De stations in Haarlem
De geschiedenis
van een wraak
-Clowntje Riek
Zandvoort
Haa riem merrn eer
Lisse
Hillegom
Bennebroek
Aerdenhout
Heemstede
„Onderhandelingen in
Korea verzwakken ons"
4
Klaverjasclub „De Kroon"
Bridge-drive ten bate
der Glara-stichting
Zwem cl ub
„De Zeeschuimers"
Bloembollencultuur
Ghr. Historische
kiesvereniging
Schooljeugd en hyacinten
Sluitende begroting
goedgekeurd
Jaarvergadering
Wijkverpleging
Voor de kinderen
Vice-admiraal Joy
Amerikaanse millionnair
als „communisten-
beschermer"
FEUILLETON
door JOHN HENRY MACKAY
Herinneringen aan feiten die 45,85 en 110.jaar geleden plaats hadden
Meerderjarigheid
van de koning
Bussum financiert woning
bouw uit eigen middelen
Tot besluit van het klaverjasseizoen houdt
de klaverjasclub „De Kroon" een nederlaag-
tournooi in café-restaurant „De Kroon" aan
de Stationsstraat. Het tournooi zal worden
gehouden op door de deelnemende clubs nog
nader te bepalen data in Maart.
De Zandvoortse bridgeclub houdt een
bridge-drive op Zaterdag 15 Maart in hötel
Keur. De opbrengst zal worden afgedragen
aan de Clara-stichting yoor aanschaffing van
een film-projector.
LEDENVERGADERING „ZANDVOORT-
MEEUWEN"
„Zandvoortmeeuwen" houdt een buiten
gewone ledenvergadering op Maandag 10
Maart. Voorzien moet worden in vacatures
door het tussentijds bedanken van de be
stuursleden J. Weber en C. Zwemmer (com
missarissen).
De Zandvoortse zwemclub „De Zeeschui
mers" hield Donderdagavond in gebouw
„Zomerlust" een propaganda-bijeenkomst.
De heer Joh. M. Schmidt, propagandist van
de K.N.Z.B. verton.de enkele interessante
zwemfilms uit het archief van de bond, die
door de aanwezigen met grote aandacht wer
den gevolgd. Verder was de avond aan pro
paganda voor de thans ruim anderhalf jaar
bestaande vereniging gewijd. Uit enkele toe
spraken van bestuursleden bleek, dat de ver
eniging nu ruim 200 leden telt, na verschil
lende ups en downs te hebben meegemaakt.
Dit aantal neemt in de zomermaanden toe
tot ruim 400 leden, wanneer in „Riche-bad"
geoefend wordt.
BURGERLIJKE STAND
GEBOREN: Maria Johanna Carolina, d.
van H. L. C. Lansdorp en B, M. Duijts; Fran-
ciscus Otto, z. van A. Meens en H. B. S-too-
velaar; Yvonna, d. van L. Bakker en A.
Riphagen; Klara Adriana Carla, d. van J. van
der Molen en E. Koper.
ONDERTROUWD: F. A. Zandvoort en C.
Veerbeek.
GEHUWD: J. H. van Zadelhof en A. W. van
Sooiingen; J. J. Devies en E. van Zeijl.
OVERLEDEN: B. Hoogendijk, 88 j„ echt
genoot van C. Kuit; S. Korenstra, 95 j., we
duwe van J. Blij; H. Kalshoven, 69 j., we
duwnaar van M. A. v. Kouwenberg.
25 jaar „Pro Rege"
De afdeling Vijfhuizen van de Neder
landse Militaire Bond „Pro Rege" bestaat
dit jaar 25 jaar en dank zij dit zilveren
jubileum had de jaarvergadering die
gisteravond in het jeugdgebouw der Geref.
Kerk werd gehouden, een feestelijk tintje.
De voorzitter, de heer A. C. Brörens (die
met de tweede voorzitter, de heer C. Lod
der, sedert de oprichting deel van het be
stuur uitmaakt), gaf in zijn openingswoord
in het kort de geschiedenis van de afdeling
weer en vertelde hoe hij tijdens de eerste
samenkomst in April 1927, behalve de twee
genoemde personen, ook ds. N. Diemer en
de heren P. van Tol (beiden overleden). G.
Bakker en D. Middelkoop zitting in het be
stuur hadden.
Als spreker trad op de heer J. Vegter uit
Utrecht, dfstriéts-commissaris van „Pro
Rege" voor Noordhplland en Utrecht.
Door de vergadering werden de beide
jubilarissen, de heren A. C. Brörens en C.
Lodder, die aftredend waren, bij acclama
tie in het bestuur herkozen, naarna zij na
mens de afdeling door de heer G. Klomn
werden bedankt voor het vele werk, dat zij
verrichtten.
BURGERLIJKE STAND VAN
HAARLEMMERMEER
GEBOREN: Marretje. d. van C. Eesermond
en D. F. v. d. Linden: Hermanus Wilhelmus,
z. van J. J. Poland en B. A. Kooijman; Ma
rion. d. van H. C. J. Bruessing en H. Ba-
rendsen; Dymphina Jeanne, d. van D. C.
Deutekom en A. J. Blonden: Cornelia, d. van
D. J. G. Krijger en M. de Ruijter: Gerard, z.
van J. de Vries en G. Stevens; Wilhelmus
Jacobüs. z. van N. J. Bouwman en A. G. Jak;
Pieter Manfred, z. van B. Meijer en E. E.
Hamelink: Arie Cornelis Johannes, z. van G.
v. Zanten en A. P. v. Oostende: Marianne
Johanna, d. van W. Pronk en J. de Kok:
Maaike, d. van H. Riesebosch en E. A. Salen-
tijn; Marffaretha Johanna, d. van F. K. Mes
man en C. M. v. Bentheim- Clazina Petro-
nella Elisabeth, d. van C. Nieuwenhuiise en
C. Schalk: Gerbert Jacob, z. van C. Rebel en
A. C. Hoogvliet: Theodora Cornelia Petro-
nella Maria, d. van P. A. Mollars en C. J. v.
Haastrecht: Jacob, z. van C. H. Kattenherc
en E. Schutte; Cornelis Petrus, z. van C. de
Vlieser en J. M. v. Schie; Gerrit Roelof, z.
van H. Oort en C, Kardol: Gerry Maaike, d.
van G. Tanis en C. Roffel.
ONDERTROUWD: Arie van der Stelt en
Cornelia Koolhaas; Cornelis Marinus de
Schinper en Hendrika Schalk: Johan Florus
ten Veen en Maartie van Vuren; Jacob Koop-
mans en Johanna Prins; Pieter Kalverda en
Dirkie Alida Hartman,
GETROUWD: Adriaan Jan Mechielsen en
Laurentina Maria van den Berg; «Willem Jo-
hannis Vriesman en Sientje Dolieslager:
Jacobus Goudriaan en Adriana Groenewoud.
OVERLEDEN: Hendrikus Cornelis Wesse-
lius, 17 j. z. van J. W. Wesselius en J. J de
Blaeij: Abraham Vereouw, 78 j„ wedn. van
J. C. M. Raaphorst: Wilhelmina de Haas. 69
j„ wed. van H. Oudshoorn: Lambertus Ge-
rardus Theodorus, 2 j. z. van T. A. B. Pouw
en J. M. Castelijn; Karei Marinus Hendrik
Kobus, 53 j.. e. van E. C. Nuberg; Elsa Cor
nelis, 4 mnd., d. van A. ter Averst en E. F.
H. Vleugels.
De afdeling Lisserdijk van de Algemene
Vereniging van Bloembollencultuur verga
derde Donderdagavond in de zaal Faas. De
heer P. G. Balkenende, hoofdassistent van de
rijkstuinbouwschool hield een lezing over
schuurverwarming bij de kleine kwekers.
Spreker besprak in de eerste plaats de
slechte kolenpositie en besprak vervolgens
verschillende verwarmingssystemen. Met
voorbeelden toonde hij aan op welke wijze
het verbrandingsproces plaats vindt en de
ontstane warmte het meeste profijt oplevert,
met een bezuiniging van 10 tot 30
In de Nederlands Hervormde kleuterschool
hield de Christelijk Historische Kiesvereni
ging haar jaarvergadering onder voorzitter
schap van de heer De Vries, die in zijn
openingswoord releveerde de onrustige poli
tieke toestand zowel in het buitenland als
in het binnenland. Ook in de gelederen van
de C.H.U. is enige onrust. Dit vindt mogelijk
haar oorzaak in de Indonesische kwestie.
De aftredende bestuursleden de heren A.
Marseille en L. Tanis werden herkozen.
Hierna werd de candidatenlijst voor leden
van de Tweede Kamer besproken. Drie af
gevaardigden werden benoemd voor de
groepsvergadering te Rotterdam.
De heer W. v. Blitterswijk gaf een over
zicht van de wijze waarop men dacht de
propaganda te voeren voor de komende ver
kiezingen.
In de zaal Sistermans wordt tot en met
Zaterdagavond een tentoonstelling gehou
den van de prestaties op het gebied van het
broeien van hyacinten van de Hillegomse
schooljeugd. Twaalf scholen hebben mee-
gedongen naar een wisselbeker, die dit jaar
door de Christelijke Burgerschool op de
Johannes-school werd veroverd. Het is de
tweede tentoonstelling die de vereniging
Floralia heeft georganiseerd. Men heeft ge
tracht de aantrekkelijkheid te verhogen
door de werkstukken op te stellen van de
leerlingen van de bloembindcursus.
Een nieuwigheid is de soortenkennis-
wedstrijd. Voor in de zaal staat een aantal
hyacinten onder naam opgesteld, die men
goed in zijn gedachten moet opnemen, want
iets verderop staan dezelfde variëteiten on
der nummer, die men de juiste naam moet
geven. Geen gemakkelijke opgave.
De voorzitter, de heer F. Schlamann, wees
in zijn inleidend woord op het streven van
de vereniging. Het bijbrengen van de liefde
voor de natuur aan de jeugd en als logisch
gevolg daarvan het bestrijden van de bal
dadigheid.
De burgemeester van Hillegom, jhr. mr.
dr. O. F. A. H. v. Nispen tot Pannerden, zag
nog een voordeel in dit werk en wel het
kweken van liefde voor het bloembollen
vak, dat deskundig personeel steeds meer
zal kunnen gebruiken, omdat het steeds
gecompliceerder wordt.
BURGERLIJKE STAND VAN HILLEGOM
GEBOREN: Apolonia Maria, d. van C. J.
Th. Vesseur en W. M. Luas; Susanna Maria,
d. van J. A. van Felius en S. M. Jager; Maar-
tje, d. van G. van der Jagten H. van Nistel-
rooij: Fernan Gerard, z. van C. J. Siecker en
F, M. A. Ledus; Johannes Jacobus, .z, van
Th. M. Schiif en A. J. Siecker: Cornelia
Theodora Maria. d. van P. J. Walraven en
M. A. van Rooden
ONDERTROUWD: J. Schniedewind en C.
van Blitterswijk.
OVERLEDEN: Cornelis van Beek. m., 60
j.; Elizabeth Keijzer, vr., wed. van H. K.
Spilker, 85 j.
GETROUWD: A. van Andel en J. J. A.
Zirkzee.
Gemeenteraad Bennebroek
Donderdagavond vergaderde de Benne-
broekse gemeenteraad.
De oproep voor een nieuw schoolhoofd
aan de openbare lagere school heeft 66 sol
licitanten opgeleverd waarvan er 14 op een
lijst worden geplaatst, waaruit een voor
dracht van drie zal worden gemaakt.
Aan de raadsleden werd een brochure
overhandigd over de bescherming van de
burgerbevolking bij het onverhoopt uitbre
ken van een nieuwe oorlog. De voorzitter
gaf omtrent de voorgenomen maatregelen
een niet bepaald optimistische beschou
wing.
De gemeenschappelijke regelingen met
Heemstede inzake de technische dienst en
de straatverlichting die ook dit keer weer
duurder is geworden (ƒ4200) kon moeilijk
het enthousiasme van de raad krijgen en
werd slechts schoorvoetend aangenomen.
Met enige salarisbesluiten ging het wat
vlotter, doch met de onderwijsbesluiten.
waarbij een voorstel was van B. en W. om
de gemeentelijke bijdrage per leerling van
de bijzondere scholen op 30 vast te stel
len, kwam een gedeelte van de Protestants
christelijke groep in verzet. De heer E1-
g e r s m a verzocht met nadruk om dit be
drag tot 34 te verhogen, waartegenover
de wethouder J. v. Li erop (K.V.P.)
stelde dat de besturen der beide Katholieke
scholen hebben verklaard, met 30 rond
te kunnen komen. De heer Hoogendoorn
meende dat dit niet ter zake deed, maar
dat het hier een kwestie van recht gold.
Met 7 tegen 4 stemmen werd het voorstel
van B. en W. aangenomen.
Daarna kwam de gemeentebegroting aan
de orde die met een totaal bedrag aan in
komsten en uitgaven sluit met een bedrag
van 313.825.50. Daaronder is een post
onvoorziene uitgaven van 4000 en om de
begroting sluitend te maken wordt uit de
reserve een bedrag genomen van 6.714.32.
De heer Breek (K.V.P.) was het enige
raadslid dat algemene beschouwingen hield
en stelde vast, dat de begroting er niet on
gunstig uitziet. Hij miste echter plannen
voor de woningbouw, drong aan op invoe
ring van de schooltandartsendienst, wenste
de doorlichting van de ambtenaren, die elk
jaar moet geschieden, uit te strekken tot de
gehele bevolking en informeerde ten slotte
naar de mogelijkheid dat de speeltuin dit
jaar nog zal worden 'aangelegd. Wat de
woningbouw betreft, kon de voorzitter mee
delen dat er wel degelijk plannen zijn maar
geen geld.
Nadat de raad een voorstel van de heer
Lommerse (K.V.P.) had aangenomen
om de vergoeding voor de beide wethou
ders te verhogen tot 400 per jaar, werd
de vergoeding voor de raadsleden vast
gesteld op 6 per zitting. Daarna kwam het
herziene uitbreidingsplan nog eens ter tafel,
dat nu ter visie zal worden gelegd en waar
over na drie maanden een beslissing dient
te worden genomen. De begroting werd
goedgekeurd.
BURGERLIJKE STAND
GEHUWD: J. C. de Kanter en J. L. C. v.
Essen; H. Schrama en M. Kemp.
OVERLEDEN: H. M. J. Onos, v., 87 j,: M.
L. Heurter, m., 56 j.; W. Janisse, m„ 84 j.;
B. de Blaazer, v., 84 j.
In hotel „Boekenrode" te Aerdenhout werd
Donderdagavond onder voorzitterschap van
mr. P. J. Prinsen Geerlings, de jaarlijkse
algemene vergadering gehouden van de Wijk
verpleging Aerdenhout-Bentveld. Het jaar
verslag van de secretaris over het jaar 1951
vermeldde een ledcnaanwas van 32 leden; de
vereniging lelde eind December 602 leden.
Het aantal afgelegde bezoeken door de beide
verpleegsters bedroeg 7587, tegen 70G4 in 1950.
Met algemene stemmen werd het voorstel
aangenomen om het huishoudelijk reglement
zodanig te wijzigen, dat het aantal vrije be
zoeken met tien per jaar verminderd wordt
en wordt teruggebracht van 30 op 20 bezoe
ken. Deze wijziging was nodig als gevolg van
de financiële positie, daar het bestuur een
contributieverhoging minder wenselijk achtte.
Het jaar 1951 sloot met een batig saldo van
4.77. In de kascommissie voor het jaar 1952
werden de heren J. E. Rozendaal en F. J.
Stuurman benoemd. De aftredende bestuurs
leden werden bij acclamatie herkozen.
Het bestuur bestaat uit: mr. P. J. Prinsen
Geerligs, voorzitter; D. Lageman, vice-voor-
zitter; J. de Graaf, secretaris; P. van der
Laan, penningmeester; mevrouw D. Willcmse
Giese en dr. A. W. Mellema, die als waar
nemend geneeskundig adviseur de plaats in
nam van de arts Reurink.
De wijkverpleging Aerdenhout-Bentveld
heeft enige hoogtezon-apparaten, infraphil-
lampen en een electrisch apparaat voor in
halatie-therapie (met peniciline) aangeschaft.
Tegen een geringe vergoeding kunnen de
leden deze apparaten in bruikleen ontvangen.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
„Die geweldige vis deed een sprong boven het water uit enhap!daar had
hij me bij mijn broekspijp te pakken!"
„Oei!" riep Bunkie. „En toen?"
„Nou, ik gaf een schreeuw, want ik schrikte me 'n staartaapen ik probeerde
me vast te houden aan de touwen. Maar dat lukte niet; de reuzenvis had z'n tanden
stevig in mijn broek gezet en hij trok zo hard, dat ik de touwen los moest laten
Ik viel van de boegspriet! En nou kun jullie me geloven of nietmaar ik kwam
precies op de nek van het monster terecht, net of ik op 'n paard zat! Dat was eigenlijk
maar gelukkig, want anders had-ie me vast en zeker opgeslokt, als ik in die grote
bek was terecht gekomen. Maar toch was ik er niet best aan toe, want het beest
zwom met 'n geweldige vaart door de golven, en ik werd meegevoerd, of ik wou of
nietIk zette 'n keel op, dat snap je; maar niemand op het schip hoorde me, zeker
omdat de wind zo'n herrie maakte. Maar dat was nog niet het ergste
De drie keken hem met grote ogen aan.
„Neewant toen de vis 'n paar rondjes om het schip heen gezwommen had, dook hij
opeens naar beneden! Ik zat nog altijd op z'n nek en ik werd meegetrokken, onder
water Jongens, wat kreeg ik het benauwd!"
COMPONIST HENK BIJVANCK
Te Heemstede is komen wonen de pianist
componist Henk Bijvanck. die een groot deel
van zijn leven in Wenen heeft doorgebracht,
waar hij zijn studies als leerling van Franz
Schmidt voltooide. Hij gaf gedurende enige
jaren les aan de Wiener Sangerknaben en
was tevens conrepetitor aan de Weense
Volksopera.
Na de oorlog vestigde hij zich te Amster
dam, waar hij pianoles gaf aan het Muziek-
lyceum. Bijvanck geniet een goede reputatie
als paedatr'oog en repetitor van alle soorten
ensemblemuziek. Aan de Weense academie
speelde hij begeleidingen en gaf hij lessen in
de klassen voor kamermuziek. Hij compo
neerde tot dusver twee symphonieën, een
requiem voor koor en orkest, een religieus
ballet, vele liederen, kamermuziekstukken en
concerten voor cello en piano.
BURGERLIJKE STAND
OVERLEDEN: J. M. van ReeuwijkEve-
iein, 72 j.- P. G. CasanderTopper, 65 j.;
Wed. M. Th. L. OliemansHamel. 87 j.; Wed.
C. Donkersvan der Burg. 92 j.; M. J. Kroe
zen, 47 j.; Wed. J. C. M. Scheffervan Ams-
rongen. i.; P. van der Eem, 79 j.
GEHUWD: P. Th. van der Velden en W.
G. Leuven: A. Aardewijn en E. Elbersen; G.
H. Bernhard en C. H. Groenhuijzen; P. H.
Flohil en A. J. Boersma.
GEBOREN: Elisabeth Josepha Maria, d.
van G. J. Nelissen en J. M. M. Hendrix: Her
man Antonius Maria, z. van J. Ch. M. Thun-
nissen en C. M. D. Timmermann; Wilhelmina
Augusta, d. van P. J. Buijs en H. M. Th.
Koch: Cornelis Adrianus Maria. d. van W.
G. van Haas:eren en A. H. M. Moers: Dirk
Jan. z. van D. Beeldman en A. Molenaar;
Rinske, d. van W. Jorritsma en U. J. E.
Schiiler; Margaretha Johanna, d. van Th. van
Kesteren en L. Krikke; Jeannette, z. van J.
Erkelens en G. Gtuivenberg.
TOKIO. (Reuter) Vice-admiraal Joy,
het hoofd der geallieerde delegatie, die met
de stafofficieren der Noordelijken onder
handelt over het sluiten van een wapen
stilstand in Korea, heeft in een tegenover
Amerikaanse verslaggevers afgelegde ver
klaring onder meer gezegd, dat de verbon
denen in de loop der onderhandelingen, die
thans acht maanden hebben geduurd, hun
aanvankelijke militaire voordeel hebben
prijs gegeven en thans onderhandelen bij
een toestand, waarin de tegenstanders el
kander in evenwicht houden.
Hij zeide dat de communisten van het
hun door de onderhandelingen geschonken
respijt gebruik hebben gemaakt om hun
militaire positie te versterken. „Zouden de
verbondenen thans miltaire druk willen
uitoefenen om het sluiten van een overeen
komst te bespoedigen, dan zouden zij dit
slechts kunnen doen door het brengen van
zeer zware offers onder hun eigen man
schappen. En toch is het uitoefenen van
militaire druk de enige wijze om het tot
stand komen van een wapenstilstand te
bespoedigen", verklaarde vice-admiraal
Joy.
De millionnair Frederick van der Bilt
Field, een vriend der Amerikaanse com
munistische leiders, die wegens „gering
schatting van het (gerechfs)hof" tot ne
gentig dagen gevangenisstraf was veroor
deeld, is Vrijdag na zeventig dagen gevan
gen te hebben gezeten, wegens goed gedrag
op vrije voeten gesteld. Hij werd tot zijn
straf veroordeeld omdat hij weigerde vra
gen te beantwoorden over de herkomst van
een bedrag van 260.000 dollar, waarmede
borgtocht was betaald voor elf gearresteer
de Amerikaanse communistische leiders.
Nederlandse bewerking van C. J. E. Dinaux
11)
Overigens was hij er allerminst de jonge
man naar, ruzie uit te lokken. Integendeel:
hij was verdraagzaam en zo zou zijn leven,
zoals dat van de meeste mensen, waar
schijnlijk ongestoord en onopvallend zijn
verlopen, als er zich niet een incident had
voorgedaan een voor hem uiterst nood
lottig voorval waardoor het plotseling
een- andere, tragische wending nam.
Adolf Braun werd beschuldigd van ver
duistering van geld. Het was nu wel geen
bedrag van grote omvang, maar toch even
min een onbelangrijk tekort. In zijn lesse
naar werden papieren gevonden cassa-
b.ons en contrölestaten, die door zijn han
den waren gegaan waarvan hij de aan
wezigheid op die plaats niet kon verklaren.
Hij was de enige, die van deze lessenaar
een sleutel bezat. Hoe was het dan moge
lijk, dat deze bescheiden zonder zijn mede
weten daar waren opgeborgen?
Adolf Braun werd verhoord en betuigde
zijn onschuld. En die papieren dan? Hij
kon er geen verklaring van geven. Hij was
onschuldig. Men geloofde hem niet, onder
vroeg hem opnieuw, voelde hem, zoals het
heette, „flink aan de tand", gaf hem in
overweging, in zijn eigen belang, nu maar
te bekennen en Braun zweeg: hij had
niets anders te zeggen dan dat hij on
schuldig was.
Na een vrij langdurige preventieve hech
tenis kwam de zaak voor. Adolf Braun ver
dedigde zich slecht, zijn advocaat (een
broekje nog, zonder ervaring, die hem was
toegewezen omdat hem de middelen ont
braken er zelf een te nemen) deed het nóg
slechter.
Op de vraag, wat hij nog tot zijn verdedi
ging wenste aan te voeren, wist hij niet
anders te antwoorden dan dat hij onschul
dig was onschuldig. Jawel, dat had
hij al genoeg keren beweerd; maar de pa
pieren! Papieren in zijn lessenaar, waarvan
hij alleen de sleutel had. Als de verdachte
daar nu eens een aannemelijke verklaring
voor kon geven, dan zou er reden zijn te
gaan geloven datMaar nu! Hij moest
toch zelf zo langzamerhand gaan inzien
dat
Ik ben onschuldig. Meer dan dat kon
hij niet over zijn lippen krijgen. Alleen de
gedachte al, dat men hem voor een dief
kón houden, verlamde hem. Zo was het
destijds ook op school gegaan. Men geloof
de zijn woord niet. Dat gevoel ontnam hem
de moed zich te verdedigen met argumen
ten, die hem misschien hadden kunnen hel
pen, hoewel nauwelijks meer zouden red
den. Zijn schuchtere aard, zijn gevoelige
natuur bleken een hachelijke aanleg te zijn
in een schaamteloze tijd, waarin Jiet rauwe
geweld het laatste woord had.
Ondanks alles schenen de rechters niet
ongunstig gestemd te zijn. Zijn onbespro
ken gedrag, het ontbreken van positieve
bewijzen, zijn houding en stem het pleit
te voor hem.
Totdat de officier van Justitie het woord
kreeg. Adolf Braun zag een donkere ge
stalte verrijzen, hoorde een scherpe, kra
kende stem. Hij ontwaakte uit zijn verdo
ving: nu pas hoorde hij, wat er gezegd
werd: harde, honende woorden, uitgespro
ken op een toon die aan een van buiten
geleerde les deed denken - woorden, waar
aan hij die ze sprak zelf niet geloofde, niet
kón geloven, De stem klonk scherper, sma-
lender. Adolf Braun wilde overeind sprin
gen om te protesteren en de argumenten te
weerleggen. Dat was allemaal niet waar!
Zijn keel werd dicht geknepen, het duizel
de hem. Waérom werd hem dit onrecht
aangedaan? Waarom? De stem klonk ver
der en verder af, de ruimte groeide cm
Adolf Braun, als een nietigheid zweefde hij
in het onmetelijke, waarin een geluid
gonsde en eindelijk tot zwijgen kwam.
Toen was het voorbij Toen was het te laat.
Verdachte.... u heeft het gehoord?
De officier eist een gevangenisstraf van
één jaar tegen u.
Pas toen de parketwachter hem aan
stootte om hem te doen opstaan, keerde
zijn bewustzijn terug. Hij werd weggeleid.
Adolf Braun keerde zich om, zag de zwarte
gestalte die daareven tartend de beschuldi
ging tegen hem had uitgesproken, diep in
de ogen en zei:
Ik ben onschuldig.
En met een heldere, vaste stem, zodat
het in de verste hoeken van de zaal was te
horen, voegde hij er aan toe:
En u wéét het!
I-Iet vonnis luidde conform de eis: een
gevangenisstraf voor de tijd van één jaar.
Acht maanden van zijn straf had hij uit
gezeten, toen zijn onschuld aan het licht
kwam. De werkelijke dader was ontdekt.
De revisie van zijn zaak leidde tol vrij
spraak. En daarmee stond Adolf Braun op
straat. Met de enkele formele woorden die
uitdrukking moesten geven aan de verze
kering, dat deze noodlottige toedracht ten
zeerste werd betreurd, kon hij zijn leven
herbeginnen.
Zijn ouders waren inmiddels overleden.
Hij had hen tijdens zijn gevangenschap bei
den één keer gesproken: zijn moeder bij
het eerste bezoek, zijn vader bij het onver
wachte tweede, waarbij hij de dood van
zijn vrouw mededeelde. Kort daarop was
hij aan een hartverlamming gestorven. Zij
'hadden niet getwijfeld aan de onschuld
van hun zoon: het onrecht, hem aange
daan, was hun dood geweest.
Hij stond op straat. Zijn bloedverwanten,
gering in getal, ontvingen hem, maar op
een zodanige manier dat hij hen niet meer
Er is een kinderliedje over een boom die
altijd dikker wordt. De Haarlemse stations
zijn steeds groter geworden. Trouwens
heel verklaarbaar, want ook met het spoor
wegverkeer is het steeds crescendo gegaan.
Toen in 1839 de eerste spoorlijn in ons
land, die van Haarlem naar Amsterdam,
in gebruik genomen werd, had Haarlem
een heel bescheiden stationnetje aan de
Amsterdamse vaart, nabij de Amsterdamse
poort. Op die plek staat nu de Centrale
Werkplaats. Bejaarde Haarlemmers noe
men die nog wel „het oude station".
In 1842 kreeg Haarlem een groter station,
nu op de plaats va.n het tegenwoordige. Dit
is juist 110 jaar geleden. Het station moest
verplaatst worden, omdat de spoorlijn
doorgetrokken werd naar Leiden. (In 1843
volgde de doortrekking tot Den Haag en in
1847 tot Rotterdam.) Het duurde evenwel
heel lang voor de bezwaren tegen het
station op die plaats ondervangen werden.
Haarlem had in 1842 nog wallen en poorten
en nu wilde het stadsbestuur de spoorlijn
en ook het station buiten de vesting hou
den. Daarom werd als voorlopige plek van
hef station de grond aangewezen waarop
nu het Frans Halsplein gevonden wordt.
Het stadsbestuur van Haarlem wilde na
melijk het.... poortgeld van de reizigers
die hier aankwamen niet missen! Maar bij
het uitwerken der plannen bleek het toch
gewenst de spoorweg en het station op de
tegenwoordige plek, dus binnen de vesting
te brengen. Haarlem keurde dit tenslotte
goed onder voorwaarde dat de Spoorweg
directie goed vond dat er kommiezenhuisjes
bij de spoorbruggen over het Spaarne en
de Oostsingel gebouwd werden, zodat de
stedelijke ambtenaren daar hun poortgeld
van de reizigers konden innen voor zij de
vesting binnen kwamen. Met zonsonder
gang gingen de ambtenaren naar huis,
maar dan moest de spoorwegadministratie
er voor zorgen dat voor elke reiziger 5 cent
in de stadsschatkist kwam. De poortgeld-
ambtenaren immers deden aan de Oostsin-
gel tevens dienst als overwegwachters.
Het was ongetwijfeld voor de spoorweg
directie een hele opluchting toen 1 Januari
1852 het poortgeld door Haarlem werd af
geschaft!
Haarlem heeft met het in 1842 gebouwde
station betrekkelijk lang moeten doen. In
1867 nu dus 85 jaar geleden werd
overgegaan tot een belangrijke vergroting,
terwijl toen ook voor het eerst een over
kapping boven de perrons werd aange
bracht. De uitbreiding en modernisering
waren een gevolg van het feit dat er meer
treinen in Haarlem aankwamen en ver
trokken. In 1867 werd namelijk de lijn
HaarlemAlkmaar geopend. Het zou toen
nog tot 1883 duren voor de lijn Haarlem
IJmuiden volgde en tot 1889 voor de trei
nen uit Zandvoort in het station in Haar
lem kwamen (de verbinding Haarlem
Zandvoort, die in 1881 geopend werd, was
aanvankelijk een op zich zelf staande lijn,
maar is in genoemd jaar door de H.IJ.S.M.
in exploitatie genomen).
Het station dat Haarlem in 1867 kreeg
was niet mooi. Reeds de schrijver van het
bekende boek over de geschiedenis van
Haarlem, Allan, liet in 1882 een klaagzang
horen over de minder mooie architectuur.
Bovendien klaagde hij over het feit dat het
Stationsplein niet veel meer was dan een
„ruime straat". Ditzelfde bezwaar hebben
wij nu nog tegen het plein. Het is jammer
dat, toen in 1906 Haarlem een nieuw sta
tion kreeg, er niet voor gezorgd is dat er
voor het gebouw een flink plein kwam. Dit
was toen mogelijk geweest door enkele
huizen op te offeren en het Statenbolwerk
wat te verleggen naar het Noorden.
Haarlem is nu 45 jaar verlost van de
misère der overwegen, want die werden bij
de bouw van het nieuwe station vervan
gen door viaducten. Alleen is het jammer
dat ook die viaducten te klein zijn opgezet.
In de oude tijd waren zij wel voldoende om
het verkeer te verwerken, maar hadden de
ontwerpers kunnen voorzien dat daar nu
zoveel auto's en autobussen moeten pas
seren, dan zouden zij de doorgangen zeker
breder gemaakt hebben.
Het station dat Haarlem in 1842 kreeg.
(Deze afbeelding vonden wij in het boek
van mejuffrouw dr. G. H. Kurtz „Beknop
te geschiedenis van Haarlem").
Bezwaren uit de Tweede Kamer
tegen desbetreffend wetsontwerp
Tegen het wetsontwerp tot verhoging
van de leeftijd, waarop de koning of de
vermoedelijke troonopvolger meerderjarig
wordt, hebben blijkens het Voorlopig Ver
slag der Tweede Kamer vele leden be
zwaren.
Aanvaarding van het ontwerp zou huns
inziens in de toekomst immers de kansen
op een regentschap in sterke mate ver
groten.
Een regentschap achten zij in algemene
zin een uitzonderingstoestand, welks in
treden zo min mogelijk bevorderd dient te
worden. Zij erkennen dat krachtens het
voorgestelde van geval tot geval beslist
kan worden, dat een minderjarige koning
of troonopvolger, die de leeftijd van 18
jaar bereikt heeft, dadelijk meerderjarig
wordt.
Het kwam hun voor, dat de bezwaren
daardoor worden vergroot, daar op deze
wijze de persoon vain de koning of de
troonopvolger tot een onderwerp van dis
cussie kan worden gemaakt. Ook de persoon
van de regent zou dan in het geding ge
bracht kunnen worden. Zowel het een als
het ander behoort tot elke prijs te wor
den vermeden. Aan het systeem, waarbij
het bepalen van de meerder.)arigheidsleef-
tijd aan de wet wordt overgelaten, zijn
dezelfde bezwaren verbonden.
Andere leden konden zich met de voor
gestelde verhoging van de leeftijdsgrens
verenigen. Zij achtten vooral de argu
menten van zuiver menselijke aard door
slaggevend. Van niemand, zo meenden zij,
mag men eisen, dat hij of zij reeds op
18-jarige leeftijd een verantwoordelijkheid
op zich neemt, welke voor menig mens
van rijpe leeftijd en grote ervaring te
zwaar zou kunnen blijken.
Een koning of troonopvolger kan onmo
gelijk op zijn achttiende jaar die oplei
ding hebben voltooid, welke voor het goed
vervullen van zijn taak volstrekt nood
zakelijk moet worden geacht. Zelfs op zijn
eenentwintigste jaar zal hij een normale
universitaire opleiding niet kunnen heb
ben voltooien. V/el zal het mogelijk zijn
hem voor het einde van zijn eenentwin
tigste jaar een speciaal op zijn toekom
stige taak gerichte opleiding te doen vol
gen, welke hem in staat stelt zich de
noodzakelijkste kennis van en inzicht in
de staatswetenschappen eigën te maken,
met allerlei kringen uit het Nederlandse
volk kennis te maken en op ongedwongen
wijze in het buitenland te verblijven om
daardoor zijn gezichtsveld te verruimen.
Er is, zo meenden deze leden, een groot
algemeen belang mee gemoeid, dat zulk
een opleiding niet ontijdig behoeft te
worden afgebroken.
De gemeenteraad van Bussum heeft, na
hulde betuigd te hebben aan de financiële
deskundigheid van burgemeester Haspels,
besloten tot sanering van de kapitaaldienst,
waardoor de vlottende schuld van drie
millioen gulden geheel verdwijnt en men
een werkkapitaal krijgt van 1.700.000.
Een bedrag van 1.066.000 wordt gereser
veerd voor de bouw van een nieuw raad
huis.
De raad keurde een voorstel goed inzake
de bou\V van 144 woningen gefinancierd uit
eigen middelen der gemeente.
bezocht. Weliswaar was hij gerehabiliteerd,
maar hij bleef een man „die gezeten had"
en nu ja, men ,zit" toch niet helemaal
voor niets! Er zal toch wel.
Zijn vrienden waren in alle windstreken
verstrooid; zij waren immers jong, jong
zoals hijzelf eens was geweest, vroeger,
toen hij nog niet „met de rechter in aan
raking was gekomen".
Een jaar van beproeving brak aan. waar
van elke nieuwe dag een hopeloze strijd
betekende met het naakte leven. Hij had
in de gevangenis kennis gemaakt met een
zekere Eduard Pritzow die, lang niet zo
onschuldig als hij, toch eer lichtzinnig dan
slecht was. Zij ontmoetten elkaar „in de
vrijheid" en deelden trouw eikaars ellende
en honger, dagelijks terugkerende ont
goochelingen en talloze vernederingen, die
varieerden van veelzeggend schouderopha
len tot goedkope woorden van troost. Zij
redden zich zo goed en zo kwaad als het
ging met het weinige dat ze verdienden en
werden in deze nood vrienden. Het was
Pritzows aanhankelijkheid en onuitputte
lijke hoewel bittere humor die Adolf
Braun in deze tijd op de been hield en hem
weerhield zijn toevlucht te nemen tot het
uiterste.
Of eigenlijk: neen wat hem in werke
lijkheid het hoofd boven water deed hou
den, wat hem in de maanden achter de
tralies en de ontelbare uren van melancho
lie, mensenhaat en wanhoop nadien de
moed gaf verder te leven, was iets héél
anders, iets wat geen mens wist of zelfs
maar vermoeden kon.
Adolf Braun was in deze paar jaren een
ander mens geworden. Of juister gezegd:
in hem ontwaakte dié kant van zijn karak
ter, welke zich voorbijgaand al in zijn
jeugd had getoond, in zijn volle kracht en
nam volkomen bezit van zijn persoonlijk
heid, zozeer, dat hij even onafscheidelijk
aan hem verbonden was als zijn hand, zijn
oog..zijn hart.
Ér was onrecht aangedaan. Ditmaal was
hij het slachtoffer. Elk onrecht diende ge
wroken te worden. Ook dit. Het lot had hem
nu eenmaal aangewezen als de wreker.
Goed, hij zou er zich niét aan onttrekken.
Maar.... op wie moest het worden ge
wroken? De man die hem in het ongeluk
had gestort om buiten schot te blijven zat
nu zelf tussen de vier muren, zonder dat
hij zichzelf had gered. Goed, het was hem
gelukt hém ongelukkig te maken. Hij
boette dat was genoeg. De rechters dan?
Och, ze vormden met elkaar een onper
soonlijke macht en als zodanig waren ze
onaantastbaar. En goed beschouwd waren
zij het niet, die hem hadden veroordeeld:
ze hadden gehandeld onder de suggestie
van die andere, die lange, magere kerel
met zijn duivelse gezicht, zijn snijdende
stem, zijn felle ogen en scherpe haakneus
die man, die zelf niet geloofde wat hij
had gezegd en het toch had uitgesproken
met een onverklaarbare haat, zodat hij hem
op zijn beurt was gaan haten, zo bitter, zo
vurig, zo verbeten als een mens maar kón
haten. (Wordt vervolgd).