JEUKT UW HUID
-Clowntje Rick
„Dorp in opstand" van Lope de Vega
een boeiend en vermakelijk kijkspel
Kort en Bondig
De Egyptische
Koningin
Volgende week beginnen de vertoningen
in Bloemendaals Openluchttheater
Paard op hol
De dampverspreiding
in de Waarderpolder
Muziekconcours
Volksdansers trokken veel
bekijks in Haarlem-Noord
ÉBRAL1NI.
Gecompliceerde aanrijding
op het Statenbolwerk
Brandweerexperts in
Haarlems Grote Kerk
Concert in de Grote Kerk
door koren en orkest
Programma voor het Bloemenfeest
Marokkaanse schilderijen
van Willem Dooyewaard
Voor dc kinderen
DINSDAG 17 JULI 1951
HAARLEMS DAGBLAD
- OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
4
Op Woensdag 25 Juli zal de stichting
Kennemer Toneelfestival, mede gevormd
door de samenwerking van de beste ver
enigingen van amateurs uit Haarlem en
omgeving, zich in het Openluchttheater te
Bloemendaal aan het publiek voorstellen.
Een week lang worden er iedere avond
opvoeringen gegeven van de romantische
comedie „Fuente Ovejuna" van Lope de
Vega, opnieuw vertaald en voor dit doel
bewerkt door David Koning onder de
meerzeggende titel „Dorp in opstand". De
spelers er zijn 27 rollen in dit stuk,
waaraan verder ongeacht de zangers en
dansers nog ongeveer dertig figuranten
medewerken zijn door een commissie van
advies, bestaande uit de directeur van de
Stadsschouwburg en drie recensenten, zorg
vuldig uit het beschikbare materiaal ge
selecteerd. De regie wordt gevoerd door
de begaafde toneelkunstenaar Cruys Voor-
bergh, de dansen zijn naar oude Spaanse
motieven ontworpen door Maria Ruiz
Petrelli, die ook de leiding van de instu
dering heeft. Wat er aan décors ter aan
duiding van de omgeving noodzakelijk is,
wordt naar aanwijzingen van de regisseur
uitgevoerd door Levinus Tollenaar.
Men mag zeggen dat het Kennemer To
neelfestival met de keuze van „Dorp in
opstand" een daad van artistieke betekenis
stelt. Het is nauwelijks mogelijk zich een
stuk te dromen dat zich beter voor ver
toning in dit Openluchttheater zou lenen.
De handeling kan zich, door enkele kleine
wijzigingen van de oorspronkelijke tekst,
geheel in de vrije natuur voltrekken, is
buitengewoon afwisselend en volgt een
stijgende lijn, die naar een indrukwekken
de climax leidt in het laatste bedrijf. Het
is eigenlijk onbegrijpelijk dat deze comedie
die het verdient klassiek te worden ge
noemd in ons land nog niet door een
beroepsgezelschap ten tonele werd ge
voerd. Het spreekt tot een zo groot publiek
dat het enkele tientallen jaren geleden bij
voorstellingen in Londen en Moskou op
wellicht verschillende gronden een sen
sationele geestdrift verwekte. Ook in
Frankrijk en Duitsland genoot het werk
een sterke populairiteit.
Humor en realisme
Lope de Vega werd geboren in 1562 als
een zoon van nederige ouders (zoals ons
handboek der litteratuurgeschiedenis het
zo treffend formuleert) en met bijna ko
ninklijke eer begraven in 1635. In die tus
sentijd leidde hij niet alleen een veelbewo
gen leven, doch schreef hij tevens meer dan
2000 toneelstukken, waaronder 400 autos
sacramentaies, waarvan thans nog 725
titels en „slechts" 472 teksten bekend zijn.
Niemand ter wereld heeft ooit het gehele
oeuvre kunnen lezen, dat door één man
geschreven is. Hij werkte zo snel dat hij er,
naar zijn zeggen, honderd keer in slaagde
een stuk binnen een etmaal volledig te ver
vaardigen! Daarbij beoefende hij alle denk
bare genres, sommige daarvan antwikke-
lend tot standaardtypen van het Spaanse
theater.
Talrijke van deze stukken behoren tot
het genre der zogenaamde comedies van
mantel en degen, waarin liefde en eer op
traditionele wijze de hoofdrol spelen. Maar
er zijn enkele uitzonderingen, waarin Lope
de Vega een geheel ander, men zou ook
kunnen zeggen moderner en algemeen
menselijker standpunt inneemt en waarin
hij de strijd schildert voor de boerenbevol
king tegen de grove onrechtvaardigheid
van de heersende machten. Daarvan is
„Dorp in opstand" het beste voorbeeld. De
Een paard, dat voor een wagen gespan
nen was, sloeg op hol toen het onder het
Westelijk spoorwegviaduct in het Kenau
park liep op het moment dat er een trein
passeerde. De linker-dieselboom van de
wagen ramde een verkeersbord en knapte
af. vervolgens raakte de kar een fiets met
ais gevolg aat de berijder en zijn zesjarig
dochtertje, dat achterop zat, kwamen te
vallen. Zij liepen enige schaafwonden op.
Burgerlijke stand van Haarlem
HAARLEM, 16 Juli 1951
GEHUWD: 16 Juli, H. R. Hazebroêk en E.
Outhuis.
BEVALLEN van een zoon: 12 Juli, G. Hop
man—Brand: 13 Juli, H. W. Marré—vaft der
Reijöen; C. M. de Jongvan Lammeren; 14
Juli. J. T. Loenen—Hasselman; M. van Hillo
Seret; Jkvr. W. X'bgelaarvon Winning;
15 Juli, C. van KampenHoorendi.ik: E. Pol
lemans— Kollorz; M. de Nijs—Vonk; C. J. M.
Huijzer—Herhermann; M. A. Borfrer—van
Kipshagen: 16 Juli. S. Siepkes—Zantingh; A.
M. J. van Andelde Wilde.
BEVALLEN van een dochter: 13 Juli. J. O.
F. van der Horstvan Schaik: 14 Juli, M.
Huig—van Bentem; E. de VriesCalandt; 15
Juli, A. L. G. SchavemakerBergkamo, 2 d.;
M. J. Stolvoort—Feije: G. W. M. Kooij—
Groskamp; B. C. Grit—Groen; G. A. Kruis
wijk—Slim; 16 Juli, M. G. Toeset—Heere
mans.
OVERLEDEN: 14 Juli, L. Huijkman, 63 j.,
Koninginneweg; J. M. Laduc—van der Fluit
49 j., Oostvest; 15 Juli, J. W. Ver kroost, 69
j., Lorentzkade.
stof werd ontleend aan een kroniek van
het historische verzet van de gemeente
Fuente Ovejuna (Schapenbron) tegen de
wrede commandeur van de half-militaire
half-geestelijke orde van Calatrava in het
jaar 1476, in het begin van de regerings
periode van Isabella van Castilië en Ferdi
nand van Aragon, waarin de eenwording
zich voltrok.
De groeiende sfeer van rebellie en on
tevredenheid is door Lope de Vega mees
terlijk opgeroepen, de onafwendbare loop
der gebeurtenissen met schilderachtig rea
lisme getekend. Met kleine trekken heeft
de schrijver de grondslagen voor de karak
ters gelegd, de uitwerking daarvan over
latend aan het inlevingsvermogen en de
fantasie van de spelers en hun regisseur.
Voortdurend wisselt hij bovendien het
heroïsche af met het burleske. Deze Shake-
speariaanse inslag, door Cruys Voorbergh
vermakelijk naar boven gehaald, verhoogt
de aantrekkelijkheid van dit pakkende
stuk, dat ook als kijkspel een rijke voldoe
ning kan schenken.
Mr. M. D. Proper, lid van de gemeente
raad te Haarlem, heeft aan het college van
B. en W. de volgende vragen gesteld, welke
Woensdag behandeld zullen worden:
1. Heeft het college van B. en W. ken
nis genomen van het ongeluk dat onlangs
op de toegangsweg tot de RIDS-fabriek in
de Waarderpolder plaats vond? Bij een
andere windrichting had het ernstige ge
volgen voor de gemeente en haar inwo
ners kunnen hebben.
2. Is het college niet van oordeel dat
aldaar dringend voorzieningen getroffen
moéten worden?
3. Welke maatregelen overweegt het
college om dergelijke voorzieningen te be
vorderen?
Ter gelegenheid van het der tig-jarig be
staan van het Spaarndamse fanfarecorps
„Kunstkring" wordt op Zondag 2 Septem
ber in Spaarndam een muziekconcours ge
houden, waaraan ongeveer vijftien ver
enigingen zullen deelnemen. De jury be
staat uit de heren Jos. de Klerk, A.C. van
Leeuwen en Peter Wit.
Uit Haarlem hebben ingeschreven „Apol
lo", Harmonie „Crescendo" en „Crescendo"
uit Spaarndam.
De Schotse en Zweedse volksdansgroe
pen, die op het ogenblik in Haarlem ver
toeven en er de viering van het bloemen-
feesl luister bijzetten, hebben ook gister
avond weer een grote schare Haarlemmers
van hun kunst laten genieten.
Op het plein voor de J. P. Coenschool
aan de Gijsbreeht van Aemstelstraat in
Haarlem-Noord voex'den zij ten aanschou-
we van een veelkoppige menigte een aantal
sierlijke volksdansen uit.
Hun prestaties oogstten luide bijvak Na
dat de buitenlandse dansers een greep in
hun repertoire hadden gedaan, kwamen
enige groepen van het Volksdanscentrum
Haarlem, onder leiding van de heer H. van
de Wateren, in de kring der belangstellen
den. Zij brachten met veel élan enige
Nederlandse en buitenlandse dansen op de
stenen en namen vervolgens de gasten in
de arm voor een gezamenlijke uitvoering.
's Middags werden de Schotten en de
Zweden door wethouder D. J. A. Geluk, als
loco-burgemeester, en de overige leden van
het college van B. en W. in de hal van het
stadhuis ontvangen. De heer Geluk, die de
dansers in het Engels toesprak, zei onder
meer dat de gasten in Haarlem een grote
belangstelling voor de volksdanskunst zou
den aantreffen. „Het is allemaal rhythme
in deze tijd, we missen zo dikwijls gratie
en charme."
Vertegenwoordigers van de Schotse en
Zweedse groepen dankten wethouder Geluk
voor de gastvrije ontvangst en voegden
daar wat spijtig aan toe: ..Het is zo jammer
dat we hier maar korf. kunnen blijven."
Zeer velen hebben gisteravond laat nog
genoten van de dansen en liederen, die de
Schotten en Zweden in de hal van het
stadhuis hebben uitgevoerd. Vooral de
sierlijk uitgevoerde dansen der Schotse
dames en heren pasten wonderwel bij de
intieme sfeer die door het milde schijnsel
van tientallen kaarsen in flonkerende ko-
ADVERTENTIE
Débraline stilt die afschuwelijke kwel
ling onmiddellijk en bij voortgezet
gebruik wordt Uw. huid
weer gaaf en gezond.
huid
geneesmiddel
met
diepte
werking
De Haarlemse loco-burgemeester, de heer
D. J. A. Geluk, en de overige leden van het
college van B. en W. ontvingen gistermid
dag in de hal van het stadhuis de Schotse
en Zweedse volksdansers, die de viering
van het. bloemenfeest met enige uitvoe
ringen hebben opgeluisterd. Ook de Haar
lemse bloemenkoningin ivas ter begroeting
van de buitenlandse gasten aanwezig.
peren luchters in deze historische zaal
werd geschapen. Maar ook de dansen der
Zweden, hoewel feitelijk meer bestemd
voor uitvoering op een zon-overgoten
speelweide, kwamen in deze ruimte tot
hun recht.
Met een klaterend applaus en hartelijke
afscheidswoorden van wethouder Geluk
zijn de Schotse en Zweedse dansgroepen
beloond.
Een fietser die gistermiddag om onge
veer vijf uur zonder richting aan te geven
op het Statenbolwerk naar links zwenkte,
werd door de voorzijde van een autobus
geraakt, hoewel de bestuurder van de bus
onmiddellijk krachtig remde toen hij de
onverwachte beweging van de fietser op
merkte. De fietser viel en werd overreden
door het linkervoorwiel van een naderende
tractor. Het slachtoffer brak enige ribben,
kreeg een bekkenfractuur en een zware
hersenschudding. Hij is overgebracht naar
het Grote Gasthuis. De fiets werd geheel
vernield.
Ongeveer vijf-en-twintig brandweer
experts die een studiereis van het Inter
Europese Rijksbrandweerwezen door Ne
derland maken, hebben vanmorgen een
bezoek aan Haarlem gebracht, waar zij
onder meer de beveiligingsinstallaties in
de Grote Kerk bezichtigden. De Haarlemse
brandweer demonstreerde daar de auto
matische sprceiïnstallaties.
Van Haarlem uit is het gezelschap naar
Schiphol gereisd, van waar het vliegtuig
naar Berlijn werd genomen.
Vergroting schoolgebouw
Ten gevolge van de toeneming van het
aantal leerlingen zijn er te weinig lokalen
in de Anslijnschool, die een deel van het
schoolgebouw aan de Parklaan gebruikt.
B. en W. vragen nu 16.500 om door een
verbouwing er twee lokalen te laten bij
maken.
Een concert, dat als onderdeel van een
feest wordt gegeven, mag toch wel een
feestelijk karakter hebben. Ook als het een
kerkconcert is. Want ook in het kerkge
bouw kan de vreugde stralen in een „Mag
nificat", een „Sanctus", in een „Gloria",
een „Te Deum" of in een ander jubelge
zang. Het concert, dat gisteravond ter op
luistering van Haarlems Bloemenfeest 1951
in de Grote Kerk werd gegeven, was niet
feestelijk. Het kreeg integendeel een ern-
stig-sombere ondertoon door koorwerken
als „Tenebrae factae sunt" van David Pe
rez, „Trauergesang" van M. Blumner. En
verder door de koraalbewerking „Wenn
wir in höchsten Nöthen sein", door Joh.
Seb. Bach aan het eind van zijn leven in
de diepste lichamelijke ellende gecompo
neerd, welke bewerking nu door een or
kest werd gespeeld.
De dirigent Henk Arisz leidde de ge
mengde koren „Polyhymnia" en „Vox Hu
mana", verenigd tot een groot ensemble,
bij de uitvoering van genoemde koorwer
ken. Door zijn interpretatie, strevend naar
romantiserende uitdrukking, werd de sfeer
van somberheid extra geaccentueerd. De
voordracht van de andere gekozen koor
werken, waarin toch nog iets van een stille
blijdschap had kunnen klinken, bleef even
eens gedrukt van karakter. Wel het meest
was dit het geval met het uiterst traag ge
zongen „Ave Verum" van Mozart en met
het in sensuele klank vertolkte „Du Hirte
Israëls" (van Bortniansky). Dergelijke op
gelegde expressiviteiten schieten steeds
aan het doel voorbij, want de woordbete
kenis wordt volkomen verdrongen door de
gewaarwording' der klankeffecten.
Ongetwijfeld het gezondst klonken
„Sicut Servus" van Palestrina en „O bone
Jesu" van Ingegneri. Van de uitvoering
van Psalm 91 van Max Bruch kan gezegd
worden, dat de dirigent zich richtte naar
de romantische aard van de muziek. Met
het werkje „Vrede" van Jos. de Klerk
was het koor niet zo gelukkig door wanke
lende intonaties. Het heeft zich over het
geheel genomen doen kennen als een en
semble, waarmede veel bereikt kan wor
den. Elk der stemgroepen kon zieh op de
beste ogenblikken van de uitvoeringen
laten gelden door een goede, meermalen
zelfs fraaie toonvorming, al moet men de
klankveredelende invloed van de acoustiek
hierzij niet uitschakelen.
Het orkest, waarover hiervoor geschre
ven werd, was het symphonie-orkest
„Haerlem", dat onder leiding stond van
Piet Halsema. Met uitzondering dan van
Bachs koraalbewerking had de dirigent
van dit amateurs-orkest twee werken ge
kozen, die op een bloemenfeest-concert
uitstekend op hun plaats waren. De Sym
phonie in G van Johan Stamitz toch bevat
joyeuze muziek, ongecompliceerd van
aard, pakkend door haar directe frisse
werking. En met Haydns Symphonie in
Es, met haar volkslied-achtige thema's en
pittige rhythmiek bleef men in een zelfde
sfeer. Een merkwaardig contrast tegenover
het algemene, opgewekt muzikale karak
ter van deze symphonie is het korte inlei
dende Adagio met de paukenroffel. Haydn
had voor deze symphonie een opvallende
voorliefde, hetgeen ons, lettend op zijn
wezen, niet behoeft te verbazen.
Het orkest was tegenover de moeilijk
heden, die beide werken bij de uitvoering
bieden, doorgaans uitstekend opgewassen.
Het moest de strijd aanbinden tegen een
verdoezelende acoustiek. Het was een
strijd, die meestal verloren werd, waaruit
geconcludeerd moest worden, dat de Gro
te Kerk als uitvoeringsruimte voor bewe
gelijke symphonische muziek niet ge
schikt is. P. ZWAANSWIJK
DINSDAG 10 tot 24 uur: Lunapark op het Phoenixterrein.
10 tot 12, 14 tot 17 en 19 tot 21 uur: Stadskwecktuin aan de
Kleverlaan.
20 uur: Orgelbespeling door George Robert in de Grote
Kerk.
20 uur: Opvoering van het sprookje „Roodkapje" in de
tuin van „Dreefzicht".
21 uur: Dansuitvoering door Maud Kool en haar dansgroep
in het Noorder Sportpark.
WOENSDAG: 10 tot 24 uur: Lunapark op het Phoenixterrein.
10 tot 12, 14 tot 17 en 19 tot 21 uur: Stadskweektuin aan de
KI ever laan.
19.30 uur: Volksdansen op de Grote Markt door het Volks
danscentrum Haarlem onder leiding van Henk van de
Wateren.
20 uurConcert in de Hout.
TENTOONSTELLINGEN in de Vishal (Marokkaanse schilderijen door
Willem Dooijewaard); in het Waaggebouw (portretten, geschilderd door
leden van „Kunst Zij Ons Doel"), en in het Huis Van Looy (Nederlandse
Aquarellisten Kring).
21 tot 22.30 uur: Gelegenheid tot bezoek aan de verlichte hal van het
Stadhuis.
Beeldende kunst
De Theologische Hogeschool der Gere
formeerde Kerken te Kampen ontving uit
Weesp een legaat van f 10.000.
c
Dank zij de medewerking van het Haar
lemse gemeentebestuur kan de kunsthan
del Leffelaar een tentoonstelling houden in
de voormalige Vishal bij de oude Sint
Bavo. De ongeveer veertig meter lange
galerij biedt voldoende plaats voor het
publiek. In de ruimte tussen de zuilen
werden telkens één of twee schilderijen
op de oude visbanken neergezet. Het vrije
spel der bovenbelichting doet de werken
goed uitkomen. Het experiment lijkt ons
ten volle geslaagd. Slechts de tijd kan
leren in hoeverre verwarming nodig zal
zijn en in hoeverre de snelle temperatuurs
wisselingen kunnen worden getemperd.
Een woord van waardering voor de heer
Leffelaar, die deze proefneming aandurf
de, is hier wel op zijn plaats.
De eerste schilder die van deze tentoon
stellingsruimte profiteert is de jongste der
gebroeders Dooyewaard. De Dooyewaard's
zijn in het buitenland zeer bekend. Jacob
in Amerika en in Noorwegen, Willem, die
thans in de Vishal exposeert, vooral in
het Verre Oosten. Voor zijn Marokkaanse
schilderijen is de sfeer van een overdekte
mai-ktplaats buitengewoon gunstig. Al
bereikt Dooyewaard nooit de grootsheid
van een Marius Bauer, toch bestrijkt hij
een eigen en zeer persoonlijk terrein. Met
vermijding van alles wat onaangenaam óf
te realistisch is, brengt hij de sfeer van
Marokko. Niet dus de alles verzengende
zon, wèl de schilderachtige verscheiden
heid die Marokko biedt: geheimzinnige
kasbahs, danseresjes, oude poorten, lijf
wachten in blauw-rode uniformen, berus
tende ezeltjes, kleurige vruchten en vooral
de oneindige rijkdom der vrolijke Afri
kaanse weefsels. Het meest bekoorde ons
in dit pretentieloze werk de weergevjng
der zogenaamde „effen" muren. De daarbij
gebruikte subtiele kleurtoetsen maken het
schilderij tot een eenheid.
Het werk van Willem Dooyewaard vormt
één oeuvre: het is moeilijk aan een be
paald schilderij de voorkeur te geven. Het
is als een interessante causerie over Ma
rokko, waarbij misschien het tragische
niet wordt opgemerkt, maar waarbij op
het romantische het volle accent valt. Als
Dooyewaard de realiteit iets minder pas
sief onderging en méér uit zijn rijke fan
tasie opbouwde, dan zou de charme, die
ongewtijfeld van deze werken uitgaat, iets
steviger en blijvender zijn.
H. SCHMIDT DEGENER
Bunkie stond eventjes sprakeloos te kijken. Toverendat was me toch iets! En
dat Rick dat nou zo maar konmet dat kleine stokje.
„Kun je alles toveren, wat je wilt?", vroeg hij.
„Jawel," zei Rick. „Ik heb je toch al laten zien, dat ik jou kleiner en groter kan
toveren, als ik wil? En vanmiddag heb ik takken met blaadjes laten groeien aan een
doodgewone lantaarnpaal, 'n Gek gezicht, dat het was."
„Wel, wel...zei Bunkie. „Dat is iets geweldigs! Maar dan kun je ook alles doen
met dat ding, wat je wilt!"
„Ja", lachte Rick. „Dat kan ik ook!"
Toen ze daar zo samen stonden te praten, klonk een vrolijk gefluit op straat. Rick
keek naar buiten. Oepoetie liep juist langs het raam. En toen grinnikte Rick ondeugend.
„Wacht, daar heb je Oepoetie.Die zullen we ook eens raar laten kijken. Niets
zeggen hoor!"
Oepoetie kwam de kamer binnen.
„Hallo, jongens!", groette hij.
En terwijl ze met elkaar praatten, had Rick al iets aardigs bedacht.
BINNENLAND
Koningin Juliana heeft Vrijdagavond
incognito, vergezeld door enige leden van de
hofhouding, de laatste voorstelling als on
derdeel van het Holland Festival van
„Jenufa" door de Nederlandse Opera in de
Stadsschouwburg te Amsterdam bijgewoond.
In de aula van de Amsterdamse ge
meente universiteit is een vacantiecursus
voor Belgische leraren en leraressen geopend,
die tot 5 Augustus duurt. De cursus is ge
organiseerd door de departementen van
Onderwijs van Nederland en België.
Het smaldeel V dat op 9 Juli uit Nieu-
wediep vertrok en tot 8 Augustus buiten
gaats zal blijven, maakt thans een oefenreis
op de Noordzee, waarbij Aberdeen en
Dundee in Schotland benevens Odda en Oslo
in Noorwegen worden aangedaan. Het smal
deel bestaat uit Hr. Ms. kruiser Tromp. Hr.
Ms. fregatten Dubois, De Zeeuw en Van
Zijll en Hr. Ms. onderzeeboten Tijgerhaai
en Zeehond.
Zondagavond is te Nijmegen een villa
aan de Oranjesingel gedeeltelijk uitgebrand.
De brand is ontstaan in eon kamer, waar een
firma textielgoederen had opgeslagen welke
bij de vierdaagse afstandsmarsen gebruikt
hadden moeten worden.
Do directie Wioringermecr (Noord-
Oostpolderwerken) te Zwolle heeft 94 arbei
derswoningen aanbesteed. Laagste inschrij
ver was H. de Wit, Uric, met f 1.013.000,
hoogste inschrijvers de gebroeders Frankema,
Lemmer, met f 1.246.000.
Gisteravond tegen tien uur belde de
bewoner van het huis Paets van Troostwijk
straat 47 te 's Gravenhage dc politie op, dat
in deze woning weer klopgeluiden werden
waargenomen. Twee agenten spoedden zich
naar het huis, maar na hun komst bleef alles
stil.
HAARLEM EN OMGEVING
De waarnemend burgemeester en de
wethouder voor onderwijs te Heemstede
zullen geen spreekuur houden op Woensdag
18 Juli, doch wel op Donderdag 19 Juli van
10—12 uur.
Het postagentschap in de .Jelgersma-
straat te Haarlem is met ingang van heden
tijdelijk opgeheven.
Ter gelegenheid van het gouden huwe
lijksfeest van de heer en mevrouw v. d.
Broek, Kloosterstraat, brengt het Boeren-
orkest „De Hooischelf" hen hedenavond een
serenade.
Pastoor J. Th. van Galen zal Vrijdag
avond om half acht de speeltuin „Katholiek
Overveen" aan de Hendrik Roozenlaan
inzegenen. Daarop zal terrein met werktui
gen op feestelijke wijze in gebruik worden
genomen.
In de te Utrecht gehouden buitengewone
algemene vergadering van de Nederlandse
Vereniging van Foto-journalisten, is de heer
J. A. Stevens te Haarlem tot voorzitter ge
kozen.
Voor het eerste gedeelte van het nota
rieel examen slaagde in Don Haag, de heer
C. J. Rob te Haarlem.
De heer J. E. de Jongli te Heemstede
is aan de rijksuniversiteit te Leiden ge
slaagd voor het doctoraal examen Nederlands
recht.
De heer D. J. A. Geluk, wethouder van
Onderwijs en Kunstzaken, zal zijn spreekuur
niet Donderdag, maar Vrijdagmorgen om
half elf houden.
Als opvolger van dr. H. Jansen is be
noemd tot voorgangster van de afdeling
Heemstede-Bennebroek van de Nederlandse
Protestantenbond mejuffrouw L. A. van der
Voort, thans jeugdpredikante te Bilthoven.
Op 1 October zal zij haar werkzaamheden
aanvangen.
Me.j. C. J. Pilou te Heemstede is be
noemd tot larares Duits aan het Chr. Ly
ceum te Doorn.
Tot onderwijzer aan de school voor
Bijzonder Lager Onderwijs te Drachten is
benoemd de heer J. de Jong te Heemstede.
Klaverjastournooi van
„De Lange Veer" een succes
Zondagmorgen hield de Haarlemse kla-
verjasclub „De Lange Veer" in haar club
lokaal aan de Lange Veerstraat een „bloe-
mentournooi" ter gelegenheid van de
„Bloemenweek". Zes clubs namen deel en
de prijswinnaars kregen boven hun ere
prijs nog elk een fraaie mand met anjers.
Winnaar van het tournooi werd „Harten
aas" uit Haarlem, tweede G en E uit Zaan
dam en derde de organiserende vereniging.
„De Lange Veer" heeft inmiddels besloten
een dergelijk tournooi in het vervolg ieder
jaar te houden.
FEUILLETON
door mevr. Bijleveid-Celinck
34)
„Begrijpt u dat niet? Dat is toch evident,
dunkt mij. Ik ben geheel ongefortuneerd
en heb moeten studeren van mijn assistent
schappen. Ik wil graag een goede practijk
overnemen, een mooi huis, een behoorlijke
wagen, enz., enz. Ikik ben erg gesteld
op geld. Erg. Dat hebt u misschien nog
niet zo opgemerkt. Mijn oom is schatrijk
geworden door zijn viool en ik ben zijn
universele erfgenaam: de enige zoon van
zijn enige zuster. Begrijpt u het nu? Als
hij zijn eigen dochter gezien had, die
zo op hem lijkt, zouden natuurlijk al
zijn liefde en al zijn geld naar haar zijn
gegaan. Dat spreekt vanzelf. Ik wilde dat
met een kleine kunstgreep verhinderen.
Ik had gedacht dat zij zou gaan rusten,
zoals zij aan de koffie gezegd had dat zij
dat zou gaan doen. Dan was zij gewoon
dóorgeslapen in haar bed en had niemand
er iets van gemerkt. Ik ben ellendig ge
weest onder al die complicaties."
„Juist." De politieman stond op, een
vreemde uitdruking op zijn gezicht. „En
dat is dus uw bekentenis."
„Dat is mijn bekentenis. U ziet, u kunt
nu tevreden zijn. Ik heb u alles precies uit
gelegd."
„Ja. Alles precies uitgelegd. Ik ben u
ontzettend dankbaar, dokter! Want u hebt
mij woord voor woord verteld wie de ware
schuldige is en waarom hij dat gedaan
heeft. Het kon niet duidelijker!"
„Wét!!"
„Ja zeker dokter. Ik ben u werkelijk zeer
dankbaar! Gaat u nu maar naar de zit
kamer terug en steekt u daar rustig een
sigaret op. Ik weet nu wat mij te doen
staat."
„Maar inspecteur!"
„Doet u maar geen verdere moeite. Wer
kelijk niet. U hebt een veel te keurig be
wijs geleverd! Ik ga nu meteen....".
„Maar inspecteur!". De jonge man greep
nu dc voortvarende politieman bij de
mouw, „wacht u nog even! Nog één ding.
U denkt nu toch niet meer dat Meta Van
Wieldrecht het gedaan heeft, is het niet?
Dat is toch absurd? Wat zou nu in vredes
naam haar motief geweest moeten zijn?"
„Haar motief? Laat ik mij dan ook aan
een kleine indiscretie schuldig maken, dok
ter. Ik meende, ten onrechte, dat ze zich
van haar stiefzusje had willen ontdoen...
omdat ze dacht dat u van Kathrientje
hield."
„Ik van Kathrientje hield? Ja natuurlijk.
Maar niet zo. Niet zó. Maar ik begrijp nog
niet wat dat voor een reden zou zijn.
„Omdat zij zelf van u houdt! Snapt u dat
nu pas, dokter?"
„Zij zelf? Ooo.
Dick staarde met wijde ogen. Er kwam
een brede lach op zijn gezicht. En dan
ineens draaide hij zich om.
„U weet wat u te doen staat, inspecteur?
Ik ook!"
Hij stormde met drie treden tegelijk naar
Doven!
Inspecteur Renkevoort klopte nu aan de
studeerkamer van de heer des huizes waar
in deze zich, als een monnik in zijn cel,
x'eeds de gehele dag had opgesloten. Hij
stond nu, voor het raam, werkeloos uit te
zien over de verlaten tuintjes in de druile
rige wintermiddag. Een zonderlinge en
hoogst ongewone houding voor deze forse,
voortvarende man. Hij draaide zich om
toen de polilieinan binnentrad en meteen
trok er iets over zijn gezicht: een haast
onmerkbax-e, nerveuse trilling. Hij legde
zijn hand op zijn mond en wachtte af.
„Meneer Baeek", zei de politieman on
gewoon zacht. „U hebt Kathrientje dat
slaapmiddel toegediend, is het niet?"
„Ja", zei de scheepvaartman.
HOOFDSTUK XI.
Er heerste, na de bekentenis van de
vader, een doodse stilte in de studeerkamer.
Baeck staarde met strakke ogen naar de
politienxaxx en inspecteur Renkevoort zag
naar Baeck met een glimp van medelijden
in zijn koele, grijze blik. Toet^ zei Baeck
vormelijk: „Gaat u zitten."
Hij bood een stoel aan voor zijn schrijf
bureau en nam toen zelf plaats in zijn
bureaustoel aan de andere zijde. Het was,
alsof hij zich wilde verschansen achter zijn
boeken en papieren. Maar toch, toen de
ander nog altijd zweeg, was hij weer de
eerste die de stilte verbrak:
„Wat moet u verder nog weten?"
„Alles, meneer Baeck. Het motief, waar
om u dit gedaan hebt. En de middelen
waarmee."
„De middelen waarmee zal ik u zeggen.
Een paar maanden geleden stierf een oude
oom van mij, een eenzame vrijgezel, aan
kanker. Ik bezocht hem af en toe. Op een
middag, dat hij al doodziek was en amper
mijn tegenwoordigheid bemerkte, nam ik
een paar verdovende poeders van hem
weg. Ik bewaarde ze in een lucifersdoosje
in mijn bureau. Hier hebt u de rest."
Hij schoof een la van zijn bureau open
en haalde, tussen pennebakjes en schrijf
gerei in, een lucifersdoosje naar voren en
reikte het aan de politieman over. Deze
schoof het open en telde: er lagen nog twee
opgevouwexx poeders in.
„En waarom deed u dat?"
„Om ze zelf in te nemen als ik ze nodig
had. Ik lijd dikwijls aan slapeloosheid. Er
is ietsdat me kwelt."
„Maar u had toch uw eigen huisdokter
om een slaappoeder kixnnen vragen!"
„Niemand heeft hier iets mee te maken!"
Hij was nu ineens weer nors en heers
zuchtig. Zijn rossige, borstelige wenkbrau
wen trokken zich samen, dreigend boven
de lichte ogen. De politieman wachtte even.
„Hebt u er zelf wel eens een ingeno
men?"
„Nee. Nooit."
„Weet u wat deze slaappoeders precies
bevatten?"
„Nee. Ik ben geen pharmaceut."
Er viel weer een stilte. De lichte ogen
van de heer Baeck staarden voor zich uit:
een gekweld gezicht, dèt was het woord,
dacht de politieman. Hij maakte zijn noti
ties en vx-oeg verder:
„Dat zijn dus de middelen. En nu het
motief, meneer Baeck. Waarom Hebt u dat
kind willen verdoven?"
„Moet ik dat zeggen?"
„Tot mijn spijt wèl."
„Dan zal ikdan zal ik u alles ver
tellen. Een heel verhaal. Maar wat er gis
teren gebeurd is vindt zijn oorsprong jaren
geleden. Vele jaren geleden. Ik was toen
zeven-en-twintig jaar."
„Vertelt u maar, meneer Baeck."
„Ik hoop, dat ik op uw discretie kan
rekenen. Dat moét, inspecteur. Het gaat
om de reputatievan iemand die mij
dierbaar was. Iemand die ik altijd hoog
gehouden heb."
„Ik zal alles voor u doen wat ik kan,
dat beloof ik u."
„Het is moeilijk om u alles te vertellen.
Moeilijk. Ik weet nietEnfin, ik zal
bij het begin beginnen. Vele jaren geleden
dus.
Ik was toen een ruwe, wilde kerel en
lang geen heilige, ook niet met vrouwen.
Maar toen ik zeven-en-twintig' was, ont
moette ik een meisjeeen meisje dat
heel anders was dan alle andere, die ik tot
dan toe gekend had. Of misschien waren
mijn gevoelens jegens haar anders. Ik ben
niet bepaald romantisch aangelegd, maar
dit was toch mijn grote liefde, zoals je
maar eens in je leven van iemand kunt
houden. Ik wenste haar tot vrouw, na-
tuxirlijk, maar ik vereerde haar ook; ik
vond, dat ik haar niet waard was. Ik keek
naar geen ander meisje meer. En natuurlijk
probeerde ik haar te veroveren. Maar ik
had geen schijn van kans.
Ik ben altijd een'lelijke, grove kerel ge
weest. Ik kon niet converseren, ik had geen
charme en geen tact. Ik had alleen maar
geld. Mijn vader, een harde werker zoals
ikzelf ook ben, was rijk geworden; mijn
maatschappelijke positie was toen al, op
mijn zeven-en-twintigste jaar, feitelijk ge
vestigd. Maar geld betekent niets voor een
fijn-besnaard gemoed als dat van Margo.
Het ergste was dat ik een mededinger
had, die wel alles bezat wat ik miste. Een
knappe, lange, slanke kerel met een don
ker, spiritueel gezicht. Geestig en gevoe
lig, iemand die altijd het juiste woord op
het juiste moment wist te zeggen, een man
die paste bij Margo. Hij wist haar te boeien
waar ik het altijd mis had. Maar uit finan
cieel oogpunt was hij ook mijn tegenhan
ger: een arme jongen, zonder een cent, en
wat nog veel erger was, zonder enige toe
komst. Een musicus, een violist zonder geld
en zonder relaties. (Wordt vervolgd