Verhouding met Joegoslavië zeer gespannen VREDESTEIN Laat Europa leren lezen IN DE WERELDPOLITIEK "Hoe is het ontstaand EEN NAAM IN RUBBER Albanië, de onbelangrijkste Sovjet-satelliet Een staal van Balkan-intrigues Emissie van AKU Nieuwe uitgaven 3 Agenda voor Haarlem OOK VOOR LOUPEN Het probleem van de korte vrijheidsstraf Eigendomsrecht gewaarborgd Onderzoek bij stichting voor geleidehonden De vernieuwing van opvoeding en onderwijs Dit woord: HACHJE Voor de tuberculosebestr ij ding &INSDAG 13 NOVEMBER 195i HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT (door vir. C. Binnerts, lid van de Nederlandse delegatie in de Balkancommissie der U.N.O.). ATHENE, November 1951 Het Albanese ras bestaat in onze moderne tijd uit onge veer 2 millioen zielen, waarvan echter maar ruim de helft in Albanië zelf woont. De rest leeft voor het overgrote deel in een van de zes federatieve volksrepublieken van Joegoslavië en een klein gedeelte is als een minderheid in het Noorden van Griekenland gevestigd, tegen de Albanese grens aan. De verdeling van dit zelfbewuste ras der Skipetaren-Albanezen over drie verschillende staten vormt op zichzelf al een oorzaak voor onrust en tweedracht. Bovendien vloeien er aanspraken uit voort van de ene staat op grondgebied van de andere en de daarmee verband houdende politieke intrigues. In het autonome district Kosovo, dat tot Joegoslavië behoort en aan Albanië grenst, nonen naar schatting 3/4 millioen Albanezen en het is op grond hiervan, dat Albanië deze vruchtbare landstreek voor zich opeist. De Grieken hebben een begerig oog geslagen op Noord Epirus, wat neerkomt op het Zuidelijk deel van Albanië. De Bul garen eisen het Joegoslavische deel van Macedonië op. Joegoslavië meent aanspraken te kunnen doen gelden op het Griekse deel van Macedonië. En zo eist en intrigeert men maar lustig door. Na de eerste Balkanoorlog en de ineen storting van het Europese deel van het Turkse rijk werd in 1912 voor het eerst een onafhankelijke staat Albanië gesticht,waar toe het zo juist genoemde vruchtbare district Kosovo echter niet behoorde. Dit werd bij het koninkrijk Servië gevoegd. Gedurende de tweede wereldoorlog en na Mussolini's bezetting van Albanië, werd Kosovo inderdaad tijdelijk bij Albanië in gelijfd, maar bij de bevrijding in 1944 werd het weer naar Joegoslavië overgeheveld. Als in de meeste Balkanlanden werkte ook de Albanese communistische partij on der leiding van Enver Hoxha, een in Frank rijk intellectueel gevormde onderwijzer, aanvankelijk met de nationalistische ele menten van de ondergrondse verzetsbewe ging samen. Dit duurde echter niet lang en reeds in December 1945 werd de volksrepu bliek Albanië volgens het bekende recept in het leven geroepen met Hoxha als enige machtsfactor in het zadel. Met Tito's Joe goslavië werden in die tijd de banden zeer nauw aangehaald. Een van de naaste mede werkers van de maarschalk had in 1941 de communistische partij in Albanië georga niseerd, een militaire missie van Joegosla vië zette na de oorlog het leger op poten en ook in economisch opzicht werd het dood arme Albanië door Joegoslavië op alle ma nieren geholpen. Gedurende de eerste jaren na het einde van de tweede wereldoorlog, toen Tito nog niet van al te grote zelfstan digheid en eigengereidheid verdacht werd, liet Moskou deze vriendschappelijke ver houding tussen de twee communistische vazalstaten op zijn beloop, zonder zich er zelfstandig veel mee te bemoeien. Het Kremlin had andere zaken aan het hoofd. Albanië was bovendien in het zich uitbreidende Sovjet-imperium een betrek kelijk onbelangrijke factor, zodat bijvoor beeld een Russische militaire missie pas in 1946 in Albanië verscheen. Splijtzwam Dit alles werd op slag anders, toen Tito in Juni 1948 door de Cominform uiter aard op instigatie van Moskou in de ban werd gedaan en uit de organisatie werd ge zet. Ik heb dit laatste met opzet aldus ge redigeerd, omdat vaak vergeten wordt, dat het niet Tito is geweest, die de banden met Moskou en de Cominformlanden heeft doorgesneden, maar dat inderdaad de Com inform hem uit haar midden heeft ver dreven. Het Kremlin verwachtte van deze stap in vol vertrouwen, dat Tito daarna door zijn eigen partij zou worden onttroond en vervangen door een meer „Moskou-ge stroomlijnde" figuur. Intussen koos Hoxha, topzwaar van min derwaardigheids-complexen en in doods angst voor het Kremlin, onmiddellijk en zonder enige aarzeling de zijde van Moskou. Hij heeft zich tot nu toe staande kunnen houden door het uitoefenen van een terreur van de meest afzichtelijke soort. Naar de traag doorsiepelende berichten te oordelen, is het verzet van de Albanese bevolking wijd verbreid en brigades van de staatspolitie trekken regelmatig door het land, een bloedig spoor van executies op hun weg achterlatend. Echter zijn vooral de bergstreken in het Noorden zèer moei lijk toegankelijk en men zou een werkelijk krachtig leger plus een behoorlijke lucht macht nodig hebben om het verzet in zijn geheel afdoende te breken. Hoxha beschikt op het ogenblik over geen van beide. Dat het ondergrondse verzet aan de an- Deze Engelse vrouwen en kinderen, gezin- wen van Britse militairen in Egypte, zijn blij weer terug te zijn op vaderlandse bodem. Hun verblijf in de Suez-kanaal- zöne, waar hun mannen gelegerd zijn, wordt te gevaarlijk. In drie Hastingsvlieg- tuigen zijn 107 vrouwen en kinderen naar Engeland teruggevlogen. DINSDAG 13 NOVEMBER Nassauplein 8: Theosofische vereniging, L. W. J. Labout spreekt over „Cosmische sym boliek in de kunst", 8 uur. Stadsschouwburg: ABC-cabaret „De moordzaak ABC", 8 uur Palace: „Doorbraak", 18 j., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Cyrano de Bergerac", alle leeft., 1 en 9.15 uur. City: „Haaien in New York", 18 j., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Cobra-afgod", 14 j., 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Het beste paard van' stal", allé leeft. 8 uur. Rembrandt: »Aan de Rivièra", 14 j., 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 14 NOVEMBER Stadsschouwburg: ABC-cabaret „Moord zaak ABC", 8 uur. Rembrandt, Falace en Luxor: 2 4.15, 7 en 9.15 uur Frans Hals: 2.30 1 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. (Zie programma van Maandag) dere kant binnen afzienbare tijd in staat zou zijn een serieuze greep naar de macht te doen, is onwaarschijnlijk, omdat de be staande verzetsgroepen onderling volkomen ongeorganiseerd zijn en bovendien een nij pend gebrek aan wapens hebben. Sovjet-stiefkind Wat de positie van Albanië tegenover Moskou betreft, moet men in de eerste plaats bedenken, dat Rusland aan Albanië nimmer een garantieverdrag heeft aange boden, zoals dit met alle andere vazal staten is gesloten. Verder is de communis tische partij van Albanië nooit tot lid van de Cominform verheven. Beide feiten zijn in dit verband belangrijk, omdat er aan de ene kant uit zou blijken, dat Albanië en de communistische partij van Hoxa als on volwaardig en niet belangrijk genoeg wor den beschouwd, terwijl er aan de andere kant een aanwijzing in zou kunnen worden gezien, dat Rusland afkerig is om terwille van deze twijfelachtige bondgenoot een oorlog te riskeren. Bij de beoordeling van deze houding van Rusland tegenover Albanië moet in het oog worden gehouden, dat de Sovjet-Unie al te vaak gezien wordt uitsluitend in haar meest imperialistische gedaante. Natuur lijk wordt het Kremlin voor een zeer groot deel via h^t Bolsjewisme door imperialisme gedreven geen mens bij zijn zinnen zal dit kunnen ontkennen maar er is aan de Russische kant evenzeer soms een voorzich tigheid te constateren, waarvan de beteke nis in het tumult om het imperialisme niet zelden verloren gaat. Rusland's houding tegenover Albanië zou dan in dit verband verklaard kunnen worden door de vrees om terwille van dit land in een oorlog ver wikkeld te worden op een moment, dat het de Sovjet-Unie niet gelegen komt. Mocht Moskou daarentegen op een bepaald ogen blik een conflict in de Balkan wenselijk achten, dan is een incident altijd gemakke lijk te fabriceren. Uit het voorgaande is reeds duidelijk ge worden, dat de verhouding tussen Albanië en het land van Tito momenteel zeer ge spannen is. Een Zwitsers correspondent, die in de afgelopen zomer in Joeslavië was, heeft bericht, dat er plannen in de maak zijn en zelfs al voor een goed deel onder weg om in Joegoslavië een legertje van on geveer 4000 man te vormen, bestaande uit Albanezen-Skipetaren, die in het reeds eerder genoemde genoemde Kosovo-district wonen plus de uit angst voor de Hoxha- terreur gevluchte bewoners van Albanië zelf. Dit legertje zou dan gereed gehouden worden om op het eerste sein van een op stand Albanië binnen te trekken. Men mag dit echter sterk betwijfelen. Voor zulk een politiek is maarschalk Tito, ondanks zijn onafhankelijke houding en uitdagende rede voeringen toch een te voorzichtig en be rekend man. Het is één ding om de zelf standigheid van het eigen land met grote risico's te handhaven, maar het is weer iets anders om door een gewapende inval een oorlog te riskeren terwille van een twijfelachtig en op zich zelf weinig be gerenswaardig buui-land. Na al het voorafgaande zal het echter duidelijk zijn, dat er in de verhouding tus sen Albanië en het land van maarschalk Tito voldoende explosieven liggen opge tast om de ontwikkeling van zaken in dit stuk van de Balkan met zorg te blijven volgen. ADVERTENTIE Gr. Houtstraat 37 Haarlem De brandweer van Hoogwoude heeft de oude „spuit" (anno 1900) nog eens van stal gehaald voor een verfilming van haar vroegere blus-methode. Omstreeks 1900 was de brandweer nog een vrijwillige en liepen de leden zo van hun werk naar de brand als er alarm gegeven werd. Behalve de commandant, die een soort brandweerstaf droeg, had niemand iets dat op een uniform leek. Een van de onderwerpen, welke op het deze zomer in Den Haag gehouden inter nationaal congres voor strafrecht en ge vangeniswezen werden behandeld was het vraagstuk van de korte vrijheidsstraf. Zij vormt een moeilijk probleem voor de mo derne rechtspraak. De vereniging voor strafrechtspraak in ons land heeft het on derwerp in haar dezer dagen te Utrecht gehouden najaarsvergadering op haar agenda geplaatst. Prof. mr. J. M. van Bem- melen, hoogleraar in het strafrecht te Lei den, hielcl daarover een inleiding. In het algemeen kan worden gezegd, dat een korte vrijheidsstraf alleen het element vergelding heeft, maar de andere elemen ten, zoals reclassering, mist. In 1890 noem de Von Liszt haar in zijn geschrift zelfs waardeloos en schadelijk. Zij schrikt niet af, zij verbetert niet, zij verslechtert de mens, zo was zijn opvatting. Prof. Van Bemmelen ontwikkelde in zijn inleiding een aantal stellingen. Hij achtte de korte vrijheidsstraf een noodzakelijk kwaad, dat zoveel mogelijk beperkt dient te worden. Er mag volgens hem zeker niet worden gezegd, dat de koi-te vrijheidsstraf TUSSEN DE TALRIJKE, van scherpe Oosterse wijsheid getuigende uit spraken die aan de vermoorde Indische volksleider Gandhi worden toege schreven, is altijd nog een van de indrukwekkendste te opmerking die hij maakte toen een van zijn vereerders hem in humanistische vervoering vroeg wat er in de eerste plaats voor de verpauperde, gebreklijdende Indi sche bevolking zou kunnen worden gedaan. Gandhi zei toen enkel: „Leert haar lezen". Degene die de vraag stelde en wellicht niet dat diepe doorzicht in menselijke problemen en sociologische mogelijkheden had verworven, dat Ghandi tot een van de invloedrijkste „filosofen der praktijk" heeft ge maakt, heeft waarschijnlijk niet meteen de nuchtere logica doorschouwd die zijn vraag verbond met het onlogisch klinkende antwoord. Het vergt een diep begrip voor de factoren die hun invloed uitoefenen op de lotgevallen der volken om in zulke eenvoudige woorden de elementaire problemen van mensenmassa's, die men leidt, te kunnen analyseren. Gandhi stelde een elementair probleem van de Indische maatschappij in de omstandigheden van zijn tijd in een helder licht. Doch in het algemeen geldt zijn gedach- tengang voor vele andere volken in velerlei omstandigheden. Zijn brede visie op de maatschappelijk-politieke evolutie van de twintigste eeuw deed hem een universeel woord spreken: „Leert haar lezen". Mensen die zichzelf willen zijn en hun in democratisch bestel verworven vrijheid willen behouden en gebruiken, komen in de moderne samenlevingen voor de nood zaak kennis te nemen van alles, wat met de structuur en de ontwikkeling hunner samenleving verband houdt. Hoe breder het terrein wordt waarop die samenlevin gen contact nemen, hoe groter de hoeveel heid noodzakelijke kennis van deze con tacten en hun ontwikkelingen worden zal. Wat in de primitieve Indische maat schappij door de toenemende drang dei- verlichte geesten naar nationale waardig- heid aan de ongeletterde massa moest worden medegedeeld, opdat zij zich zou kunnen stellen achter de beweging die haar uiteindelijk zou moeten binnenvoeren in een geordende, menswaardige samen leving, werd de Westelijke volken reeds eeuwen geleden verteld. Doch in hun na tionaal stabiele maatschappij sluipen thans de invloeden van over de grenzen binnen. De Westelijke volken worden geconfron teerd met problemen die ver uitgaan bo ven nationale aangelegenheden en zelfs de veroudering van sommige dier nationale aangelegenheden duidelijk maken. Zij wor den dagelijks gesteld voor een hoeveelheid noodzakelijk te kennen feiten, die hen moeten helpen hun levenshouding te vin den en zich te groeperen ten opzichte van datgene wat op hen af komt als vriend of als vijand, als heil of als bedreiging. Men hoort vaak de verzuchting dat het overstelpende nieuws der politieke, econo mische, sociale en culturele ontwikkelin gen de moderne mens geen kans meer laat zijn eigen leven rustig te leven en hem dwingt zich te verliezen in geestelijke kronkelingen zonder uitzicht of conclusie doch aan de andere kant zou de mo derne mens zijn vurig-verlangde democra tie verloochenen en op den duur verliezen door zich afzijdig te houden van wat er gebeurt in de wereld. Het is zijn lot, maar ook zijn plicht, kennis te nemen van wac er in zijn naam wordt besloten en van wat er tengevolge van de politieke en economische contacten tussen de naties ten aanzien van de steeds intenser wordende internationale belangengemeenschap wordt bereikt. Wanneer dat lot en die plicht hem te zwaar worden, hapert er ergens iets. Want dat zou betekenen dat de middelen, die de moderne mens ter beschikking staan om wereldburger te zijn op het terrein van het weten, onvoldoende zijn of onvoldoen de worden gebruikt of verkeerd worden gebruikt. Gandhi's woord: „Leert haar lezen" geldt altijd en overal, in de moderne samenle vingen met weinig analfabeten evenzeer als in de primitieve maatschappijen waai de wetenschap het voorrecht van enkelen is. Want „Leert lezen" heeft in verschil lende omstandigheden verschillende bete kenissen. Het woord betekent voor de Westelijke samenleving niet de elemen taire les in het alfabet, doch de verant woorde schikking en weergeving van alles wat 'nieuws is, de volledige inlichting en voorlichting over alles wat de mensen en hun leven raakt. Deze noodzaak bestaat in Amerika zo wel als in Europa, in alle landen der aar de wier volken zich het recht op vrije voorlichting en volledige inlichting hebben verworven en zich niet geschikt hebben onder een regiem, dat voor eigen beperkte doeleinden dat recht voor zich alleen re serveert. Het is algemeen bekend dat de volken van Europa thans leven onder een al of niet fictieve bedreiging van vernietigend geweld, dat de horizon van hun leven ver duistert en hun krachten verlamt. Zij pro beren bij elkander steun te vinden en sa men een verweer op te bouwen, opdat de bedreiging zal kunen worden afgewe zen. Sommigen noemen de bedreiging oor log, anderen noemen haar een materialis tische levensbeschouwing: Velen noemen deze twee in een adem, omdat zij er van overtuigd zijn dat de dragers en verkon digers van die verderfelijke levensbeschou wing op een oorlog uit zijn. Hoe het zij, de ontwikkeling der laatste jaren heeft doen blijken dat een verdediging tegen de bedreiging er niet louter een van wapenen kan zijn. Een militaire krachtsinspanning zonder bezieling van een ideaal en zonder dat de volken zich bewust zijn van de noodzaak, geestelijk gepantserd te zijn. heeft slechts economische rampen zonder verderschrijdende veiligheid tengevolge. Het Westen heeft zich voortdurend op zulk een bezieling bezonnen, doch het is alsof aan de massa der Westerlingen het begrip voor en de bewustwording van het geen men verdedigen wil, ontbreken. Met Gandhi zeggend: „Leert haar lezen" is men geneigd dat gebrek te zoeken in de veronachtzaming van een belangrijke fac tor: Voorlichting. Sinds het einde van de Tweede Wereld oorlog worstelen de Europese landen met een toenemend papiergebrek voor hun kranten, die niet meer in staat zijn inlich ting en voorlichting volledig tot een ver antwoord en nuttig geheel te combineren. De schamele enkele pagina's van Franse, Belgische, Engelse en Nederlandse bladen staan soms tegenover nummers van tach tig pagina's der Amerikaanse en Canade se kranten. De papierprijzen rijzen tot fa belachtige hoogten, zoals geen enkele grondstoffenprijs van welke onontbeer lijke materie ook. Het overstelpende nieuws wordt samengeperst in vaak onbe grijpelijke afkortingen en zinsneden, die nóch voorlichting, noch inlichting meer mogen heten. Wanneer men de Europeanen opnieuw wil leren lezen volgens de eisen van hun tijd, en hen daardoor sterken in hun prin cipes als oudste democraten der wereld, zullen degenen die keer op keer Europa een gebrek aan bewustheid voor gevaren verwijten omdat het niet genoeg kanon nen maakt een der belangrijkste facto ren van democratische sanering moeten onderkennen en honoreren door de papier voorziening van de wereld te bekijken in het licht, waarin zij de herbewapening ple gen te beschouwen: Zij zullen moeten ko men tot de erkenning dat voorlichting en inlichting meer waarde hebben voor Euro pa's defensie dan hoeveel andere lichtin gen aan geüniformeerde manschappen ook. Van de 5.500.000 ton krantenpapier die Canada dit jaar produceert kwamen 87 procent in handen der Amerikaanse uitge vers en 7 procent gingen overzee. Een Canadees functionnaris der vereniging van papierproducenten motiveerde dit al dus: „De Amerikaanse kranten moeten meewerken aan het handhaven van de hoge levensstandaard in de Verenigde Sta ten en dienen daarom deze grote en nog grotere hoeveelheid papier te krijgen. Zij moeten immers de ontzaglijke stroom producten helpen distribueren die de fa brieken fabriceren en daarom hun kolom men open stellen voor steeds meer en steeds groter advertenties". Een bombardement van „psychologische" aanprijzingen moet dus het publiek in de Verenigde Staten murw maken voor de vloed van behoeften-bevredigende voort brengselen der industrie murw ook voor de toenemende stroom van nieuwge- schapen behoeften. Deze wel zeer materialistische opvatting verhindert dus de verwezenlijking van een bevredigende voorlichting en inlichting in Europa, nodig om de Westelijke landen te behoeden voor de infiltratie van een an dere materialistische levensbeschouwing. Papiergebrek, hoe nijpend ook, mag ech ter niet verhinderen dat dit gevaar naast het andere de Europeanen nog eens duidelijk voor ogen wordt gesteld. Vandaar deze, enigszins uitvoerige, beschouwing. J. L. onze strafrechtpleging beheerst. Het ver dient aanbeveling om straffen van 1 tot 3 maanden in een daarvoor aangewezen ge sticht ten uitvoer te brengen. In de toe komst moeten, aldus de inleider, korte ge vangenisstraffen terzake van vermogens delicten (en daarmee gelijk te stellen delicten) zoveel mogelijk in combinatie met een voorwaardelijke straf worden op gelegd. Met betrekking tot personen die tijdens hun minderjarigheid reeds meermalen ter zake van vermogensdelicten zijn gestraft, merkte hij op, dat deze na hun minder jarigheid indien zij recidiveren nim mer een korte vrijheidsstraf behoorden te krijgen. Zij zouden óf terstond een veel langere straf moeten krijgen (jeugdgevange nis) óf een gecombineerde straf. Deze laat ste in het geval zij voor een jeugdgevange nis niet geschikt zijn bijvoorbeeld omdat het delict daarvoor te gering is. Het prospectus van de reeds vorige week aangekondigde aanbieding van 20 mil lioen nominaal gewone aandelen en de uit gifte van 20 millioen 4% pet in gewone aandelen converteerbare obligatiën van de Algemene Kunstzijde Unie N.V. te Arnhem, is thans verschenen. Hieraan zijn de vol gende bijzonderheden ontleend: De aandelen worden aangeboden aan houders vair gewone aandelen op basis van 1 op 3 tot de koers van 132% pet. Totaal zijn door een consortium onder leiding van de Nederlandse Handel-maatschappij N.V. nominaal 40.000.000 aandelen van het Nederlandse Beheersinstituut gekocht. Hiervan zijn 20 millioen aandelen voor rekening van de A.K.U. verworven, die deze zal intrekken. De vordering van de A.K.U. op de staat wegens inbeslagneming van een gedeelte der vermogensbestand delen in de Verenigde Staten (per 3 Sep tember j.l. groot 31.750.923), zal in het kader van deze transactie worden ver rekend. Bij de overeenkomst is het eigen domsrecht der aandelen van staatswege gewaarborgd. Zoals bekend zullen ook 20 millioen converteerbare obligatiën worden uitge geven, in stukken van 1000 tot de koers van 101 pet. De lening is aflosbaar in acht tien jaarlijkse termijnen, te beginnen op 2 Januari 1955. Vervroegde of gedeeltelijke aflossing is voor deze datum niet toege staan. Tot en met 31 December kan elke obligatie te allen tijde op verzoek van de houder worden verwisseld in een gewoon aandeel A.K.U. van 1000, onder bijbeta ling van 700. De aangeboden 20 millioen gewone aandelen zijn gerechtigd tot hef halve divi dend over i951 en het volle dividend daar na. Politie nam collectebusjes in beslag In betrekkelijk korte tijd zijn er na de oorlog in Dordrecht enkele stichtingen op gericht, die zich ten doel stellen de oplei ding van blindengeleidehonden te bevorde ren en blinden in de gelegenheid té stellen zo'n hond aan te schaffen. Deze stichtingen zijn bijna alle ontstaan uit een Dordtse or ganisatie, die de teelt en de opleiding van blindengeleidehonden beoogt. In Dordrecht bestaat namelijk een kennel, tevens oplei dingsschool van deze honden. Omdat de werkwijze van deze stichtingen twee er van zijn in Dordrecht gevestigd en van een derde wonen de voornaamste bestuursleden in Dordrecht de Dordtse politie niet helemaal duidelijk was, is zij sinds enige tijd bezig met een oriënterend onderzoek. Zij achtte dit vooral ten aanzien van een dezer stichtingen noodzakelijk. Inmiddels heeft de Hilversumse politie een colporteur van de hier bedoelde stich ting gearresteerd, omdat zij deze er van verdenkt verduistering te hebben gepleegd. De man had tot taak in winkels collecte busjes uit te zetten voor de instandhouding van de stichting en zou zich de inhoud van enkele daarvan hebben toegeëigend. De Dordtse politie zag in deze arrestatie aan leiding het ten aanzien van de betreffende stichting niet bij een oppervlakkig onder zoek te laten. Het kan zijn, zo deelde de politie in Dordrecht mede, dat de stichting op volkomen reële basis werkt, maar om geen onnodig risico te nemen, zijn ook de in Dordrecht uitgezette collectebusjes van deze stichting in beslag genomen. De Werkgemeenschap voor Vernieuwing van Opvoeding en Onderwijs houdt op 17 en 18 November in Amersfoort een confe rentie over het voorbereidend hoger- en middelbaar onderwijs. Na de opening dooi de voorzitter, dr. G. Bolkestein, spreekt Zaterdagmiddag ir. C. Boeke over „Het aandeel van de leerlingen in de organisatie van het schoolleven". Des avonds spreekt de heer W. H. Brou wer over „Selectiepogingen aan de middel bare school, het doubleerprobleem en wat daaruit voortvloeit". Zondag 18 November zullen dr. Elisabeth Rotten en dr. W. de Coster „De opleiding van leerkrachten bij het voorbereidend hoger en middelbaar on derwijs" bespreken. In een paar uitdrukkingen komt het woord hachje nog voor: hij is bang voor zijn hachje, hij heeft er zijn hachje bij ingeschoten. De betekenis is: leven. Hachje is ontstaan uit hachtje. Naast hacht staat haft, evenals graft naast gracht. Graft vindt men nog in plaats namen zoals Westgraftdijk. Haft hangt weer samen met een oud-Germaans werkwoord dat: hakken, houwen bete kent. Een haft is dus: een afgesneden stuk. Een hagje ham is nog in de 18de eeuw heel gewoon en komt bijvoorbeeld in de blijspelen van Langendijk voor. Hachje kan dus ook betekenen: een smakelijk stuk, een lekkere hap. Z'n hachje kwijt zijn is: z'n buit, z'n prooi, het beste dat men bezit, kwijt zijn. Daaruit is dan ontstaan: datgene waarop de mens het meeste prijs stelt, hetzij zijn lichaam, hetzij zijn leven. Het aantal nieuwe tubercu loselijders, dat jaarlijks op de Consultatiebu- reaux wordt in geschreven, blijft sinds de oorlog zeer hoog (onge veer 17.000 per jaar). Door de actieve opsporing (het bevolkingsonder zoek) zal dit aantal in de naaste toekomst zeker niet ver minderen. De Consultatie bureau zijn overbelast. Daarbij komt, dat het voor het herstel van de patiënten en ook voor het behoud van het herstel, nood zakelijk is gebleken, de controle van de patiënten frequenter en nog nauwkeuriger te doen dan tot heden het geval is ge weest. Hierdoor worden aan de Consultatiebu- reaudienst hoge eisen gesteld, waaraan al leen dan door de Provinciale Verenigingen kan worden tegemoet gekomen, indien vol doende geldmiddelen ter beschikking zijn voor de intensivering en de uitbouw van het tubelculose-onderzoek. De Kerstzeg el-actie, waarvan het groot ste deel ten goede komt aan de Provinciale Verenigingen, is bedoeld om voor dit doel de nodige geldmiddelen te verkrijgen. Deze Kerstzegels zijn gebundeld in boek jes van 100 stuks, zij kosten 3. dat wil zeggen 3 cent per zegel. De zegels zijn verkrijgbaar bij de volgende adressen: E. Vegter, Tetterodestraat 75, Haarlem; G. van Waard, Schotersingel 39, Haarlem; het Consultatiebureau Ged. Oude Gracht 41, Haarlem. Verder bij de plaatselijke ver enigingen in alle andere plaatsen, o.a. de plaatselijke afdelingen van het Wit-Gele Kruis en van het Witte Kruis. Christelijk Historische Vrouwen Voor de afd. Haarlem en omstreken van de Christelijk-Historische Vrouwengroep sprak gisteravond jkvr. C. W. I. Wttewaal v. Stoetwegen, lid van de Tweede Kamer. Zij wekte de leden op tot het bewust per soonlijk gebruik maken van het vrouwen kiesrecht. Nu het ledental van de Tweede Kamer met de helft zal worden uitgebreid, moet het mogelijk zijn, méér zetels in de Kamer te krijgen. Spreekster ziet als oplossing van de moeilijkheden, waarin ons land verkeert, de vorming van een nationaal kabinet. Ons land moet eendrachtig samenwer ken in de huidige politiek, tegenover de in ternationale situatie. Gestreefd moet daar bij worden naar een samenwerking tussen alle West-Europese landen. Spreekster schetste tenslotte de moeilijkheden om hiertoe te komen en wees op de noodzaak eensgezinde delegaties van Nederland naar de diverse internationale conferenties te zenden. RADIO-UITZENDING OVER RATTEN BESTRIJDING. In de landbouwrubriek van de afdeling voorlichting van het ministerie van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening zal Maandag 19 November over Hilversum I een vraaggesprek worden uitgezonden on der de titei „Rattenbestrijders vertellen U". In dit gesprek zullen de heren J. H. Avis, burgemeester van Midwoud en ir. A. N. Ophof van de Plantenziektekundige Dienst te Wageningen, bijzonderheden vertellen over de bestrijding van de bruine rat, die dit jaar van 7 tot 14 December in een lan delijke actie gevoerd wordt. W. Lubberink, Onze samenleving, Eenvoudige burgerschapskunde voor iedereen P. Noordhoff N.V., Gro ningen. Het boekje van de heer Lubberink telt drie gedeelten: het eerste behandelt „de mens in de samenleving" wat samenleven is en vergt, en sociale bewegingen het tweede „de mens in de wereld van de ar beid" iets over de noodzaak van arbeid, en over economische toestanden het derde „de mens als burger" de staatsinrichting, met een toelichting daarop. Het laatste ge deelte, dat de grondwet tot materiaal heeft, geeft nuttige voorlichting, in een vrij zake lijke trant behalve op de laatste pagina's,, waar de schrijver een vaag verheven stem ming wil kweken jegens de Verenigde Naties: „Maar de mens, die bergen kan doorboren, die de verste verten in de sterrenwereld kan doorzoeken, die het luchtruim doorklieft en reeds contact zoekt met nabij zijnde hemel lichamen, zou die mens niet in staat zijn de weg der mensheid te banen, nu wetenschap en techniek het hem m o g e 1 ij k maken?" De eerste twee gedeelten zijn minder zake lijk. De „iedereen", waarvoor de heer Lub berink de maatschappelijke en economische toestanden wil uiteenzetten, is natuurlijk niet iedereen maar alleen diegenen die in het maatschappelijk denken niet geschoold zijn en die er ook niet veel bekwaamheid voor hebben. Het is de vraag of hij in de eerste twee gedeelten zijn lezer niet op een al te laag verstandelijk niveau zoekt. In een aan tip a1?. «Wij leven niet in Luilekkerland. Wat wij in ons leven dagelijks verbruiken en gebruiken is niet te kust en te keur „klaar voor gebruik" verkrijgbaar", wordt zelfs een deur ingetrapt die zo wijd open staat, dat de lezer zou kunnen gaan denken dat zich eigenlijk een voor buitenstaanders onzicht baar obstakel in die deuropening bevond. Dat is toch niet zo; maar de heer Lubberink is zo bevreesd dat de lezer iets boven de pet zal gaan, dat hij bij herhaling de duidelijk heid aan de eenvoudigheid opoffert. S. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5