Zal het een goed seizoen worden? ZANDVOORT kijkt DE BILT Wensen genoeg, maar ook reden tot tevredenheid En de stedeling ziet uit naar Zandvoort Per tram, auto, fiets, bus en trein naar de oase Wat voor weer Optimistische exploitant Geen wolkje aan de lucht Somberste man Hoogste man Neem een stoel ZATERDAG 17 MEI 1952 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Burgemeester Van Fenema Morgen grote dag op het circuit Meer buitenlanders minder Hollanders Een rechtgeaard Zandvoorter denkt het hele jaar aan het badseizoen. En omstreeks deze tijd van het jaar denkt hij er nog meer aan dan anders. De grote vraag, die de hele badplaats beheerst, is: „Wat zal het komend seizoen brengen?" Of eenvoudiger: „Wat voor weer krijgen we?" Want alle andere attracties ten spijt, de zon beslist over het tempo waarin de Zandvoortse kasregisters zullen rinkelen. Onverschillig of de Zandvoorter nu strandpachter of kruidenier, hotelier of schoenwinkelier is, de mate waarin het seizoen goed of slecht is, bepaalt of het hem naar den vleze gaat of niet. Wel zullen de exploitanten door een slecht seizoen directer worden getroffen dan zij, die niet rechtstreeks het geld van de badgasten incasseren. Ma&r het welvaartspeil van het ganse dorp wordt gevoed door één bron: het badseizoen! Wanneer het de hoteliers, de kamerverhuurders, de strandpachters en de venters goed gaat, dan gaat het ook de slager, de melkboer, de meubelwinkel en de pianostemmer goed. Dan kan iedereen wat verdienen en Zandvoort heeft dat nodig. In De Bilt doet men zijn best, maar forceren kan men daar niets. De mannen van het weerstation zouden gaarne goed nieuws vertellen over de komende zomer, waarvan voor Zandvoort zoveel afhangt. Zandvoorts burgervader, dit seizoen voor het eerst temidden van zijn gemeentenaren, ontving ons in zijn nieuwe huis aan de Kostverlorenstraat. Hij had niet zonder moeite een half uurtje uitgetrokken op zijn overbelaste dagschema, dat er duidelijk op wees dat ook voor het stadhuis het begin van het seizoen topdrukte met zich mee brengt. Hij begon overigens met de scha duwzijde: „Zandvoort heeft nog niet genoeg amuse ment te bieden, maar dat wordt volgend jaar beter, als de hotels van de heren Bou- wes en Kelder klaar zijn. Daar wordt koortsachtig aan gewerkt, maar we kunnen geen ijzer met handen breken. En aan de andere kant hebben we tenslotte het cir cuit, de nieuwe watertoren, het zwembad van Riche en een miniatuur-golfbaan. En wat de trekkers-accommodatie betreft, het nieuwe tentenkamp aan de Noord-boule vard met 100 tenten voor mensen, die kort wensen te blijven, wordt dit seizoen ge opend en het is werkelijk keurig in orde. Er is een prima sanitaire installatie, even als trouwens in het caravan-kamp, dat dit jaar zeker nog meer bezoekers zal trekken. Zandvoort ziet er trouwens al weer aan trekkelijker uit en een niet geringe attrac tie zal de boulevardverlichting zijn. Wij~ zorgen zó goed voor onze gasten, dat de kwiklampen, die geen flatteus licht geven, van correctie-lampen zijn voorzien, zodat er geen ontluikende romances door vals licht in de kiem gesmoord zullen worden. Er komt dit jaar wel weer een kermis, maar dan één van kortere duur, tien a veertien dagen bijvoorbeeld, want anders wordt hèt te lawaaierig. We verwachten dit jaar veel buitenland se gasten, waaronder ook veel Duitsers. Dit is natuurlijk niet zo'n gemakkelijk punt en ik hoop dat onze Oosterburen zich bescheiden zullen gedragen en niet reeds vergeten zullen zijn, dat Zandvoort in de oorlog in koelen bloede steen voor steen is afgebroken en een enorme materiële schade heeft geleden, om van het leed, dat de mensen is aangedaan, nog maar niet te spreken. Ik geloof niet, dat men dit alles louter zakelijk kan bezien en ik zou het eigenlijk zeer op prijs stellen, wanneer de West-Duitse regering eens een gebaar van goodwill jegens Zandvoort maakt, waaruit enig begrip voor dit probleem zou blijken. Ik voorzie nochtans, wanneer het weer meewerkt, een goed seizoen voor Zand voort, beter dan vorig jaar. Vooral het uit stekende weer in het voorseizoen heeft de mensen al een ruggesteuntje gegeven, dat er wezen mag. Ik zou wel willen pleiten voor meer steun aan de Stichting Touring Zand voort, want een. aanzienlijke uitbreiding van de collectieve reclame-campagne kan voor onze badplaats alleen maar winst opleveren". Optimist als altijd was de heer A. H. Pomper, een van de succesvolste exploitan ten in Zandvoort, die naar hij zeide, van de stelregel uitgaat: „In Zandvoort kan je gerust je geld steken". Hij heeft die stel regel trouwens waargemaakt door voor zijn „Riche" 'hét zigeuner-orkest van Gregor Serban te: en-gageren, een van Nederlands kostbaarste orkesten. Hij verwacht voor Zandvoort een zeer goed seizoen en wel om drie redenen: méér buitenlanders, meer gasten uit het binnenland (deze tendenz zet zich nog steeds voort) en de steeds grotere roep, die van Zandvoort uitgaat. Hij heeft zijn accommodatie dan ook uitge breid, kan nu op zijn terras 500 en binnen ruim 200 mensen bergen en loopt al weer met bouwplannen voor het komende sei zoen rond. In het zwembad van Riche zui den ook dit jaar weer zwemwedstrijden (waarschijnlijk met internationale deelne ming) gehouden worden en op warme avonden zal het bad met zijn onderwater verlichting een nog groter trekpleister zijn, wanneer zigeuner-primasz Serban er zijn Hongaarse en Roemeense melodieën bij ten beste geeft. Eén wens heeft deze jonge en energieke exploitant nog en die luidt: „Meer concur renten". Dat klinkt tegenstrijdig, maar is het niet,want pas als Zandvoort meer mogelijkheden kan bieden kan het zijn naam als badplaats maken. Hij vertrouwt wat dit aangaat echter volkomen op de doortastendheid en de werkkracht van het huidige gemeentebestuur. De vraag „Wat krijgen we voor weer?" kan niemand beantwoorden, zelfs de Bilt niet. Op de zon kan men alleen maar hopen. En dat doen de Zandvoorters, even vurig, zo niet vuriger, dan de vacantie-gangers, die ook al 's ochtends door de slaapkamer gordijnen zullen gluren om te kijken of een vriendelijk ochtendzonnetje een tocht naar Zandvoort rechtvaardigt. Immers, Zand voort moet het hebben van het massa-be zoek, meer nog dan van de logeer-gasten, waai-voor althans de hotelaccommodatie nog ontoereikend is. De massa's stadsmensen, die op een zonnig week-end naar de bad plaats stromen, moeten het hem doen. Daar droomt de Zandvoorter van, daar zwoegt hij voor, wannéér ze komen en daar ver dient hij in het zweet des aanschijns zijn eerlijke boterham aan. De vraag: „Wordt het een goed seizoen?" kan men pogen te beantwoorden, met het voorbehoud, dat het weer althans mee wil werken. Om het antwoord op die vraag te krijgen, zijn we Zandvoort ingetrokken, een Zandvoort, dat koortsachtig bezig was, zich op de komende en gehoopte drukte voor te bereiden. Tussen de bedrijven door kregen we ze te pakken: de burgemeester en de strandpachter, de hotelier en de directeur van de uitzichttoren, de restaura teur en de man van het vreemdelingenver keer. Druk hadden ze het allemaal en niet zo'n beetje ook. Maar hun 'mening wilden ze wel zeggen. En het werd bijna overal een optimistische: „Zandvoort gaat een goed seizoen tegemoet. als. Gij vat het wel: als de zon maar wil schijnen. Evenveel vertrouwen in het komende seizoen toonde de strandpachter P. van Duivenbode, een van de mensen dus, die op Zaterdagavond al een stijve nek krijgen van het turen naar de hemel, om te zien of er mooi weer op komst is. „Want met het weer", zegt Van Duivenbode, „staan of vallen we hier. Dat is altijd zo geweest en daar kan ik van meepraten, want ons be drijf is altijd van vader op zoon overge gaan. Met het mooie weer komt de massa en daar moeten we het van hebben, want de omzet per gast loopt terug. Nam vroe ger iedere gast een stoel en een hele serie consumpties, op het ogenblik verhuren we misschien één stoel op drie gasten en het lijkt wel of de mensen minder dorst gekre gen hebben". Aan één ding heeft Van Duivenbode gru welijk het land: aan verkeerde voorspel lingen van De Bilt, want iedere vergissing kost hém geld. Ook van twijfelachtig weer is hij niet gediend. Voor hem moet het zon wezen en geen wolkje aan de lucht. Dan zijn zijn driehonderd strandstoelen al voor twaalf uur verhuurd. Weliswaar heeft Van Duivenbode, die zijn tent pal onder de Zeestraat heeft, het voordeel van een zeer gunstig punt, zodat hij ook met minder weer het nog wel uit zingen kan, maar hij weet heel goed, dat een seizoen met slecht weer vele andere pachters in liquiditeitsmoeiijkheden kan brengen. „Gelukkig waren de Paasdagen en trouwens het hele voorseizoen dit jaar bijzonder best, zodat iedereen al een eind geholpen is", zegt Van Duivenbode. „En per slot kunnen de mensen voor een dagje naar Zandvoort nog altijd wel wat geld vinden. Ze kunnen niet buiten de gezonde ontspanning." De avondzon borduurt met goud op het Zandvoortse strand en straks, in de duisternis, zullen er diamanten glinsteren in de voetstappen der wandelaars. Dag en nacht is de zee de kunstenaresse, die on verdroten werkt aan Zandvoorts schoonheid. Dat niet iedereen het komende seizoen met vertrouwen tegemoet ziet, bleek ove rigens uit de woorden van de heer G. J. Peper, die een kamerverhuurbedrijf aan de Hoogeweg heeft en tevens voorzitter is van het kustdistrict van de „Peruka" waar in ook de kamerverhuurbedrijven georga niseerd zijn. „Aanvragen zijn er genoeg", zei hij, „maar de mensen schrikken terug van de prijzen. Hoewel die in verhouding tot de kosten al laag zijn, zullen ze nog verder omlaag moeten, willen we blijven di-aaien. De mensen, die kamers bij ons huren (en er zijn 42 van deze bedrijven in Zandvoort) nemen ze voor veel kortere tijd aan vorig jaar. Het geld wordt schaars. En dan is er de concurrentie van de particu liere verhuur, waaruit naar schatting 90°/o van de Zandvoortse bevolking een bijver dienste trekt. Deze mensen hebben een eigen inkomen en kunnen daardoor makkelij kei- met de prijzen naar beneden, omdat het toch maar een bijverdienste betreft. En zo komen de beroeps-kamerverhuurders in moeilijkheden. Terwille van de liquiditeit zullen zij goedkoper moeten gaan verhuren, hoewel dat waarschijnlijk verlies op zal leveren." Het is een moeilijk probleem, want deze bedrijven zijn groter en belang rijker dan men denkt. Van de Zandvoortse watertoren af kan men een heel eind wegkijken, doch niet zover dat men het weer voor het komende seizoen kan zien aankomeji. En toch zouden de Zandvoorters niets liever willen weten dan: Wat wordt het weer? Morgen worden in Zandvoort de eerste grote motor-races van dit seizoen op het Zandvoortse circuit gehouden en tien duizenden zullen van heinde en ver naar de badplaats komen om er te genieten van het fascinerend schouwspel van snelle motoren, die wiel aan wiel door bochten jagen. Voor hen, die niet op het circuit kunnen zijn en voor hen, die nog eens van de spanning willen genieten, moge dienen dat verslag en nabeschouwing in ons blad geschreven zullen worden door onze specialist op het gebied der snelle sporten, Willem Leonard, schrijver van „Rallyes en Races", een boek, dat door iedere auto- en motor-enthousiast in ons land is gelezen en dat dezer dagen ook in Engeland zal worden uitgegeven. smm Een man die daarentegen in de wolken was, heet C. J. van Limmen en is directeur van de uitzichttoren. Hij was ook letterlijk in de wolken, toen wij hem bezochten, want een dikke zeenevel hing om cle toren. Deze hoogste man van Zandvoort vertelde, dat er nu al 25000 mensen op de toren zijn ge weest,. waarvan 7000 met de Paasdagen. Hij -verwacht op basis van deze, alle ver wachtingen overtreffende resultaten, een enorm bezoek aan Zandvoorts nieuwste attractie. Hij kan 5000 mensen per dag hebben, al zal het een hele toer worden om op de drukste dagen de toeloop geleidelijk op te vangen. De honderdzestig plaatsen van zijn restaurant zullen waarschijnlijk wel continu bezet zijn. Wie zeker optimistisch genoemd kunnen worden, zijn de Zandvoortse hoteliers. Zij profiteren nog van het gebrek aan hotel accommodatie en hebben uitstekende boe kingen voor het komende seizoen. De heer P. D. de Jong, directeur van hotel Marina, heeft bijvoorbeeld reeds contracten afge sloten met hele groepen Engelsen, hotel Bodamer zit het hele seizoen al vol, groten deels met Duitsers, en hotel Keur had ook niet te klagen over de reservering. De heer De Jong zei ons: „Er komen dit jaar opmerkelijk veel meer buitenlanders naar Zandvoort. Daar vloeit overigens niet uit voort, dat we een zoveel beter seizoen dan vorig jaar zullen maken, want er ko men minder Hollanders. Het geld wordt schaars hier. Maar alles bij elkaar geno men, behoeven wij ons geen zorgen te maken, zolang de hotelruimte nog zo be perkt is. En de hotels hebben van een sei zoen met slecht weer minder last dan an dere bedrijven, want de gasten zitten merendeels aan hun contract vast". De zanger van Amsterdam, Louis Davids, heeft indertijd met zijn simpel liedje over Zandvoort de zwakke zijde van de hoofdstedeling wel zeer duidelijk onder (rijm) woorden gebracht. De zwakke zijde van een nijver en zakelijk man zoals men de Amsterdammer wel in een vluchtige definitie kan betitelen is de zon, schijnend op de zee en het zand. Als op de Dam de zon het mierennest van door elkander wriemelende Mokum- mers belicht, is zij voor Amsterdam een goudglanzende wegwijzer naar de kust. De gedachten van de hoofdstedelingen dwalen al vroeg in het voorjaar af naar de Zandvoortse recreatie-mogelijkheden en toen Louis Davids zijn populair geworden rijmelarijtje op muziek zette, deed hij niets anders dan het verlangen vertolken van zijn stadgenoten naar de klare luchten en de zonnewarmte van Nederlands kusten. 99 99 Welnu als de Bilt het sein geeft, gaat Amsterdam naar Zandvoort. Maar niet alleen Amsterdam ook Haarlem levert zijn grote aandeel in de onafzienbare stro men dagjesmensen, die per fiets, per tram, per auto, per trein en per bus de tocht aanvangen in de vroege Zondagochtend. De goede oude blauwe tram doet jaar in jaar uit zijn uiterste best. Hij is altijd nog het traditionele vervoermiddel, dat in de Am sterdamse Spuistraat al de zoute zeelucht doet ruiken. De tram heeft een sfeer. Een sfeer die niet te definiëren is, doch in ieder geval iets met Zandvoorts-stranden heeft te maken. Wil men desnoods .deze, traditie en deze sfeer verruilen voor de grotere snelheid, dan neemt men zijn eigen auto en daarover valt niets te vertellen. Maar wanneer men geen auto heeft, de trein verafschuwt en de natuur liefheeft, dan zorgt men over een betrouwbare fiets te beschikken en dan proeft men de vreugde van een dagje aan zee al bij het opstijgen in een van de Am sterdamse of Haarlemse straten. Per fiets naar Zandvoort men moet het op een schone zonne-Zondag gedaan hebben om er de aparte bekoring van te kennen. Het is niet allemaal even gemak kelijk de passage in Haarlem bijvoor beeld via de Amsterdamse Vaart en Poort is verre van attractief, maar de Amster dammers kunnen over het riante fietspad naar de Zuidkant van Haarlem komen zonder verkeersmoeilijkheden te hebben en vervolgens het ruime pad langs de Zand- voortselaan bereiken, dat voei-t tussen de wijde duinlandschappen links en rechts van de Waterleiding door. Een prachtige route voor Haarlemmers is die door Aerdenhout en Bentveld, begin nende bij de Pijlslaan en voerend over het Aerdenhoutse Kopje. Heeft men geen zwakke banden, dan fietst men bovendien door het duinpad Westerduinweg, zodat men ver op de Zandvoortselaan op de grote weg uitkomt. Dit alles is geen A.N.W.B.-handleiding. Het is slechts een oppervlakkige aanduiding van de wegen die naar Zandvoort leiden. Een zonnige ochtend, een goede fiets, zwaarbepakt misschien maar niet met zorgen en men arriveert in een Zandvoort dat als een roggeveld na een regenbui als het ware groeit uit De brakke gronden, die na de oorlog overbleven. De voetstappen der Duitse laarzen zijn er nog te bespeu- ren er zijn nog brokstukken van bunkers en betonnen weringen hier en daar, er loopt nog ergens een tankgracht dwars door het duin en de nieuwe gebouwen verrijzen op de puinen van de oude maar als een plaats in Nederland het aspect van „wederopbouw" in optima forma ver toont, dan is het wel dit Zandvoort van vandaag, van dit seizoen. Alvorens de fiets op stal te zetten in een van de talrijke gelegenheden in de nabij heid van het strand of in het dorp, is het de moeite waard eén tochtje te maken langs de nieuwe boulevards. Het Zuiderpaviljoen is het eindpunt in de richting Vogelenzang- Noordwijk. Een vriendelijk rond gebouw met een gezellig rood dak en een uitgestrekt terras aan de zeekant vormt hier de gren del op de onvrije Rijnlandse duinen, die er inderdaad zeer onvrij uitzien met hun prikkeldraad en bunkers. Doch men behoeft niet af te stappen en terug te keren. Men volgt eenvoudig de rondlopende boulevard die in een bocht terugvoert naar de Roton de langs de vriendelijke, soms popperige villaatjes in aanbouw of al bewoond. Zij omzomen de boulevard en leveren kleurige accenten aan het duin, dat zich daarachter onafzienbaar uitstrekt tot Bentveld. Noordelijk van de Rotonde kan de fiet ser een heel eind „uit de pedalen". Hij volgt het ruime fietspad, dat met plezierige hel lingen en dalingen de rijweg zoomt en naai de kop van Bloemendaals Zeeweg voert, langs de tentenkampen en de „uitspannin gen". Dit laatste is overigens een vreemd woord voor dergelijke gelegenheden, om dat het zo'n Hollands woord isZij ge ven de badgast de verfijnde luxe van het mondaine kustleven, al zijn ze evenzeer afgestemd op'de dagjesgasten, die er kun nen genieten van goede muziek, een wind vrij uitzicht op terrassen en goede spijzen en dranken. En nu zet de fietsen ergens weg en zoek uw plaatsje onder de zon en op het zand. Neem een ijsje van de rondtrekkende kar en vergeet de man met de haring-en- zoetzuur niet. Eet wat pinda's en di-ink een flesje van dit-of-dat. Houdt uw kinderen in de gaten en haal hen, als u toch door hen verschalkt bent, terug in de kinder bewaarplaats onder de Rotonde. En geniet verder van een dolce far niente, dat Zandvoort met inspanning van al zijn krachten door herfst en winter heen voor u bei-eid heeft. Zandvoort wei-kt terwijl u doezelt. Dat is een kenmerk van deze kust plaats. Uw vacantie voi-mt de Zandvoortse industrie. Uw luiheid is de ijver van deze ambitieuze plaats aan de kust, die thans klaarstaat om u te ontvangen. De stoelen worden aangedragen aan de jukken, de deur van Zandvoort staat gast vrij open. Door die deur wandelt de moede mens binnen in de oneindigheid van water en zon. En de Zandvoorter zegt gastvrij: Neem een stoei en doe alsof ge thuis zijt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 13