JÊL. - Bloemenweelde naar de Luilakmarkten Een nachtfeest van Flora f ';u::.*S85 1 DE TUINMAN j HOOGSPANNING IN AALSMEER De Beverwijkse luilakmarkt f Goede vooruitzichten voor de Haarlemse pottenmarkt r Een advies aan Luilak-klanten HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 r **e«» Een druk op de knop Koop iets goeds! Paling in 't wapen aardbei in de vlag Een lenteverhaal door BRAM BREKEMA Terug van de Luilak ZATERDAG 24 MEI 1952 -2- - - - m P"1- 4 i 1 7'zrf De techniek van het bloemenvellen is interessant genoeg om een bezoek aan het Aalsmeerse veilinggebouw te rechtvaar digen. Ziehier hoe het er toe gaat. Wanneer de bloemen in het gebouw zijn aangekomen, worden ze in een bepaalde hoeveelheid van dezelfde soort of klasse bij elkaar ge legd op platte wagens, waarop ook het veilingboek ligt. Daarin zijn hoeveelheid en soort genoteerd. In de veilinghal op de tribune zitten de aspirant-kopers. Bij de banken bevinden zich drukknopjes. Als een wagen met bloemen voorgereden is, dan steekt een helper van de veiling meester een bos bloemen omhoog en maakt op- en aanmerkingen over de kwaliteit. De veilingmeester laat de wijzer van de vedl- klok langzaam van 100 naar 0 draaien. Een aspirant-koper op de tribune drukt op de knop en de wijzer stopt. Hij die het eerst drukt is koper. In het midden van de wij zerplaat bevinden zich zoveel nummers als er zitplaatsen zijn. Zodra de wijzer stil wordt gezet, gaat een lampje gloeien, dat correspondeert met het nummer van de zit plaats waar de koper zit. van nemen nadat hij in ccodccoocoooooocccxxcccxccicooc: Er is we1 geen tweede bloemenmarkt in Nederland, die zo populair is als de Haar lemse Luilakmarkt. Ongeveer 25 jaar ge leden werd door de potjes en snijbloemen alleen de gasthuissingel en een deel van de Kampersingel in beslag genomen. De laatste jaren vooral heeft deze bloemen markt zich dusdaning uitgebreid, dat de singels van Raambrug tot Eendjespoort geheel zijn bezet en men nog ruimte te kort komt. Waren het vroeger alleen kooplieden uit Haarlem en Aalsmeer, nu zijn er ook al Leidenaars en Hagenaars, die op een plekje azen om hun Horten sia's, Begonia's, Primula's, Saxifraga's, kamerplanten en snijbloemen uit te stallen. Het is een bewijs, dat deze Luilakmarkt bij de kooplieden goed staat aangeschre ven. En nu de keus Van eên jonge Afrikaan, die nog niet in bloei staat, kunt ge in de tuin de ge hele zomer pleizier beleven. Violenplanten, mits ze niet vol zitten met lang gesteelde bloemen en mits het gedrongen, krachtige planten zijn, kosten weinig. Ja, ik weet wel, het oogt niet. Je wilt met bloemetjes thuis komen. Maar wanneer men bloemen wil hebben om Moeder of een ander te verrassen, kan men beter snijbloemen ko pen. Ze zullen dit jaar vermoedelijk met duizenden en duizenden op de Luilakmarkt worden aangevoerd, want het bloeiseizoen is vroeg. Aan Pyrethrums, Pioenrozen, Irissen, Violieren, Anjers, enzovoort zal er dit jaar geen gebrek zijn. Wat ook aardig in uw tuin dienst kan doen zijn de Saxifraga's en de Armeria, ook wel genoemd Engels gras. Ze worden doorgaans ook in bloei te koop aangebo den en zien er met hun fijne bloemen erg aanlokkelijk uit. De prijs is laag. Van de bloemen, die er aan zitten, zult ge dit jaar niet veel pleizier meer beleven. Zet ge de plantjes langs de rand van een perk, dan hebt ge beslist»het volgend jaar een aar dige herinnering aan de Luilakmarkt van 1952. De nieuwe mode zal ook dit jaar op de pottenmarkt wel vertegenwoordigd zijn. Velen hebben de gewoonte van Noorse landen overgenomen om in potten, die te gen de kamerwand hangen, planten te kweken als klimopsoorten, Ficus repens, Ampelopsis (een soort wilde wingerd), enzovoort. In veel huiskamers zag ik, dat er aar dige effecten mee waren bereikt. Het le vende groen tegen de wand was heel wat gezelliger dan het schilderij van een of ander mislukte kunstenaar. Men mag wel goed uitkijken, welk materiaal men koopt, want niet alle planten lenen zich voor deze ltweekwijze. Ge moet ook niet te ka rig zijn bij het tasten in uw beurs, want voor een kwartje zult ge geen goed ge zond exemplaar kopen, al zien de plantjes er wat nietig uit. Hortensia's kunt ge ook met honderden verwachten. Let er echter op, of ze niet pas uit de grond in de pot zijn overgezet. De rnooie rose of blauwe bloemen maken de planten aantrekkelijk, maar als men er 's middags potgoed van heeft gemaakt om ze 's avonds en 's morgens op de Luilak markt te koop aan te bieden, kunt ge uw gulden of daalder beter anders besteden. Uitkijken is dus de boodschap. De kin deren moeten vooral jonge planten kopen, waarvan ik er boven een paar van de be kendste noemde- Die komen met duizen den exemplaren in goede kwaliteit op de Luilakmarkt te staan en ze beleven er vreugde aan. Willen de groteren een Palm, een mooie Cactus, een mooie Varen of een prachtige Sansevieria kopen, dat ook een echte mo- deplant is, laten zij zich dan vervoegen bij een handelaar, die kennis van deze arti kelen heeft en laten zij niet op een paar dubbeltjes kijken. De Haarlemse Luilakmarkt zal dit jaar weer tot de laatste plaats met kooplieden zijn bezet. Moge het van Vrijdagavond 6 uur tot Zaterdagmorgen 9 uur best weer zijn. Aan kopers zal het niet ontbreken, want met het groter worden van de markt is ook de liefhebberij voor bloemen en planten de laatste kwarteeuw enorm toe genomen. v. d. H. Dit jaar zal de luilakmarkt in Beverwijk voor het eerst in de openlucht verrijzen. Het is de bedoeling van de Vereniging vén Bloemenhandelaren „Ons Belang" en de Bond van markt-, straat- en riviervishan delaren om de traditionele nachtmarkt aan de zogenaamde „drukke zijde" van de Bree- straat te houden. Deze beste plaats is echter nog niet definitief toegezegd aan de orga nisatoren. Zouden B. en W. geen toestem ming verlenen voor de Breestraat, dan komen de kraampjes op het parkeerterrein. Ettelijke jaren zijn de standwerkers op Pinkster-Zaterdag onderdak geweest in veilinggebouw 't Centrum, maar het twin tigtal kramen, dat hier langs de muren kon staan liet het publiek bijna niet genoeg ruimte meer om de potjes en plantjes on- verfrommeld boven het hoofd naar buiten Luilak is een onaangenaam scheldwoord, maar het bloe- menfeest dat onder deze naam in verschillende gemeen ten in onze streek wordt gevierd, heeft niets te maken met mensen die niet energiek genoeg zijn om te werken. In tegendeel, de Luilakmarkt is een datum op de kalender, die velen reeds lang te voren tot grote ijver aanspoort. Dc bloemenmarkt, die in de avond van Vrijdags voor Pink steren begint en de hele nacht doorgaat, is een hoogtepunt voor de bloemenkwekers en -verkopers, is een oeroude traditie, die door vele families zonder mankeren jaar op jaar bezocht wordt. De bloemkwekers van Aalsmeer heb ben in hun enorme kassen de speciale bloemen gekweekt, die voor Luilakmarkt in aanmerking komen. Zij hebben de veiling overstelpt en de kopers een geweldige keus ge boden. De veilingklok heeft duizenden prachtexemplaren van potplanten „verwerkt", die hun weg vinden naar de kramen langs Haarlems singels en de markten in andere Hollandse gemeenten. Wanneer Vrijdag aanstaan de de Luilakmarkt begint en in de avond de witte carbid lampen hun heldere schijn over een onoverzienbare bloe menweelde werpen, zal weer een van Hollands kleurigste tradities zijn voortgezet. De vreemdeling, die in deze hoogtijdagen van tourisme de drukte en het vrolijke vertier rond de bloemenmarkten aanschouwt, zal een onuitwis bare indruk van Hollands „bloemennijverheid" mee- vroeger weken de weelde der bol- bloemen op de velden heeft gezien. En hij zal thuis misschien nog met verwondering en vreugde denken aan zijn vacantie in Nederland, „toen ik zoveel bloemen bij elkander heb gezien in enkele weken, als voordien in mijn hele leven". En daarbij zal hij eens temeer gemerkt hebben, dat de Nederlanders geen volk van Lui lakken zijn, vooral niet wanneer het erop aankomt de schone producten van zijn gronden te cultiveren, te etaleren en aan de man te brengen. In deze dagen heerst er in de kassen van Aalsmeer weer grote drukte. Dat is ieder jaar tegen Pinksteren, even ais in de week voor Moederdag. Vele bloemen en planten gaan dan naar de plaatsen, waar op Vrijdagavond en Zaterdagmorgen voor Pinksteren de jaarlijkse Luilakmarkt wordt ge houden. De drukte concentreert zich niet alleen in de kassen, maar ook in de veilingen. Komende Vrijdag bereikt de drukte zijn hoogtepunt. Dan worden de laatste inkopen ge daan voor de bijzondere markten, waarvan er verscheidene in ons land op Luilakochtend gehouden worden. In 1911 werd in Aalsmeer opgericht de Coöperatieve Veilingvereniging „Bloemen- lust" met als doel het venkopen van snij bloemen. Tot op de huidige dag houdt deze vereniging zich bezig met veilen van snij bloemen. De Coöperatieve Vereniging Cen trale Aalsmeerse Veiling dateert van 1912. Deze veilt zowel snijbloemen als potplanten. IN vroeger eeuwen was de visserij voor Aalsmeer het belangrijkste middel van bestaan, Dat blijkt nog tot op de huidige dag uit het gemeentewapen. Daarop prijkt namelijk „een klimmende leeuw op blauw veld, houdende in zijn voorste poten een kronkelende paling". De Aalsmeerse vlag herinnert aan een o,ndere bestaansbron uit voorbije dagen: de aardbeienteelt. Zij voert het rood (van de aardbei), het groen (van het aardbeienloof) en het zwart der teel aarde. te voeren, zo druk werd het in de laatste jaren. Toen de Woensdagmarktlieden bo vendien een aanvraag naar B. en W. zon den om eveneens een luilakmarkt te mogen houden, maar dan in de buitenlucht, heb ben de twintig handelaren hun aanstaande concurrenten voorgesteld om in dit geval samen de „luilakmarkt" te organiseren on der de blote hemel. Van deze plannen heeft de burgerij van Beverwijk met stijgende belangstelling kennis genomen. De verkoop in de ongeveer vijftig kra men begint Vrijdagavond om 6 uur. De in vloed van de „luilak" is in het veilingge bouw goed te merken, want de kwekers in de omgeving van Beverwijk brengen hun producten Donderdags en Vrijdags vóór de markt steeds in grote getale naar 't Cen trum, dat van deze gang van zaken natuur lijk de nodige vruchten plukt. 9) De heer J. H. W. Scholte, directeur van het Haven- en Marktwezen in de Spaar- nestad, is vol optimisme over de komende Luilakmarkt, waarvoor de animo zelfs nog groter is dan verleden jaar. Waren er in 1951 nog wel hiaten tussen de kraampjes, dit jaar zal er op Raamsingel, Gasthuis singel en Kampersingel wel geen plaatsje onbezet blijven. Aanvragen om een stand plaats kwamen binnen uit Amsterdam, Alkmaar, Rotterdam, Noordwijk, Bever wijk en Utrecht, maar het merendeel der deelnemers aan de luilakmarkt wordt toch gevormd door bloemenvcnters en -kwe kers uit Haarlem. Die grote belangstelling kan voor een deel verklaard worden uit V. IEDEREEN in onze buurt had een zwak voor Pepie maar er was niemand die niet „Ojee, daar heb je hem weer!" zei als de jongen op zijn gewone achteloze manier de tuin kwam ingeslenterd en aan de ach terdeur klopte. Eigenlijk hadden we allemaal medelij den met Pepie moeten hebben, want hij was wat men in het algemeen een misluk keling pleegt te noemen. Maar merkwaar dig genoeg had niemand medelijden waarschijnlijk omdat hij er zelf zo weinig behoefte aan bleek te hebben. Hij vond zichzelf een reuzekei en vertelde dat tegen iedereen die in zijn vaarwater kwam wat er heel wat waren op zo'n lange dag. Pepie heette natuurlijk helemaal niet Pepie. Hij was voorbestemd geweest om als Peter door het leven te gaan, doch in zijn prille jeugd wendde hij al te vroeg tijdig pogingen aan om deze schone naam uit te spreken. De vreemdsoortige klanken die hij daarbij produceerde werden door een verrukte moeder bestendigd en hij bleef Pepie heten. De verruktheid van zijn moeder werd overigens met de jaren heel wat getemperd, want hij bleek niet van het soort te zijn waarmee ouders eer plegen in te leggen. Pepie had het met zijn achttien jaren nog niet erg ver gebracht in de wereld. Toen hij in de vierde klas van de lagere school verzeild was geraakt hóe, dat zal eeuwig een raadsel blijven stuurde meester Grondeling hem naar huis met een briefje, dat volgens ingewijden slechts één zin be vatte, behalve de gebruikelijke betuigingen van eerbied en hoogachting aan Pepie's moeder. Eén zin, luidende: „Hij zal mij tien jaar van mijn leven kosten als hij blijft, en ik ben van mening dat ik die tien jaren heel wat nuttiger besteden kan". Sindsdien bracht Pepie zijn leven door met beroepen te kiezen. In het begin had zijn moeder nog enige hoop op succes en ver telde zij in de buurt met trots de goede voornemens van Pepie rond. Toen Pepie echter achtereenvolgens bakker, monteur, vertegenwoordiger, elec- tricien, tekenaar en architect geworden was en niettegenstaande die vruchtbare loopbaan nog steeds in onze tuintjes slen terde om kletspraatjes te verkopen aan de achterdeur, werden we wantrouwig en ten slotte hoorden we van zijn moeder ook geen nieuws meer over Pepie's carrière. Het enige nieuws kwam van hem zelf. Hij bracht zijn dag door met iedereen in onze straat een bezoek te brengen, liefst achterom, en dan te vragen of er een kar weitje voor hem te doen viel. Tussen de bedrijven door vertelde hij dan van zijn toekomstplannen, die onveranderlijk steeds morgen tot uitvoering zouden komen. We lieten hem vaak kleine karweitjes op knappen die hij kon doen zonder zijn vro lijk humeur te verliezen wamt lang durige, eentonige arbeid maakte hem zwaarmoedig en daar kwam hij toch nooit mee klaar. Hout hakken kon hij als de beste als het tenminste niet al te veel hout was, en een tuin harken vond hij ook erg plezierig, wan neer het tenminste een heel klein tuintje -j betrof. Het liefst speelde hij met kinderen. Dat verveelde hem niet gauw en hij was merkwaardig vindingrijk in het uitdenken van leuke spelletjes. Ook met dieren had hij bijzonder veel op. Hij kon urenlang mét een hond ravotten of met een in zijn armen in de zon zitten jammer dat dit nu een maal geen bezigheden waren waarvan men zijn beroep kan maken. „Ojee, daar heb je hem weer", zei mijn vrouw. Pepie klapte het tuinhekje dicht en kwam over het kiezelpaadje naar onze achterdeur. Hij liep te kauwen op een grasstengel en zag er opgetogen uit. „Het wordt lente", zei hij, nadat we hem hadden binnengelaten en hij in onze keuken be scheiden op het puntje van een stoel was gaan zitten. Pepie was altijd reuze-beleefd. Hij zag er ook steeds welverzorgd uit en hij-had zelfs een bepaald snugger gezicht- waaruit te concluderen vallt dat het ge vaarlijk is op iemands uiterlijk af te gaan. „Er zal iets aan de tuintjes gedaan moe ten worden", vervolgde Pepie bezorgd,, alsof het heil van alle tuintjes in onze straat plotseling aan hem was toevertrouwd. Wij gingen er niet op in, want tuinieren is iets waar ik zelf erg verknocht aan ben. Bovendien hou ik niet van half werk wat mijn tuin betreft. Maar Pepie had iets in zijn hoofd gezet. „Het is toevallig dat ik juist van plan ben tuinier te worden", zei hij vol ver trouwen. „Nu zou ik kunnen beginnen met de tuinen hier in de straat. Ik weet er een heleboel van, al zeg ik het zelf. Ik"heb al tijd tuinier willen worden". Dat was beslist een leugen, maar mis schien zag hij het zo. We spraken hem dus niet tegen. „Tuinieren is een mooi vak", zei ik voor zichtig, „maar je moet er heel wat geduld voor hebben. Geduld en ijver". Pepie glimlachte verheerlijkt. „Juist. Dat zei ik ook al. Daarom, is het een vak voor mij, zou ik zeggen. Ik beu zo geduldig als.als.als wat. Ozo" Hii kauwde op zijn grasstengel en keek met kennersblik door het raam. „En ik weet er al een heleboel van Thomas de kweker in de straat hierachter heeft me veel geleerd. Dat daar in uw tuin, op de hoek van het perkje is e'en rhodo dendron. En daarnaast staat een conifeer. En verderop kamperfoelie. En tegen het tuinmuurtje hebt u een vuurdoorn. Ziet u wel dat ik al een heel eind ben?" We keken hem verbaasd aan. Of hij was een fantast met veel geluk bij het raden, óf hij was op weg een plantenkenner te worden! - „Waarachtig, Pepie", zei ik. „ik geloof dat je er verstand van hebt. Als je werke lijk voor het vak voelt, kan je geen mooier ambacht kiezen". Pepie werd zichtbaar trots op zichzelf en vatte meteen vlam. „Mag ik met uw tuintje beginnen?" vroeg hij dringend. „Ik zal voorzichtig spit ten en nieuwe perkjes maken. Dan kunt u Zaterdagmiddag meteen beginnen met zaaien en planten. Ik zou het érg graag doen, ziet u". Als ik alleen geweest was zou hij nooit zijn zin gekregen hebben. Maar vrouwen komen altijd met gevoelsargumenten. En Pepie trek op mijn tuin los. Ik hield hem in de gaten door de ramen van de huiskamer, maar de eerste tien mi nuten werkte hij als een paard. Hij spitte keurig en voorzichtig om de vaste planten heen en zorgde dat hij niet te diep stak om de bollen niet te beschadigen. Toen hij in de buurt kwam van de conifeer hield hij plotseling op. Ik zag dat hij de schop tegen het tuinmuurtje zette en de aarde van zijn schoenen stampte. Toen kwam hij naar de achterdeur. „Ik vind", zei hij gewichtig, nadat ik naar buiten was gekomen, „dat die conifeer niet in uw tuintje past. Een dergelijk tuintje moet geen coniferen hebben. Ze passen beter in een lange smalle tuin, zo op de achtprgrönd 9 met een heleboel kleurige kleine plantjes er voor, weet u? U zou daar op die plaats eigenlijk een kornoelje moe ten hebben. Ja.... Een kornoelje. Stel u eens voor dat daar een kornoelje stond. Ik keek naar de conifeer en verving haar in gedachten door een kornoelje. En laat die knul nu gelijk hebben! Allemachtig, dacht ik, het is waar. En ik zei: „Ik weet niet hoe je eraan komt, Pepie, maar het is waarachtig zoals je zegt. Alleen ben ik niet van plan om een kornoelje te kopen, zie je. Ik moet zo weinig mogelijk geld aan mijn tuin besteden. En een goeie kornoelje kost minstens tien gulden". Pepie trok een diepe rimpel in zijn voorhoofd en zie minutenlang niets. Toen verhelderde zijn gezicht en hij deed een voorstel: „Tien gulden, zei u. Zozo. En als ik u een goedie kornoelje voor vier gulden zou bezorgen? Thomas de kweker. „Vier gulden is geen geld", viel ik hem in de rede. „Voor vier gulden kan je geen goeie kornoelje kriigen. Maar als je het kan dan neem ik hem, en krijg jij er een gulden voor cadeau bovendien"'. Pepie poetste zijn schoenen, waste zijn handen onder de keukenkraan en trok een scheiding in zijn gele haar voor het spiegel tje boven de gootsteen. Daarna slenterde hij de tuin uit en we zagen hem drie uur lang niet terug. „Hij zal nu wel bezig zijn lessen bij de notaris te nemen", zei ik schamper tegen mijn vrouw. Maar juist op dat moment wandelde Pepie-mijn achtertuin in en in zijn armen droeg hij een juweel van een kornoelje! „Alstublieft", zei hij gelukkig, „vier-en- een halve gulden. Die twee kwartjes kon ik er niet afkrijgen. Het is toch niet te duur, hoop ik?" Te duur! Voor zo'n beeld van een kor noelje, van hetzelfde soort als die welke ik reeds jarenlang in stilte bewonderd had in een voortuintje aan het einde van de straat. „Pepie, je bent een genie", ze ik vol bewondering. „Hier zijn vijf gulden en twee kwartjes. En ga nu maar naar huis, want het is etenstijd. Ik zal dat gevalletje zelf wel even planten". Pepie tikte aan zijn slaap als een vol leerde tuinier en nam afscheid. De ver smade conifeer nam hij mee. Daar had hij neg wel wat aan, zei hij. Drie weken later ontmoette ik Pepie juist voor zijn huisdeur. Hij zag er ketirig uit in een splinternieuw pak en blaakte van opgeruimde welstand. „Pepie", zei ik, „heb je even tijd? Ik wou je wat vragen". Pepie knikte vrolijk en zette zich tot luisteren. „Pepie", vertelde ik hem ernstig, „ik heb een vermoeden. Ik geloof dat jij alle men sen hier in de straat hebt wijs gemaakt dat een bepaalde plant in hun tuintje niet paste. En dat je een heleboel heesters of andere planten uit de diverse tuintjes eenvoudig geruild hebt. Ik zag mijn conifeer in het voortuintje van Harmsen. En Ottevangér vertelde mij dat hij van jou een ribes had gekocht die je cadeau had gekregen van Kloppers, omdat die op jouw advies vond dat er geen ribes in zijn tuintje thuishoorde. Vertel eens op, is het zo gegaan?" Pepie knikte glimlachend. „Ja", zei hij. „Dat was in de tijd toen ik tuinier wilde worden. Ik vond dat een heleboel mensen verkeerde planten in hun tuin hadden. Als ik het hun zei, zagen ze het zelf ook. Dan kochten zij een andere plant van mij en ik mocht de oude mee nemen. En ik kreeg nog fooien ook". „Hoeveel heb je daar wel mee verdiend, Pepie?" vroeg ik streng. Hij dacht diep na en bewoog zijn lippen bij ingespannen tellen. Zeven-en-zestig gulden", zei hij monter. ,.U had een extra-goedkope kornoelje, naar ik mij herinner. U was er goed mee". Ik bedacht plotseling dat ik er inderdaad goed mee was geweest. Toen schoot mij iets te binnen en ik vroeg hem: „En hoe staat het nu met je vak, Pepie? Je ziet er zo. zo nieuw uit. Ben je in be trekking?" „Ik ga in betrekking, morgen", lichtte hij mij opgewekt in. „Dit pak heb ik zelf be taald. Morgen ga ik met de trein weg in betrekking". ..Naar een tuinier?'' Pepie lachte smadelijk bij het denkbeeld, dat hij tuinier zou worden. „Neen", zei hij toen. „Niet naar een tui nier. Ik ga in de handel". En waarachtig Pepie ging in de handel en bleef er. Tenslotte was het zijn roeping. Niet iedereen heeft echter tijd zolang te experimenteren, voordat hij ontdekt waar voor hij geschapen is. de goede zaken die verleden jaar op de „pottenmarkt" gemaakt zijn, toen de weergoden de luilakmarkt wel zécr gun stig gezind waren- en de gemeente voor een betere avondverlichting van de markt gezorgd had. Dat de weersomstandigheden van in vloed zijn op deelneming aan de markt is enkele jaren geleden gebleken, toen „lui lak" verregende. Het jaar daarop meld den zich veel minder gegadigden-voor de markt. Verkopers en kopers zijn het er over eens dat de nieuwe electrisohé^ vér- lichting, die vorig jaar voor het eerst ont stoken werd, een hele verbetering was, hoewel de markt daardoor wel iets aan romantiek inboette, nu ae bonte collectie van petroleum- en gaslampen verdwenen was. Er zal voor gezorgd worden, dat de Lui lakmarkt een bloemen- en pottenmarkt blijft. Venters van ijs en feestartikelen hebben in groten getale naar een plaatsje gedongen, maar het aantal verkopers van deze artikelen zal zeer beperkt blijven. Vorig jaar viel de luilakmarkt een dag vóór „moederdag"', hetgeen de deelneming der bloemenverkopers aan de markt ook ongunstig beïnvloedde. Ditmaal heeft iedere détaillist zijn handen vrij voor de pottenmarkt. Een ander stukje luilak-romantiek is ook vrijwel ter ziele. Vroeger was het na melijk een extra-attractie de boten met bloemen door de grachten te zien varen. Vooral uit Aalsmeer werden de planten en snijbloemen per boot aangevoerd. Die boten legden overal aan, waar de markt venters een plaats was toegewezen. Hier in is in de loop der jaren verandering ge komen. Bijna alles wordt nu per vracht auto aangevoerd en het aantal bloemen boten is dus nog slechts zeer gering. Wel zal men waarschijnlijk veel kano's door de „bloemensingels" zien varen, bemand door jeugdige luilakgangers. Uit mijn spaarpot Moeder zal grote ogen opzetten!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 15