Speciale dienst voor lichamelijke
opvoeding en sport op school
LAXEERAKKERTJÏS
Kop op!
Steek 'n sigaar op!
Export naarFinland
zal sterk dalen
Nederigheid
Ms. „Safi" Zondag door
Spaarndammer sluisje
DONDERDAG 13 MAART 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
3
GEMEENTERAAD HAARLEM
Schoolgeldverlaging voor middelbaar onderwijs
Een „GELO"-product,
verkrijgbaar in de slijterij
Koning Gustaaf Adolf
als kunstkenner
Reinig Uw ingewanden
en voorkom verstopping.
Neem eens per week 1 of 2
Tabaksnevelen in
het Proveniershuis
Concertgebouw bij oude
en nieuw exploitatie
BIJ WINDSTIL WEER
Verkeersom legging
De Haarlemse gemeenteraad besloot
gistermiddag tot oprichting van de „Dienst
voor de Lichamelijke Opvoeding, de Sport
en de Jeugdzaken" en benoemde met
algemene stemmen tot hoofd van deze
Dienst de heer S. Heyers, die op het ogen
blik de scepter zwaait over de afdeling
Lichamelijke Opvoeding der gemeente
secretarie. De heer Heyers zal de titel
krijgen van inspecteur.
Het hacl overigens heel wat voeten in
aarde voordat deze benoeming er door
was: Verscheidene raadsleden zagen zich
voor hun geestesoog al conflicten afspelen
tussen deze inspecteur en de vakleraren
die het, naar men veronderstelde, aller
minst prettig zouden vinden om geïnspec
teerd te worden. Enige vroede vaderen
meenden bovendien dat zo'n inspecteur
niet nodig was, omdat de hoofden der
scholen verantwoordelijk zijn voor de stof
die op hun onderwijsinstellingen wordt
gedoceerd. Omdat er ook nog een inspec
teur L.O. zal komen, meende mevrouw
S c h e 11 e m a-C o n r a d i (WD) twee
kapiteins op andermans schip te zien.
Wethouder Geluk zag die niet: De
kapitein zit op het stadhuis.
Ook de Nederlandse vereniging van
leraren in lichamelijke opvoeding bleken
weinig prijs te stellen op de benoeming
van een inspecteur. Zij richtten tenminste
een telegram tijdens de raadsvergadering
aan B. en W., met het verzoek om de be
noeming aan te houden.
Dat gebeurde niet, want de heer Voogd
(P. v. d. A.) stelde iets voor waar men
zich éénstemmig mee kon verenigen: De
inspecteur wordt benoemd en een om
schrijving van zijn taak wordt ter kennis
van de raad gebracht.
Bezwaren tegen de dienst zelf waren er
weinig. De raad was het met wethouder
Geluk roerend eens dat de dienst er
moet komen, teneinde het gemeentebestuur
in staat te stellen zijn taak ten aanzien van
de lichamelijke opvoeding zo goed mogelijk
te vervullen. Waar tot nu toe geen overleg
is geweest met de onderwijscommissie, zal
haar advies wèl ingewonnen worden bij de
uitwerking van de plannen. Toen de heer
Geluk bovendien als financiële consequen
tie slechts het onderhoud van een kleine
staf personeel en de huisvesting had ge
noemd, was er niets meer dat de raad er
toe zou kunnen brengen tegen te stemmen.
Woningbouw
Op 18 Maart zal de bouw van 96 wonin
gen ten Zuiden van de Dunklerstraat wor
den aanbesteed. De Haarlemse Woning
stichting „Vooruitgang" gaat die huizen
daar bouwen. De gemeente heeft er
1.120.000,voor ter beschikking gesteld.
Enige leden zagen haken en ogen aan
de plannen. Zo werd onder meer de huur
ter sprake gebracht, die gemiddeld 10,40
per week bedraagt. Dat vond men over het
algemeen nogal hoog, vooral omdat in die
10,40 de aanleg en het onderhoud van
de tuinen nog niet is begrepen.
De heer G o e d d e e (P. v. d. A.) vrees
de ernstige moeilijkheden. Straks zal een
arbeider, als hem een woning wordt aan
geboden, wellicht moeten weigeren, omdat
hij de huur niet kan betalen. Zulks zou,
volgens de heer Goeddee, de oplossing van
de woningnood in de weg staan. Hij vroeg
dan ook naar de mogelijkheid een huur-
bijslagregeling in het leven te roepen,
welke mogelijkheid naar wethouder An-
g e n e n t verklaarde, de belangstelling
van B. en W. heeft.
De heer Fib be (WD) joeg de wet
houder tegen zich in het harnas door te
insinueren dat de samenwerking tussen
het college en de woningbouwverenigingen
slecht was. Zo slecht, dat hij die samen
werking formuleerde als „slik of stik". Hij
stond een vorm van particuliere bouw ten
gerieve van „de kleine man" voor.
Voor de bouw van 354 woningen, 12
winkels en een kantoortje ten Zuiden van
de Amsterdamsevaart werden voorschotten
verleend aan de woningstichtingen „Het
Oosten" en „Ons Huis".
„Het Oosten" krijgt 1.719.000,voor
de bouw van 165 woningen en „Ons Huis"
ADVERTENTIE
Koning Gustaaf Adolf van Zweden, die
een officieel bezoek aan Noorwegen
brengt, heeft het Noorse museum van
kunstnijverheid bezichtigd. Hij had spe
ciale belangstelling voor de verzameling
van Oost-Aziatische kunst waarvan hij
een kenner is Hij verklaarde dat twee
Chinese kommen, die door het personeel
van het museum als' „twijfelachtig" op
zij waren gezet, echt waren. De beide
voorwerpen, waarvan er een uit de Sung-
periode (960-1279) of de Yan-periode
(1280-1367) dateerde, kregen daarop on
middellijk de plaats, die hun krachtens
hun nieuw ontdekte waardigheid toe
kwam.
Als geschenk voor Koningin Louise
kreeg de Koning een aantal van de uit
1752 daterende geconserveerde rozen, die
het museum rijk is, mee.
1.888.000,voor de bouw van 189 wo
ningen en 12 winkels.
Schoolgeldverlaging
De schoolgeldregeling kreeg de algemene
instemming van de raad, hoewel niet alle
leden het tarief voor cle Handelsavond
school toejuichten. Sommigen constateer
den daarin namelijk een relatieve ver
hoging en zagen liever dat ook het bezoe
ken van deze school goedkoper werd. Het
blijft echter zoals door B. en W. is voorge
steld. Tot nu toe had men een tarief dat
stamt uit 1938. In 1950 zou dit aanvanke
lijk gewijzigd woi'den, maar die wijziging
werd opgehouden, daar de regeling die nu
aan de raad werd voorgelegd, toen al in
de pen was. Leerlingen van de Handels
avondschool verdienen bovendien zelf,
leerlingen van middelbare dagscholen
komen geheel ten laste van hun ouders.
De tariefsverlaging voor het middelbaar
onderwijs kon worden toegepast, omdat
van Rijkswege een volledige compensatie
zal worden gegeven.
Het Sint Elisabeths Gasthuis krijgt er
een twee operatiekamer bij. Op de Haar
lemse gemeentebegroting 1951 is er
100.000,voor uitgetrokken. De bestaan
de operatiekamer zal worden ingericht als
onderdeel van de gynaecologische afdeling.
Nieuwe leermiddelen
De school met de bijbel en de Teyler-
school hebben nieuwe leermiddelen nodig.
Boeken en leermiddelen die op het ogen
blik in gebruik zijn blijken voor een deel
verouderd te zijn. Er komen thans nieuwe:
De Teylerschool krijgt voor de aanschaf
daarvan ƒ3300,de school met de bijbel
1460,—.
Hamerstukken
Zonder hoofdelijke stemming en zonder
enige discussie werd besloten: met de N.V.
Bank voor Nederlandse Gemeenten te Den
Haag een geldlening aan te gaan van
829.624,tot consolidatie van de vlot
tende schuld voor stichting c.q. herbouw
van enige woningcomplexen; de balansen
per 31 December 1950 en de verlies- en
winstrekening over datzelfde jaar van de
Woningstichting „Ons Belang" en „Het
Oosten" goed te keuren; het besluit om het
perceel Kleverparkweg 52 te kopen voor
17.500,in te trekken; het besluit om
het perceel Wilsonsplein 911 voor vijf
jaar te huren tegen ƒ4.000,per jaar
eveneens in te trekken; de verordening op
de heffing en invordering van een vuilnis
emmerretributie te doen ingaan op 1
Februari 1952; het bedrag van 20.000,
die was uitgetrokken voor het aanschaffen
van een tractor met oplegger voor het
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Energiebedrijf te verhogen tot 22.950,
voor het ophogen van gronden ten Zuiden
van het Slachthuiskwartier 639.000,
beschikbaar te stellen; aan mevrouw M. E.
Jonker van der Meer een stuk grond van
ongeveer 756 viei'kante meter aan de
Crayenesterlaan te verkopen voor 12,
per vierkante meter; aan de heer A. de
Haan 936,71 als schadevergoeding toe te
kennen voor een ongeval dat hem is over
komen; de woningen Amsterdamsevaart
122, 124 en 126 onbewoonbaar te verkla
ren; subsidie toe te kennen aan enige in
Haarlem werkende organisaties; de heer
K. Dillingh te Naarden voor één jaar te
benoemen tot scheikundige bij de Keu
ringsdienst van Waren.
De werkloosheid
Naar aanleiding van enige vragen, die
de heren Jansen en Goeddee (P. v.
d. A.) B. en W. over de werkloosheid had
den gesteld, ontstond een langdurig debat
nadat de heer Jansen zijn vragen had toe
gelicht. De heer Jansen betoogde onder
meer dat de kern van de huidige werk
loosheid gezocht moet worden in de acti
viteit van de bouwnijverheid. Hij vroeg
welke maatregelen B. en W. kunnen nemen
om de bouwactiviteit sterker te stimuleren
dan tot nu toe het geval is geweest.
Wethouder H a p p toonde zich opti
mistischer dan de heer Jansen. En is geen
sprake van een werkloosheid die een per
manent karakter draagt of die alarmerend
is. Ten aanzien van de bouwactiviteit was
hij evenmin pessimistisch: Er staan nog
heel wat woningbouwplannen op uitvoe
ring te wachten en bovendien zal ook in
dustriële bouw de aandacht gaan vragen.
De heer Happé zag een spoedige vermin
dering van de werklooseid niet alleen in
de bouwnijverheid, maar ook in de aan
verwante bedrijven. De heer Happé gaf de
raad de verzekering dat B. en W. het
hunne er toe zullen bijdragen om de werk
loosheid te verminderen. Als een van de
middelen ter bestrijding noemde hij de
werkverschaffing en hij voegde er aan toe
dat in de werkzaamheden der G.W.S. meer
continuïteit moet komen. Normaal werk
tegen normale voorwaarden, moet volgens
de wethouder echter voorrang hebben
boven werk van de werkverschaffing. De
directeur van Openbare Werken is inmid
dels om advies gevraagd in hoeverre er
werkverschaffingsmogelijkheden in Haar
lem zijn.
De communistische fractie diende hier
op van repliek. Ze achtte het niet uitge
sloten dat de vragenstellers een verkie
zingsstunt aan het uithalen waren en
haalde er de regerings- en de wereldpoli
tiek er bij om aan te tonen dat iedereen
het bij het verkeerde einde had; behalve
de Communistische partij.
In het Haagse gemeentemuseum wordt van 20 Maart tot 4 Mei een Joegoslavische
goodwill-tentoonstelling van Volkskunst gehouden. De tentoonstellingsstukken, die
een indruk willen geven van de rijke schakeringen in het Joegoslavische volksleven,
heslaan een oppervlakte van 15Ó0 m2 en vertegenwoordigen een waarde van 20
millioen Dinar. Het uitpakken van de levensgrote poppen, die in de klederdrachten
uit verschillende delen van Joegoslavië gestoken zullen worden. De costziums werden
door de bevolking zelf vervaardigd.
Een sigaar is toch maar je ware 1 Als het leven
u boven het hoofd groeit, geeft een geurige si
gaar u troost en nieuwe moed. En een sigaren-
roker zal nooit een slachtoffer worden van
'INHALOSE'.
„Finland, dat in 1951 een gouden tijd
beleefde, zal waaschijnlijk op ernstige
wijze de terugslag ondervinden, van de
economische maatregelen in Engeland en
van soortgelijke moeilijkheden in Frank
rijk en Argentinië. Dit zal in 1952 zonder
twijfel zijn nadelige invloed doen gevoelen
op de invoer van Nederlandse producten
in Finland", aldus de heer A. J. Th. van
der Vlugt, Nederlands gezant in Helsinki,
die in Amsterdam voor leden van de Ne
derlandse Maatschappij voor Nijverheid en
Handel een causerie hield over Finland.
De totale Nederlands-Finse handels-
omzet bedroeg het vorig jaar 350 millioen
gulden. Dit jaar kan het uitgesloten worden
geacht, dat dit bedrag ook maar zal worden
benaderd. De economische verhouding zal
dit jaar voor zover het Nederland aangaat
op zuiver bilateraal peil moeten staan.
Een devaluatie achtte de gezant in de
toekomst wel denkbaar, omdat de Finse
productiekosten, mede door de inflatie, zo
hoog zijn geworden, dat deze 20 tot 25
percent boven het peil van Zweden liggen
en bovendien, omdat de officiële koers van
de Finse mark de werkelijke verre over
treft.
Met nadruk betoogde de gezant, dat Fin
land in geen enkel opzicht mag worden be
schouwd als een satelliet van de Sovjet
Unie. Het is niet waar, dat Finland zich
zoals wel eens wordt verondersteld in
geval van oorlog aan Russische zijde zou
moeten scharen. Het mag zich dan afzijdig
houden, ook volgens het Fins-Russische
vriendschapspact. Bij hét sluiten van dit
verdrag hebben de Finnen destijds diverse
eisen gesteld, waarbij Rusland zich heeft
neergelegd. Verscheidene malen heeft de
Sovjet Unie volgens de heer Van der Vlugt
de gelegenheid gehad Finland te bezetten,
maar het heeft dit nimmer gedaan. Als een
van de vermoedelijke politieke redenen
daarvoor zag hij dat Finland een politiek
vacuum vormt in die zin, dat Finland een
absolute neutraliteit in acht neemt.
Woensdagmiddag in een Haarlemse ta
bakshandelaar de gezelligheid in de UVV-
sociëteit voor ouden van dagen in het
Proveniershuis komen verhogen met een
vermaak, dat in Purmerend werd herbo
ren, namelijk: het wedstrijdroken. Hij had
een hoeveelheid tabak meegebracht, die
wel voor zes sociëteiten voldoende zou zijn,
en liet de bejaarde deelnemers aanrukken
met hun pijpen. Waar het er om ging, wie
het langst rook aan de vulling van zijn
pijpekop zou kunnen ontlokken, leverden
de verschillende grootten van de pijpen
natuurlijk enige moeilijkheden op. Maar
daar had de organisator op gerekend door
in de uitslag ruimte te laten voor tien win
naars. Hij wilde de oudjes niet vermoeien
met allerlei minutieuze wedstrijdbepalin
gen en voorzorgen zoals het meten van de
vochtigheidsgraad van de tabak, maar vol
stond met enig toezicht. Toen alle pijpe-
koppen waren volgepropt commandeerde
hij „lucifers gereedhouden" en vervolgens
gaf hij het startsein door middel van een
schril fluitsignaal. Knetterend brandden
aan alle kanten de zwavelkopjes los en
schalks huppelden de vlammetjes op en
neer toen de tabak werd „aangezogen".
Van alle zijden kringelden de eerste wolk
jes omhoog om zich later met de volgende
te vermenigvuldigen tot een steeds dichter
wordende blauwe damp.
Een van de oudjes controleerde naarstig
of er stiekum geen pijpen ten tweede male
werden aangestoken en keerde daartoe
steeds terug bij een man, die zolang met
trekken wachtte, dat het vuur in zijn pijp
bijna gedoofd was.
Maar steeds weer opnieuw wist hij nog
juist op tijd het vuur aan te wakkeren en
dan keek hij triomfantelijk rond.
Sommige mannen hadden nog gepro
beerd om ook de vrouwen tot deelneming
aan te zetten, maar die wendden zich hoog
hartig af met de woorden: „dan moet je
maar met sigaretten aankomen". Men had
de tabakshandelaar ook verzocht om eens
een pruim wedstrijd te organiseren maar
hij deelde mede dat dit teveel technische
moeilijkheden zou ontmoeten en dat 'een
rookwedstrijd tenslotte al gezellig genoeg
was.
Af en toe zag men elkaar eens taxerend
of een beetje wantrouwig aan, maar dat
hoort bij alle wedstrijden. Hinderen deed
men elkaar niet. Dit is namelijk bij het ro-
kon wel mogelijk, door bijvoorbeeld, zoals
de tabakshandelaar zeide te hebben mee
gemaakt, met petten elkander de pijpen
uit de mond te werpen. Dit is gelukkig
niet gebeurd want alle petten hingen aan
de kapstok. De tien winnaars zijn beloond
met een pakje tabak.
Het dezer dagen verschenen „verslag
omtrent de toestand" van het Concertge
bouw N.V. te Amsterdam begint aldus:
„Met het seizoen 19501951 wordt een
hoofdstuk afgesloten in de geschiedenis
van onze vennootschap. Het orkest immers,
dat sedert de oprichting gedurende ruim
zestig jaren het voornaamste onderdeel
vormde van onze bemoeiingen en niet
alleen het artistieke beeld, maar ook de
financiële positie wezenlijk bepaalde,
maakt tot ons groot leedwezen geen deel
meer uit van de organische structuur onzer
instelling". Gehoopt wordt dat de con-
nuïteit en de waarden der traditie in cul
tureel opzicht zoveel mogelijk bewaard
mogen blijven.
De balans sluit op een bedrag van
1.722.230,07 en het tekort op de verlies-
en winstrekening 229.479,64.
Nu de omstandigheden er toe geleid
hebben, zo wordt tenslotte opgemerkt, dat
de exploitatie van het orkest door Het
Concertgebouw N.V. werd afgesloten, is
tevens een einde gekomen aan de finan
cieel onhoudbaar geworden situatie, dat de
N.V. de steeds stijgende lasten dezer ex
ploitatie zelfs met behulp van belangrijke
overheidsbijdragen niet meer vermocht te
dekken. „Dat men bij het onvermijdelijk
toenemen van financiële steun van de
overheid de rechtstreekse band tussen
overheid en orkest heeft verkozen in plaats
van de traditionele constructie, zal stellig
door velen uit artistieke en organisatori
sche overwegingen worden betreurd. In de
financiële positie van Het Concertgebouw
N.V. kan deze keuze in de toekomst ech
ter enige verlichting teweegbrengen."
Er is eens een gouden tijd ge
weest voor mensen die zichzelf
in de hoogte wilden steken, dat
was toen de wereld nog ge
legenheid tot indrukwekkende
daden bood. Er stonden toen
wat kastelen op bergtoppen
temidden van een ongeregelde
maatschappij, en ge behoefde
er maar op uit te trekken op
een paard, en met een ijzeren
pak aan. De ridders daalden
langs de kronkelpaden uit hun
kastelen neer en zochten de
roem daar beneden, waar hij
te grijp lag.
Ge woont als ridderzoon op
een kasteel en ge hebt uw
jeugd lang slechts slaan, ste
ken en boogschieten geleerd
waarom zoudt ge dan op een
schone dag niet daarbuiten
eens gaan zien of er niets te
slaan, te steken of te schieten
valt?
De zoon kiest een sterk paard
uit de stallen, hij trekt zijn
Zondagse maliënkolder aan en
zegt tot vader en moeder Rid
der: Kom, ik ga eens wat roem
zien te vergaren.
Zo gaat dat. Met thuiszitten en
lezenleren wordt ge geen held.
De vader heeft in zijn jeugd
ook een aardig partijtje mee-
geslagen, gestoken en gescho
len, hij ziet zijn nazaat de eer
van het huis hooghouden en
heeft er plezier in.
Daaronder aan de berg, waar
op de hoogste top het kasteel
zijn transen verheft, zitten
monniken in hun lage behui
zing in boeken te neuzen en te
tekenen. Zij zien de ridderzoon
langs gaan en denken aan de
maatschappij, die na hen ko
men zal waarin er voor
ridderzonen nuttiger dingen te
doen zullen zijn. Maar zij kij
ken snel weer neer op hun ar
beid, want zij vrezen het boek
niet uit of af te zullen krijgen
vóór hun dood.
Zij zoeken geen roem, maar
wijsheid. En als er geslagen of
geschoten moet worden, mui
zen zij weg in hun cellen met
trillende knieën. Maar hun
boeken bestaan heden nóg.
De ridderzoon komt terug en
het is geen kleinigheid, wat hij
in de wereld bruingebakken
heeft. Er zijn vijanden gemaakt
en vervolgens verslagen, er zijn
kastelen in brand gestoken en
schatten geroofd. Hij brengt
een wagen vol goud en zilver
en een blazoen vol wapenfei
ten mee, dat moet ge niet uit
vlakken. Als hij voorbij het
klooster komt, zegt hij be
scheidener is hij niet gewor
den dat de monniken hem
eens goed moeten aankijken,
want zo een held zien ze niet
alle dagen. De monniken kij
ken om hem een plezier te
doen, want zij hebben het niet
op zijn scherp zwaard begre
pen. Maar zij denken er inge
togen het hunne van.
Dat kon toen ook al daar is
nooit iets tegen uitgevonden.
Maar de abt is een kordaat
man, hij loopt op zijn laatste
benen en heeft al zijn boeken
uit. Wat kan mij gebeuren,
denkt hij en hij zegt: Ge zijt
geen groot man, jongen. Want
alle grote mannen zijn beschei
den. En dat leert ge nooit, al
wordt ge duizend jaar.
Zie, dat trekt de ridderzoon op
zijn fatsoen en hij peinst er
over, zonder zijn zwaard te
trekken. De abt kan nog wat
langer op zijn laatste benen
lopen en opnieuw aan wat
boeken beginnen.
De ridderzoon peinst zolang,
tot hij weet wat er gebeuren
moet. Hij trekt een doorde
weeks gewaad aan en klopt
aan de kloosterpoort, zonder
zwaard of lans.
Ik ben een groot man, zegt hij,
en daarom wil ik bescheiden
heid leren. Laat mij hier wat
wonen, dan kunt ge me zeggen
hoe ik zover komen kan.
Grote mannen worden gebo
ren, niet gemaakt, zegt de abt,
maar ge kunt het proberen.
Komt erin en doet alsof ge thuis
zijt. Ge kunt hier voor spek en
bonen een poos blijven wonen,
ik zal u een pij en een cel
geven.
En begin met te bedenken, dat
ge nederig moet zijn. Nederig
ot ge u zelve niet meer ziet.
Het is een hard leven. Bij het
ochtendgrauwen uit bed en
met de kippen op stok. Er
wordt niet gesproken of ge
vloekt, niet met degens ge
meesterd of met sporen geram
meld. Er wordt gelezen, ge
schreven, gemediteerd en ge
peinsd, gebeden en geduld ge
oefend.
Het is een huis van geesten in
bruine gewaden, van sobere
koele gangen en harde britsen.
Een huis van bruine bonen en
grauw brood.
De ridderzoon loopt daar wat
rond te treuzelen en zich te
vervelen, hij heeft gedurig
honger en slaap op de verkeer
de momenten. Maar hij houdt
vol, hij wordt met de dag ne
deriger. En de monniken zien
het met verwondering, zij had
den dat niet achter hem ge
zocht.
Er komt een dag waarop de
abt hem een examen in de ne
derigheid afneemt en hij slaagt
met een ruime voldoende.
Hij laat een knecht uit het
kasteel komen met zijn Zon
dagse pak en zijn beste paard.
Hij trekt zijn pij uit en zijn
fluwelen costuum aan. En hij
neemt afscheid van de mon
niken, die blij zijn voortaan
weer vijf bonen méér op hun
bord te krijgen.
Hij stijgt op en zegt: Kijk maar
eens goed, want hier vertrekt
een groot man een man die
nederiger is dan gij allen te-
samen. Er is nooit een nederi
ger man geweest dan ik. En
niet voor het een of ander,
maar ik zal zorgen dat ieder
een het te weten komt.
De monniken gaan weer naar
hun boeken en de abt kijkt de
ruiter na, die fier over het
bergpad naar boven rijdt. En
hij wil tevreden naar binnen
gaan, als hem plotseling de
waarheid te binnen schiet.
Hij geeft een schreeuw dat de
monniken naar de kelder
vluchten en zegt: Ik had hem
dat nog moeten vertellen. Dat
alle grote mannen nederig zijn
is niet genoeg. Er hoort nog
wat bij.
Zij mogen het zélf niet weten.
J. L.
Een Amsterdamse specialist i?i het repare
ren van antieke uurwerken reviseert hier
een zeldzame Franse „cartelklok"een
kasteelklok uit het laatst van de zeven
tiende eeuw, afkomstig uit Lyon. De klok
is 1,50 m. hoog, 80 cm. breed en 30 cm. diep.
Aan de buitenkant is zij geheel bedekt met
een laag bladgoud van 18 karaat. Het glas
is met de hand gegoten. De van goud ver
vaardigde wijzers zijn met de hand gegra
veerd. Het uurwerk heeft een gong-slag
werk en kan dertig dagen lopen. Het is
in zijn soort het enige ter wereld. Rechts
van deze klok, hierboven afgebeeld, hangt
een Chinees wandklokje, vervaardigd van
palissanderhout. Het is van het zogenaamde
spillegang-type; de aandrijving geschiedt
door een gewicht dat aan een snaar is ver
bonden. In het gewicht bevindt zich een
speel- en slagwerk.
Indien het voldoende windstil is zal
Zondag het nieuwe motorschip „Safi",
een product van de Haarlemse Scheeps
bouwmaatschappij voor Indochina, met
grote voorzichtigheid door het sluisje in
Spaarndam naar buiten worden getrok
ken. Het was tot nu toe dit nauwe sluisje,
dat uitmaakte welke de maat zou zijn van
de zeeschepen, die op de Haarlemse wer
ven van stapel liepen. Maar met de bouw
van de „Safi" heeft de Haarlemse Scheeps
bouwmaatschappij de rollen omgedraaid.
Dit schip, dat breder is geworden dan het
sluisje gedoogde, heeft nu uitgemaakt hoe
breed dit sluisje moest worden. En er zijn
steenhouwers uit Amsterdam gekomen, die
maandenlang elke Zaterdag en Zondag,
wanneer er geen schepen hoefden te wor
den geschut de walbeschoeiïng met hun
beitels hebben bewerkt, totdat de sluis
breed genoeg was (12,07 meter) om het
schip (11,99 meter) door te laten. Deze
verruiming van de sluiskolk is echter nog
niet voldoende. Want ook de ophaalbrug
over dit water staat in de weg. De draag
vlakken en de balansen van de brug zul
len daarom even tevoren door mannen van
de genoemde werf met behulp van een
drijvende bok worden gedemonteerd en na
de doorvaart weer worden bevestigd. De
ankers van de „Safi" zijn reeds aan de
buitenkant van de sluis bevestigd en Zon
dag worden de staaldraden, die er aan zijn
bevestigd verbonden aan de winch van
het schip dat daardoor zichzelf aan zijn
ankèrs langzaam door de sluis zal trekken.
Hoe voorzichtig dit karwei moet gebeuren
en waarom de aanwezigheid van de
wind niet op prijs wordt gesteld wordt
wel duidelijk geïllustreerd door de ruimte
die het schip aan weerszijden zal hebben:
vier centimeter. Daarna vaart de „Safi"
eerst naar Amsterdam, waar hij in het dok
van de Amsterdamse Droogdokmaatschap
pij nog een verfje aan de kiel krijgt en
indien alles naar wens verloopt maakt het
vaartuig Woensdag uit IJmuiden zijn proef
vaart naar Rotterdam, waar de Franse
vlag er op wordt gehesen.
Het wegverkeer over de IJ-dijk in Spaarn
dam zal, naar de politie ons mededeelt,
Zondag van 's morgens zeven uur af ge
stremd zijn. tot hoelang is uiteraard moei
lijk te voorzien. Zaterdag nog wordt be
oordeeld of het, gezien het weer, verant
woord is om de volgende dag de „Safi"
door het sluisje te slepen. Is het te winde
rig, dan zal de onderneming moeten wor
den uitgesteld.