Fa B.A.CASSEE& Zonen
STIENS
Firma A. v. d. BOGAARD
-Clowntje Rick
Een hand uit
het verleden
Discussiedag in Teylers Museum over
muziek en dienende wetenschap
Zeiss-Punktal
Kalenders 1952
Boekhandel VEKO
Besteldienst A„B.C.
Henriëtte Faure voerde met H.O.V.
krachtig pleidooi voor Saint-Saèns
Amerikaanse studenten zijn vrijer
in de keuze van hun studie
ZATERDAG 27 OCTOBER 1951
HAARLEMS DAGBLAD -
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
4
BRILLEGLAZEN
in Uw bril
OPTICIEN
Gierstraat 27
Brits moest liet ontgelden
RADIO's - Philips - Erres - Waldorp
Voor goed vervoer
Voor Wollen Dekens en
Plaids
Maar zij spreken minder talen dan de Nederlandse
Voor de kinderen
Filmavond „Hulpactie India
«=^2<5Y\o?tc)
De heer P. de Jong
verlaat de P.T.T.
Verkooplokaal NOTARISHUIS
MEUBILAIRVEILING 6/7 NOV. 1951
Burgerlijke stand
van Haarlem
FEUILLETON
door Andrew Mackenzie
(Uit het Engels vertaald)
De muziek openbaart zich door tonen,
die door rhythmische, melodische en har
monische wetten geordend zijn. In die or
dening laat zich eveneens de wet der
sterkteschakeringen ter dege gelden. Tonen
zijn natuurkundige verschijnselen en het is
begrijpelijk dat de natuurkundige bij het
bestuderen van de verschijnselen der mate
rie Ook de toon in zijn onderzoekingen is
gaan betrekken. Twee groepen van perso
nen zijn dus in innig contact met de muziek
komen te staan: de toonkunstenaars en de
natuurkundigen. De eerste groep beschouwt
hoofdzakelijk de muziek als kunstuiting, de
andere groep richt zijn aandacht voorname
lijk op het materiaal van de muziek: de
klank, meer in het bijzonder de toon. Twee
beschouwingen staan op dit gebied naast
elkaar, niet zelden tegenover elkaar: een
psychische en een physische beschouwing.
De toonkunstenaar kan met recht bewe
ren: in de natuur vindt niemand zo maar
muziek, want die is een product van de
menselijke geest. Maar de natuurkundige
kan aanvoeren: zonder tonen kan een toon
kunstenaar niets beginnen. En vooral als
het er om gaat instrumenten te stemmen,
kan de musicus van onze tijd de physicus
niet missen. Inderdaad: beide groepen heb
ben elkaar nodig. Ook in vroeger eeuwen
hebben de toonkunstenaars van natuur
kundige ontdekkingen geprofiteerd. Door
de zogenaamde gelijkzwevende tempera
tuur in de stemming der orgels, clavecim-
bels en piano's werd het mogelijk op deze
instrumenten modulerende muziek te spe
len, wat voorheen door de ongelijkzweven-
de stemming niet kon gebeuren. Toonkun
stenaars en natuurkundigen dienen een
zuiver begrip van eikaars bevindingen te
krijgen. Met dit doel werd gisteren door de
te Delft gevestigde Geluidsstichting een
discussiedag over „Muziek en dienende
wetenschap" gehouden in de aula van Tey
lers Museum te Haarlem.
De voorzitter der stichting, ir. R. Ver
meulen, kon door ziekte niet aanwezig zijn
om de talrijke deelnemers, waaronder vele
vooraanstaande figuren uit het Nederlandse
muziekleven, te verwelkomen. Prof. dr. A.
D. Fokker deed dit in zijn plaats en gaf
allereerst het woord aan dr. ir. J. J. Geluk,
werkzaam in het laboratorium van de tech
nische dienst van de Nederlandse Radio-
Unie, die sprak over moderne toestellen
voor de stemtoon en hun gebruik.
Betere evenredige stemming
Voor de stemming van orkesten bijvoor
beeld is het noodzakelijk een betrouwbare
stemtoon te hebben. Men neemt hiervoor
de a van 440 trillingen per seconde, zoals
werd overeengekomen te Londen in 1939.
Voor het aangeven van die toon kan men
zich beroepen op het volstrekte toon-
geheugen. Dit noemt men ook wel het ab
solute gehoor. De fout, die dit gehoor kan
maken, ligt bij zes trillingen per seconde.
Verder kan men zich richten op het be
perkte geheugen, waardoor de fout terug
gebracht wordt op twee a drie trillingen
En tenslotte op de directe vergelijking,
waarvoor een apparaat beschikbaar moet
zijn. De fout behoeft dan slechts 0.05 tril
ling per seconde te worden. Bij dit toestel,
dat bij de omroep in gebruik is, heeft men
gezorgd dat bij de grondtoon een aantal
zogenaamde boventonen gevoegd is. Hier
door wordt het psychische verschijnsel
vrijwel onderdrukt, dat een grondtoon bij
versterking hoger klinkt. De subjectief
waargenomen toonhoogte, de „pitch", is
vaak verraderlijk voor een juiste stemming.
Door middel van kathodestraal-buizen liet
de heer Geluk de aanwezigen zien wat zij
hoorden.
Na deze voordracht hield prof. Fokker
een verhandeling over de problemen bij de
keuze van een betere evenredige stemming.
Gioseffo Zarlino (1517-1590) bepaalde hoe
de grote tertstoonladder gebouwd moest
worden en gaf een voorschrift om de toet-
sen-instrumenten te stemmen. Maar een
bevredigeiïd zuivere stemming voor alle
toonaarden was het niet. Er kwamen wan
klanken voor die men „wolven" noemde.
Christiaan Huygens ontdekte, dat men door
de verdeling van het octaaf in 31 toonaf
standen de wolven kon vermijden. Hierbij
worden de fundamentele intervallen zo
goed mogelijk gevormd. Bij deze interval
len: het octaaf, de kwint en de grote terts.
ADVERTENTIE
het beste
behoort sinds de muziek van Béla Bartok
ook de consonante septiem.
Het klavier van het orgel in Teylers
Museum is geconstrueerd volgens deze
stemming en hierop speelde de organist
Paul Chr. van Westering de Echo-fantasie
van Sweelinck, waarbij de zuivere tertsen
als een weldaad voor het oor klonken. Ook
voerde de organist zes Inventies van eigen
hand uit, bij welke muziek rekening is ge
houden met de eigen aard van het instru
ment en die van zeer belangrijk gehalte is
geworden.
Scherpe meningsverschillen
In de middagzitting sprak Jan van Dijk,
leraar aan het Conservatorium van Toon
kunst te Rotterdam, over de mogelijkheden
bij het componeren in evenredige stemmin
gen. Schönberg componeerde op grond van
toonpatronen. Dit was verstandelijk, cere
braal werken. Volgens de heer Van Dijk
vormt het cerebrale componeren een mo
gelijkheid om te geraken tot intuïtieve ge
richtheid, zodat het leidt tot het open staan
voor inspiratie. Het 31-toonssysteem, als
basis voor het componeren, heeft als ge
volg dat het oor bij de uitvoering van
muziek veel minder vermoeidheidsspanning
ondervindt bij het aanvaarden van de
samenklanken als zuivere accoorden. Door
middel van reproductie met magnetisch
lint werden enkele composities van de
heer Van Dijk ten gehore gebracht.
Bij de discussies bleken de meningen
nogal eens scherp tegenover elkaar te staan.
Maar dit nam niet weg, dat deze dag van
veel betekenis is geworden. De Geluids
stichting dient het niet bij deze énkele dag
te laten, maar hij trachte een volgende te
beleggen, waarop de problemen in kleiner
afmeting, maar scherper omlijnd gesteld
moeten worden om allerlei zijwegen te ver
mijden.
P. ZWAANSWIJK.
ADVERTENTIE
voor Uw vrienden overzee moeten
NU verzonden worden.
Wij hebben een fraaie sortering, en
zorgen voor solide verpakking.
ZIJLSTRAAT 98 TELEFOON 11706
2de huis vanaf 't Stadhuis.
In de Spiegelstraat te Haarlem zag de
42-jarige Haarlemmer H. K. de zaken
Vrijdagmiddag anders dan normaal. Zin
gend trok hij langs de huizen met een gi-
chelende kinderschaar in zijn voetspoor.
Openbare dronkenschap geeft echter aan
leiding tot maatregelen, die ook in dit ge
val niet uitbleven. Zijn vrolijkheid veran
derde nochtans in kwaadaardigheid toen
hij werd opgesloten in het politie-post-
huis Oost, waar de gedachte aan water en
brood inplaats van geestrijker vocht en
een zoutje zijn gemoederen ongetwijfeld
tot een explosief peil verhitte, want de
brits in de cel moest het ontgelden. Er
werd wederom een proces-verbaal opge
maakt, nu wegens opzettelijke vernieling.
NACHTDIENST APOTHEKEN
Bos en Vaart-apotheek, Bos en Vaartstraat
26, telefoon 13290.
Apotheek voorheen Florijn, Grote Hout
straat 78, telefoon 10500.
H. Remmers en Zoon, Kruisstraat 6, tele
foon 10354.
Noorder-Apotheek, Jan Gijzenkade 181,
telefoon 23821.
ADVERTENTIE
Floresstraat 15 - Tel. 16548 - Haarlem
Betaling in overleg.
ADVERTENTIE
van kleine en grote zendingen neemt U alleen:
BARREVOETESTRAAT 2
HAARLEM
TEL. 18428, NA 6 UUR 14810 - 14155
De Franse pianiste Henriëtte Faure was
soliste op het door Toon Verhey gediri
geerde Vrijdagavondconcert van de H.O.V.
Deze medewerking bezorgde ons de verras
sing kennis te mogen maken met het Vijfde
Pianoconcert van Saint-Saëns, dat tot het
verwaarloosde deel van zijn muzikaal
oeuvre behoort. Nu wij het gehoord hebben
vragen wij ons af, waarom juist dit werk
er bij het publiek, of wellicht beter gezegd
bij de concertpianisten, niet ingegaan is.
Men zou kunnen vermoeden dat de tame
lijk losse vorm, die op bepaalde momenten
zelfs grillig mag heten, oorzaak geweest is
dat het werd afgewezen. Maar in 1896, toen
het ontstond, had men op dat punt toch al
heel wat aanvaard en was men al heel wat
gewend geraakt aan dingen, die buiten het
gebaande spoor liepen.
Maar hoe dan ook, het Vijfde bleef een
stiefkind, doch een dat de tijd verbeiden
kon tot men het zou ontdekken en als vol
waardig erkennen in al zijn ongewoonheid
en, laat ik er gerust bijvoegen, zijn eigen
gereidheid. Saint-Saëns heeft in dit Con
cert zijn fantasie de vrije teugel gelaten.
Dat is vooral het geval in het middendeel,
waarin exotische motieven de hoofdtoon
voeren, maar dan doorspekt met aller
hande, soms zeer capricieuze neven-ele
menten, wat het geheel een rhapsodisch
cachet geeft. In de finale domineert het
virtuoze element, doch eer als middel dan
als doel; het wekt dan ook geen leeg ge
voel van ijdele schittering, maar werkt als
een positieve kracht om tot evenwicht te
komen na al de omzwervingen in het mooie
maar wankele rijk der fantasie.
Henriëtte Faure dapper bijgestaan
door Verhey en zijn orkest hield een
stevig pleidooi voor het werk. Men mocht
zich wel eens afvragen waar deze dame
een kindvrouwtje om zo te zien de
kracht vandaan haalde, waarmee zij de
vleugel bewerkte in de climaxen en in zo
wat geheel het forse slotdeel. Met dat al
was de interpretatie technisch sterk doch
ook raak beeldend en kleurend, waar de
fantasie een grillige vlucht nam of in een
bezonken moment aan poëtiseren sloeg.
De avond was begonnen met de tweede
Arlésiennesuite van Bizet, een beetje trek
kerig gespeeld, behalve in het slotdeel, de
Farandole, die bijzonder opgewekt klonk.
Het tweede deel van het concert was ge
wijd aan de Tweede van Beethoven, dat
juweeltje uit het negental, waarin de com
ponist niet zonder humor afscheid neemt
van de delicate sfeer van een aristocratisch
classicisme. Zijn volgende symphonie zou
een revolutionnaire zijn. Eigenaardig ech
ter, en voor ons haast onbegrijpelijk, is het
dat Beethovens tijdgenoten de muzikale
omwenteling al proefden uit die Tweede.
Als we de eerste critieken over dit werk
nalezen, ervaren wij dat de meeste beoor
delaars de componist voor weinig minder
dan een warhoofd hielden. Maar och, dat
is niet zo vreemd als het nu wel schijnt,
want jaren te voren had men ook Mozart
voor dissonanten jager versleten. Zo is het
altijd geweest wanneer een persoonlijke
noot in het werk van een kunstenaar door
klinkt en het zal altijd wel zo blijven. De
tijd is de eerlijke bondgenoot van alle
waardevolle kunst.
De uitvoering, vooral die van de drie
snelle delen, was bijzonder fraai van klank
en geestig van uitdrukking. Waarlijk een
coquette Beethoven!
JOS. DE KLERK
ZIJLSTRAAT 83 - SINDS 1892
„Terwijl onze universiteiten zijn als trotse
kastelen, scherp afgetekend tegen het land
schap, kan men de Amerikaanse universi
teiten vergelijken met grote industrieste
den, die zich met hun voorsteden in de om
geving uitstrekken," aldus prof. dr. Th. J.
G. Locher tijdens een vergadering te Leiden
van „De Halve Maen", een gezelschap voor
Nederlandse studenten, die in Amerika ge
studeerd hebben. Op verzoek van dit gezel
schap vertelde prof. Loclier over zijn erva
ringen als gastprofessor aan de University
of Michigan. In Leiden is prof. Locher be
kend om zijn repliek op het artikel „What
drove me crazy in Europe", waarin een
professor van Harvard, Perry Miller, die
een jaar de gast van de Leidse Universiteit
was, het Europese hoger onderwijs in zeer
scherpe bewoordingen aanviel.
Er bestaat een neiging in de V. S. om
alles aan de grootte van het land aan te
passen; ook aan de universiteiten is deze
neiging merkbaar. De universiteiten zijn er
niet alleen groter, zij zijn ook uitgebreider.
Met hun wijde vertakkingen dekken zij alle
aspecten van het hoger onderwijs. Naar
verhouding zijn er ook meer studenten.
De Amerikaanse student is veel vrijer in
de keuze van zijn studievakken, maar als
hij deze keuze eenmaal gemaakt heeft, is
hij gebonden aan een strenge discipline, die
hem geregeld aan examens onderwerpt en
zijn aanwezigheid op colleges eist. Het is
dus een schools systeem in vergelijking
met het onze. In Nederland beslist de stu
dent zelf hoe hij zijn studie zal inrichten.
De Amerikaanse student doet vaak aan een
schooljongen denken. Het Amerikaanse
stelsel heeft grote voordelen en al zou het
hier niet in dezelfde vorm ingevoerd kun
nen worden, bij velen bestaat volgens prof.
Locher de behoefte, om wat meer toezicht
bij het werk te hebben.
Een belangrijke tekortkoming van het
Amerikaanse hoger onderwijs is het onvol
doende doceren van vreemde talen. Nu
Amerika een belangrijke rol is gaan spelen
in de wereldgeschiedenis, dienen de Ame
rikanen terdege op de hoogte te zijn van
de geschiedenis van andere landen en de
mentaliteit van hun inwoners. Zonder
talenkennis kan zulks echter niet bereikt
worden. De geografische ligging van de
V. S. en het feit dat Engels de wereldtaal
is zijn hier ongunstige omstandigheden.
Voorts oordeelde prof. Locher het van
groot belang dat het hoger onderwijs op
een grondige basis rust. Hij zag in de vrij
heid van de Amerikaanse student ten aan
zien van zijn studiekeuze de oorzaak, dat
het Amerikaanse stelsel tot „aanzienlijke
hiaten" leidt.
Als de Amerikanen ons het gebrek aan
„algemeen burger-onderwijs" verwijt, ver
geet hij hierbij het uitstekende, grondige
onderwijs aan onze middelbare scholen, die
het kunnen opnemen tegen de Amerikaanse
colleges: De economische toestand dwingt
hier tot specialisatie na het eindexamen;
wij kunnen ons niet, zoals de Amerikanen,
de weelde veroorloven om daarna nog door
te gaan met algemene ontwikkelnig. Het
gevaar van eenzijdigheid wordt tegenwoor
dig hier bestreden met het zogenaamde
„Studium Generale": voor alle studenten
toegankelijke colleges over onderwerpen
van algemene aard.
Prof. Locher verklaarde zich niet te wil
len voegen bij diegenen, die vaak op grond
van hetgeen zij van anderen horen, het
Amerikaanse onderwijs als „inférieur" be
stempelen. „Het is eenvoudig anders dan
het onze", zei hij. Hij vroeg zich af of het
mogelijk zou zijn om door het overnemen
van eikaars goede elementen, het eigen
systeem te verbeteren. Het onderwijs is
„Ik had het erg goed aan boord van het schip", vertelde Pilon verder. „Ik kreeg genoeg
te eten en te driyiken en terwijl ik aan tafel zat, kwamen de matrozen bij me zitten.
Ik moest ze vertellen, hoe alles was gebeurd, en ze waren heel verbaasd over die
wonderlijke gebeurtenissen. Het waren aardige kerels, die matrozen! Ze sloten direct
vriendschap met me, dat vond ik prettig."
„Aardig van die matrozen, hè?", vond Bunkie.
„Ja, zeker!" „Nou, de hele dag had ik het druk met de mannen op het schip, die steeds
maar meer wilden weten van het land, waar ik vandaan kwamMaar 'savonds
was ik wel erg moe en ik had slaap. Het was dan ook een vreemde en vermoeiende
dag geweest! Toen werd er voor mij een hangmat opgehangen tussen die van de
matrozen en ik kon gaan slapen."
„Hoe beviel je dat, Pilon, slapen in een hangmat?", vroeg Oepoetie.
„Weleerst was het wat vreemd omdat dat ding zo schommelde en zo anders was
dan een bed! Maar toch vond ik het wel prettig; en je kunt geloven, dat ik die nacht
heerlijk heb geslapen!"
echter meer dan welke andere instelling
van de maatschappij ook aan traditie ge
bonden en de vormen exwan zijn moeilijk
te veranderen. Als voorbeeld noemde spre
ker de nieuwe hoger onderwijs-wet, waar
aan men ten departemente nu reeds meer
dan veertig jaar zwoegt. „Wij willen geen
verstening, wij willen verbeteringen. Het
zou beter kunnen zijn, als wij leerden van
de resultaten van de uitwisselingen", zo
besloot prof. Locher zijn voordracht.
De Hoofdwacht op de Grote Markt te
Groningen is in April 1945 bij de bevrij
ding van de stad grotendeels verwoest.
Binnenkort zal het gebouwtje, dat tegen
de Martinitoren is aangebouwd, geheel
worden gerestaureerd. De Hoofdwacht is
in laatgothische stijl in Noordduitse trant
gebouwd en is van later datum dan de
Martinitoren.
In de aula van het Koninklijk Instituut
voor de Tropen te Amsterdam is gisteren
door de Nederlandse Jeugdgemeenschap,
in samenwerking met genoemd instituut,
een popaganda-filmavond ten bate van de
„Hulpactie India" gehouden, die zich in
een zeer grote belangstelling verheugen
mocht. De algemeen secretaris van de N.
J. G. de heer J. Peters gaf een overzicht
van de resultaten die de door deze jeugd
organisatie op touw gezette „Hulpactie
hongerend India" tot nu toe boekte: 'er is
in totaal nu ruim f 125.000 ingezameld
voor welk bedrag reeds twee scheeps
ladingen voedsel en medicamenten naar de
hongergebieden in het verre werelddeel
verzonden werden. Een derde zending gaat
op 10 November scheep en een vierde
voedselschip zal begin December de actie
sluiten. Om dit mogelijk te maken zijn
driehonderd plaatselijke comités maanden
lang in touw geweest en ook de jeugd zelf
heeft bergen werk verzet. De laatste phase
van de actie is nu ingegaan en spreker
twijfelt er niet aan dat de Nederlandse
bevolking, zelf het hongerspook uit de
laatste oorlogswinter nog duidelijk voor
ogen zwevend, al haar medewerking zal
geven om ook deze laatste phase te doen
slagen.
Hierna vertoonde de bekende cineast
mr. A. Hustinx een bijzonder fraaie kleu-
ren-smalfilm over zijn recente reis naar
het gebied tussen Indus en Ganges. De
film belicht op artistieke en boeiende wijze
de reisindrukken tussen Bombay en
Jodhpur opgedaan en geeft achtereenvol
gens afwisselende beelden van het volks
leven in de grote havenstad Bombay, van
waar de reis Noordwaarts gaat via Indore.
Bhopal en Sanchi. Merkwaardige volks
dansen te Indore besluiten het eerste deel,
terwijl ook de donkerkleurige stam der
Bhils wordt bezocht. Alvorens Rajputana
wordt bereikt, gaat de tocht eerst Oost
waarts naar Agra, de oude stad van ko
ning Akbar. De wereldberoemde klassieke
bouwwerken, zoals de Parelmoskee, het
graf van Itmah-ud-Daulah en het mauso
leum Taj-Mahal, dit kostbaar juweel van
Oosterse architectuur, verschijnen in al
hun verheven schoonheid op het doek.
Daarna wordt Rajputana getoond met zijn
roze hoofdstad Jaipur (slangenbezweer
ders), voorts Udaipur met zijn lustoorden.
Ook de berg Abu wordt beklommen met
zijn marmeren tempel der Jains. Ten
slotte verrijst de woestijnstad Jodhpur
voor ons oog en door een gelukkig toeval
wist de cineast hier een oud-Indisch prin
senhuwelijk met al zijn traditionele Oos
terse pracht te verfilmen.
In tegenstelling tot deze sprookiesach-
tige weelde heersen thans echter in bepaal
de streken van India diepe armoede en
hongersnood. Hier moet door ieder, die
nog iets kan missen, de helpende hand
geboden worden.
ADVERTENTIE
Honderden vrouwen heb ik geluk en rust
kunnen schenken door hen op tijd te leren
zich te soigneren. Ik dring dus ook bij u
er op aan van deze zelfde voor-delen te
profiteren.
Attention! De tijd is wreed, de ouderdom
verrast U en sluipt met wolfspassen nader
als een d'ief in de nacht en op een kwade
dag ontdekt U, dat hij de charme van Uw
gezicht gestolen heeft en dat er lijnen en
vouwen zijn ontstaan en de glans van uw
ogen is verdoft. Ik ken de budgetzoiyen
van vele vrouwen, maar goede huidver
zorging behoeft niet zo veel geld te kosten
Mij aanpassend aan de moeilijke tijden en
met het vaste voornemen bezield, iedere
vrouw in staat te stellen mijn beroemde
preparaten op de juiste manier te gebrui
ken, stel ik U in de gelegenheid een beauty
causerie bij te wonen, te houden door mijn
directrice voor Nederland, Marguerite
Carton.
Madame Carton vertelt U in een boeiende
voordracht wat iedere vrouw behoort te
weten over schoonheidisverzorging. Op een
meeslepende en suggestieve wijze bewijst
zij U dat het een denkfout is te menen
boven 40 jaar oud te zijn. Zij geeft U
waardevolle raad en antwoordt na de pauze
op alle vragen, die haar gesteld zullen
worden. Deze causerie, die belangrijker
voor U is dan welke modeshow ook, geef
U zelfvertrouwen en leert U, hoe zich
kunt vernieuwen en verjongen. Profiteert
van het grote voorrecht, ter plaatse een zo
talentvolle beautyspecialiste te kunnen
horen. Na de causerie is er gelegenheid
Madame Carton persoonlijk te consulteren
Deze causerie word't gehouden op Dinsdae
30 October a.s. in Hotel Lion d'Ór, Kruis
weg 34-36, Haarlem, tijdens de tea van
35 uur. Thé-complet f 2,Tijdige re
servering tel. 14585, Haarlem, wordt
dringend aanbevolen.
ADVERTENTIE
De Franse deskundige van
is in onze salon aanwezig voor
het geven van adviezen voor
zelfverzorging, make-up etc.
van Maandag 29 October tot en
met Zaterdag 3 November.
MAISON
Wagenweg 29 - Haarlem
Telefoon 20518
Na bijna vijfenveertig jaar in dienst te
zijn geweest bij de P.T.T. staakt de heer
P. de Jong op 1 November, wegens het
bereiken van de pensioengerechtigde leef
tijd, zijn werkzaamheden bij Tante Pos.
Op Woensdag 31 October zullen de direc
tie en het personeel dat met hem heeft
samengewerkt afscheid van hem nemen en
wel om 3 uur ten huize van de scheiden
de functionaris Garenkokerskade 18.
De heer De Jong begon zijn loopbaan bij
de P.T.T. als besteller te Bolsward op 1
December 1906. Sinds zes jaar is hij con
troleur bij de dienst luistervergunning te
Haarlem.
ADVERTENTIE
Dïr W N WOLTERINK
Bilderdijkstraat la HAARLEM
Tel (K 2500) 11928
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen. Eigen afhaaldienst
HAARLEM, 26 October 1951
GEHUWD: 26 Oct., A. G. P. Vos en G. van
Petten; I. L. Risseeuw en G. J. Böning.
BEVALLEN van een zoon: 24 Oct., C. van
Zanten—Beilschmidt; M. de Wit—Heilig; 25
Oct., H. AldersVader; J. W. M. Buschman
van den Asdonk; H. CasteleijnWarns; E.
M. Heijdenrijk—Buter; A. C. van Dijk—
Elfering; A. VrenegoorTervoort; 26 Oct.,
J. T. Veeninga—Verbruggen.
BEVALLEN van een dochter: 25 Oct., J.
M. EngelsmanLabrujére; J. M. van Vier-
senvan den Aardweg; A. H. Schoonebcek
Lefeber; 26 Oct., E. Meijerde Berg; W.
C. Luttikvan Dam.
OVERLEDEN: 25 Oct., J. van der Beek,
73 j., Schoterbosstraat; A. H. Blansert, 86 j.,
Kastanjestraat; C. W. Quelle—Oranje, 60 j.,
Stationsplein.
46)
Dat doktersplaatje op mijn auto heeft het
'm gedaan. Jouw gok, dat ze iemand nodig
zouden hebben voor Burgess was heel goed
gezien. Toen ik een auto zag naderen, ben
ik uitgestapt en heb ze aangehouden. Pui-
linger reed en Burns zat naast hem. Eerst
deden ze nogal vijandig, maar toen ont
dekten ze het doktersplaatje. Ik legde uit
dat mijn wagen het niet meer deed en dat
ik niet wist waar ik ergens was. Burns
maakte de ontsteking., waar ik aan had
geknoeid, weer in orde. Daarna fluisterden
ze even. Ik vroeg of ze me een kaart kon
den lenen. Daarmee was hun aarzeling
overwonnen. Dat begrijp ik wel, want dat
betekende, dat ik niet wist waar ik was
en dus later ook niet kon vertellen, waar
ik hun patiënt had behandeld."
Brannigan grinnikte.
„Je bent een gehaaide, Victor. Ga nu je
gezicht weer in elkaar laten zetten. Ik
zie je weer bij het begin van de laan of
laat daar een boodschap achter."
Ze liepen naar de auto's en Taske wilde
net instappen, toen in de verte een auto
aankwam.
„Wie kan dat zijn? Ik had gezegd, dat
er geen wagens door mochten?" De auto
kwam aanstuiven, remde gierend bij de
groep politie-auto's, de deur ging open en
een man schoot er meer uit dan dat hij
uitstapte.
„Gelukkig, Mary, dat je weer terecht
bent!", riep Miles Kent.
HOOFDSTUK XXIII.
„Hoe komt u hier zo verzeild, mijnheer
Kent?", vroeg Mary. Ze verwonderde zich
nergens meer over.
„Ik was bij je ouders, toen de politie
opbelde, dat je gevonden was. Zij vroegen
me dringend, je onmiddellijk naar huis te
halen. Een politie-agent hield me tegen
bij het begin van de weg, maar liet me
door toen ik vertelde wie ik was. Ik breng
je nu onmiddellijk naar huis."
„Juffrouw Waring blijft hier!", kwam
Brannigan tussenbeide op een toon die
geen tegenspraak duldde.
„Waarom? Als haar ouders haar toch
zeggen, naar huis te komen....".
„Ik blijf hier, mijnheer Kent. Ik wil
het eind van deze zaak meemaken."
„Dat vind ik dwaas en onverantwoor
delijk."
„U kunt blijven, om over de veiligheid
van juffrouw Waring te waken, als u daar
zin in hebt", stelde Brannigan vast. „Ver
der is mijnheer Brooke er ook nog om
haar te beschermen".
Kent draaide zich verwonderd om en
keek Jeremy aan, die vlak bij Mary stond.
„Mijnheer Brooke! Waarom is die niet
gearresteerd, mijnheer Brannigan? Het lijkt
me nu niet bepaald de juiste persoon om
juffrouw Waring te beschermen, als u mij
vraagt. Haar ouders zouden er beslist
sterk tegen zijn. Ik acht het mijn plicht".
„Wanneer u zich zo gedraagt, moet ik
u bevelen te vertrekken, mijnheer Kent",
interrumpeerde Brannigan krachtig. „U
bent hier alleen dank zij onze welwil
lendheid. Gedraag u fatsoenlijk. Er kan
juffrouw Waring niets overkomen met
deze politiebescherming".
Kent trok zich mokkend op de achter
grond terug.
De stilte keerde weer terug, toen de
wagen met Burgess en Taske vertrokken
was. Geen geluid verstoorde de nacht,
maar men wist, dat de klopjacht op de
bendeleden onverminderd voortging.
Enige tijd later kwam een legerauto
aangereden. Een kapitein stapte uit. De
soldaten achterin de auto bleven zitten.
„Ik heb achterin voldoende wapens en
munitie, hoofdinspecteur", verklaarde de
kapitein. U moet een behoorlijke veldslag
verwachten, aan het materiaal te zien, dat
u hebt laten aanrukken."
„Ik hoop, dat we het niet nodig zullen
hebben. Maar als ze willen vechten, in
plaats van zich overgeven, zullen wé meer
nodig hebben dan revolvers. En dat andere
waar ik u om gevraagd heb?"
„Is er ook".
„Prima".
Brannigan belaste zich met het uitde
len van wapens en munitie, nadat Mary
en haar „beschermers" opdracht hadden
gekregen op hem te wachten. Brannigan
kwam pas om ongeveer drie uur terug. Hij
scheen in een uitstékend humeur te zijn.
„Ze zitten er in. Zelfs geen muis zou
ongemerkt weg kunnen komen. Minstens
zes man zit er nu in de boerderij. Ik ge
loof, dat we er het verstandigste aan doen,
eerst een paar uur te gaan slapen".
Mary viel vrijwel onmiddellijk nadat ze
in de politieauto zat, in slaap
In het dorp was er een kamer voor haar
in gereedheid gebracht. Een agent werd
voor de deur van het huisje geposteerd.
De mannen gingen naar het politiebureau.
Mary had het gevoel, dat ze pas een
paar minuten rust had genoten toen ze
wakker werd geschud. „Tijd om op te
staan. Ik heb een kopje thee voor u klaar
gemaakt."
Gapende liep ze een half uurtje later de
straat op, waar het een drukte van belang
was in helder daglicht. Politieauto's wer
den geladen, mensen liepen heen en weer,
hier en daar vertrokken anderen naar het
toneel van de ontknoping. Ochtendmist
lag nog over de weilanden. Enkele vroege
dorpelingen keken verbaasd en nieuwsgie
rig naar deze ongebruikelijke activiteit.
Brannigan was er op gebrand, snel te
vertrekken. „Allemaal klaar? Ik ga voor
op."
Het was voor het eerst, dat Mary de
omgeving bij daglicht zag. Ze wist nu,
dat dit niet ver was van haar eigen huis,
maar ze besefte ook, dat dit inderdaad
een heel eenzame streek was, die weinig
aantrekkelijks bood voor een bezoek. De
keuze van de bende om hier een schuil
plaats te vestigen was uitstekend. Zelfs
zij was nooit in deze buurt geweest.
Braanigan hield stil op een stuk weg,
waar de auto's in de berm gereden kon
den worden en beschut stonden. Hij wacht
te tot alle voertuigen geparkeerd stonden
en de mensen zich verzameld hadden.
„We gaan met een omweg naar de boer
derij
Hij onderbrak zijn verhaal abrupt toen
hij opnieuw een auto hoorde aankomen.
„Wie kan dat nou weer zijn?"
Even later begroette hij lachend iemand
met een hoofd dat zwaar in verband zat.
„Mooi op tijd, Victor, ik dacht wel dat
jij het zou halen".
Taske grijnsde. „Ze wilden me in het
ziekenhuis niet laten gaan. De krammen
doen wel gemeen pijn en ik wou eigenlijk
ook wel wat slaap hebben, maar ik wou
dit toch niet missen.,..".
De detective ging het gezelschap voor
tezamen met de kapitein en Taske. M.ary
liep achter in de colonne. Gelukkig bleken
haar metgezellen niet erg spraakzaam. Ze
doorkruisten weilanden, klommen over
hekken en gingen door heggen en Mary
begon zich af te vragen of Brannigan de
weg niet kwijt was geraakt, toen hij bevel
gaf om halt te houden. Hij liep naar een
agent, die met een geweer in de aanslag
achter een heg op post lag.
„Al enige beweging te zien?"
„Nog niets, mijnheer. Ze hebben zelfs
geen licht gemaakt."
„H'm".
Brannigan nam het toneel in zich op.
Hij had van daar uit een goede kijk op
de boerderij, een stevig gebouw dat zo op
het oog tegen een behoorlijk stootje kon,
Deze heg was de dichtstbij zijnde dekking.
Een tijdlang bestudeerde Brannigan het
huis en de omgeving. De zon was opge
komen en de verwarmende stralen verdre
ven de klamme ochtendkoude, die allen
had doen rillen.
Brannigan besloot, tot handelen over te
gaan. Hij kroop langs de heg tot hij het
punt bereikt had, dat het dichtst bij he?
huis lag. Daar zette hij de handen aan de
mond.
„Burns!", riep hij.
Langzaam verstierven de echo's.
„Hoor je me?"
Steeds geen teken van leven in het huis.
Brannigan sloeg de vensters weer gade
door zijn kijker.
„Je hebt geen enkele kans meer, Burns",
dreunde Brannigan verder met een stem,
die een halve mij] verder nog te horen
moest zijn. (Wordt vervolgd).