Le Procope: Europa's
oudste koffiehuis
Garnalengerechten
in plaats van vlees
Fantastische bedenksels
van architecten
Dit maken we zelf
PUROL P u u r
Ma chteld W isse,
fotografe
Gehakt, koekjes
en soep
Een zonnehoed
Een briefje
10
Parijse silhouetten
BRUSSELSE WONINGPROBLEMEN
Heringa Wuthrich
FEUILLETON
(De misdaad op het eiland)
door Else Hof her
ZATERDAG 21 JUNI 1952
(Van onze Parijse medewerkster)
Par ij s, Juni 1952.
Aan de rij van befaamde koffiehuizen
die Parijs in alle soorten en grootten voor
alle standen en nationaliteiten bezit, is
dezer dagen eeif nieuw établissement toe
gevoegd. Of juister, dat établissement, le
Procope geheten, is alleen in zoverre nieuw
dat het zich, na een kortstondige eclips,
gemetamorphoseerd heeft. En om héle
maal precies te zijn is het in jaren eigen
lijk niet het jongste maar het oudste
café van Parijs en waarschijnlijk van
Europa, zo niet ter wereld. Het is altijd
goed de punten even op de i's te zetten.
Le Procope heeft zijn deuren dus heropend
in de hoop zijn reputatie van weleer te
kunnen herwinnen. Een reputatie die er
wezen mag. Want niet alleen was het hier
dat in 1686 een Palermaanse edelman
luisterend naar de rhythmisehe huppe
lende naam van Francesco Procopio dei
Coltelli voor het eerst in het publiek kof
fie serveerde een drank die. tot dat
moment uitsluitend, in bescheiden hoe
veelheden, binnenshuis geschonken werd.
Bovendien heeft, le Procope in het litte
raire en politieke leven van Parijs nog
een rol van eminent belang gespeeld. In
de gevel van het koffiehuis is een steen
aangebracht waarop men de namen der
illustere stamgasten lezen kan: d'Alembert,
Diderot, Murat, Robespierre, Danton, J. J.
Rousseau, Voltaire en als enige grote
buitenlander Benjamin Franklin.
Napoleon beleende er zqn
hoed
Maar dat is dan nog maar een selectie,
want voor en na hem kwamen hier óók
la Fontaine, Beaumarchais, Hugo, Anatole
France, Balzac en Verlaine om glaasjes
en kopjes te ledigen. Ze waren hier als
kind aan huis en sommigen van hen had
den in le Procope zelfs hun eigen tafel
die hier ook nu nog aanwezig is. Ik kan u
met de hand op het nog bonzende hart
verklaren, dat ik aan de zware marme
ren tafel waaronder eens Voltaire zijn
benen strekte, een kop gitzwarte koffie
heb gedronken. Voilé.. Maar die twee meu
bels zijn nog lang niet de enige zicht- en
tastbare herinneringen aan een roemrucht
verleden. Aan de wanden hangen tal van
oude gravures en platen en portretten van
de groten der Franse Revolutie die hier
wel eens kwamen samenzweren, terwijl als
andere reliquieën kunnen worden ge
noemd: een zeer oude Marianne-buste in
hout en een hoed die een (gesjochte) Na
poleon Bonaparte hier in pand moet heb
ben gegeven tegen een consumptie waar
hij zin in had. Dat was voor hij tot Em-
pereur was opgeklommen. Hij was toen
zelfs nog geen generaal. Nauwelijks een
onbekende luitenant.
Het café waaraan ook een (wat prij
zig) restaurant verbonden is, is gelegen
in de rue de l'Anciennc Comédie (no. 13)
achter de Boulevard Saint Germain en
vlak tegenover het huis waar vroeger de
Comédie Frangaise was gevestigd.
Na de voorstellingen aan de overkant
plachten de acteurs, de schrijvers ook
Molière kwam hier wel en de critici in
le Procope, onder het genoegen van een
eerlijk glas, de mérites en/of tekorten
ener opvoering te bespreken. Die traditie
van cafébezoek direct na de schouwburg
is in Parijs tot in onze dagen in stand ge
bleven. En de huidige diréctie hoopt het
artistieke nageslacht dier beroemde clien
tèle ook nu weer binnen haar muren te
zullen zien. Onder ons gezegd, lijkt me
dat een wat stoute verwachting. Een lit
terair café organiseer je nu eenmaal zo
maar niet. Het ontstaat. Het groeit rond
een figuur die met enige regelmaat aan
een tafeltje gaat zitten. En bovendien
heeft het culturele centrum van Parijs
zich nu een meter of vijfhonderd naar de
boezem van het quartier Latin verplaatst.
Pakhuis
Maar die omstandigheden nemen toch
niet weg dat de nieuwe directie zich met
succes alle moeite heeft gegeven om die
oude atmosfeer te herscheppen. Aan toe
ristenbezoek zal het in de naaste toe
komst dan ook wel niet schorten.
Van 1683 tot 1948 af is men in le Pro
cope ononderbroken werkzaam geweest
om de dorst van meer of minder vermaarde
personen te lessen. Tijdens en kort na de
jongste oorlog is echter het café wat af
gezakt om tenslotte een diepte te bereiken
waarop de eigenaar het maar beter achtte
zijn deuren te sluiten. Gedurende vier jaar
verkreeg le Procope de toen wat trieste
bestemming van pakhuis voor een nabu
rige uitgeverij. Maar die smaad werd weer
uitgewist nadat le Procope over was ge
gaan in handen van een nieuwe eigenaar.
Zijn naam is Auriol en hij is een volle
ADVERTENTIE
geneeskracht - gezondheid
en zuiverheid voor Uw huid
neef van de tegenwoordige president
der Franse Republiek. Deze monsieur
Auriol is doorkneed in het restaurantvak
zoals wel overtuigend blijkt uit een oor
konde in de hall die zijn naam vermeldt
als een der leden van de Chaine des rötis-
seurs de France. Dat is een keurcorps van
supercuisiniers die het alleenrecht hebben
een roti in het publiek te braden. Daar
moet u niet te lichtzinnig over denken.
Voor deze operatie is in le Procope zelfs
een speciale, zaal gereserveerd (met een
balkenzolder) die 's avonds met kaarsen
wordt verlicht. Ofschoon ik nu helaas
niet uit ervaring spreek, durf ik toch
wel garanderen dat het een zeldzame erva
ring zal zijn in deze historische omgeving
een vleesbout te verschalken die zo juist,
onder uw ogen door de eigen neef van
Frankrijks hoogste magistraat geroosterd
werd. Een zeldzame en ook een wat kost
bare ervaring, die tot dusver, zoals de
maitre d'Hötel me toevertrouwde, alleen
nog maar door een gezelschap Amerikaan
se millionnairs beleefd mocht worden.
Maar als u, zélfs geen millionnair in gul
dens zijnde, in Parijs wezende, toch eens
buiten de wat platgetreden Baedeker-
pleisterplaatsen enige ogenblikken op een
historisch plekje toeven wilt, dan moet u
uw stappen maar eens richten naar le
Procope. Als ge er voor staat dan ziet ge
rechts de horizon versperd door het
Odéon en links de koepel opdoemen van
het Institut de France. Verscheidene
eeuwen zien hier op u neder.
éve.
Zo'n prettig katoenen jurkje is in een
vacantie-garderobe altijd op zijn plaats.
Dorvilleeen Engelse mode-expert koos
geruite katoen voor dit eenvoudige model.
ADVERTENTIE
N V. MIJ. „HOLSTER". OVERVEEN
Tel. K 2500 15597 en 19057
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
WMHHMHMMKSHK
mMÊÊmmasMWÊÈÊMMmmm
p&KHfmrr taryszij
De befaamde gevelsteen van „Le Procope".
Vlees kunnen we op allerlei manieren
vervangen en meestal denken we dan in
de eerste plauts aan vis. Maar er zijn ook
nog andere mogelijkheden: hebt u er wel
eens aan gedacht om garnalen als vlees
vervanging te gebruiken? Gewoonlijk eten
we garnalen alleen maar op de boterham
met een beetje zout, maar we kunnen gar
nalen ook heel goed aan de warme maaltijd
geven, want behalve dat ze erg lekker zijn
bevatten ze ook veel voedzame stoffen, zo
dat ze juist uit dit oogpunt heel goed vlees
kunnen vervangen.
Men kan gepelde of ongepelde garnalen
kopen. Het zelf pellen is echter zeer be
werkelijk. Wel moet men er goed op letten
dat de garnalen vers zijn als men ze koopt.
Ze moeten fris, ziltig ruiken, kromgetrok
ken en rose van kleur zijn. Sommige men
sen hebben de gewoonte de garnalen in
water weg te zetten, maar dit is zeker niet
nodig. Desnoods kan men ze vlak voor het
gebruik even afspoelen. De garnalensmaak
blijft dan beter behouden.
Garnalengehakt 4 stuks)
400 gr. garnalen, peterselie, peper, 50
100 gr. (2 a 4 sneden) brood, melk, zout.
De garnalen fijnhakken of malen. Het
brood fijn maken, in zeer weinig melk
weken en peper, zout en fijngehakte peter
selie toevoegen. Het geweekte brood goed
met de garnalen vermengen en van de
massa 4 ballen vormen, deze door paneer
meel of bloem wentelen en aan alle zijden
bruin braden.
Garnalenkoekjes 10 stuks)
250 gr. garnalen, melk, zout, boter of
margarine, 500 gr. gekookte aardappe
len, peterselie, peper.
De aardappelen fijnmaken, de garnalen
fijnhakken en goed door elkaar mengen.
Wat fijngehakte peterselie toevoegen en
de massa samenhangend maken met een
scheutje melk. Peper en zout naar smaak
toevoegen. Van het mengsel kleine platte
koekjes vormen en deze met een klontje
boter of margarine in de koekepan bruin
bakken. Deze koekjes in plaats van vlees
geven bij bloemkool, wittekool, e.d.; ze
kunnen ook aan de broodmaaltijd gegeven
worden.
Garnalensoep
1 liter water, 150 gr. garnalen, 40-60 gr.
(4 a 6 eetlepels) bloem, 2 bouillonblok
jes, 1 dl. (bijna 1 kopje) melk, V2 ui,
boter of margarine, zout, peper, peter
selie.
Het water met de bouillonblokjes, de ge-
(Van onze Brusselse medewerker)
Zelfs als je jaren in België woont, blijft
die speciale architectuur in Brussel nog
verbazend. In het Brusselse centrum, waar
alle huizen, hoog of laag, flatgebouw of
trapgeveltje, met dezelfde grijsgrauwe
stoflaag zijn overtrokken, valt de eigen
lijke bouw niet zo op. Des te meer is dat
het geval in de buitenwijken, waar straat
na straat wordt volgebouwd met de meest
opzichtige gevels, die meestal schots en
scheef naast elkaar staan.
Al wandelend op een Zondagmiddag,
amuseert men zich best met de fantasti
sche bedenksels van architecten en huis
eigenaars. En de eersten zijn zo trots op
hun werk, dat ze hun naam in iedere ge
vel laten metselen. Iedereen bouwt zoals
hij het in zijn hoofd krijgt. Er bestaat
wel een schoonheidscommissie, maar enig
effect daarvan heb ik nog nooit gezien.
Vooral opvallend zijn de halve huizen. Stel
u twee Nederlandse huizen voor, onder
één kap, en dat middendoor gesneden. Aan
de kant van het ontbrekende huis is een
blinde muur. Het ziet er uit als een gehal
veerde taai-taaipop. Men wacht dan kalm
op een eventueele buur, die niet komt, of
die tegen deze muur een hoger of lager,
volkomen verschillend huis gaat plakken,
met een plat dak, terwijl de buurman een
schuin dak heeft.
Blinde muren
In onze straat is bijvoorbeeld geen en
kel huis even hoog als het andere. Soms
scheelt, het een halve meter, soms twee
verdiepingen, maar het' scheelt. Een huis
mag nooit aan alle kanten ramen hebben.
Er moeten minstens een, liefst twee blinde
muren zijn. Ook zie je enorme entrée's bij
kleine huisjes, allerlei torentjes, rare trap-
raampjes, tralies voor vensters, natuur
steen en roze geverfd cement, waaruit, de
zin voor romantiek toch maar weer blijkt.
Het is wel erg verschillend van de nuch
tere zakelijkheid der Nederlandse nieuwe
wijken.
Deze bewijzen van originaliteit kosten
echter 3040.000 gulden gemiddeld, een
echte vrijstaande villa zelfs 100.000 gulden.
De meeste mensen wonen in appartemen
ten, zoals hiei" de flats heten en moeten
ook schipperen met de ruimte, daar deze
appartementen dikwijls inderdaad de be
knoptheid en ongemakken hebben van een
scheepskajuit. Staatscontrole op de verde
ling der woonruimte bestaat niet. Men kan
met ziin tienen in twee kamers wonen,
terwijl een soort wolkenkrabber ernaast
maandenlang leeg staat.
Hoge huren
De enige woningverdeler is de hoge huur
prijs. Men heeft zoveel plaats als men kan
betalen, of niet. Het gezin, dat in Neder
land 50 tot 60 gulden huur betaalt, geeft
hier al gauw 130 tot 200 met een inkomen
van 700 gulden p. m. Daarvoor heb je dan
meestal geen heel huis. Dat vind je heel
weinig beneden een huurprijs van 250 gul
den, kleine burgerwoningen of arbeiders
woningen uitgezonderd.
Hele huizen kosten hier tussen de 250
en 400 gulden per maand. Het verschil
tussen de huur van een huis en een ap
partement is relatief niet zo groot, maar
juist voldoende om ze voor de doorsnee
inkomens te duur te maken. Je hebt voor
350 gulden een groot huis, maar voor de
helft van dat geld minder dan de helft.
De bergruimte is een enorm probleem,
want in België kent men vrijwel geen
muurkasten. Wel staan die oudere huizen
vol met geweldige schoorsteenmantels, een
en al marmer. Men heeft er ook niet altijd
z° °f keldei" bij. Voor een dergelijk
appai tement van drie a vier kamers, keu
ken en geïmproviseerd badkamertje, betaal
L A"133"» IJ 150 §ulden huur. Maar
aan dit soort appartementen is zeker geen
fmld w'e hHUiZen hebben souterrain!
altijd bewoond, meestal door de klassieke
dandrT'ffif hi.<? ieder *ebouw ™.ïer
dan drie flats rijk is. Bij deze huizen,
en
ook bij de nieuwe, waar de garage altijd
op straatniveau is, moet je altijd trappen
op, om op de woonverdieping te komen.
In Brussel zijn bovenhuizen met eigen
trap, zoals we die in Nederland kennen,
niet te vinden, een gezamenlijke deur en
trap dus, maar gelukkig nooit gezamenlijke
keuken, omdat men een van de kamers als
keuken heeft ingericht. Ook is het samen
wonen hier niet zo'n aanleiding tot conflic
ten, omdat het vrijwillig is en men er door
de jaren aan gewend is geraakt. De huren
zijn zo hoog, omdat er vrijwel geen con
trole op is. Wil de huisbaas teveel huur
hebben en komt de huurder daar tegen op,
dan kan de kantonrechter beslissen en
maximaal drie keer de huur van '39 toe
staan. Dit geldt alleen als er een huurcon
tract is. Dikwijls krijgt de huisbaas gelijk.
De appartementen blijven gewoon leeg
staan voor de hoogste bieder. Als de huur
der vrijwillig tienmaal de oude prijs be
taalt mag dat. Gerechtelijke vervolging
wegens het vragen van te hoge huur is niet
mogelijk. Alle huizen, na 1947 gebouwd,
zijn aan geen enkele huurbeperking onder
worpen.
Ook moet men voor men ergens in trekt,
een garantie storten van twee of drie maan
den huur. Alle normale slijtage wordt daar
uit „betaald". De Belgische bevolking is de
laatste twintig jaar bijna niet groter gewor
den, waardoor het woonruimteprobleem
zich in andere vormen voordoet als in Ne
derland. Bovendien is er betrekkelijk wei
nig verwoest in de grote steden. Toch wordt
er veel gebouwd en de regering moedigt
vooral het eigen bouwen aan door vrije
premies, d.w.z. een gift van 2500 gulden, op
voorwaarde, dat het een burgerwoonhuis
van een maximum grootte is en het niet
verhuurd wordt.
Maar wanneer je als samenwonend Ne
derlander in België komt en je vergaapt
aan de bordjes a louer (te huur) en a ven-
dre (te koop), bedenk dan maar, dat het
(schijnbaar afwezige) woningprobleem ook
hier bestaat, zij het onder heel andere vor
men. HENRIETTE
sneden ui en wat peterselie aan de kook
brengen en de kruiden even laten trekken
(pl.m. 15 min.). Uien en peterselie verwij
deren. De bloem aanmengen met de melk
en de soep met dit papje binden. De ge
wassen garnalen, wat gehakte peterselie
en een stukje boter of margarine toevoegen
en de soep op smaak afmaken met peper
en zout.
Voorts een koude bloemkoolschotel die
heerlijk smaakt bij gebakken aardappelen
en die een dag van tevoren klaargemaakt
kan worden zodat u uzelf een makkelijke
Zondag kunt bezorgen.
Koude bloemkoolschotel.
1 grote bloemkool, 4 dl. (2V2 a 3 kopjes)
melk, 25 gr. (pl.m. 3 eetlepels) bloem,
75 gr. garnalen, een klontje boter of
margarine, azijn, zout.
De bloemkool schoonmaken, gaar koken
in weinig water met zout en vervolgens
op een vergiet laten uitlekken en koud
worden. Voor de saus de bloem met wat
koude melk aanmengen. De rest van de
melk aan de kook brengen en binden met
de aangemengde bloem. Een klontje boter
of margarine en wat zout toevoegen en de
saus onder af en toe roeren, koud laten
worden. Hierna azijn en peper naar smaak
toevoegen en tenslotte de goed gewassen
en uitgelekte garnalen er door roeren. De
bloemkool in een schaal overdoen en be
dekken met de garnalensaus. In plaats van
door een bloemsaus kan men de garnalen
ook mengen door slasaus of mayonnaise en
de bloemkool hiermede bedekken.
ADVERTENTIE
de RUIMSTE
kleine wagen
f 4955.- Ondernem«r«prl|» al Amertloorl
ck meeste ivadicte ixxA óbge&Z
GARAGE BRINKMANN
Smedestr. 22, Tel. 11025, Haarlem
Rijst met garnalen, tomaten en uien.
7 dl. (pl.m. 5 kopjes) water, 100 gr. rijst,
V2 kg. tomaten of 1 klein blikje tomaten
puree, 200 gr. garnalen, 1 ui, 30 gr. (pl.m.
2 eetlepels) boter of margarine, zout,
peper.
De rijst wassen en met het water en wat
zout gaar koken (pl.m. V2 uur). De boter
of de margarine smelten in een koekepan
en hierin de schoongemaakte en gesnip
perde ui, en de gewassen en gesneden to
maten of de tomatenpuree smoren (pl.m.
10 min.). Tomaten, uien en gewassen gar
nalen door de rijst roeren, alles tezamen
nog even door en door warm laten worden
en op smaak maken met peper en zout.
Dit gerecht kan heel goed gegeten worden
als hoofdmaaltijd.
Bij de zonnepakjes die we de vorige
malen maakten, geef ik u deze keer een
leuke zonnehoed voor het geval u nog een
lapje over hebt. De tekening is deze maal
erg eenvoudig zodat deze geen moeilijk
heden op zal leveren. Als u eerst even een
papieren model maakt en dit bij uw jon
gen of meisje oppast, kunt u zien of het
goed van maat is. De tekening is wel ge
maakt voor de leeftijd van 3 jaar, maar
natuurlijk is niet ieder kinderhoofd even
groot. Als u zeker weet dat het model
goed past, gaan we het hoedje knippen, en
wel beide delen van dubbele stof.
Nu gaan we de delen op elkaar stikken,
maar we laten een klein eindje open, waar
door we alles omkeren, zodat de naden
binnenin komen te zitten. Alles is dan met
een mooi afgewerkt. De rand van de hoed
kan al of niet doorgestikt worden. Het
laatste raad ik u zeker aan als de stof die
u gebruikt wat slap is. Het doorstikken
geeft er dan wat meer stevigheid aan. Na
dat rand en bol zover klaar zijn, naait u
de rand aan de bol met de hand, dit is het
mooiste en 't meest, onzichtbaar. Nu nog
knoopsgaten maken op de aangegeven
plaats en de knopen aanzetten en dan rest
ons nog het maken van een paar banden,
waarmee het hoedje dicht gestrikt kan
worden en uw zoon of dochter is helemaal
klaar voor warme, zonnige dagen.
U kunt ook inplaats van knoopsgaten te
maken, de zijnaadjes van de hoed netjes
met de hand dichtnaaien, maar de knopen
vormen wel een aardige garnering. L. S.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Verleden week heb ik eindelijk bij mijn
vriend Willem gegeten. Eindelijk, want hij
had al gezegd dat ik bepaald eens moest
komen toen hij trouwde en toen ik gisteren
bij hen aanzat lepelde tegenover mij een
zesjarig zoontje mee in de bloemkoolsoep.
Willem en ik waren klasgenoten op de
HBS. Een goede kerel, maar verschrikkelijk
slordig. Hij moest na de geschiedenisles
altijd mijn schrift lenen om aan de hand
daarvan zijn eigen notities te ontcijferen,
wat geen wonder was, want zijn werk had
onveranderlijk het uiterlijk van de dwars
doorsnede van een mierenhoop.
Maar Fie, het meisje dat hij vrij kort na
zijn eindexamen trouwde, scheen geen last
te hebben van de wanordelijke natuur van
haar man. Het huis zag er trouwens netjes
uit. Zelfs toen ik, even alleen, haastig
onder de grote kast keek, zag ik er geen
stofje. Eigenlijk heeft die vrouw ons inder
tijd verbaasd, toen ze trouwden. Fie was
van heel strenge ouders; hun gezin was zo
snaarstrak geregeld dat de getypte orders,
die het dienstmeisje bij het aanvangen van
haar dagtaak op de keukentafel vond, zelfs
aangaven met welk mes zij bijvoorbeeld de
peentjes moest krabben. Toen Willem dus
met een dochter uit dit gezin aankwam
en verzekerde dat die het wezen moest en
geen ander, voorzagen wij óf voortdurende
twist tussen die twee, óf Willems volkomen
onderwerping. Maar het tweetal dat ik die
avond aantrof scheen een voorbeeld van
harmonieuze liefde op te leveren.
Om zes uur, toen wij net begonnen wa
ren aan een heerlijke visschotel, verzocht
Fie of Willem even haar zakdoek wilde
gaan halen, in de kast boven. Willem ver
ontschuldigde zich en ging; toen hij vijf
minuten later terugkwam was hij wat
stiller, naar het mij scheen, maar ik kan
mij vergist hebben. Nauwelijks waren zij
aan het dessert toe, of Willem moest alweer
zijn ridderlijkheid tonen; ditmaal gold het
een schoon slabbetje voor de kleine man.
En toen wij juist de sigaren ontpunt had
den, vroeg Fie of hij nog even een appel
uit de kelder wilde halen. Precies op dat
moment ging de bel. Willem ging eerst
opendoen, en om mijn goede manieren te
tonen, haastte ik mij naar de kelder, om
die appel te halen. Fie drong wel aan, dat
het echt niet hoefde, maar ik was er al.
Het was een keurige kelder. Alles was net
jes opgestapeld op rijtjes, maar appels wa
ren er niet. Wel lag er een klein kaartje
tussen de tomatenblikjes en de boter. En
ik kon niet nalaten te lezen wat er, in
keurig handschrift, óp dat briefje stond.
Ik las: „Willem, nu zit je das alweer
op half zeven. En je moet je neus eens
snuiten". S.
7)
Kijk maar niet, verzoekt ze. Ik heb
het zo druk gehad vandaag. Heb je al ge
geten? Anders warm ik wat op.
Nee, nee, maak je geen zorgen. Is
Pummeltje al naar bed?
Tante Machteld?, klinkt een stem uit
het zijkamertje. Vertel je een verhaaltje?
Jij moest gaan slapen, zegt Joke.
Tante Machteld is moe.
Eentje maar, bedelt haar zesjarige
dochter.
Straks, belooft Machteld.
Ik moet weg. Jachtig zoekt Joke naar
haar handschoenen. Maccie, neem mij
niet kwalijk, dat ik je zo laat zitten. Mocht
het wat laat worden, ga gerust naar bed.
In het logeerkamertje vind je alles.
In orde mevrouw. Nog meer van uw
dienst.
Jij bent een engel.
Ze stuift het zijkamertje in, geeft het
dikke Ingertje een kus, Dag, Pummel
tje, zul je lief zijn? Mac, bedankt, tot ziens.
Een bons, een snelle roffel op de trap en
Joke is weg.
Pff!, zegt Machteld en gaat de zit
kamer binnen. Overal slingert speelgoed;
Ingers kleren liggen op de divan en de
tafel is bezaaid met boeken en kranten.
Joke moet nodig zeggen, dat ze een be
daarde joffer is geworden, denkt Machteld
en vouwt automatisch de kranten op. Met
Ingers kleren gaat ze naar het zijkamertje.
Ha, kom je, zegt Pummeltje, klaar
wakker.
Direct, even water opzetten.
In de keuken doet ze ontzet een stap
terug. Mijn hemel, wat bezielt Joke. Er is
zeker in geen twee dagen afgewassen.
Maar goed, dat Hans niet thuis is.
Zuchtend zet ze een grote ketel water op.
Ze kan niet tegen herrie en een vol aan
recht is haar een gruwel.
Terwijl ze op de rand van Ingers bed
gezeten een fantastisch verhaal doet „van
vroeger" op Ingers verzoek bedenkt
ze, dat ze niet eens weet, waar Joke naar
toe moest. Het ging allemaal zo haastig.
Afijn, dat zou ze morgen wel horen.
Als Pummeltje tevreden is gesteld, gaat
ze naar de keuken en begint manmoedig
aan de stapel vuile borden en pannen. De
avond is al een eind gevorderd, wanneer
ze met een zucht van verlichting in een
makkelijke stoel neervalt.
Je beloofde je een paar rustige uren,
hoont ze zichzelf en doet een greep in de
krantenbak.
Met verbazing vist ze een paar Franse
en Belgische kranten op. Wie is hier zo
zuidelijk georiënteerd? Hans zeker niet, die
is alleen maar een rekenwonder. Joke?
Ze laat zich achterover in de stoel vallen;
de kranten liggen vergeten in haar schoot.
Wat is er toch aan de gang hier? Zou
er iets zijn tussen die twee? Joke is zo
nerveus en gejaagd. En zo slordig. Dat
moest moeder eens zien. E11 hoe reageert
Hans hierop?
Een dikke rimpel verschijnt op Mach-
telds voorhoofd.
Wat voert ze in 's hemelsnaam uit, Joke?
Zo druk kan ze het toch niet hebben. Pum
meltje is op school en de flat is maar klein.
Ze kijkt de kamer rond. Een gezellige,
lichte kamer met vrolijk gekleurde gordij
nen en blank-eiken meubelen. Het is hier
weldadig rustig.
Ze heeft het toch zo goed, overpeinst
Machteld. Met dat lekkere Pummeltje,
moeders naamgenoot, en de goedige dikzak
van een Hans. Waarom dan die herrie, die
onrust?
Ze zijn in de laatste jaren wat van elkaar
afgeraakt, de zusters. Behalve een weder
zijdse logeerpartij zagen ze elkaar weinig.
Zo lang ze in Amsterdam woont, heeft ze
maar een enkele keer een bezoek gebracht.
Toch schandelijk, denkt Machteld met
zelfverwijt. Maar het werk neemt haar ook
zo in beslag. De dagen vliegen om.
Ik zal me wat meer vrij maken, be
sluit ze. Het is niet aardig, ook niet tegen
over Hans, dat ik ze zo verwaarloos.
Het is doodstil in huis. Het enige geluid
maakt de wind, die af en toe langs de
ramen strijkt en de kolen in de haard doet
knetteren. Verder lijkt de wereld om haar
heen uitgestorven.
Machteld steekt een sigaret op en ver
diept zich in de Franse kranten.
Als, ergens in huis, een deur met een
bons dichtvalt, schrikt ze op. Geeuwend
rekt ze zich uit en kijkt op haar horloge.
Bijna twaalf uur. Waar die Joke toch uit
hangt?
De wind is heviger geworden: hij loeit
in de schoorsteen en duwt tegen de ramen
van de erker.
Machteld staat op en gaat even naar het
kind kijken. Het slaapt, de dikke knuistjes
gebald boven de dekens. Voorzichtig stopt
ze de dekens vast en besluit ook maar naar
bed te gaan. Wachten heeft geen zin en
morgen zal het weer een drukke dag
worden.
In de kleine logeerkamer, die op het
Noorden ligt, is het vinnig koud. Rillend
kleedt Machteld zich uit. Ze is moe; haar
hoofd gonst van de gesprekken en het
denken aan Joke.
Maar als ze eenmaal, behagelijk warm
onder de dekens ligt, vervagen de gedach
ten en gewillig geeft ze zich over aan Mor
pheus armen.
De nacht is allang verstreken en van de
nieuwe dag, een heel donkere en koude
Novemberdag, zijn al vele uren voorbij,
als op de hoek van de straat een auto stopt.
Machtelds slaap is vast en diep. Ze merkt
niets van dp kleine, blonde gestalte, die stil
naar boven sluipt en voorzichtig de deur
van de flat opent. Ze weet er evenmin iets
van, dat haar zuster met een bleek, ver
trokken gezicht in de keurig opgei'uimde
keuken staat en langzaam de mantel op
de grond laat glijden.
En nimmer zal ze te weten komen, dat
uit die helle, blauwe ogen, zo sprekend de
hare, twee grote tranen vallen, die met de
nog vochtige theedoek snel worden weg
geveegd.
Om half acht zit Joke van top tot teen
gekleed om door een ringetje te halen,
achter een keurig verzox-gde ontbijt
tafel. Ze snijdt Pummeltjes brood in
dobbelsteentjes en geeft haar het zilveren
kindervorkje, een geschenk van de groot
ouders.
Verrast blijft Machteld op de drem
pel staan. Dit had ze zeker niet ver
wacht. Maar het geeft haar een gevoel
van opluchting; zo erg, als ze gisteravond
dacht, zal het niet met Joke zijn. 's Avonds
en 's nachts zie je de dingen anders dan in
het nuchtere ochtendlicht.
Goed geslapen?, informeert Joke.
Ze is veel rustiger nu en bijna weer de
oude Joke van vroeger. Ze zit met haar rug
naar het raam en daarom ziet Machteld
niet, hoe smal haar gezicht is en dat twee
grote donkere kx'ingen onder de ogen lig
gen.
Ja, best. Sorry, dat ik niet heb ge
wacht, maar ik had zo'n slaap. Is het nog
laat geworden? Ik heb helemaal niet ge
merkt, dat je thuiskwam.
Schuldbewust kijkt Joke haar aan, maar
voor Machteld verder iets kan zeggen,
vraagt ze: Ga je Zaterdag naar huis?
Nee. Machteld bedient zich van de
jam. Ik moet Zondag naar een voetbal
wedstrijd. Met Zomers.
Voetballen?, vraagt Joke verbaasd en
Pummeltje giert haar na:
Tante Machteld gaat voetballen.
Ja, dat moet ik ook leren. Nee, niet
voetballen, malle. Snelle bewegingen foto
graferen.
Kom dan Zaterdagavond hier, dan ziet
Hans je ook weer eens.
Machteld belooft het en neemt dan haas
tig afscheid.
De Novemberdag is guur en somber;
grote, dreigende wolkengevaarten zweven
laag boven de stad; af en toe ketst een
venijnige regenbui op de stx-aatstenen.
Stampvoetend staat Machteld bij de
tramhalte; al tweemaal heeft ze een
propvolle wagen voorbij laten gaan en on-
verbiddellijk gaan de wijzers van de
torenklok in de richting van negen uur. Ze
houdt er niet van te laat te komen.
Ze zet de kraag van haar mantel op en
huivert. Achter haar rug daveren auto's,
fietsers glijden over het glimmende asphalt.
Onder getier van de fietsers, die snel moe
ten uitwijken, stopt, met een gierend ge
luid van de remmen, een open wagen.
(Wordt vervolgd).