JEUKT UW HUID -Clowntje Rick „Dorp in opstand" van Lope de Vega een boeiend en vermakelijk kijkspel Kort en Bondig De Egyptische Koningin Volgende week beginnen de vertoningen in Bloemendaals Openluchttheater Paard op hol De dampverspreiding in de Waarderpolder Muziekconcours Volksdansers trokken veel bekijks in Haarlem-Noord ÉBRAL1NI. Gecompliceerde aanrijding op het Statenbolwerk Brandweerexperts in Haarlems Grote Kerk Concert in de Grote Kerk door koren en orkest Programma voor het Bloemenfeest Marokkaanse schilderijen van Willem Dooyewaard Voor dc kinderen DINSDAG 17 JULI 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 4 Op Woensdag 25 Juli zal de stichting Kennemer Toneelfestival, mede gevormd door de samenwerking van de beste ver enigingen van amateurs uit Haarlem en omgeving, zich in het Openluchttheater te Bloemendaal aan het publiek voorstellen. Een week lang worden er iedere avond opvoeringen gegeven van de romantische comedie „Fuente Ovejuna" van Lope de Vega, opnieuw vertaald en voor dit doel bewerkt door David Koning onder de meerzeggende titel „Dorp in opstand". De spelers er zijn 27 rollen in dit stuk, waaraan verder ongeacht de zangers en dansers nog ongeveer dertig figuranten medewerken zijn door een commissie van advies, bestaande uit de directeur van de Stadsschouwburg en drie recensenten, zorg vuldig uit het beschikbare materiaal ge selecteerd. De regie wordt gevoerd door de begaafde toneelkunstenaar Cruys Voor- bergh, de dansen zijn naar oude Spaanse motieven ontworpen door Maria Ruiz Petrelli, die ook de leiding van de instu dering heeft. Wat er aan décors ter aan duiding van de omgeving noodzakelijk is, wordt naar aanwijzingen van de regisseur uitgevoerd door Levinus Tollenaar. Men mag zeggen dat het Kennemer To neelfestival met de keuze van „Dorp in opstand" een daad van artistieke betekenis stelt. Het is nauwelijks mogelijk zich een stuk te dromen dat zich beter voor ver toning in dit Openluchttheater zou lenen. De handeling kan zich, door enkele kleine wijzigingen van de oorspronkelijke tekst, geheel in de vrije natuur voltrekken, is buitengewoon afwisselend en volgt een stijgende lijn, die naar een indrukwekken de climax leidt in het laatste bedrijf. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat deze comedie die het verdient klassiek te worden ge noemd in ons land nog niet door een beroepsgezelschap ten tonele werd ge voerd. Het spreekt tot een zo groot publiek dat het enkele tientallen jaren geleden bij voorstellingen in Londen en Moskou op wellicht verschillende gronden een sen sationele geestdrift verwekte. Ook in Frankrijk en Duitsland genoot het werk een sterke populairiteit. Humor en realisme Lope de Vega werd geboren in 1562 als een zoon van nederige ouders (zoals ons handboek der litteratuurgeschiedenis het zo treffend formuleert) en met bijna ko ninklijke eer begraven in 1635. In die tus sentijd leidde hij niet alleen een veelbewo gen leven, doch schreef hij tevens meer dan 2000 toneelstukken, waaronder 400 autos sacramentaies, waarvan thans nog 725 titels en „slechts" 472 teksten bekend zijn. Niemand ter wereld heeft ooit het gehele oeuvre kunnen lezen, dat door één man geschreven is. Hij werkte zo snel dat hij er, naar zijn zeggen, honderd keer in slaagde een stuk binnen een etmaal volledig te ver vaardigen! Daarbij beoefende hij alle denk bare genres, sommige daarvan antwikke- lend tot standaardtypen van het Spaanse theater. Talrijke van deze stukken behoren tot het genre der zogenaamde comedies van mantel en degen, waarin liefde en eer op traditionele wijze de hoofdrol spelen. Maar er zijn enkele uitzonderingen, waarin Lope de Vega een geheel ander, men zou ook kunnen zeggen moderner en algemeen menselijker standpunt inneemt en waarin hij de strijd schildert voor de boerenbevol king tegen de grove onrechtvaardigheid van de heersende machten. Daarvan is „Dorp in opstand" het beste voorbeeld. De Een paard, dat voor een wagen gespan nen was, sloeg op hol toen het onder het Westelijk spoorwegviaduct in het Kenau park liep op het moment dat er een trein passeerde. De linker-dieselboom van de wagen ramde een verkeersbord en knapte af. vervolgens raakte de kar een fiets met ais gevolg aat de berijder en zijn zesjarig dochtertje, dat achterop zat, kwamen te vallen. Zij liepen enige schaafwonden op. Burgerlijke stand van Haarlem HAARLEM, 16 Juli 1951 GEHUWD: 16 Juli, H. R. Hazebroêk en E. Outhuis. BEVALLEN van een zoon: 12 Juli, G. Hop man—Brand: 13 Juli, H. W. Marré—vaft der Reijöen; C. M. de Jongvan Lammeren; 14 Juli. J. T. Loenen—Hasselman; M. van Hillo Seret; Jkvr. W. X'bgelaarvon Winning; 15 Juli, C. van KampenHoorendi.ik: E. Pol lemans— Kollorz; M. de Nijs—Vonk; C. J. M. Huijzer—Herhermann; M. A. Borfrer—van Kipshagen: 16 Juli. S. Siepkes—Zantingh; A. M. J. van Andelde Wilde. BEVALLEN van een dochter: 13 Juli. J. O. F. van der Horstvan Schaik: 14 Juli, M. Huig—van Bentem; E. de VriesCalandt; 15 Juli, A. L. G. SchavemakerBergkamo, 2 d.; M. J. Stolvoort—Feije: G. W. M. Kooij— Groskamp; B. C. Grit—Groen; G. A. Kruis wijk—Slim; 16 Juli, M. G. Toeset—Heere mans. OVERLEDEN: 14 Juli, L. Huijkman, 63 j., Koninginneweg; J. M. Laduc—van der Fluit 49 j., Oostvest; 15 Juli, J. W. Ver kroost, 69 j., Lorentzkade. stof werd ontleend aan een kroniek van het historische verzet van de gemeente Fuente Ovejuna (Schapenbron) tegen de wrede commandeur van de half-militaire half-geestelijke orde van Calatrava in het jaar 1476, in het begin van de regerings periode van Isabella van Castilië en Ferdi nand van Aragon, waarin de eenwording zich voltrok. De groeiende sfeer van rebellie en on tevredenheid is door Lope de Vega mees terlijk opgeroepen, de onafwendbare loop der gebeurtenissen met schilderachtig rea lisme getekend. Met kleine trekken heeft de schrijver de grondslagen voor de karak ters gelegd, de uitwerking daarvan over latend aan het inlevingsvermogen en de fantasie van de spelers en hun regisseur. Voortdurend wisselt hij bovendien het heroïsche af met het burleske. Deze Shake- speariaanse inslag, door Cruys Voorbergh vermakelijk naar boven gehaald, verhoogt de aantrekkelijkheid van dit pakkende stuk, dat ook als kijkspel een rijke voldoe ning kan schenken. Mr. M. D. Proper, lid van de gemeente raad te Haarlem, heeft aan het college van B. en W. de volgende vragen gesteld, welke Woensdag behandeld zullen worden: 1. Heeft het college van B. en W. ken nis genomen van het ongeluk dat onlangs op de toegangsweg tot de RIDS-fabriek in de Waarderpolder plaats vond? Bij een andere windrichting had het ernstige ge volgen voor de gemeente en haar inwo ners kunnen hebben. 2. Is het college niet van oordeel dat aldaar dringend voorzieningen getroffen moéten worden? 3. Welke maatregelen overweegt het college om dergelijke voorzieningen te be vorderen? Ter gelegenheid van het der tig-jarig be staan van het Spaarndamse fanfarecorps „Kunstkring" wordt op Zondag 2 Septem ber in Spaarndam een muziekconcours ge houden, waaraan ongeveer vijftien ver enigingen zullen deelnemen. De jury be staat uit de heren Jos. de Klerk, A.C. van Leeuwen en Peter Wit. Uit Haarlem hebben ingeschreven „Apol lo", Harmonie „Crescendo" en „Crescendo" uit Spaarndam. De Schotse en Zweedse volksdansgroe pen, die op het ogenblik in Haarlem ver toeven en er de viering van het bloemen- feesl luister bijzetten, hebben ook gister avond weer een grote schare Haarlemmers van hun kunst laten genieten. Op het plein voor de J. P. Coenschool aan de Gijsbreeht van Aemstelstraat in Haarlem-Noord voex'den zij ten aanschou- we van een veelkoppige menigte een aantal sierlijke volksdansen uit. Hun prestaties oogstten luide bijvak Na dat de buitenlandse dansers een greep in hun repertoire hadden gedaan, kwamen enige groepen van het Volksdanscentrum Haarlem, onder leiding van de heer H. van de Wateren, in de kring der belangstellen den. Zij brachten met veel élan enige Nederlandse en buitenlandse dansen op de stenen en namen vervolgens de gasten in de arm voor een gezamenlijke uitvoering. 's Middags werden de Schotten en de Zweden door wethouder D. J. A. Geluk, als loco-burgemeester, en de overige leden van het college van B. en W. in de hal van het stadhuis ontvangen. De heer Geluk, die de dansers in het Engels toesprak, zei onder meer dat de gasten in Haarlem een grote belangstelling voor de volksdanskunst zou den aantreffen. „Het is allemaal rhythme in deze tijd, we missen zo dikwijls gratie en charme." Vertegenwoordigers van de Schotse en Zweedse groepen dankten wethouder Geluk voor de gastvrije ontvangst en voegden daar wat spijtig aan toe: ..Het is zo jammer dat we hier maar korf. kunnen blijven." Zeer velen hebben gisteravond laat nog genoten van de dansen en liederen, die de Schotten en Zweden in de hal van het stadhuis hebben uitgevoerd. Vooral de sierlijk uitgevoerde dansen der Schotse dames en heren pasten wonderwel bij de intieme sfeer die door het milde schijnsel van tientallen kaarsen in flonkerende ko- ADVERTENTIE Débraline stilt die afschuwelijke kwel ling onmiddellijk en bij voortgezet gebruik wordt Uw. huid weer gaaf en gezond. huid geneesmiddel met diepte werking De Haarlemse loco-burgemeester, de heer D. J. A. Geluk, en de overige leden van het college van B. en W. ontvingen gistermid dag in de hal van het stadhuis de Schotse en Zweedse volksdansers, die de viering van het. bloemenfeest met enige uitvoe ringen hebben opgeluisterd. Ook de Haar lemse bloemenkoningin ivas ter begroeting van de buitenlandse gasten aanwezig. peren luchters in deze historische zaal werd geschapen. Maar ook de dansen der Zweden, hoewel feitelijk meer bestemd voor uitvoering op een zon-overgoten speelweide, kwamen in deze ruimte tot hun recht. Met een klaterend applaus en hartelijke afscheidswoorden van wethouder Geluk zijn de Schotse en Zweedse dansgroepen beloond. Een fietser die gistermiddag om onge veer vijf uur zonder richting aan te geven op het Statenbolwerk naar links zwenkte, werd door de voorzijde van een autobus geraakt, hoewel de bestuurder van de bus onmiddellijk krachtig remde toen hij de onverwachte beweging van de fietser op merkte. De fietser viel en werd overreden door het linkervoorwiel van een naderende tractor. Het slachtoffer brak enige ribben, kreeg een bekkenfractuur en een zware hersenschudding. Hij is overgebracht naar het Grote Gasthuis. De fiets werd geheel vernield. Ongeveer vijf-en-twintig brandweer experts die een studiereis van het Inter Europese Rijksbrandweerwezen door Ne derland maken, hebben vanmorgen een bezoek aan Haarlem gebracht, waar zij onder meer de beveiligingsinstallaties in de Grote Kerk bezichtigden. De Haarlemse brandweer demonstreerde daar de auto matische sprceiïnstallaties. Van Haarlem uit is het gezelschap naar Schiphol gereisd, van waar het vliegtuig naar Berlijn werd genomen. Vergroting schoolgebouw Ten gevolge van de toeneming van het aantal leerlingen zijn er te weinig lokalen in de Anslijnschool, die een deel van het schoolgebouw aan de Parklaan gebruikt. B. en W. vragen nu 16.500 om door een verbouwing er twee lokalen te laten bij maken. Een concert, dat als onderdeel van een feest wordt gegeven, mag toch wel een feestelijk karakter hebben. Ook als het een kerkconcert is. Want ook in het kerkge bouw kan de vreugde stralen in een „Mag nificat", een „Sanctus", in een „Gloria", een „Te Deum" of in een ander jubelge zang. Het concert, dat gisteravond ter op luistering van Haarlems Bloemenfeest 1951 in de Grote Kerk werd gegeven, was niet feestelijk. Het kreeg integendeel een ern- stig-sombere ondertoon door koorwerken als „Tenebrae factae sunt" van David Pe rez, „Trauergesang" van M. Blumner. En verder door de koraalbewerking „Wenn wir in höchsten Nöthen sein", door Joh. Seb. Bach aan het eind van zijn leven in de diepste lichamelijke ellende gecompo neerd, welke bewerking nu door een or kest werd gespeeld. De dirigent Henk Arisz leidde de ge mengde koren „Polyhymnia" en „Vox Hu mana", verenigd tot een groot ensemble, bij de uitvoering van genoemde koorwer ken. Door zijn interpretatie, strevend naar romantiserende uitdrukking, werd de sfeer van somberheid extra geaccentueerd. De voordracht van de andere gekozen koor werken, waarin toch nog iets van een stille blijdschap had kunnen klinken, bleef even eens gedrukt van karakter. Wel het meest was dit het geval met het uiterst traag ge zongen „Ave Verum" van Mozart en met het in sensuele klank vertolkte „Du Hirte Israëls" (van Bortniansky). Dergelijke op gelegde expressiviteiten schieten steeds aan het doel voorbij, want de woordbete kenis wordt volkomen verdrongen door de gewaarwording' der klankeffecten. Ongetwijfeld het gezondst klonken „Sicut Servus" van Palestrina en „O bone Jesu" van Ingegneri. Van de uitvoering van Psalm 91 van Max Bruch kan gezegd worden, dat de dirigent zich richtte naar de romantische aard van de muziek. Met het werkje „Vrede" van Jos. de Klerk was het koor niet zo gelukkig door wanke lende intonaties. Het heeft zich over het geheel genomen doen kennen als een en semble, waarmede veel bereikt kan wor den. Elk der stemgroepen kon zieh op de beste ogenblikken van de uitvoeringen laten gelden door een goede, meermalen zelfs fraaie toonvorming, al moet men de klankveredelende invloed van de acoustiek hierzij niet uitschakelen. Het orkest, waarover hiervoor geschre ven werd, was het symphonie-orkest „Haerlem", dat onder leiding stond van Piet Halsema. Met uitzondering dan van Bachs koraalbewerking had de dirigent van dit amateurs-orkest twee werken ge kozen, die op een bloemenfeest-concert uitstekend op hun plaats waren. De Sym phonie in G van Johan Stamitz toch bevat joyeuze muziek, ongecompliceerd van aard, pakkend door haar directe frisse werking. En met Haydns Symphonie in Es, met haar volkslied-achtige thema's en pittige rhythmiek bleef men in een zelfde sfeer. Een merkwaardig contrast tegenover het algemene, opgewekt muzikale karak ter van deze symphonie is het korte inlei dende Adagio met de paukenroffel. Haydn had voor deze symphonie een opvallende voorliefde, hetgeen ons, lettend op zijn wezen, niet behoeft te verbazen. Het orkest was tegenover de moeilijk heden, die beide werken bij de uitvoering bieden, doorgaans uitstekend opgewassen. Het moest de strijd aanbinden tegen een verdoezelende acoustiek. Het was een strijd, die meestal verloren werd, waaruit geconcludeerd moest worden, dat de Gro te Kerk als uitvoeringsruimte voor bewe gelijke symphonische muziek niet ge schikt is. P. ZWAANSWIJK DINSDAG 10 tot 24 uur: Lunapark op het Phoenixterrein. 10 tot 12, 14 tot 17 en 19 tot 21 uur: Stadskwecktuin aan de Kleverlaan. 20 uur: Orgelbespeling door George Robert in de Grote Kerk. 20 uur: Opvoering van het sprookje „Roodkapje" in de tuin van „Dreefzicht". 21 uur: Dansuitvoering door Maud Kool en haar dansgroep in het Noorder Sportpark. WOENSDAG: 10 tot 24 uur: Lunapark op het Phoenixterrein. 10 tot 12, 14 tot 17 en 19 tot 21 uur: Stadskweektuin aan de KI ever laan. 19.30 uur: Volksdansen op de Grote Markt door het Volks danscentrum Haarlem onder leiding van Henk van de Wateren. 20 uurConcert in de Hout. TENTOONSTELLINGEN in de Vishal (Marokkaanse schilderijen door Willem Dooijewaard); in het Waaggebouw (portretten, geschilderd door leden van „Kunst Zij Ons Doel"), en in het Huis Van Looy (Nederlandse Aquarellisten Kring). 21 tot 22.30 uur: Gelegenheid tot bezoek aan de verlichte hal van het Stadhuis. Beeldende kunst De Theologische Hogeschool der Gere formeerde Kerken te Kampen ontving uit Weesp een legaat van f 10.000. c Dank zij de medewerking van het Haar lemse gemeentebestuur kan de kunsthan del Leffelaar een tentoonstelling houden in de voormalige Vishal bij de oude Sint Bavo. De ongeveer veertig meter lange galerij biedt voldoende plaats voor het publiek. In de ruimte tussen de zuilen werden telkens één of twee schilderijen op de oude visbanken neergezet. Het vrije spel der bovenbelichting doet de werken goed uitkomen. Het experiment lijkt ons ten volle geslaagd. Slechts de tijd kan leren in hoeverre verwarming nodig zal zijn en in hoeverre de snelle temperatuurs wisselingen kunnen worden getemperd. Een woord van waardering voor de heer Leffelaar, die deze proefneming aandurf de, is hier wel op zijn plaats. De eerste schilder die van deze tentoon stellingsruimte profiteert is de jongste der gebroeders Dooyewaard. De Dooyewaard's zijn in het buitenland zeer bekend. Jacob in Amerika en in Noorwegen, Willem, die thans in de Vishal exposeert, vooral in het Verre Oosten. Voor zijn Marokkaanse schilderijen is de sfeer van een overdekte mai-ktplaats buitengewoon gunstig. Al bereikt Dooyewaard nooit de grootsheid van een Marius Bauer, toch bestrijkt hij een eigen en zeer persoonlijk terrein. Met vermijding van alles wat onaangenaam óf te realistisch is, brengt hij de sfeer van Marokko. Niet dus de alles verzengende zon, wèl de schilderachtige verscheiden heid die Marokko biedt: geheimzinnige kasbahs, danseresjes, oude poorten, lijf wachten in blauw-rode uniformen, berus tende ezeltjes, kleurige vruchten en vooral de oneindige rijkdom der vrolijke Afri kaanse weefsels. Het meest bekoorde ons in dit pretentieloze werk de weergevjng der zogenaamde „effen" muren. De daarbij gebruikte subtiele kleurtoetsen maken het schilderij tot een eenheid. Het werk van Willem Dooyewaard vormt één oeuvre: het is moeilijk aan een be paald schilderij de voorkeur te geven. Het is als een interessante causerie over Ma rokko, waarbij misschien het tragische niet wordt opgemerkt, maar waarbij op het romantische het volle accent valt. Als Dooyewaard de realiteit iets minder pas sief onderging en méér uit zijn rijke fan tasie opbouwde, dan zou de charme, die ongewtijfeld van deze werken uitgaat, iets steviger en blijvender zijn. H. SCHMIDT DEGENER Bunkie stond eventjes sprakeloos te kijken. Toverendat was me toch iets! En dat Rick dat nou zo maar konmet dat kleine stokje. „Kun je alles toveren, wat je wilt?", vroeg hij. „Jawel," zei Rick. „Ik heb je toch al laten zien, dat ik jou kleiner en groter kan toveren, als ik wil? En vanmiddag heb ik takken met blaadjes laten groeien aan een doodgewone lantaarnpaal, 'n Gek gezicht, dat het was." „Wel, wel...zei Bunkie. „Dat is iets geweldigs! Maar dan kun je ook alles doen met dat ding, wat je wilt!" „Ja", lachte Rick. „Dat kan ik ook!" Toen ze daar zo samen stonden te praten, klonk een vrolijk gefluit op straat. Rick keek naar buiten. Oepoetie liep juist langs het raam. En toen grinnikte Rick ondeugend. „Wacht, daar heb je Oepoetie.Die zullen we ook eens raar laten kijken. Niets zeggen hoor!" Oepoetie kwam de kamer binnen. „Hallo, jongens!", groette hij. En terwijl ze met elkaar praatten, had Rick al iets aardigs bedacht. BINNENLAND Koningin Juliana heeft Vrijdagavond incognito, vergezeld door enige leden van de hofhouding, de laatste voorstelling als on derdeel van het Holland Festival van „Jenufa" door de Nederlandse Opera in de Stadsschouwburg te Amsterdam bijgewoond. In de aula van de Amsterdamse ge meente universiteit is een vacantiecursus voor Belgische leraren en leraressen geopend, die tot 5 Augustus duurt. De cursus is ge organiseerd door de departementen van Onderwijs van Nederland en België. Het smaldeel V dat op 9 Juli uit Nieu- wediep vertrok en tot 8 Augustus buiten gaats zal blijven, maakt thans een oefenreis op de Noordzee, waarbij Aberdeen en Dundee in Schotland benevens Odda en Oslo in Noorwegen worden aangedaan. Het smal deel bestaat uit Hr. Ms. kruiser Tromp. Hr. Ms. fregatten Dubois, De Zeeuw en Van Zijll en Hr. Ms. onderzeeboten Tijgerhaai en Zeehond. Zondagavond is te Nijmegen een villa aan de Oranjesingel gedeeltelijk uitgebrand. De brand is ontstaan in eon kamer, waar een firma textielgoederen had opgeslagen welke bij de vierdaagse afstandsmarsen gebruikt hadden moeten worden. Do directie Wioringermecr (Noord- Oostpolderwerken) te Zwolle heeft 94 arbei derswoningen aanbesteed. Laagste inschrij ver was H. de Wit, Uric, met f 1.013.000, hoogste inschrijvers de gebroeders Frankema, Lemmer, met f 1.246.000. Gisteravond tegen tien uur belde de bewoner van het huis Paets van Troostwijk straat 47 te 's Gravenhage dc politie op, dat in deze woning weer klopgeluiden werden waargenomen. Twee agenten spoedden zich naar het huis, maar na hun komst bleef alles stil. HAARLEM EN OMGEVING De waarnemend burgemeester en de wethouder voor onderwijs te Heemstede zullen geen spreekuur houden op Woensdag 18 Juli, doch wel op Donderdag 19 Juli van 10—12 uur. Het postagentschap in de .Jelgersma- straat te Haarlem is met ingang van heden tijdelijk opgeheven. Ter gelegenheid van het gouden huwe lijksfeest van de heer en mevrouw v. d. Broek, Kloosterstraat, brengt het Boeren- orkest „De Hooischelf" hen hedenavond een serenade. Pastoor J. Th. van Galen zal Vrijdag avond om half acht de speeltuin „Katholiek Overveen" aan de Hendrik Roozenlaan inzegenen. Daarop zal terrein met werktui gen op feestelijke wijze in gebruik worden genomen. In de te Utrecht gehouden buitengewone algemene vergadering van de Nederlandse Vereniging van Foto-journalisten, is de heer J. A. Stevens te Haarlem tot voorzitter ge kozen. Voor het eerste gedeelte van het nota rieel examen slaagde in Don Haag, de heer C. J. Rob te Haarlem. De heer J. E. de Jongli te Heemstede is aan de rijksuniversiteit te Leiden ge slaagd voor het doctoraal examen Nederlands recht. De heer D. J. A. Geluk, wethouder van Onderwijs en Kunstzaken, zal zijn spreekuur niet Donderdag, maar Vrijdagmorgen om half elf houden. Als opvolger van dr. H. Jansen is be noemd tot voorgangster van de afdeling Heemstede-Bennebroek van de Nederlandse Protestantenbond mejuffrouw L. A. van der Voort, thans jeugdpredikante te Bilthoven. Op 1 October zal zij haar werkzaamheden aanvangen. Me.j. C. J. Pilou te Heemstede is be noemd tot larares Duits aan het Chr. Ly ceum te Doorn. Tot onderwijzer aan de school voor Bijzonder Lager Onderwijs te Drachten is benoemd de heer J. de Jong te Heemstede. Klaverjastournooi van „De Lange Veer" een succes Zondagmorgen hield de Haarlemse kla- verjasclub „De Lange Veer" in haar club lokaal aan de Lange Veerstraat een „bloe- mentournooi" ter gelegenheid van de „Bloemenweek". Zes clubs namen deel en de prijswinnaars kregen boven hun ere prijs nog elk een fraaie mand met anjers. Winnaar van het tournooi werd „Harten aas" uit Haarlem, tweede G en E uit Zaan dam en derde de organiserende vereniging. „De Lange Veer" heeft inmiddels besloten een dergelijk tournooi in het vervolg ieder jaar te houden. FEUILLETON door mevr. Bijleveid-Celinck 34) „Begrijpt u dat niet? Dat is toch evident, dunkt mij. Ik ben geheel ongefortuneerd en heb moeten studeren van mijn assistent schappen. Ik wil graag een goede practijk overnemen, een mooi huis, een behoorlijke wagen, enz., enz. Ikik ben erg gesteld op geld. Erg. Dat hebt u misschien nog niet zo opgemerkt. Mijn oom is schatrijk geworden door zijn viool en ik ben zijn universele erfgenaam: de enige zoon van zijn enige zuster. Begrijpt u het nu? Als hij zijn eigen dochter gezien had, die zo op hem lijkt, zouden natuurlijk al zijn liefde en al zijn geld naar haar zijn gegaan. Dat spreekt vanzelf. Ik wilde dat met een kleine kunstgreep verhinderen. Ik had gedacht dat zij zou gaan rusten, zoals zij aan de koffie gezegd had dat zij dat zou gaan doen. Dan was zij gewoon dóorgeslapen in haar bed en had niemand er iets van gemerkt. Ik ben ellendig ge weest onder al die complicaties." „Juist." De politieman stond op, een vreemde uitdruking op zijn gezicht. „En dat is dus uw bekentenis." „Dat is mijn bekentenis. U ziet, u kunt nu tevreden zijn. Ik heb u alles precies uit gelegd." „Ja. Alles precies uitgelegd. Ik ben u ontzettend dankbaar, dokter! Want u hebt mij woord voor woord verteld wie de ware schuldige is en waarom hij dat gedaan heeft. Het kon niet duidelijker!" „Wét!!" „Ja zeker dokter. Ik ben u werkelijk zeer dankbaar! Gaat u nu maar naar de zit kamer terug en steekt u daar rustig een sigaret op. Ik weet nu wat mij te doen staat." „Maar inspecteur!" „Doet u maar geen verdere moeite. Wer kelijk niet. U hebt een veel te keurig be wijs geleverd! Ik ga nu meteen....". „Maar inspecteur!". De jonge man greep nu dc voortvarende politieman bij de mouw, „wacht u nog even! Nog één ding. U denkt nu toch niet meer dat Meta Van Wieldrecht het gedaan heeft, is het niet? Dat is toch absurd? Wat zou nu in vredes naam haar motief geweest moeten zijn?" „Haar motief? Laat ik mij dan ook aan een kleine indiscretie schuldig maken, dok ter. Ik meende, ten onrechte, dat ze zich van haar stiefzusje had willen ontdoen... omdat ze dacht dat u van Kathrientje hield." „Ik van Kathrientje hield? Ja natuurlijk. Maar niet zo. Niet zó. Maar ik begrijp nog niet wat dat voor een reden zou zijn. „Omdat zij zelf van u houdt! Snapt u dat nu pas, dokter?" „Zij zelf? Ooo. Dick staarde met wijde ogen. Er kwam een brede lach op zijn gezicht. En dan ineens draaide hij zich om. „U weet wat u te doen staat, inspecteur? Ik ook!" Hij stormde met drie treden tegelijk naar Doven! Inspecteur Renkevoort klopte nu aan de studeerkamer van de heer des huizes waar in deze zich, als een monnik in zijn cel, x'eeds de gehele dag had opgesloten. Hij stond nu, voor het raam, werkeloos uit te zien over de verlaten tuintjes in de druile rige wintermiddag. Een zonderlinge en hoogst ongewone houding voor deze forse, voortvarende man. Hij draaide zich om toen de polilieinan binnentrad en meteen trok er iets over zijn gezicht: een haast onmerkbax-e, nerveuse trilling. Hij legde zijn hand op zijn mond en wachtte af. „Meneer Baeek", zei de politieman on gewoon zacht. „U hebt Kathrientje dat slaapmiddel toegediend, is het niet?" „Ja", zei de scheepvaartman. HOOFDSTUK XI. Er heerste, na de bekentenis van de vader, een doodse stilte in de studeerkamer. Baeck staarde met strakke ogen naar de politienxaxx en inspecteur Renkevoort zag naar Baeck met een glimp van medelijden in zijn koele, grijze blik. Toet^ zei Baeck vormelijk: „Gaat u zitten." Hij bood een stoel aan voor zijn schrijf bureau en nam toen zelf plaats in zijn bureaustoel aan de andere zijde. Het was, alsof hij zich wilde verschansen achter zijn boeken en papieren. Maar toch, toen de ander nog altijd zweeg, was hij weer de eerste die de stilte verbrak: „Wat moet u verder nog weten?" „Alles, meneer Baeck. Het motief, waar om u dit gedaan hebt. En de middelen waarmee." „De middelen waarmee zal ik u zeggen. Een paar maanden geleden stierf een oude oom van mij, een eenzame vrijgezel, aan kanker. Ik bezocht hem af en toe. Op een middag, dat hij al doodziek was en amper mijn tegenwoordigheid bemerkte, nam ik een paar verdovende poeders van hem weg. Ik bewaarde ze in een lucifersdoosje in mijn bureau. Hier hebt u de rest." Hij schoof een la van zijn bureau open en haalde, tussen pennebakjes en schrijf gerei in, een lucifersdoosje naar voren en reikte het aan de politieman over. Deze schoof het open en telde: er lagen nog twee opgevouwexx poeders in. „En waarom deed u dat?" „Om ze zelf in te nemen als ik ze nodig had. Ik lijd dikwijls aan slapeloosheid. Er is ietsdat me kwelt." „Maar u had toch uw eigen huisdokter om een slaappoeder kixnnen vragen!" „Niemand heeft hier iets mee te maken!" Hij was nu ineens weer nors en heers zuchtig. Zijn rossige, borstelige wenkbrau wen trokken zich samen, dreigend boven de lichte ogen. De politieman wachtte even. „Hebt u er zelf wel eens een ingeno men?" „Nee. Nooit." „Weet u wat deze slaappoeders precies bevatten?" „Nee. Ik ben geen pharmaceut." Er viel weer een stilte. De lichte ogen van de heer Baeck staarden voor zich uit: een gekweld gezicht, dèt was het woord, dacht de politieman. Hij maakte zijn noti ties en vx-oeg verder: „Dat zijn dus de middelen. En nu het motief, meneer Baeck. Waarom Hebt u dat kind willen verdoven?" „Moet ik dat zeggen?" „Tot mijn spijt wèl." „Dan zal ikdan zal ik u alles ver tellen. Een heel verhaal. Maar wat er gis teren gebeurd is vindt zijn oorsprong jaren geleden. Vele jaren geleden. Ik was toen zeven-en-twintig jaar." „Vertelt u maar, meneer Baeck." „Ik hoop, dat ik op uw discretie kan rekenen. Dat moét, inspecteur. Het gaat om de reputatievan iemand die mij dierbaar was. Iemand die ik altijd hoog gehouden heb." „Ik zal alles voor u doen wat ik kan, dat beloof ik u." „Het is moeilijk om u alles te vertellen. Moeilijk. Ik weet nietEnfin, ik zal bij het begin beginnen. Vele jaren geleden dus. Ik was toen een ruwe, wilde kerel en lang geen heilige, ook niet met vrouwen. Maar toen ik zeven-en-twintig' was, ont moette ik een meisjeeen meisje dat heel anders was dan alle andere, die ik tot dan toe gekend had. Of misschien waren mijn gevoelens jegens haar anders. Ik ben niet bepaald romantisch aangelegd, maar dit was toch mijn grote liefde, zoals je maar eens in je leven van iemand kunt houden. Ik wenste haar tot vrouw, na- tuxirlijk, maar ik vereerde haar ook; ik vond, dat ik haar niet waard was. Ik keek naar geen ander meisje meer. En natuurlijk probeerde ik haar te veroveren. Maar ik had geen schijn van kans. Ik ben altijd een'lelijke, grove kerel ge weest. Ik kon niet converseren, ik had geen charme en geen tact. Ik had alleen maar geld. Mijn vader, een harde werker zoals ikzelf ook ben, was rijk geworden; mijn maatschappelijke positie was toen al, op mijn zeven-en-twintigste jaar, feitelijk ge vestigd. Maar geld betekent niets voor een fijn-besnaard gemoed als dat van Margo. Het ergste was dat ik een mededinger had, die wel alles bezat wat ik miste. Een knappe, lange, slanke kerel met een don ker, spiritueel gezicht. Geestig en gevoe lig, iemand die altijd het juiste woord op het juiste moment wist te zeggen, een man die paste bij Margo. Hij wist haar te boeien waar ik het altijd mis had. Maar uit finan cieel oogpunt was hij ook mijn tegenhan ger: een arme jongen, zonder een cent, en wat nog veel erger was, zonder enige toe komst. Een musicus, een violist zonder geld en zonder relaties. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6