Practische kleding als uitgangspunt Dit maken we zelf stierf Honderd jaar geleden Louis Braille y/ L3 ij IVOROL Een kwartje MachteldWisse, fotografe Afwisseling in kleur en model Strandjurkje ZATERDAG 14 JUNI 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 10 MODEWEKEN IN LONDEN FEUILLETON (De misdaad op het eiland) door Else Hofker Helen Keiler komt getuigen nI Parijse silhouetten 1 42 Plasticjas zonder stiksels Verkooplokaal NOTARISHUIS INBOEDELVEILING 24/25 JUNI Wat wij van aardbeien kunnen maken - Proberen blijft begeren! (Van onze Londense medewerkster) Londen, Juni 1952 Londen doet als mode-centrum steeds meer van zich spreken. De Londense mode-ont werpers hebben door een typische, geheel eigen stijl, die in de eerste plaats is afge steld op de practische eisen welke de vrouw momenteel aan haar kleding stelt, tot ver buiten Engeland bekendheid verkregen. Dat bleek heel duidelijk uit het groot aan tal overzeese bezoekers dat in Londen de jaarlijke „Fashion Fortnight" bijwoonde. Park Lane, de statige avenue diie aan een zijde door Hyde Park wordt begrensd, was vanvan deze veertiendaagse mode-manifestatie met middelpunt. Elke dag opnieuw pa radeerden er tientallen mannequins in nieuwe mode-creaties door de statige zalen van de grootste twee Londense hotels, die hier zijn gelegen. De gehele Engelse kleding industrie werkte aan deze shows mee. Kroningsrood en purper Aangezien ook in ons land de voorkeur steeds meer uitgaat naar een mode, die niet alleen elegant is maar ook doelmatig, zijn wij ter gelegenheid van deze mode-weken in Londen eens een kijkje gaan nemen. Hier waar men volgens gevestigde tradities op het gebied van practische kleding voor de hedendaagse vrouw is gespecialiseerd, troffen wij telkens weer noviteiten aan die ook voor toepassing in een Nederlandse garderobe uitstekend geschikt zijn. De col lecties der deelnemende modehuizen waren zo uitgebreid dat er voor elk genre afzon derlijke shows wei-den georganiseerd. Met een receptie in het historische Lan caster House, waarbij de charmante Her togin van Kent als eregast aanwezig was, openden deze Londense modeweken. In Grosvenor House werd daarna o.a. onze aandacht gevraagd voor de nieuwste snuf jes op het gebied van mantels en tailleurs. De fraaie stoffen die de ontwerpers daarbij ter beschikking stonden wekten vooral onze belangstelling, evenals de vele nieuwe kleuren die naar voren werden ge bracht, Flatteuse pui-peren tinten steken bij deze nieuwe mode het steeds gangbare zwart naar de kroon. Vooral het' z.g. „King-violet" dat zowel blonde als donkere en grijze types flatteert is erg gewild. Voor de jongere vrouw werd een nieuwe tint tussen steenrood en oranje gelanceerd, terwijl ook zandbeige, lindebloesem en „coronation red" een warme nuance rood, uitgebracht ter ge legenheid van de a.s. kroning'van Koningin Elizabeth II voor haar gewilde kleuren zijn. Verschillende nieuwe schakeringen van, groen en grijs, waarbij vooral zeer donkere tinten overheersen, merkten wij eveneens op en al deze nieuwe kleuren bleken ook op de overige shows toonaan gevend. Sierlijke, wijde mantels die over een zeer geklede dan wel over een meer sportieve jurk en zelfs over een mantelpakje met succes te dragen zijn,' bepalen het karak ter van de nieuwe Engelse mode. Opmerkelijk zijn de mouwen die bij deze mantels worden toegepast Deze vari eren van het nauw om de polsen sluitende schapenbout-type, herinnerend aan de mode op het eind van de vorige eeuw tot gigan tische ballonmouwen. Over Tiet algemeen sluiten deze mantels hoog aan de hals met een Chinees boordje. Bij enkele modellen werden echter grote kragen toegepast, bij Gekleed mantelpakje met aangeknipte mouwen. Het is uitgevoerd in zeer donker grijze barathea, een vederlichte wollen stof. Een bewerking van gitten langs de zoom van het jasje vormt de enige garnering. Model Asta, Londen. i) „Nog een goed half uur", denkt Mach teld. Ze staat voor de brede serredeuren en staart naar een groepje dahlia's, die met hun felrode kleur de sombere herfstdag opvrolijken. De paden en het grasveld lig gen bezaaid met geelbruine bladeren, die ritselend als een windvlaag door de tuin strijkt. Haar ogen volgen een blad, dat langzaam omlaag daalt. Over een paar dagen, als de bomen nagenoeg kaal zijn, zal de tuin man komen en de bladeren op een hoop vegen. Hij zal de perken aanharken, de resten van dahlia's en herfstasters oprui men en weer verdwijnen, tot het vroege voorjaar. Zo is het elk jaar geweest, zo zal het ook nu gebeuren. Machteld zucht en draait zich om. De lage, diepe kamer met de ouderwetse Deze sierlijke combinatie is zowel 's zomers als 's winters te dragen, 's Zomers wordt het jerseyrokje gecompleteerd door een zijden blouse in ruitdessin. 's Winters kan deze blouse vervangen worden door een jerseybtouse in dezelfde kleur als de rok. Model Lerose, Londen. voorkeur met een ronde lijn, die is aange past aan het totale silhouet van deze com fortabele en bovendien zeer elegante mantels. Uniformenpracht als inspiratie Hoewel minder in zwang, is de getail leerde mantel niet geheel van het toneel verdwenen. Ook daarbij worden echter aangeknipte mouwen toegepast, terwijl de taille is geaccentueerd door een aparte le deren ceintuur waaraan dikwijls munt stukken met schakelkettinkjes als garne ring zijn aangebracht. Ook bij de meer geklede tailleurs deed de „Masher" ditmaal haar intrede. Dit rechte jasje geeft iets ongedwongens aan het mantelpakje. De pracht der traditio nele Engelse uniformen, die juist deze we ken hier in Londen telkens weer aan de orde zijn, zoals bij de „Trooping of the Colour" ter gelegenheid van Koningin Eli zabeth's officiële verjaardag en tijdens de proclamatie van de kroningsdatum, inspi reerde enkele ontwerpers bij het samen stellen van hun nieuwe collecties. Vooral op het karakter van de tailor- made mantelpakjes was dit van invloed. Een correcte streng getailleerde lijn, een dubbelrijïge sluiting met markante knopen en een hoog officiers-kraagje kenmerkten deze modellen. Doelmatig en elegant Ook de Britse juweliers werkten mee om deze Londense mode-weken te doen slagen. Bij het oude gildehuis van de Engelse goud- en zilversmeden met zijn statige salons werd een tentoonstelling van moderne sieraden gehouden. Hoe belang rijk het is de kleding steeds met de juiste bijoux te complementeren werd op deze expositie op een aantrekkelijke manier naar voren gebracht. Sieraden ter opluis tering van geklede robes en ter complete ring van sportieve ensembles prijkten in grote verscheidenheid in de vitrines, als bewijs van de ook in dit genre steeds wis selende mode. Noviteiten op het gebied van zijden en rayon-weefsels kwamen eveneens op spe ciale tentoonstellingen aan de orde. Wat wij daar te zien kregen bewees hoe juist de voortdurende pogingen van de textiel branche om steeds maar weer met nieuwe stoffen de mogelijkheden van de heden daagse garderobe te verrijken, het ont staan van een nieuwe mode telkens sterk in de hand werken. Door de toepassing van schoorsteen ligt gevangen in de grijze sfeer van de stervende herfstdag. Haar blik glijdt over de zware, statige meubelen: de stevige, vierkante tafel, de zwarte piano, het brede, donkere dressoir. Dan kijkt ze naar de beide mensen bij de haard en weer zucht ze. Na het geloop en gedraaf van de kruiers, die haar koffers hebben gehaald, na de drukte van het pakken en bedisselen, wat wel, 'en wat niet mee moet, is een stilte ingetreden. Een stilte, die benauwt. „Nog een goed half uur", denkt Mach teld. „Dan is het voorbij". Ze doet een paar stappen in de richting van de theetafel. „Zal ik nog eens inschenken?", vraagt ze. Ze hoort hoe vreemd haar stem klinkt in de stille kamer. Haar moeder laat het breiwerk rusten en neemt het kopje van het lage tafeltje voor haar. Ze knikt. Als Machteld het kopje van haar over neemt, ontmoeten hun ogen elkaar. De zelfde grote, heel lichtblauwe ogen. Het lijkt Machteld, of er iets angstigs in haar moeders blik ligt. Maar haar stem klinkt gewoon, als ze zich tot haar man wendt: „Wil jij nog thee, Herman?" Op zijn rustige, overwogen manier legt de man zijn boek op het tafeltje, haalt zijn horloge uit zijn vestzak en vergelijkt het met de pendule op de schoorsteen. „Denk om je tijd", zegt hij, Machteld zijn kopje overreikend. Uit de gang klinken op het zelfde ogenblik vijf diepe, bronzen slagen. Aan regenkleding werd tijdens deze Lon dense mode-weken veel aandacht besteed. Deze flatteuse regenmantel kan zowel met als zonder ceintuur gedragen worden. Zon der ceintuur heeft de jas de moderne tent lijn en daardoor een meer gekleed karak ter. Met ceintuur heeft het geheel een meer sportief cachet. Model Telemac, Londen. rayon worden weefsels, die tot nu toe uit sluitend in zuivere zijde konden worden uitgevoerd en daardoor zeer kostbaar wa ren, nu onder het bereik van velen ge bracht. Londen introduceerde als modestad tij dens deze manifestaties in de eerste plaats een kledingstijl die doelmatig maar tevens afwisselend en charmant is. Meer dan in welk mode-centrum ook wist men er zich zo aan te passen aan de eisen van onze tijd. (Van onze Parijse medewerkster) P a r ij s, Juni 1952. Wanneer u me vroeg aan welke boeken uit mijn kinderjaren ik de sterkste herin neringen bewaarde, dan zou ik, mèt twee of drie anderen, zeker óók de autobiogra fie van Helen Keiler noemen. Niet dat ik dat levensverhaal van het blinde en doof stomme meisje als kind ooit zélf heb ge lezen, want het was een boek voor „grote mensen". Maar er was me van Helen Kei ler zóveel verteld, dat die blauw-grijze band, die daar onder in de boekenkast van mijn vader stond, op mij toch een soort be klemmende werking uitoefende. En ik heb die ouderwetse, wat stijve, plaatjes uit dat boek toen zo dikwijls be keken dat Helen's beeld me sindsdien al tijd is bijgebleven. Helen Keiler, het slanke jonge méisje in haar kanten blousje met Geruite stoffen zijn in Londen nog steeds zeer in trek. Dit ensemble bestaat uit een robe met bijpassend jasje. Het jasje kan aan twee kanten gedragen worden, n.l. in geruite en in effen uitvoering. Model Paul M. Jonas, Londen. „Hij is vijf minuten voor", zegt de moe der. Hoe vaak heeft ze dat niet gezegd, denkt Machteld, terwijl ze suiker in de kopjes doet. De halklok heeft nog nooit gelijk ge lopen, altijd iets sneller dan de andere klokken in huis. Het wordt schemerig in de kamer. Uit de micaruitjes van de haard schijnt een matrode gloed op het glanzende, zwarte vel van de dikke, welgedane kater. Machteld knielt bij het dier en strijkt over de zwarte vacht. ,Jij hebt toch maar een best leventje, Pietertje". Haar vader kucht. „We hebben er nu al lang en breed over gesproken", zegt hij plechtig. „Je weet, dat ik het malligheid vind. Maar ik hoop, dat je mag slagen in je nieuwe werkkring". „Dank u, vader". Automatisch aait ze Pietertjes kop. Het is even stil in de kamer. Uit de keu ken klinkt de stem van Gerritje, die de krant aanneemt. Het leven gaat door, of zij er bij zal zijn, of niet. Srtaks zal moeder de lamp aansteken en de tafel dekken voor de avondmaaltijd. Daarna zal vader een sta pel schriften nemen en gaan corrigeren. Zo is het al jaren gegaan; een vaste regel maat, alleen onderbroken door de oorlog. Toen die voorbij was, zijn alle oude ge woonten als vanzelfsprekend weer opge nomen. Nu slaat ook de pendule vijf sla gen. De vader staat op. ,,'t Is tijd!" Het klinkt als een vonnis. Een vorige keer gaf ik u een patroon voor een speelbroek- je; deze keer dezelfde idee, maar nu voor een meisje. Als u het broekje al gemaakt hebt voor uw zoontje, dan zal zusje ook wel graag iets der gelijks hebben voor in de tuin of aan zee, dus wordt, ook zij nu tevreden gesteld. U ziet op het plaatje een meisje van on geveer 3 jaar met een inge- rimpeld rokje aan met schou derbanden. Hiervoor hebt u nodig IV2 meter stof van 89 breed. U kunt weer eenzelfde soort stof nemen als voor het broekje, dus in ieder geval stof die tegen een stootje kan en goed gewassen kan wor den. We gaan weer eerst de pa tronen tekenen en op de stof spelden zoals de tekening dit aangeeft. Onderaan het rokje knippen we 10 cm naad, zodat het rokje verlengd kan wor den als het te kort wordt. Nadat we geknipt hebben rimpelen we allereerst de bo venkant in en trekken alles in, zodat het rokje glad om de taille komt te zitten. Dit zal ongeveer 60 cm zijn, maar natuurlijk moet u dit even passen. De zijnaden worden nu dicht gestikt, maar we laten links ongeveer 10 cm open voor het splitje. Nu gaan we de schouderbanden scheuren uit de lengte van de stof, ongeveer 55 cm lang. Ook dit zal voor verschillende kinderen iets va riëren. De schouderbanden worden dubbel gestikt omgedraaid en er komt een dwars- hoge kraag en de rokken die tot haar voe ten reikten, met het strakgetrokken blonde haar rond een teer gezichtje en vooral met die onvergetelijke uitdrukking in de ogen, die sinds haar eerste levensjaar het licht niet meer hadden gezien en waaruit die vreemde schuldeloze onbevangenheid sprak. Zo stond ze voor mijn geest. Dezer dagen heb ik op een foto in een Franse krant Helen Keiler teruggezien. Het frêle meisje uit mijn herinnering is nu een tweeënzeventigjarige dame dame ge worden, gekleed in een zwarte japon en met een gebloemd hoedje op het hoofd. Maar haar gezicht blijkt diezelfde wonder lijke uitdrukking van scherpzinnigheid, energie en wat ik nog maar het beste kan noemen levensblijheid te hebben bewaard. Ja, wat me weer vooral opviel, dat was dat dit werkelijk serene gelaat geen enkele lijdende trek vertoonde. Het gelaat van .een gelukkige vrouw. Naast haar op het kranteplaatje zat een een wat jongere dame die het gezicht naar Helen Keiler had ge wend. Miss Keiler hield de wijsvinger van haar linkerhand op de lippen van die an dere dame en de duim tegen haar strotten hoofd. Zo voerden ze een „gesprek". Helen Keiler is namelijk nog altijd volkomen blind en doof maar heeft intussen wèl le ren spreken. Dank zij een eigen inspanning die men nu heus wel bovenmenselijk mag noemen en de onvermoeide hulp van een Amerikaanse verpleegster, Miss Mansfield, die intussen is overleden. Haar plaats werd daarna ingenomen door Mrs. Thomson zon der wie Helen Keiler van de buitenwereld zou zijn afgesloten en die haar ook naar Parijs had vergezeld. Het doel van haar overkomst uit Ame rika? 21 Juni is het honderd jaar gele den, dat Louis Braille, de uitvinder van het blindeschrift is gestorven. Braille was een Fransman en zelf blind die in een klein plaatsje in de provincie, Coupvray, zijn alphabet in morsetekens, die met de vingers zijn te lezen, ontwierp. Braille's as zal nu naar het Panthéon, achter de Boule vard Saint Michel, worden overgebracht, de tempel waar de stoffelijke resten van Frankrijks grote geesten rusten. Bij die plechtigheid zal Frankrijk door president Auriol in persoon vertegenwoordigd wor den en Helen Keller is dan een dergenen die getuige willen van de zegeningen die Braille in de wereld der blinden heeft gebracht. Helen Keiler spreekt daarom van „lichtpunten" die Braille in de nacht van millioenen blinden heeft ontstoken en ze denkt dan natuurlijk aan de boeken waar toe Braille hen de toegang ontsloten heeft. Zes talen Helen Keiler heeft indrukwekkend veel gelezen; de meeste meesterwerken der we reldlitteratuur in de oorspronkelijke talen. Zij beheerst er zes: Grieks, Latijn, Spaans, Frans, Duits en natuurlijk Engels, haar moedertaal. Van alle vindt ze het Frans het moeilijkst, ofschoon ze zich toch ook daarin bijna zonder accent uitdrukt, zoals de Franse journalist getuigt die haar na Machteld bijt zich op de lippen. Ze heeft naar dit ogenblik vèrlangd, er vurig voor gevochten, het maanden en maanden voor bereid. Nu het zover is, zou ze het liefst alles ongedaan maken. „Ik breng je naar de trein", klinkt haar vaders stem. Ven-ast kijkt ze hem aan. „Fijn", antwoordt ze dankbaar. Vader zal nooit zaniken om besluiten, die eenmaal genomen zijn. Hij heeft er het zijne van gezegd, toen ze besloten had het onderwijs vaarwel te zeggen. Ze weet heel goed, dat het een teleurstelling voor hem is. Maar ze kan niet anders. Vader is met hart en ziel onderwijzer. Hij kan niet begrijpen, dat zij dit beroep zonder meer opgeeft. Voor een gril, zoals hij heeft gezegd. Maar het is geen gril. Ze heeft het over wogen en aan alle kanten bekeken. Ze heeft genoeg van het leven op het eiland, in deze kleine stad. Ze kan niet, als vader, viermaal per dag door de zelfde straten naar het zelfde gebouw wandelen. Ze heeft niet het engelengeduld, om steeds weer nieuwe kinderen in de beginselen der we tenschap in te wijden. Ze kent de stad, ze kent het eiland, tot in elke uithoek. Ze kent de mensen en de steeds terugkerende kleine gebeurtenissen. Het benauwt haar, omdat achter het eiland de wereld ligt. Een wereld, die zij niet kent, met mensen, die haar vreemd zijn. Een wereld, waarin het leven grootser is en rijk aan verras singen. Ze is onderwijzeres geworden, omdat i u 4 stukje tussen om het afglijden van de schouders te voorko men. De tailleband wordt ook 10 cm breed gescheurd, ongeveer 65 cm lang, zodat er 5 cm kan dienen voor de sluiting. De zakjes worden weer dub bel geknipt en net zo afge werkt als ik in het patroon voor het broekje beschreef. Als u een broekje van dezelfde stof wilt maken kunt u het patroon van het speelbroekje gebrui ken, dan hebt u een aardig geheel. Na tuurlijk kan dit rokje ook als overgooier dienen als er een truitje of blousje onder gedragen wordt. L. S. vader het wilde. Ze heeft jaren lang gepro beerd als vader te leven. Het ging niet. Nu heeft ze het roer omgegooid en vader heeft er zich, na heel veel debatteren en nog meer tegenwerkingen, bij neergelegd. Een teleurstelling blijft het voor hem. In de gang voor de kleine spiegel plant ze haar alpino scheef op de zwarte krullen. Nonchalant slaat ze haar lichte regenjas over haar wollen mantelpak. Moeder is haar gevolgd. „Heb je nu alles, kind?" Machteld knikt. Vader wacht bij de deur, zijn hoed in de hand. De keukendeur wordt open gesmeten en Gerritjes omvangrijke rokkenvracht vult de nauwe gang. Ze from melt nog gauw een pakje in Machtelds tas. „Voor onderweg", zegt ze. „Zo'n lange reis toch, juffrouw Machteld". Machteld grijpt Gerritjes stevige, rode hand. Het afscheid is moeilijker dan ze dacht. „Goeie reis", wenst Gerritje en verdwijnt naar de keuken. Ze begrijpt er niets van. Wie geeft nu zo maar een goeie betrekking op voor zo'n raar vak als fotograferen? Dat is toch niets voor een vrouw? „Neem aan het station een taxi", zegt moeders vlakke stem. Het klinkt koel en haar blond gezicht is onbewogen. Moeder uit zich moeilijk. „Doe Joke de groeten". Dan is alles ineens voorbij. Naast vader loopt ze over de Singel, door de oude, bekende straten, naar het station. „Voor het laatst", denkt Machteld. Het heeft iets onherroepelijks. Als ze over veer- Langs de grote verkeersweg staat een ijsventer met zijn karretje vlak bij een school. Hij staat daar altijd tegen twaal ven, want dan gaat de school uit en zijn belletje roept op dat uur zonder moeite de dubbeltjes te voorschijn, die de kinde ren al sinds negen uur in de zak geschroeid hebben. Vandaag is het drukkend warm, zo warm dat ik eindelijk antwoord krijg op een oude vraag: Eten ijscomannen ooit zelf een ijsco?" Want deze venter heeft plotseling diep in zijn driewielig ijskelder- tje gegrepen en likt nu genietend aan een reusachtige wafel. Vijf martelende minuten na twaalf gaat de schoolbel en nog voor zijn bedachtzame beieren is overgenomeji door het getjingel van de ijscoman, is de rijdende oase al omgeven door een kluwen van dringende kinderen, waaruit handjes met dubbeltjes omhoogschieten. Een klein roodharig jon getje is de eerste, die de kar bereikt heeft. Hij ontvangt een bruin, knappend beker tje met roomijs en vergeet onmiddellijk, de wereld om hem heen, terwijl hij langzaam naar de weg loopt. En dan is het allemaal opeens heel snel gebeurd. De kinderen die bij het karretje wachten, horen alleen maar het gillen van autobanden over het beton van de grote weg en dan een korte stilte. Vlak bij hen staat een glanzende, zwarte auto dwars over de weg; het jongetje ligt er half on der. Zijn ijsje ligt een meter verder, een zielig geel plasje op de weg. Uit de auto springt een dikke man in een grijs pak, rood van woede. Hij buigt zich over het jongetje heen en kijkt naar hem, zonder iets te zeggen. Na enkele ogenblikken draait het jongetje zich om en kijkt de man recht in het gezicht. „Mijn ijsje", huilt hij on verwachts, „er zat nog heel veel in". De man haalt diep adem, wil iets zeggen en slikt. Dan zegt hij: „Hier heb je een kwar tje". En hij rijdt langzaam weg. ADVERTENTIE I tien dagen een weekend overkomt, is ze I een vreemde. Dan hoort ze er niet meer bij. Ze gaan langs de Abdij, die groot en in drukwekkend oprijst in de schemerige namiddag. Het is allemaal zo vertrouwd. „Was ik er maar nooit aan begonnen", denkt Machteld. „Kon ik maar omkei-en". Maar vaders regelmatige stap gaat on verbiddelijk in de richting van het station. „Ik ben blij, dat je Joke hebt in Amster dam", zegt hij plotseling. „Je zult haar toch veel opzoeken?" Machteld belooft het. Joke is haar vier jaar oudere, getrouwde zuster. Vader had graag gezien, dat zij bij Joke was inge trokken. Maar Joke's flat is te klein. Machteld vindt het wel goed zo; als je zesentwintig bent, wil je eindelijk wel eens helemaal op eigen benen staan. In de kleine hal van het stationnetje drentelt Machteld langs de reclameplaten, terwijl vader een kaartje voor haar koopt. Het is niet druk. Wat handelsreizigers en arbeiders, die naar de kleine dorpen langs de spoorlijn moeten. Als ze op het perron komen, stoomt juist de trein uit Vlissingen binnen. „Hier, Machteld". Vader houdt het por tier van een tweede 'klas coupé open en helpt haar de hoge treeplank op. Uit het neergeschoven raampje steekt ze hem haar hand toe. Hij heeft een hekel aan zoenen in het openbaar. Vertederd kijkt ze naar zijn rechte, magere gestalte, naar zijn bezorgde ogen achter de brille- glazen. (Wordt vervolgd). Ibtw, z oot~- 0"* 0~) 10 e.*. 3. oe M Zlk. V -O J v, 4 'o -O KI >1 aankomst in Parijs heeft geïnterviewd. Een van de bezwaren van het Frans vindt Helen Keiler dat er zo'n lange afstand be staat tussen de phonetische klank en het geschreven beeld der woorden. Voor het simpele woordje bo hebben jullie liefst vier lettertekens nodig (beau), heeft ze wat verstoord tegen die Franse verslagge ver gezegd. Aan de arm van Mrs. Thom son maakt Miss Keiler nu lange wande lingen door Parijs. Ofschoon ze er nu pas voor het eerst van haar leven vertoeft, kende ze de stad bijna even goed als een Parijse taxichauffeur. Zoals zo vele blin den, die zich hun invaliditeit niet meer be wust zijn, bedient Helen Keiler, wanneer ze over haar gewaarwordingen spreekt, zich gewoon van het werkwoord „zien". Maar ze „bekijkt" Parijs toch eigenlijk door middel van haar reukorganen, die buitengewoon sterk ontwikkeld zijn. Ik had al heel veel over Parijs gelezen, zegt ze, maar nu, op mijn omzwervingen, voel ik pas goed waardoor zich deze stad van alle andere steden ter wereld onderscheidt. Ze ondergaat de „atmosfeer" waarschijn lijk nog veel sterker dan een ziende, maar zoals wij vooral door de kleuren en tinten en lichtschakeringen worden getroffen, zo ervaart Helen Keller in het bijzonder de geuren van de stad. En ze spreekt dan over de bedwelmende parfums der Parisiennes, de bloesemende bomen van de parken, en óók van de forse tabaksdampen der gau- loise sigaretten, de knoflookwalm der Pa rijse eethuisjes en de wat zwoele hitte, die opstijgt uit de metrogangen. Zo verkent Helen Keiler nu Parijs en het is misschien niet eens gewaagd te veronderstellen dat er van deze stad méér tot haar doordringt dan tot talrijke andere toeristen in Parijs die door de natuur niettemin vollediger werden uitgerust. Maar in hoeveel andere opzichten kan Helen Keiler, deze onverge lijkelijk moedige vrouw, voor de mens heid niet als voorbeeld gelden! Een man als Mark Twain, die niemand van senti mentaliteit hoeft te verdenken, moet He len Keiler eens samen met Napoleon tot de sterkste geest en de grootste persoon lijkheid der negentiende eeuw hebben uit geroepen. Waarbij dan nog valt op te mer ken dat Helen Keiler maar twintig jaar in die negentiende eeuw heeft vertoefd.... ève Aan het dragen van plastic jassen zijn tot nu toe steeds nog nadelen verbonden geweest. Op plaatsen zoals bij de sluiting of de kraag, liepen zij gevaar uit te scheu ren. En hoe practisch zo'n jas dan is en hoe goed hij staat, als er een scheur in is, is 't mooie er toch af. De N.V. Hollandia in Am sterdam heeft de nylon nu op een speciale wijze bewerkt en zo is er dan een jas tot stand gekomen, waar geen machinestiksel in te vinden is. Uiterlijk doet zij sterk denken aan een zijden weefsel. De gevaarlijke plek ken zijn hoogfrequent gelast, waardoor de plastic nog doorzichtiger is op die plaatsen, maar wordt verhinderd, dat zij uitscheurt. Men verzekert ons bovendien, dat het lekken op de naden nu ook is afgelopen. De zomen zijn dus ook gelast en de jas is één geheel geworden, zelfs compleet met practische driehoekvormige zakken. Bij de jassluiting is de plastic dubbel. De knopen zijn er niet i aangenaaid, maar ook weer aangelast. De knoop zelf is van halfharde plastic gegoten. Prettig is, dat er een los regenkapje bij de jas behoort. De raglanmouwen van de jas zijn wijd en practisch in het dragen, b.v. over een manteltje heen. Er is weinig kans, dat zij uit scheuren. De voordelen van de plasticdracht zijn dus met één vermeerderd. Dir. W. N. WOLTERINK Bilderdijkstraat bij de Zijlweg Haarlem - Tel. (K 2500) 11928 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst De aardbeiencampagne is in volle gang. En wanneer ze niet te duur zijn dan moeten we op zoveel mogelijk manieren proberen aardbeien op tafel te zetten want zij zijn weer de eerste vitamine-C leveranciers, van het jaar (wat de vruchten betreft tenminste). Natuurlijk is het heerlijk om ze zo, ge wassen en even door de suiker gehaald te eten, of op beschuit, met suiker er over. (Wist u dat basterdsuiker met vruchten veel lekkerder is dan de gewone kristalsuiker?) We moeten natuurlijk de vruchten niet te veel „bewerken" want dan gaan geur en smaak verloren. Bovendien gaat dan ook het vitamine C-gehalte snel achteruit. Deze vita mine is n.l. niet bestand tegen de zuurstof uit de lucht. Maar ook als we daar rekening mee houden zijn er nog wel mogelijkheden ter variatie, speciaal wanneer we de nage rechten op het oog hebben. Hier zijn dan zo'n paar ideeën. Aardbeienslaatje De aardbeien een paar uur voor de maal tijd wassen en de groene dopjes er af halen (altijd eerst wassen daar er teveel vruchten sap verloren gaat wanneer de dopjes er eerst afgehaald zijn). De vruchten in glazen, in kleine bakjes of in een grote glazen schaal doen en met basterdsuiker bestrooien. Afge dekt wegzetten en op tafel brengen even tueel met wat stijfgeklopt eiwit of slagroom. Het is ook heerlijk er op het laatste moment wat gewone koffieroom over te gieten. Aardbeiencompöte De aardbeien wassen, van de dopjes ont doen en opzetten met wat water en suiker. Ongeveer 40 gr. suiker per dl. water (een dunne suikerstroop). Zorgen dat de massa tegen de kook aanblijft. Wanneer de vruch ten goed zacht zijn (na 5 a 10 min.) even tueel het vocht nog iets bijbinden. De com pote af laten koelen en geven bij pudding, vla of droge rijst. Vindt men deze compote te zoet dan kan men wat citroensap toe voegen. Vanillevla met aardbeien Hiervoor een custardvla of echte vanille vla koken en de gewassen aardbeien een paar minuten meewarmen. Natuurlijk niet meer roeren omdat de vruchten dan kapot gaan. De vla moet dus al gebonden zi.in voor de vruchten er in komen. De vla opdoen in een glazen schaal nadat ze afgekoeld is en presenteren met waaiervormige of andere dunne wafels. Aardbeiengruel (4 pers.) 100 gr. parelgort, 1 Vt 1. water, 250 gr. aard beien, 2 citroenen, pl.m. 125 gr. suiker of basterdsuiker. De gort wassen, een nacht weken en in het weekwater gaar koken. Wat citroenschil toe voegen. Kooktijd pl.m. 114 uur. De aardbeien even meeverwarmen en de gruel afmaken met citroensap en basterdsuiker. Zonodig een klein deel van de aardbeien fijnmaken. Inplaats van gort kan ook rijst, gortmout of havermout genomen worden. ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 16