Hitte en aapjes in Rio
Het Hek van de Dam
Boven Korea meten Amerikaanse en
Russische vliegtuigen zich met elkaar
D]
Garage ,,DEN HOUT" Wagenweg 164-168 Haarlem
Legende
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1951
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Qe Russische Mig kwam als een verrassing
Engelse motoren als voorbeeld
Boesman voer bijna tegen
IJzeren Gordijn
Voor een kwart millioen
aan grote opdrachten
REISNOTITIES
Jongen dronk uit fles met
nicotine-preparaat
Zo'n tentje niet
Zo'n tentje wel
Johan99 is niet meer
In de hoofdstad uit
Examen hoofdakte
De Amerikaanse F 86 in volle vlucht. De Russische MIG (inzet) gelijkt uiterlijk veel
op deze Amerikaanse straaljager.
(Van onze luchtvaartmedewerker)
Het was boven Korea dat de Amerikaan
se jachtvliegers voor het eerst kennis
maakten met de Russische Mig-15, een
straaljager met prestaties die een verras
singvoor de Westelijke wereld waren; voor
het eerst in de geschiedenis werden daar
luchtgevechten tussen straalvliegtuigen
onderling geleverd, waarbij de grote snel
heid bijzondere eisen stelt aan de gevolgde
taktiek en reactie-snelheid der piloten. De
Amerikanen wisten steeds nog de baas te
blijven, zelfs als zij geringer in aantal
waren, maar niettemin was het spoedig
duidelijk dat men hier met een vrijwel
gelijkwaardige tegenstander had te doen.
Die onverwacht goede eigenschappen van
een Russisch vliegtuig leidden aanvankelijk
zelfs tot enige overschatting, zodat er een
soort mythe om de Mig werd gesponnen,
maar hoewel het tot nu toe niet gelukt is
een van de geheimzinnige toestellen in
handen te krijgen (zij blijven angstvallig
boven hun eigen gebied), is men er nu
toch langzamerhand wel in geslaagd zich
uit de talrijke gevechtsrapporten en door
het IJzeren Gordijn gelekte gegevens een
vrij nauwkeurig beeld te vormen van de
eigenschappen en hoedanigheden.
Duitse en.Engelse hulp
De code-achtig aandoende benaming Mig
is eenvoudig gevormd uit de beginletters
van de namen Mikoyan en Gurevitch, twee
bekende Russische vliegtuigconstructeurs,
die als de geestelijke vaders van het ont
werp worden beschouwd. Maar tevens
wordt als zeker aangenomen dat Duitse
vliegtuigconstructeurs na de oorlog in
Rusland werkend een sterke invloed op
de ontwikkeling deden gelden. Wat meer
Is, het is nu bekend dat ook de Engelse
industrie het hare heeft bijgedragen tot de
uitstekende prestaties van de Russische
jager, en wel langs directe weg! Deze is
namelijk voorzien van een straalmotor,
gebaseerd op de Engelse Rolls-Royce Nene,
waarvan in de jaren 1947 en 1948 een aan
tal naar de Sovjet-Unie werd geëxporteerd.
De Russen kochten en betaalden ze, langs
de normaalste weg die maar denkbaar is.
De Rolls-Royce Nene was een van de beste
en meest vooruitstrevende typen straal
motoren die toen aan de markt waren.
Engeland heeft er sindsdien verwijten ge
noeg voor moeten incasseren! Maar hoe
dan ook, het is gebeurd en zonder twijfel
heeft deze Britse „bijdrage" in niet geringe
mate geholpen om op dit punt het techni
sche peil van de Russen op te voeren.
Waarschijnlijk is de oorspronkelijke uit
voering door Russische ingenieurs nog
verbeterd, zodat de krachtontwikkeling van
de voor de Mig bestemde motor nog aan
zienlijk is toegenomen.
Bewapening en vliegtechniek
der Amerikanen beter
De Mig-15 is op de modernste wijze
voorzien van een terugwijkende zogenaam
de pijlvleugel en een cockpit met schiet
stoel (in geval van nood laat de piloot zich
met stoel en al letterlijk uit het vliegtuig
schieten; de snelheid is veel te groot om
normaal naar buiten te kunnen springen).
De snelheid ligt dichter bij de 1100 dan bij
de 1000 km per uur. Als plafond wordt een
hoogte van c.a. 15.000 m aangenomen.
Voorts is in het luchtgevecht een opvallend
goede wendbaarheid van het toestel waar
genomen. Daar het vaak is opgevallen dat
de Migs in staat zijn zich plotseling met
zeer grote acceleratie uit de voeten te ma
ken, wordt aangenomen dat zij buiten de
straalmotor nog met raketten of een andere
extra krachtbron zijn uitgerust.
Sommige Westelijke experts, zoals gene
raal Hoyt Vandenberg, hebben niet geaar
zeld de Mig-15 beter te noemen dan de
beste Amerikaanse straaljagers die thans
in gebruik zijn. Het feit dat zij niettemin
veel grotere verliezen lijden dan de Ame
rikanen en kennelijk (nog?) niet tegen
deze laatste zijn opgewassen, verklaart
Vandenberg door de betere training van
de Amerikaanse vliegers, die bovendien
over veel betere bewapening beschikken.
Ook het technische gevoel van de vliegers
zal hier waarschijnlijk wel een woordje
Meespreken.
De beste Amerikaanse jager die thans op
fjrote schaal in gebruik is, is de F-86, die
de naam Sabre voert, hetgeen sabel of
houwdegen betekent. Deze Sabre is de
tegenspeler van de Mig en de twee typen
lijken nog veel op elkaar ook. De Sabre is
het vliegtuigtype dat enkele jaren geleden
het officieel erkende wereldsnelheidsrecord
(1080 km per uur) op zijn naam bracht en
n°g steeds hééft. Alle Sabres kunnen thans
Met volle bewapening en uitrusting deze
snelheid bereiken.
De Mig-15 werd voor het eerst waarge
nomen op de luchtvaartdag van 1948 te
Moskou, bij welke gelegenheid jaarlijks
gote luchtvloten boven een massaal pu-
Paraderen. Sinsdien zijn er waar
pijnlijk duizenden geproduceerd en deze
wgers zijn tegenwoordig ook in Oost-
Duitsland gestationneerd. Kort geleden is
op het vliegveld Tushino bij Moskou we
derom „de grote parade" gehouden en op
nieuw werden er verscheidene nieuwe
typen straalvliegtuigen gesignaleerd, vol
gens het Russische persbureau „sneller dan
het geluid". Er schijnen er enkele bij te
zijn, die uit de Mig-15 zijn ontwikkeld en
hieronder wordt genoemd de Mig-19. Er
zijn geen militaire autoriteiten meer in het
Westen die de rode luchtmacht nog met
geringschatting beschouwen, al staat zij
inderdaad op andere punten (bijvoorbeeld
lange-afstands bommenwerpers) wèl nog
ten achter. Men is zich echter bewust met
een volwaardige potentiële tegenstander te
doen te hebben, die men slechts met be
hoorlijke inspanning technisch de baas kan
blijven. (Nadruk verboden)
De Nederlandse ballonvaarders, de heer
en mevrouw Boesman en de heer De Vos
Klootwijk zijn onlangs slechts enkele
meters voor de grens van de Russische
zone geland. Zij waren met Westenwind
Oostwaarts gedreven en besloten een tus
senlanding te maken ten Zuiden van Wol-
fenbüttel, om daar naar de juiste ligging
van de Russische zönegrens te vragen. Een
politieauto had de ballon reeds enige tijd
gevolgd en bij de goed geslaagde tussen
landing verklaarde de West-Duitse politie-
inspecteur, dat de ballonvaart kon worden
voortgezet. De politie-auto bleef de ballon
echter nazitten en toen de ballonvaarders
bij het niemandsland waren aangekomen,
toeterden de politie-agenten ter waarsohu-
wing drie maal. De tweede landing vlak
voor een Russische grenspost verliep vlot.
Inmiddels is de équipe Boesman terug
gekeerd voor een aantal ballontochten in
Nederland.
AARDGAS IN WANNEPERVEEN
Bij een boring van de Nederlandse Aard
oliemaatschappij te Wanneperveen is op
1400 meter diepte gas aangetroffen.
Kunst en Bedrijf
Plan tot aanbieding van
geschenk aan de U.N.O.
Op 31 Mei 1950 werd de stichting „Kunst
en Bedrijf" opgericht. Naar blijkt uit een
dezer dagen verschenen overzicht van de
werkzaamheden gedurende het eerste half
jaar van 1951, is er sedert dien in meer
dan honderd gevallen bemiddeling aange
vraagd om te komen tot opdrachten aan
kunstenaars, waarmee in totaal een bedrag
van f 250.000 gemoeid was. Daar het hierbij
in vele gevallen ging om zogenaamde meer
voudige opdrachten konden reeds meer dan
honderdvijftig kunstenaars uit alle delen
des lands worden ingeschakeld.
Van Nederlandse zijde zijn plannen ge
vormd tot het aanbieden van een geschenk
voor het nieuwe gebouwencomplex van de
U.N.O. in New York. Ter uitvoering hier
van heeft de heer D. J. von Balluseck,
hoofd van de delegatie, de bemiddeling van
„Kunst en Bedrijf" ingeroepen. De voor
zitter van de stichting vertoeft nog in New
York voor het voeren van besprekingen.
Na zijn terugkeer in ons land zal er een
groot comité van vooraanstaande figuren
uit het bedrijfsleven worden gevormd ten
einde de practische verwezenlijking moge
lijk te maken. Het gaat hier om een groot
kunstwerk, waarvan de kosten op f 100.000
worden geraamd.
Van de belangrijke opdrachten die door
tussenkomst van „Kunst en Bedrijf" reeds
geheel of gedeeltelijk werden uitgevoerd,
kunnen genoemd worden: negen geschen
ken ter gelegenheid van het jubileum van
Philips voor een gezamenlijk bedrag van
ruim twintigduizend gulden, vier schilde
rijen en twee smeedijzeren kronen voor de
B.P.M. ter plaatsing in het opleidingscen
trum te Londen, verder glasramen, een
monumentale bank en bronzen reliefwerk.
Onderhandelingen zijn gaande over een
groot glas-in-loodraam voor de Presbyte
riaanse kerk in Ottowa (Canada). Meer
dan veertig kunstenaars werkten tot volle
tevredenheid van de directie mee aan de
bekleding der wanden van het nieuwe ont
vangstcentrum van de gezamenlijke steen
kolenmijnen in Limburg. Tot heden zijn tot
de stichting „Kunst en Bedrijf" 54 mede
stichters en 98 begunstigers toegetreden.
Het is de bedoeling het aantal medestich
ters tot niet verder dan honderd uit te
breiden.
Thans worden er plannen uitgewerkt
voor roulèrende tentoonstellingen in
fabriekscantines. Voorts zijn reeds vijf
jonge kunstenaars bezig met het vervaar
digen van aquarellen, bestemd om door
bedrijven bij wijze van geschenk aan rela
ties te worden aangeboden.
Adviescommissie
Inmiddels is er een commissie van advies
gevormd, mede om als waarborg te dienen
voor een volkomen objectiviteit ten op
zichte van de kunstenaars, waarin de vol-
E zomerzon striemt
neer over de stra
ten van Rio, het zwart-
en-wit mozaiek van de
trottoirs lijkt te golven
in de hitte. De zonne-
kant van de brede
Avenida is volkomen
leeg, maar aan de
overkant, waar een
brede schaduwreep
koelte belooft, wemelt
het van de mensen. De
Avenida is een oven
gelijk, maar toch be
staat iedere Braziliaan,
man of vrouw, het er
koel en gesoigneerd uit
te zien. En niemand
zegt ook maar een
woord over de warmte,
want dat doet geen
welgemanierd mens.
Dat doen alleen de
vreemdelingen. De
weersomstandigheden
als onderwerp van ge
sprek zijn taboe.
Men haast zich niet,
maar men slentert ook
niet. Men heeft een
waardige en gepaste
snelheid over zich. De
vrouwen bewegen zich
op hun torenhoge hak
jes voort als zwevende
godinnen, licht wie
gend met de heupen,
de kleurige wijde rok
ken uitwaaierend, de
glanzend zwarte hoofd
jes ongedekt in de
barre zon. De café-
de brede strohoed van buiten en hij is niet
zo brandschoon als de Rionees, die ten
minste drie keer daags onder de douche
gaat, ongeacht rang en stand. Deze man is
helemaal wat'smoezelig. Zijn pak is zon
der enige distinctie, er zitten lappen op en
uit zijn schoenen puilen zijn blote tenen.
Maar de mand belooft wat! Er klinkt een
geheimzinnig gekrabbel en men hoort pie
pende, schrille geluidjes. De man posteert
zich vlak bij een groot café, opent zijn doos
van Pandora, steekt zijn hand erin en haalt
een klein, pluizig aapje met martiale snor
ren en een geringde pluimstaartje voor
schijn. 9
Meteen staat het zwart. Dames slaken
ontroerde kreetjes bij zo iets snoezigs, kin
deren gillen van uitzinnige verrukking,
heren glimlachen welwillend. De man van
buiten raakt zijn aapjes met ongelooflijke
snelheid kwijt. Welk een verkoopsartikel!
En de mand raakt niet leeg, maar blijft een
stroom van pluisaapjes lossen. Dan komt
er een jong paartje hij knap en duur
gekleed, zij het laatste woord in Parijse
chic. Een auto met chauffeur glijdt achter
hen mee langs het trottoir. Men maakt
ruim baan voor het stel. In Rio heeft men
gepaste eerbied voor geld.
Het vrouwtje vraagt iets met betoveren
de blik, de heer glimlacht welwillend. Dan
vraagt hij de prijs van een aapje. De man
van-buiten taxeert het fraaie pak en
noemt een prijs die het tiendubbele is van
de vorige. Maar niemand zegt iets. Als een
koopman wat extra verdienen wil en kan
is dat zijn zaak.
De heer haalt een portefeuille te voor
schijn en maakt tegen het vrouwtje een ge
baar van: zoek maar uit!
Ze duikt over de mand en zoekt lang en
ernstig. Dan wijst ze de aap van haar keuze
aan. De koopman vist hem eruit. Inder
daad: een super-aap! Een zijdezachte pels,
enorme snorren, een lange, lange staart
waarop de wit-zwarte ringen duidelijk
staan afgetekend.
Het kettinkje, waar het aapje aan vast
zit, wordt het vrouwtje overhandigd. Ze
neemt het aan en doet meteen met vlug ge
baar het hele aapje in haar décolleté ver
terrassen zitten vol op
dit middaguur, waarop iedereen in het een- toir, bekijkt de étalages van de hier peper- dwijnen....
trum rondflaneert. De vraag naar ijs- dure zaken, koopt eens een krantje, bla- Ze heeft nu nog een wens: een juwelier,
gekoelde dranken is enorm, maar ook de dert er in en schenkt het dan een bede- Want haar aapje zal zijn leven slijten aan
cafézinho, het miniatuurkopje koffie, laar, die er vanavond zijn lakens van zal een gouden kettinkje, gebed in zijde en tere
wordt niet versmaad. Een rechtgeaard Bra- maken als hij zich te slapen legt in portaal Parijse parfums.
ziliaan drinkt altijd en overal koffie en niet of stoep, op trap of trottoir. En dagen later kom je nog steeds dames
Dan duikt ineens uit een smalle bescha- tegen op de Avenida met aapjes in het
duwde zijstraat een man op met een reus- décolleté. Het oerwoud is naar Rio ge-
achtige mand. Geen stadsman; hij draagt komen. BOB TADEMA
als wij een kopje thee. Voor dertig kopjes
per dag is hij niet bang.
Zo flaneert men over het schaduwtrot-
gende deskundigen zitting hebben geno
men: ir. C. J. Asselbergs uit Breda, prof.
W. van den Berg uit Amsterdam, Jan En
gelman uit Utrecht, prof. dr. J. G. van
Gelder uit Utrecht, mej. C. J. Gischler uit
's-Gravenhage, G. Goossens uit Tegelen,
W. F. Gouwe uit Epe, mr. A. J. Guépin uit
Eindhoven, A. M. Hammacheer uit Otterlo,
mr. A. F. Kamp uit Bergen, J. van Krim
pen uit Heemstede, J. Peijnenburg uit Gel
drop, prof. dr. J. Q. van Regteren Altena
uit Amsterdam, prof. dr. A. P. A. Voren
kamp uit Groningen en mr. E. L. L. de
Wilde uit Eindhoven.
ADVERTENTIE
AGENT VOOR DISTRICT HAARLEM:
Het 9-jarig zoontje van de familie De N.
te Bergen op Zoom heeft uit een fles nico
tine gedronken, tengevolge waarvan het
kort daarna is overleden.
De jongen was met een vriendje gaan
wandelen. In een tuinderij ontdekte het
tweetal tussen het struikgewas een fles
vloeistof. Om zijn dorst te lessen nam een
hunner er een slok uit. De fles bevatte
een nicotine-preparaat voor het bespuiten
van bloemkool. De jongen zakte direct in
elkaar, waarna zijn vriendje ijlings weg
liep. Een voorbijganger vond even later
de jongen, die toen reeds dood was.
Burgerlijke stand van Haarlem
HAARLEM, 3 Augustus 1951
GEHUWD: 3 Aug., E. Verwey en G. J.
Schoonhoven.
BEVALLEN van een zoon: 1 Aug.. M. J.
Bijnsdorp—Hoogduin; 2 Aug., O. van Heer
denJansen; P. W. G. Aafjesde Nijs; P.
W. Kwakkel—Leen; 3 Aug., E. Gerritsen—
Flipphi.
BEVALLEN van een dochter: 2 Aug., M.
H. C. KoopenRuigrok van der Wei-ven; M.
J. Blaasde Geus; K. P. A. AartsHonijk;
3 Aug., S. M. G. Schutten—van Mossel.
OVERLEDEN: 1 Aug., P. Flipsen, 45 j.,
Heerensingel; 2 Aug., C. R. de Gartvan
Drosser, 72 j., Gasthuisvest; H. A. Freijer,
76 j., Kennemerstraat; J. W. Sasburg, 81 j.,
Wagenweg; G. A. Broekman, 73 j., Grote
Houtstraat.
Het kan lastig worden ontkend, dat
's Rijks hoofdstad Nederland in velerlei
opzicht voorgaat. Zelfs de inwoners van
Den Haag, een aardig voorstadje van
Wassenaar, moeten dat erkennen, al
kunnen zij met trots wijzen op het
merkwaardige verschijnsel, dat hun
telefoonnummers zes cijfers tellen,
waartegenover Amsterdam er slechts
vijf kan stellen.
Op één gebied, en dan nog wel een
domein dat in hoge mate een van de
belangrijkste zaken van het leven be
treft, kan Amsterdam echter in generlei
opzicht wedijveren met de stemmige
buitenwijken van Scheveningen. Wij
doelen op de zogenaamde gezellige eet-
gelegenheden.
Wij zullen ons nader verklaren.
Heeft Den Haag zijn Petit Chalet
Suisse, zijn Lapin Agile en zijn Chez
Eliza, kleine gezellige zaakjes, waar
men in een gemoedelijke atmosfeer van
houten banken en stoelen, papieren
tafellakens en andere niet-deftige attri
buten, de kostelijke zaken van de Fran
se, Zwitserse en Italiaanse keuken kan
laten opdraven, in Amsterdam treft ge
niets van dat alles.
Houdt ons ten goede, wij willen aller
minst beweren, dat men in de Amster
damse restaurants slecht eet. De bief
stukken zijn er doorgaans mals, de
tongen groot en goed, de piepers glad
of kruimig naar believen, de levers
sappig en de groenten overvloedig. De
Amsterdamse keuken is een prima keu
ken, een eerlijke keuken, een gezonde
keuken, een hygiënische keuken en een
keuken, die voldoet aan de eisen van
ons klimaat.
Maar soms zou men voor de afwisse
ling tóch wel eens een andere keuken
willen.
Zo de keukens, zo de eetzalen. De
stoelen zijn er prima gecapitonneerd, de
tafels zijn er gedekt met smetteloos
damast en de obers gehuld in stemmige
rok. Maar wij behoren tot de zonderlin
gen, die graag rechtop-gezeten op een
harde stoel zitten en die altoos vrezen
een vette aardappel over het damast te
zullen laten schieten. En wij vinden het
niet prettig, wanneer de obers er zo
verschrikkelijk veel deftiger uitzien dan
wij, zo'n overwicht hebben op ons en zo
dreigend-zwijgend de goed-behaarde
wenkbrauwen fronsen, wanneer wij zo
als altijd onze lepel op de grond laten
vallen. En dan nog te bang zijn oiü een
nieuwe te vragen en met rood hoofd
onze soep lepelen in het schuldig besef
van onze onwaardigheid.
In zo'n restaurant voelen wij ons
haast zo droevig als op een goederen
station in de mist..
Natuurlijk zijn er dan ook nog de
eethuysjes, waar de populaire eigenaar
bij u aan het tafeltje komt zitten om
een praatje te maken en uw menu van
zijn handtekening te voorzien. Deze eet
huysjes zijn charmant en ongemeen
geschikt om aan buitenlanders te tonen,
maar de binnehuysje-architect moet ook
leven en goedkoop zijn ze niet.
En tenslotte zijn er dan nog de hele
dure restaurants, waar wij wel eens door
vrienden uitgenodigd worden en waarop
wij dus geen aanmerkingen durven te
maken, uit vrees beschouwd te zullen
worden als iemand, die het thuis slecht
heeft en dan nog praatjes heeft op de
koop toe. Zo'n morrende oproerkraaier
dus.
Maar wat er dan in Amsterdam ook
allemaal mag zijn, óns eettentje hebben
we nog niet gevonden. En daarom treu
ren wij 's avonds in de stilte der straten.
Want we zijn echt de koks een beetje
moe, die menen dat met biefstuk-met-
doperretjes, lever-met-appelmoes, tong
met sla, en schnitzel-met-groente-van-
de-dag de ganse lijst der voor mense
lijke consumptie geschikte voedingsmid
delen is uitgeput.
Wij zouden zo graag en velen zou
den dat mét ons zonder twijfel zo af
en toe de atmosfeer van die brave Hol
landse keuken eens verlaten. En wij
denken niet zonder weemoed aan die
kleine Franse bistro's, waar de stoelen
hard en ongemakkelijk en de tafeltjes
wankel zijn, maar waar de restaurateur
stralend van trots de specialiteit van het
huis op tafel brengt. Waar men geen
oude, plechtige en loodzware wijnen
hoeft te drinken, maar waar een luchtig
wijntje van de streek de dorst lest en
de zon, die de wijngaarden koesterde,
het verhemelte kust. Waar het vlees niet
een trieste verdrinkingsdood sterft in de
vette jus, maar zich gelukkig acht, te
mogen toeven temidden van zijn vrien
den: de kruiden, het tikje knoflook (fa
cultatief), het scheutje wijn en de dui
zend andere versregels van de Franse
keuken. Waar champignons op tafel
komen, die nog geuren naar een weide,
nat van dauw, en waar van alle goede
dingen dezer aarde een Üalikbaar ge
bruik wordt gemaakt. Een keuken, die
licht verteerbaar is en natuurlijk. Laten
uw Hollandse lange messen-dragers dan
maar beweren, dat de Franse keuken
leeft van de geraffineerde liflafjes. Maar
laten zij dan schielijk hun flessen aro
ma, ketchup en slasaus onder de tafel
zetten.
Zo'n tentje zoeken wij vrienden. Zo'n
héél gewoon tentje, waar het goed en
niet te duur eten en drinken is. Waar
goedgemutste gasten, die de kunst van
het plezierig eten nog verstaan, met
opgewekte eerbied de kok begroeten,
wanneer hij zich persoonlijk van de
zegeningen zijner arbeid komt overtui
gen in de aanzienlijk wit-bejaste majes
teit van zijn veelbelovende omvang.
Zo'n tentje waar de baas de patriarchale
gastheer is en waar een ieder met liefde,
ijver en fantasie in de weer is om de
gasten bij te staan in dat gezonde en
onbedorven vermaak, dat lekker eten
nu eenmaal is.
En nu vrienden, hebben wij zo'n on
bedaarlijke honger gekregen, dat wij er
weer op uit trekken. Dat wij als onver
vaarde ontdekkingsreizigers, zij het dan
met een blaffende maag inplaats van
sledehonden, door de Amsterdamse
straten zullen trekken op zoek naar dat
tentje van ons. Of naar de man, die aan
die ijver, liefde en fantasie het zakelijk
inzicht paart, dat hem zal doen beseffen,
dat zo'n tentje hem geen windeieren,
maar omelettes zal leggen. Aux fines
herbes.
Het lijkt ons een zegenrijke tocht.
Zo maar plompverloren stond daar
gisteren op de telex een kort berichtje,
waar wij een beetje stil van zijn ge
worden. „Johan van Scheltema" is
overleden, stond er. Eergisteravond. Als
gij onze Johan nooit gekend hebt, zal
het u mogelijk weinig zeggen. Maar zij
die weten, wie en wat deze man was,
die eigenlijk J. Wartena heette en die
22 jaar lang als kellner in het journa
listencafé Scheltema aan de Nieuwe
Zijds Voorburgwal in het hart van de
Amsterdamse krantenwijk het lief en
leed van dat wonderlijk vak van ons
heeft meegemaakt, zal met ons een
momentje aan hem denken. En wanneer
hij een volgende maal bij Scheltema
onwillekeurig „Johan" zal roepen, zal
de lege stilte, die daarop zal volgen,
hem doen beseffen, dat er een vriend
van hem is heengegaan.
Johan wordt Dinsdag om één uur op
Deze maand viert de kleinkunst
hoogtij. In het Leidseplein Theater
houdt Wim Sonneveld „Herhalings
oefeningen" met Lia Dorana, Conny
Stuart, Emmy Arbous, Diny de Neef,
Albert Mol en Guus Verstraete. Het
programma is een bloemlezing uit de
cabarets van de laatste tien jaren.
In Hypokriterion, het zaaltje boven
de studentenbioscoop in de Roeter-
straat, vertoont Dick Gabel met zijn
gezelschap de revue ,,In Zomertoïlet".
Daaraan werken mede: Emmy Huf,
Tine van Leer, Phyllis Lane, Flip
van der Schalie, Frans Muriloff en
de pianist Woute Denijs.
Carré heeft iedere avond de „Extra
Editie" van René Sleeswijk op de
planken, met onder anderen Willy
Walden en Piet Muyselaar, het dans
paar Eva en Nick, het Spaanse trio
Paco Reyes. Verder treden in deze
revue op: Lizzy Valesco, Phyllis van
Anrooy, Aase Rasmussen, Jenny Si-
monis, Herbert Joeks en Jean Smits.
Het Negerballet van Berto Pasuka
treedt nog steeds in het Centraal
Theater op en het blijspel „Potasch
en Perlemoer" (met Johan Kaart en
Johan Boskamp in de titelrollen) is
in de Kleine Komedie aan de Amstel
geprolongeerd.
Hedenavond begint het Amsterdams
Toneelgezelschap, terug van vacantie,
een nieuwe reeks voorstellingen in de
Stadsschouwburg van het blijspel
„Zij kregen wat ze wilden" met
Louis Saalborn, de regisseur van
„Het dubbel leven van Sir William"
dat voor Woensdag en Donderdag op
de agenda staat.
Van de nieuwe films moet de ge
kleurde tekenfilm „Dombo" van Walt
Disney worden genoemd. De Neder
landse tekst werd gesproken onder
leiding van Cruys Voorbergh. De
film is in Tusehinski te zien. Alastair
Sim speelt in De Uitkijk voor „De
leukste thuis", Bob Hope in Cultura
voor „Lord Wanhoop".
In kunstzaal Van Lier aan het Rokin
wordt een tentoonstelling gehouden
van schilderijen, goaches en aquarel
len van Hanna Lerner onder auspi
ciën van de Israëlische legatie. Deze
duurt tot 15 Augustus.
de Nieuwe Oosterbegraafplaats in zijn
Amsterdam ten grave gedragen.
BOEDA
Een legende van de zee: de Zeeliederig-
heid der Zeelieden. Zijn zeelieden zoveel
anders dan landlieden? De kok, die zijn
maatje de aarpels laat schillen en zelf
een pijp staat te roken, zegt: „Waarom
gaat u naar Algiers? Het is er zo heet as
de dinges. Ik ben er zestig keer geweest.
Ik ben er éénmaal aan land gegaan. De
Kashba stinkt as de verdinges. Er is maar
één Amsterdam. Geeft u mij Amsterdam.
Ten allen tijde".
Zijn zeelieden zo anders?
Zij spreken over New York en Izmir,
over Cyprus en Montevideo, over Smyrna,
Damascus en Trondjem, zoals u en ik over
Zandvoort en Voorschoten, Sittard en Wil
lemstad.
Ge luistert daarnaar met waterige tan
den en een droge keel. Totdat de eerste
stuurman zegt: „Ik vind het brood in
Haarlem het lekkerste; misschien is dat
een idéé van mij, maar dat finniknau".
Totdat de eerste machinist zegt: „Over
veertien dagen zit ik te vissen in Pur-
merend".
„Wat ik in New York altijd doe?", zegt
de eleetricien. „Nou, 't is er knap duur
met de dollar; azzik van boord ga zal ik
misschien 'n bioskopie maken, maar die
films komen ook in Rotterdam". Dat zijn
zo van die ontgoochelingen.
't Moet heb ik me laten vertellen
met cowboys precies zo zijn. Er moet in
heel Texas maar één cowboy v/onen die
een onschuldig meisje uit.de klauwen van
een fielt heeft gered. En er zijn er die
zeggen dat hij dat verzonnen heeft, omdat
hij het op de film gezien heeft.
„Als u mij vraagt", zegt de kok, „dan
is er maar één Amsterdam. Ten allen
tijde".
De legenden der zee zijn vele.
„Bent u ook zo lui?" zoals de lui
paard tegen de luiwagen van de luitenant
zei.
Ik wel.
Ik lig nu zes dagen op een luie stoel op
zee.
Lui zijn is verschrikkelijk moeilijk, dat
merk ik wel.
Zo zit ge u zelf zes dagen te verwijten'
dat ge niets doet, maar er is niets te doen.
Wanneer ge geen zeeman zijt of multi-
millionnair in een plezierjacht met dames
aan boord is er niets te doen op zee.
Zes dagen niet.
Weet u dat je daar reuze slaperig van
wordt?
Ik doezel maar voort in eindeloze dei
ning.
Wanneer ge de hele dag geslapen hebt
valt ge, na het eten, om van de slaap. Dat
heb ik ook ontdekt: slapen maakt slaperig.
Wat doe ik dan een uur na het eten, als u
zegt: „hè, 't is pas acht uur. Nog lekker
een hele avond voor me?"
Wat doe ik dan?
Dan zeg ik: „Nou kapitein, zo'n hele dag
zeelucht dat maakt slaperig, kapitein. Ik
ga maar es naar kooi, kapitein. Nacht,
kapitein".
Maar acht uur slapen 's nachts is mijn
maximum.
En wie staat er dan iedere morgen op
z'n sloffen in z'n pyjama te wachten op 't
opkomen van de zon?
En wie heeft zich daardoor bij het
scheepsvolk de renommé van de scheeps-
gek-bij-uitnemendheid verworven? Die
zonderlinge dikke, oude heer, die elke
nacht om vier uur op de zon staat te
wachten?
Om zes uur lig ik dan, geschoren en
wel, op mijn stoel.
Om half negen komen ze me wekken
voor 't ontbijt.
Mijn hele leven nooit pap bij 't ontbijt
gegeten. Maar je bent op zee of je bent 't
niet.
Wat krijg je een slaap van pap, hé?
„Niets prachtiger dan een zonsopgang
op zee", zeg ik als ik weer thuis ben, „wil
je wel geloven dat ik iedere morgen om
vier uur al uit de veren was?"
ELIAS
Voor het examen hoofdakte, gedeelte A,
slaagden mejuffrouw J. L. Nanninga en de
heren L. van Donge, P. Laman en J. C.
Ladiges. Voor het gedeelte B slaagden de
dames J. Brammer en E. J. M. Versluis en
de heren J. van Soest, A. Heins en P. B.
Elffers.