Het wrede spel in de arena
Conflict Rhee-parlement
duurt voort
Driekwart eeuw geleden nam Haarlem
de stadsreiniging in. eigen hand
Een stierengevecht is bloedig, maar
geeft geen platte sensatie
Feestcommissie bereidt grootse festiviteiten voor
Zandvoort
Lisse
JUBILEUM IN NOVEMBER
Bloemendaal
Meubelmakers
in congres bijeen
DONDERDAG 5 JUNI 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
8
Politie had beet
Geslaagd
Tweehonderd kinderen
maakten slagzinnen
De toestand op Korea
Opruimingen op Koje verlopen vrij rustig
Toch vuurwerk
op 28 Juni
Jaarvergadering L.T.B.
Personenauto ramt
bestelwagen
Warmwaterwij ken
Geringe oorlogsschade
Bergopwaarts
lil
mm
Problemen en plannen
(Van een reizend medewerker)
In Spanje dien je een stierengevecht te zien. Niet omdat het volgens de Amerikaanse
reisgidsen een „must", een toeristische attractie zou zijn, welke even noodzakelijk moet
worden bekeken als de bollenvelden of Alkmaarse kaasmarkt in ons land, maar om de
duidelijke reden, dat het een wezenlijke functie vervult in het Spaanse leven. Om
dat te weten, behoef je slechts om je heen te zien. In een goede boekwinkel-étalage
zag ik menigmaal de ereplaats ingenomen door drie machtige boekwerken, deel I, II
en III, genaamd „Toros" oftewel „stieren". In de kiosk hangen kranten, flodderboekjes,
tijdschriften van allerlei pluimage en niet minder dan zeven geïllustreerde week
bladen over de matadors en de toros. In de ontelbare bartjes, de eenvoudige kroegjes
waar ge staande aan de schenkbank voor een paar cent een glas wijn drinkt, worden
de namen van El Litri, Manoio Gonzalez, Martorell, Parriia en de andere beroemde
stierenvechters van vandaag honderd maal per dag genoemd en hun passen, schijnbe
wegingen en degenstoten aan deskundig oordeel onderworpen. Maar ver boven deze
sterren van het ogenblik rijst de herinnering uit aan Manolete, de grootste aller
tijden, die in 1947 in de ax-ena van Linaris het leven liet. Er zijn boeken over hem
geschreven, over zijn techniek, zijn moederliefde en zijn weldadigheid, borstbeelden
zijn opgericht, zijn poi"tret vindt ge vaker aan de muren dan dat van Franco en in
Cordoba, de stad waar hij geboren werd en leefde, heeft men te zijner ere een museum
ingericht. Met zijn laatste met bloed bevlekte hemd, zijn degens, schoenen, brieven en
al wat er was.
Deze hartstocht voor „la tauromaquia",
voor alles wat het stierengevecht betreft,
grenst soms aan het hysterische. In dat
museum voor Manolete kunt ge een kleine
brochure kopen, waarin o.m. staat be
schreven, dat hij 1002 toros doodde en dat
zijn karakter hoogst edel was en verder
kunt ge er tot in vergaande détails en met
duidelijke medische tekening erbij te we
ten komen hoe de horens van de 1003-de
stier Manoletes lies openreten.
Wilt ge als vreemdeling „goodwill" ver
werven in Spanje, vooral in Andalusië,
zeg dan zonder meer op vragende toon
„Manolete" en ge zult glazen wijn en
geestdriftige lofzangen te incasseren krij
gen.
Stijl en traditie
In Barcelona heb ik een Nederlands za
kenman-journalist ontmoet, die er al vijf
jaar woonde, in die periode honderd cor
ridas (stierengevechten) had gezien en er
niettemin nog geen woord over durfde
schrijven. Die bescheidenheid sproot voort
uit de omstandigheid, dat het stierenge
vecht zo vele technieken, stijlen en voor
schriften kent, dat men van jongs af aan
met deze „sport" moet zijn samengegroeid
om haar betekenis geheel te kunnen be
grijpen. Want denkt vooral niet, dat het
een wildemansbende in en rond de arena
is. Voor elke acte van de corrida, voor
elke pas van de matador zijn vaste regels
en het publiek is uitermate critisch.
Zeker, het kan tot uitbarstingen van
geestdrift of afkeuringen komen, maar
platte sensatie is het laatste wat in de
„plaza de toros" gezocht wordt. Er zijn
breedvoerige studies geschreven over de
symboliek van het stierengevecht, maar
een nuchter mens zou ook kunnen con
stateren, dat de Spanjaard zich van tijd
tot. tqd psychologisch moet kunnen ontla
den en dat hij met zijn voorliefde voor tra
ditie en stijl daar bij het stierengevecht
een unieke gelegenheid toe vindt.
Ik heb twee corrida's gezien: een ,,no-
villada", een derde rangs gevecht in Cor
doba met jonge stieren en amateur-mata
dors, die voor de eerste maal voor een
groot publiek optraden en in Sevilla, tij
dens het grote voorjaarsfeest, een der be
langrijkste corrida's van het jaar, waarin
drie sterren aantraden voor 18.000 toe
schouwers en waarvoor ik een „zwart"
entreebewijs moest kopen: f 12, goedkoop
ste rang in de zon.
Voor iedere niet-Spanjaard, niet-kenner
dus moet het stierengevecht al spoedig
eentonig en wreed zijn. De eerste acte is
prachtig van beweging en kleur, want de
toro schuimt dan nog over van kracht en
het spel van de capeadores met de pur
peren capes is vol mannelijke gratie. Mi
nuten lang stormt het machtige beest
door de arena van de ene capeador naar
de andere, zijn wendingen zijn sneller en
gevaarlijker dan men van een kolos van
500 kilo kan verwachten en telkenmale
speet het me als een trompetsignaal een
einde aan dit onbloedige bedrijf maakte.
Want hierna kwam het afgrijselijk taf reel
der picador es, de twee mannen op hun
paarden, welke tegenwoordig aan één kant
met een harnas beschermd zijn. De toro
rammeit het paard aan die kant en in
tussen duwt de picador de punt van zijn
lans tussen de schoften van de stier op de
plaats waar de matador stx-aks de eind-
stoot zal plaatsen. Het dier verliest zo
bloed en de degen zal later via de wonde
gemakkelijker naar binnen glijden. Twee
paarden heb ik bij dit bedrijf zien openrij
ten, omdat de stier er in slaagde de on
beschermde kant van het geblinddoekte
vildersbeest te bereiken.
Het snelle en riskante spel met de zes
banderilla's, de vaantjes met weerhaken,
welke twee aan twee in de rug van de
stier geplant worden, is eveneens bloedig,
maar toch ook van een wrede bekoring:
de vaantjes zijn kort en de banderillos
moeten met een razend snelle wending de
op hen toestormende stier ontwijken. En
wanneer dan opnieuw de trompetten klin
ken is de beurt aan de matador, de aan
voerder van zijn quadrilla, van de capea
dores, picadores en banderillos. Hij en de
toro zijn nu alleen in de arena en de volks
held speelt met de bloedende en trager ge
worden stier het laatste spel. Met zijn fel
rode doek, de muleta, lokt hij de toro tot
uitvallen en bij elke wending, elk geslaagd
ontwijken golft het „Olé olé!" door de
plaza.
Slotbedrijf
In Sevilla zag ik Spanje's huidige favo
riet no. 1, El Litri, tweemaal door de stier
geramd worden. Hij bloedde en zijn goud-
geborduurd matadorspak was erbarmelijk
gescheurd, maar hij weigerde de arena te
verlaten. Weer tergde hij de toro, streelde
zelfs even zijn horens en zette zich ten
slotte tegenover het dreigende afwachten
de beest in de positie om te doden. Litri
had een slechte dag. Zijn degen was niet
op de goede plaats gericht en drong niet
diep genoeg door. Nog eenmaal miste Litri
de eindstoot en toen, negentien minuten
na het eerste trompetsignaal, drong de
matadorsdegen tot het gevest door in het
lijf van de toro. Nog even waggelde deze
stervend rond. Dan was het afgelopen.
Vier paarden trokken het zwarte gevaarte
snel de arena uit en het publiek beloonde
de dode stier met applaus.
Zesmaal gaat het zo op een Zondagmid
dag, zonder pauze van vijf tot zeven, want
elke matador (drie tijdens één corrida) en
zijn quadrilla nemen twee dieren voor hun
rekening, waarvoor hij en zijn ongeveer
acht assistenten dan in gunstig geval de
som van 150.000 peseta's (f 13.000) kun
nen incasseren.
Zo worden in Spanje jaarlijks in steden
en stadjes om en bjj 4000 stieren feestelijk
afgeslacht. Volgens strenge regelen, welke
men zeer precies moet kennen om de cor
rida te kunnen waarderen. En bovendien
.WAAPLEÊNS philips IC
zal men dan nog Spaas bloed in de aderen
moeten hebben om de wreedheid van het
schouwspel zonder ooggeknipper te kun
nen accepteren.
De Zandvoortse politie hield Woensdag
morgen in de vijver in het Dennenpark
een viswedstrijd voor leden van de Vis
club die uitsluitend bestaat uit politieper
soneel en gemeente-ambtenaren.
Na drie uur ingespannen hengelen kon
den de achttien deelnemers nog steeds niet
op goede resultaten bogen. Vijf van hen
hadden helemaal niets gevangen.
Burgemeester mi*. H. M. van Fenema,
die met echtgenote, evenals de korpschef
van politie, het laatste gedeelte van de
wedstrijd bijwoonde, reikte na afloop de
prijzen uit. De eerste prijs was voor de
heer De Wit (15 stuks), de tweede voor de
heer Willemsen (15 stuks), de derde voor
inspect. Douma (grootste vis), de vietde
voor de heer Stouthamer (eerst gevangen
vis), de vijfde voor de heer De Wit (klein
ste vis), de zesde voor de heer Van Huf-
felen (6 stuks), de zevende voor inspec
teur Douma (5 stuks) en de achtste voor
de heer Rutgers (4 vissen).
Aan de R.K. kweekschool te Amsterdam
is voor het examen onderwijzeres geslaagd
mejuffrouw C. M. Bosman, Wilhelminaweg
te Zandvoort.
Woensdagmiddag, de derde dag van de
Zandvoortse winkelweek, was aan de jeugd
toebedeeld. Om drie uur verzamelden zich
op het Raadhuisplein een menigte Zand
voortse kinderen, om hun briefkaart voor
zien van een slagzin op de winkelweek in
een bus te deponex-en. Zij hadden er veel
werk van gemaakt en de zaak serieus op
gevat. Dat bleek onder meer uit het vol
gende rijm:
„Het weer was op Pinksteren lelijk
van streek,
Dat was niet erg, want het was
winkelweek!"
Er waren fraaie tekeningen bij, maar óók
briefkaarten, waarop het schrift de eerste
beginselen van de schrijfkunst duidelijk
liet blijken.
Het ging echter deze middag niet om de
slagzinnen alleen, die later door een jury
zullen worden beoordeeld, maar om een
loterij. Voorzitter M. Weber van de Zand
voortse Handelsvereniging liet een wille
keurige briefkaart om beurten uit een der
bussen halen, waarop een prijs werd uit
gekeerd, beschikbaar gesteld door de Zand
voortse winkeliers. Vele gelukkige peuters
keerden vol trots met dit onverwachte bui
tenkansje huiswaai'ts. Alle kinderen wer
den bovendien geti-acteerd. De heer Weber
deelde mee, dat het comité ten minste
tweeduizend kinderen op het Plein had
verwacht; er waren er slechts ongeveer
tweehonderd. En dat stelde wel een beetje
teleur.
Concert
In de avonduren concerteerde op het
Raadhuisplein het Zandvoorts Gemengd
Koor, onder leiding van de heer E. Dees,
het Chromatic Trio en het Zandvooi'ts
Operettekoor. De uitvoeringen trokken een
groot aantal toehoorders. Vooral het vluch-
telingenkoor uit de operette „De dragonders
van Villars" voldeed als openlucht-uitvoe
ring zéér goed.
President Rhee heeft gisteren hei-haald
dat de Nationale Vergadering de wil van
het volk genegeerd heeft door een wijzi
ging van de grondwet goed te keuren die
directe presidentsverkiezing door het volk
zou inhouden. Hij zei de houding van het
parlement nog een paar dagen te zullen
aanzien voor hij het zou ontbinden. De op
positie meent dat hij tot dit laatste niet
bevoegd is en dat zijn verklaring de inlei
ding van een staatsgreep zou kunnen zijn.
Inmiddels blijft het parlement belemmerd
door de boycott van Rhee's liberalen;
gisteren kon men weer geen quorum be
reiken. De Amerikaanse en Engelse rege
ringen plegen sinds enige dagen overleg
over deze toestand; beide landen hebben
de UNO-commissie voor Korea gesteund
in haar aandrang op opheffing van de
staat van beleg en vrijlating van de gear
resteerde parlementsleden. (Zoals wij
gisteren reeds meldden heeft Rhee na de
ontvangst van een brief van president
Truman over de politieke toestand al een
paar van de gearresteerde parlementsleden
vrijgelaten).
Nu de Amerikanen op Koje ernst maken
Op Zaterdag 28 Juni zal op het Zand
voortse strand vóór bad Zuid, of in de naas
te omgeving daarvan, een vuurwerk wor
den afgestoken. Het heeft er even op ge
leken dat dit festijn niet zou kunnen door
gaan, want openbare wegen, straten en
pleinen kunnen niet meer voor een vuur
werk afgezet en tegen betaling toeganke
lijk worden gesteld. Naar het bestuur van
de Oranje-vereniging ons meedeelde is in
samenwerking met de burgemeester en de
korpschef van politie thans een oplossing
voor de gerezen moeilijkheden gevonden.
In de Witte Zwaan werd gisteravond een
goed bezochte jaarvergadering gehouden
van de afdeling Lisse van de L.T.B. In zijn
openingswoord wees de voorzitter, de heer
Schoorl, op de belangrijke vergadering van
aanstaande Maandag te Haarlem. Uit het
jaarverslag van de secretaris bleek dat het
ledenaantal zeer stabiel is en 115 bedraagt.
Het financieel verslag gaf een batig saldo
aan van f 262,32. De aftredende bestuurs
leden werden herkozen. In de vacatures
P. Oosterveer en W. Onderwater wexxl
voorzien met de verkiezing van W. v. d.
Vlucht en G. Vreeburg.
De heer Onderwater wees nog op het nut
van.de onderlinge verzekering bij de L.T.B.
De geestelijke adviseur, pater Hierony-
mus, sprak een propagandawoord.
Dinsdagavond maken de leden van de
L.T.B. een excursie naar de Rijkstuin
bouwschool te Lisse.
met de verklaring van generaal Clark, dat
de voorschriften van de kampcommandant
zo nodig met geweld zouden worden door
gevoerd, stuiten zij niet op grote tegen
stand. Drie Amerikaanse tanks reden van
morgen afdeling 607 van het kamp in,
waar de 3.000 gevangenen geweigerd had
den tenten op te ruimen om plaats te
maken voor meer gevangenen, waarvan er
nog 3.000 bij zouden kunnen. Tijdens de
operatie sleepten de Amerikanen een wa
genlading schoppen, houwelen, houten
namaakgeweren en dozen documenten
weg en ruimden met traangas en vlam
menwerpers propagandamateriaal en ver
sterkte punten op. Volgens functionarissen
is de leider van het verzet onder de 75
Noordelijke gevangenen die uit afdeling 96
werden weggevoerd. Generaal Boatner,
die zijn onfortuinlijke collega Dodd als
kampcommandant opvolgde, verklaarde
dat elk van de drie afdelingen die onlangs
met geweld betreden zijn een dag geen
voedsel hebben gekregen, omdat zij toch
voedsel zouden hamsteren. „Wij hebben
echter nooit rantsoenen ingetrokken om
gehooi-zaamheid af te dwingen", zei hij
De Britse minister van Defensie, Lord
Alexander, die vandaag het leger in Duits
land zou gaan bezoeken, gaat inplaats
daarvan morgen naar Korea en Japan, om
rechtstreeks verslag uit te kunnen biren-
gen aan het kabinet over de politieke en
militaire toestand. Hij zal aan het hoofd
staan van een delegatie met grote be
voegdheden, waarin ook Selwyn Lloyd,
minister van Staat bij het Foreign Office,
mee zal gaan. In de week die Alexander
in het Verre Oosten zal dooi-brengen zal
hij, naar verwacht wordt, de binnenlandse
toestand in Zuid-Korea, de besprekingen
in Panmoendjom en de ontwikkelingen op
Koje bestuderen. De Engelse regering ont
kende officieel haar beweerde vooniemen
om op rechtstreekse vertegenwoordiging
in Panmoendjom aan te dringen.
Op de hoek van de Paulus Potterlaan en
de Pieter de Hooghstraat te Heemstede,
ramde vanmiddag omstreeks kwart over
twaalf een kleine personenauto een bestel
wagen, die voorrang had. De bestelwagen,
eigendom van een Haarlemse wijnhandel,
sloeg om en kreeg vrij ernstige deuken; de
chauffeur F. J. liep waarschijnlijk alleen
een snijwond aan het voorhoofd op, die ter
plaatse werd verbonden.
Volgens de bestuurster van de personen
auto, C. F. uit Haarlem, had de bestelwagen
„waanzinnig hard" gereden. F. J. zei, dat
hij „hoog uit 50" had gereden. Beide wagens
waren verzekerd.
De minister van VMernobouW en Volks
huisvesting zal op Zaterdag 7 Juni des avonds
te 19.15 uur spreken over „Doortastende
woningbouw" over de zender Hilversum II.
Op 1 November van ddt jaar zal het driekwart eeuw geleden zijn dat. in Haarlem
de gemeentereiniging werd opgericht, wat overigens nog niet wil zeggen dat er vóór
1877 in de Spaarnestad geen aandacht werd besteed aan het schoonhouden van de
straten, pleinen en grachten. Dat werd er zeker wel, maar voor een goed deel moest
de bevolking zelf de stadsreiniging voor haar rekening nemen. Daar kwam ten dele
een einde aan toen zij omstreeks de vijftiende eeuw werd verpacht. Vooral echter
om het peil der volksgezondheid op te voeren, volgde de gemeente in 1877 het voor
beeld van Amsterdam en Rotterdam en nam de reiniging in eigen hand.
Men moet een flinke duik in de geschie
denis van Haarlem nemen om de eerste
verordeningen tegen te komen die gewag
maken van stadsreiniging. Een „keur" van
8 April 1390 bepaalt dat geen vuilnis mag
worden gestort buiten de „poirthuizen" en
„uierster molen".
Er werd in die dagen ook bijzonder veel
aandacht besteed aan het reinhouden der
grachten, wat te begrijpen valt als men
bedenkt dat het „openbaar water" als
drinkwater werd gebruikt. Het was dan
ook verboden om „beerten en krengen in
de stedevesten en alle wateren der stad te
gooien, noch eenig afval". Er bestonden
verder voorschriften om bij het lossen van
schepen, zeilen tussen schip en wal te be
vestigen, opdat er geen afval in het water
zou vallen. Op het naleven van deze bepa
lingen werd streng gelet en „wije misse,
slyck, vogelquaet, krengen of andere on-
reinichheyt werpe in Spaerne of stedeves
ten" werd beboet, evenals trouwens degene
die „grom of vuyligheit opt Sant (de Grote
Markt) achterliet.
Het schoonhouden der straten werd in
1638 geregeld. De burgers werd toen opge
dragen „driemaal ter weecken als des Dins-
daegs, Donderdaegs ende Sateraaegs syne
straten te veghen". Drie maal in de week
ook werd het huisvuil opgehaald.
Van de mobilisatie 19141918 ondex-vond
de ontwikkeling van het bedrijf een rem
mende invloed. De zes sproeiwagens die de
reiniging rijk was, werden omgebouwd tot
rijdende hooikisten, waarmee wax-m water
a drie cent per emmer aan de burgerij werd
verstrekt. Naast de vuilniswijken ontston
den zo twaalf warmwaterwijken in de
stadsgedeelten waar de minst draagkrachti-
gen woonden.
Na de eerste wereldoorlog beleefde de
gemeente-reiniging opnieuw een periode
van bloei. Drie vijf-tons auto's kreeg de
dienst er bij: één voor het sproeien, twee
voor vuilnisophalen.
In 1927 werd het Centraal Vervoer in
gesteld, evenals de bedrijfsboekhouding
met kapitaaldienst en langzamerhand
breidde de reiniging zich meer en meer uit,
zich tegelijkertijd aanpassend aan de mo
derne tijd.
En dan is het in 1940 de tweede wereld-
ooi-log die veranderingen brengt die geen
verbeteringen zijn. Het was vooral het
vraagstuk van de brandstofvoorziening, dat
om de aandacht vroeg. Benzine was er niet
genoeg meer en er moest dus een vervan
gingsmiddel komen. Al in 1941 reden de
Haarlemse reinigingswagens op persgas.
Het eigen tank-gasstation zorgde er voor
dat de auto's konden blijven rijden. Toen
in October van de hongerwinter de gas
levering werd stopgezet, stond ook de rei
niging stil. Dat bracht natuurlijk nieuwe
moeilijkheden met zich mee, want hoe
moest het vuil in het vervolg worden ver
voerd? De schillenophalers brachten uit
komst: Eens in de week namen zij de taak
van de i-einigingsdienst op zich. Met boten
werd het verzamelde vuil naar de stortings
plaatsen vervoerd. Dat ging in het begin
allemaal op rolletjes, maar toen er ook voor
de schepen geen kolen meer waren, werd
de zaak moeilijker. Even hield men het vol
om het vuil, dat zich in de straten ophoopte
in plantsoenen onder te spitten, maar lang
kon men deze werkwijze niet volhouden.
Een van de eerste daden van het Militair
Gezag was: de vuilnishopen in de stad weg
werken. Groenteboeren die nog een paard
hadden, werden voor dit omvangrijke kar
wei gespannen. En zij hebben alle eer van
hun werk gehad.
Sinds 1877 is het met de stadsreiniging
bergopwaarts gegaan. De dienst ging met
zijn tijd mee en het bedrijf ontwikkelde
zich rustig. Nauwelijks een jaar na de op
richting werd het tonnenstelsel voor de
verzameling van faecaliën ingevoerd en
het duurde niet lang of de vuilniswijken
werden uitgebreid en de dienst kreeg de
beschikking over meer paarden. Aan de
mestbereiding werd veel aandacht besteed,
omdat de verkoop van mest, evenals van
lompen trouwens, een belangrijke bron van
inkomsten vormde.
De dienst ging met zijn tijd mee en dat
betekende onder meer dat in 1897 een
reorganisatie werd uitgewerkt die inhield
dat de gemeente-reiniging de beschikking
kreeg over één stoom-, één veeg- en een
zandstrooimachine, plus drie sproeiwagens
en een sneeuwploeg.
Een andere verbetering kwam een jaar
of tien later: Haarlem kreeg vuilnisauto's
en in de binnenstad werden vaste veeg-
wijken ingesteld.
De gemeentereiniging is met haar tijd meegegaan. Dat bleek niet alleen uit de
organisatie van de Dienst, maar ook uit zijn rollend materieel. De joto toont er een
representant van.
De gemeentereiniging was de koning te rijk toen zij zo'n dertig jaar geleden
de beschikking kreeg over deze voor die tijd zéér moderne-Ford.
Veel auto's is de reinigingsdienst tijdens
de oorlog niet kwijt geraakt. De wagens
die door de Duitsers in beslag waren ge
nomen, werden bovendien spoedig opge
spoord en weer in bedrijf gesteld. Op 25
Juni 1945 reden de eerste vijf roltrommel-
auto's weer uit om, zij het dan voorlopig
nog maar eens per week, het vuil weer op
te halen. Langzamexband werd de capaci
teit van de dienst opgevoerd en in 1947
was men al weer zo ver dat er nieuw ma
teriaal kon worden aangeschaft. De achter
stand die in de bezettingsjaren was ont
staan, is thans weer geheel ingehaald.
Dat wil echter nog niet zeggen 'dat de
jubilerende dienst niet meer met proble
men heeft te kampen. De outillage bijvoor
beeld wordt te klein, de garage moet wor
den uitgebreid en de vuilafvoer vraagt
dx-ingend om een regeling. Het belangrijkste
probleem is wel hoe de mest die van het
huisvuil wordt gemaakt, moet worden ge
distribueerd.
Op het ogenblik rijden er elf vuilniswa
gens door de Spaarnestad. Dat wil zeggen
dat de dienst maar vijf reservewagens heeft
in totaal beschikt zij over zestien wagens
en dat is wel wat krapjes aan, vooral
ook omdat het meermalen gebeurd dat er
drie of meer auto's in reparatie zijn.
In November zal men cue problemen ech
ter voor een paar uur vergeten, want dan
gaat men de feestbazuin steken om het
jubileum uitgebreid te viex-en. Een feest
commissie is al aan het werk geslagen en
enige plannen zijn reeds in voorbereiding.
BURGERLIJKE STAND
GEBOORTEN: H. Visscher—v. Veen, z.;
A. Blom—Mol, d.; C. Duivenvoorden—Blok
ker, z.; H. Westera—Bisschop, z.; M. A.
KruupZwaneveld. z.
GEHUWD: A. C. Onstenk en H. M. Nijhuis;
E. Reijnders en M. L. Baronesse van Till;
J. Buis en G. J..v. d. Wijden; J. J. Hoppen
en J, P. J. v. Alphen.
OVERLEDEN: J. Flendrie—Kok, 76 j.
Vanmorgen is in restaurant Dreefzicht
te Haax-lem het driedaagse congres begon
nen van de Algemene Nederlandse Bond
van meubelmakers, behangers, houtbewer
kers en aanverwante vakgenoten. Mevrouw
Wanda Reumer declameerde werken van
Troelstra, waarna de heer K. van den Berg
een openingswoord sprak. Hij begroette
buitenlandse gasten (België, Duitsland en
Zwitserland) en vertegenwoordigers van
het N.V.V. en van de Haarlemse Bestuur-
dersbond.
Vervolgens gaf de voorzitter een over
zicht van de werkzaamheden in het afge
lopen jaar verricht. Pogingen zijn in het
werk gesteld een bedrijfschap voor de
meubileringsindustrie te stichten, doch er
moeten nog vele moeilijkheden overwonnen
worden. Nog niet alle werkgevex-s zijn over
tuigd van het nut van een bedx'ijfschap.
De liquidatie van het Nederlands Arbeids
front is nog steeds niet geëindigd. De
bondssecretaris, de heer J. Spaltman, zal
na een arbeid van drie en dertig jaar zijn
functie neerleggen. Vrijdagavond zal hij
gehuldigd worden. De spreker vervolgde,
dat de bond en de afdelingen gezond zijn.
Het is niet gelukt een ledental van 9000 te
bereiken, doch er wordt verder gewerkt. De
bond telt 8400 leden met 121 afdelingen,
waarvan er op de vergadering 91 vertegen
woordigd zijn met 147 afgevaardigden. Wat
de toekomst betreft, zeide de heer Van den
Berg, dat aandacht gevestigd zal blijven op
verbetering van sociale voorzieningen.
De voorzitter der afdeling Haarlem, de
heer J. D. Aalpol, heette de afgevaardigde
welkom. Verder voerden het woord de
heren J. G. Suurhoff, namens het Neder
lands Verbond van Vakverenigingen, D.
Verbaan, voorzitter van de Haarlemse Be'
stuurdersbond en Valintine, namens Duits!
vakgenoten.