Financiële meevaller voor
Velsen geeft nieuwe moed
„De Vrijbuiter"
Lynne Thorn's
dilemma
-Clowntje Rick
Vermakelijkheidsbelasting kan terug tot 20 procent
Laatste eer aan
„strijder voor het recht
Klacht ingediend tegen
kapitein van zeiljacht
Nieuwe uitgaven
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Crematie van J. E. Stokvis
in Velsen
Amateurtoneel
FEUILLETON
Vijf en twintighonderd
konijnen in Concertgebouw
Slagkwikpijpje kwam in
aanraking met brandend
gas
Ongeval bij demonteren
van een stalen steiger
Burgerlijke stand
van Haarlem
Wielrijdster botste
tegen een autobus
Voor de kinderen
Bevredigend bezoek
aan Huis van Hals
Voetbal
Taak van de scheidsrechter
en die van de jeugdleider
VRIJDAG 4 JANUARI 1952
De Rijksuitkering: uit de ondernemings
belasting; aan de gemeente Velsen over de
jaren 1950. 1951 en 1952 is nu definitief
vastgesteld op 1.898.979 over elk van deze
jaren, nadat ze oorspronkelijk geraamd was
op 528.000 en in Maart 1951 gesteld op
1.025.001. Met deze verheugende mede
deling leiden Burgemeester en Wethouders
hun beantwoording van het rapport van
de raad over de begroting 1952 in en zij
kunnen er dus aan toevoegen, dat over alle
drie de jaren de gemeente Velsen een extra
uitkering .van 873.978 ten deel valt
Het bedrag over 1950 en 1951 1.747.956)
is inmiddels al aan de gemeente overge
maakt en uiteindelijk komt deze meevaller
de algemene reserve ten goede en de be
groting voor 1952 krijgt er een niet te on
derschatten steun door: de raming wegens
de rijksuitkering uit de ondernemings
belasting kan verhoogd worden met
873.978.
Daardoor is voor dat jaar een ruimere
armslag verkregen, waardoor enkele ver
langens welker verwezenlijking bij het
ontwerpen van de begroting moest worden
uitgesteld totdat voor een verhoogde ra
ming van de middelen een wettelijke
grondslag aanwezig zou zijn. (B. en W. had
den op het oog de voorgenomen rente
uitkering over het geblokkeerde tegoed ad
plm. 1.300.000 uit het gemeentefonds)
thans alsnog op de begroting uitdrukking
kunnen vinden.
Ten dele worden zij bekend gemaakt in
de hierna volgende beantwoording; het
komt ons echter gewenst voor thans een
volledige opsomming te geven.
Nieuwe posten
Op de post onvoorziene uitgaven is ge
raamd 26.273.54. Mede is beschikbaar
wegens verhoogde uitkering ondernemings
belasting 873.978,Totaal beschikbaar
voor „onvoorzien" 900.251,54.
Een nieuwe post voor bevolkingsonder
zoek op t.b.c., groot 25.000 kan hierdoor
voorts verwezenlijkt worden, evenals de
uitbreiding van de fietsenstalling op het
„plateau" aan het eind van de Strandweg
in IJmuiden, waaraan 4400 ten koste zal
worden gelegd. De „culturele" post, die uit
getrokken is voor het doen geven van con
certen in de gemeente Velsen kan op
2000 worden gebracht en de belasting
voor alle vermakelijkheden kan op twintig
percent worden gebracht, zodat de daar
uit geraamde inkomsten met 5500 ver
laagd kunnen worden!
„Nu wij hier staan aan de baar van onze
vriend Stokvis, trekt een rijk leven aan ons
oog voorbij. Deze man was van een zonnige
vitaliteit, een mens van wie ten allen tijde
stimulerende kracht uitging. Hij had een
hart dat nimmer faalde in de strijd tegen
het onrecht. Recht, menselijkheid en liefde
waren de kenmerken van zijn leven naast
het bezit van de grote gave: humor".
Deze woorden werden gisteren in de aula
van het crematorium te Velsen geuit door
de heer J. J. Vorrink, die namens de oude
S.D.A.P. de overleden voorvechter der
partij, J. E. Stokvis, de laatste eer bewees.
Tot de velen, die bij deze plechtigheid
tegenwoordig waren, behoorden verschil
lende deputaties van de Indonesische rege
ring en van het Indonesische volk. Namens
deze allen voerde Z.E. Djoemhana het
woord. Hij dankte de overledene voor „de
positieve wijze waarop hij heeft mede-
gestreden voor de vrijmaking van dit over
zeese gebied".
De heer D. van der Zee memoreerde het
aandeel dat Stokvis had in de partijhisto
rie en de heer S. de Wolff wees op het feit
dat Stokvis Jood was geweest, wat, volgens
spreker, betekende dat hij op twee fronten
had gestreden. Bij een zo evenwichtige
figuur als Stokvis was, aldus de heer Wolff,
werd deze strijd echter een bron van
schoonheid en alle tragiek bleef verre. Hij
was een socialistisch Zionist, die met een
zelfde liefde kampte voor de vrijheid van
het Joodse zowel als van het Indonesische
volk.
Dr. B. van den Tempel sprak zijn waar
dering uit voor wat de verscheidene had
verricht voor de socialistische beweging in
Den Haag. „Er was bij Stokvis immer een
heid tussen gevoel en handeling", merkte
spreker op.
De heren Middelkoop, Cohen Stuart en
J. Rijser sloten de rij van sprekers, respec
tievelijk sprekende als vriend, als neef en
als bestuurslid van de afdeling Den Haag
van de Nederlandse Zionistenbond.
De tonen van de Hatikwah, het Joodse
volkslied, vergezelden de kist bij het dalen.
Uit naam van de familie heeft daarna de
heer C. H. N. Diepenhorst de aanwezigen
dank gezegd voor de betoonde belangstel
ling.
Cultureel noodgebouw voor Noord
Velsen Noord zal voorts een houten
noodgebouw krijgen ten behoeve van de
culturele verenigingen aldaar en de huis
vesting van een kleuterschool, waartoe
een bestaand gebouw naar de Noordzijde
van het kanaal wordt gebracht en daar
zal worden ingericht ten koste van
23.000.
Voorts worden er uit de „meevaller"
100 stoelen gekocht voor het gemeentelijk
vergaderlokaal aan de Abelenstraat en 75
percent der kosten, nodig voor het stimu
leren van het Volkshogeschoolwerk onder
het gemeentepersoneel kan eveneens voor
rekening van de gemeente genomen wor
den samen is dit een post van 400.
De Velser gemeenschap vaart eveneens
wel bij de onverwachte verrassing uit Den
Haag: was er aanvankelijk 500 als bij
drage aan deze groeiende organisatie ge
raamd; bij nader inzien zal daarvoor 2000
nodig zijn, zodat de betrokken post met
1500 verhoogd is.
Als men een gemiddeld niveau van de
toch waarlijk niet zo hoogstaande Neder
landse toneelschrijfkunst zou kunnen be
rekenen, dan kwam „De Vrijbuiter" van
Hans Martin ongetwijfeld aan de verkeerde
kant daarvan terecht. De titelheld wordt
ons voorgesteld als een moedig man die
de kracht heeft gevonden zijn conventio
nele omgeving de rug toe te keren om zijn
zakelijk heil in Smyrna te zoeken, maar
die op een gegeven moment tijdelijk te
rugkeert om zijn in familiekring bekrompen
een paar hartige woordjes te laten vallen
en enige frisse waarheden uit te delen. Dat
deze Rudolf Verburg met zijn laatdunkend
gemoraliseer al even onuitstaanbaar is als
de rest, schijnt de auteur op de één of
andere wijze niet te hebben ingezien. Even
slap als de inhoud is de vorm. Een merk
waardige functie heeft bijvoorbeeld een
zekere Kees, die een kleine rol in het eer
ste bedrijf vervult, wiens behoeftige om
standigheden gelegenheid bieden om de
sociale bewogenheid en het gevoel voor
rechtschapenheid van de hoofdpersoon te
bewijzen en die tenslotte achter de scher
men voortdurend bezoek ontvangt van al
degenen, die op last van de schrijver van
het toneel moeten verdwijnen. „Kom, we
gaan Kees nog maar 'es opzoeken", laat
hij ze dan zeggen. Dat is slechts één voor
beeld van de armzalige verbeeldingskracht.
Waarom de vereniging „Door inspanning
uitspanning" dit stuk ter vertoning in haar
jubileumseizoen heeft gekozen, werd er in
de loop van gisteravond in de Haarlemse
Schouwburg niet duidelijker op, want
eigenlijk kon men het ternauwernood be
vredigend bezetten. Hiermede wil niets
ten nadele van deze lang niet onverdienste
lijke amateurs gezegd zijn, maar wel dat
de typeringen ondanks de ernstige inspan
ning van goedwillende krachten niet aan
de door de tekst opgeroepen voorstelling
konden beantwoorden. Stellig zou een vak
kundige regie hier nog veel aan hebben
kunnen verbeteren. Voor het bereiken van
de gewenste sfeer boden décors en meu
bilering trouwens al heel weinig mede
werking.
De titelrol was toevertrouwd aan de heer
Piet de Wit, die over genoeg routine be
schikt om de situaties voortdurend mees
ter te blijven. De laconieke toon, die hij
soms zeer doeltreffend gebruikte, deed de
rest. Het beste tegenspel ontving hij van
Nelly van Esch als het jonge meisje dat
om hem haar verloving verbreekt. Haar
toon was in ieder geval fris en natuurlijk,
al maakte zij van de grote liefdescène een
voor het publiek onverstaanbaar onder
onsje. Met alle goede wil van de wereld
kon men haar ondanks dit alles echter niet
de ideale figuur voor deze idylle noemen.
Mevrouw D. Jansen had veel moeite haar
gevoelens los te scheuren van het papier
waarop de bewoordingen ter uiting daar
van gedrukt stonden. Hoewel haar instel
ling van zuiver begrip getuigde, werd de
tekst onvoldoende uitgespeeld. Van de
anderen mag de heer Ad Antonisse met
ere worden genoemd al stond de mise-
en-scène hem te weinig bewegingsruimte
toe.
Het is te hopen dat „D.I.U." voor de ver
toning ter viering van het 80-jarig bestaan
over de middelen zal beschikken om de
hulp van beroepsregie in te roepen. Want
dit gezelschap kan véél meer dan ditkeer
bleek.
D. K.
In Amsterdam is opgericht „De Con-
sciëntiële Unie", een beweging, die ..de over
brugging van het economische, sociale en
religieuse leven" voorstaat, aldus is door de
oprichter medegedeeld. Voorzitter van het
voorlopige bestuur is de heer F. J. Thoolen,
sportarts te Amsterdam. De unie zal de
federatie zijn van te stichten plaatselijke
afdelingen. Enige honderden leden hebben
zich inmiddels aangesloten.
door ANNE LORAINE
Vertaald uit het Engels
23)
Na enige ogenblikken besloot ze naar
beneden te gaan en zich bij de anderen in
de bibliotheek te voegen. Ze vond er Man-
neriey, die bij de open haard stond, Jessica,
die hem een uitgebreid verslag aan 't doen
was van haar belevenissen, en Millicent,
die hen beide met een glimlach gade sloeg.
Het open vuur gaf een bijzondere gloed
aan haar prachtige roodbruine haar. Het
geheel gaf de indruk van een volkomen
gelukkig gezin, dacht Lynne, toen ze even
in de deuropening stil bleef staan. Ze
voelde zich buitengesloten en alleen....
Mannerley draaide zich echter om en
lachte vriendelijk. „Daar is Lynne", zei hij
hartelijk. „Kom hier, lieve kind, en warm
je. Het is 's avonds koud en dit is de be
haaglijkste kamer van het hele huis. Jes
sica schei uit met je gebabbel en ga een
glas voor dr. Thorn halen, wil je? Wat zal
't zijn? Sherry?"
Het diner, dat volgde, was een verras
sing voor Lynne. Preston Mannerley thuis
was iemand, die ze nauwelijks herkende.
Zijn stugge en dictatoriale manieren wa
ren verdwenen en in plaats daarvan zat
hier aan tafel een charmante man, die
prettig en boeiend over elk onderwerp kon
praten, die over een groot gevoel voor
humor bleek te beschikken, en die door
zijn zuster en Jessica, alsook door het be
dienend personeel, aanbeden wei-d. Lynne
keek geamuseerd naar de blikken vol ver
ering, die het dienstmeisje Rita telkens
in zijn richting wierp. Jessica zat met een
blozend gezichtje en schitterende ogen naar
haar vader's verhalen te luisteren, terwijl
Millicent met haar prettige manieren een
perfecte gastvrouw was. Toen de maaltijd
ten einde liep, voelde Lynne zich dan ook
helemaal thuis. Haar gevoel van irritatie
ten opzichte van Millicent was verdwenen
en ze was blij, dat ze dit weekend hier
door zou brengen. Na het eten werd Jessica
door Millicent naar bed gebracht en ble
ven Mannerley en Lynne enige ogenblik
ken alleen. Ze zaten aan weerskanten van
het open vuur en de warmte maakte hen
doezelig.
„Het is hier heerlijk", zei ze, nadat ze
beiden enige tijd gezwegen hadden en in
eigen gedachten verdiept schenen. ,,U hebt
het goed, dokter Mannerley. Een beeldig
huis, een schat van een kind en een zuster,
die u zo goed verzorgt....".
Hij mompelde iets, wat ze niet verstond,
en hem vragend aankijkend, zag ze een
harde trek op zijn gezicht komen.
Vanavond, morgen en Zondag bestaat er
in het Gemeentelijk Concertgebouw gele
genheid vijfentwintighonderd konijnen te
bezichtigen. Dit is een groot aantal. De
organisatoren van de tentoonstelling heb
ben daarom met ruimte moeten woekeren.
Zij beschikken niet alleen over de grote en
de tuinzaal, doch ook de hal is ingericht
voor de expositie.
De grote belangstelling komt vooral
doordat het een bondstentoonstelling is,
uitgaande van de Nederlandse Konijnen-
fokkersbond, waarvan de heer K. van Dijk
uit Haarlem de secretaris is. Deze heeft
reeds vele tentoonstellingen op het gebied
van klein-veeteelt voorbereid. Ook in de
organisatie van deze expositie heeft hij een
belangrijk aandeel en daaraan is het te
danken, dat de inrichting zo vlot is ge
schied. Donderdag kwamen de konijnen uit
alle delen van het land naar Haarlem en
in de loop van de dag zijn ze gekeurd.
De meeste dieren zijn de laatste weken
hier en daar al geëxposeerd, doch thans
zijn zij in Haarlem bijeengebracht voor de
bondsshow. Dat betekent, dat de beste
dieren uit het land te zien zijn.
Vanavond zal burgemeester mr. P. O. F.
M. Cremers de tentoonstelling officieel
openen, waarna het publiek tot het Con
certgebouw wordt toegelaten voor deze bij
zondere expositie.
Twee broers van zeventien en veertien
jaar hadden van kinderen een slagkwik
pijpje ontvangen, dat dezen nabij 'de Von-
delweg in Haarlem-Noord hadden gevon
den. De oudste stopte het in zijn zak en
beiden begaven zich omstreeks halfdrie
naar hun huis aan de Nachtegaalstraat.
In de keuken liet de oudste jongen het
pijpje vallen en het viel op een brandend
gasstel. Een ontploffing volgde, waarbij de
jongens gewond werden. De oudste kreeg
splinters in zijn duim en wijsvinger en de
ander op zijn voorhoofd. Verder liep de
jongste wonden aan drie vingers van zijn
rechterfiand op.
Donderdagmiddag om tien minuten voor
een waren arbeiders werkzaam bij het
demonteren van een stalen steiger bij het
bedrijf vgn de Chemische industrie van
Rids in de Waarderpolder. Vermoedelijk
moesten zij door een windvlaag een buis
loslaten. Deze buis raakte het hoofd van
de zesenveertigjarige timmerman J. W.
uit Haarlem. Deze liep een hersenschudding
op en moest naar het Sint Elisabeths Gast
huis worden vervoerd.
HAARLEM, 3 Januari 1952
GEHUWD: 3 Jan., W. Verwer en J. Hor-
selen'oerg; G. Bark en G. Bouwmeester; P.
Baan en E. A. van Roode.
BEVALLEN van een zoon: 29 Dec.. C. La
Chapellevan Kuipers; 30 Dec., H. J. Labou-
chereLagcrweij; 1 Jan., W. BonkeMees
ter; C. M. VeldwijkToornvliet; J. A. Kie-
zebrinkde Ruiter; 2 Jan., J. M. Goossens
Zonneveld; A. M. TurkenburgKraaij; 3
Jan., D, B. Stulpde Vries.
BEVALLEN van een dochter: 2 Jan., J. C.
A. SpanjerbergVelthuis: P. W. Verwaal
de Bruin: 3 Jan., P. W. Zethof—Damen; P.
HowellBlom.
OVERLEDEN: 1 Jan., A. J. M. Röpke, 55 j„
Leidsevaart; 2 Jan., F. MetusTrompetter,
86 j., Leidsevaart; W. Turkenburg, 53 j„
Kamperlaan; M. A. B. Hölscher. 61 j., Kam
perlaan; J. M. Cornegoor, 66 j., Hogerwoerd-
straat.
Een bus op Bergen en Alkmaar, twee koek en zoopjes", wegbermen vol auto's.
de kermis op de Hondsbossche dijk bij Petten, waar de gestrande „Frameggen" op
sleepboothulp wacht is in volle gang en duurt voort tot diep in de nacht. De
schuimende branding duwt inmiddels het schip bij millimeters tegelijk verder op de
glooiing en als het dezer dagen bij hoog water niet lukt, zal de springvloed van 11
Januari de Noor moeten vlothelpen.
Twee opvarenden op eiland
in Stille Oceaan achtergelaten
Op 8 Augustus van het vorig jaar ver
liet het Nederlandse zeiljacht Anna Elisa
beth de haven van IJmuiden voor een reis
om de wereld. Aan boord bevonden zich de
kapitein Lamberti uit Valkenburg, die het
jacht van de eigenaar, de heer Beuken
kamp uit Heemstede, heeft gehuurd, de
in Hoorn wonende Duitser Strobel, de Belg
Valjé en een statenloze, wiens naam niet
genoemd wordt. Het jacht is via Curagao
en het Panamakanaal naar de Stille Oceaan
gevaren. Daar zou de kapitein de Duitser
Strobel en de Belg Valjé op een onher
bergzaam eilandje hebben achtergelaten.
Naar aanleiding daarvan heeft mevrouw
Strobel een klacht ingediend bij de offi
cier van Justitie te Alkmaar, die een on
derzoek zal instellen.
Haar echtgenoot heeft haar geschreven,
dat kapitein Lamberti hem en Valjé op 9
November had verzocht, post te laten af
stempelen op een eilandje in de Post-office
Baai, die haar naam ontleent aan het feit
dat de bewoners van de eilandjes hun post
in een drijvende ton deponeren. Passerende
schepen nemen deze correspondentie mee,
nadat zij is afgestempeld door een op een
der eilandjes wonende Duitser. Strobel en
Valjé maakten een tocht van twintig uren
over het onherbergzame eiland om deze
Duitser te vinden, hetgeen hun niet geluk
te. Toen zij terugkeerden was de Anna
Elisabeth vertrokken. Op het strand had
men wat kleren voor de beide mannen
achtergelaten.
Vier weken later kwam een schip langs,
dat Strobel meenam naar Ecuador. Valjé
verkoos op het eilandje te blijven. Van
Ecuador uit heeft Strobel zijn in Hoorn
wonende echtgenote van zijn belevenissen
op de hoogte gesteld.
Het zeventienjarige meisje H. K. fietste
Donderdagmiddag om tien voor half twee
op de Schoterweg in de richting stad. Met
haar rechterpedaal raakte zij een aan de
kant van de weg stilstaande bakfiets van
een melkhandelaar. Zij verloor de macht
over het stuur en botste tegen een in de
zelfde richting als zij rijdende autobus.
Het meisje viel en liep een hersenschud
ding op. Haar fiets werd beschadigd.
Collection „Que sais-je?" Presses
Universitaires de France, Paris.
In deze jachtige tijd van voortschrijdende
vulgarisering der kennis wenst iedereen van
alles zo veel mogelijk in zo weinig mogelijk
minuten te weten te komen. Vandaar de
„hause" in encyclopedieën. Een encyclo
pedie heeft naast vele voordelen echter dit
nadeel: de uitgave is kostbaar en het duurt
lang voordat zij herdrukt wordt. Na enige
jaren zijn bepaalde artikelen dan ook niet
meer in overeenstemming met de laatste
resultaten van het wetenschappelijk onder
zoek en met de feiten.
De Collection „Que sais-je?" (wie zou als
hij deze vraag eerlijk beantwoordt niet be
scheiden worden?) heft dit bezwaar enigs
zins op, althans voor sommige rubrieken.
De verzameling bestaat uit afzonderlijke
boekjes van pl.m. 120 blz., geschreven door
een erkend deskundige. Het voordeel is. dat
zo'n boekje makkelijk herdrukt en bijge
werkt kan worden. Thans telt de collectie
ruim 500 deeltjes, die vele gebieden bestrij
ken: wijsbegeerte, godsdiensten, letteren en
kunsten, economische, sociale, juridische,
exacte en toegepaste wetenschappen, enz.
Tot de laatste deeltjes, die wij ontvangen
hebben behoren o.a.: „Les Musées de France",
dat een uitstekend overzicht geeft van een
honderdtal musea, met beknopte historie en,
vooral voor de provinciale musea, aandui
ding van de belangrijkste aanwezige werken.
Verder: ,,Le théatre en France depuis 1900"
dat gaarne wordt aanbevolen aan elke lief
hebber van het Franse toneel, die snel weg
wijs wil worden in de talloze schrijvers en
stukken der laatste 50 jaar. Natuurlijk is het
niet mogelijk in zo'n kort bestek een diep
gaande studie te leveren. Maar de doolhof
van richtingen is duidelijk getekend en de
schrijver, de bekende criticus René Lalou,
munt uit in het puntig formuleren en bon
dig karakteriseren. Tenslotte: „Histo:'-. des
Pays-Bas", door Maurice Braure, hoogleraar
aan de Fac. der Letteren en Wijsbegeerte te
Bordeaux. Dit werkje is met warme belang
stelling voor ons land geschreven en geeft
een voortreffelijke samenvatting van onze
nationale geschiedenis. Dat er slechts weinig
spelfouten voorkomen in de Nederlandse
namen is mede een bewijs voor de nauw
gezetheid en de kennis, waarmee de schrij
ver zijn taak verricht heeft. S.
„Nou, daar zitten we!'.', zei Rick.
„Niet zo mooi, hè?", vond Oepoetie.
Het zag er niet best uit. Geen van drieën zagen ze een kans om los te komen van die
zandbank. Ze waren echt gestrand
De een kwain met een plan, de ander stelde iets voor.maar het leverde allemaal
niets op. De boot zat zo vast als 'n muur en zij konden er niet afkomen.
En inmiddels werd het al donker, want het was al laat geworden. Wat nu ie doen?
„Oei!wat zullen we op ons kop krijgen, als we thuis komen!", jammerde Bunkie.
„Waren we maar vast thuis!", zei Rick.
Maar omdat het steeds donkerder werd, moesten ze toch ergens slapen. Toen besloten
ze maar in de hut te gaan en daar in een kooi te kruipen
In hoofdzaak echter
buitenlanders
In tegenstelling tot het over het alge
meen teleurstellende bezoek aan de tijde
lijke tentoonstellingen, gedurende 1951 in
het Frans Halsmuseum en het museum
„Het Huis van Looy" gehouden, was het
bezoek, (voornamelijk van niet-Haarlem-
mers en buitenlanders) aan de permanente
verzamelingen van het Frans Halsmuseum
zéér bevredigend. Het totale bezoek over
het afgelopen jaar bedroeg 29241 personen
tegen 31118 in 1950, in welk laatste cijfer
echter ook de 10.000 bezoekers zijn gecal
culeerd van de tijdelijke expositie van
peppen van Harry van Tussenbroek.
In feite is het bezoek aan het eigenlijke
museum dit jaar dus aanmerkelijk groter.
Urker vissers in Argentinië
Een van de zes Belgische vissersvaartui
gen, waarmede Urkers en Belgische vissers
naar Argentinië emigreren, is Donderdag
de Argentijnse haven Mar del Plata binnen
gelopen.
P. F. Kremers overleden
In Den Haag is op 37-jarige leeftijd over
leden de heer P. F. Kremers, die "in 1945
de eerste beweging voor wereldregering in
ons land heeft gesticht.
De begrafenis geschiedt Zaterdagmorgen
op St. Barbara te Amsterdam.
Ir. J. Blokland Visser, chef-constructeur
der N.V. Koninklijke Maatschappij De Schel
de te Vlissingen heeft wegens het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid
genomen van dit bedrijf. Ir. Blokland Vis
ser, die in 1913 in dienst trad bij De Schelde,
heeft vele schepen voor de Rotterdamse
Lloyd ontworpen.
De officier van justitie bij de Amster
damse rechtbank heeft tegen de 40-jarige
stationsarbeider der Nederlandse Spoorwe
gen H. J. H., die in April van het vorig
jaar overwegwachter te Bussum was, een
maand gevangenisstraf geëist. Op een dag in
April had H. verzuimd de bomen van de
overweg bij de Herenstraat te Bussum te
sluiten, toen een goederentrein uit Amers
foort naderde. Van zijn nalatigheid waren
bijna een Bussemse fabrikant en zijn echt
genote, die per auto de overweg passeerden,
slachtoffer geworden.
De heer Folkert Swier zal Maandag 7
Januari in het ICC-paviljoen te Amsterdam
gehuldigd worden ter gelegenheid van het
feit, dat hij veertig jaar secretaris is van
drogistenorganisaties. Van 7 Januari 1912 tot
2 Januari 1942 was hij secretaris van de
Algemene Nederlandse Drogistenbond en
daarna van de vakgroep drogisterijen.
De Zwitserse ingenieur J. K. uit
Linthal, aan wie oplichting van enige Venlose
aannemers ten laste was gelegd, is tot negen
maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Een groot gedeelte van de nieuwe 450
ha. grote Zuid-Sloepolder tussen Walcheren
en Zuid-Beveland zal definitief worden ver
pacht. In Augustus 1950 werd de nieuwe
polder aan boeren uit de omgeving voor de
tijd van twee jaar in tijdelijke pacht uit
gegeven.
De directeur van de gas- en water
bedrijven te Maastricht, ir. Cl. Driessen, is
door de Belgische regering benoemd tot rid
der in de Orde van de Kroon, wegens het
zeer verdienstelijk werk door de heer Dries
sen bewezen aan het Belgische leger gedu
rende de laatste oorlog.
Op Nieuwjaarsdag bracht in Tolbert in
Groningen de 17-jarige J. van der V. in een
grote melkbus carbid tot ontploffing. Door
toevoeging van een grote hoeveelheid water
vormde zich zoveel gas. dat de jongen het
deksel van de melkbus met grote kracht tegen
zijn gelaat kreeg. Zijn onderkaak werd ver
brijzeld en hij zal een oog moeten missen.
Een Haagse woonwijk, begrensd door
Laakkade, Trekweg. Broeksloot en Noord-
polderkade, is Donderdagavond een uur lang
van stroom verstoken geweest. Twee trans
formatoren waren tengevolge van over
belasting van het net uitgevallen.
De 31-jarige mijnwerker H. uit Echt is
Donderdagmorgen bij werkzaamheden in een
breukpeiler op de 636 nieter-verdieping van
Staatsmijn Hendrik te Brunssum door val
lend gesteente bedolven en omgekomen. Hij
was gehuwd en vader van één kind.
Kapitein F. H. Dohbinga van de „Rijn
dam" van de Holland-Amerika Lijn is in een
ziekenhuis te New York opgenomen. Zijn
toestand is niet ernstig: hij is ziek geworden
toen de „Rijndam" op thuisreis was van een
vacantie tocht in de Caraïbische Zee. Het
schip zal Zaterdag uit Norfolk vertrekken
voor de eerste van twee speciale reizen.
Kapitein C. van Beek, voormalig commo
dore van de Holland-Amerika Lijn, zal kapi
tein Dobbinga op deze twee reizen ver
vangen.
Van 7 tot 12 Januari wordt in Delft de
vijfde jaarconferentie gehouden van de in
ternationale organisatie voor de uitwisseling
van technische studenten. In deze organisatie
zijn 16 landen vertegenwoordigd. In het
afgelopen jaar zijn circa 2600 studenten uit
gewisseld.
Nederland zal medewerken aan het
stichten van een internationaal mathema
tisch centrum, dat in Rome zal worden ge*
vestigd. Het internationale rekencentrum
zal drie functies hebben, namelijk weten
schappelijk onderzoek, opleiding van jonge
wiskundigen en het diensten verlenen aan
wetenschappelijke onderzoekers, organisa
ties en industrieën.
HAARLEM EN OMGEVING
De Haarlemse politie heeft proces-ver
baal opgemaakt tegen een vierenvijftig-jarige
schilder die gepoogd heeft een ruit te ver
nielen van het gebouw van Sociale Zaken
aan de Raamsingel te Haarlem. Hem was
meegedeeld, dat hij Zaterdag over'oruggings-
geld kon komen halen. Buiten gekomen nam
hij een steen met de bedoeling, naar hij ver
klaard heeft, daarmee tegen een ï-uit te
gooien. Hij raakte echter de gevel.
iviej. J. Henneveld te Haarlem is be
noemd tot onderwijzeres aan de Chr, school
te Rijk (Haarlem nermeer).
Op een bijeenkomst van jeugdleiders van
verenigingen, aangesloten bij de afdeling
Haarlem van de Koninklijke Nederlandse
Voetbalbond, heeft de heer J. H. Martens
uit Zeist Donderdagavond in restaurant
Brinkman aan het Plein gesproken over „De
verhouding van de scheidsrechter tegenover
de jeugdleider". Hij merkte op. dat de jeugd
leiders de taak hebben om de jonge voet
ballers bij te brengen correct op te treden
tegen scheidsrechters die beschouwd kunnen
worden als de vertegenwoordigers van de
KNVB. Het is ook vel gebeurd, dat jeugd
leiders zich met de leiding van een wed
strijd bemoeien. Dit is geheel onjuist. Zij
dienen een voorbeeld te geven aan de jeugd.
De voorzitter van de jeugdcommissie van
de afdeling Haarlem van de KNVB, de heer
H. W. van Turnhout, heeft mededelingen
gedaan over de jeugdkampen voor voetbal
lers, welke dit jaar in Doetinchem, Hoek van
Holland en Vught gehouden zullen worden.
„Dat is inderdaad, wat iedereen tegen
me zegt", zei hij en een glimlach ver
zachtte zijn gezicht weer. „Het lijkt alle
maal heel mooi. Wat heb jij zelf voor jeugd
gehad, Lynne?", voegde hij eraan toe. En
toen ze hem antwoorden wilde, onderbrak
hij haar: „Nee, laat 't me raden, goed?
Je vader kan ik me helemaal voorstel
len
„Hoezo? U hebt hem toch niet gekend?"
Hij lachte even. „Iedereen, die jou kent,
kent je vader", zei hij. „Het is merkwaar
dig, hoe dikwijls een vader vooral een
dochter sterk beïnvloedt. Sinds ik je ken,
Lynne, weet ik, hoe je vader was. Je ziet
de dingen met zijn ogen en je zegt dingen
die hij je ingaf. Je leeft een leven, zoals
je- meende, dat hij 't wilde. Heb ik geen
gelijk?"
„Ik weet 't niet....".
,,'t Is waar", drong hij aan. „Je hebt
erg veel van hem gehouden. Als je over
hem praat, komt er een speciale blik in
je ogen. Je citeert graag en dikwijls woor
den van hem. Soms ben ik wel eens bang,
dat je te veel van hem gehouden hebt.
Het kan gevaarlijk zijn, Lynne, tè veel
van iemand te houden, wanneer wij b.v.
ons leven trachten in te richten volgens
het patroon van het geliefde wezen, wat
niét helemaal ons eigen patroon blijkt te
zijn. Je hebt een prettige jeugd gehad,
Lynne, dat voel ik. Je had een hartelijk,
warm en gezellig thuis. Je lag 's nachts
niet alleen in bed te huilen en je voelde
je niet eenzaam. Er werd goed voor je
gezorgd en je had een normaal gelukkig
kinderbestaanDaarom doen de din
gen van het leven je nu des te meer pijn".
Hij voelde, hoe ze onmiddellijk verstijf
de, en hief een hand op. „Jij, met jouw
ervaring als dokter", vervolgde hij rustig,
„moet toch weten, dat pijn geen vloek is,
maar een zegen. Als er geen pijn bestond,
zou er ook geen genezing bestaan, want
we zouden niets weten van de duistere
gezwellen, die onder de oppervlakte
groeien. De chirurg heeft de pijn nodig
als een aanwijzing voor zijn helpende
hand. Wijze mensen zijn niet bang voor
pijn, Lynne, en accepteren deze kwelling
om er beter door te worden.
„Ik begrijp niet helemaal, waar u heen
wilt", zei ze kortaf. „Kunnen we niet over
iets anders praten. In de kranten schrij
ven ze over een stuk dat momenteel ge
speeld wordt, „De Zwaluwen
„De Zwaluwen vliegen hoog", vulde hij
onmiddellijk aan. „Ik hoop er heen te
gaan. Een vriend van mij is de schrijver
en dus heb ik er een zeer speciale belang
stelling voor. Er wordt in dat stuk een
ingewikkeld probleem behandeld, dat me
persoonlijk niet boeit. Mijn vriend heeft
me twee plaatsen beloofd. Zou je er voor
voelen de volgende week met me mee te
gaan, Lynne?"
„Hebben jullie 't over het nieuwe stuk
van Forsight?", kwam Millicent, die de
kamer binnengekomen was, tussenbeide.
„O, Preston, we moéten dat gaan zien.
Iedereen spreekt erover....". Ze hield op
en keek hem vragend aan. Lynne bloosde
en voelde zich niet op haar gemak. Man
nerley leunde voorover om zijn pijp tegen
de schoorsteenmantel uit te kloppen.
„Ik vroeg juist aan Lynne, of ze zin
had de volgende week met mij mee te
gaan, zei hij rustig. „Ik dacht, dat ze 't
wel aardig zou vinden het stuk te zien".
„Maar als uw zuster wil gaan", begon
Lynne haastig, de teleurgestelde blik in
zijn zusters ogen ziende „doet u alstu
blieft maar net alsof u me niet gevraagd
hebt, dokter, ik kan altijd nog wel eens
gaan
Er was even een aarzeling, maar dan
gaf deze hartelijk toe: „Natuurlijk ga ik
wel eens een andere keer! Gaat u met
mijn broer mee, dr. Thorn, het is voor
hem ook goed eens met iemand anders
uit te gaan. Ik zeg het hem zo vaak,
dat hij niet overal zijn zuster mee heen
moet slepen. Nu nog een vraag: speelt u
bridge? Later op de avond komt een vrien
din van mij
De rest van de avond verliep rustig en
vreedzaam. De vriendin van Millicent was
een oudere dame, die Lynne boeide door
haar bijzondere kennis van antiek porce-
lein, en na enige robbertjes gespeeld te
hebben, schaarde het gezelschap zich rond
de open haard, waar men nog lange tijd
bleef praten.
De volgende morgen, na een heerlijk
ontbijt op bed, werd Lynne gevraagd, of
ze met Preston en Jessioa meeging voor
een wandeling. „Mag ik Bruno gaan le
nen?", vroeg het kind opgewonden, en toen
Preston knikte, was ze onmiddellijk ver
dwenen. Lynne keek hem verwonderd aan.
„Ze is dol op honden", legde hij uit. „Als
we gaan wandelen, lenen we de hond van
de buren. Mijn zuster houdt niet van hon
den, en op deze manier hoeven we geen
belasting te betalen en hondenbrood te
kopen".
Ze lachte en liep met hem naar bui
ten. Het was fris en winderig en toen ze
in de richting van de Heath wandelden,
kwam Jessica achter hen aan hollen met
een hond, die als een dolle om haar heen
sprong. Lynne leerde thans weer een ande
re zijde van Preston Mannerley kennen.
Hier in de buitenlucht, in de frisse wind,
scheen het laatste spoor van zijn stijve
doktersmanieren van hem af te vallen en
werd hij de vlotte, vrolijke jongeman, die
hij eens geweest moest zijn. Lynne, die als
kind altijd buiten gewoond had, deed on
middellijk mee met zijn uitgelaten stem
ming en het duurde niet lang, of' ze renden
met z'n drieën om het hardst, speelden
verstoppertje achter dikke bonien, kortom
gedroegeij zich alsof ze niet ouder waren
dan Jessica. Het kind was buiten zichzelf
van enthousiasme en hing hijgend dan
eens aan Lynne's arm, dan weer aan die
van haar vader. „Ik vind u reuze aardig",
zei ze tegen Lynne, „werkelijk rèuze aar
dig! Ze is helemaal geen saaie dokter, hé
Pappie? Ze is enig en veel leuker dan
tante Mill.
(Wordt vervolgd).