Financiële meevaller voor Velsen geeft nieuwe moed „De Vrijbuiter" Lynne Thorn's dilemma -Clowntje Rick Vermakelijkheidsbelasting kan terug tot 20 procent Laatste eer aan „strijder voor het recht Klacht ingediend tegen kapitein van zeiljacht Nieuwe uitgaven HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Crematie van J. E. Stokvis in Velsen Amateurtoneel FEUILLETON Vijf en twintighonderd konijnen in Concertgebouw Slagkwikpijpje kwam in aanraking met brandend gas Ongeval bij demonteren van een stalen steiger Burgerlijke stand van Haarlem Wielrijdster botste tegen een autobus Voor de kinderen Bevredigend bezoek aan Huis van Hals Voetbal Taak van de scheidsrechter en die van de jeugdleider VRIJDAG 4 JANUARI 1952 De Rijksuitkering: uit de ondernemings belasting; aan de gemeente Velsen over de jaren 1950. 1951 en 1952 is nu definitief vastgesteld op 1.898.979 over elk van deze jaren, nadat ze oorspronkelijk geraamd was op 528.000 en in Maart 1951 gesteld op 1.025.001. Met deze verheugende mede deling leiden Burgemeester en Wethouders hun beantwoording van het rapport van de raad over de begroting 1952 in en zij kunnen er dus aan toevoegen, dat over alle drie de jaren de gemeente Velsen een extra uitkering .van 873.978 ten deel valt Het bedrag over 1950 en 1951 1.747.956) is inmiddels al aan de gemeente overge maakt en uiteindelijk komt deze meevaller de algemene reserve ten goede en de be groting voor 1952 krijgt er een niet te on derschatten steun door: de raming wegens de rijksuitkering uit de ondernemings belasting kan verhoogd worden met 873.978. Daardoor is voor dat jaar een ruimere armslag verkregen, waardoor enkele ver langens welker verwezenlijking bij het ontwerpen van de begroting moest worden uitgesteld totdat voor een verhoogde ra ming van de middelen een wettelijke grondslag aanwezig zou zijn. (B. en W. had den op het oog de voorgenomen rente uitkering over het geblokkeerde tegoed ad plm. 1.300.000 uit het gemeentefonds) thans alsnog op de begroting uitdrukking kunnen vinden. Ten dele worden zij bekend gemaakt in de hierna volgende beantwoording; het komt ons echter gewenst voor thans een volledige opsomming te geven. Nieuwe posten Op de post onvoorziene uitgaven is ge raamd 26.273.54. Mede is beschikbaar wegens verhoogde uitkering ondernemings belasting 873.978,Totaal beschikbaar voor „onvoorzien" 900.251,54. Een nieuwe post voor bevolkingsonder zoek op t.b.c., groot 25.000 kan hierdoor voorts verwezenlijkt worden, evenals de uitbreiding van de fietsenstalling op het „plateau" aan het eind van de Strandweg in IJmuiden, waaraan 4400 ten koste zal worden gelegd. De „culturele" post, die uit getrokken is voor het doen geven van con certen in de gemeente Velsen kan op 2000 worden gebracht en de belasting voor alle vermakelijkheden kan op twintig percent worden gebracht, zodat de daar uit geraamde inkomsten met 5500 ver laagd kunnen worden! „Nu wij hier staan aan de baar van onze vriend Stokvis, trekt een rijk leven aan ons oog voorbij. Deze man was van een zonnige vitaliteit, een mens van wie ten allen tijde stimulerende kracht uitging. Hij had een hart dat nimmer faalde in de strijd tegen het onrecht. Recht, menselijkheid en liefde waren de kenmerken van zijn leven naast het bezit van de grote gave: humor". Deze woorden werden gisteren in de aula van het crematorium te Velsen geuit door de heer J. J. Vorrink, die namens de oude S.D.A.P. de overleden voorvechter der partij, J. E. Stokvis, de laatste eer bewees. Tot de velen, die bij deze plechtigheid tegenwoordig waren, behoorden verschil lende deputaties van de Indonesische rege ring en van het Indonesische volk. Namens deze allen voerde Z.E. Djoemhana het woord. Hij dankte de overledene voor „de positieve wijze waarop hij heeft mede- gestreden voor de vrijmaking van dit over zeese gebied". De heer D. van der Zee memoreerde het aandeel dat Stokvis had in de partijhisto rie en de heer S. de Wolff wees op het feit dat Stokvis Jood was geweest, wat, volgens spreker, betekende dat hij op twee fronten had gestreden. Bij een zo evenwichtige figuur als Stokvis was, aldus de heer Wolff, werd deze strijd echter een bron van schoonheid en alle tragiek bleef verre. Hij was een socialistisch Zionist, die met een zelfde liefde kampte voor de vrijheid van het Joodse zowel als van het Indonesische volk. Dr. B. van den Tempel sprak zijn waar dering uit voor wat de verscheidene had verricht voor de socialistische beweging in Den Haag. „Er was bij Stokvis immer een heid tussen gevoel en handeling", merkte spreker op. De heren Middelkoop, Cohen Stuart en J. Rijser sloten de rij van sprekers, respec tievelijk sprekende als vriend, als neef en als bestuurslid van de afdeling Den Haag van de Nederlandse Zionistenbond. De tonen van de Hatikwah, het Joodse volkslied, vergezelden de kist bij het dalen. Uit naam van de familie heeft daarna de heer C. H. N. Diepenhorst de aanwezigen dank gezegd voor de betoonde belangstel ling. Cultureel noodgebouw voor Noord Velsen Noord zal voorts een houten noodgebouw krijgen ten behoeve van de culturele verenigingen aldaar en de huis vesting van een kleuterschool, waartoe een bestaand gebouw naar de Noordzijde van het kanaal wordt gebracht en daar zal worden ingericht ten koste van 23.000. Voorts worden er uit de „meevaller" 100 stoelen gekocht voor het gemeentelijk vergaderlokaal aan de Abelenstraat en 75 percent der kosten, nodig voor het stimu leren van het Volkshogeschoolwerk onder het gemeentepersoneel kan eveneens voor rekening van de gemeente genomen wor den samen is dit een post van 400. De Velser gemeenschap vaart eveneens wel bij de onverwachte verrassing uit Den Haag: was er aanvankelijk 500 als bij drage aan deze groeiende organisatie ge raamd; bij nader inzien zal daarvoor 2000 nodig zijn, zodat de betrokken post met 1500 verhoogd is. Als men een gemiddeld niveau van de toch waarlijk niet zo hoogstaande Neder landse toneelschrijfkunst zou kunnen be rekenen, dan kwam „De Vrijbuiter" van Hans Martin ongetwijfeld aan de verkeerde kant daarvan terecht. De titelheld wordt ons voorgesteld als een moedig man die de kracht heeft gevonden zijn conventio nele omgeving de rug toe te keren om zijn zakelijk heil in Smyrna te zoeken, maar die op een gegeven moment tijdelijk te rugkeert om zijn in familiekring bekrompen een paar hartige woordjes te laten vallen en enige frisse waarheden uit te delen. Dat deze Rudolf Verburg met zijn laatdunkend gemoraliseer al even onuitstaanbaar is als de rest, schijnt de auteur op de één of andere wijze niet te hebben ingezien. Even slap als de inhoud is de vorm. Een merk waardige functie heeft bijvoorbeeld een zekere Kees, die een kleine rol in het eer ste bedrijf vervult, wiens behoeftige om standigheden gelegenheid bieden om de sociale bewogenheid en het gevoel voor rechtschapenheid van de hoofdpersoon te bewijzen en die tenslotte achter de scher men voortdurend bezoek ontvangt van al degenen, die op last van de schrijver van het toneel moeten verdwijnen. „Kom, we gaan Kees nog maar 'es opzoeken", laat hij ze dan zeggen. Dat is slechts één voor beeld van de armzalige verbeeldingskracht. Waarom de vereniging „Door inspanning uitspanning" dit stuk ter vertoning in haar jubileumseizoen heeft gekozen, werd er in de loop van gisteravond in de Haarlemse Schouwburg niet duidelijker op, want eigenlijk kon men het ternauwernood be vredigend bezetten. Hiermede wil niets ten nadele van deze lang niet onverdienste lijke amateurs gezegd zijn, maar wel dat de typeringen ondanks de ernstige inspan ning van goedwillende krachten niet aan de door de tekst opgeroepen voorstelling konden beantwoorden. Stellig zou een vak kundige regie hier nog veel aan hebben kunnen verbeteren. Voor het bereiken van de gewenste sfeer boden décors en meu bilering trouwens al heel weinig mede werking. De titelrol was toevertrouwd aan de heer Piet de Wit, die over genoeg routine be schikt om de situaties voortdurend mees ter te blijven. De laconieke toon, die hij soms zeer doeltreffend gebruikte, deed de rest. Het beste tegenspel ontving hij van Nelly van Esch als het jonge meisje dat om hem haar verloving verbreekt. Haar toon was in ieder geval fris en natuurlijk, al maakte zij van de grote liefdescène een voor het publiek onverstaanbaar onder onsje. Met alle goede wil van de wereld kon men haar ondanks dit alles echter niet de ideale figuur voor deze idylle noemen. Mevrouw D. Jansen had veel moeite haar gevoelens los te scheuren van het papier waarop de bewoordingen ter uiting daar van gedrukt stonden. Hoewel haar instel ling van zuiver begrip getuigde, werd de tekst onvoldoende uitgespeeld. Van de anderen mag de heer Ad Antonisse met ere worden genoemd al stond de mise- en-scène hem te weinig bewegingsruimte toe. Het is te hopen dat „D.I.U." voor de ver toning ter viering van het 80-jarig bestaan over de middelen zal beschikken om de hulp van beroepsregie in te roepen. Want dit gezelschap kan véél meer dan ditkeer bleek. D. K. In Amsterdam is opgericht „De Con- sciëntiële Unie", een beweging, die ..de over brugging van het economische, sociale en religieuse leven" voorstaat, aldus is door de oprichter medegedeeld. Voorzitter van het voorlopige bestuur is de heer F. J. Thoolen, sportarts te Amsterdam. De unie zal de federatie zijn van te stichten plaatselijke afdelingen. Enige honderden leden hebben zich inmiddels aangesloten. door ANNE LORAINE Vertaald uit het Engels 23) Na enige ogenblikken besloot ze naar beneden te gaan en zich bij de anderen in de bibliotheek te voegen. Ze vond er Man- neriey, die bij de open haard stond, Jessica, die hem een uitgebreid verslag aan 't doen was van haar belevenissen, en Millicent, die hen beide met een glimlach gade sloeg. Het open vuur gaf een bijzondere gloed aan haar prachtige roodbruine haar. Het geheel gaf de indruk van een volkomen gelukkig gezin, dacht Lynne, toen ze even in de deuropening stil bleef staan. Ze voelde zich buitengesloten en alleen.... Mannerley draaide zich echter om en lachte vriendelijk. „Daar is Lynne", zei hij hartelijk. „Kom hier, lieve kind, en warm je. Het is 's avonds koud en dit is de be haaglijkste kamer van het hele huis. Jes sica schei uit met je gebabbel en ga een glas voor dr. Thorn halen, wil je? Wat zal 't zijn? Sherry?" Het diner, dat volgde, was een verras sing voor Lynne. Preston Mannerley thuis was iemand, die ze nauwelijks herkende. Zijn stugge en dictatoriale manieren wa ren verdwenen en in plaats daarvan zat hier aan tafel een charmante man, die prettig en boeiend over elk onderwerp kon praten, die over een groot gevoel voor humor bleek te beschikken, en die door zijn zuster en Jessica, alsook door het be dienend personeel, aanbeden wei-d. Lynne keek geamuseerd naar de blikken vol ver ering, die het dienstmeisje Rita telkens in zijn richting wierp. Jessica zat met een blozend gezichtje en schitterende ogen naar haar vader's verhalen te luisteren, terwijl Millicent met haar prettige manieren een perfecte gastvrouw was. Toen de maaltijd ten einde liep, voelde Lynne zich dan ook helemaal thuis. Haar gevoel van irritatie ten opzichte van Millicent was verdwenen en ze was blij, dat ze dit weekend hier door zou brengen. Na het eten werd Jessica door Millicent naar bed gebracht en ble ven Mannerley en Lynne enige ogenblik ken alleen. Ze zaten aan weerskanten van het open vuur en de warmte maakte hen doezelig. „Het is hier heerlijk", zei ze, nadat ze beiden enige tijd gezwegen hadden en in eigen gedachten verdiept schenen. ,,U hebt het goed, dokter Mannerley. Een beeldig huis, een schat van een kind en een zuster, die u zo goed verzorgt....". Hij mompelde iets, wat ze niet verstond, en hem vragend aankijkend, zag ze een harde trek op zijn gezicht komen. Vanavond, morgen en Zondag bestaat er in het Gemeentelijk Concertgebouw gele genheid vijfentwintighonderd konijnen te bezichtigen. Dit is een groot aantal. De organisatoren van de tentoonstelling heb ben daarom met ruimte moeten woekeren. Zij beschikken niet alleen over de grote en de tuinzaal, doch ook de hal is ingericht voor de expositie. De grote belangstelling komt vooral doordat het een bondstentoonstelling is, uitgaande van de Nederlandse Konijnen- fokkersbond, waarvan de heer K. van Dijk uit Haarlem de secretaris is. Deze heeft reeds vele tentoonstellingen op het gebied van klein-veeteelt voorbereid. Ook in de organisatie van deze expositie heeft hij een belangrijk aandeel en daaraan is het te danken, dat de inrichting zo vlot is ge schied. Donderdag kwamen de konijnen uit alle delen van het land naar Haarlem en in de loop van de dag zijn ze gekeurd. De meeste dieren zijn de laatste weken hier en daar al geëxposeerd, doch thans zijn zij in Haarlem bijeengebracht voor de bondsshow. Dat betekent, dat de beste dieren uit het land te zien zijn. Vanavond zal burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers de tentoonstelling officieel openen, waarna het publiek tot het Con certgebouw wordt toegelaten voor deze bij zondere expositie. Twee broers van zeventien en veertien jaar hadden van kinderen een slagkwik pijpje ontvangen, dat dezen nabij 'de Von- delweg in Haarlem-Noord hadden gevon den. De oudste stopte het in zijn zak en beiden begaven zich omstreeks halfdrie naar hun huis aan de Nachtegaalstraat. In de keuken liet de oudste jongen het pijpje vallen en het viel op een brandend gasstel. Een ontploffing volgde, waarbij de jongens gewond werden. De oudste kreeg splinters in zijn duim en wijsvinger en de ander op zijn voorhoofd. Verder liep de jongste wonden aan drie vingers van zijn rechterfiand op. Donderdagmiddag om tien minuten voor een waren arbeiders werkzaam bij het demonteren van een stalen steiger bij het bedrijf vgn de Chemische industrie van Rids in de Waarderpolder. Vermoedelijk moesten zij door een windvlaag een buis loslaten. Deze buis raakte het hoofd van de zesenveertigjarige timmerman J. W. uit Haarlem. Deze liep een hersenschudding op en moest naar het Sint Elisabeths Gast huis worden vervoerd. HAARLEM, 3 Januari 1952 GEHUWD: 3 Jan., W. Verwer en J. Hor- selen'oerg; G. Bark en G. Bouwmeester; P. Baan en E. A. van Roode. BEVALLEN van een zoon: 29 Dec.. C. La Chapellevan Kuipers; 30 Dec., H. J. Labou- chereLagcrweij; 1 Jan., W. BonkeMees ter; C. M. VeldwijkToornvliet; J. A. Kie- zebrinkde Ruiter; 2 Jan., J. M. Goossens Zonneveld; A. M. TurkenburgKraaij; 3 Jan., D, B. Stulpde Vries. BEVALLEN van een dochter: 2 Jan., J. C. A. SpanjerbergVelthuis: P. W. Verwaal de Bruin: 3 Jan., P. W. Zethof—Damen; P. HowellBlom. OVERLEDEN: 1 Jan., A. J. M. Röpke, 55 j„ Leidsevaart; 2 Jan., F. MetusTrompetter, 86 j., Leidsevaart; W. Turkenburg, 53 j„ Kamperlaan; M. A. B. Hölscher. 61 j., Kam perlaan; J. M. Cornegoor, 66 j., Hogerwoerd- straat. Een bus op Bergen en Alkmaar, twee koek en zoopjes", wegbermen vol auto's. de kermis op de Hondsbossche dijk bij Petten, waar de gestrande „Frameggen" op sleepboothulp wacht is in volle gang en duurt voort tot diep in de nacht. De schuimende branding duwt inmiddels het schip bij millimeters tegelijk verder op de glooiing en als het dezer dagen bij hoog water niet lukt, zal de springvloed van 11 Januari de Noor moeten vlothelpen. Twee opvarenden op eiland in Stille Oceaan achtergelaten Op 8 Augustus van het vorig jaar ver liet het Nederlandse zeiljacht Anna Elisa beth de haven van IJmuiden voor een reis om de wereld. Aan boord bevonden zich de kapitein Lamberti uit Valkenburg, die het jacht van de eigenaar, de heer Beuken kamp uit Heemstede, heeft gehuurd, de in Hoorn wonende Duitser Strobel, de Belg Valjé en een statenloze, wiens naam niet genoemd wordt. Het jacht is via Curagao en het Panamakanaal naar de Stille Oceaan gevaren. Daar zou de kapitein de Duitser Strobel en de Belg Valjé op een onher bergzaam eilandje hebben achtergelaten. Naar aanleiding daarvan heeft mevrouw Strobel een klacht ingediend bij de offi cier van Justitie te Alkmaar, die een on derzoek zal instellen. Haar echtgenoot heeft haar geschreven, dat kapitein Lamberti hem en Valjé op 9 November had verzocht, post te laten af stempelen op een eilandje in de Post-office Baai, die haar naam ontleent aan het feit dat de bewoners van de eilandjes hun post in een drijvende ton deponeren. Passerende schepen nemen deze correspondentie mee, nadat zij is afgestempeld door een op een der eilandjes wonende Duitser. Strobel en Valjé maakten een tocht van twintig uren over het onherbergzame eiland om deze Duitser te vinden, hetgeen hun niet geluk te. Toen zij terugkeerden was de Anna Elisabeth vertrokken. Op het strand had men wat kleren voor de beide mannen achtergelaten. Vier weken later kwam een schip langs, dat Strobel meenam naar Ecuador. Valjé verkoos op het eilandje te blijven. Van Ecuador uit heeft Strobel zijn in Hoorn wonende echtgenote van zijn belevenissen op de hoogte gesteld. Het zeventienjarige meisje H. K. fietste Donderdagmiddag om tien voor half twee op de Schoterweg in de richting stad. Met haar rechterpedaal raakte zij een aan de kant van de weg stilstaande bakfiets van een melkhandelaar. Zij verloor de macht over het stuur en botste tegen een in de zelfde richting als zij rijdende autobus. Het meisje viel en liep een hersenschud ding op. Haar fiets werd beschadigd. Collection „Que sais-je?" Presses Universitaires de France, Paris. In deze jachtige tijd van voortschrijdende vulgarisering der kennis wenst iedereen van alles zo veel mogelijk in zo weinig mogelijk minuten te weten te komen. Vandaar de „hause" in encyclopedieën. Een encyclo pedie heeft naast vele voordelen echter dit nadeel: de uitgave is kostbaar en het duurt lang voordat zij herdrukt wordt. Na enige jaren zijn bepaalde artikelen dan ook niet meer in overeenstemming met de laatste resultaten van het wetenschappelijk onder zoek en met de feiten. De Collection „Que sais-je?" (wie zou als hij deze vraag eerlijk beantwoordt niet be scheiden worden?) heft dit bezwaar enigs zins op, althans voor sommige rubrieken. De verzameling bestaat uit afzonderlijke boekjes van pl.m. 120 blz., geschreven door een erkend deskundige. Het voordeel is. dat zo'n boekje makkelijk herdrukt en bijge werkt kan worden. Thans telt de collectie ruim 500 deeltjes, die vele gebieden bestrij ken: wijsbegeerte, godsdiensten, letteren en kunsten, economische, sociale, juridische, exacte en toegepaste wetenschappen, enz. Tot de laatste deeltjes, die wij ontvangen hebben behoren o.a.: „Les Musées de France", dat een uitstekend overzicht geeft van een honderdtal musea, met beknopte historie en, vooral voor de provinciale musea, aandui ding van de belangrijkste aanwezige werken. Verder: ,,Le théatre en France depuis 1900" dat gaarne wordt aanbevolen aan elke lief hebber van het Franse toneel, die snel weg wijs wil worden in de talloze schrijvers en stukken der laatste 50 jaar. Natuurlijk is het niet mogelijk in zo'n kort bestek een diep gaande studie te leveren. Maar de doolhof van richtingen is duidelijk getekend en de schrijver, de bekende criticus René Lalou, munt uit in het puntig formuleren en bon dig karakteriseren. Tenslotte: „Histo:'-. des Pays-Bas", door Maurice Braure, hoogleraar aan de Fac. der Letteren en Wijsbegeerte te Bordeaux. Dit werkje is met warme belang stelling voor ons land geschreven en geeft een voortreffelijke samenvatting van onze nationale geschiedenis. Dat er slechts weinig spelfouten voorkomen in de Nederlandse namen is mede een bewijs voor de nauw gezetheid en de kennis, waarmee de schrij ver zijn taak verricht heeft. S. „Nou, daar zitten we!'.', zei Rick. „Niet zo mooi, hè?", vond Oepoetie. Het zag er niet best uit. Geen van drieën zagen ze een kans om los te komen van die zandbank. Ze waren echt gestrand De een kwain met een plan, de ander stelde iets voor.maar het leverde allemaal niets op. De boot zat zo vast als 'n muur en zij konden er niet afkomen. En inmiddels werd het al donker, want het was al laat geworden. Wat nu ie doen? „Oei!wat zullen we op ons kop krijgen, als we thuis komen!", jammerde Bunkie. „Waren we maar vast thuis!", zei Rick. Maar omdat het steeds donkerder werd, moesten ze toch ergens slapen. Toen besloten ze maar in de hut te gaan en daar in een kooi te kruipen In hoofdzaak echter buitenlanders In tegenstelling tot het over het alge meen teleurstellende bezoek aan de tijde lijke tentoonstellingen, gedurende 1951 in het Frans Halsmuseum en het museum „Het Huis van Looy" gehouden, was het bezoek, (voornamelijk van niet-Haarlem- mers en buitenlanders) aan de permanente verzamelingen van het Frans Halsmuseum zéér bevredigend. Het totale bezoek over het afgelopen jaar bedroeg 29241 personen tegen 31118 in 1950, in welk laatste cijfer echter ook de 10.000 bezoekers zijn gecal culeerd van de tijdelijke expositie van peppen van Harry van Tussenbroek. In feite is het bezoek aan het eigenlijke museum dit jaar dus aanmerkelijk groter. Urker vissers in Argentinië Een van de zes Belgische vissersvaartui gen, waarmede Urkers en Belgische vissers naar Argentinië emigreren, is Donderdag de Argentijnse haven Mar del Plata binnen gelopen. P. F. Kremers overleden In Den Haag is op 37-jarige leeftijd over leden de heer P. F. Kremers, die "in 1945 de eerste beweging voor wereldregering in ons land heeft gesticht. De begrafenis geschiedt Zaterdagmorgen op St. Barbara te Amsterdam. Ir. J. Blokland Visser, chef-constructeur der N.V. Koninklijke Maatschappij De Schel de te Vlissingen heeft wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid genomen van dit bedrijf. Ir. Blokland Vis ser, die in 1913 in dienst trad bij De Schelde, heeft vele schepen voor de Rotterdamse Lloyd ontworpen. De officier van justitie bij de Amster damse rechtbank heeft tegen de 40-jarige stationsarbeider der Nederlandse Spoorwe gen H. J. H., die in April van het vorig jaar overwegwachter te Bussum was, een maand gevangenisstraf geëist. Op een dag in April had H. verzuimd de bomen van de overweg bij de Herenstraat te Bussum te sluiten, toen een goederentrein uit Amers foort naderde. Van zijn nalatigheid waren bijna een Bussemse fabrikant en zijn echt genote, die per auto de overweg passeerden, slachtoffer geworden. De heer Folkert Swier zal Maandag 7 Januari in het ICC-paviljoen te Amsterdam gehuldigd worden ter gelegenheid van het feit, dat hij veertig jaar secretaris is van drogistenorganisaties. Van 7 Januari 1912 tot 2 Januari 1942 was hij secretaris van de Algemene Nederlandse Drogistenbond en daarna van de vakgroep drogisterijen. De Zwitserse ingenieur J. K. uit Linthal, aan wie oplichting van enige Venlose aannemers ten laste was gelegd, is tot negen maanden gevangenisstraf veroordeeld. Een groot gedeelte van de nieuwe 450 ha. grote Zuid-Sloepolder tussen Walcheren en Zuid-Beveland zal definitief worden ver pacht. In Augustus 1950 werd de nieuwe polder aan boeren uit de omgeving voor de tijd van twee jaar in tijdelijke pacht uit gegeven. De directeur van de gas- en water bedrijven te Maastricht, ir. Cl. Driessen, is door de Belgische regering benoemd tot rid der in de Orde van de Kroon, wegens het zeer verdienstelijk werk door de heer Dries sen bewezen aan het Belgische leger gedu rende de laatste oorlog. Op Nieuwjaarsdag bracht in Tolbert in Groningen de 17-jarige J. van der V. in een grote melkbus carbid tot ontploffing. Door toevoeging van een grote hoeveelheid water vormde zich zoveel gas. dat de jongen het deksel van de melkbus met grote kracht tegen zijn gelaat kreeg. Zijn onderkaak werd ver brijzeld en hij zal een oog moeten missen. Een Haagse woonwijk, begrensd door Laakkade, Trekweg. Broeksloot en Noord- polderkade, is Donderdagavond een uur lang van stroom verstoken geweest. Twee trans formatoren waren tengevolge van over belasting van het net uitgevallen. De 31-jarige mijnwerker H. uit Echt is Donderdagmorgen bij werkzaamheden in een breukpeiler op de 636 nieter-verdieping van Staatsmijn Hendrik te Brunssum door val lend gesteente bedolven en omgekomen. Hij was gehuwd en vader van één kind. Kapitein F. H. Dohbinga van de „Rijn dam" van de Holland-Amerika Lijn is in een ziekenhuis te New York opgenomen. Zijn toestand is niet ernstig: hij is ziek geworden toen de „Rijndam" op thuisreis was van een vacantie tocht in de Caraïbische Zee. Het schip zal Zaterdag uit Norfolk vertrekken voor de eerste van twee speciale reizen. Kapitein C. van Beek, voormalig commo dore van de Holland-Amerika Lijn, zal kapi tein Dobbinga op deze twee reizen ver vangen. Van 7 tot 12 Januari wordt in Delft de vijfde jaarconferentie gehouden van de in ternationale organisatie voor de uitwisseling van technische studenten. In deze organisatie zijn 16 landen vertegenwoordigd. In het afgelopen jaar zijn circa 2600 studenten uit gewisseld. Nederland zal medewerken aan het stichten van een internationaal mathema tisch centrum, dat in Rome zal worden ge* vestigd. Het internationale rekencentrum zal drie functies hebben, namelijk weten schappelijk onderzoek, opleiding van jonge wiskundigen en het diensten verlenen aan wetenschappelijke onderzoekers, organisa ties en industrieën. HAARLEM EN OMGEVING De Haarlemse politie heeft proces-ver baal opgemaakt tegen een vierenvijftig-jarige schilder die gepoogd heeft een ruit te ver nielen van het gebouw van Sociale Zaken aan de Raamsingel te Haarlem. Hem was meegedeeld, dat hij Zaterdag over'oruggings- geld kon komen halen. Buiten gekomen nam hij een steen met de bedoeling, naar hij ver klaard heeft, daarmee tegen een ï-uit te gooien. Hij raakte echter de gevel. iviej. J. Henneveld te Haarlem is be noemd tot onderwijzeres aan de Chr, school te Rijk (Haarlem nermeer). Op een bijeenkomst van jeugdleiders van verenigingen, aangesloten bij de afdeling Haarlem van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, heeft de heer J. H. Martens uit Zeist Donderdagavond in restaurant Brinkman aan het Plein gesproken over „De verhouding van de scheidsrechter tegenover de jeugdleider". Hij merkte op. dat de jeugd leiders de taak hebben om de jonge voet ballers bij te brengen correct op te treden tegen scheidsrechters die beschouwd kunnen worden als de vertegenwoordigers van de KNVB. Het is ook vel gebeurd, dat jeugd leiders zich met de leiding van een wed strijd bemoeien. Dit is geheel onjuist. Zij dienen een voorbeeld te geven aan de jeugd. De voorzitter van de jeugdcommissie van de afdeling Haarlem van de KNVB, de heer H. W. van Turnhout, heeft mededelingen gedaan over de jeugdkampen voor voetbal lers, welke dit jaar in Doetinchem, Hoek van Holland en Vught gehouden zullen worden. „Dat is inderdaad, wat iedereen tegen me zegt", zei hij en een glimlach ver zachtte zijn gezicht weer. „Het lijkt alle maal heel mooi. Wat heb jij zelf voor jeugd gehad, Lynne?", voegde hij eraan toe. En toen ze hem antwoorden wilde, onderbrak hij haar: „Nee, laat 't me raden, goed? Je vader kan ik me helemaal voorstel len „Hoezo? U hebt hem toch niet gekend?" Hij lachte even. „Iedereen, die jou kent, kent je vader", zei hij. „Het is merkwaar dig, hoe dikwijls een vader vooral een dochter sterk beïnvloedt. Sinds ik je ken, Lynne, weet ik, hoe je vader was. Je ziet de dingen met zijn ogen en je zegt dingen die hij je ingaf. Je leeft een leven, zoals je- meende, dat hij 't wilde. Heb ik geen gelijk?" „Ik weet 't niet....". ,,'t Is waar", drong hij aan. „Je hebt erg veel van hem gehouden. Als je over hem praat, komt er een speciale blik in je ogen. Je citeert graag en dikwijls woor den van hem. Soms ben ik wel eens bang, dat je te veel van hem gehouden hebt. Het kan gevaarlijk zijn, Lynne, tè veel van iemand te houden, wanneer wij b.v. ons leven trachten in te richten volgens het patroon van het geliefde wezen, wat niét helemaal ons eigen patroon blijkt te zijn. Je hebt een prettige jeugd gehad, Lynne, dat voel ik. Je had een hartelijk, warm en gezellig thuis. Je lag 's nachts niet alleen in bed te huilen en je voelde je niet eenzaam. Er werd goed voor je gezorgd en je had een normaal gelukkig kinderbestaanDaarom doen de din gen van het leven je nu des te meer pijn". Hij voelde, hoe ze onmiddellijk verstijf de, en hief een hand op. „Jij, met jouw ervaring als dokter", vervolgde hij rustig, „moet toch weten, dat pijn geen vloek is, maar een zegen. Als er geen pijn bestond, zou er ook geen genezing bestaan, want we zouden niets weten van de duistere gezwellen, die onder de oppervlakte groeien. De chirurg heeft de pijn nodig als een aanwijzing voor zijn helpende hand. Wijze mensen zijn niet bang voor pijn, Lynne, en accepteren deze kwelling om er beter door te worden. „Ik begrijp niet helemaal, waar u heen wilt", zei ze kortaf. „Kunnen we niet over iets anders praten. In de kranten schrij ven ze over een stuk dat momenteel ge speeld wordt, „De Zwaluwen „De Zwaluwen vliegen hoog", vulde hij onmiddellijk aan. „Ik hoop er heen te gaan. Een vriend van mij is de schrijver en dus heb ik er een zeer speciale belang stelling voor. Er wordt in dat stuk een ingewikkeld probleem behandeld, dat me persoonlijk niet boeit. Mijn vriend heeft me twee plaatsen beloofd. Zou je er voor voelen de volgende week met me mee te gaan, Lynne?" „Hebben jullie 't over het nieuwe stuk van Forsight?", kwam Millicent, die de kamer binnengekomen was, tussenbeide. „O, Preston, we moéten dat gaan zien. Iedereen spreekt erover....". Ze hield op en keek hem vragend aan. Lynne bloosde en voelde zich niet op haar gemak. Man nerley leunde voorover om zijn pijp tegen de schoorsteenmantel uit te kloppen. „Ik vroeg juist aan Lynne, of ze zin had de volgende week met mij mee te gaan, zei hij rustig. „Ik dacht, dat ze 't wel aardig zou vinden het stuk te zien". „Maar als uw zuster wil gaan", begon Lynne haastig, de teleurgestelde blik in zijn zusters ogen ziende „doet u alstu blieft maar net alsof u me niet gevraagd hebt, dokter, ik kan altijd nog wel eens gaan Er was even een aarzeling, maar dan gaf deze hartelijk toe: „Natuurlijk ga ik wel eens een andere keer! Gaat u met mijn broer mee, dr. Thorn, het is voor hem ook goed eens met iemand anders uit te gaan. Ik zeg het hem zo vaak, dat hij niet overal zijn zuster mee heen moet slepen. Nu nog een vraag: speelt u bridge? Later op de avond komt een vrien din van mij De rest van de avond verliep rustig en vreedzaam. De vriendin van Millicent was een oudere dame, die Lynne boeide door haar bijzondere kennis van antiek porce- lein, en na enige robbertjes gespeeld te hebben, schaarde het gezelschap zich rond de open haard, waar men nog lange tijd bleef praten. De volgende morgen, na een heerlijk ontbijt op bed, werd Lynne gevraagd, of ze met Preston en Jessioa meeging voor een wandeling. „Mag ik Bruno gaan le nen?", vroeg het kind opgewonden, en toen Preston knikte, was ze onmiddellijk ver dwenen. Lynne keek hem verwonderd aan. „Ze is dol op honden", legde hij uit. „Als we gaan wandelen, lenen we de hond van de buren. Mijn zuster houdt niet van hon den, en op deze manier hoeven we geen belasting te betalen en hondenbrood te kopen". Ze lachte en liep met hem naar bui ten. Het was fris en winderig en toen ze in de richting van de Heath wandelden, kwam Jessica achter hen aan hollen met een hond, die als een dolle om haar heen sprong. Lynne leerde thans weer een ande re zijde van Preston Mannerley kennen. Hier in de buitenlucht, in de frisse wind, scheen het laatste spoor van zijn stijve doktersmanieren van hem af te vallen en werd hij de vlotte, vrolijke jongeman, die hij eens geweest moest zijn. Lynne, die als kind altijd buiten gewoond had, deed on middellijk mee met zijn uitgelaten stem ming en het duurde niet lang, of' ze renden met z'n drieën om het hardst, speelden verstoppertje achter dikke bonien, kortom gedroegeij zich alsof ze niet ouder waren dan Jessica. Het kind was buiten zichzelf van enthousiasme en hing hijgend dan eens aan Lynne's arm, dan weer aan die van haar vader. „Ik vind u reuze aardig", zei ze tegen Lynne, „werkelijk rèuze aar dig! Ze is helemaal geen saaie dokter, hé Pappie? Ze is enig en veel leuker dan tante Mill. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 6