Le Procope: Europa's oudste koffiehuis Garnalengerechten in plaats van vlees Fantastische bedenksels van architecten Dit maken we zelf PUROL P u u r Ma chteld W isse, fotografe Gehakt, koekjes en soep Een zonnehoed Een briefje 10 Parijse silhouetten BRUSSELSE WONINGPROBLEMEN Heringa Wuthrich FEUILLETON (De misdaad op het eiland) door Else Hof her ZATERDAG 21 JUNI 1952 (Van onze Parijse medewerkster) Par ij s, Juni 1952. Aan de rij van befaamde koffiehuizen die Parijs in alle soorten en grootten voor alle standen en nationaliteiten bezit, is dezer dagen eeif nieuw établissement toe gevoegd. Of juister, dat établissement, le Procope geheten, is alleen in zoverre nieuw dat het zich, na een kortstondige eclips, gemetamorphoseerd heeft. En om héle maal precies te zijn is het in jaren eigen lijk niet het jongste maar het oudste café van Parijs en waarschijnlijk van Europa, zo niet ter wereld. Het is altijd goed de punten even op de i's te zetten. Le Procope heeft zijn deuren dus heropend in de hoop zijn reputatie van weleer te kunnen herwinnen. Een reputatie die er wezen mag. Want niet alleen was het hier dat in 1686 een Palermaanse edelman luisterend naar de rhythmisehe huppe lende naam van Francesco Procopio dei Coltelli voor het eerst in het publiek kof fie serveerde een drank die. tot dat moment uitsluitend, in bescheiden hoe veelheden, binnenshuis geschonken werd. Bovendien heeft, le Procope in het litte raire en politieke leven van Parijs nog een rol van eminent belang gespeeld. In de gevel van het koffiehuis is een steen aangebracht waarop men de namen der illustere stamgasten lezen kan: d'Alembert, Diderot, Murat, Robespierre, Danton, J. J. Rousseau, Voltaire en als enige grote buitenlander Benjamin Franklin. Napoleon beleende er zqn hoed Maar dat is dan nog maar een selectie, want voor en na hem kwamen hier óók la Fontaine, Beaumarchais, Hugo, Anatole France, Balzac en Verlaine om glaasjes en kopjes te ledigen. Ze waren hier als kind aan huis en sommigen van hen had den in le Procope zelfs hun eigen tafel die hier ook nu nog aanwezig is. Ik kan u met de hand op het nog bonzende hart verklaren, dat ik aan de zware marme ren tafel waaronder eens Voltaire zijn benen strekte, een kop gitzwarte koffie heb gedronken. Voilé.. Maar die twee meu bels zijn nog lang niet de enige zicht- en tastbare herinneringen aan een roemrucht verleden. Aan de wanden hangen tal van oude gravures en platen en portretten van de groten der Franse Revolutie die hier wel eens kwamen samenzweren, terwijl als andere reliquieën kunnen worden ge noemd: een zeer oude Marianne-buste in hout en een hoed die een (gesjochte) Na poleon Bonaparte hier in pand moet heb ben gegeven tegen een consumptie waar hij zin in had. Dat was voor hij tot Em- pereur was opgeklommen. Hij was toen zelfs nog geen generaal. Nauwelijks een onbekende luitenant. Het café waaraan ook een (wat prij zig) restaurant verbonden is, is gelegen in de rue de l'Anciennc Comédie (no. 13) achter de Boulevard Saint Germain en vlak tegenover het huis waar vroeger de Comédie Frangaise was gevestigd. Na de voorstellingen aan de overkant plachten de acteurs, de schrijvers ook Molière kwam hier wel en de critici in le Procope, onder het genoegen van een eerlijk glas, de mérites en/of tekorten ener opvoering te bespreken. Die traditie van cafébezoek direct na de schouwburg is in Parijs tot in onze dagen in stand ge bleven. En de huidige diréctie hoopt het artistieke nageslacht dier beroemde clien tèle ook nu weer binnen haar muren te zullen zien. Onder ons gezegd, lijkt me dat een wat stoute verwachting. Een lit terair café organiseer je nu eenmaal zo maar niet. Het ontstaat. Het groeit rond een figuur die met enige regelmaat aan een tafeltje gaat zitten. En bovendien heeft het culturele centrum van Parijs zich nu een meter of vijfhonderd naar de boezem van het quartier Latin verplaatst. Pakhuis Maar die omstandigheden nemen toch niet weg dat de nieuwe directie zich met succes alle moeite heeft gegeven om die oude atmosfeer te herscheppen. Aan toe ristenbezoek zal het in de naaste toe komst dan ook wel niet schorten. Van 1683 tot 1948 af is men in le Pro cope ononderbroken werkzaam geweest om de dorst van meer of minder vermaarde personen te lessen. Tijdens en kort na de jongste oorlog is echter het café wat af gezakt om tenslotte een diepte te bereiken waarop de eigenaar het maar beter achtte zijn deuren te sluiten. Gedurende vier jaar verkreeg le Procope de toen wat trieste bestemming van pakhuis voor een nabu rige uitgeverij. Maar die smaad werd weer uitgewist nadat le Procope over was ge gaan in handen van een nieuwe eigenaar. Zijn naam is Auriol en hij is een volle ADVERTENTIE geneeskracht - gezondheid en zuiverheid voor Uw huid neef van de tegenwoordige president der Franse Republiek. Deze monsieur Auriol is doorkneed in het restaurantvak zoals wel overtuigend blijkt uit een oor konde in de hall die zijn naam vermeldt als een der leden van de Chaine des rötis- seurs de France. Dat is een keurcorps van supercuisiniers die het alleenrecht hebben een roti in het publiek te braden. Daar moet u niet te lichtzinnig over denken. Voor deze operatie is in le Procope zelfs een speciale, zaal gereserveerd (met een balkenzolder) die 's avonds met kaarsen wordt verlicht. Ofschoon ik nu helaas niet uit ervaring spreek, durf ik toch wel garanderen dat het een zeldzame erva ring zal zijn in deze historische omgeving een vleesbout te verschalken die zo juist, onder uw ogen door de eigen neef van Frankrijks hoogste magistraat geroosterd werd. Een zeldzame en ook een wat kost bare ervaring, die tot dusver, zoals de maitre d'Hötel me toevertrouwde, alleen nog maar door een gezelschap Amerikaan se millionnairs beleefd mocht worden. Maar als u, zélfs geen millionnair in gul dens zijnde, in Parijs wezende, toch eens buiten de wat platgetreden Baedeker- pleisterplaatsen enige ogenblikken op een historisch plekje toeven wilt, dan moet u uw stappen maar eens richten naar le Procope. Als ge er voor staat dan ziet ge rechts de horizon versperd door het Odéon en links de koepel opdoemen van het Institut de France. Verscheidene eeuwen zien hier op u neder. éve. Zo'n prettig katoenen jurkje is in een vacantie-garderobe altijd op zijn plaats. Dorvilleeen Engelse mode-expert koos geruite katoen voor dit eenvoudige model. ADVERTENTIE N V. MIJ. „HOLSTER". OVERVEEN Tel. K 2500 15597 en 19057 Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook WMHHMHMMKSHK mMÊÊmmasMWÊÈÊMMmmm p&KHfmrr taryszij De befaamde gevelsteen van „Le Procope". Vlees kunnen we op allerlei manieren vervangen en meestal denken we dan in de eerste plauts aan vis. Maar er zijn ook nog andere mogelijkheden: hebt u er wel eens aan gedacht om garnalen als vlees vervanging te gebruiken? Gewoonlijk eten we garnalen alleen maar op de boterham met een beetje zout, maar we kunnen gar nalen ook heel goed aan de warme maaltijd geven, want behalve dat ze erg lekker zijn bevatten ze ook veel voedzame stoffen, zo dat ze juist uit dit oogpunt heel goed vlees kunnen vervangen. Men kan gepelde of ongepelde garnalen kopen. Het zelf pellen is echter zeer be werkelijk. Wel moet men er goed op letten dat de garnalen vers zijn als men ze koopt. Ze moeten fris, ziltig ruiken, kromgetrok ken en rose van kleur zijn. Sommige men sen hebben de gewoonte de garnalen in water weg te zetten, maar dit is zeker niet nodig. Desnoods kan men ze vlak voor het gebruik even afspoelen. De garnalensmaak blijft dan beter behouden. Garnalengehakt 4 stuks) 400 gr. garnalen, peterselie, peper, 50 100 gr. (2 a 4 sneden) brood, melk, zout. De garnalen fijnhakken of malen. Het brood fijn maken, in zeer weinig melk weken en peper, zout en fijngehakte peter selie toevoegen. Het geweekte brood goed met de garnalen vermengen en van de massa 4 ballen vormen, deze door paneer meel of bloem wentelen en aan alle zijden bruin braden. Garnalenkoekjes 10 stuks) 250 gr. garnalen, melk, zout, boter of margarine, 500 gr. gekookte aardappe len, peterselie, peper. De aardappelen fijnmaken, de garnalen fijnhakken en goed door elkaar mengen. Wat fijngehakte peterselie toevoegen en de massa samenhangend maken met een scheutje melk. Peper en zout naar smaak toevoegen. Van het mengsel kleine platte koekjes vormen en deze met een klontje boter of margarine in de koekepan bruin bakken. Deze koekjes in plaats van vlees geven bij bloemkool, wittekool, e.d.; ze kunnen ook aan de broodmaaltijd gegeven worden. Garnalensoep 1 liter water, 150 gr. garnalen, 40-60 gr. (4 a 6 eetlepels) bloem, 2 bouillonblok jes, 1 dl. (bijna 1 kopje) melk, V2 ui, boter of margarine, zout, peper, peter selie. Het water met de bouillonblokjes, de ge- (Van onze Brusselse medewerker) Zelfs als je jaren in België woont, blijft die speciale architectuur in Brussel nog verbazend. In het Brusselse centrum, waar alle huizen, hoog of laag, flatgebouw of trapgeveltje, met dezelfde grijsgrauwe stoflaag zijn overtrokken, valt de eigen lijke bouw niet zo op. Des te meer is dat het geval in de buitenwijken, waar straat na straat wordt volgebouwd met de meest opzichtige gevels, die meestal schots en scheef naast elkaar staan. Al wandelend op een Zondagmiddag, amuseert men zich best met de fantasti sche bedenksels van architecten en huis eigenaars. En de eersten zijn zo trots op hun werk, dat ze hun naam in iedere ge vel laten metselen. Iedereen bouwt zoals hij het in zijn hoofd krijgt. Er bestaat wel een schoonheidscommissie, maar enig effect daarvan heb ik nog nooit gezien. Vooral opvallend zijn de halve huizen. Stel u twee Nederlandse huizen voor, onder één kap, en dat middendoor gesneden. Aan de kant van het ontbrekende huis is een blinde muur. Het ziet er uit als een gehal veerde taai-taaipop. Men wacht dan kalm op een eventueele buur, die niet komt, of die tegen deze muur een hoger of lager, volkomen verschillend huis gaat plakken, met een plat dak, terwijl de buurman een schuin dak heeft. Blinde muren In onze straat is bijvoorbeeld geen en kel huis even hoog als het andere. Soms scheelt, het een halve meter, soms twee verdiepingen, maar het' scheelt. Een huis mag nooit aan alle kanten ramen hebben. Er moeten minstens een, liefst twee blinde muren zijn. Ook zie je enorme entrée's bij kleine huisjes, allerlei torentjes, rare trap- raampjes, tralies voor vensters, natuur steen en roze geverfd cement, waaruit, de zin voor romantiek toch maar weer blijkt. Het is wel erg verschillend van de nuch tere zakelijkheid der Nederlandse nieuwe wijken. Deze bewijzen van originaliteit kosten echter 3040.000 gulden gemiddeld, een echte vrijstaande villa zelfs 100.000 gulden. De meeste mensen wonen in appartemen ten, zoals hiei" de flats heten en moeten ook schipperen met de ruimte, daar deze appartementen dikwijls inderdaad de be knoptheid en ongemakken hebben van een scheepskajuit. Staatscontrole op de verde ling der woonruimte bestaat niet. Men kan met ziin tienen in twee kamers wonen, terwijl een soort wolkenkrabber ernaast maandenlang leeg staat. Hoge huren De enige woningverdeler is de hoge huur prijs. Men heeft zoveel plaats als men kan betalen, of niet. Het gezin, dat in Neder land 50 tot 60 gulden huur betaalt, geeft hier al gauw 130 tot 200 met een inkomen van 700 gulden p. m. Daarvoor heb je dan meestal geen heel huis. Dat vind je heel weinig beneden een huurprijs van 250 gul den, kleine burgerwoningen of arbeiders woningen uitgezonderd. Hele huizen kosten hier tussen de 250 en 400 gulden per maand. Het verschil tussen de huur van een huis en een ap partement is relatief niet zo groot, maar juist voldoende om ze voor de doorsnee inkomens te duur te maken. Je hebt voor 350 gulden een groot huis, maar voor de helft van dat geld minder dan de helft. De bergruimte is een enorm probleem, want in België kent men vrijwel geen muurkasten. Wel staan die oudere huizen vol met geweldige schoorsteenmantels, een en al marmer. Men heeft er ook niet altijd z° °f keldei" bij. Voor een dergelijk appai tement van drie a vier kamers, keu ken en geïmproviseerd badkamertje, betaal L A"133"» IJ 150 §ulden huur. Maar aan dit soort appartementen is zeker geen fmld w'e hHUiZen hebben souterrain! altijd bewoond, meestal door de klassieke dandrT'ffif hi.<? ieder *ebouw ™.ïer dan drie flats rijk is. Bij deze huizen, en ook bij de nieuwe, waar de garage altijd op straatniveau is, moet je altijd trappen op, om op de woonverdieping te komen. In Brussel zijn bovenhuizen met eigen trap, zoals we die in Nederland kennen, niet te vinden, een gezamenlijke deur en trap dus, maar gelukkig nooit gezamenlijke keuken, omdat men een van de kamers als keuken heeft ingericht. Ook is het samen wonen hier niet zo'n aanleiding tot conflic ten, omdat het vrijwillig is en men er door de jaren aan gewend is geraakt. De huren zijn zo hoog, omdat er vrijwel geen con trole op is. Wil de huisbaas teveel huur hebben en komt de huurder daar tegen op, dan kan de kantonrechter beslissen en maximaal drie keer de huur van '39 toe staan. Dit geldt alleen als er een huurcon tract is. Dikwijls krijgt de huisbaas gelijk. De appartementen blijven gewoon leeg staan voor de hoogste bieder. Als de huur der vrijwillig tienmaal de oude prijs be taalt mag dat. Gerechtelijke vervolging wegens het vragen van te hoge huur is niet mogelijk. Alle huizen, na 1947 gebouwd, zijn aan geen enkele huurbeperking onder worpen. Ook moet men voor men ergens in trekt, een garantie storten van twee of drie maan den huur. Alle normale slijtage wordt daar uit „betaald". De Belgische bevolking is de laatste twintig jaar bijna niet groter gewor den, waardoor het woonruimteprobleem zich in andere vormen voordoet als in Ne derland. Bovendien is er betrekkelijk wei nig verwoest in de grote steden. Toch wordt er veel gebouwd en de regering moedigt vooral het eigen bouwen aan door vrije premies, d.w.z. een gift van 2500 gulden, op voorwaarde, dat het een burgerwoonhuis van een maximum grootte is en het niet verhuurd wordt. Maar wanneer je als samenwonend Ne derlander in België komt en je vergaapt aan de bordjes a louer (te huur) en a ven- dre (te koop), bedenk dan maar, dat het (schijnbaar afwezige) woningprobleem ook hier bestaat, zij het onder heel andere vor men. HENRIETTE sneden ui en wat peterselie aan de kook brengen en de kruiden even laten trekken (pl.m. 15 min.). Uien en peterselie verwij deren. De bloem aanmengen met de melk en de soep met dit papje binden. De ge wassen garnalen, wat gehakte peterselie en een stukje boter of margarine toevoegen en de soep op smaak afmaken met peper en zout. Voorts een koude bloemkoolschotel die heerlijk smaakt bij gebakken aardappelen en die een dag van tevoren klaargemaakt kan worden zodat u uzelf een makkelijke Zondag kunt bezorgen. Koude bloemkoolschotel. 1 grote bloemkool, 4 dl. (2V2 a 3 kopjes) melk, 25 gr. (pl.m. 3 eetlepels) bloem, 75 gr. garnalen, een klontje boter of margarine, azijn, zout. De bloemkool schoonmaken, gaar koken in weinig water met zout en vervolgens op een vergiet laten uitlekken en koud worden. Voor de saus de bloem met wat koude melk aanmengen. De rest van de melk aan de kook brengen en binden met de aangemengde bloem. Een klontje boter of margarine en wat zout toevoegen en de saus onder af en toe roeren, koud laten worden. Hierna azijn en peper naar smaak toevoegen en tenslotte de goed gewassen en uitgelekte garnalen er door roeren. De bloemkool in een schaal overdoen en be dekken met de garnalensaus. In plaats van door een bloemsaus kan men de garnalen ook mengen door slasaus of mayonnaise en de bloemkool hiermede bedekken. ADVERTENTIE de RUIMSTE kleine wagen f 4955.- Ondernem«r«prl|» al Amertloorl ck meeste ivadicte ixxA óbge&Z GARAGE BRINKMANN Smedestr. 22, Tel. 11025, Haarlem Rijst met garnalen, tomaten en uien. 7 dl. (pl.m. 5 kopjes) water, 100 gr. rijst, V2 kg. tomaten of 1 klein blikje tomaten puree, 200 gr. garnalen, 1 ui, 30 gr. (pl.m. 2 eetlepels) boter of margarine, zout, peper. De rijst wassen en met het water en wat zout gaar koken (pl.m. V2 uur). De boter of de margarine smelten in een koekepan en hierin de schoongemaakte en gesnip perde ui, en de gewassen en gesneden to maten of de tomatenpuree smoren (pl.m. 10 min.). Tomaten, uien en gewassen gar nalen door de rijst roeren, alles tezamen nog even door en door warm laten worden en op smaak maken met peper en zout. Dit gerecht kan heel goed gegeten worden als hoofdmaaltijd. Bij de zonnepakjes die we de vorige malen maakten, geef ik u deze keer een leuke zonnehoed voor het geval u nog een lapje over hebt. De tekening is deze maal erg eenvoudig zodat deze geen moeilijk heden op zal leveren. Als u eerst even een papieren model maakt en dit bij uw jon gen of meisje oppast, kunt u zien of het goed van maat is. De tekening is wel ge maakt voor de leeftijd van 3 jaar, maar natuurlijk is niet ieder kinderhoofd even groot. Als u zeker weet dat het model goed past, gaan we het hoedje knippen, en wel beide delen van dubbele stof. Nu gaan we de delen op elkaar stikken, maar we laten een klein eindje open, waar door we alles omkeren, zodat de naden binnenin komen te zitten. Alles is dan met een mooi afgewerkt. De rand van de hoed kan al of niet doorgestikt worden. Het laatste raad ik u zeker aan als de stof die u gebruikt wat slap is. Het doorstikken geeft er dan wat meer stevigheid aan. Na dat rand en bol zover klaar zijn, naait u de rand aan de bol met de hand, dit is het mooiste en 't meest, onzichtbaar. Nu nog knoopsgaten maken op de aangegeven plaats en de knopen aanzetten en dan rest ons nog het maken van een paar banden, waarmee het hoedje dicht gestrikt kan worden en uw zoon of dochter is helemaal klaar voor warme, zonnige dagen. U kunt ook inplaats van knoopsgaten te maken, de zijnaadjes van de hoed netjes met de hand dichtnaaien, maar de knopen vormen wel een aardige garnering. L. S. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Haarlem CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Verleden week heb ik eindelijk bij mijn vriend Willem gegeten. Eindelijk, want hij had al gezegd dat ik bepaald eens moest komen toen hij trouwde en toen ik gisteren bij hen aanzat lepelde tegenover mij een zesjarig zoontje mee in de bloemkoolsoep. Willem en ik waren klasgenoten op de HBS. Een goede kerel, maar verschrikkelijk slordig. Hij moest na de geschiedenisles altijd mijn schrift lenen om aan de hand daarvan zijn eigen notities te ontcijferen, wat geen wonder was, want zijn werk had onveranderlijk het uiterlijk van de dwars doorsnede van een mierenhoop. Maar Fie, het meisje dat hij vrij kort na zijn eindexamen trouwde, scheen geen last te hebben van de wanordelijke natuur van haar man. Het huis zag er trouwens netjes uit. Zelfs toen ik, even alleen, haastig onder de grote kast keek, zag ik er geen stofje. Eigenlijk heeft die vrouw ons inder tijd verbaasd, toen ze trouwden. Fie was van heel strenge ouders; hun gezin was zo snaarstrak geregeld dat de getypte orders, die het dienstmeisje bij het aanvangen van haar dagtaak op de keukentafel vond, zelfs aangaven met welk mes zij bijvoorbeeld de peentjes moest krabben. Toen Willem dus met een dochter uit dit gezin aankwam en verzekerde dat die het wezen moest en geen ander, voorzagen wij óf voortdurende twist tussen die twee, óf Willems volkomen onderwerping. Maar het tweetal dat ik die avond aantrof scheen een voorbeeld van harmonieuze liefde op te leveren. Om zes uur, toen wij net begonnen wa ren aan een heerlijke visschotel, verzocht Fie of Willem even haar zakdoek wilde gaan halen, in de kast boven. Willem ver ontschuldigde zich en ging; toen hij vijf minuten later terugkwam was hij wat stiller, naar het mij scheen, maar ik kan mij vergist hebben. Nauwelijks waren zij aan het dessert toe, of Willem moest alweer zijn ridderlijkheid tonen; ditmaal gold het een schoon slabbetje voor de kleine man. En toen wij juist de sigaren ontpunt had den, vroeg Fie of hij nog even een appel uit de kelder wilde halen. Precies op dat moment ging de bel. Willem ging eerst opendoen, en om mijn goede manieren te tonen, haastte ik mij naar de kelder, om die appel te halen. Fie drong wel aan, dat het echt niet hoefde, maar ik was er al. Het was een keurige kelder. Alles was net jes opgestapeld op rijtjes, maar appels wa ren er niet. Wel lag er een klein kaartje tussen de tomatenblikjes en de boter. En ik kon niet nalaten te lezen wat er, in keurig handschrift, óp dat briefje stond. Ik las: „Willem, nu zit je das alweer op half zeven. En je moet je neus eens snuiten". S. 7) Kijk maar niet, verzoekt ze. Ik heb het zo druk gehad vandaag. Heb je al ge geten? Anders warm ik wat op. Nee, nee, maak je geen zorgen. Is Pummeltje al naar bed? Tante Machteld?, klinkt een stem uit het zijkamertje. Vertel je een verhaaltje? Jij moest gaan slapen, zegt Joke. Tante Machteld is moe. Eentje maar, bedelt haar zesjarige dochter. Straks, belooft Machteld. Ik moet weg. Jachtig zoekt Joke naar haar handschoenen. Maccie, neem mij niet kwalijk, dat ik je zo laat zitten. Mocht het wat laat worden, ga gerust naar bed. In het logeerkamertje vind je alles. In orde mevrouw. Nog meer van uw dienst. Jij bent een engel. Ze stuift het zijkamertje in, geeft het dikke Ingertje een kus, Dag, Pummel tje, zul je lief zijn? Mac, bedankt, tot ziens. Een bons, een snelle roffel op de trap en Joke is weg. Pff!, zegt Machteld en gaat de zit kamer binnen. Overal slingert speelgoed; Ingers kleren liggen op de divan en de tafel is bezaaid met boeken en kranten. Joke moet nodig zeggen, dat ze een be daarde joffer is geworden, denkt Machteld en vouwt automatisch de kranten op. Met Ingers kleren gaat ze naar het zijkamertje. Ha, kom je, zegt Pummeltje, klaar wakker. Direct, even water opzetten. In de keuken doet ze ontzet een stap terug. Mijn hemel, wat bezielt Joke. Er is zeker in geen twee dagen afgewassen. Maar goed, dat Hans niet thuis is. Zuchtend zet ze een grote ketel water op. Ze kan niet tegen herrie en een vol aan recht is haar een gruwel. Terwijl ze op de rand van Ingers bed gezeten een fantastisch verhaal doet „van vroeger" op Ingers verzoek bedenkt ze, dat ze niet eens weet, waar Joke naar toe moest. Het ging allemaal zo haastig. Afijn, dat zou ze morgen wel horen. Als Pummeltje tevreden is gesteld, gaat ze naar de keuken en begint manmoedig aan de stapel vuile borden en pannen. De avond is al een eind gevorderd, wanneer ze met een zucht van verlichting in een makkelijke stoel neervalt. Je beloofde je een paar rustige uren, hoont ze zichzelf en doet een greep in de krantenbak. Met verbazing vist ze een paar Franse en Belgische kranten op. Wie is hier zo zuidelijk georiënteerd? Hans zeker niet, die is alleen maar een rekenwonder. Joke? Ze laat zich achterover in de stoel vallen; de kranten liggen vergeten in haar schoot. Wat is er toch aan de gang hier? Zou er iets zijn tussen die twee? Joke is zo nerveus en gejaagd. En zo slordig. Dat moest moeder eens zien. E11 hoe reageert Hans hierop? Een dikke rimpel verschijnt op Mach- telds voorhoofd. Wat voert ze in 's hemelsnaam uit, Joke? Zo druk kan ze het toch niet hebben. Pum meltje is op school en de flat is maar klein. Ze kijkt de kamer rond. Een gezellige, lichte kamer met vrolijk gekleurde gordij nen en blank-eiken meubelen. Het is hier weldadig rustig. Ze heeft het toch zo goed, overpeinst Machteld. Met dat lekkere Pummeltje, moeders naamgenoot, en de goedige dikzak van een Hans. Waarom dan die herrie, die onrust? Ze zijn in de laatste jaren wat van elkaar afgeraakt, de zusters. Behalve een weder zijdse logeerpartij zagen ze elkaar weinig. Zo lang ze in Amsterdam woont, heeft ze maar een enkele keer een bezoek gebracht. Toch schandelijk, denkt Machteld met zelfverwijt. Maar het werk neemt haar ook zo in beslag. De dagen vliegen om. Ik zal me wat meer vrij maken, be sluit ze. Het is niet aardig, ook niet tegen over Hans, dat ik ze zo verwaarloos. Het is doodstil in huis. Het enige geluid maakt de wind, die af en toe langs de ramen strijkt en de kolen in de haard doet knetteren. Verder lijkt de wereld om haar heen uitgestorven. Machteld steekt een sigaret op en ver diept zich in de Franse kranten. Als, ergens in huis, een deur met een bons dichtvalt, schrikt ze op. Geeuwend rekt ze zich uit en kijkt op haar horloge. Bijna twaalf uur. Waar die Joke toch uit hangt? De wind is heviger geworden: hij loeit in de schoorsteen en duwt tegen de ramen van de erker. Machteld staat op en gaat even naar het kind kijken. Het slaapt, de dikke knuistjes gebald boven de dekens. Voorzichtig stopt ze de dekens vast en besluit ook maar naar bed te gaan. Wachten heeft geen zin en morgen zal het weer een drukke dag worden. In de kleine logeerkamer, die op het Noorden ligt, is het vinnig koud. Rillend kleedt Machteld zich uit. Ze is moe; haar hoofd gonst van de gesprekken en het denken aan Joke. Maar als ze eenmaal, behagelijk warm onder de dekens ligt, vervagen de gedach ten en gewillig geeft ze zich over aan Mor pheus armen. De nacht is allang verstreken en van de nieuwe dag, een heel donkere en koude Novemberdag, zijn al vele uren voorbij, als op de hoek van de straat een auto stopt. Machtelds slaap is vast en diep. Ze merkt niets van dp kleine, blonde gestalte, die stil naar boven sluipt en voorzichtig de deur van de flat opent. Ze weet er evenmin iets van, dat haar zuster met een bleek, ver trokken gezicht in de keurig opgei'uimde keuken staat en langzaam de mantel op de grond laat glijden. En nimmer zal ze te weten komen, dat uit die helle, blauwe ogen, zo sprekend de hare, twee grote tranen vallen, die met de nog vochtige theedoek snel worden weg geveegd. Om half acht zit Joke van top tot teen gekleed om door een ringetje te halen, achter een keurig verzox-gde ontbijt tafel. Ze snijdt Pummeltjes brood in dobbelsteentjes en geeft haar het zilveren kindervorkje, een geschenk van de groot ouders. Verrast blijft Machteld op de drem pel staan. Dit had ze zeker niet ver wacht. Maar het geeft haar een gevoel van opluchting; zo erg, als ze gisteravond dacht, zal het niet met Joke zijn. 's Avonds en 's nachts zie je de dingen anders dan in het nuchtere ochtendlicht. Goed geslapen?, informeert Joke. Ze is veel rustiger nu en bijna weer de oude Joke van vroeger. Ze zit met haar rug naar het raam en daarom ziet Machteld niet, hoe smal haar gezicht is en dat twee grote donkere kx'ingen onder de ogen lig gen. Ja, best. Sorry, dat ik niet heb ge wacht, maar ik had zo'n slaap. Is het nog laat geworden? Ik heb helemaal niet ge merkt, dat je thuiskwam. Schuldbewust kijkt Joke haar aan, maar voor Machteld verder iets kan zeggen, vraagt ze: Ga je Zaterdag naar huis? Nee. Machteld bedient zich van de jam. Ik moet Zondag naar een voetbal wedstrijd. Met Zomers. Voetballen?, vraagt Joke verbaasd en Pummeltje giert haar na: Tante Machteld gaat voetballen. Ja, dat moet ik ook leren. Nee, niet voetballen, malle. Snelle bewegingen foto graferen. Kom dan Zaterdagavond hier, dan ziet Hans je ook weer eens. Machteld belooft het en neemt dan haas tig afscheid. De Novemberdag is guur en somber; grote, dreigende wolkengevaarten zweven laag boven de stad; af en toe ketst een venijnige regenbui op de stx-aatstenen. Stampvoetend staat Machteld bij de tramhalte; al tweemaal heeft ze een propvolle wagen voorbij laten gaan en on- verbiddellijk gaan de wijzers van de torenklok in de richting van negen uur. Ze houdt er niet van te laat te komen. Ze zet de kraag van haar mantel op en huivert. Achter haar rug daveren auto's, fietsers glijden over het glimmende asphalt. Onder getier van de fietsers, die snel moe ten uitwijken, stopt, met een gierend ge luid van de remmen, een open wagen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 16