Fa B.A.CASSEE& Zonen STIENS Firma A. v. d. BOGAARD -Clowntje Rick Een hand uit het verleden Discussiedag in Teylers Museum over muziek en dienende wetenschap Zeiss-Punktal Kalenders 1952 Boekhandel VEKO Besteldienst A„B.C. Henriëtte Faure voerde met H.O.V. krachtig pleidooi voor Saint-Saèns Amerikaanse studenten zijn vrijer in de keuze van hun studie ZATERDAG 27 OCTOBER 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 4 BRILLEGLAZEN in Uw bril OPTICIEN Gierstraat 27 Brits moest liet ontgelden RADIO's - Philips - Erres - Waldorp Voor goed vervoer Voor Wollen Dekens en Plaids Maar zij spreken minder talen dan de Nederlandse Voor de kinderen Filmavond „Hulpactie India «=^2<5Y\o?tc) De heer P. de Jong verlaat de P.T.T. Verkooplokaal NOTARISHUIS MEUBILAIRVEILING 6/7 NOV. 1951 Burgerlijke stand van Haarlem FEUILLETON door Andrew Mackenzie (Uit het Engels vertaald) De muziek openbaart zich door tonen, die door rhythmische, melodische en har monische wetten geordend zijn. In die or dening laat zich eveneens de wet der sterkteschakeringen ter dege gelden. Tonen zijn natuurkundige verschijnselen en het is begrijpelijk dat de natuurkundige bij het bestuderen van de verschijnselen der mate rie Ook de toon in zijn onderzoekingen is gaan betrekken. Twee groepen van perso nen zijn dus in innig contact met de muziek komen te staan: de toonkunstenaars en de natuurkundigen. De eerste groep beschouwt hoofdzakelijk de muziek als kunstuiting, de andere groep richt zijn aandacht voorname lijk op het materiaal van de muziek: de klank, meer in het bijzonder de toon. Twee beschouwingen staan op dit gebied naast elkaar, niet zelden tegenover elkaar: een psychische en een physische beschouwing. De toonkunstenaar kan met recht bewe ren: in de natuur vindt niemand zo maar muziek, want die is een product van de menselijke geest. Maar de natuurkundige kan aanvoeren: zonder tonen kan een toon kunstenaar niets beginnen. En vooral als het er om gaat instrumenten te stemmen, kan de musicus van onze tijd de physicus niet missen. Inderdaad: beide groepen heb ben elkaar nodig. Ook in vroeger eeuwen hebben de toonkunstenaars van natuur kundige ontdekkingen geprofiteerd. Door de zogenaamde gelijkzwevende tempera tuur in de stemming der orgels, clavecim- bels en piano's werd het mogelijk op deze instrumenten modulerende muziek te spe len, wat voorheen door de ongelijkzweven- de stemming niet kon gebeuren. Toonkun stenaars en natuurkundigen dienen een zuiver begrip van eikaars bevindingen te krijgen. Met dit doel werd gisteren door de te Delft gevestigde Geluidsstichting een discussiedag over „Muziek en dienende wetenschap" gehouden in de aula van Tey lers Museum te Haarlem. De voorzitter der stichting, ir. R. Ver meulen, kon door ziekte niet aanwezig zijn om de talrijke deelnemers, waaronder vele vooraanstaande figuren uit het Nederlandse muziekleven, te verwelkomen. Prof. dr. A. D. Fokker deed dit in zijn plaats en gaf allereerst het woord aan dr. ir. J. J. Geluk, werkzaam in het laboratorium van de tech nische dienst van de Nederlandse Radio- Unie, die sprak over moderne toestellen voor de stemtoon en hun gebruik. Betere evenredige stemming Voor de stemming van orkesten bijvoor beeld is het noodzakelijk een betrouwbare stemtoon te hebben. Men neemt hiervoor de a van 440 trillingen per seconde, zoals werd overeengekomen te Londen in 1939. Voor het aangeven van die toon kan men zich beroepen op het volstrekte toon- geheugen. Dit noemt men ook wel het ab solute gehoor. De fout, die dit gehoor kan maken, ligt bij zes trillingen per seconde. Verder kan men zich richten op het be perkte geheugen, waardoor de fout terug gebracht wordt op twee a drie trillingen En tenslotte op de directe vergelijking, waarvoor een apparaat beschikbaar moet zijn. De fout behoeft dan slechts 0.05 tril ling per seconde te worden. Bij dit toestel, dat bij de omroep in gebruik is, heeft men gezorgd dat bij de grondtoon een aantal zogenaamde boventonen gevoegd is. Hier door wordt het psychische verschijnsel vrijwel onderdrukt, dat een grondtoon bij versterking hoger klinkt. De subjectief waargenomen toonhoogte, de „pitch", is vaak verraderlijk voor een juiste stemming. Door middel van kathodestraal-buizen liet de heer Geluk de aanwezigen zien wat zij hoorden. Na deze voordracht hield prof. Fokker een verhandeling over de problemen bij de keuze van een betere evenredige stemming. Gioseffo Zarlino (1517-1590) bepaalde hoe de grote tertstoonladder gebouwd moest worden en gaf een voorschrift om de toet- sen-instrumenten te stemmen. Maar een bevredigeiïd zuivere stemming voor alle toonaarden was het niet. Er kwamen wan klanken voor die men „wolven" noemde. Christiaan Huygens ontdekte, dat men door de verdeling van het octaaf in 31 toonaf standen de wolven kon vermijden. Hierbij worden de fundamentele intervallen zo goed mogelijk gevormd. Bij deze interval len: het octaaf, de kwint en de grote terts. ADVERTENTIE het beste behoort sinds de muziek van Béla Bartok ook de consonante septiem. Het klavier van het orgel in Teylers Museum is geconstrueerd volgens deze stemming en hierop speelde de organist Paul Chr. van Westering de Echo-fantasie van Sweelinck, waarbij de zuivere tertsen als een weldaad voor het oor klonken. Ook voerde de organist zes Inventies van eigen hand uit, bij welke muziek rekening is ge houden met de eigen aard van het instru ment en die van zeer belangrijk gehalte is geworden. Scherpe meningsverschillen In de middagzitting sprak Jan van Dijk, leraar aan het Conservatorium van Toon kunst te Rotterdam, over de mogelijkheden bij het componeren in evenredige stemmin gen. Schönberg componeerde op grond van toonpatronen. Dit was verstandelijk, cere braal werken. Volgens de heer Van Dijk vormt het cerebrale componeren een mo gelijkheid om te geraken tot intuïtieve ge richtheid, zodat het leidt tot het open staan voor inspiratie. Het 31-toonssysteem, als basis voor het componeren, heeft als ge volg dat het oor bij de uitvoering van muziek veel minder vermoeidheidsspanning ondervindt bij het aanvaarden van de samenklanken als zuivere accoorden. Door middel van reproductie met magnetisch lint werden enkele composities van de heer Van Dijk ten gehore gebracht. Bij de discussies bleken de meningen nogal eens scherp tegenover elkaar te staan. Maar dit nam niet weg, dat deze dag van veel betekenis is geworden. De Geluids stichting dient het niet bij deze énkele dag te laten, maar hij trachte een volgende te beleggen, waarop de problemen in kleiner afmeting, maar scherper omlijnd gesteld moeten worden om allerlei zijwegen te ver mijden. P. ZWAANSWIJK. ADVERTENTIE voor Uw vrienden overzee moeten NU verzonden worden. Wij hebben een fraaie sortering, en zorgen voor solide verpakking. ZIJLSTRAAT 98 TELEFOON 11706 2de huis vanaf 't Stadhuis. In de Spiegelstraat te Haarlem zag de 42-jarige Haarlemmer H. K. de zaken Vrijdagmiddag anders dan normaal. Zin gend trok hij langs de huizen met een gi- chelende kinderschaar in zijn voetspoor. Openbare dronkenschap geeft echter aan leiding tot maatregelen, die ook in dit ge val niet uitbleven. Zijn vrolijkheid veran derde nochtans in kwaadaardigheid toen hij werd opgesloten in het politie-post- huis Oost, waar de gedachte aan water en brood inplaats van geestrijker vocht en een zoutje zijn gemoederen ongetwijfeld tot een explosief peil verhitte, want de brits in de cel moest het ontgelden. Er werd wederom een proces-verbaal opge maakt, nu wegens opzettelijke vernieling. NACHTDIENST APOTHEKEN Bos en Vaart-apotheek, Bos en Vaartstraat 26, telefoon 13290. Apotheek voorheen Florijn, Grote Hout straat 78, telefoon 10500. H. Remmers en Zoon, Kruisstraat 6, tele foon 10354. Noorder-Apotheek, Jan Gijzenkade 181, telefoon 23821. ADVERTENTIE Floresstraat 15 - Tel. 16548 - Haarlem Betaling in overleg. ADVERTENTIE van kleine en grote zendingen neemt U alleen: BARREVOETESTRAAT 2 HAARLEM TEL. 18428, NA 6 UUR 14810 - 14155 De Franse pianiste Henriëtte Faure was soliste op het door Toon Verhey gediri geerde Vrijdagavondconcert van de H.O.V. Deze medewerking bezorgde ons de verras sing kennis te mogen maken met het Vijfde Pianoconcert van Saint-Saëns, dat tot het verwaarloosde deel van zijn muzikaal oeuvre behoort. Nu wij het gehoord hebben vragen wij ons af, waarom juist dit werk er bij het publiek, of wellicht beter gezegd bij de concertpianisten, niet ingegaan is. Men zou kunnen vermoeden dat de tame lijk losse vorm, die op bepaalde momenten zelfs grillig mag heten, oorzaak geweest is dat het werd afgewezen. Maar in 1896, toen het ontstond, had men op dat punt toch al heel wat aanvaard en was men al heel wat gewend geraakt aan dingen, die buiten het gebaande spoor liepen. Maar hoe dan ook, het Vijfde bleef een stiefkind, doch een dat de tijd verbeiden kon tot men het zou ontdekken en als vol waardig erkennen in al zijn ongewoonheid en, laat ik er gerust bijvoegen, zijn eigen gereidheid. Saint-Saëns heeft in dit Con cert zijn fantasie de vrije teugel gelaten. Dat is vooral het geval in het middendeel, waarin exotische motieven de hoofdtoon voeren, maar dan doorspekt met aller hande, soms zeer capricieuze neven-ele menten, wat het geheel een rhapsodisch cachet geeft. In de finale domineert het virtuoze element, doch eer als middel dan als doel; het wekt dan ook geen leeg ge voel van ijdele schittering, maar werkt als een positieve kracht om tot evenwicht te komen na al de omzwervingen in het mooie maar wankele rijk der fantasie. Henriëtte Faure dapper bijgestaan door Verhey en zijn orkest hield een stevig pleidooi voor het werk. Men mocht zich wel eens afvragen waar deze dame een kindvrouwtje om zo te zien de kracht vandaan haalde, waarmee zij de vleugel bewerkte in de climaxen en in zo wat geheel het forse slotdeel. Met dat al was de interpretatie technisch sterk doch ook raak beeldend en kleurend, waar de fantasie een grillige vlucht nam of in een bezonken moment aan poëtiseren sloeg. De avond was begonnen met de tweede Arlésiennesuite van Bizet, een beetje trek kerig gespeeld, behalve in het slotdeel, de Farandole, die bijzonder opgewekt klonk. Het tweede deel van het concert was ge wijd aan de Tweede van Beethoven, dat juweeltje uit het negental, waarin de com ponist niet zonder humor afscheid neemt van de delicate sfeer van een aristocratisch classicisme. Zijn volgende symphonie zou een revolutionnaire zijn. Eigenaardig ech ter, en voor ons haast onbegrijpelijk, is het dat Beethovens tijdgenoten de muzikale omwenteling al proefden uit die Tweede. Als we de eerste critieken over dit werk nalezen, ervaren wij dat de meeste beoor delaars de componist voor weinig minder dan een warhoofd hielden. Maar och, dat is niet zo vreemd als het nu wel schijnt, want jaren te voren had men ook Mozart voor dissonanten jager versleten. Zo is het altijd geweest wanneer een persoonlijke noot in het werk van een kunstenaar door klinkt en het zal altijd wel zo blijven. De tijd is de eerlijke bondgenoot van alle waardevolle kunst. De uitvoering, vooral die van de drie snelle delen, was bijzonder fraai van klank en geestig van uitdrukking. Waarlijk een coquette Beethoven! JOS. DE KLERK ZIJLSTRAAT 83 - SINDS 1892 „Terwijl onze universiteiten zijn als trotse kastelen, scherp afgetekend tegen het land schap, kan men de Amerikaanse universi teiten vergelijken met grote industrieste den, die zich met hun voorsteden in de om geving uitstrekken," aldus prof. dr. Th. J. G. Locher tijdens een vergadering te Leiden van „De Halve Maen", een gezelschap voor Nederlandse studenten, die in Amerika ge studeerd hebben. Op verzoek van dit gezel schap vertelde prof. Loclier over zijn erva ringen als gastprofessor aan de University of Michigan. In Leiden is prof. Locher be kend om zijn repliek op het artikel „What drove me crazy in Europe", waarin een professor van Harvard, Perry Miller, die een jaar de gast van de Leidse Universiteit was, het Europese hoger onderwijs in zeer scherpe bewoordingen aanviel. Er bestaat een neiging in de V. S. om alles aan de grootte van het land aan te passen; ook aan de universiteiten is deze neiging merkbaar. De universiteiten zijn er niet alleen groter, zij zijn ook uitgebreider. Met hun wijde vertakkingen dekken zij alle aspecten van het hoger onderwijs. Naar verhouding zijn er ook meer studenten. De Amerikaanse student is veel vrijer in de keuze van zijn studievakken, maar als hij deze keuze eenmaal gemaakt heeft, is hij gebonden aan een strenge discipline, die hem geregeld aan examens onderwerpt en zijn aanwezigheid op colleges eist. Het is dus een schools systeem in vergelijking met het onze. In Nederland beslist de stu dent zelf hoe hij zijn studie zal inrichten. De Amerikaanse student doet vaak aan een schooljongen denken. Het Amerikaanse stelsel heeft grote voordelen en al zou het hier niet in dezelfde vorm ingevoerd kun nen worden, bij velen bestaat volgens prof. Locher de behoefte, om wat meer toezicht bij het werk te hebben. Een belangrijke tekortkoming van het Amerikaanse hoger onderwijs is het onvol doende doceren van vreemde talen. Nu Amerika een belangrijke rol is gaan spelen in de wereldgeschiedenis, dienen de Ame rikanen terdege op de hoogte te zijn van de geschiedenis van andere landen en de mentaliteit van hun inwoners. Zonder talenkennis kan zulks echter niet bereikt worden. De geografische ligging van de V. S. en het feit dat Engels de wereldtaal is zijn hier ongunstige omstandigheden. Voorts oordeelde prof. Locher het van groot belang dat het hoger onderwijs op een grondige basis rust. Hij zag in de vrij heid van de Amerikaanse student ten aan zien van zijn studiekeuze de oorzaak, dat het Amerikaanse stelsel tot „aanzienlijke hiaten" leidt. Als de Amerikanen ons het gebrek aan „algemeen burger-onderwijs" verwijt, ver geet hij hierbij het uitstekende, grondige onderwijs aan onze middelbare scholen, die het kunnen opnemen tegen de Amerikaanse colleges: De economische toestand dwingt hier tot specialisatie na het eindexamen; wij kunnen ons niet, zoals de Amerikanen, de weelde veroorloven om daarna nog door te gaan met algemene ontwikkelnig. Het gevaar van eenzijdigheid wordt tegenwoor dig hier bestreden met het zogenaamde „Studium Generale": voor alle studenten toegankelijke colleges over onderwerpen van algemene aard. Prof. Locher verklaarde zich niet te wil len voegen bij diegenen, die vaak op grond van hetgeen zij van anderen horen, het Amerikaanse onderwijs als „inférieur" be stempelen. „Het is eenvoudig anders dan het onze", zei hij. Hij vroeg zich af of het mogelijk zou zijn om door het overnemen van eikaars goede elementen, het eigen systeem te verbeteren. Het onderwijs is „Ik had het erg goed aan boord van het schip", vertelde Pilon verder. „Ik kreeg genoeg te eten en te driyiken en terwijl ik aan tafel zat, kwamen de matrozen bij me zitten. Ik moest ze vertellen, hoe alles was gebeurd, en ze waren heel verbaasd over die wonderlijke gebeurtenissen. Het waren aardige kerels, die matrozen! Ze sloten direct vriendschap met me, dat vond ik prettig." „Aardig van die matrozen, hè?", vond Bunkie. „Ja, zeker!" „Nou, de hele dag had ik het druk met de mannen op het schip, die steeds maar meer wilden weten van het land, waar ik vandaan kwamMaar 'savonds was ik wel erg moe en ik had slaap. Het was dan ook een vreemde en vermoeiende dag geweest! Toen werd er voor mij een hangmat opgehangen tussen die van de matrozen en ik kon gaan slapen." „Hoe beviel je dat, Pilon, slapen in een hangmat?", vroeg Oepoetie. „Weleerst was het wat vreemd omdat dat ding zo schommelde en zo anders was dan een bed! Maar toch vond ik het wel prettig; en je kunt geloven, dat ik die nacht heerlijk heb geslapen!" echter meer dan welke andere instelling van de maatschappij ook aan traditie ge bonden en de vormen exwan zijn moeilijk te veranderen. Als voorbeeld noemde spre ker de nieuwe hoger onderwijs-wet, waar aan men ten departemente nu reeds meer dan veertig jaar zwoegt. „Wij willen geen verstening, wij willen verbeteringen. Het zou beter kunnen zijn, als wij leerden van de resultaten van de uitwisselingen", zo besloot prof. Locher zijn voordracht. De Hoofdwacht op de Grote Markt te Groningen is in April 1945 bij de bevrij ding van de stad grotendeels verwoest. Binnenkort zal het gebouwtje, dat tegen de Martinitoren is aangebouwd, geheel worden gerestaureerd. De Hoofdwacht is in laatgothische stijl in Noordduitse trant gebouwd en is van later datum dan de Martinitoren. In de aula van het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam is gisteren door de Nederlandse Jeugdgemeenschap, in samenwerking met genoemd instituut, een popaganda-filmavond ten bate van de „Hulpactie India" gehouden, die zich in een zeer grote belangstelling verheugen mocht. De algemeen secretaris van de N. J. G. de heer J. Peters gaf een overzicht van de resultaten die de door deze jeugd organisatie op touw gezette „Hulpactie hongerend India" tot nu toe boekte: 'er is in totaal nu ruim f 125.000 ingezameld voor welk bedrag reeds twee scheeps ladingen voedsel en medicamenten naar de hongergebieden in het verre werelddeel verzonden werden. Een derde zending gaat op 10 November scheep en een vierde voedselschip zal begin December de actie sluiten. Om dit mogelijk te maken zijn driehonderd plaatselijke comités maanden lang in touw geweest en ook de jeugd zelf heeft bergen werk verzet. De laatste phase van de actie is nu ingegaan en spreker twijfelt er niet aan dat de Nederlandse bevolking, zelf het hongerspook uit de laatste oorlogswinter nog duidelijk voor ogen zwevend, al haar medewerking zal geven om ook deze laatste phase te doen slagen. Hierna vertoonde de bekende cineast mr. A. Hustinx een bijzonder fraaie kleu- ren-smalfilm over zijn recente reis naar het gebied tussen Indus en Ganges. De film belicht op artistieke en boeiende wijze de reisindrukken tussen Bombay en Jodhpur opgedaan en geeft achtereenvol gens afwisselende beelden van het volks leven in de grote havenstad Bombay, van waar de reis Noordwaarts gaat via Indore. Bhopal en Sanchi. Merkwaardige volks dansen te Indore besluiten het eerste deel, terwijl ook de donkerkleurige stam der Bhils wordt bezocht. Alvorens Rajputana wordt bereikt, gaat de tocht eerst Oost waarts naar Agra, de oude stad van ko ning Akbar. De wereldberoemde klassieke bouwwerken, zoals de Parelmoskee, het graf van Itmah-ud-Daulah en het mauso leum Taj-Mahal, dit kostbaar juweel van Oosterse architectuur, verschijnen in al hun verheven schoonheid op het doek. Daarna wordt Rajputana getoond met zijn roze hoofdstad Jaipur (slangenbezweer ders), voorts Udaipur met zijn lustoorden. Ook de berg Abu wordt beklommen met zijn marmeren tempel der Jains. Ten slotte verrijst de woestijnstad Jodhpur voor ons oog en door een gelukkig toeval wist de cineast hier een oud-Indisch prin senhuwelijk met al zijn traditionele Oos terse pracht te verfilmen. In tegenstelling tot deze sprookiesach- tige weelde heersen thans echter in bepaal de streken van India diepe armoede en hongersnood. Hier moet door ieder, die nog iets kan missen, de helpende hand geboden worden. ADVERTENTIE Honderden vrouwen heb ik geluk en rust kunnen schenken door hen op tijd te leren zich te soigneren. Ik dring dus ook bij u er op aan van deze zelfde voor-delen te profiteren. Attention! De tijd is wreed, de ouderdom verrast U en sluipt met wolfspassen nader als een d'ief in de nacht en op een kwade dag ontdekt U, dat hij de charme van Uw gezicht gestolen heeft en dat er lijnen en vouwen zijn ontstaan en de glans van uw ogen is verdoft. Ik ken de budgetzoiyen van vele vrouwen, maar goede huidver zorging behoeft niet zo veel geld te kosten Mij aanpassend aan de moeilijke tijden en met het vaste voornemen bezield, iedere vrouw in staat te stellen mijn beroemde preparaten op de juiste manier te gebrui ken, stel ik U in de gelegenheid een beauty causerie bij te wonen, te houden door mijn directrice voor Nederland, Marguerite Carton. Madame Carton vertelt U in een boeiende voordracht wat iedere vrouw behoort te weten over schoonheidisverzorging. Op een meeslepende en suggestieve wijze bewijst zij U dat het een denkfout is te menen boven 40 jaar oud te zijn. Zij geeft U waardevolle raad en antwoordt na de pauze op alle vragen, die haar gesteld zullen worden. Deze causerie, die belangrijker voor U is dan welke modeshow ook, geef U zelfvertrouwen en leert U, hoe zich kunt vernieuwen en verjongen. Profiteert van het grote voorrecht, ter plaatse een zo talentvolle beautyspecialiste te kunnen horen. Na de causerie is er gelegenheid Madame Carton persoonlijk te consulteren Deze causerie word't gehouden op Dinsdae 30 October a.s. in Hotel Lion d'Ór, Kruis weg 34-36, Haarlem, tijdens de tea van 35 uur. Thé-complet f 2,Tijdige re servering tel. 14585, Haarlem, wordt dringend aanbevolen. ADVERTENTIE De Franse deskundige van is in onze salon aanwezig voor het geven van adviezen voor zelfverzorging, make-up etc. van Maandag 29 October tot en met Zaterdag 3 November. MAISON Wagenweg 29 - Haarlem Telefoon 20518 Na bijna vijfenveertig jaar in dienst te zijn geweest bij de P.T.T. staakt de heer P. de Jong op 1 November, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leef tijd, zijn werkzaamheden bij Tante Pos. Op Woensdag 31 October zullen de direc tie en het personeel dat met hem heeft samengewerkt afscheid van hem nemen en wel om 3 uur ten huize van de scheiden de functionaris Garenkokerskade 18. De heer De Jong begon zijn loopbaan bij de P.T.T. als besteller te Bolsward op 1 December 1906. Sinds zes jaar is hij con troleur bij de dienst luistervergunning te Haarlem. ADVERTENTIE Dïr W N WOLTERINK Bilderdijkstraat la HAARLEM Tel (K 2500) 11928 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst HAARLEM, 26 October 1951 GEHUWD: 26 Oct., A. G. P. Vos en G. van Petten; I. L. Risseeuw en G. J. Böning. BEVALLEN van een zoon: 24 Oct., C. van Zanten—Beilschmidt; M. de Wit—Heilig; 25 Oct., H. AldersVader; J. W. M. Buschman van den Asdonk; H. CasteleijnWarns; E. M. Heijdenrijk—Buter; A. C. van Dijk— Elfering; A. VrenegoorTervoort; 26 Oct., J. T. Veeninga—Verbruggen. BEVALLEN van een dochter: 25 Oct., J. M. EngelsmanLabrujére; J. M. van Vier- senvan den Aardweg; A. H. Schoonebcek Lefeber; 26 Oct., E. Meijerde Berg; W. C. Luttikvan Dam. OVERLEDEN: 25 Oct., J. van der Beek, 73 j., Schoterbosstraat; A. H. Blansert, 86 j., Kastanjestraat; C. W. Quelle—Oranje, 60 j., Stationsplein. 46) Dat doktersplaatje op mijn auto heeft het 'm gedaan. Jouw gok, dat ze iemand nodig zouden hebben voor Burgess was heel goed gezien. Toen ik een auto zag naderen, ben ik uitgestapt en heb ze aangehouden. Pui- linger reed en Burns zat naast hem. Eerst deden ze nogal vijandig, maar toen ont dekten ze het doktersplaatje. Ik legde uit dat mijn wagen het niet meer deed en dat ik niet wist waar ik ergens was. Burns maakte de ontsteking., waar ik aan had geknoeid, weer in orde. Daarna fluisterden ze even. Ik vroeg of ze me een kaart kon den lenen. Daarmee was hun aarzeling overwonnen. Dat begrijp ik wel, want dat betekende, dat ik niet wist waar ik was en dus later ook niet kon vertellen, waar ik hun patiënt had behandeld." Brannigan grinnikte. „Je bent een gehaaide, Victor. Ga nu je gezicht weer in elkaar laten zetten. Ik zie je weer bij het begin van de laan of laat daar een boodschap achter." Ze liepen naar de auto's en Taske wilde net instappen, toen in de verte een auto aankwam. „Wie kan dat zijn? Ik had gezegd, dat er geen wagens door mochten?" De auto kwam aanstuiven, remde gierend bij de groep politie-auto's, de deur ging open en een man schoot er meer uit dan dat hij uitstapte. „Gelukkig, Mary, dat je weer terecht bent!", riep Miles Kent. HOOFDSTUK XXIII. „Hoe komt u hier zo verzeild, mijnheer Kent?", vroeg Mary. Ze verwonderde zich nergens meer over. „Ik was bij je ouders, toen de politie opbelde, dat je gevonden was. Zij vroegen me dringend, je onmiddellijk naar huis te halen. Een politie-agent hield me tegen bij het begin van de weg, maar liet me door toen ik vertelde wie ik was. Ik breng je nu onmiddellijk naar huis." „Juffrouw Waring blijft hier!", kwam Brannigan tussenbeide op een toon die geen tegenspraak duldde. „Waarom? Als haar ouders haar toch zeggen, naar huis te komen....". „Ik blijf hier, mijnheer Kent. Ik wil het eind van deze zaak meemaken." „Dat vind ik dwaas en onverantwoor delijk." „U kunt blijven, om over de veiligheid van juffrouw Waring te waken, als u daar zin in hebt", stelde Brannigan vast. „Ver der is mijnheer Brooke er ook nog om haar te beschermen". Kent draaide zich verwonderd om en keek Jeremy aan, die vlak bij Mary stond. „Mijnheer Brooke! Waarom is die niet gearresteerd, mijnheer Brannigan? Het lijkt me nu niet bepaald de juiste persoon om juffrouw Waring te beschermen, als u mij vraagt. Haar ouders zouden er beslist sterk tegen zijn. Ik acht het mijn plicht". „Wanneer u zich zo gedraagt, moet ik u bevelen te vertrekken, mijnheer Kent", interrumpeerde Brannigan krachtig. „U bent hier alleen dank zij onze welwil lendheid. Gedraag u fatsoenlijk. Er kan juffrouw Waring niets overkomen met deze politiebescherming". Kent trok zich mokkend op de achter grond terug. De stilte keerde weer terug, toen de wagen met Burgess en Taske vertrokken was. Geen geluid verstoorde de nacht, maar men wist, dat de klopjacht op de bendeleden onverminderd voortging. Enige tijd later kwam een legerauto aangereden. Een kapitein stapte uit. De soldaten achterin de auto bleven zitten. „Ik heb achterin voldoende wapens en munitie, hoofdinspecteur", verklaarde de kapitein. U moet een behoorlijke veldslag verwachten, aan het materiaal te zien, dat u hebt laten aanrukken." „Ik hoop, dat we het niet nodig zullen hebben. Maar als ze willen vechten, in plaats van zich overgeven, zullen wé meer nodig hebben dan revolvers. En dat andere waar ik u om gevraagd heb?" „Is er ook". „Prima". Brannigan belaste zich met het uitde len van wapens en munitie, nadat Mary en haar „beschermers" opdracht hadden gekregen op hem te wachten. Brannigan kwam pas om ongeveer drie uur terug. Hij scheen in een uitstékend humeur te zijn. „Ze zitten er in. Zelfs geen muis zou ongemerkt weg kunnen komen. Minstens zes man zit er nu in de boerderij. Ik ge loof, dat we er het verstandigste aan doen, eerst een paar uur te gaan slapen". Mary viel vrijwel onmiddellijk nadat ze in de politieauto zat, in slaap In het dorp was er een kamer voor haar in gereedheid gebracht. Een agent werd voor de deur van het huisje geposteerd. De mannen gingen naar het politiebureau. Mary had het gevoel, dat ze pas een paar minuten rust had genoten toen ze wakker werd geschud. „Tijd om op te staan. Ik heb een kopje thee voor u klaar gemaakt." Gapende liep ze een half uurtje later de straat op, waar het een drukte van belang was in helder daglicht. Politieauto's wer den geladen, mensen liepen heen en weer, hier en daar vertrokken anderen naar het toneel van de ontknoping. Ochtendmist lag nog over de weilanden. Enkele vroege dorpelingen keken verbaasd en nieuwsgie rig naar deze ongebruikelijke activiteit. Brannigan was er op gebrand, snel te vertrekken. „Allemaal klaar? Ik ga voor op." Het was voor het eerst, dat Mary de omgeving bij daglicht zag. Ze wist nu, dat dit niet ver was van haar eigen huis, maar ze besefte ook, dat dit inderdaad een heel eenzame streek was, die weinig aantrekkelijks bood voor een bezoek. De keuze van de bende om hier een schuil plaats te vestigen was uitstekend. Zelfs zij was nooit in deze buurt geweest. Braanigan hield stil op een stuk weg, waar de auto's in de berm gereden kon den worden en beschut stonden. Hij wacht te tot alle voertuigen geparkeerd stonden en de mensen zich verzameld hadden. „We gaan met een omweg naar de boer derij Hij onderbrak zijn verhaal abrupt toen hij opnieuw een auto hoorde aankomen. „Wie kan dat nou weer zijn?" Even later begroette hij lachend iemand met een hoofd dat zwaar in verband zat. „Mooi op tijd, Victor, ik dacht wel dat jij het zou halen". Taske grijnsde. „Ze wilden me in het ziekenhuis niet laten gaan. De krammen doen wel gemeen pijn en ik wou eigenlijk ook wel wat slaap hebben, maar ik wou dit toch niet missen.,..". De detective ging het gezelschap voor tezamen met de kapitein en Taske. M.ary liep achter in de colonne. Gelukkig bleken haar metgezellen niet erg spraakzaam. Ze doorkruisten weilanden, klommen over hekken en gingen door heggen en Mary begon zich af te vragen of Brannigan de weg niet kwijt was geraakt, toen hij bevel gaf om halt te houden. Hij liep naar een agent, die met een geweer in de aanslag achter een heg op post lag. „Al enige beweging te zien?" „Nog niets, mijnheer. Ze hebben zelfs geen licht gemaakt." „H'm". Brannigan nam het toneel in zich op. Hij had van daar uit een goede kijk op de boerderij, een stevig gebouw dat zo op het oog tegen een behoorlijk stootje kon, Deze heg was de dichtstbij zijnde dekking. Een tijdlang bestudeerde Brannigan het huis en de omgeving. De zon was opge komen en de verwarmende stralen verdre ven de klamme ochtendkoude, die allen had doen rillen. Brannigan besloot, tot handelen over te gaan. Hij kroop langs de heg tot hij het punt bereikt had, dat het dichtst bij he? huis lag. Daar zette hij de handen aan de mond. „Burns!", riep hij. Langzaam verstierven de echo's. „Hoor je me?" Steeds geen teken van leven in het huis. Brannigan sloeg de vensters weer gade door zijn kijker. „Je hebt geen enkele kans meer, Burns", dreunde Brannigan verder met een stem, die een halve mij] verder nog te horen moest zijn. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6