de spanning tussen aardse gebonden
heid en het „helderziend" ontkomen daar
aan, waarbij de afwezige geliefde hem
voorging en hem nu als onaardse tegenpool
aantrekt.
Aardse nevel stijgt op en keert uit het
„hemelse" soms terug als sneeuwvlok. Is
het onjuist de meeste van deze en vroegere
gedichten met het sneeuwkristal te verge
lijken? Of zou men, minder „poëtisch",
moeten zeggen: met een meteoor?
C. J. E. DINAUX.
Commentaar op Achterberg: opstellen
van jonge schrijvers over de poëzie van Gerrit
Achterberg". D. A. Daamen's Uig. Mij., 's-Gra-
venhagen.
(CANNES). Een internationaal film
festival is zelfs hier aan de Azuren Kust
geen vacantie voor de leden van de jury
(dit keer onder voorzitterschap van de
schrijver André Maurois), de gedelegeer
den of de journalisten. Twee of drie hoofd
films per dag, benevens drie tot zes dik
wijls vrij lange documentaires en dan nog
persconferenties vormen tezamen wat te
veel van het goede en laten de verslagge
vers nauwelijks gelegenheid tot het schrij
ven van hun artikelen. Zulk een overladen
programma is echter op zichzelf toch ook
in zekere zin een gunstig verschijnsel: het
wijst er op dat de belangstelling van de
film producerende landen voor het festival
te Cannes groot is en nog toeneemt. Voor
het eerst werken thans ook de Sovjet-Unie
en enige andere Oost-Europese staten mee.
De Engelsen hebben op dit festival ge
toond hoezeer zij beseffen dat zich in de
beperking de meester openbaart. Zij bren
gen slechts twee hoofdfilms uit: „The
Browning-version" naar de gelijknamige
één-acter van Terence Rattigan (met Mi
chael Redgrave) van Anthony Asquith en
de met veel spanning verwachte „Hoff
mann's vertellingen". Ook de Zweden be
perkten zich. Zij vertoonden alleen „Freule
Julie" naar het toneelstuk van Strindberg,
welke beperking echter in hoofdzaak een
gevolg zal zijn van de geringe productie
van de Zweedse studio's.
De Spanjaarden zijn blijkbaar minder
doordrongen van de wetenschap omtrent
de relatie tussen beperking en meester
schap. Zij vroegen de aandacht voor drie
hoofdfilms, waarvan althans de eerste
„La Honradez de la Cerradura" die
aandacht verdiende. De Fransen hebben
ons wat luchtige hors d'oeuvres voorgezet,
voor zij met wat meer substantiële kost
zullen komen: Marcel Carné's nieuwste
film „Juliette ou la clef des songes" (Ju-
liëtte of de sleutel der dromen). Carné
heeft zich verleden jaar nabij Cannes, in
het tegen de berghelling gedrukte, uiterst
pittoreske dorpje Saint Paul de Vence, op
dit werk voorbereid en niet ver vandaar
krijgt dit nu dus zijn première. De voor
spijsj es van de Fransen waren de char
mante politiefilm „Identité Judiciaire"
(Gerechtelijk onderzoek) en een heerlijke
lichte comedie van Jacques Becker, ge
titeld „Edouard et Caroline". In deze laat
ste film treden veel jonge mensen op. „Ik
werk bij voorkeur met jonge artisten",
vertelde Becker. „Ik houd van jonge men
sen, maar bovendien kun je met hen dik
wijls veel meer bereiken dan met oudere
acteurs, die elk zo typisch hun eigen stijl
hebben". Dat klonk misschien een beetje
dressuur-achtig en daarom voegde hij er
nog gauw aan toe: „Maar ik geef die jonge
acteurs een maximum aan vrijheid". Zijn
film werd gekwalificeerd als „de lachend-
ste en geestigste film van het festival".
Bunuel zonder concessies
De hardste, onmeedogendste film was tot
nu toe „Los Olvidados" (De vergetenen)
uit Mexico van de reeds in de twintiger
jaren door de avant-gardistische beweging
beroemd geworden Luis Bunuel over de
misdadige jeugd der grote steden. Bunuel
deed geen enkele concessie aan het publiek,
trachtte allerminst een „commerciële" film
te maken. Hij verfraaide niets en geeft
zelfs geen oplossing aan. Hij toont slechts
op een gruwelijke manier het ten onder
gaan van jonge mensen aan de zelfkant
van de samenleving in een metropool.
„Dead End" (Doodlopende straat) van Wil
liam Wyler is in vergelijking met „Los
Olvidados" zoetsappig. De vertoning werd
herhaaldelijk door applaus onderbroken,
maar er waren ook toeschouwers wie deze
uitstalling van gruwelijkheden te machtig
werd.
De Russen toonden tot dusver de mu
ziekfilm „Moussorgsky" die alleen om po
litieke redenen bij sommigen enthousiasme
kon wekken, maar die artistiek geen en
kele belofte inhield. Omtrent het aandeel
van Duitsland en Amerika willen we ons
oordeel nog opschorten. „Der fallende
Stern" (De vallende ster) van de Duitsers
was op het festival een vallende baksteen,
maar het schijnt dat zij nog wat beters
in petto hebben. Amerika vertoonde tot
heden slechts „A place in the sun" (Een
plaats in de zon,boeiend maar melo
dramatisch. Doch er
staan ons nog vier
films te wachten,
waaronder het be
faamde „All about
Eve" (Alles over
Eva). De Zwitserse
film „Vier mannen
in een jeep" van
Leopold Lindtberg
over een militaire
patrouille het door
vier mogendheden
bezette Wenen, ver
wierf niet alleen veel
succes, maar ook een
Russisch protest, om
dat de soldaat van de
Sovjet-Unie er min
der gunstig in wordt
voorgesteld. De storm
is snel gaan liggen.
Nederlands succes
Het zal de lezers
goed doen te verne
men, dat van de do
cumentaires de Ne
derlandse film „Spie
gel van Holland"
door Bert Haanstra
tot nu toe verreweg
de meeste indruk
heeft gemaakt. In
het kantoor van de
voorlichtingsdienst
hangt een petitie om
de film nog eens te
vertonen. Reeds meer
dan de helft van de
buitenlandse journa
listen heeft die ge
tekend.
JAN KOOMEN.
Spotlight der Lente in Liverpool Street Station.
Onmiddellijk na de souvereiniteitsover-
dracht is in overleg met de Indonesische
regering overgegaan tot het aanstellen van
Nederlandse waarnemend commissarissen
in Soerabaja, Medan, Makassar, Bandoeng,
Semarang en Palembang. Tevens is onlangs
een Nederlands commissariaat in Bandjer-
masin geopend. Deze voorlopige vertegen
woordigingen zijn thans veranderd in defi
nitieve.
De commissarissen hebben de status
van consulaire vertegenwoordigers en ge
nieten de voorrechten en immuniteiten van
consulaire vertegenwoordigers van vreem
de mogendheden.
De commissarissen te Soerabaja, Medan
en Makassar bezitten de rang van consul-
generaal, de overigen hebben de rang van
consul. In Djakarta is de consulaire afde
ling van het Hoge Commissariaat aldaar
belast met de consulaire werkzaamheden.
Nederland zal voorts op nader te bepalen
plaatsen in Indonesië honoraire consulaire
posten kunnen vestigen.
In Suriname zal een Indonesisch com
missariaat worden geopend te Paramaribo,
dat zal ressorteren onder het Hoge Com
missariaat van de" republiek Indonesië te
Den Haag.
Er zijn onderhandelingen gaande tussen
de gemeente Dordrecht en het Electrici-
teitsbedrijf Zuidholland over een moge
lijke uitbreiding van de op het ogenblik in
aanbouw zijnde cantrale in de West-
Merwede-polder te Dordrecht. De vraag
naar electriciteit stijgt namelijk met de dag
en vooral de industrieën worden steeds
grotere afnemers. De gemeente Dordrecht
heeft voor de bouw van deze centrale een
crediet van f 45.000.000 verleend. De prij
zen voor de werken zijn echter zodanig ge
stegen, dat voor de financiering daarvan
een aanvullend crediet van f 7.875.000 no
dig zal zijn.
ADVERTENTIE
Afd. Antiquariaat
Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem
enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken
Aan huis te ontbieden
Daniël Gélin (rechts), de mannelijke hoofdfiguur in een
scène uit de geestige Franse film „Edouard et Caroline"
met Jean Frarigois.
ADVERTENTIE
Waarom risico lopen
bij een stofzuiger kopen?
Ga naar
DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK
Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbcrgerwcg 51
Telefoon 16990 - 17696
Vanaf 2.50 per week.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken.
ZATERDAG 14 APRIL
Stadsschouwburg: ..Meeuwen boven Sor
rento", 8 uur. Brinkmann: Ronde-tafel
samenkomst ORG, 3.30 en 8 u. Rembrandt:
„Mr 880", 14 j., 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Palace:
„Zo begint het leven", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15
uur: Luxor: „De kampioen melkboer", alle
leeft.. 2, 4.15, 7 cn 9.15 uur. City: „De jongen
met de trompet", 18 j., 2.15, 4.30. 7 en 9.15 u.
Spaarne: „Landroof" en „De slangenrivier",
14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Kol-
dercoctail", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur
(Zondag 2, 4.30, 7 en 9.15 uur; Dinsdag 2.30
en 8 uur).
ZONDAG 15 APRIL
Stadsschouwburg: Aerdenhouts kinderto
neel „Goudhaartje en de Troubadour", 2 uur;
„Meeuwen boven Sorrento" (Vrije Toneel),
8 uur. Gemeentelijk Concertgebouw: Optre
den van de Ramblers en Skymasters, 8 uur.
Gebouw Cultura: Vereniging N. U., afdeling
Haarlem vertoning der film „Stalingrad",
7.30 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor
stellingen.
MAANDAG 16 APRIL
Stadsschouwburg: Venus bespied" (Haagse
Comedie), 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
Ruim tienduizend padvindsters uit alle
delen van Nederland zullen op 15 Mei
naar de Goudsberg te Lunteren gaan om
daar het 35-jarig bestaan van het Neder
landse Padvindsters Gilde te vieren. De
Koningin zal deze dag bijwonen en een
défilé afnemen. Er zal een lekespel wor
den opgevoerd, getiteld „Rondom de gil-
deboom".
Bij dit feest zal de goede daad niet ont
breken. Voor de Blauwe Vogels, de mis
deelde padvindsters, verzamelen de meis
jes postzegels. Verder is toestemming ge
vraagd voor het organiseren van een lo
terij. Indien deze toestemming wordt ver
leend ligt het in de bedoeling, dat de Ko
ningin op de jubiieumdag 150 postduiven
zal loslaten. Elk van deze vogels heeft een
briefje bij zich met een deel van een bood
schap, wanneer deze boodschap in zijn ge
heel ontvangen is in elk gewest, is dit het
sein te beginnen met het verkopen van
kaarten met een kruiswoordraadsel. De
opbrengst hiervan is ook weer voor de
Blauwe Vogels, namelijk voor het inrich
ten van een kampeerverblijf voor deze
meisjes.
De kabouters, de jongste leden van het
N.P.G. van 8 tot 11 jaar, zullen op Twee
de Pinksterdag, 14 Mei, hun eigen jubel
dag vieren, op ongeveer 25 verschillende
plaatsen in groepen van 250. Ook zij zijn
reeds bezig met twee „jubeldaden". Ten
bate van het Nederlandse Geleidehonden
fonds worden zilverpapier en theelood ver
zameld. Verder is iedere kabouterkring be
zig vier prentenboeken te maken, die na
14 Mei aan ziekenhuizen en kindertehui
zen zullen worden gegeven.
Naar wij van welingelichte zijde verne
men, zullen de baanvakken waarop het
reizigersverkeer door de Nederlandse
Spoorwegen wegens de kolenschaarste des
tijds is gestaakt, in de naaste toekomst
niet meer voor personenvervoer worden
opengesteld. Hoewel in de nieuwe dienst
regeling, die 20 Mei ingaat, wel treinen op
deze trajecten staan vermeld, is het wel
zeker, dat bussen de diensten zullen blij
ven uitvoeren. Ook de voorbereidingen
voor het overplaatsen van personeel wij
zen er op, dat de N.S. voorshands niet van
plan zijn, de diensten met personentrei
nen te hervatten. Het betreft hier de
baanvakken Groningen-Roodeschool, Gro-
ningen-Delfzijl, Leeuwarden-Staveren,
Zutfen-Winterswijk, Alkmaar-Hoorn,Heer-
len-Schaesberg en Gouda-Alphen aan de
Rijn.
Niet de nog heersende kolenschaarste,
maar wel de onmogelijkheid om deze lij
nen rendabel te exploiteren zou de oor
zaak zijn van dit besluit. De indertijd ge
dane belofte, dat er zo gauw de kolensi-
tuatie dit toeliet, weer treinen op deze
trajecten zouden gaan rijden, kan niet
worden nagekomen.
Het is nog niet bekend, hoeveel perso
neelsleden van de N.S. door deze maat
regel een andere standplaats krijgen.
Hoewel de stijging van de prijzen en de
voorraadvorming bij vele bedrijven in het
begin van dit jaar een zekere remmende
invloed hebben gehad op de handel tijdens
de voorjaarsbeurs te Utrecht, zijn de resul
taten over het algemeen goed geweest. Een
stimulerende factor was ongetwijfeld het
feit dat de buitenlandse prijsstijgingen
echter nog niet overal hun invloed hebben
uitgeoefend op het Nederlandse prijspeil.
Dit verklaarde mr. J. Milius, directeur van
de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs over
de pas geëindigde beurs.
In de wol-sector had de plotseling optre
dende prijsdaling invloed op de zaken ter
beurze. Op gebieden, waar een zeer sterke
prijsstijging valt te constateren, ontbraken
dit keer de kleinere kopers, die op het
ogenblik te kampen hebben met liquidi
teitsmoeilijkheden. De allerkleinste kopers
en het niet-kopende publiek, zo zeide de
heer Milius, werden dit jaar afgeschrikt
door het slechte weer, met het gevolg dat
het bezoek over het algemeen tien percent
lager was dan op de vorige beurs.
De textielbeurs, die zeer veel belang
stelling trok, deed behalve in wol zeer
goede zaken. Zo werd reeds op de eerste
dag een aantal orders in deze afdeling ge
plaatst voor ruim één millioen gulden.
Buitenlanders uit 51 verschillende landen
bezochten deze jaarbeurs. Een Australiër,
die grote belangstelling aan de dag had ge
legd voor een bepaald soort gascomfoors,
vertrok dezelfde dag per vliegtuig naar
Australië en belde twee dagen later van
zijn land uit de standhouder op om een
grote order te plaatsen.
De buitenlandse inzenders deden over het
algemeen zeer goede zaken tijdens deze
beurs, zodat zelfs in vele gevallen de
officieel toegestane contingenten een rem
vormden op het noteren van orders.
Enkele landen, die voor het eerst aan de
Utrechtse beurs deelnamen, besloten de
volgende keer met aanmerkelijk grotere
inzendingen te komen.
Mijn goede vriend Fermate meent dat er
bij openbare muziekbeoefening te veel aan
gelegenheden zijn welke de hoorder aflei
den. Hij is van mening dat men om goed
de muziek in zich te kunnen opnemen
met gesloten ogen moet luisteren en na de
laatste klanken niet gestoord worden door
applaus. Hij weet dat deze opmerkingen
een lichte glimlach verwekken, maar toch
neem ik zijn mening zeer au sérieux. Men
kan de mening niet anders dan sérieus ne
men; wat kan er anders dan ernst in zijn?
Jij vindt het natuurlijk sentimenteel, zegt
hij; doch ik antwoord: maar edele Fermate,
ik dacht dat ik sentimenteel en jij verstan
dig was. Dat wil zeggen, ik ben ernstig,
zegt hij. En, ja wel, deze Fermate, deze
geest, dit allersympathiekste spookbeeld,
dat voor niets zozeer vreest als voor een
besmetting door sentimentaliteit, gelooft
niet dat men met alle verstand in ernst
sentimenteel kan zijn. Het aardige van je
gedachte, zeg ik, vind ik juist dat er een
sentimentaliteit uitspreekt. Volkomen ern
stig antwoordt hij: Welnu, ik wil naar de
muziek van Brahms luisteren met mijn
ogen dicht. Goed, zeg ik, wel te rusten.
Dit is hem iets te machtig; mij oók trou
wens. Wij horen dit elkaar zeggen en
lachen flauwtjes. Ik meen het anders.
Ik ook.
Geloof jij-dan, vraagt hij, dat het aan
genaam is om juist wanneer de klinkende
mededeling van een compositie zijn vol
tooiing heeft bereikt, door hard handgeklap
in je aandacht gestoord te worden? Ik moet
hem eerlijk bekennen dat dit mij wel eens
heeft gehinderd, maar dat ik er zelden of
nooit last van heb. Je zoudt er zeker altijd
last van hebben, als je met gesloten ogen
had geluisterd, zegt de. ernstige Fermate.
Dit neem ik aan; ik ben er zelfs van over
tuigd, want het is waar dat men, door de
ogen te sluiten, de omgeving bijna geheel
kan vergeten en de muziek als het enig-
bestaande op dat ogenblik kan waarnemen
en in zich opnemen.
Nu is Fermate van ons beiden degene die
nooit optreedt. Stel je voor, zeg ik, dat je
voor het publiek hebt gewerkt, dat je na
het einde niets hoort en dat je op een of
andere manier bedaard moet weglopen; je
zou het gevoel hebben dat je als een hond
de kamer werd uitgestuurd. Nee, jij bent
ondankbaar en je begrijpt niet waarom er
geapplaudiseerd wordt. Ik geraak in een
nobel muzikantenvuur en zeg hem dat het
applaus door handengeklap al zeker 2500
jaar bestaat, dat in al die tijd de mensen
behoefte hebben gehad om onmiddellijk
hun dankbaarheid te tonen. Dat muzi
kantenvuur van jou zou nog nobeler zijn
als je helemaal niet aan applaus dacht, zegt
Fermate; maar nu was zijn altijd zo waar
dige gedachtengang toch oppervlakkig.
Nee, meen ik te moeten zeggen, dan zou het
juist egoïstisch zijn, zelfs hoogmoedig. Het
is aangenaam en feestelijk om de muziek
in levende lijve aan het publiek te presen
teren en de reactie van de hoorders in klin
kend gebaar is natuurlijk. De optredende
aanvaardt de dank en de hulde namens de
muziek op de eerste plaats en mag een
deel voor zichzelf rekenen. Nu goed,
zegt Fermate, dat is zo, en wij kunnen het
applaus niet afschaffen; maar het voor
naamste is toch dat het opnemen der mu
ziek door de hoorder geen belemmeringen
ondervindt en ik ben van oordeel dat de
eerste ogenblikken na het einde van een
voordracht of uitvoering vrij moesten kun
nen zijn om de werking der muziek niet te
verhinderen. En ik vind, zeg ik, dit een
averechtse ernst; jij loopt gevaar besmet
te worden door die zwaarwichtigheid welke
bij veel muziekliefhebbers de werkelijke
liefde voor de muziek vervangt. De muziek
is geen gewichtige onderrichting, maar een
genoegen, een zeer diepgaand genoegen.
Ik had hem al toegegeven dat het voor
de werking der muziek gunstig is als men
met gesloten ogen luistert. Ik zei aan Fer
mate dat hij dus gerust zijn ogen dicht mag
doen, terwijl ik ze zeker geopend zal hou
den. Ik zie namelijk graag iets; ik vind het
aangenaam musicerende mensen bezig te
zien cn zelfs als ik een orgel hoor, terwijl
de organist onzichtbaar is, kijk ik mijn
ogen uit. Het is begrijpelijk dat men op
een kerkconcert niet applaudisseert, maar
het doffe wegschuivelen na stralende orgel
klanken heeft toch iets vervelends. Fer
mate meent dat ik in werkelijkheid méér
behoefte heb aan stilte bij de muziek dan
ik wil doen geloven. Misschien heeft hij
een beetje gelijk; hij is meer op precies uit
rekenen en saldo maken gesteld dan ik. Ik
wil mij behoeden tegen te zware ernst; hij
heeft daar geen vrees voor.
Bovendien ben ik bang voor inslapen: dit
kan u namelijk ook bij mooie muziek zéér
goed overkomen. Fermate vindt dit een
banale gedachte. Als hij dit zegt vergeet hij
dat de wijze van voordragen of uitvoeren
der muziek een zeer belangrijke factor is.
Een iets te langzaam tempo en ik ben als
hoorder een verloren man. Overigens is
het bekend dat sommige componisten bij
het horen van hun eigen werk de werke
lijke klank „over het hoofd zagen" en zich
in de herinnering van het componeren ver
loren. Toen collega's van César Franck
aan het Parijse Conservatorium voor het
eerst zijn strijkkwartet voor hem uitvoer
den, op een minderwaardige wijze, zat de
componist aandachtig te luisteren en hij
zeide later niet gehoord te hebben dat zij
knoeierig gespeeld hadden. Dit vertelde mij
zijn leraar S. van Milligen die bij deze
merkwaardige séance aanwezig was. Ik
geef Fermate toe dat dit verschijnsel niets
te maken heeft met het al of niet gesloten
zijn der ogen.
De wijze van luisteren en het applaus
vormen een geschikt onderwerp om over
te keuvelen gedurende de pauze.
HENDRIK ANDRIESSEN.
ADVERTENTIE
'lexï Ocufc bics.-,
NELL-1
LANGE VEERSTR 11-15- y'/i
In het gebouw De Tent te Delft wordt
hedenmiddag een scheepvaarttentoonstel
ling geopend. Er zijn verscheidene scheeps
modellen opgesteld en het podium is in
een miniatuurzee veranderd, waarin de
Nederlandse handelsvloot is afgebeeld. Ook
is aandacht besteed aan de visserij, de
binnenvaart, het i'eddingwezen en de mari
ne. Gedurende de tentoonstelling, die tot
en met Dinsdag duurt, zullen demonstra
ties in het bereiden van visgerechten wor
den gegeven. Voort zullen enige marine
films worden vertoond.