Het Hek van de Dam- HARTENDORP Litteraire fCanttekenin, Nieuw ontvangstation van Scheveningen Radio Orgelconcert in de Grote Kerk Handel in ongeregistreerde effecten berecht Het gouden jubileum der Rijksverzekeringsbank „Eén-nul" veroordeeld A'enda voor Haarlem Het Horeca-congres te Zandvoort Boekhandel H. DE VRIES Hamerstukken en -brokken Gebroken lansen In de hoofdstad uit OVER MUZIEK PRAKTIJK DER MUZIEK 3 GERARD WALSCHAP: „Zuster Virgilia" (Uitgeverij P. Vink, Antwerpen) ttAN de vlaamse Breugheliaanse V „heiden" Jan Houtekiet tot Zuster Virgilia is een lange weg, met keien en kui len, met steile hellingen en dalingen, door woestenijen en vredige landschappen, door zonnegloed geblakerd en in ijzige vrieslucht verstard. Waakzaam, weerbaar, „impul sief en aggressief", zoals hijzelf èn terecht èn uitdagend (of moet men zeggen terecht- uitdagend) heeft geschreven, is Walschap deze gegaan, op zoek naar zichzelf, de .mens, de waarheid, het beginsel der we reld. Op die speurtocht heeft hij tot op de dag van heden een gevecht geleverd met rechts en links, met onder en boven, met achter en voor een felle, vinnige, eer lijke strijd tegen elke schijn, waar en hoe deze zich ook voordeed. Uit de leugen sloeg hij het waarheidsvuur van zijn romans, waarin hij de bloedig veroverde korrels waarheid samenkneedde tot figuren die geen figuranten maar mensen waren, men sen zoals hij er zelf één Is: die op de twij fel, de wanhoop, de walg een levensbe schouwing veroverden, een zedelijk, soci aal, menselijk fundament waarop zij kon den staan met daarboven de hemel dei- bovenzinnelijke raadselen. Altijd is Wal schap op „metaphysische trek" geweest. Rationalisme en geloof, stof en geest, wa ren voor hem twee zijden van de ondeel bare waarheid en ze zijn dat nog. Uit de spanning tussen beide leeft, strijdt, schrijft hij. Een zich steeds verfijnend intellect als het denkend instrument in de goddel- li jke orde der dingen, een zich openba rend geloof in de énige oorzaak der dingen dié twee boog hij tot elkaar. Dat is zün voortdurende „uiteenzetting met de le vensvragen". Met heeft hem een materialist geheten en vergeten dat zijn stoffelijkheidsleer van een kosmisch gehalte was. Men heeft hem een heiden genoemd en verzuimd op te merken dat voor hem één aanraking van Christus in liefde elk dogma wegvaagt. Hij, de „revolutionnair", die niets onverzoenlijker verwerpt en te lijf gaat dan „de skepsis, de berusting, de on ledigheid met het banale, de huisbakken heid en dorperlgheid" en aan niets hart stochtelijker zijn hart heeft verpand dan aan het leven dat een worstelen is om het menseiijk-hoogste, een aankomen om weer te vertrekken, heeft roman na roman in geladen taal getuigd van zijn verzet en zijn liefde, zijn zekerheid en zijn twijfel, met de uiterste inspanning van rede en hart, om de kern der waarheid te benaderen en haar twee zijden, rede en geloof, door één span ning te overbruggen, te verénen. Is hem dat in z'in nieuwe roman „Zuster Virgilia" gelukt? Heeft h:j de argeloze vroomheid van een Gothisch verleden verzoend met de na-middeleeuwse rationalistische denk kracht? Daar is Alberta, boerendochter, de een- voud-zelve, simpel in haar offervaardig heid, toewijding, kinderlijk-moederlijke zorg voor het gezin. Alberta aan wie de liefde verschijnt in bovennatuurlijke, god delijke glans. Alberta die zich een geroe pene voelt zonder te weten dat het hemelse teken een aarclse kruisgang is. Alberta die novice wordt omdat zij het hoogste wil en niet beseft tot dat hoogste, het menselijk- zwaarste, uitverkoren te zijn. Alberta „op getild in een hogere beschikking", wat zoveel zeggen wil als geplaatst op cle weg van lijden, versterven, sterven in heilig heid. Alberta, de geringste in ontwikkeling onder de postulanten die zuster Virgilia wordt, alle zielsstadia doolopend van de aards-gebondene en cle hemels-opstreven- de: „wijd en licht, eng en donker, wan hopig en overmoedig, veel en Weinig, alles en niets". Zuster Virgilia dan, bij genade de liefde ontvangend, die niet redeneert maar doet, niet oordeelt maar bidt, uit stijgt boven waar en onwaar, en het zwaarste doet torsen met de glimlach der zuivere zaligheid. Zuster Virgilia die, door het diepste duister gaand, het licht met zich meedraagt, tot haar als mirakel Jezus' aangezicht verschijnt. Virgilia, de heilige tenslotte, wier uitverkiezing op spraak wekt, bedenkingen, twijfel, spot, meelij, ongeloof, omdat heiligheid „een verschrikkelijke en gevaarlijke gunst" is. Virgialia als heilige bruid Christi tenslotte aan de aarde ontstijgend. Al wat het ongeloof kan aanvoeren te gen het wonder der heiligheid, wat de rede kan opbrengen aan twijfel aan haar echtheid, wat de theologische dogmatiek er waakzaam tegen kan opwerpen, heeft Walschap in de figuren die Virgilia om ringen met zijn uiterst bewegelijke, spits vondige geest te berde gebracht in beto gen en vertogen, in mening en tegenme- ning, met dialectische vaardigheid: in de godloochenaar, de Jezuiet, de verdraag zame vrijzinnige, de bedachtzame geeste lijke. Maar hoog daarboven uit gaat Virgilia, onaantastbaar kan men zeggen. Hoog boven alle twijfel van de rede gaat cle liefde. En waar staat Walschap? Déze roman figuur is hij, denkt men soms, en hij is het niet, althans niet geheel. Staat hij dan, ondanks de rationalistische inslag van het boek, met hart en met ziel achter Virgilia, deze „laat-Gothische bloem"? Achter het wonder, het onberedeneerbare? Zonder Walschaps verhouding tot het katholieke geloof, tot de kerk, in het ge ding te brengen (omdat het hier om het getuigenis van de schrijvende mens-Wal schap en niet om diens confessie gaat), ADVERTENTIE DE Gen. Cronjéstraat 43 Telefoon 16990 - 17696 STOFZUIGER SPECIAALZAAK Kruidbergerweg 51 Spaarne 3 Vanaf ƒ2.50 per week. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken. Het gebouw wordt deze maand opgeleverd Het nieuwe ontvangstation van Scheve ningen Radio op het IJmuidense Sluis- eiland zal, naar wij vernemen, nog deze maand door de aannemer worden opge leverd. De verhuizing uit de school aan de Houtmanstraat zal echter pas kunnen be ginnen, wanneer de Technische Dienst het gehele station voor de gebruikers heeft in gericht, hetgeen nog geruime tijd zal ver gen. Het verloop van de bouw tot nu toe wettigt overigens de reeds eerder uitge sproken verwachting, dat het nieuwe ge bouw in de tweede helft van de maand September in gebruik zal 'zijn. rijst de vraag of Walschap, als Virgilia's oom Steven „over raadselen en twijfel, die onopgelost achter hem liggen, is heenge- sprongen in de zekerheid van het geloof". Dat deze vraag na her- en herlezen blijft rijzen doet vermoeden, dat deze lofwaar dig gecomponeerde roman werd geschre ven niet na maar tijdens de strijd, en aan zielskracht gewonnen zou hebben als zijn groeitijd van langere duur was geweest. „Zuster Virgilia" is wat Walschap een „losmaking" noemt, een zich meer en meer „vrij-schrijven", een bevrijding in zekere zin van weerstanden, één van die ontladin gen der spanningen welke zijn ontembare waarheidsdrift heeft gewekt. Mèt, dóór „Zuster Virgilia" heeft Walschap zich ver nieuwd en verdiept. Dit is de conclusie, waartoe een beoor delaar naar Walschaps vrije geest moet komen, onafhankelijk van het even onge bruikelijke als weinig sympathieke „rond schrijven", waarmee de uitgever zich in snorkende taal tot de critici heeft gericht. C. J. E. DINAUX. Dinsdag wordt in de Grote Kerk te Beverwijk een orgelconcert gegeven dooi de organist G. J. Moed, met solistische medewerking van de alt Annie Bothe- Jonkheer. Dit is een concert van een reeks, die in het zomerseizoen wordt ge houden, het volgende is op 19 Juni. Het programma, dat de organist zal uit voeren bevat werken van Johann Se- bastiaan Bach, onder meer Praeludium en Fuga C moll en „Liebster Herr Jesu"; van Georg Friedrich Handel (de aria „O, hör mein Flehen" uit Samson") en voorts van S. Karg-Elart, Reger, Dvorak en Bo- rowski. De toegang is kosteloos. Nasleep van de zaak met de Oudewaterse Bank Negen personen uit Amsterdamse beurs- kringen stonden veertien dagen geleden terecht voor de Amsterdamse rechtbank wegens de handel in ongeregistreerde ef fecten in de periode tussen November 1945 en Mei 1946. De hun ten laste gelegde fei ten zijn aan het licht gekomen bij de be handeling van de zaak tegen de voorma lige directeur van de Oudewaterse Bank, die inmiddels tot twee-en-een-half jaar gevangenisstraf is veroordeeld. Een 52-jarige ex-bankdirecteur uit Am sterdam heeft destijds bemiddeld bij het aankopen door de Oudewaterse Bank van niet-geregistreerde effecten tegen 350.000. De overige verdachten hadden deze effecten aan de ex-bankdirecteur ge leverd. De ex-bankdirecteur, L. A. van der L., werd veroordeeld tot drie maanden gevan genisstraf. De andere verdachten kregen voorwaar delijke gevangenisstraffen, alsmede geld boeten welke varieerden van 5000 tot f 300.—. Vijftig jaren sociale verzekering Ter gelegenheid van het gouden jubi leum der Rijksverzekeringsbank is een boekje verschenen waarin de betekenis van het werk der bank in het licht wordt gesteld. In het voorwoord merkt mv dr. A. A. van Rhijn, staatssecretaris van So ciale Zaken, op, dat wij een sociale wet geving hebben gekregen, dje de toets der critiek kan doorstaan, al zijn nog allerlei verbeteringen mogelijk en gewenst. In te genstelling met 50 jaar geleden, zo zegt hij, js er thans niemand meer, die de ar beid van de Rijksverzekeringsbank niet van het grootste belang acht. Op 1 Juni was het een halve eeuw ge leden, dat de oudste sociale verzekerings wet, de Ongevallenwet 1901, althans ge deeltelijk in werking trad. De uitvoering van de wet werd opgedragen aan de rijks verzekeringsbank. Het boekje geeft een overzicht van de Ongevallenwetten en van de Invaliditeits- en de Ouderdomswet. Behandeld wordt de verhouding tussen de bank en de Raden van Arbeid en geme moreerd wordt de totstandkoming, in Oc tober 1939, van het monumentale gebouw in Amsterdam-Zuid, die de zetel werd van de Rijksverzekeringsbank. Onder het beheer der bank staan drie fondsen, het Ongevallenfonds, het Invali- diteitsfonds en het Ouderdomsfonds, die tezamen verscheidene honderden millioen guldens omvatten. De vorming van deze grote fondsen kent voor- en tegenstan ders, die op dit punt al jaren een hard nekkige strijd voeren. In het boekje wordt betoogd, dat het in gebruik zijnde kapitaal dekkingsstelsel voor de bank als verzeke ringsinstelling zeer te waarderen eigen schappen heeft. Door de toepassing van dit stelsel mag de bank zich met vrij grote zekerheid in staat achten tot het volledig uitvoeren van alle verplichtingen, die haar door de wetten worden opgelegd, doordat zij steeds de daarvoor nodige middelen in haar bezit heeft. Belangrijker dan het bestaan en voort bestaan der bank, zo wordt in het boekje opgemerkt, is dat der sociale verzekering zelf. De groei daarvan wordt nog lang niet geëindigd geacht. De Haagse rechbank heeft uitspraak ge daan in de zaak tegen de Hagenaar W. van der L„ de uitgever van het blad „Eén-Nul" en organisator van de daaraan verbonden voetbalprijsvraag. Enige tijd geledèn werd deze zaak voor de kantonrechter in Den Haag behandeld. Van der L. werd toen wegens de aan de uitgave van dit blad verbonden prijsvraag, die als overtreding van de Lote- rijweg werd beschouwd, tot f 1000 boete en een maand gevangenisstraf voorwaardelijk veroordeeld. De rechtbank heeft dit vonnis bevestigd. ZATERDAG 2 JUNI Rembrandt: ..Pa-ijs bij nacht", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Schaduwen bij nacht", 18 j., 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. Luxor: ,Het com- polt van het houten paard", 14 j., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een meisje van duizend weken", 13 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. City: „Vals geld", 18 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De dodende straal" en „Zons ondergang", 13 j.. 2.30, 7 en 9.15 uur ZONDAG 3 JUNI Bioscopen: Middag- en avondvooistellingen. MAANDAG 4 JUNI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. ADVERTENTIE MET WAARDEBON VOOR GOAL VOETBALFOTO ,,Ecce homo" (Christus door Pilatus aan het volk voorgesteld, gesigneerd en gedateerd 1,655, uit een particuliere verzameling)een der etsen van Rembrandt, die op de vandaag geopende tentoonstelling in de Haarlemse Vleeshal te zien .zijn. Accijnsverhoging werd breedvoerig besproken De Nederlandse bond van exploitanten van hotels, cafés, restaurants, slijterijen en aanverwante bedrijven Horeca, die zijn tweedaags congres te Zandvoort hield, heeft over het aldaar besprokene een communi qué verstrekt, waaraan wij het volgende ontlenen: Een der afgevaardigden besprak het op de balans voorkomende „dankbestrijdings- fonds". De voorzitter, de heer L. Chr. Kick- hefer, zei, dat de caféhouders de beste drankbestrijders behoren te zijn, omdat zij door bemiddeling van hun organisatie er sinds tientallen jaren op uit zijn, de cul turele verheffing van deze bedrijfstak te bevorderen. Het is hun belang, drankmis bruik te voorkomen, omdat alleen op die wijze bij de overheid eerbied kan worden verwekt voor hun doel en streven. Bij het punt „bespreking van de bedrijfs- toestand in het algemeen" besprak de voor zitter de a.s. verhoging van de gedistilleerd- accijns. Spreker betoogde, dat een grote acccijnsverhoging funest zal werken voor het Horeca-bedrijf en voor de schatkist. De ervaring' toch heeft bewezen, dat dan de accijns-opbrenst nadelig wordt beïnvloed door de veel grotere omvang van het clan destien stoken van gedistilleerd, terwijl het ook de smokkelarij in de hand werkt. Ook bestaat de kans, dat de vergiftigde methyl-alcohol wordt gebruikt, waardoor de volksgezondheid in gevaar komt. Het is volgens de voorzitter trouwens de vraag, of bij een economische unie met België en Luxemburg een accijns-unificatie noodza kelijk is. Niettemin heeft cle Tweede Kamer, ondanks alle bezaren, die door verschillende Kamerleden te berde zijn ge bracht, het wets-ontwerp aangenomen, zo dat, indien óók de Eerste Kamer zich er mede verenigt, de accijnsverhoging van 320.— tot 596,— per H.L. 50 een feit zal worden, zij het dan, dat dit eerst zal geschieden na het tot stand komen der eco nomische unie met genoemde landen en in ieder geval niet vóór 1 Januari 1953. Voor de tussenliggende periode wordt de accijns dan op 475.vastgesteld. Tenslotte werd algemeen ingezien, dat het Horeca-bedrijf gedwongen zal zijn, de verhoging in de glasprijs dóór te bereke nen. Bij de rondvraag werd algemeen aange drongen op een spoedige wijziging van de Drankwet. De voorzitter antwoordde, dat men hierop de eerste vijf jaar niet behoeft te rekenen. Het is echter mogelijk, dat aan vullingen op korte termijn zullen worden aangebracht, speciaal wat betreft een be tere regeling voor de paehtvergunningen mede ten aanzien van de zgn. „vervan gers-contracten." ADVERTENTIE Zo juist verschenen: KEUZE-CATALOGUS No. 14 LIVRES FRANQAIS. Gratis verkrijgbaar bij: Gedempte Oude Gracht - Haarlem Als gevolg van het prijsverloop op de wereld-oliemarkt en de vrachtenmarkt zijn de prijzen voor tractorpetroleum met in gang van 1 Juni 1951 met f 0,25 per 100 liter, de prijzen voor lichtpetroleum met 1 cent per liter en die voor gasolie. afhankelijk van de wijze van levering, met f 0,31 tot f 0,81 oer 100 liter verhoogd. Wanneer wij ooit het bewijs hebben gekregen, dat Amsterdam een waarlijk grote stad is een bewijs dat doorgaans niet zo makkelijk te leveren is dan was dat tijdens ons bezoek aan de ge meenteraad, die daar dezer dagen zitting had. Zitting is overigens een onjuist woord en looping zou beter wezen, wan neer dat niet zo aan luchtacrobatiek herinnerde. In natuurgetrouwe navol ging van 's lands belangx-ijkste verga- dering, de Tweede Kamer, gaven de Amstei'damse raadsleden namelijk hun belangstelling te kennen voor hetgeen hun mede-leden te zeggen hadden, door voortdurend heen en weer te wandelen, ondex'ling te converseren of één van de duizend dingen te doen, die voorvallen in een druk-beklant café. Het is overigens wel een indrukwek kende raadszaal daar in de hoofdstad. Er hangen twintig grote lampen (we hebben ze 13 maal geteld, dus kunnen het weten) perlemoerachtig te glanzen in het binnenvallend zonlicht. Ook zitten er enige ronde openingen in het plafond, niet zozeer texx dienste van raadsleden, die er geen gat meer in zien, als wel be doeld om er een nieuw soort verlichting in aan te brengen. Nadat de gaten waren geboord, stapte de x-aad echter weer van het plan af, zo verzekerde onze zegsman. Zeer mooi zijn ook de decoraties in het betimmerd vex-blijf, vooral die achter de verhoging waar bui'gemeester d'Ailly en zijn wethouders zetelen. Het zijn zes spookachtige gedaanten, symbolen voor stellende (niet B. en W., maar de deco raties wel te vei-staan). In de zaal zelf zitten de vroede vade ren achter lange tafels waar zij hun raadsstukken, sigaren, ochtendbladen, sigaren en lucifers opleggen. Zij zijn verdeeld in fracties, die bij elkaar hui zen om verwarring te voorkomen. Net toen wij binnenkwamen, was er een debat aan de gang over de tandheel kundige verzorging van de schooljeugd, dat staat afgebeeld op de nevenstaande luchtfoto. Men ziet met welk een inte resse de raadsleden de spreker volgen. Om niet de schijn te wekkexx van over matige belangstelling, veinzen zij de krant te lezen, rond te flaneren of te soezen. Maar in werkelijkheid zijn zij ex- met de aandacht goed bij. Daar kan men desgewenst donder op zeggen. Donder. Zeer interessant zijn ook de zo genaamde hamerstukken, die men op de voorgrond ziet liggen. Zij waren reeds eerder afgehandeld. Tijdens dit debat werd het langst het woord gevoerd door de heer Polak. Deze betoogde, dat Amsterdam door cle voor gestelde maatregel de beste tanclverzor- ging van de schooljeugd in heel het land zal krijgen, iets dat hij een betreurens waardig verschijnsel achtte. De voor naamste x-eden van zijn droefheid was gelegen in het feit, dat het in cle andex-e steden nog slechter was dan in Amster dam, iets dat hij nauwelijks voor moge lijk had gehouden. Hij liet daarna de tanden even de tanden om een beschou wing te houden over de verderfelijke maatschappelijke structuur in ons vaderland, een verderfelijkheid die hij in de tanden der schoolkinderen weer spiegeld zag. In de volksdemocratiën is het wel anders gesteld, zo meende hij. Tot onze spijt kunnen wij u niet mee- delen, tot welke partij deze spreker behoorde. Een geheel ander geluid liet een spx-eker van de andere zijde horen. Hij had een diepe bas en zeide speciaal een lans te willen breken voor de tanden van kinderen uit de grote gezinnen. Of hij van de gebroken lans tandenborstels wilde maken, kon echter uit zijn woor den niet worden afgeleid. Nadat ook nog andex-e sprekex-s hun bezwaren te gen het voox-stel kenbaar hadden ge maakt, wefd het zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Een ander punt, dat ïxogal wat stof deed opwaaien, betrof de huisvesting in Amsterdam. De spx-eker met de bas brak wederom met knappend geluid een lans voor de grote gezinnen (hij had er blijkbaar nogal wat bij zich). Voorts uitte hij een krachtige beschul diging aan het adres van bux-gemeester d'Ailly. Hij zeide namelijk, dat de bur gemeester tweehonderd grote gezinnen had ingeschreven bij het Centraal Bu reau Huisvesting (op zichzelf al een opzienbarende onthulling) en voegde er aan toe, dat de burgervader zich daar niets aan gelegen liet liggen. Wij heb ben de burgemeester daarna met héél andex-e ogen aangekeken. „Kijkt u niet zo met andere ogen", zagen wij de bur gemeester denken. Een aardige bijzonderheid is mis schien nog, dat zo gauw een raadslid de mond opende om het woord te voe ren, een bode aangesneld kwam met een glaasje water. Zij die niet spraken, kregen geen water. Bij informatie bleek dat het hier nu het zogenaamde spraak water betrof. Helaas moeten wij u in het duister' laten, 'welke sprekex-s allemaal het woord gevoerd hebben en tot welke partijen zij behoren. Ook kunnen wij niet meedelen, welke punten er alle maal zijn behandeld, want de agenda, die wij hadden, bevatte alleen vermel dingen als: Voordracht van Bux-gemees ter en Wethouders van 11 Mei 1951 tot wijziging van het raadsbesluit in zake verhuring van watervlakte in de Am- stel voor herbouw van een botenhuis c.a. (Gemeenteblad afd. 1, No. 301, blaclz. 432). Net toen'wij dat beneden in het stadhuis hadden opgezocht, was Comedia bespeelt gedurende de maand Juni twee schouwburgen: het Centraal en het Leidseplein Theater, respectievelijk met „De eerbiedige lichtekooi" van Sartre en Vader Thuis" naar de gelijknamige ver- halenreeks van Clarence Day. De agenda van de Stadsschouwburg vermeldt geen nieuws: het A.T.G. vertoont Zaterdagavond het blijspel „Zij kregen wat ze wilden" met Louis Saalborn en Zondagavond (volksvoorstelling) „Het dubbel le ven van Sir'William". De Nederlandse Opera voert Zon dagmiddag „La Traviata" van Verdi uit, Maandagavond „De Parelvissers" van Bizet en Donderdagavond een spectacle coupé. In de Kleine Comedie gaat dagelijks het blijspel „Potasch en Perlemoer" met Johan Kaart en Johan Boskamp. Het dertigjarige Rialto-theater be gint Woensdag met de vertoningen van het jubileumprogramma, waarop als hoofdfilm voorkomt Pinkymet Ethel Barrymore en vele anderen. In Kriterion is een nieuwe Italiaanse film te zien: „Mensen zoals wij" van Fernando Cerchio. Op het volksconcert van Zondag avond speelt het Concertgebouw Orkest onder leiding van Rafael Kubelik het Dubbelconcert van Mar tina, het Derde Pianoconcert van Bariök (met Julius Katchen als so list) en de Vierde Symphonie van Brahms. Het lier-ingerichte museum Am- stelkringbekend als „Ons lieve Heer op solder" aan de Oude Zijds Voorburgwal is vandaag officieus weer voor het publiek ter bezichti ging opengesteld. Tot 10 Juni duurt op het Frederiks- plein de tentoonstelling van beeld houwkunst in de openlucht. er alweer een volgend punt aan de or de. Het neerzetten van bordjes met namen der raadsleden en het op de pu blieke tribune beschikbaar stellen van de te behandelen stukken wordt blijk baar beschouwd als het stimuleren van een ongezonde interesse in de gemeen telijke zaken van cle zijde van het pu bliek, dat zó nieuwsgierig is, dat het de raadszitting bij komt wonen. Aangezien het ons dus allemaal duister bleef, zijn wij maar bedroefd heengegaan. BOEDA In de zeventiende eeuw en gedurende een groot deel der achttiende eeuw was de uitvoeringspraktijk der instrumentale mu ziek zeer verschillend van de latere wijze van interpretatie. Ik denk xiu niet aan cla- vecimbels, aan gamba's, aan kromme strijk stokken en andere materiële zaken, maar aan het musiceren zelf. De organisten en clavecimbel-spelers hadden een muzikaal zeer belangrijke en verantwoordelijke taak, o.a. omdat zij uit beperkte gegevens der componisten naar eigen muzikaal in zicht en fantasie voor een artistieke ge stalte van het werk moesten zorgen. De componisten noteerden in die tijd voor de partijen dezer uitvoerders sleclxts cijfers boven basnoten (basso continuo) en ver wachtten dat de spelers uit deze nogal nuchtere opgave de harmonie zouden le zen en bovendien van uit de harmonie een mooi klinkende muziek zouden realiseren. Er kwam dus een vermogen van fantasie en improvisatie aan te pas. In zekere zin doet dit denken aan het gebruik der opera zangers (ook ongeveer in die tijd) om de gegeven melodieën van vex-sieringen (z.g. fiorituren) te voorzien. Maar de taak der organisten en clavecimbel-spelers was veel moeilijker, althans wanneer zij als serieuze musici hun taak opvatten. Wanneer zij muzikale fantasie bezaten begrepen zij de gedachte-gang' van het stuk, waren zij slechts bekwame harmobie-kenners dan was hun uitvoering waarschijnlijk niet meer dan juist bruikbaar voor het doel van begeleiding. Het element der impi'ovisatie als prakti sche voltooiing van een compositie was overigens nog veel ouder, als wij denken aan de geschiedenis der vocale muziek. Het zou echter te ver voeren als ik hier nader op inging en wij -zouden bovendien tot technische zaken moeten overgaan. Na de zonen van Bach noteren de com ponisten minder met cijfers en als wij iets verder zijn is het ovexdaten der gestalte vorming en zelfs de wijze van voordragen der voorgeschreven noten niet meer vrij. Mozart schi'ijft nog betrekkelijk weinig voordrachtstekens, maar Beethoven dwingt de spelers te begrijpen dat het zijn stuk is, dat het zijn gevoelens zijn, dat het zijn fantasie is. En meteen leert de ondervin ding uit de natuur dat geen speler iets van de levende gestalte dezer muziek kan te- x-echt brengen als hij niet zelf over fanta sie, sentiment en vormbegrip beschikt. De klassieke, de romantische en de moderne componisten laten in de notatie niets te x-aden over, maar eisen tegelijkertijd een vermogen aan muzikaliteit en artisticiteit van de uitvoerder. Maai- het element der improvisatie verdween. Geheel zijdelings van de ontwikkeling der muziek vei-scheen in latere tijd de sportieve kunst der improvisatie als vrije uitvoei'ing van een gegeven in de Jazz muziek. De pianisten, blazers en slagwer kers der Bands hebben op een bepaald ge geven, een lied, een dansvorm, de vrijheid om naar eigen muzikaal vermogen prak tisch te musiceren. De jazz is meer een uit- voerderssport dan een componisten-kunst. De kracht en de waarde van een jazz-band wox-dt bepaald door het improvisatie-ver mogen en de virtuositeit der spelers, niet door de compositie. De vluchtigheid dezer prestaties kan aan de feitelijke gedachte ontwikkeling der kunst geen deel hebben, hoezeer ook af en toe de eigenaardigheden der jazz-muziek zich dringen in het muzi kale reilen en zeilen van sommige compo nisten. Wie de ontwikkeling der muzikale gedachte, vertegenwoordigd in toonsyste men en vormen, volgt en bestudeert, be- mex-kt dat de jazz aan deze zeer interne evolutie geen deel heeft. Er bestaat nog een andere improvisatie- kunst, die her en der verspreid in de we reld der muziek, van grote betekenis is. De namen van Bach, Bruckner en César Franck komen ons voor de geest. Deze kunst is de vrucht van het vermogen om onmiddellijk te kunnen componeren en uit te voeren. Dit betekent dat de musicus een volledige muziek-gestalte in de geest voor zich ziet en deze meteen vanuit zijn instru ment kan doen klinken. Het is mogelijk dat een componist tot een snelle constructie in zijn geest in staat is; hij zal echter tot on middellijke verklanking alleen in staat zijn als hij als speler over de vereiste techniek beschikt. Men denkt hierbij allicht aan wat men noemt inspiratie. De inspiratie bete kent hartstochtelijkheid en heldei-ziend- heid en nog veel meer dat zich niet be schrijven laat. In zekei-e zin is de impi-ovi- satie een sprong, maar in alle zin is het een beheersing. Het is waar dat de prak tijk der organisten aan deze musici de meeste kansen tot ontwikkeling dezer kunst geschonken heeft; maar zij kan zich even zeer in piano-schoonheid en -techniek uiten. HENDRIK ANDRIESSEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5