Onze puzzle Het Hek van de Dam Plezierige opvoering van komisch en romantisch zangspel van Stolz Overheidsbemoeiing met kamperen wordt onmisbaar geacht altijd wint Jaguar „Klokken voor Amerika" A.N.W.B.-congres in Utrecht in de hoofdstad uit 5 De Hoofdstad-Operette in Haarlem Ministerscomité van Europese Raad ViltGKNIA T over spreuk T ramontane Symptomen Kort verhaal door H. B. Polderlingh ZATERDAG 9 FEBRUARI 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Men moet het bij de geschiedenis, die zich Fredy Salten heeft men een dirigent ge- afspeelt in de operette „Wenn der weisse Flieder wieder bliiht" van Robert Stolz, met de logica niet zo nauw nemen. Dit is trou wens met bijna alle operettes het geval. Wie geen afstand kan doen van verstande lijke overwegingen, wie alleen maar tevre den is wanneer ,,je er geen speld tussen kan krijgen", moet niet naar operette vertoningen gaan kijken. Hij zal zich als een eenzame gaan gevoelen te midden van de velen, die uitbundig plezier hebben bij het beleven van allerlei dwaasheden en malle situaties, die doorgaans als droog zand aan elkaar hangen. Of die verstan delijk ingestelde mens zou overrompeld moeten worden door een onweerstaanbaar meeslepende opvoering, zoals die gister avond door de Hoofdstad Operette in de Stadsschouwburg te Haarlem gegeven werd. Hij zou zijn zakelijke houding heb ben laten varen en met alle anderen eens gul gelachen hebben om wat zich afspeel de bij de zonderlinge liefdesaffaires. De Hoofdstad Operette heeft met deze opvoering het bewijs geleverd, dat zij ge stadig groeit in de goede stijl en dat de toevoeging bij haar naam „in voortzetting van de voormalige Fritz Hirsch Operette" steeds meer gerechtvaardigd wordt. Niet iedereen zal het evenwel aangenaam vin den dat hierin ook het maken van reclame voor derden betrokken is. Zwakke plekken waren er eigenlijk, al thans van operette-standpunt bekeken, niet te vinden. Regisseur Otto Aurich heeft de vele rollen voortreffelijk weten te bezetten. Van een echte hoofdrol is in dit geval geen sprake. Ten hoogste is er reden om te spre ken van grotere en kleinere rollen. Een van die grotere rollen had Ruth Rhoders als Liesel, de enige aangebedene van Paul Gut bier, gespeeld door Herman Valsner. Zij vertolkte haar rol met jeugdige veerkracht, vlot en pittig van uitdrukking. Ook haar zingen viel zeer te loven. Herman Valsner was naast haar de prettige, voortvarende jongeling, later ook de bewuste, ouder ge worden man. Hij heeft een goede zangstem, die alleen in de hoogte wat beklemd klinkt. Voor de levenslustige Moeder Katzensteg had men moeilijk een geschikter type kun nen vinden dan Claire Clairy. Met de ko miekeling Fritz Steiner, die zich overigens op deze avond ook van een serieuzere kant liet kennen, vormde zij een echtpaar, dat herhaaldelijk het middelpunt van het toneelgebeuren werd. Otto Aurich deed voor Fritz Steiner als kluchtspeler niet on der. Hij was prof. Immerhoch, die zijn kleindochter Trude (Mizzy van de Lanz) naar het pensionaat van Isolde Gutbier (kostelijk uitgebeeld door Marga Gaaf) kwam brengen. De leerlingen van het pen sionaat waren leuke meisjes, die ontzettend snel ratelden. Onverstaanbaar soms. De medestudenten van Paul Gutbier mochten er ook zijn. Ali van Norden kon als Gustl overtuigen, maar als Mademoiselle Fauré had zij stijver en bitser kunnen zijn. De uitvoering van de warmklinkende, melodieuze amusementsmuziek van Robert Stolz was zowel vocaal als instrumentaal uitstekend verzorgd. In het bijzonder mo gen wel de ensembles genoemd worden. In De burgemeester van Haarlem mr. P. O. F. M. Cremers schrijft ons: Hare Majesteit de Koningin zal tijdens haar bezoek aan Amerika aan het Ameri kaanse volk een carillon aanbieden na mens het Nederlandse volk, als uiting van de gevoelens van erkentelijkheid van Ne derland jegens Amerika voor de vele offers aan mensenlevens, welke zijn gebracht bij de bevrijding ook van Nederland, alsmede voor de grote offers, welke het zich reeds getroost heeft en zich zich nog steeds ge troost voor de wederopbouw van West- Europa, dus evenzo van Nederland. Voor dit doel zal op Zaterdag 16 Februari een landelijke inzameling van gelden wor den gehouden onder het motto „Klokken voor Amerika", welke inzameling wat Haarlem betreft zal worden georganiseerd door de plaatselijke U.V.V. Ik beveel deze collecte gaaarne in uw daadwerkelijke belangstelling aan en doe hierbij tevens een beroep op uw medewer king om zich voor dit sympathieke doel als collectant(e) beschikbaar te stellen. Aan meldingen worden gaarne ingewacht bij de U.V.V., per adres Stadhuis. Mobilisatie Oorlogskruis In de lange lijst van hen, aan wie het Mobilisatie Oorlogskruis is uitgereikt, is zo deelt de Vereniging van ex-politieke ge vangenen mede per ongeluk weggeval len de naam van mevrouw de wed. Stok- mans te Santpoort, aan wie eveneens posthuum het verzetskruis werd uitgereikt. Gisteren hield een bekende Amsterdam mer receptie: Alex Wunnink, die zijn 75ste verjaardag en zijn zilveren directoraat van het theater Carré vierde. Zoals men op de foto ziet, kwam ook de binnenkort zelf jubilerende acteur Jan Musch hem geluk wensen. Een aardig intermezzo werd ge vormd door de hulde, gebracht door leer lingen van alle scholen van de Oostelijke Eilanden, die hem in gezelschap van de hoofdinspecteur van politie P. van Kleef k wamen bedanken voor het vele goede dat de jubilaris voor de jeugd van dit stads gedeelte heeft gedaan en nog steeds doet. Vanavond heeft in Carré de eigenlijke huldiging plaats. vonden, die zijn taak volkomen beheerst. De costumering was tip-top in orde, zelfs vormde het seringenkoor in dit opzicht een verrassing. Afgezien van enige nuchterheid in de landschappen kan men de décors waarderen. Deze over het geheel genomen zeer aan trekkelijke opvoering werd met langdurige bijval beloond. Vanavond, Zondagmiddag en Zondagavond wordt zij herhaald. P. ZWAANSWIJK. De tiende zitting van het comité van mi nisters van Buitenlandse Zaken van de Raad van Europa zal 19 Maart te Parijs worden geopend onder voorzitterschap van de Zweedse minister van Buitenlandse Za ken, Oesten Unden. Dit besluit is genomen door de adviseurs der ministers, die van 4 tot 7 Februari te Straatsburg hebben ver gaderd. Het Tweede Kamerlid de heer Weiter (K.N.P.) heeft aan de minister-president ge vraagd in welk stadium de behandeling van de protesten der Nederlandse regering tegen de inbeslagneming van aan haar toebehoren de zendingen wapens en munitie in de Blitar en de Talisse door de republiek In donesië verkeert, met name of die zendingen spoedig zullen worden teruggegeven. De A.N.W.B. hield Vrijdag te Utrecht, onder leiding van de heer H. Ploeg jr., een congres over kamperen, dat werd bijge woond door vertegenwoordigers van vijf ministeries, door leden van Tweede Kamer, provincale en gemeentebesturen uit het gehele land, een vertegenwoordiger van het Belgische commissariaat-generaal voor tourisme, en door tientallen afgevaardigden van kampeer-, toeristen- en padvinders organisaties. Er werden inleidingen gehouden door ds. J. Reiling, Baptistenpredikant te Hau- lerwijk, en ir. H. M. Buskens, directeur van de Planologische Dienst in Noord- Brabant. Ds. Reiling zette de noodzakelijkheid van recreatie in de natuur uiteen. Het is nodig, zei hij, dat de stedelijke bevolking een tegenwicht krijgt tegen het eenzijdige stadsleven met zijn steeds verder gaande mechanisatie, die aan de dagelijkse arbeid het scheppende karakter ontneemt. Van kamerplant moet de stadsmens weer na tuurmens kunnen worden. Het kamperen stelt hem daartoe in de gelegenheid. Er zijn echter uitwassen ontstaan, maar ds. Reiling geloofde niet dat die door verbodsbepalingen kunnen worden tegen gegaan. Voorlichting en opvoeding zullen veel doeltreffender kunnen werken en hier ligt een grote taak voor de overheid en jeugdorganisaties. Ir. Buskens zei, dat de overheden in vele streken en gemeenten met bezorgdheid de jaarlijkse stroom van vacantiegangers zien komen. Het is een vraagstuk geworden van ruimtelijke ordening en van verdeling der beschikbare natuurgebieden. Een brede bestudering van het probleem is daarom noodzakelijk. De thans bestaande toestan den overziende, concludeerde de spreker dat de overheid in deze wel degelijk een taak heeft. Ir. Buskens was van oordeel dat de over- heidsbepalingen zoveel mogelijk in de be staande wetten en verordeningen ingepast moeten worden en dat niet moet worden gestreefd naar het regelen van het kam peren, in één wet of één verordening. In zoverre slechts plaatselijk belang en toe zicht in het geding zijn, zal een gemeente lijke verordening voldoende zijn. Beslis singen inzake algemene aangelegenheden zou hij op bovengemeentelijk peil willen leggen, zulks omdat daarbij zoveel moge lijk naar uniformiteit moet worden ge streefd. Bij de discussie werd door verschillende burgemeesters de noodzaak van grote zelf standigheid der gemeenten op kampeer- gebied bepleit. Het Nederlandse Instituut voor de Pu blieke Opinie heeft aan zeer vele mannen en vrouwen de vraag gesteld: „Bent u wel eens doorgelicht voor tbc?" Zeven van de tien volwassenen antwoordden bevestigend (83 van de groep van 2335 jaar en ruim 50 van mensen van 50 jaar en ouder). Uit andere vragen bleek dat 96 der onder vraagden voor doorlichting is. Horizontaal: 1. boete; 5. deel van een viool; 10. nachtvogel; 12. zot; 14. tocht; 16. schadelijk insect; 18. kraaiachtige vogel; 20. voedster; 21. bloem; 23. voertuig; 24. spil; 25. afgemat; 26. achting; 28. zang- noot; 29. plaats in Friesland; 32. soort viool; 34. lasten, drukkende bezwaren (Latijn); 36. bloed verwante; 37. teer; 38. stad in België; 39. winters voertuig; 41. E. H. B. O.-attribuut; 43. plaats in N.Bra bant; 46 deel van een mast; 48. opstootje; 49. gemalin v. Aegir (Germ, myth.); 50. voorzetsel; 51. ik (Lat.); 53. soort bier; 55. drinkgerei; 56. voorzetsel; 58. bij woord; 59. alleen zang; 60. deel v. e. tennispartij62. voor zetsel (Lat.); 63. uit spansel; 64. deel van N..-Italië. Verticaal: 2. hof: 3. rij: 4. reeds: 6. de naam onbekend (afk.); 7. bloeiwijze; 8. sterke drank; 9. grote vloot; 11. roeipen; 13. werelddeel; 15. vordering; 16. graan product; 17. telwoord; 19. oude wijn maat; 21. soort papegaai; 22. dus; 25. stie- rendoder; 27. voertuig met één paard; 29. timmergerei; 30. in elkander; 31. ko ninkrijk op de Z.helling v. d. Himalaya; 33. muziekteken; 35. soort reiger; 39. zeemeer min; 40. zoogdier; 41 rivier in W.-Duits- land: 42. magneetnaald; 44. geestdrift; 45. werphaak; 47. Turkse titel; 50. vr. zoog dier; 52. vruchtbare plaats in de woestijn; 54. kleefstof; 55. gebogen haakje; 57. be lemmering; 59. houding; 61. voorzetsel; 62. bloedverwant. Oplossingen moeten worden ingezonden aan onze bureaux HAARLEM, Grote ADVERTENTIE Houtstraat 93 en Soendaplein 37; IJMUI- DEN, Kennemerlaan 154. Oplossingen moeten uiterlijk Woensdagavond in ons bezit zijn. Wij verzoeken op de enveloppe te schrijven: „Oplossing Puzzle". S.v.p. geen mededelingen voor redactie of administratie bij de oplossingen in sluiten. De oplossingen moeten worden ingevuld op het gedrukte diagram dat hierboven staat. De oplossing van de vorige puzzle is: Horizontaal: 1. spaan; 5 salto; 10 taal; 12 Moor; 13 ark; 14 nar; 16 tod; 17 de; 18 boter; 20 re; 21 laat; 23 Deen; 26 vla; 27 eer; 29 K.R.O.; 30 kar; 31 net; 34 ode; 36 ader; 37 port; 39 ar; 40 datum; 42 ra; 44 des; 46 mos; 47 oor; 48 anti; 50 emoe; 51 taart; 52 trans. Verticaal: 1 stad; 2 parel; 3 aak; 4 al; 6 A.M.; 7 lot; 8 toorn; 9 orde; 11 mat of pat; 14 nota; 15 rede; 18 bal; 19 ree; 22 avond; 24 erker; 25 aks; 28 are; 32 eed; 33 tram; 34 opus; 35 dom; 36 arena; 38 troon; 39 adat; 41 top; 43 Ares 45 sta; 47 oma; 49 Ir; 50 er. De prijzen werden alsvolgt toegekend: Visser, Marnixstraat 16, 7,50: Haarlem; N. Koningsweg 40, 5.H. Hibberts, Velsen-Noord; 2,50: mevr. Verzeilberg, Schoolpad 4, Bloemendaal. Of het nu ons zielsverlangen was, dat ons langzaam deed verteren, zoals die goeie Papa de Genestet eens heeft ge dicht, of dat wij om een andere reden beslist de laatste trein over Halfweg naar Haarlem nog moesten halen, wij zouden het thans niet meer met zeker heid kunnen zeggen. Maar zoveel staat wel onomstotelijk vast, dat wij ons en kele dagen geleden kort na midder nacht naar het Centraal Station begaven om van de geldigheid van ons retour biljet te profiteren. Driewerf helaas echter bleek ons, dat men bij de samen stelling van de dienstregeling op geen enkele wijze met de diepste roerselen van ons nachtleven rekening heeft ge houden. Met andere woorden: wij za gen, van uitputting hijgend aangeko men op het perron, nog juist het rode achterlicht om de hoek verdwijnen. Daar stonden wij nu la gare comme la gare, zoals Cor Ruys pleegt op te merken. Nu weten wij niet of u het weet, maar er is niets mistroostiger dan een leeg perron bij avond. Er zwiepte een genie pige motregen onder de gore. overkap ping naar binnen. Eens te erger werd onze eenzaamheid toen wij bedachten, dat er dagelijks bijna vijftigduizend reizigers van deze halte gebruik maken. Nu was er alleen de chef, die ons met een soort meewarig wantrouwen be keek. Hij deed zijn mond open, maar hij zei d'r geenéén. Het was een zon derling gezicht, maar dat scheen hem niet in het minst te deren. Schouderop halend verdween hij in zijn hok, met z'n spiegelei op de rug. In ieder geval is het geen uitsmijter, dachten wij. Hoewel geenszins gedreven door in nerlijke noodzaak sloegen wij de rich ting in van het herentoilet. Zoals wij reeds hadden vermoed was deze gele genheid gesloten. Maar men kan te allen tijde de sleutel schriftelijk aan vragen bij de hoofddirectie in Utrecht, mits men zich tijdig weet te voorzien van twee borgen voor het statiegeld. Overigens viel het ons op hoe men bij de Nederlandse Spoorwegen ook in het maatschappelijk verkeer de veiligheid voor alles laat gaan. Men spreekt hier namelijk van mannen en vrouwen, aan gezien geenszins vast staat dat alle be zoekers werkelijk dames en heren zijn. En bovendien is dit op deze plaats, waar zelfs de keizer te voet gaat, een koste lijk symptoom van democratische ge lijkschakeling. Deze meditatie bracht ons overigens geen stap verder. Waren wij Pichegru geweest wij zouden ons ongetwijfeld hebben afgevraagd: „Wat nu?" Nog juist op tijd echter, voor de wan hoop bij zoveel gure verlatenheid zich van ons meester kon maken, herinner den wij ons diezelfde dag op een een voudige raamannonce een toverspreuk te hebben gelezen: „Hebt u de laatste trein gemist? Noteer dan ons adres. Geldersekade nummer zoveel Zachtjes prevelden wij deze magische formule voor ons heen. Maar er ge beurde niets. Ze adverteren maar wat, dachten wij nors. Plotseling kregen wij een ingeving. Wij haalden ons notitie boekje te voorschijn en gaven gevolg aan het verzoek. Toen wij dat adres daar zo zagen staan, zwart op wit, be grepen wij de ingenieuze bedoeling. Maar wel bedachten wij ons nog welk een ongerief er zou zijn ontstaan als wij eens geen potlood of vulpen bij ons hadden gehad. Dan zouden wij de hele nacht in een kale wachtkamer hebben moeten doorbrengen. Het is jammer dat Amsterdam niet een subway zoals Londen of een métro zoals de Franse hoofdstad heeft. Maar daarvoor is de bodem te drassig. Gij moet echter niet denken dat er geen ondergronds verkeer zou zijn. Ieder etmaal stroomt er, om nu maar eens een voorbeeld te noemen, meer dan 300.000 kubieke meter gas door duizend kilo meter buizen. Even lang is het net van de riolering en dat van de waterleiding. Door de telefoonkabels vloeien per dag 350.000 gesprekken. Hier gaat, zo kan men lezen boven het telegraafkantoor in Berlage's koopmansbeurs, voor elk die 't wenst de wereld open en 't wil lend woord snelt langs de gestrekte lijn, geheimen die van de aarde en het leven zijn, bezielen 't stil en doen de aarde doorlopen. Wij mogen hierbij wel aan tekenen, dat de dichter waarschijnlijk „bezielen het stilletje" had willen schrijven, doch daarvan afzag omdat het zomin met de maat als met het fat soen overeen kwam. In 1949 zijn er in totaal vier millioen telegrammen verstuurd. Uit de inhoud daarvan zou men gemakkelijk een sen sationele roman kunnen samenstellen, al zijn wij bang dat er wat veel stop lappen in zouden voorkomen. Dat er per jaar zo ongeveer 150.000.000 mensen door de tram worden vervoerd, heeft u natuui'lijk zelf (zo niet met uw klomp, dan toch met uw eksteroog) kunnen aanvoelen. Laatst hebben wij het op windende genoegen beleefd dat een wa genvoerder zijn tramontane verloor. Dat is een vreselijke gewaarwording, want het betekent dat hij het spoor bijster was. Waarschijnlijk een gevolg van overmatig alcoholgebruik. Nu wij toch met wetenswaardigheden bezig zijn: kent u de zeven symptomen van alcoholisme? Wij hebben die ge leerd uit het Universal-Filmnieuws, dat wordt uitgegeven aan het Rokin in Am sterdam. Een zekere Walter Wanger zegt daar in dat hij „van bevoegde zijde" de vol gende aanduidingen heeft vernomen: 1) Het drinken om zich in gezel schap op zijn gemak te voelen of om een minderwaardigheidscomplex te ver dringen. 2) Het drinken om zorgen te vergeten. 3) Het drinken om een „down"-stem- ming kwijt te raken. 4) Het drinken bij vermoeidheid. 5) De behoefte aan drank op vaste tijden. 6) De behoefte aan drank des mor gens vroeg. 7) Het „alleen"-drinken. Merkwaardig vinden wij bij deze op somming het ontbreken van: 8) De behoefte aan drank des avonds laat. Op toneelgebied is er de volgende week niets nieuws te beleven. Voor de volledigheid geven wij dus alleen de agenda van de Stadsschouwburg, die vermeldt: Zaterdagavond „Het mannetje in de maan", Zondagmid dag Fausten Dinsdagavond „La Bohème". De eerste voorstelling wordt gegeven door het Amsterdams Toneelgezelschap, de beide andere door de Nederlandse Opera, die Vrij dagavond met „La Traviata" voor het voetlicht komt. De films zijn ook niet bepaald om over naar huis te schrijven, maar lachen kunt u om Willie en Joe van compagnie O" in Tuschinsky. Verder zijn nieuw: Wabash Avenue" met Betty Grable in Rex en Rialto, „De gesloten deur" in Cultura en „Vrou wen en opium" van Duvivier in Roxy Zondagmiddag heeft er in het Con certgebouw een buitengewoon con certvoor niet-Amsterdammers plaats, dat zal worden gedirigeerd door Rafael Kubelik, die wegens over vermoeidheid enkele dagen rust heeft moeten houden. Op het programma staan onder meer het Celloconcert van SchumanJi en de Vijfde Sym- phonie (Uit de nieuwe wereld) van Dvorak. Solist is Tibor de Machula. Zondagavond treden de Wiener San- gerknaben op, evenals Maandag avond. Op Dinsdag 12 Februari speelt het U.S.O. voor de Kunstkring met medewerking van Clara Haskil, piano, onder directie van Paul Hup- perts. In de kleine zaal van het Concert gebouw geven Maandagavond Rafael Kube'J.k en zijn echtgenote Ludmilla Bertiova. een recital. Zij spelen wer ken voor viool en piano van Corelli, Martinu, Janatsjek, Suk en Ravel. Klassieke en volksdansen uit Indone sië worden Dinsdagavond in de klei ne zaal van het Concertgebouw uit gevoerd door Lilian Luley en Sugen Sudara, met muzikale medewerking van Kawan, Li Sugen en Saudin. In het Stedelijk Museum is Vrijdag middag de tentoonstelling van het uit vele landen bijeengebrachte werk van Edgar Degas geopend. Paarden- studies, wassende vrouwen en dan seressen van deze Franse schilder zijn ruimschoots vertegenwoordigd. De aandacht trekt ook zijn plastiek. Zaterdagmiddag begint in het ge bouw van de maatschappij Arti et Amicitiae een groepen-tentoonstel- ling. Er zijn schilderijen van Cor Dik, Germ de Jong, Jacob Kuijper, Herman Vreedenburgh en Betsy Westendorp Osieck, er is grafisch werk van Dirk Harting en Hans van Dokkum, benevens beeldhouwwerk \van Ch. Weddepohl. 9) Het drinken omdat men bij een fantasiecostuum een stuk in de kraag zo leuk vindt staan. 10) Het drinken om een melancho lieke stemming te prolongeren. 11) Het verdrinken, ook wel teledrin- ken genaamd. 12) Het drinken omdat men iets recht wil zetten, bijvoorbeeld een huis dat op z'n kop staat. BOEDA Het lichte bontjasje van Martha had maar heel even over een stoel gelegen in de onmiddellijke nabijheid van mijn inkt pot. En die inktpot had deze aangelegen heid aangegrepen om zich eens behaaglijk op zijn zij te rollen en zijn inhoud de vrije loop te laten. De verslagenheid in onze huiskamer was erg groot geweest. Hoewel iedereen te zeer met stomheid geslagen was om de schuldvraag te stellen stond het vast dat ik het dichtst bij de inktpot had geze ten. Ik kon niet tot mijn verontschuldiging aanvoeren dat ik het „niet expres" had gedaan. Dat heerlijke argument, waarmee ik van kindsbeen af zoveel moeilijke situa ties het hoofd had kunnen bieden, was niet meer te gebruiken. Het rouwende gezel schap bemoedigen zou zeer ontactisch zijn: ze zouden mij er prompt van verdenken te gemakkelijk over dit verschrikkelijk ge beuren heen te stappen. Er bleef mij niets over dan met een star, smartelijk gezicht naar dat jasje te kijken. Dan viel ik niet op ook. Natuurlijk moest er iets aan gedaan wor den. Door mij. Die inktpot-(ver-dikkie), zo sprak ik krachtig bij mijzelf, zou geen af breuk doen aan hetgeen met maanden flink doen en zakgeld was opgebouwd: Martha begon juist enig respect voor mij te krijgen. Een nieuw kopen was natuurlijk een be lachelijk denkbeeld want er waren al acht dagen van de nieuwe maand om. Een damesblaadje om vlekken-advies vragen vond ik vernederend en bovendien te op zichtig. Er moest iets anders op gevonden worden. Martha had haar jasje bij ons laten lig gen, want ze durfde het thuis niet te laten zien. Ze zou de smoes ophangen, dat men bij ons zo'n belangstelling had voor het patroon en dat ze het daartoe tijdelijk had afgestaan. Zo hoefde het daar voorlopig niet in de gaten te lopen. Maar wij moch ten er vooral niet met melk aan gaan prut sen, zei ze bezwerend, want dat was niet goed voor bont, althans niet voor deze zeld zame soort bont. Ik ben in een gemakkelijke stoel ge ruime tijd bij mijzelf te rade gegaan. Om dat ik nog nooit ernstig over bont heb nagedacht viel het me uiterst moeilijk en het werd tenslotte zo vermoeiend, dat ik zeker in slaap zou zijn gevallen als ik niet plotseling besprongen was door een idioot idee. Ik durf het de lezer nauwelijks ver tellen, hij zou mij gaan uitsliepen. Maar laat hij mij volgen: de trap op, kamei-tje in, stoppen voor de boekenkast. Laat hij mij er Brehm's bekende boekwerken over de dierenwereld uit zien lichten en mij er in zien bladeren tot het hoofdstuk Roof dieren. Hij kan dan even op het kamertje wachten om mij even later met Martha's velletje ik bedoel het bont binnen te zien komen. De jaguar, die de Zuid-Amerikaanse bos sen onveilig maakt, heeft een roodachtig gele vacht. Martha's bontjasje ook. Verder heeft hij van kop tot staart kleine ring vormige vlekken, waarvan men niet goed. kan zien of ze nu zwart of marine-blamv zijn. Martha's bontjasje heeft maar één vlek, je zou die een beetje ringvorig kun nen noemen. De inkt is gedroogd. Het ziet nog duidelijk donkerblauw, maar binnen enkele dagen zou het voor zwart kunpen doorgaan. Ziet de lezer het waanzinnige plan in mij rijpen? Dan moet hij me nu verder weer met rust laten, want ik wil geen tegen werpingen horen terwijl ik de inktpot grijp. Niets zal mij hinderen. Het vreemde van idiote denkbeelden is, dat ze iemand altijd vastberaden maken. Toegegeven, dat de weerzin tegen dit geknoei met inkt op bont mij bijna misselijk maakte, maar toen ik een stuk of tien van die „ringvormige" vlekken had gemaakt, wist ik dat er geen terug meer mogelijk was en ik ging door. Dit was nu de koelbloedigheid die mis dadigers zo gevaarlijk maakt, dacht ik. ter wijl het zweet me aan alle kanten uitbrak. Toen ik bijna met het gekkenwerk klaar was probeerde ik mij Martha's reactie in te denken, als zij mij hier zo bezig zou zien. Dat was overbodige moeite, want even later kwam zij plotseling binnen. En naar haar reactie hoefde ik niet te gissen. Haar gilletje was doordringender dan ik ooit ge hoord had. Daarna kon ze geen geluid meer uitbrengen. Ze was krijtwit gewor den en keek mij aan alsof ik plotseling zelf een roodbruine pels met zwarte, ringvor mige vlekken had gekregen. Wat er met haar jasje gebeurd was scheen haar voor het ogenblik van minder belang dan wat er met mij gebeurd was. Ik probeerde op gewekt te doen en wees haar lachend op de afbeelding van de jaguar in Brehm. „Van nu af draag je kostbaarder bont, Martje". fluisterde ik alsof ik een geheim verklapte. Maar Martha bleef mij met wijd opengesperde ogen aanstaren en bewoog zich langzaam achteruit naar de deur. Ik durfde geen stap in haar richting te doen, ze zou met een gil zijn flauwgevallen. Beneden hebben ze haar gerustgesteld. Mijn huisgenoten kennen mij veel te goed om Martha's wilde opwelling te steunen. Ze waren even later allemaal boven. Wéér die algemene verslagenheid bij Martha's bontjasje. Maar nu sloeg zij spoedig om in mijn volstrekte nadeel. Als bliksemschich ten kwamen de beschuldigingen van alle kanten on mij toe. Ik leek wel idioot. Ik was een fantast. Kortom, ik had mij in een uitermate beroerd parket gewerkt. Martha is huilend bij ons vandaan gegaan. Onze vriendschappelijke betrekkingen konden niet pijnlijker worden verbroken. Ik was blij dat ze het jasje meenam. De nagedach tenis mocht niet bezoedeld worden door die ellendige ringvormige vlekken. Dat is overigens wel gebeurd. Donkere kringen rolden als hoepels langs mijn gees tesoog. Donkere kringen verwijdden en vernauwden zich in mijn dromen. (In het donker waren ze wit.) Donkere kringen zetten zich tenslotte onder mijn ogen. Dat deze zaak mij niet losliet kwam vooral om dat ik heimelijk in mijn dwaze werk bleef geloven. En omdat Brehm blééf openliggen bij de jaguar. Ik dacht gisteren dat ik liep te dromen in de couloirs van het Concertgebouw.Want ik zag de ringvormige vlekken opeens weer. Maar de vorm ervan was zo oorspronkelijk dat ik niet kon dromen: daar stond Martha met het jasje aan! Er stond een heer met haar te fluisteren en toen ik langs liep ver stond ik het woord „jaguar". Het tweetal had mij in de drukte niet opgemerkt en daarom passeerde ik nog een keer rugge lings om mijn nieuwsgierigheid te bevre digen. „Wat het ook voor een beest mag zijn, je bent er een engel inzei de heer devoot. Toen heb ik mij snel verwijderd met het droevige gezicht van een miskende mees ter. Maar een meester. (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 7