Het wrede spel in de arena Conflict Rhee-parlement duurt voort Driekwart eeuw geleden nam Haarlem de stadsreiniging in. eigen hand Een stierengevecht is bloedig, maar geeft geen platte sensatie Feestcommissie bereidt grootse festiviteiten voor Zandvoort Lisse JUBILEUM IN NOVEMBER Bloemendaal Meubelmakers in congres bijeen DONDERDAG 5 JUNI 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 8 Politie had beet Geslaagd Tweehonderd kinderen maakten slagzinnen De toestand op Korea Opruimingen op Koje verlopen vrij rustig Toch vuurwerk op 28 Juni Jaarvergadering L.T.B. Personenauto ramt bestelwagen Warmwaterwij ken Geringe oorlogsschade Bergopwaarts lil mm Problemen en plannen (Van een reizend medewerker) In Spanje dien je een stierengevecht te zien. Niet omdat het volgens de Amerikaanse reisgidsen een „must", een toeristische attractie zou zijn, welke even noodzakelijk moet worden bekeken als de bollenvelden of Alkmaarse kaasmarkt in ons land, maar om de duidelijke reden, dat het een wezenlijke functie vervult in het Spaanse leven. Om dat te weten, behoef je slechts om je heen te zien. In een goede boekwinkel-étalage zag ik menigmaal de ereplaats ingenomen door drie machtige boekwerken, deel I, II en III, genaamd „Toros" oftewel „stieren". In de kiosk hangen kranten, flodderboekjes, tijdschriften van allerlei pluimage en niet minder dan zeven geïllustreerde week bladen over de matadors en de toros. In de ontelbare bartjes, de eenvoudige kroegjes waar ge staande aan de schenkbank voor een paar cent een glas wijn drinkt, worden de namen van El Litri, Manoio Gonzalez, Martorell, Parriia en de andere beroemde stierenvechters van vandaag honderd maal per dag genoemd en hun passen, schijnbe wegingen en degenstoten aan deskundig oordeel onderworpen. Maar ver boven deze sterren van het ogenblik rijst de herinnering uit aan Manolete, de grootste aller tijden, die in 1947 in de ax-ena van Linaris het leven liet. Er zijn boeken over hem geschreven, over zijn techniek, zijn moederliefde en zijn weldadigheid, borstbeelden zijn opgericht, zijn poi"tret vindt ge vaker aan de muren dan dat van Franco en in Cordoba, de stad waar hij geboren werd en leefde, heeft men te zijner ere een museum ingericht. Met zijn laatste met bloed bevlekte hemd, zijn degens, schoenen, brieven en al wat er was. Deze hartstocht voor „la tauromaquia", voor alles wat het stierengevecht betreft, grenst soms aan het hysterische. In dat museum voor Manolete kunt ge een kleine brochure kopen, waarin o.m. staat be schreven, dat hij 1002 toros doodde en dat zijn karakter hoogst edel was en verder kunt ge er tot in vergaande détails en met duidelijke medische tekening erbij te we ten komen hoe de horens van de 1003-de stier Manoletes lies openreten. Wilt ge als vreemdeling „goodwill" ver werven in Spanje, vooral in Andalusië, zeg dan zonder meer op vragende toon „Manolete" en ge zult glazen wijn en geestdriftige lofzangen te incasseren krij gen. Stijl en traditie In Barcelona heb ik een Nederlands za kenman-journalist ontmoet, die er al vijf jaar woonde, in die periode honderd cor ridas (stierengevechten) had gezien en er niettemin nog geen woord over durfde schrijven. Die bescheidenheid sproot voort uit de omstandigheid, dat het stierenge vecht zo vele technieken, stijlen en voor schriften kent, dat men van jongs af aan met deze „sport" moet zijn samengegroeid om haar betekenis geheel te kunnen be grijpen. Want denkt vooral niet, dat het een wildemansbende in en rond de arena is. Voor elke acte van de corrida, voor elke pas van de matador zijn vaste regels en het publiek is uitermate critisch. Zeker, het kan tot uitbarstingen van geestdrift of afkeuringen komen, maar platte sensatie is het laatste wat in de „plaza de toros" gezocht wordt. Er zijn breedvoerige studies geschreven over de symboliek van het stierengevecht, maar een nuchter mens zou ook kunnen con stateren, dat de Spanjaard zich van tijd tot. tqd psychologisch moet kunnen ontla den en dat hij met zijn voorliefde voor tra ditie en stijl daar bij het stierengevecht een unieke gelegenheid toe vindt. Ik heb twee corrida's gezien: een ,,no- villada", een derde rangs gevecht in Cor doba met jonge stieren en amateur-mata dors, die voor de eerste maal voor een groot publiek optraden en in Sevilla, tij dens het grote voorjaarsfeest, een der be langrijkste corrida's van het jaar, waarin drie sterren aantraden voor 18.000 toe schouwers en waarvoor ik een „zwart" entreebewijs moest kopen: f 12, goedkoop ste rang in de zon. Voor iedere niet-Spanjaard, niet-kenner dus moet het stierengevecht al spoedig eentonig en wreed zijn. De eerste acte is prachtig van beweging en kleur, want de toro schuimt dan nog over van kracht en het spel van de capeadores met de pur peren capes is vol mannelijke gratie. Mi nuten lang stormt het machtige beest door de arena van de ene capeador naar de andere, zijn wendingen zijn sneller en gevaarlijker dan men van een kolos van 500 kilo kan verwachten en telkenmale speet het me als een trompetsignaal een einde aan dit onbloedige bedrijf maakte. Want hierna kwam het afgrijselijk taf reel der picador es, de twee mannen op hun paarden, welke tegenwoordig aan één kant met een harnas beschermd zijn. De toro rammeit het paard aan die kant en in tussen duwt de picador de punt van zijn lans tussen de schoften van de stier op de plaats waar de matador stx-aks de eind- stoot zal plaatsen. Het dier verliest zo bloed en de degen zal later via de wonde gemakkelijker naar binnen glijden. Twee paarden heb ik bij dit bedrijf zien openrij ten, omdat de stier er in slaagde de on beschermde kant van het geblinddoekte vildersbeest te bereiken. Het snelle en riskante spel met de zes banderilla's, de vaantjes met weerhaken, welke twee aan twee in de rug van de stier geplant worden, is eveneens bloedig, maar toch ook van een wrede bekoring: de vaantjes zijn kort en de banderillos moeten met een razend snelle wending de op hen toestormende stier ontwijken. En wanneer dan opnieuw de trompetten klin ken is de beurt aan de matador, de aan voerder van zijn quadrilla, van de capea dores, picadores en banderillos. Hij en de toro zijn nu alleen in de arena en de volks held speelt met de bloedende en trager ge worden stier het laatste spel. Met zijn fel rode doek, de muleta, lokt hij de toro tot uitvallen en bij elke wending, elk geslaagd ontwijken golft het „Olé olé!" door de plaza. Slotbedrijf In Sevilla zag ik Spanje's huidige favo riet no. 1, El Litri, tweemaal door de stier geramd worden. Hij bloedde en zijn goud- geborduurd matadorspak was erbarmelijk gescheurd, maar hij weigerde de arena te verlaten. Weer tergde hij de toro, streelde zelfs even zijn horens en zette zich ten slotte tegenover het dreigende afwachten de beest in de positie om te doden. Litri had een slechte dag. Zijn degen was niet op de goede plaats gericht en drong niet diep genoeg door. Nog eenmaal miste Litri de eindstoot en toen, negentien minuten na het eerste trompetsignaal, drong de matadorsdegen tot het gevest door in het lijf van de toro. Nog even waggelde deze stervend rond. Dan was het afgelopen. Vier paarden trokken het zwarte gevaarte snel de arena uit en het publiek beloonde de dode stier met applaus. Zesmaal gaat het zo op een Zondagmid dag, zonder pauze van vijf tot zeven, want elke matador (drie tijdens één corrida) en zijn quadrilla nemen twee dieren voor hun rekening, waarvoor hij en zijn ongeveer acht assistenten dan in gunstig geval de som van 150.000 peseta's (f 13.000) kun nen incasseren. Zo worden in Spanje jaarlijks in steden en stadjes om en bjj 4000 stieren feestelijk afgeslacht. Volgens strenge regelen, welke men zeer precies moet kennen om de cor rida te kunnen waarderen. En bovendien .WAAPLEÊNS philips IC zal men dan nog Spaas bloed in de aderen moeten hebben om de wreedheid van het schouwspel zonder ooggeknipper te kun nen accepteren. De Zandvoortse politie hield Woensdag morgen in de vijver in het Dennenpark een viswedstrijd voor leden van de Vis club die uitsluitend bestaat uit politieper soneel en gemeente-ambtenaren. Na drie uur ingespannen hengelen kon den de achttien deelnemers nog steeds niet op goede resultaten bogen. Vijf van hen hadden helemaal niets gevangen. Burgemeester mi*. H. M. van Fenema, die met echtgenote, evenals de korpschef van politie, het laatste gedeelte van de wedstrijd bijwoonde, reikte na afloop de prijzen uit. De eerste prijs was voor de heer De Wit (15 stuks), de tweede voor de heer Willemsen (15 stuks), de derde voor inspect. Douma (grootste vis), de vietde voor de heer Stouthamer (eerst gevangen vis), de vijfde voor de heer De Wit (klein ste vis), de zesde voor de heer Van Huf- felen (6 stuks), de zevende voor inspec teur Douma (5 stuks) en de achtste voor de heer Rutgers (4 vissen). Aan de R.K. kweekschool te Amsterdam is voor het examen onderwijzeres geslaagd mejuffrouw C. M. Bosman, Wilhelminaweg te Zandvoort. Woensdagmiddag, de derde dag van de Zandvoortse winkelweek, was aan de jeugd toebedeeld. Om drie uur verzamelden zich op het Raadhuisplein een menigte Zand voortse kinderen, om hun briefkaart voor zien van een slagzin op de winkelweek in een bus te deponex-en. Zij hadden er veel werk van gemaakt en de zaak serieus op gevat. Dat bleek onder meer uit het vol gende rijm: „Het weer was op Pinksteren lelijk van streek, Dat was niet erg, want het was winkelweek!" Er waren fraaie tekeningen bij, maar óók briefkaarten, waarop het schrift de eerste beginselen van de schrijfkunst duidelijk liet blijken. Het ging echter deze middag niet om de slagzinnen alleen, die later door een jury zullen worden beoordeeld, maar om een loterij. Voorzitter M. Weber van de Zand voortse Handelsvereniging liet een wille keurige briefkaart om beurten uit een der bussen halen, waarop een prijs werd uit gekeerd, beschikbaar gesteld door de Zand voortse winkeliers. Vele gelukkige peuters keerden vol trots met dit onverwachte bui tenkansje huiswaai'ts. Alle kinderen wer den bovendien geti-acteerd. De heer Weber deelde mee, dat het comité ten minste tweeduizend kinderen op het Plein had verwacht; er waren er slechts ongeveer tweehonderd. En dat stelde wel een beetje teleur. Concert In de avonduren concerteerde op het Raadhuisplein het Zandvoorts Gemengd Koor, onder leiding van de heer E. Dees, het Chromatic Trio en het Zandvooi'ts Operettekoor. De uitvoeringen trokken een groot aantal toehoorders. Vooral het vluch- telingenkoor uit de operette „De dragonders van Villars" voldeed als openlucht-uitvoe ring zéér goed. President Rhee heeft gisteren hei-haald dat de Nationale Vergadering de wil van het volk genegeerd heeft door een wijzi ging van de grondwet goed te keuren die directe presidentsverkiezing door het volk zou inhouden. Hij zei de houding van het parlement nog een paar dagen te zullen aanzien voor hij het zou ontbinden. De op positie meent dat hij tot dit laatste niet bevoegd is en dat zijn verklaring de inlei ding van een staatsgreep zou kunnen zijn. Inmiddels blijft het parlement belemmerd door de boycott van Rhee's liberalen; gisteren kon men weer geen quorum be reiken. De Amerikaanse en Engelse rege ringen plegen sinds enige dagen overleg over deze toestand; beide landen hebben de UNO-commissie voor Korea gesteund in haar aandrang op opheffing van de staat van beleg en vrijlating van de gear resteerde parlementsleden. (Zoals wij gisteren reeds meldden heeft Rhee na de ontvangst van een brief van president Truman over de politieke toestand al een paar van de gearresteerde parlementsleden vrijgelaten). Nu de Amerikanen op Koje ernst maken Op Zaterdag 28 Juni zal op het Zand voortse strand vóór bad Zuid, of in de naas te omgeving daarvan, een vuurwerk wor den afgestoken. Het heeft er even op ge leken dat dit festijn niet zou kunnen door gaan, want openbare wegen, straten en pleinen kunnen niet meer voor een vuur werk afgezet en tegen betaling toeganke lijk worden gesteld. Naar het bestuur van de Oranje-vereniging ons meedeelde is in samenwerking met de burgemeester en de korpschef van politie thans een oplossing voor de gerezen moeilijkheden gevonden. In de Witte Zwaan werd gisteravond een goed bezochte jaarvergadering gehouden van de afdeling Lisse van de L.T.B. In zijn openingswoord wees de voorzitter, de heer Schoorl, op de belangrijke vergadering van aanstaande Maandag te Haarlem. Uit het jaarverslag van de secretaris bleek dat het ledenaantal zeer stabiel is en 115 bedraagt. Het financieel verslag gaf een batig saldo aan van f 262,32. De aftredende bestuurs leden werden herkozen. In de vacatures P. Oosterveer en W. Onderwater wexxl voorzien met de verkiezing van W. v. d. Vlucht en G. Vreeburg. De heer Onderwater wees nog op het nut van.de onderlinge verzekering bij de L.T.B. De geestelijke adviseur, pater Hierony- mus, sprak een propagandawoord. Dinsdagavond maken de leden van de L.T.B. een excursie naar de Rijkstuin bouwschool te Lisse. met de verklaring van generaal Clark, dat de voorschriften van de kampcommandant zo nodig met geweld zouden worden door gevoerd, stuiten zij niet op grote tegen stand. Drie Amerikaanse tanks reden van morgen afdeling 607 van het kamp in, waar de 3.000 gevangenen geweigerd had den tenten op te ruimen om plaats te maken voor meer gevangenen, waarvan er nog 3.000 bij zouden kunnen. Tijdens de operatie sleepten de Amerikanen een wa genlading schoppen, houwelen, houten namaakgeweren en dozen documenten weg en ruimden met traangas en vlam menwerpers propagandamateriaal en ver sterkte punten op. Volgens functionarissen is de leider van het verzet onder de 75 Noordelijke gevangenen die uit afdeling 96 werden weggevoerd. Generaal Boatner, die zijn onfortuinlijke collega Dodd als kampcommandant opvolgde, verklaarde dat elk van de drie afdelingen die onlangs met geweld betreden zijn een dag geen voedsel hebben gekregen, omdat zij toch voedsel zouden hamsteren. „Wij hebben echter nooit rantsoenen ingetrokken om gehooi-zaamheid af te dwingen", zei hij De Britse minister van Defensie, Lord Alexander, die vandaag het leger in Duits land zou gaan bezoeken, gaat inplaats daarvan morgen naar Korea en Japan, om rechtstreeks verslag uit te kunnen biren- gen aan het kabinet over de politieke en militaire toestand. Hij zal aan het hoofd staan van een delegatie met grote be voegdheden, waarin ook Selwyn Lloyd, minister van Staat bij het Foreign Office, mee zal gaan. In de week die Alexander in het Verre Oosten zal dooi-brengen zal hij, naar verwacht wordt, de binnenlandse toestand in Zuid-Korea, de besprekingen in Panmoendjom en de ontwikkelingen op Koje bestuderen. De Engelse regering ont kende officieel haar beweerde vooniemen om op rechtstreekse vertegenwoordiging in Panmoendjom aan te dringen. Op de hoek van de Paulus Potterlaan en de Pieter de Hooghstraat te Heemstede, ramde vanmiddag omstreeks kwart over twaalf een kleine personenauto een bestel wagen, die voorrang had. De bestelwagen, eigendom van een Haarlemse wijnhandel, sloeg om en kreeg vrij ernstige deuken; de chauffeur F. J. liep waarschijnlijk alleen een snijwond aan het voorhoofd op, die ter plaatse werd verbonden. Volgens de bestuurster van de personen auto, C. F. uit Haarlem, had de bestelwagen „waanzinnig hard" gereden. F. J. zei, dat hij „hoog uit 50" had gereden. Beide wagens waren verzekerd. De minister van VMernobouW en Volks huisvesting zal op Zaterdag 7 Juni des avonds te 19.15 uur spreken over „Doortastende woningbouw" over de zender Hilversum II. Op 1 November van ddt jaar zal het driekwart eeuw geleden zijn dat. in Haarlem de gemeentereiniging werd opgericht, wat overigens nog niet wil zeggen dat er vóór 1877 in de Spaarnestad geen aandacht werd besteed aan het schoonhouden van de straten, pleinen en grachten. Dat werd er zeker wel, maar voor een goed deel moest de bevolking zelf de stadsreiniging voor haar rekening nemen. Daar kwam ten dele een einde aan toen zij omstreeks de vijftiende eeuw werd verpacht. Vooral echter om het peil der volksgezondheid op te voeren, volgde de gemeente in 1877 het voor beeld van Amsterdam en Rotterdam en nam de reiniging in eigen hand. Men moet een flinke duik in de geschie denis van Haarlem nemen om de eerste verordeningen tegen te komen die gewag maken van stadsreiniging. Een „keur" van 8 April 1390 bepaalt dat geen vuilnis mag worden gestort buiten de „poirthuizen" en „uierster molen". Er werd in die dagen ook bijzonder veel aandacht besteed aan het reinhouden der grachten, wat te begrijpen valt als men bedenkt dat het „openbaar water" als drinkwater werd gebruikt. Het was dan ook verboden om „beerten en krengen in de stedevesten en alle wateren der stad te gooien, noch eenig afval". Er bestonden verder voorschriften om bij het lossen van schepen, zeilen tussen schip en wal te be vestigen, opdat er geen afval in het water zou vallen. Op het naleven van deze bepa lingen werd streng gelet en „wije misse, slyck, vogelquaet, krengen of andere on- reinichheyt werpe in Spaerne of stedeves ten" werd beboet, evenals trouwens degene die „grom of vuyligheit opt Sant (de Grote Markt) achterliet. Het schoonhouden der straten werd in 1638 geregeld. De burgers werd toen opge dragen „driemaal ter weecken als des Dins- daegs, Donderdaegs ende Sateraaegs syne straten te veghen". Drie maal in de week ook werd het huisvuil opgehaald. Van de mobilisatie 19141918 ondex-vond de ontwikkeling van het bedrijf een rem mende invloed. De zes sproeiwagens die de reiniging rijk was, werden omgebouwd tot rijdende hooikisten, waarmee wax-m water a drie cent per emmer aan de burgerij werd verstrekt. Naast de vuilniswijken ontston den zo twaalf warmwaterwijken in de stadsgedeelten waar de minst draagkrachti- gen woonden. Na de eerste wereldoorlog beleefde de gemeente-reiniging opnieuw een periode van bloei. Drie vijf-tons auto's kreeg de dienst er bij: één voor het sproeien, twee voor vuilnisophalen. In 1927 werd het Centraal Vervoer in gesteld, evenals de bedrijfsboekhouding met kapitaaldienst en langzamerhand breidde de reiniging zich meer en meer uit, zich tegelijkertijd aanpassend aan de mo derne tijd. En dan is het in 1940 de tweede wereld- ooi-log die veranderingen brengt die geen verbeteringen zijn. Het was vooral het vraagstuk van de brandstofvoorziening, dat om de aandacht vroeg. Benzine was er niet genoeg meer en er moest dus een vervan gingsmiddel komen. Al in 1941 reden de Haarlemse reinigingswagens op persgas. Het eigen tank-gasstation zorgde er voor dat de auto's konden blijven rijden. Toen in October van de hongerwinter de gas levering werd stopgezet, stond ook de rei niging stil. Dat bracht natuurlijk nieuwe moeilijkheden met zich mee, want hoe moest het vuil in het vervolg worden ver voerd? De schillenophalers brachten uit komst: Eens in de week namen zij de taak van de i-einigingsdienst op zich. Met boten werd het verzamelde vuil naar de stortings plaatsen vervoerd. Dat ging in het begin allemaal op rolletjes, maar toen er ook voor de schepen geen kolen meer waren, werd de zaak moeilijker. Even hield men het vol om het vuil, dat zich in de straten ophoopte in plantsoenen onder te spitten, maar lang kon men deze werkwijze niet volhouden. Een van de eerste daden van het Militair Gezag was: de vuilnishopen in de stad weg werken. Groenteboeren die nog een paard hadden, werden voor dit omvangrijke kar wei gespannen. En zij hebben alle eer van hun werk gehad. Sinds 1877 is het met de stadsreiniging bergopwaarts gegaan. De dienst ging met zijn tijd mee en het bedrijf ontwikkelde zich rustig. Nauwelijks een jaar na de op richting werd het tonnenstelsel voor de verzameling van faecaliën ingevoerd en het duurde niet lang of de vuilniswijken werden uitgebreid en de dienst kreeg de beschikking over meer paarden. Aan de mestbereiding werd veel aandacht besteed, omdat de verkoop van mest, evenals van lompen trouwens, een belangrijke bron van inkomsten vormde. De dienst ging met zijn tijd mee en dat betekende onder meer dat in 1897 een reorganisatie werd uitgewerkt die inhield dat de gemeente-reiniging de beschikking kreeg over één stoom-, één veeg- en een zandstrooimachine, plus drie sproeiwagens en een sneeuwploeg. Een andere verbetering kwam een jaar of tien later: Haarlem kreeg vuilnisauto's en in de binnenstad werden vaste veeg- wijken ingesteld. De gemeentereiniging is met haar tijd meegegaan. Dat bleek niet alleen uit de organisatie van de Dienst, maar ook uit zijn rollend materieel. De joto toont er een representant van. De gemeentereiniging was de koning te rijk toen zij zo'n dertig jaar geleden de beschikking kreeg over deze voor die tijd zéér moderne-Ford. Veel auto's is de reinigingsdienst tijdens de oorlog niet kwijt geraakt. De wagens die door de Duitsers in beslag waren ge nomen, werden bovendien spoedig opge spoord en weer in bedrijf gesteld. Op 25 Juni 1945 reden de eerste vijf roltrommel- auto's weer uit om, zij het dan voorlopig nog maar eens per week, het vuil weer op te halen. Langzamexband werd de capaci teit van de dienst opgevoerd en in 1947 was men al weer zo ver dat er nieuw ma teriaal kon worden aangeschaft. De achter stand die in de bezettingsjaren was ont staan, is thans weer geheel ingehaald. Dat wil echter nog niet zeggen 'dat de jubilerende dienst niet meer met proble men heeft te kampen. De outillage bijvoor beeld wordt te klein, de garage moet wor den uitgebreid en de vuilafvoer vraagt dx-ingend om een regeling. Het belangrijkste probleem is wel hoe de mest die van het huisvuil wordt gemaakt, moet worden ge distribueerd. Op het ogenblik rijden er elf vuilniswa gens door de Spaarnestad. Dat wil zeggen dat de dienst maar vijf reservewagens heeft in totaal beschikt zij over zestien wagens en dat is wel wat krapjes aan, vooral ook omdat het meermalen gebeurd dat er drie of meer auto's in reparatie zijn. In November zal men cue problemen ech ter voor een paar uur vergeten, want dan gaat men de feestbazuin steken om het jubileum uitgebreid te viex-en. Een feest commissie is al aan het werk geslagen en enige plannen zijn reeds in voorbereiding. BURGERLIJKE STAND GEBOORTEN: H. Visscher—v. Veen, z.; A. Blom—Mol, d.; C. Duivenvoorden—Blok ker, z.; H. Westera—Bisschop, z.; M. A. KruupZwaneveld. z. GEHUWD: A. C. Onstenk en H. M. Nijhuis; E. Reijnders en M. L. Baronesse van Till; J. Buis en G. J..v. d. Wijden; J. J. Hoppen en J, P. J. v. Alphen. OVERLEDEN: J. Flendrie—Kok, 76 j. Vanmorgen is in restaurant Dreefzicht te Haax-lem het driedaagse congres begon nen van de Algemene Nederlandse Bond van meubelmakers, behangers, houtbewer kers en aanverwante vakgenoten. Mevrouw Wanda Reumer declameerde werken van Troelstra, waarna de heer K. van den Berg een openingswoord sprak. Hij begroette buitenlandse gasten (België, Duitsland en Zwitserland) en vertegenwoordigers van het N.V.V. en van de Haarlemse Bestuur- dersbond. Vervolgens gaf de voorzitter een over zicht van de werkzaamheden in het afge lopen jaar verricht. Pogingen zijn in het werk gesteld een bedrijfschap voor de meubileringsindustrie te stichten, doch er moeten nog vele moeilijkheden overwonnen worden. Nog niet alle werkgevex-s zijn over tuigd van het nut van een bedx'ijfschap. De liquidatie van het Nederlands Arbeids front is nog steeds niet geëindigd. De bondssecretaris, de heer J. Spaltman, zal na een arbeid van drie en dertig jaar zijn functie neerleggen. Vrijdagavond zal hij gehuldigd worden. De spreker vervolgde, dat de bond en de afdelingen gezond zijn. Het is niet gelukt een ledental van 9000 te bereiken, doch er wordt verder gewerkt. De bond telt 8400 leden met 121 afdelingen, waarvan er op de vergadering 91 vertegen woordigd zijn met 147 afgevaardigden. Wat de toekomst betreft, zeide de heer Van den Berg, dat aandacht gevestigd zal blijven op verbetering van sociale voorzieningen. De voorzitter der afdeling Haarlem, de heer J. D. Aalpol, heette de afgevaardigde welkom. Verder voerden het woord de heren J. G. Suurhoff, namens het Neder lands Verbond van Vakverenigingen, D. Verbaan, voorzitter van de Haarlemse Be' stuurdersbond en Valintine, namens Duits! vakgenoten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 10