Het Hek van de Dam-
HARTENDORP
Litteraire fCanttekenin,
Nieuw ontvangstation
van Scheveningen Radio
Orgelconcert in de Grote Kerk
Handel in ongeregistreerde
effecten berecht
Het gouden jubileum der
Rijksverzekeringsbank
„Eén-nul" veroordeeld
A'enda voor Haarlem
Het Horeca-congres
te Zandvoort
Boekhandel H. DE VRIES
Hamerstukken en -brokken
Gebroken lansen
In de hoofdstad uit
OVER MUZIEK
PRAKTIJK DER MUZIEK
3
GERARD WALSCHAP: „Zuster Virgilia" (Uitgeverij P. Vink,
Antwerpen)
ttAN de vlaamse Breugheliaanse
V „heiden" Jan Houtekiet tot Zuster
Virgilia is een lange weg, met keien en kui
len, met steile hellingen en dalingen, door
woestenijen en vredige landschappen, door
zonnegloed geblakerd en in ijzige vrieslucht
verstard. Waakzaam, weerbaar, „impul
sief en aggressief", zoals hijzelf èn terecht
èn uitdagend (of moet men zeggen terecht-
uitdagend) heeft geschreven, is Walschap
deze gegaan, op zoek naar zichzelf, de
.mens, de waarheid, het beginsel der we
reld. Op die speurtocht heeft hij tot op de
dag van heden een gevecht geleverd met
rechts en links, met onder en boven, met
achter en voor een felle, vinnige, eer
lijke strijd tegen elke schijn, waar en hoe
deze zich ook voordeed. Uit de leugen sloeg
hij het waarheidsvuur van zijn romans,
waarin hij de bloedig veroverde korrels
waarheid samenkneedde tot figuren die
geen figuranten maar mensen waren, men
sen zoals hij er zelf één Is: die op de twij
fel, de wanhoop, de walg een levensbe
schouwing veroverden, een zedelijk, soci
aal, menselijk fundament waarop zij kon
den staan met daarboven de hemel dei-
bovenzinnelijke raadselen. Altijd is Wal
schap op „metaphysische trek" geweest.
Rationalisme en geloof, stof en geest, wa
ren voor hem twee zijden van de ondeel
bare waarheid en ze zijn dat nog. Uit de
spanning tussen beide leeft, strijdt, schrijft
hij. Een zich steeds verfijnend intellect als
het denkend instrument in de goddel-
li jke orde der dingen, een zich openba
rend geloof in de énige oorzaak der dingen
dié twee boog hij tot elkaar. Dat is
zün voortdurende „uiteenzetting met de le
vensvragen".
Met heeft hem een materialist geheten en
vergeten dat zijn stoffelijkheidsleer van een
kosmisch gehalte was. Men heeft hem een
heiden genoemd en verzuimd op te
merken dat voor hem één aanraking
van Christus in liefde elk dogma
wegvaagt. Hij, de „revolutionnair", die
niets onverzoenlijker verwerpt en te lijf
gaat dan „de skepsis, de berusting, de on
ledigheid met het banale, de huisbakken
heid en dorperlgheid" en aan niets hart
stochtelijker zijn hart heeft verpand dan
aan het leven dat een worstelen is om het
menseiijk-hoogste, een aankomen om weer
te vertrekken, heeft roman na roman in
geladen taal getuigd van zijn verzet en zijn
liefde, zijn zekerheid en zijn twijfel, met de
uiterste inspanning van rede en hart, om
de kern der waarheid te benaderen en haar
twee zijden, rede en geloof, door één span
ning te overbruggen, te verénen. Is hem
dat in z'in nieuwe roman „Zuster Virgilia"
gelukt? Heeft h:j de argeloze vroomheid
van een Gothisch verleden verzoend met de
na-middeleeuwse rationalistische denk
kracht?
Daar is Alberta, boerendochter, de een-
voud-zelve, simpel in haar offervaardig
heid, toewijding, kinderlijk-moederlijke
zorg voor het gezin. Alberta aan wie de
liefde verschijnt in bovennatuurlijke, god
delijke glans. Alberta die zich een geroe
pene voelt zonder te weten dat het hemelse
teken een aarclse kruisgang is. Alberta die
novice wordt omdat zij het hoogste wil en
niet beseft tot dat hoogste, het menselijk-
zwaarste, uitverkoren te zijn. Alberta „op
getild in een hogere beschikking", wat
zoveel zeggen wil als geplaatst op cle weg
van lijden, versterven, sterven in heilig
heid. Alberta, de geringste in ontwikkeling
onder de postulanten die zuster Virgilia
wordt, alle zielsstadia doolopend van de
aards-gebondene en cle hemels-opstreven-
de: „wijd en licht, eng en donker, wan
hopig en overmoedig, veel en Weinig, alles
en niets". Zuster Virgilia dan, bij genade
de liefde ontvangend, die niet redeneert
maar doet, niet oordeelt maar bidt, uit
stijgt boven waar en onwaar, en het
zwaarste doet torsen met de glimlach der
zuivere zaligheid. Zuster Virgilia die, door
het diepste duister gaand, het licht met
zich meedraagt, tot haar als mirakel
Jezus' aangezicht verschijnt. Virgilia, de
heilige tenslotte, wier uitverkiezing op
spraak wekt, bedenkingen, twijfel, spot,
meelij, ongeloof, omdat heiligheid „een
verschrikkelijke en gevaarlijke gunst" is.
Virgialia als heilige bruid Christi tenslotte
aan de aarde ontstijgend.
Al wat het ongeloof kan aanvoeren te
gen het wonder der heiligheid, wat de
rede kan opbrengen aan twijfel aan haar
echtheid, wat de theologische dogmatiek er
waakzaam tegen kan opwerpen, heeft
Walschap in de figuren die Virgilia om
ringen met zijn uiterst bewegelijke, spits
vondige geest te berde gebracht in beto
gen en vertogen, in mening en tegenme-
ning, met dialectische vaardigheid: in de
godloochenaar, de Jezuiet, de verdraag
zame vrijzinnige, de bedachtzame geeste
lijke. Maar hoog daarboven uit gaat
Virgilia, onaantastbaar kan men zeggen.
Hoog boven alle twijfel van de rede gaat
cle liefde.
En waar staat Walschap? Déze roman
figuur is hij, denkt men soms, en hij is het
niet, althans niet geheel. Staat hij dan,
ondanks de rationalistische inslag van het
boek, met hart en met ziel achter Virgilia,
deze „laat-Gothische bloem"? Achter het
wonder, het onberedeneerbare?
Zonder Walschaps verhouding tot het
katholieke geloof, tot de kerk, in het ge
ding te brengen (omdat het hier om het
getuigenis van de schrijvende mens-Wal
schap en niet om diens confessie gaat),
ADVERTENTIE
DE
Gen. Cronjéstraat 43
Telefoon 16990 - 17696
STOFZUIGER SPECIAALZAAK
Kruidbergerweg 51
Spaarne 3
Vanaf ƒ2.50 per week.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken.
Het gebouw wordt deze
maand opgeleverd
Het nieuwe ontvangstation van Scheve
ningen Radio op het IJmuidense Sluis-
eiland zal, naar wij vernemen, nog deze
maand door de aannemer worden opge
leverd. De verhuizing uit de school aan de
Houtmanstraat zal echter pas kunnen be
ginnen, wanneer de Technische Dienst het
gehele station voor de gebruikers heeft in
gericht, hetgeen nog geruime tijd zal ver
gen. Het verloop van de bouw tot nu toe
wettigt overigens de reeds eerder uitge
sproken verwachting, dat het nieuwe ge
bouw in de tweede helft van de maand
September in gebruik zal 'zijn.
rijst de vraag of Walschap, als Virgilia's
oom Steven „over raadselen en twijfel, die
onopgelost achter hem liggen, is heenge-
sprongen in de zekerheid van het geloof".
Dat deze vraag na her- en herlezen blijft
rijzen doet vermoeden, dat deze lofwaar
dig gecomponeerde roman werd geschre
ven niet na maar tijdens de strijd, en aan
zielskracht gewonnen zou hebben als zijn
groeitijd van langere duur was geweest.
„Zuster Virgilia" is wat Walschap een
„losmaking" noemt, een zich meer en meer
„vrij-schrijven", een bevrijding in zekere
zin van weerstanden, één van die ontladin
gen der spanningen welke zijn ontembare
waarheidsdrift heeft gewekt. Mèt, dóór
„Zuster Virgilia" heeft Walschap zich ver
nieuwd en verdiept.
Dit is de conclusie, waartoe een beoor
delaar naar Walschaps vrije geest moet
komen, onafhankelijk van het even onge
bruikelijke als weinig sympathieke „rond
schrijven", waarmee de uitgever zich in
snorkende taal tot de critici heeft gericht.
C. J. E. DINAUX.
Dinsdag wordt in de Grote Kerk te
Beverwijk een orgelconcert gegeven dooi
de organist G. J. Moed, met solistische
medewerking van de alt Annie Bothe-
Jonkheer. Dit is een concert van een
reeks, die in het zomerseizoen wordt ge
houden, het volgende is op 19 Juni.
Het programma, dat de organist zal uit
voeren bevat werken van Johann Se-
bastiaan Bach, onder meer Praeludium en
Fuga C moll en „Liebster Herr Jesu"; van
Georg Friedrich Handel (de aria „O, hör
mein Flehen" uit Samson") en voorts
van S. Karg-Elart, Reger, Dvorak en Bo-
rowski. De toegang is kosteloos.
Nasleep van de zaak met
de Oudewaterse Bank
Negen personen uit Amsterdamse beurs-
kringen stonden veertien dagen geleden
terecht voor de Amsterdamse rechtbank
wegens de handel in ongeregistreerde ef
fecten in de periode tussen November 1945
en Mei 1946. De hun ten laste gelegde fei
ten zijn aan het licht gekomen bij de be
handeling van de zaak tegen de voorma
lige directeur van de Oudewaterse Bank,
die inmiddels tot twee-en-een-half jaar
gevangenisstraf is veroordeeld.
Een 52-jarige ex-bankdirecteur uit Am
sterdam heeft destijds bemiddeld bij het
aankopen door de Oudewaterse Bank
van niet-geregistreerde effecten tegen
350.000. De overige verdachten hadden
deze effecten aan de ex-bankdirecteur ge
leverd.
De ex-bankdirecteur, L. A. van der L.,
werd veroordeeld tot drie maanden gevan
genisstraf.
De andere verdachten kregen voorwaar
delijke gevangenisstraffen, alsmede geld
boeten welke varieerden van 5000 tot
f 300.—.
Vijftig jaren
sociale verzekering
Ter gelegenheid van het gouden jubi
leum der Rijksverzekeringsbank is een
boekje verschenen waarin de betekenis
van het werk der bank in het licht wordt
gesteld. In het voorwoord merkt mv dr.
A. A. van Rhijn, staatssecretaris van So
ciale Zaken, op, dat wij een sociale wet
geving hebben gekregen, dje de toets der
critiek kan doorstaan, al zijn nog allerlei
verbeteringen mogelijk en gewenst. In te
genstelling met 50 jaar geleden, zo zegt
hij, js er thans niemand meer, die de ar
beid van de Rijksverzekeringsbank niet
van het grootste belang acht.
Op 1 Juni was het een halve eeuw ge
leden, dat de oudste sociale verzekerings
wet, de Ongevallenwet 1901, althans ge
deeltelijk in werking trad. De uitvoering
van de wet werd opgedragen aan de rijks
verzekeringsbank. Het boekje geeft een
overzicht van de Ongevallenwetten en van
de Invaliditeits- en de Ouderdomswet.
Behandeld wordt de verhouding tussen de
bank en de Raden van Arbeid en geme
moreerd wordt de totstandkoming, in Oc
tober 1939, van het monumentale gebouw
in Amsterdam-Zuid, die de zetel werd van
de Rijksverzekeringsbank.
Onder het beheer der bank staan drie
fondsen, het Ongevallenfonds, het Invali-
diteitsfonds en het Ouderdomsfonds, die
tezamen verscheidene honderden millioen
guldens omvatten. De vorming van deze
grote fondsen kent voor- en tegenstan
ders, die op dit punt al jaren een hard
nekkige strijd voeren. In het boekje wordt
betoogd, dat het in gebruik zijnde kapitaal
dekkingsstelsel voor de bank als verzeke
ringsinstelling zeer te waarderen eigen
schappen heeft. Door de toepassing van
dit stelsel mag de bank zich met vrij grote
zekerheid in staat achten tot het volledig
uitvoeren van alle verplichtingen, die haar
door de wetten worden opgelegd, doordat
zij steeds de daarvoor nodige middelen in
haar bezit heeft.
Belangrijker dan het bestaan en voort
bestaan der bank, zo wordt in het boekje
opgemerkt, is dat der sociale verzekering
zelf. De groei daarvan wordt nog lang niet
geëindigd geacht.
De Haagse rechbank heeft uitspraak ge
daan in de zaak tegen de Hagenaar W. van
der L„ de uitgever van het blad „Eén-Nul"
en organisator van de daaraan verbonden
voetbalprijsvraag. Enige tijd geledèn werd
deze zaak voor de kantonrechter in Den Haag
behandeld. Van der L. werd toen wegens
de aan de uitgave van dit blad verbonden
prijsvraag, die als overtreding van de Lote-
rijweg werd beschouwd, tot f 1000 boete en
een maand gevangenisstraf voorwaardelijk
veroordeeld.
De rechtbank heeft dit vonnis bevestigd.
ZATERDAG 2 JUNI
Rembrandt: ..Pa-ijs bij nacht", 14 j., 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Palace: „Schaduwen bij nacht",
18 j., 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. Luxor: ,Het com-
polt van het houten paard", 14 j., 2. 4.15, 7
en 9.15 uur. Frans Hals: „Een meisje van
duizend weken", 13 j., 2.30, 7 en 9.15 uur.
City: „Vals geld", 18 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15
uur. Spaarne: „De dodende straal" en „Zons
ondergang", 13 j.. 2.30, 7 en 9.15 uur
ZONDAG 3 JUNI
Bioscopen: Middag- en avondvooistellingen.
MAANDAG 4 JUNI
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
ADVERTENTIE
MET WAARDEBON VOOR GOAL VOETBALFOTO
,,Ecce homo" (Christus door Pilatus aan het volk voorgesteld, gesigneerd en gedateerd
1,655, uit een particuliere verzameling)een der etsen van Rembrandt, die op de
vandaag geopende tentoonstelling in de Haarlemse Vleeshal te zien .zijn.
Accijnsverhoging werd
breedvoerig besproken
De Nederlandse bond van exploitanten
van hotels, cafés, restaurants, slijterijen en
aanverwante bedrijven Horeca, die zijn
tweedaags congres te Zandvoort hield, heeft
over het aldaar besprokene een communi
qué verstrekt, waaraan wij het volgende
ontlenen:
Een der afgevaardigden besprak het op
de balans voorkomende „dankbestrijdings-
fonds". De voorzitter, de heer L. Chr. Kick-
hefer, zei, dat de caféhouders de beste
drankbestrijders behoren te zijn, omdat zij
door bemiddeling van hun organisatie er
sinds tientallen jaren op uit zijn, de cul
turele verheffing van deze bedrijfstak te
bevorderen. Het is hun belang, drankmis
bruik te voorkomen, omdat alleen op die
wijze bij de overheid eerbied kan worden
verwekt voor hun doel en streven.
Bij het punt „bespreking van de bedrijfs-
toestand in het algemeen" besprak de voor
zitter de a.s. verhoging van de gedistilleerd-
accijns. Spreker betoogde, dat een grote
acccijnsverhoging funest zal werken voor
het Horeca-bedrijf en voor de schatkist.
De ervaring' toch heeft bewezen, dat dan de
accijns-opbrenst nadelig wordt beïnvloed
door de veel grotere omvang van het clan
destien stoken van gedistilleerd, terwijl
het ook de smokkelarij in de hand werkt.
Ook bestaat de kans, dat de vergiftigde
methyl-alcohol wordt gebruikt, waardoor
de volksgezondheid in gevaar komt. Het is
volgens de voorzitter trouwens de vraag, of
bij een economische unie met België en
Luxemburg een accijns-unificatie noodza
kelijk is. Niettemin heeft cle Tweede
Kamer, ondanks alle bezaren, die door
verschillende Kamerleden te berde zijn ge
bracht, het wets-ontwerp aangenomen, zo
dat, indien óók de Eerste Kamer zich er
mede verenigt, de accijnsverhoging van
320.— tot 596,— per H.L. 50 een feit
zal worden, zij het dan, dat dit eerst zal
geschieden na het tot stand komen der eco
nomische unie met genoemde landen en in
ieder geval niet vóór 1 Januari 1953. Voor
de tussenliggende periode wordt de accijns
dan op 475.vastgesteld.
Tenslotte werd algemeen ingezien, dat
het Horeca-bedrijf gedwongen zal zijn, de
verhoging in de glasprijs dóór te bereke
nen.
Bij de rondvraag werd algemeen aange
drongen op een spoedige wijziging van de
Drankwet. De voorzitter antwoordde, dat
men hierop de eerste vijf jaar niet behoeft
te rekenen. Het is echter mogelijk, dat aan
vullingen op korte termijn zullen worden
aangebracht, speciaal wat betreft een be
tere regeling voor de paehtvergunningen
mede ten aanzien van de zgn. „vervan
gers-contracten."
ADVERTENTIE
Zo juist verschenen:
KEUZE-CATALOGUS No. 14
LIVRES FRANQAIS.
Gratis verkrijgbaar bij:
Gedempte Oude Gracht - Haarlem
Als gevolg van het prijsverloop op de
wereld-oliemarkt en de vrachtenmarkt zijn
de prijzen voor tractorpetroleum met in
gang van 1 Juni 1951 met f 0,25 per 100 liter,
de prijzen voor lichtpetroleum met 1 cent
per liter en die voor gasolie. afhankelijk van
de wijze van levering, met f 0,31 tot f 0,81
oer 100 liter verhoogd.
Wanneer wij ooit het bewijs hebben
gekregen, dat Amsterdam een waarlijk
grote stad is een bewijs dat doorgaans
niet zo makkelijk te leveren is dan
was dat tijdens ons bezoek aan de ge
meenteraad, die daar dezer dagen zitting
had. Zitting is overigens een onjuist
woord en looping zou beter wezen, wan
neer dat niet zo aan luchtacrobatiek
herinnerde. In natuurgetrouwe navol
ging van 's lands belangx-ijkste verga-
dering, de Tweede Kamer, gaven de
Amstei'damse raadsleden namelijk hun
belangstelling te kennen voor hetgeen
hun mede-leden te zeggen hadden, door
voortdurend heen en weer te wandelen,
ondex'ling te converseren of één van de
duizend dingen te doen, die voorvallen
in een druk-beklant café.
Het is overigens wel een indrukwek
kende raadszaal daar in de hoofdstad.
Er hangen twintig grote lampen (we
hebben ze 13 maal geteld, dus kunnen
het weten) perlemoerachtig te glanzen
in het binnenvallend zonlicht. Ook zitten
er enige ronde openingen in het plafond,
niet zozeer texx dienste van raadsleden,
die er geen gat meer in zien, als wel be
doeld om er een nieuw soort verlichting
in aan te brengen. Nadat de gaten waren
geboord, stapte de x-aad echter weer van
het plan af, zo verzekerde onze zegsman.
Zeer mooi zijn ook de decoraties in het
betimmerd vex-blijf, vooral die achter de
verhoging waar bui'gemeester d'Ailly en
zijn wethouders zetelen. Het zijn zes
spookachtige gedaanten, symbolen voor
stellende (niet B. en W., maar de deco
raties wel te vei-staan).
In de zaal zelf zitten de vroede vade
ren achter lange tafels waar zij hun
raadsstukken, sigaren, ochtendbladen,
sigaren en lucifers opleggen. Zij zijn
verdeeld in fracties, die bij elkaar hui
zen om verwarring te voorkomen. Net
toen wij binnenkwamen, was er een
debat aan de gang over de tandheel
kundige verzorging van de schooljeugd,
dat staat afgebeeld op de nevenstaande
luchtfoto. Men ziet met welk een inte
resse de raadsleden de spreker volgen.
Om niet de schijn te wekkexx van over
matige belangstelling, veinzen zij de
krant te lezen, rond te flaneren of te
soezen. Maar in werkelijkheid zijn zij ex-
met de aandacht goed bij. Daar kan men
desgewenst donder op zeggen. Donder.
Zeer interessant zijn ook de zo
genaamde hamerstukken, die men op de
voorgrond ziet liggen. Zij waren reeds
eerder afgehandeld.
Tijdens dit debat werd het langst het
woord gevoerd door de heer Polak. Deze
betoogde, dat Amsterdam door cle voor
gestelde maatregel de beste tanclverzor-
ging van de schooljeugd in heel het land
zal krijgen, iets dat hij een betreurens
waardig verschijnsel achtte. De voor
naamste x-eden van zijn droefheid was
gelegen in het feit, dat het in cle andex-e
steden nog slechter was dan in Amster
dam, iets dat hij nauwelijks voor moge
lijk had gehouden. Hij liet daarna de
tanden even de tanden om een beschou
wing te houden over de verderfelijke
maatschappelijke structuur in ons
vaderland, een verderfelijkheid die hij
in de tanden der schoolkinderen weer
spiegeld zag. In de volksdemocratiën is
het wel anders gesteld, zo meende hij.
Tot onze spijt kunnen wij u niet mee-
delen, tot welke partij deze spreker
behoorde.
Een geheel ander geluid liet een
spx-eker van de andere zijde horen. Hij
had een diepe bas en zeide speciaal een
lans te willen breken voor de tanden
van kinderen uit de grote gezinnen. Of
hij van de gebroken lans tandenborstels
wilde maken, kon echter uit zijn woor
den niet worden afgeleid. Nadat ook
nog andex-e sprekex-s hun bezwaren te
gen het voox-stel kenbaar hadden ge
maakt, wefd het zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Een ander punt, dat ïxogal wat stof
deed opwaaien, betrof de huisvesting in
Amsterdam. De spx-eker met de bas
brak wederom met knappend geluid
een lans voor de grote gezinnen (hij
had er blijkbaar nogal wat bij zich).
Voorts uitte hij een krachtige beschul
diging aan het adres van bux-gemeester
d'Ailly. Hij zeide namelijk, dat de bur
gemeester tweehonderd grote gezinnen
had ingeschreven bij het Centraal Bu
reau Huisvesting (op zichzelf al een
opzienbarende onthulling) en voegde er
aan toe, dat de burgervader zich daar
niets aan gelegen liet liggen. Wij heb
ben de burgemeester daarna met héél
andex-e ogen aangekeken. „Kijkt u niet
zo met andere ogen", zagen wij de bur
gemeester denken.
Een aardige bijzonderheid is mis
schien nog, dat zo gauw een raadslid
de mond opende om het woord te voe
ren, een bode aangesneld kwam met
een glaasje water. Zij die niet spraken,
kregen geen water. Bij informatie bleek
dat het hier nu het zogenaamde spraak
water betrof.
Helaas moeten wij u in het duister'
laten, 'welke sprekex-s allemaal het
woord gevoerd hebben en tot welke
partijen zij behoren. Ook kunnen wij
niet meedelen, welke punten er alle
maal zijn behandeld, want de agenda,
die wij hadden, bevatte alleen vermel
dingen als: Voordracht van Bux-gemees
ter en Wethouders van 11 Mei 1951 tot
wijziging van het raadsbesluit in zake
verhuring van watervlakte in de Am-
stel voor herbouw van een botenhuis
c.a. (Gemeenteblad afd. 1, No. 301,
blaclz. 432). Net toen'wij dat beneden
in het stadhuis hadden opgezocht, was
Comedia bespeelt gedurende de
maand Juni twee schouwburgen: het
Centraal en het Leidseplein Theater,
respectievelijk met „De eerbiedige
lichtekooi" van Sartre en Vader
Thuis" naar de gelijknamige ver-
halenreeks van Clarence Day.
De agenda van de Stadsschouwburg
vermeldt geen nieuws: het A.T.G.
vertoont Zaterdagavond het blijspel
„Zij kregen wat ze wilden" met
Louis Saalborn en Zondagavond
(volksvoorstelling) „Het dubbel le
ven van Sir'William".
De Nederlandse Opera voert Zon
dagmiddag „La Traviata" van Verdi
uit, Maandagavond „De Parelvissers"
van Bizet en Donderdagavond een
spectacle coupé.
In de Kleine Comedie gaat dagelijks
het blijspel „Potasch en Perlemoer"
met Johan Kaart en Johan Boskamp.
Het dertigjarige Rialto-theater be
gint Woensdag met de vertoningen
van het jubileumprogramma, waarop
als hoofdfilm voorkomt Pinkymet
Ethel Barrymore en vele anderen.
In Kriterion is een nieuwe Italiaanse
film te zien: „Mensen zoals wij" van
Fernando Cerchio.
Op het volksconcert van Zondag
avond speelt het Concertgebouw
Orkest onder leiding van Rafael
Kubelik het Dubbelconcert van Mar
tina, het Derde Pianoconcert van
Bariök (met Julius Katchen als so
list) en de Vierde Symphonie van
Brahms.
Het lier-ingerichte museum Am-
stelkringbekend als „Ons lieve
Heer op solder" aan de Oude Zijds
Voorburgwal is vandaag officieus
weer voor het publiek ter bezichti
ging opengesteld.
Tot 10 Juni duurt op het Frederiks-
plein de tentoonstelling van beeld
houwkunst in de openlucht.
er alweer een volgend punt aan de or
de. Het neerzetten van bordjes met
namen der raadsleden en het op de pu
blieke tribune beschikbaar stellen van
de te behandelen stukken wordt blijk
baar beschouwd als het stimuleren van
een ongezonde interesse in de gemeen
telijke zaken van cle zijde van het pu
bliek, dat zó nieuwsgierig is, dat het de
raadszitting bij komt wonen. Aangezien
het ons dus allemaal duister bleef, zijn
wij maar bedroefd heengegaan.
BOEDA
In de zeventiende eeuw en gedurende
een groot deel der achttiende eeuw was de
uitvoeringspraktijk der instrumentale mu
ziek zeer verschillend van de latere wijze
van interpretatie. Ik denk xiu niet aan cla-
vecimbels, aan gamba's, aan kromme strijk
stokken en andere materiële zaken, maar
aan het musiceren zelf. De organisten en
clavecimbel-spelers hadden een muzikaal
zeer belangrijke en verantwoordelijke
taak, o.a. omdat zij uit beperkte gegevens
der componisten naar eigen muzikaal in
zicht en fantasie voor een artistieke ge
stalte van het werk moesten zorgen. De
componisten noteerden in die tijd voor de
partijen dezer uitvoerders sleclxts cijfers
boven basnoten (basso continuo) en ver
wachtten dat de spelers uit deze nogal
nuchtere opgave de harmonie zouden le
zen en bovendien van uit de harmonie een
mooi klinkende muziek zouden realiseren.
Er kwam dus een vermogen van fantasie
en improvisatie aan te pas. In zekere zin
doet dit denken aan het gebruik der opera
zangers (ook ongeveer in die tijd) om de
gegeven melodieën van vex-sieringen (z.g.
fiorituren) te voorzien. Maar de taak der
organisten en clavecimbel-spelers was veel
moeilijker, althans wanneer zij als serieuze
musici hun taak opvatten. Wanneer zij
muzikale fantasie bezaten begrepen zij de
gedachte-gang' van het stuk, waren zij
slechts bekwame harmobie-kenners dan
was hun uitvoering waarschijnlijk niet
meer dan juist bruikbaar voor het doel van
begeleiding.
Het element der impi'ovisatie als prakti
sche voltooiing van een compositie was
overigens nog veel ouder, als wij denken
aan de geschiedenis der vocale muziek. Het
zou echter te ver voeren als ik hier nader
op inging en wij -zouden bovendien tot
technische zaken moeten overgaan.
Na de zonen van Bach noteren de com
ponisten minder met cijfers en als wij iets
verder zijn is het ovexdaten der gestalte
vorming en zelfs de wijze van voordragen
der voorgeschreven noten niet meer vrij.
Mozart schi'ijft nog betrekkelijk weinig
voordrachtstekens, maar Beethoven dwingt
de spelers te begrijpen dat het zijn stuk is,
dat het zijn gevoelens zijn, dat het zijn
fantasie is. En meteen leert de ondervin
ding uit de natuur dat geen speler iets van
de levende gestalte dezer muziek kan te-
x-echt brengen als hij niet zelf over fanta
sie, sentiment en vormbegrip beschikt. De
klassieke, de romantische en de moderne
componisten laten in de notatie niets te
x-aden over, maar eisen tegelijkertijd een
vermogen aan muzikaliteit en artisticiteit
van de uitvoerder. Maai- het element der
improvisatie verdween.
Geheel zijdelings van de ontwikkeling
der muziek vei-scheen in latere tijd de
sportieve kunst der improvisatie als vrije
uitvoei'ing van een gegeven in de Jazz
muziek. De pianisten, blazers en slagwer
kers der Bands hebben op een bepaald ge
geven, een lied, een dansvorm, de vrijheid
om naar eigen muzikaal vermogen prak
tisch te musiceren. De jazz is meer een uit-
voerderssport dan een componisten-kunst.
De kracht en de waarde van een jazz-band
wox-dt bepaald door het improvisatie-ver
mogen en de virtuositeit der spelers, niet
door de compositie. De vluchtigheid dezer
prestaties kan aan de feitelijke gedachte
ontwikkeling der kunst geen deel hebben,
hoezeer ook af en toe de eigenaardigheden
der jazz-muziek zich dringen in het muzi
kale reilen en zeilen van sommige compo
nisten. Wie de ontwikkeling der muzikale
gedachte, vertegenwoordigd in toonsyste
men en vormen, volgt en bestudeert, be-
mex-kt dat de jazz aan deze zeer interne
evolutie geen deel heeft.
Er bestaat nog een andere improvisatie-
kunst, die her en der verspreid in de we
reld der muziek, van grote betekenis is.
De namen van Bach, Bruckner en César
Franck komen ons voor de geest. Deze
kunst is de vrucht van het vermogen om
onmiddellijk te kunnen componeren en uit
te voeren. Dit betekent dat de musicus een
volledige muziek-gestalte in de geest voor
zich ziet en deze meteen vanuit zijn instru
ment kan doen klinken. Het is mogelijk dat
een componist tot een snelle constructie in
zijn geest in staat is; hij zal echter tot on
middellijke verklanking alleen in staat zijn
als hij als speler over de vereiste techniek
beschikt. Men denkt hierbij allicht aan wat
men noemt inspiratie. De inspiratie bete
kent hartstochtelijkheid en heldei-ziend-
heid en nog veel meer dat zich niet be
schrijven laat. In zekei-e zin is de impi-ovi-
satie een sprong, maar in alle zin is het
een beheersing. Het is waar dat de prak
tijk der organisten aan deze musici de
meeste kansen tot ontwikkeling dezer kunst
geschonken heeft; maar zij kan zich even
zeer in piano-schoonheid en -techniek
uiten.
HENDRIK ANDRIESSEN