Met de industrialisatie van de Waar derpolder zal binnenkort een begin worden gemaakt De „Old Vic" gaf in Nederland wereldpremière „King Lear" TAXI 12500 Lynne Thorn's dilemma -Clowntje Rick GEMEENTERAAD HAARLEM Huisvestingsprobleem C oornhertlyceum wordt nu definitief opgelost Vertoning van barbaarse schoonheid Uitbreiding belasting gebied der gemeenten? 4 WIM IB O FEUILLETON Van uitstapje kwam rechtszaak Uitspraken Haarlemse, rechtbank Halve ton boete geëist tegen de A.T.O. Voor de kinderen Mogelijkheid wordt thans onderzocht Sluiter clubkampioen der Haarlemse Damclub Sport in 't kort DONDERDAG 10 JANUARI 19 52 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIE De Haarlemse gemeenteraad heeft gistermiddag een belangrijke stap gezet in de richting der industrialisatie van de Waarderpolder. De raad nam namelijk het besluit <xn aan de N.V. Grafische Industrie te Heemstede, voor de tijd van vijf-en-zeventig jaar, een stuk grond gelegen aan de Oudeweg, hoek Nijverheidsweg in erfpacht te geven, op welk terrein de N.V. een r.ieuwe fabriek zal bouwen. Het had overigens heel wat voeten in de aarde voordat de vroede vaderen hun stem aan het voorstel van B. en W. gaven. Temeer daar de firma Seyffert, die in de polder reeds een bedrijf heeft staan, zich door de vestiging van deze nieuwe industrie in haar uitbreidings mogelijkheden belemmerd zag. Daar kwam nog de onteigeningskwestie bij, waarover oeze firma reeds enige tijd met het coliege van burgemeester en wethouders in onder handeling is. Voordat zich een levendige discussie over de industrialisatie in de Waaderpolder ontspon, gaf wethoudei II a p p een korte toelichting op de huidige stand van zaken. Hij deelde de raad daarbij mee, dat het geenszins in de bedoeling van B. en W. ligt om tot onteigening van de grond van de firma Seyffert over te gaan en dat er naar gestreefd zal worden een oplossing te vinden, die zowel voor de fii-ma Seyffert als voor de gemeente aanvaardbaar is. Van alle kanten is het voorstel door de raadsleden bekeken. In principe was men het er roerend over eens dat Haarlem met industrialisatie in de polder gediend is en de heer Van Boekhoven (P. v.d. A.) zag voor zgn geestesoog dé polder al her schapen in een bloeiend industriegebied: „Als er één schaap over de dam is, volgen er vanzelf meer". Een veronderstelling die wethouder H a p p verleidde tot de ver klaring dat zich al een tweede candidaat voor het verkrijgen van een fabriek in de polder had gemeld. Mevrouw Scheltema (V.V.D.) koes terde grote bezwaren tegen de garantie die de gemeente zou willen verlenen, omdat zij daarin een precedent zag voor de toekomst. Zij achtte het allerminst een taak van de overheid, zich garant te stellen voor de be drijven die in de polder zullen verrijzen en noemde zulks zelfs een ongezonde ontwik keling, waaruit tal van consequenties kun nen ontstaan. Bovendien meende zij in die gang van zaken een socialisering te zien, welke zij ten zeerste afkeurde. De heer Wen sing (C.H.U.) was van oordeel dat de gemeente min of meer gaat deelnemen aan het ondernemersrisico, door zich garant te stellen en de heer Spek (A.R.) stelde zich op het standpunt dat de voorstemmers in geen geval een precedent wensen te scheppen als zij zich nu met de gemeente garantie accoord verklaren. De heer Schippers (K.V.P.) zag het risico dat de gemeente op zich neemt, min der ernstig in en beschouwde de garantie meer als het bieden van de helpende hand. Wethouder H a p p betoogde dat de ge meente er zeker niet op uit is om allerlei fabrikanten naar de Waarderpolder te lok ken. Het voorstel zoals het door B. en W. ter tafel is gebracht, steunt op langdurige en grondige onderhandelingen. Het risico is tot het uiterste beperkt en bovendien is een niet onbelangrijke overwaarde voor handen. De socialisatietendenz is volgens de wethouder niet aanwezig. Hij verklaarde tenslotte dat niet nagelaten zal worden, een oplossing voor de firma Seyffert te vinden. De raad nam daarop het voorstel met 29 tegen 8 stemmen aan. Nieuw gebouw voor Coornhertlyceum De raad nam gistermiddag nog een ander belangwekkend besluit: Er zal een begin gemaakt worden met de definitieve oplos sing van de huisvesting van het Coornhert lyceum, dat op het ogenblik in het landhuis „Oosterhout" aan de Oosterhoutlaan is on dergebracht, waar het reeds geruime tijd met een ernstig tekort aan ruimte te kam pen heeft. Ook voordat dit besluit viel, had den de raadsleden uitvoerig van gedachten gewisseld over de mogelijkheid andere wegen dan door B. en W. waren voorgesteld te bewandelen. Zo oordeelde de heer Goe- dee (P. v. d. A.) het wenselijk, dat de bouwplannen niet ten uitvoer werden ge legd, vóórdat de financiering van de wo ningbouw voor dit jaar in kannen en krui ken zit. Mejuffrouw Bol si us (K.V.P.) gaf als haar mening te kennen dat, als de raad zich met het begin van de bouw ac coord verklaarde, ook „ja" moet worden gezegd als de voortzetting ei-van ter tafel kwam. En dat wil dan zeggen dat er ruim twee millioen voor de dag moet komen. Een andere moeilijkheid zag zij in' de deelname van de buitengemeenten aan de bouwkosten, „want wij hoeven toch niet te betalen voor het onderwijs dat leerlingen, die niet in Haarlem wonen, genieten". Mejuffrouw Boïsius zag gaarne de mogelijkheid over- ADVERTENTIE met TRIO VISSERS-DE LEUR JAAP MOLENAAR vertelt van spookjes en sprookjes Quatremaïns Korzelius-Eorlé Herhaling radio-uitzending op 'T OLDE BINNENHOFJE Singel 449, Amsterdam Res. 30643-42052 wogen, dat door middel van school-ruiling een oplossing werd gevonden en deed de suggestie aan de hand de H.B.S.-A definitief naar „Oosterhout" over te plaatsen. De heer Spek (A.R.) betoogde dat on danks de financiële kosten aan de voorge stelde bouw begonnen moest worden: „Dat is in het belang van ons middelbaar onder wijs". Het dragen van de grote financiële lasten noemde hij temeer een gemengd ge noegen, omdat veel Teerlingen uit randge meenten het Coornhertlyceum bezoeken. Daarom meende hij dat als op basis van vrijwilligheid geen betere resultaten dan de huidige met deze randgemeenten konden worden bereikt, andere maatregelen ge nomen moesten worden. De heer Spek zei echter de voorkeur te geven aan een op lossing in overleg. De heer W e n s i n g (C.H.U.) achtte het noodzakelijk dat zelfs als de onderhandelingen met de buitenge meenten spaak zouden lopen, de bouw moet doorgaan. Hij voegde hier echter aan toe, dat hij er evenals de P. v. d. A. voor stander van was, dat onder alle omstandig heden prioriteit aan de woningbouw wordt verleend en dat hij niet zou voorstemmen, als het college van B. en W. niet de ver zekering gaf, dat die prioriteit gehandhaafd zou blijven. Wethouder Geluk betoogde dat het noodzak.elyk is dat het Coornhertlyceum een nieuw en eigen gebouw krijgt. Hij noem de het een historische en culturele taak, dat het onderwijs in Haarlem zo goed mogelijk te maken. De mogelijkheid om scholen van gebouwen te laten verwisselen, is volgens de heer Geluk uitgesloten. Zo zal „Ooster hout" bijvoorbeeld onmogelijk plaats kun nen bieden aan een H.B.S.: De lokalen zijn daarvoor veel te klein. Het verdelen van de klassen van het lyceum over enige an dere scholen, kan evenmin een oplossing zijn, want daardoor zou teveel schade aan het onderwijs worden toegebracht. Leraren en leerlingen mopten zich nu al te grote offers getroosten. Om enige lokalen aan „Oosterhout" toe te voegen, achtte de wet houder weinig economisch en voor de toe komst zonder veel resultaat. Met de bouw van een geheel nieuwe school zal de priori teit voor de woningbouw overigens niet gé- schaad worden: B. en W. zullen trachten voor de schoolbouw een speciale geldlening aan te gaan. Sprekende over het overleg met de randgemeenten, constateerde de wethouder dat voldoende begrip voor de moeilijkheden van Haarlem wordt getoond. Machinale baanveger De ysbaan zal dit seizoen schoongemaakt en sneeuwvrij gehouden worden met behulp van een „ijsbaanveegmachine" die de ge meente 5000,kost. Wel waren enige raadsleden tegen de aanschaf van deze machine, omdat zij meenden dat de behoefte er aan niet zo dringend was, maar wethou der Geluk somde zoveel voordelen op onder meer besparing van werkkrachten dat het merendeel der leden zich tenslotte gewonnen gaf. De goedkeuring van de winst- en verlies rekeningen van de Haarlemse Stichting voor Woningverbetering, ondervond enige stagnatie toen de heer Hennevelt (C. P. N.) protesteerde tegen de methode van deze stichting om lijsten van wanbetalers aan te leggen, ter voorkoming van huur schulden. De heer Van Bock h'o ven (P. v. d. A.), die voorzitter van de stichting is, verdedigde deze maatregel door uiteen te zetten dat het een sociale taak van een wo ningstichting is, er voor te waken dat haar leden zich niet begraven onder de schulden. De heer Van Boekhoven voerde onder meer aan dat, zodra een huurschuld wordt ge constateerd, met de schuldenaar in over leg wordt getreden. Personalia In de commissie van toezicht op de Stads bibliotheek en -Leeszaal werden herbe noemd dr. L. M. v. Dis en mr. A. Wensing. Tot onderwijzer aan de J. P. Coensehool werd benoemd de heer F. van der Waag. Onderwijs Voor de aanschaf van leermiddelen werd aan de gemeentelijke avondschool voor handelsonderwijs een bedrag van 500, toegekend. door ANNE LORAINE Vertaald uit het Engels 28) „Wanneer trouw je? Denk erom dat je me uitnodigt! De bruiloft van mijn eigen dochter heb ik niet meegemaakt, maar de jouwe wil ik dan toch niet missen!" Lynne's stem klonk kalm, toen ze beleefd vroeg: „Gaat 't goed met Jean?" „Hoe zou ik 't weten?", zei hij zuchtend. „Niemand vertelt me ooit iets. Toen ik jou vroeg om met mij naar de Glaxa-club te gaan om het jolige stel te ontmoeten, heb je me laten zitten. Zou je nu nog niet eens een avond mee kunnen gaan?" „Ik heb geen enkele avond vrij, dokter", verzekerde ze hem haastig. „Preston en ik hebben zoveel afspraken. Wilt u Jean mijn groeten doen, als u haar ziet Ze hoorde hem iets mompelen en daar na werd het gesprek afgebroken. Ze hoop te, dat iemand Jimmie van haar aan staand huwelijk op de hoogte zou stellen. Ze zou graag willen, dat hij wist, dat iemand .anders haar wel de moeite waard De Centrale School I en de Chr. Huygens- school kregen voor hetzelfde doel respectie velijk 653,en 654,toegewezen. Voorts werden ingevolge de Lager Onder wijswet aan de gemeentelijke scholen voor gewoon, voortgezet gewoon, uitgebreid en buitengewoon lager onderwijs verschillende bedragen toegekend. De Prinses Marijkeschool ontving een voorschot op de gemeentelijke vergoeding van 1.427,Ter bestrijding van de kos ten verbonden aan het onderzoek naar de stand van het huidige nijverheidsonderwijs en ter beraming van de middelen om hierin zo nodig verbetering te brengen, werd 400,beschikbaar gesteld. Een Haarlemmer, die onbekend wenst te blijven heeft de gemeente 1000,ge schonken, voor het met de Woningbouw lening 1951 beoogde doel. Enige ingezetenen hebben de gemeente een paar schilderijen en twee tinnen kande laars en een tinnen komfoor aangeboden, die in het Frans Hals Museum zullen wor den geplaatst. Het personeel van de Ge meentelijke Dienst voor Sociale Zaken heeft ter plaatsing in het gebouw van deze dienst, een schilderij van het Proveniershuis door Poppe Damave aangeboden. De gemeenteraad besloot verder een be- drag van 800,uit te trekken, als bij drage in het aan de Vereniging van Neder landse Gemeenten aan te bieden geschenk, ter gelegenheid van het veertigjarig be staan van deze vereniging. Met de N.V. Provinciale en Gemeentelijke Electriciteits Maatschappij te Haarlem werd een geldlening van één millioen gul den aangegaan tegen een rente van '6% percent. De raad hechtte zijn goedkeuring aan de bouw van een nieuw transformatorstation aan de Magdalenastraat ten behoeve van de N.V. Drukkerij „De Spaarnestad". De kosten van de kabels die van de Nassaulaan af naar het nieuwe station moeten worden aangelegd, zullen door de N.V. en de ge meente, elk voor de helft zijnde 3000, worden betaald. Voorts werd een verordening ingevolge de Wet Autovervoer Personen vastgesteld en werd aan het daarvoor in aanmerking komend gemeentepersoneel een uitkering ineens van 5% toegekend. Een motie van mr. M. D. Proper C. P. N.) luidende: „De raad van de gemeente Haarlemt keurt af dat de Chemische In dustrie Rids te Haarlem sinds jaren functio neert zonder vergunning van burgemeester en wethouders krachtens de Hinderwet, daarbij handelend in strijd met de wet", werd verworpen. Slechts de vier commu nistische raadsleden stemden voor. De officier van Justitie bij de Haarlemse rechtbank, mr. G. W. F. van der Valk Bou- man, eiste hedenmorgen één maand gevan genisstraf en ontzegging van de bevoegd heid om een motorrijtuig te besturen voor de tijd van één jaar, tegen de 45-jarige bloembollenkweker H. T. P. P. uit Nieuw Vennep, die er van werd verdacht in de nacht van 8 op 9 April van het vorig jaar in Haarlem een auto te hebben bestuurd, terwijl hij onder invloed van sterke drank verkeerde. De verdachte ontkende dit echter en deed omstandig uit de doeken wat hij die dag zoal had gedaan. Met een Amerikaanse gast was hij naar Alkmaar en Santpoort getogen, na eerst in de morgen thuis een borreltje te hebben gedronken, 's Avonds ging de reis naar Haarlem, waar zij in een café aan het Houtplein belandden. De ver dachte verzekerde daar géén alcohol ge dronken te hebben, hoewel de verbalisant verklaarde dat hij de indruk wekte zulks wèl gedaan te hebben. Toen hij de auto namelijk, op aanwijzing van een taxi-chauf feur op het Lorentzplein aanhield, ont waarde hij een sterke parfumlucht en con stateerde verder dat de verdachte, toen hij mee naar het bureau werd genomen, aller minst vast op zijn benen stond. Een collega van P., die de bewuste avond in hetzelfde café had gezeten, verklaarde d?"rentegen dat P. geen sterke drank had aangeraakt die avond. De Amerikaan wèl. En dat was ook goed te zien. Mr. B. Stomps, die als verdediger van de verdachte optrad, voerde aan dat de .par fumlucht niet afkomstig kon zijn van de tabletten die verdachte wellicht ingenomen zou kunnen hebben, om de dranklucht te weren. In de morgenuren had hij een fric tion genomen en als gevolg van de regen, rook die ook 's avonds nog sterk. Mr. Stomps achtte het ten laste gelegde niet bewezen, betreurde het dat geen bloedproef van de verdachte was genomen en vroeg vrijspraak. De rechtbank zal op 24 Januari uitspraak doen. De Haarlemse rechtbank veroordeelde hedenmorgen de Heemsteedse zakenman W. S. conform de *feis van de officier van Justitie tot zes maanden gevangenisstraf, wegens uitlokking van valsheid in ge schrifte én gebruikmaking van een vals geschrift. S. had in 1946 zijn vrouw er toe bewogen een kwitantie groot 22.653,43 te schrijven met de ondertekening V., zijnde een Joodse landgenoot die dit bedrag van de firma te vorderen had. De vrouw van S. werd veroordeeld tot één maand voorwaar delijk, met een proeftijd van twee jaar. Tegen haar was twee maanden voorwaar delijk geëist. De Haarlemse koopman A. S., die van een vriend 300 had losgekregen voor „een handeltje", maar er met het geld van door ging zonder zich verder om het handeltje te bekommeren, werd veroordeeld tot zes maanden met aftrek. Er was acht maan den tegen hem geëist. De procureur-generaal bij het gerechts hof te Amsterdam heeft tegen een 48-jarige chef-commies van de A.T.O. wegens een deviezenovertreding een geldboete geëist van 50.000. Deze zaak diende reeds voor de vierde keer voor een rechterlijke in stantie. Ten laste was gelegd, dat in de boeken van de A.T.O. te Rotterdam 260.000 waren gecrediteerd ten name van een niet- ingezetene en wel buiten de Nederlandse Bank om. De procureur-generaal hield er rekening mee dat de A.T.O. de eventueel op te leg gen boete zal betalen. Het hof zal uitspraak doen op 23 Januari. Kat ja Berndsen en Peter Aryans heb ben het cabaret van Chiel de Boer verlaten. Jo Spiers heeft meegedeeld, dat hetzelfde voor hem geldt, maar in feite heeft hij nooit tot het gezelschap behoord. Wel heeft hij de jongste tournée naar Indonesië mee gemaakt. Op de sleepboot had men het scheepje inmiddels ontdekt. De kapitein vond het vreemd, dat het scheepje zomaar, met opgerold zeil, op de golven dobberde. Hij keek er aandachtig naar door z'n verrekijker. ,,Ik zie alleen maar drie jongens op die schuit en anders niemand", mompelde hij. Toen de sleepboot dicht bij het Kabouterscheepje was gekomen, boog de kapitein zich over de verschansing en riep hen aan; hij vroeg, wat er met hen aan de hand was. „Wij zijn schipbreukelingen!", riep Bunkie. Komt u ons helpen?" „We zijn weggedreven 'met de boot!", riep Rick. „Zoeen raar geval!", zei de kapitein. „Wacht maar, we zullen jullie overnemen!" De sleepboot toerd vlak naast het scheepje gestuurd; dat moest voorzichtig gebeuren, anders konden de schepen wel eens hard tegen elkaar botsen „Nou", riep de kapitein. „Eén voor één overspringenik zal je 'n handje helpen!" En Bunkie werd aan boord van de sleepboot getrokken vond om mee te trouwen! Het waren min derwaardige en kinderlijke gedachten, maar ze kon er niets aan doen. Het was een wonderlijk toeval, dat Nan degene zou zijn, die ervoor zorgde, dat haar wens in dit opzicht vervuld werd. „Ik heb vanavond een afspraak", %'er- telde Nan op een avond, terwijl ze het eten voor Lynne en zichzelf klaarmaakte. „Een vriend van me heeft me meegevraagd naai de Glaxa-club. Speelde daar die vriend van jou niet?" Lynne wendde zich af: ze was bang dat Nan de blos, die op haar wangen kwam, zou zien. Maar Nan ontging niets en ze keek Lynne onderzoekend aan. „Heb je nog een boodschap voor hem?", vroeg ze luchtig. Lynne wreef met grote zorg een glas schoon. „Je kent hem toch niet?", zei ze zacht. Nan snoof verachtelijk. „Je hoeft een bandleider toch niet te kennen", zei ze spottend. „Als jij een boodschap hebt, zorg ik wel, dat hij die krijgt." „Ik wil helemaal geen boodschap zen den. Waarom zou ik? Ik heb Jimmie Mathers niets meer te zeggen. Het is uit tussen ons....". „Is dat werkelijk waar?" Nan keek haar ernstig aan. „Lynne, zeg me eens, is dat huwelijk van jou wel verstandig? Kijk me niet zo hautain aan, liefje; ik weet, dat je denkt, dat 't mij niet aangaat, en gelijk heb je tot op zekere hoogte. Maar ik ben nu eenmaal erg op je gesteld, Lyn ne, en daarom kan ik niet ziende blind De onsterfelijkheid van Shakespeare schuilt mede hierin dat de meeste van zijn werken in zekere zin onvoltooid blijven, hetgeen wil zeggen dat men doorgaans na iedere nieuwe opvoering het gevoel over houdt dat er nog meer van te maken moet zijn. Nu heeft het gezelschap van de Old Vic uit Londen eergisteren in Rotterdam en gisteren in Den Plaag de eerste voorstel lingen gegeven van „King Lear" onder regie van Hugh Hunt en wederom bleef men na afloop zitten met het besef dat er iets huiveringwekkend groots was be naderd doch niet bereikt, ondanks het ovationele applaus dat speciaal Stephen Murray, de vertolker van de titelrol, in ontvangst mocht nemen. Men kon trouwens niet zeggen dat er een nieuw element aan de bestaande opvattingen was topgevoegd of dat deze verder waren uitgediept, want om te beginnen maakten de talenten der medewerkenden een te bescheiden indruk en in de tweede plaats had de regisseur zich voornamelijk toegelegd op een demon stratie van de wel eens in twijfel getrok ken speelbaarheid. Maar zijn mise-en-scène mocht er dan ook wezen! Hugh Hunt (wij kenden hem reeds door zijn dynamische „Hamlet"-ver- toning in het Holland Festival van 1950) heeft er kennelijk naar gestreefd de pri mitieve geestesgesteldheid van de personen uit dit epische treurspel uit een barbaarse atmosfeer te laten voortkomen. Van bijna ongekende pracht waren de costuums van Reece Pemberton, die arrangementen in de enigszins theatrale geest der late renais sance mogelijk maakten, mede dank zij de even practische als suggestieve „paravents" of schuifdécors. Zo magnifiek als de on heilszwangere belichting van de achter grond was, zo zonderling werkte soms het -ontbreken van het voetlicht en van schijn werpers uit de zaal, waardoor menigmaal deze „bewegende schilderijen" aan een film in technicolor deden denken. Bij het geven van een beoordeling der spelprestaties is het moeilijk niet in een vergelijking te vervallen, maar de eerlijk heid gebiedt mij te zeggen dat ik dikwijls moeite heb gehad de koning Lear van Al- bert van Dalsum uit mijn herinnering te bannen. Deze Nederlandse acteur speelde die rol in 1948 vaak te krampachtig en met veel minder technisch kunnen dan waar over Stephen Murray bleek te beschikken, maar met een tot in de vingertoppen door trillende bewogenheid, aldus alle overgan gen doormakend van een eigenzinnig heer ser, via het deerniswekkende stadium der verstandsverbijstering tot de sidderende tederheid van een gelouterd mens. Hij be reikte daardoor hoogtepunten (en daarbij denk ik speciaal aan het weerzien met Cordelia: „Wij willen nu ten kerker en saam als vogels in de kooi er zingen") waaraan zijn Engelse collega bij lange na niet toekwam. Doch daartegenover stond dat er een allesomvattende greep op de persoonlijkheid was gedaan, die zeer in drukwekkend genoemd kan worden. Een compliment dat men trouwens de verto ning als geheel evenmin onthouden mag, want deze verliep consequent binnen de limiet van de gekozen stijl. Uitstekend en veelbelovend was van Murray vooral het begin, waarin hij Lear voldoende majesteit verleende om hem ook later, tijdens zijn voortdurende afta keling „every inch a king" te doen blijven. Hij deed zich kennen als een onbeheerste tyran, gewend om gehoorzaamd te worden op het geringste teken, trots en zelfverze kerd, maar toch ook met het nukkige en zeurderige van een oude man, wiens enor me krachten weldra snel en sissend geblust zullen worden. Aan drift en bezieling ont brak het hem ook in het verdere verloop van dit treurspel geenszins, doch bij de laatste uitbarstingen van zijn reeds smeu lend gevoel (zoals bijvoorbeeld in de scène van het misschien wat al te realistische noodweer op de hei) haalde hij niet de volle toon, die verschrikking moet zaaien en medelijden oogsten. Ofschoon ik het gevaar besef van steeds maar weer op nieuw een bijzondere interpretatie op de voorgrond te willen schuiven, dunkt het mij duidelijk dat Shakespeare ook hier de noodlottige gevolgen heeft willen bewijzen van de mateloosheid waardoor „het kwaad tenslotte zichzelf verslindt" zoals in „Troilus en Cressida" wordt gezegd. Om dit te illustreren waren de exclamaties van deze Lear ter vervloeking van zijn kwaadaardige dochters reeds te jammer lijk. Hier had de hooghartigheid van de machtswellusteling, die mede daardoor zichzelf te gronde richt, een laatste uiting moeten vinden. Heel mooi waren de op flakkeringen van zijn zwaar beproefd ver stand in zijn seniele hulpeloosheid. Over de rest van de bezetting moet ik kort zijn. Bij de zedeloze en overspelige dochters (Freda Jackson en Coral Browne) lag het kwaad er al te dik opgesmeerd om ook nog iets van instinctieve reactie te suggereren. Charmian Eyre, die men hier kent door haar medewerking aan de voor stellingen door de intussen opgeheven Young Vic, was wat koppigheid aangaat geheel haar vaders dochter in het eerste bedrijf, doch liet verder haar spel tezeer vervlakken. Andre Morel! gaf Kent de zijn, terwijl jij op het punt staat een weg op te gaan, die niet naar je geluk zal voe renJe hield van Jimmie". Nan, gebruik je verstand", drong Lynne aan. „Ik ben officieel verloofd met Pres ton Mannerley. Dat andere was een op pervlakkige geschiedenis „Zeg me maar eerlijk, dat ik me niet met je zaken moet bemoeien", zei Nan droogjes. „Maar nog eenmaal, Lynne: sweet je zeker, dat het voorbij is? O, ik weet heus wel, dat hij met iemand anders ge trouwd is intussen, maar dat maakt geen verschil voor jou, als je nog van hem houdt. Het zal een hel voor je worden, als je met Preston trouwt en in je hart is nog het verlangen naar Jimmie.... En voor Preston zal dat ook allesbehalve aan genaam zijn". „Als je Jimmie ziet," zei Lynne rustig, „doe hem dan mijn hartelijke groeten en vraag, hoe 't met hem en Jean gaat. Je kunt hem dan bovendien vertellen, dat ik binnenkort ga trouwen". Nan begon op haar beurt ijverig iets schoon te wrijven. „Is dat alles?" „Wat zou er verder nog zijn"?, vroeg Lynne luchtig. „Schei uit met je bezorgd heid over mij, Nan! Ik ben van plan erg gelukkig te worden. Om je helemaal ge rust te stellen: iedereen in het zieken huis is er geweldig mee ingenomen en vindt het de grootste gebeurtenis sinds jaren!" goedmoedige en bezorgde trouwhartigheid, waar deze rol om vraagt en John Phillips had als (de in een onvervalst grand-guig- noltafreel blindgestoken) Gloucester zowel zwakke als opvallend goede momenten. Lee Montague maakte Edmund tot een duivelse schurk en Leo McKern lanceerde de tekst van de nar met fijnzinnige scherp te van gevoel, echter zonder de aandoen lijke gewondheid waarmee Jo Sternheim destijds zoveel indruk maaKte. Ondanks de vele .-tekortkomingen had deze opvoering door de Old Vic één kwa liteit, die onvervangbaar is: zij openbaarde de volledige schoonheid van de machtige en meeslepende soms adembenemende poëzie. DAVID KONING. Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsontwerp inzake voorzieningen ten aanzien van de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten is met al gemene stemmen een amendement van de heren Hofstra en Maenen aanvaard, waar in werd bepaald dat uitkeringen aan de gemeenten over de dienstjaren 19^8, 1949 en 1950, die niet reeds vóór 1 October 1951 hebben plaats gehad, zullen worden ge boekt op een geblokkeerde rekening van het rijk, welke rente draagt van 1 Januari 1951 af. Deblokkering vindt uitsluitend plaats na machtiging van de ministers van Financiën en van Binnenlandse Zaken. In de thans verschenen Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer wordt ge zegd, dat het in de bedoeling ligt, de de blokkering in een nader te bepalen aantal jaren haar beslag te doen krijgen. Voorts zal het mogelijk zijn, de geleidelijke de blokkering in bepaalde gevallen te door breken. Een regeling hiervoor is thans in voorbereiding. Het ligt in de bedoeling de bijzondere uitkering te herzien voor gemeenten, die door deblokkering in haar geldbehoeften over 1951 en 1952 zouden kunnen voor zien. Over de vooruitzichten voor 1953 wordt in de Memorie van Antwoord gezegd, dat wordt nagegaan of het aanbeveling ver dient de grond- en personele belasting ge heel te bestemmen voor het belastinggebied der individuele gemeenten. Ook wordt on derzocht of andere belastingen voor een deel ten goede van de individuele gemeen ten zouden kunnen worden gebracht. Het blijkt echter dat maatregelen van deze aard op grote technische moeilijkheden stuiten en dat het gevaar voor „belasting vluchtheuvels" ontstaat, vooral indien het zou worden gecombineerd met het over brengen van de grond- en personele belas ting naar de gemeenten. Een positieve toezegging over een ge deeltelijke compensatie voor het wegval len van de Ondernemingsbelasting kan bij de huidige stand van zaken niet worden gedaan. Post voor Korea-vrijwilligers Brieven voor de militairen van het Ne derlandse aanvullingsdetachement op weg naar Korea moeten uiterlijk op 11, 20 en 24 Januari en 3 Februari ter post bezorgd worden. Het adres moet bevatten: rang, naam en voorletters, legemummer, aanvullings detachement N.D. V.N. „aan boord Empire Fowey", Amsterdam, Schiphol Militair. Na 3 Februari moet het adres luiden; rang, naam en voorletters, legemummer, Nederlands Detachement Verenigde Naties N.A.P.O. 5100, Amsterdam, Schiphol Mi litair. Brieven tot en met 10 gram en brief kaarten kunnen tegen het binnenlands tarief worden gefrankeerd. Na een zeer enerverende strijd, waarin pas in de laatste partij de beslissing viel, is J. B. Sluiter Jr. er in geslaagd wederom beslag te leggen 'op het clubkampioenschap hoofd klasse van de Haarlemse Damclub met slechts een punt verschil op J. W. van Darte len. Sluiter behaalde 35 punten uit 19 par tijen en Van Dartelen 34 uit 19. De verdere stand is: 3. H. W. F. Pas 25 p.; 4. H. T. Luif 24 p.; 5. J. P. van Eijk 23 p.; 6. Nico Blom 22 p.; 7. G. Eising 21 p.; 8. J. H. Meure 21 p.; 9. A. Smit 20 p.; 10. G. de la Rie Sr. 20 p.; 11. J. H. Blom 19 p.; 12. G. Bakker 17 p.; 13. C. B. de Laat 16 p.; 14. J. Boerkool 15 p.; 15. J. van Houwingen 14 p.; 16 A M. Reedijk 14 p.; 17. J. J. Koren 13 p.; 18. J. Otter 12 p.; 19 G. Valkema 11 p.; 20. C. J. Moes 4 p. C. J. r.ioes degradeert naar de 1ste klasse. HHIJC VERLOOR VAN DüSSELDORF. Op de Hokij te Den Haag werd voor de competitie om de West-Europacup de ijs- hockeywedstrijd HHIJC—Düsseldorf ge speeld. De Duitsers wonnen met 52. De tussenstanden luidden: 1—3. 1—0, 0—2. Nan lachte, maar toch was ze nog niet helemaal overtuigd. Na veel heen- en weergepraat' werd de huwelijksdag vastgesteld. Deze zou vlak voor Kerstmis zijn. Daar Lynne geen ouders meer had en ook geen naaste fa milie, aanvaardde ze Millicent's voorstel om een receptie te houden in een groot restaurant in Hampstead, vlak bij haar toekomstige woning. Millicent was erg aardig en hielp met alles, ze organiseerde de kleinste détails en adviseerde Lynne bij het kopen van een uitzet. Ze had een uit stekende smaak en wist precies datgene te kiezen, wat nodig was. Lynne had een vaag gevoel, dat Preston haar groeiende vriendschap met Millicent met weinig enthousiasme gadesloeg, maar ze kon eenvoudig niet de moed opbrengen om de hartelijke pogingen tot vriendschap van de oudere vrouw af te slaan. Jessica leerde ze steeds beter kennen. Ze kreeg hoe langer hoe meer plezier in het aantrekkelijke kleine meisje, dat bin nenkort haar dochtertje zou worden. Wat Preston zelf betreft, ook deze leer de ze, naarmate de huwelijksdag naderde, steeds meer waarderen. Hij was vol zor gen voor haar en hij boeide haar uiter mate. Lynne voelde dan ook diep in zich een gevoel van geluk en tevredenheid, waarvan ze zich steeds sterker bewust werd. Haar werk nam haar ook op een andere manier in beslag dan vroeger, ze werd er nog meer door geboeid, nu ze steeds alles met Preston kon bespreken, die iedere dag weer met een gewillig oor en scherp verstand naar haar luisterde. Ze was steeds meer in zijn huis in Hamp stead en Nan maakte haar lachend het verwijt, dat ze haar bijna nooit meer zag. „Ik zal je missen, Lynne", zei ze op een avond, toen ze samen bij het vuur zaten. Tussen haakjes, ik heb Jimmie Mathers laatst je boodschap overgebracht. Je hebt nooit meer over hem gesproken, vandaar dat ik 't je nog niet vertelde". Lynne keek voor zich uit. „Wat zei hij?", vroeg ze luchtig. „Niets, helemaal niets", antwoordde Nan. „Maar ik kreeg de indruk, dat hij 't vrese lijk vond". „Vond hij 't vreselijk, dat iemand anders met mij wilde trouwen?", vroeg Lynne en haar stem had een wonderlijke klank. „Of vond hij 't erg, dat hij zelf mijn goede kwaliteiten onderschat had? Was Jean er ook?" „Nee....". Nan keek Lynne aan met haar eerlijke bruine ogen. „Lynne, er gaat 't gerucht, dat die twee het samen niet zo erg goed kunnen vinden. Ik bedoel Jimmie en Jean.Je weet, hoe zulke dingen be kend worden. Een man als Jimmie staat te veel in het middelpunt om veel privé-leven te hebben. Ik heb gehoord, dat zij nogal moeilijk te hanteren zou zijn....". Lynne stond op en gaapte. „Het is jam mer voor hen", zei zij laconiek. „Nan, ik val om van moeheid, zullen we naar bed gaan?" Nan's ogen schoten vuur en er kwam een vuurrode kleur op haar gezichtje. „Wat is er toch met je?", riep ze ver ontwaardigd uit. „Je bent tegenwoordig zo hard als staal. Neem een waarschuwing van- mij aan, Lynne, ik weet, wat het is iemand met je hele hart hef te hebben. Je hebt me zelfs eens van de dood ge red.. het leven had geen waarde meer voor me Lynne sloeg een arm om Nan's schou ders en trachtte haar te kalmeren. Ze had nooit geweten, waarom het meisje destijds getracht had zich van het leven te bero ven, en ze had er nooit naar gevraagd. Ze had gehoopt, dat Nan wat het ook ge weest mocht zijn erover heen zou ko men, maar helemaal bleek dit dus nog niet het geval te zijn. Ze gaf Nan een kalme rende poeder, voordat ze ging slapen. Zelf gelukte het haar die nacht niet in te sla pen. Ze lag te woelen en te piekeren en tenslotte kwamen de verlossende tranen. Toen ze Jimmie's telegram had gekregen, had ze geen kik gegeven, maar nu liet ze haar tranen de vrije loop, niet wetend waarom ze eigenlijk huilde. Was het omdat Jimmie niet van haar hield, of omdat zij nog altijd van hém hield? 01 had 't iets te maken met het feit, dat hij met Jean niet gelukkig bleek te zijn? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 6