Nieuwe methode voor het
leggen van waterkabels
Blauwe Gillette Mesjes
Door een deel van het arme
Zuiden naar het wijde Westen
Veelbelovend debuut op uitvoering
van Haarlems Muziekinstituut
Primeur voor Haarlem
Zij wordt met veel succes in het Noorder
Buiten Spaarne te Haarlem toegepast
Verbond van Haarlemse
Speeltuinverenigingen
Willem Rettich wordt
weldra gehuldigd
Morele herbewapening
PER AUTO AMERIKA ROND
DINSDAG 1 JULI 1952
HAARLEMS DAGfeLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Jaarvergadering van het
Chr. Nat. Vakverbond
Organisatie moet worden
aangepast aan de groei
Componist woonde vele
jaren in Haarlem
J. Smit nam afscheid
Stijgende onkosten bij de
rederijen
liet Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf is op het ogenblik bezig vier hoogspannings
kabels te leggen door het Noorder Buitén Spaarne, ongeveer ter hoogte van de fabriek
Conrad-Stork. Het werk is weinig spectaculair: een zolderschuit vaart heel langzaam
van de ene oever naar de andere; er staan een paar gonzende motorpompen en een
kabelhaspel op en langszij van de schuit steken een paar buizen boven het water uit,
die door middel van dikke slangen met de pompen verbonden zijn. Meer is er bij
dit werk niet te zien en de talloze voorbijgangers hebben er dan ook nauwelijks be
langstelling voor. Maar degenen, die wèl met grote aandacht de zeer lang
zame overtocht van de zolderschuit volgen, dat zijn deskundigen van electriciteits-
bedrijven, van de P.T.T. en van kabelfabrieken. Want de methode, die hier gevolgd
wordt om kabels door het water te leggen is geheel nieuw en nog nooit in ons land
toegepast.
In Utrecht is de jaarvergadering van het
Christelijk Nationaal Vakverbond gehou
den. De verbondsvoorzitter, de heer M.
Ruppert uit Utrecht, zei dat de christelijke
werknemersvakbeweging nog slechts de
helft van het ledental heeft dat voor haar
bereikbaar is.
Nu een nieuwe parlementaire periode be
gint, gaf hij zijn inzicht op wat op sociaal-
economisch en sociaal-politiek gebied ge
schieden moet. De werkgelegenheid, de wo
ningbouw en huurpolitiek, de ouderdoms
voorziening, de rechtvaardige verdeling
van het volksinkomen en de loonpolitiek
zullen bijzondere aandacht eisen, hetgeen
de heer Ruppert nader uiteenzette.
Namens de Oud-katholieke bisschoppen
sprak drs. Mulder een begroetingswoord,
namens het convent van christelijk sociale
organisaties de heer H. Oudhof, namens het
hoofdbestuur van de Christelijk Historische
Unie de heer H. Beernink en de heer C. van
Istendael namens het I.C.V.
Besloten werd een telegram te zenden
aan de Koningin, waarin het C.N.V. na
mens 175.000 christelijk georganiseerden
trouw betuigt.
De tot dusver gebruikelijke manier was
een baggermolen een sleuf van de vereiste
diepte in de rivier- of kanaalbodem te
laten baggeren en daarin de kabels te „leg
gen" door deze van de wal af met een lier
door de sleuf te trekken. Dat dient voor
zichtig te gebeuren om de vooral tegen
woordig zeer dure kabels niet uit te rek
ken, waardoor de isolatie beschadigd zou
worden. Meestal is dan ook controle door
een duiker nodig voordat de kabels weer
met de uitgebaggerde grond worden be
dekt.
In een stevige bodemsubstantie behoeft
de te baggeren sleuf niet breed te zijn,
maar als men met een bodem te doen heeft
die bij voorbeeld uit zand bestaat, wordt
de zaak anders. Om te voorkomen dat de
sleuf dicht slibt moet de grond over een
veel grotere breedte weggebaggerd wor
den. Bij brede rivieren en Kanalen gaat dit,
wat tijd en geld betreft, een belangrijke
rel spelen.
Gespoten sleuf
In het Noorder Buitenspaarne bleek de
bodem uit zogenaamd blauwzand te
bestaan, dat ook terugloopt als men
er een sleuf in zou baggeren. De heer
J. G. Rijkeboer, technisch hoofdamb
tenaar bij het GEB te Haarlem, kwam
op de gedachte, met een straalpijp en
water onder lygê druk een smalle sleuf
door de bodem te spuiten en direct
achter het spuitapparaat de kabel in
deze sleuf te leggen voordat deze ge
legenheid krijgt dicht te slibben.
Nadat deze gedachte op papier was uit
gewerkt, bleek de uitvoering theoretisch
heel goed mogelijk te zijn. Een aannemer
in Hoorn bleek bereid te zijn het risico van
een mislukking in de practijk te aan
vaarden. Hij schafte zich de benodigde
hogedrukpompen aan en liet het speciale
spuitapparaat, dat aan een staaldraad
onder water door de bodem wordt getrok
ken, vervaardigen. Toen kwam hij met de
apparaten en een tiental werklieden naar
Haarlem en kon de proef op de som ge
nomen worden.
Men is eerst vier keer van de ene oever
van het Spaarne naar de andere gaan
„proefstömen" zonder kabel om zekerheid
te hebben dat de „spuitslof", die ongeveer
de vorm heeft van een ploegijzer, op de
vereiste sleufdiepte van ruim twee meter
kon komen en om na te gaan of zich wel-
Het speeltuinwerk in Haarlem is de laat
ste jaren zo snel uitgegroeid, dat het orga
nisatorisch verband, waarin het tot nu toe
gewikkeld was, begint te knellen. In twee
jaar tijd zijn er in Haarlem weer vier speel
tuinverenigingen bijgekomen, die het totaal
reeds op vijftien hebben gebracht. Al deze
verenigingen, die elk in een eigen wijk te
werk gaan, zijn aaneengesloten in het Ver
bond van Haarlemse Speeltuinverenigingen,
een overkoepelend orgaan, dat haar naar
buiten vertegenwoordigt bijvoorbeeld
tegenover de subsidiërende gemeente
en naar binnen een adviserende stem heeft.
Vooral nu het er voor de diverse vereni
gingen, willen zij hun speeltuinwerk bevre
digend voortzetten, op aan komt gezamen
lijk alle krachten in te spannen, blijkt de
bovengenoemde organisatievorm niet meer
te voldoen. Vooral in administratief opzicht
is de opzet nodeloos ingewikkeld geworden.
Plannen voor de aanschaffing van nieuwe
clubhuisruimte dringend nodig voor het
zich steeds uitbreidende clubwerk, wan
neer de tuinen gesloten zijn konden tot
nu toe niet worden verwezenlijkt en dit
was, naar het bestuur van het Verbond van
Haarlemse Speeltuinen mededeelt, goed
deels te wijten aan de organisatievorm. De
aangesloten verenigingen bleken algemeen
van gevoelen, dat hier verandering in dient
te komen en daarop is het Haarlemse Ver
bond sbestuur met een plan voor een nieu
we opbouw van het speeltuinwerk voor de
dag gekomen.
Volgens dit plan zou het verbond de
vorm van een „vereniging" moeten krijgen,
waarvan dan de thans bestaande verenigin
gen afdelingen worden. De opstellers van
het plan willen de administratie van deze
afdelingen centraal bij de vereniging doen
berusten en haar verder ook allerlei andere
werkzaamheden, die beter centraal kunnen
worden gedaan, zoals de aankoop van ma
teriaal, toevertrouwen.
De leiding van een dergelijke federatie
zou dan moeten berusten bij een centraal
bestuiir, waarin vertegenwoordigers van
alle aangesloten verenigingen zitting heb
ben. Dit centraal bestuur kiest weer de
dagelijkse bestuurders.
Naar het bestuur van het Verbond mede
deelde heeft dit project bij de Haarlemse
speeltuinverenigingen geen onverdeelde in
stemming gekregen. De helft-plus-één
meerderheid bleek er vóór, maar er zijn
ook verenigingen, die vrezen teveel aan
zelfstandigheid te moeten inboeten en zich
er daarom regen hebben gekeerd. Het ver-
bondsbestuur acht echter haar bezwaren
overdreven en hoopt de opponerende ver
enigingen evenals de andere te kunnen
overtuigen van de noodzaak der voorge
stelde wijzigingen, want het wil zich hier
toe eerst van aller steun en instemming
verzekerd weten. In Amsterdam, de baker
mat van het speeltuinwerk, is de organisa
tievorm al jarenlang ongeveer zo als het
Haarlemse verbondsbestuur zich die voor
stelt.
Een kabel wordt door ae bodem van het
Spaarne „gespoten".
licht onbekende obstakels in de Spaarne-
bodem bevonden. Deze door de technici
met veel spanning gevolgde proefneming
slaagde naar wens, zodat besloten werd, de
vier kabels op deze geheel nieuwe manier
in de bodem van het Spaarne te „spuiten".
Dat werk is nu bijna gereed; drie kabels
liggen reeds twee meter diep onder het
blauwzand, volkomen veilig voor krab
bende ankers van schepen. De vierde kabel
volgt morgen.
Deze methode van kabelleggen heeft
grote voordelen: het langdurige baggerwerk
vervalt, er behoeft geen uitgebaggerde
grond weggebracht en later weer terugge
bracht te worden, de kabels staan niet aan
trekkracht bloot en de kosten zijn aanmer
kelijk lager dan bij baggerwerk. Dat des
kundigen van andere bedrijven er grote
belangstelling voor hebben is dan ook alles
zins begrijpeliik.
De vier kabels zullen worden aan
gesloten op een nieuw electrisch on
derstation, dat in de Bandoengstraat in
Haarlem-Noord zal verrijzen. In dit onder
station zal electrische energie van het
Provinciaal Electriciteitsbedrijf met een
spanning van 50.000 Volt worden getrans
formeerd op 6000 Volt en dan gebruikt
worden voor de electriciteitsvoorziening
van een groot deel van Haarlem-Noord en
van de industrieën aan de overzijde van het
Spaarne in de Waarderpolder. Dit is nood
zakelijk omdat de gemeentelijke centrale
vrijwel volbelast is en binnen afzienbare
tijd niet meer aan de steeds toenemende
vraag naar electriciteit zou kunnen vol
doen, zodat een zeer kostbare uitbreiding
onvermijdelijk zou zijn. Het onderstation
in Haarlem-Noord zal nu een deel van de
taak der centrale overnemen.
Op 3 Juli wordt de componist Rettich
zestig jaar. Uit zijn eerbied afdwingend
oeuvre kwamen talrijke werken zowel hier
te lande als in het buitenland tot uitvoe
ring. Z\jn opera „König Tod" bijvoorbeeld
werd in Mei 1928 te Stettin onder zijn per
soonlijke leiding ten doop gehouden. Hij
was daar als dirigent aan het stedelijk
theater verbonden. Zijn cantate „De vloek
van de oorlog" is in 1932 door vijfhonderd
medewerkenden (solisten, koor en orkest)
ten gehore gebracht. Hij schreef ook an
dere koorwerken, onder meer op in het
Duits vertaalde teksten van Guido Ge-
zelle, drie symphonieën en een Suite in
oude stijl voor cello en kamerorkest, die
in Berlpn en Londen in druk zijn ver
schenen.
Onder druk der omstandigheden week
Rettich in 1933 uit naar Nederland en
vestigde zich in Haarlem, vanwaar hij
enkele jaren na de oorlog naar Amster
dam, zijn huidige woonplaats, verhuisde.
Als genaturaliseerd Nederlander wijdde
hij zich vooral aan de toonzetting van
Nederlandse gedichten, van Binnendijk,
Boutens, Greshoff, Keuls, Aart van der
Leeuw en anderen. In 1937 werd hij door
de Vara uitgenodigd tot het componeren
van enige a capellakoren en de Eén Mei-
symphonie, op 1 Mei 1946 door het Radio
Philharmonisch Koor en het Omroepkoor
onder zijn leiding voor de microfoon ge
bracht. Hij schreef voorts twee suites, na
melijk van oud-Nederlandse volksdansen
en dito geestelijke volksliederen, die even
eens door de radio zijn uitgezonden. In
1945 werd te Haarlem, met Gijs Beths als
solist, zijn Vioolconcert opus 51 voor het
eerst uitgevoerd. Op hetzelfde programma
stond zijn Lamento voor strijkorkest. Zijn
Fianoconcert opus 54 is voor het eerst
vertolkt door George van Renesse in de
N.C.R.V.-studio. Het werd herhaald in
New York, met Lotte Landau als soliste.
Zijn talrijke liederen worden veelvuldig
gezongen, in de laatste tijd vooral door
zijn begaafde echtgenote, de sopraan Elsa
Barther, zowel op Nederlandse concert
podiums als voor buitenlandse radiozen
ders.
Er is een comité gevormd, dat zich ten
doel stelt op een nader te bepalen datum
enkele van zijn werken uit te laten voeren
en de componist Rettich bij die gelegenheid
te huldigen. Hierin hebben zitting geno
men de volgende musicologen, musici en
vooraanstaande figuren uit radiokringen,
prof. dr. K. Ph. Bernet Kempers, D. A. M.
Binnendijk, Eli Bomli, dr. J. L. Broeckx,
Casper Höweler, Kees Kef, mr. Guillaume
Landré, J. H. de Liefde, Karei Mengel
berg, dr. Rudolf Mengelberg, Yehudi Me-
nuhin, Wouter Paap, Albert van Raalte,
Daniël Ruyneman, Piet Tiggers en Max
V redenburg. Het secretariaat is gevestigd
te Amsterdam, Van Eeghenstraat 45.
Na bijna veertig jaar in dienst der ge
meente Haarlem te zijn geweest, heeft de
heer J. Smit, magazijnmeester ter secreta
rie, afscheid genomen. Hij had reeds ruim
een jaar geleden de pensioengerechtigde
leeftijd bereikt, doch wegens ziekte van
zijn opvolger, de heer A. Stevens, is hij
nog enige tijd in functie gebleven.
Maandagmiddag heeft mr. Th. A. Wesstra
ken en hem dank gezegd voor zijn arbeid.
Namens de ambtenaren van het stadhuis
werden hem enkele geschenken aangebo
den. Op de receptie, die hierna volgde,
kwamen vele ambtenaren en vertegen
woordigers van firma's, waarmee de schei
dende ambtenaar in zijn loopbaan te ma
ken heeft gehad. Daarbij zijn hem ook ge
schenken overhandigd.
In het gebouw van de Haarlemse Jonge
mannen Vereniging is Maandagavond een
bijeenkomst gehouden, waarop een aantal
dames en heren getuigenis hebben afgelegd
over de morele herbewapening. Na een in
leidend woord, waarin herinnerd werd aan
de vele brandende vragen van het ogenblik
(o.a. over een eventuele oorlog, over het
feit, dat men met het geld kan rondkomen,
over de productie en over de vraag of wij
in „een zieke wereld met zieke mensen"
leven) kregen vertegenwoordigers uit aller
lei bedrijven het woord.
Een ingenieur uit Den Haag betoogde, dat
getracht moet worden van een werkgever
een betere werkgever te maken en van een
zakenman een beter zakenman. Dan zal
men bereiken, dat arbeiders meer lust krij
gen voor hun werk en dat een goede samen
werking zal ontstaan in het bedrijf. Een
ieder heeft te helpen om een betere wereld
te scheppen en daarbij moet men gebruik
maken van de maatstaven absolute eerlijk
heid, reinheid, onbaatzuchtigheid en liefde.
Een andere spreker zette uiteen, waarom
het zo belangrijk is, dat werkers in de in
dustrieën zich moeten interesseren voor de
morele herbewapening, waarna een arbei
der van. de Hoogovens opmerkte, dat ten
tijde van Marx met stenen gegooid werd en
op het ogenblik staat men gereed met
atomen. Wat moet men hiertegen doen? Ge
tracht moet worden samenwerking te sti
muleren bij de mensen; het egoïsme
moet opzij worden gezet. Een employé
van de Hoogovens zeide, dat door de vele
spanningen in het leven concentratie op het
werk ontbreekt, waardoor minder gepres
teerd wordt dan mogelijk is. Indien men
leeft naar de maatstaven van de morele
herbewapening dan verwachtte de spreker,
dat de mens rustiger wordt en bereid is de
medemensen te helpen. God wil de mens
dagelijks gebruiken. De spreker noemde
zich een schakel in de samenleving en
hoopte als zodanig nuttig werk te kunnen
verrichten.
Een chef bij de Philips Fabrieken te
Eindhoven zeide, dat mensen met een
goede technische ontwikkeling er vaak op
uit zijn om met hun capaciteiten veel geld
te verdienen en ze efficiënt te gebruiken.
De gevolgen zijn eerzucht, hebzucht, liefde
loosheid enzovoort. De spreker is tot inzicht
gekomen dat het beter is te leven naar de
maatstaven van de morele herbewapening.
Een huisvrouw vertelde, dat de vrouwen
ook een belangrijke taak te vervullen heb
ben bij de morele herbewapening. Zij kun
nen hun kinderen opvoeden tot goede men
sen. De jeugd was op deze bijeenkomst ver
tegenwoordigd en wel door twee studenten
en een arbeider. Zij waren van mening dat
er geen afstanden behoeven te bestaan en
dat arbeiders en studenten best met elkan
der kunnen omgaan. Vriendschap is van
groot belang. Men moet steeds aan het
goede denken, dan heeft men geen tijd meer
om aan het kwade aandacht te besteden,
merkte een der studenten op.
Een ingenieur bij een scheepsbouwbedrijf
in Dordrecht betoogde, dat er meer en meer
een goede verstandhouding ontstaat tussen
werkgever en werknemer. Als iedereen van
goede wil is kan in het leven veel bereikt
worden. Een employé van de Nederlandse
Spoorwegen deelde mee hoe hij er toe ge
komen is belangstelling te tonen voor de
morele herbewapening en hoe zijn leven
daardoor verbeterd is.
Een mijnwerker uit het Roergebied zeide,
dat hij vijf jaar in een Russisch concentra
tiekamp heeft gezeten. Daarna heeft hij een
curs.us gevolgd en na zijn terugkeer in zijn
woonplaats was hij een grote voorstander
van het communisme. Hij sprak op open
bare vergaderingen en trachtte zijn mening
ADVERTENTIE
Blue Gillette f. 0.75 per 5
In prachtige samenwerking
gaan zij naar de overwinning.
In de roeiaport moet men vol
komen op elkaar zijn ingesteld.
Dat is net als bij Gillette waat
apparaat en mesje een ideale een'
heid vormen.
Daarom zijn het Gillette scheer-
apparaat en de Blauwe Gillette
mesjes tot in de kleinste detail#
aan elkaar aangepast.
•N GILLETTE SCHEERAPPARAAT EN
ZIJ BEHOREN BIJ ELKAAR
Een goeie morgenbegint met Gillette!
Voor de 106de uitvoering van Haarlems
Muziekinstituut, die gisteravond in de grote
zaal van het Concertgebouw plaats had,
was een programma klaar gemaakt van
niet alledaagse allure. Vooreerst was er het
optreden van de versterkte orkestklasse
onder leiding van Toon Verhey en met
deze factor van essentiële betekenis tot
basis was het ook mogelijk enige interes
bij anderen op te dringen. Een Noor kwam
bij zijn vader op bezoek en vertelde van de
morele herbewapening. Er volgde een om
mekeer bij de vader en de zoon. Thans
voelde de mijnwerker zich een veel geluk
kiger mens dan daarvoor.
Een der directeuren van de K.L.M. merk
te op, dat men ten gronde dreigt te gaan
aan het materialisme. Door de ontwikkeling
van de techniek lijkt het of de wereld klei
ner wordt. Zal dat tot een catastrophe of tot
zegen leiden? Veel hangt daarbij af van de
mens. Met de grondslagen van de morele
herbewapening kan men wat bereiken.
Tenslotte gaf een marine-officier een
verslag van een wereldcongres van de
morele herbewapening, dat in Amerika is
gehouden en bijgewoond werd door 1400
personen uit vierendertig landen. Allen
waren bezield door de gedachte van de
morelé herbewapening.
(Van onze correspondent in
Amerika)
Het was een lange tocht van
Knoxville tot in Amarillo, een
tocht door de staten Alabama,
Mississippi, Arkansas, Oklaho
ma en tenslotte tot de helft van
wat men de paddenstoelvan
Texas pleegt te noemen. Dat
was iedere dag een afstand als
van Rotterdam naar Parijs.
Voor Amerikanen betekenen
zulke afstanden veel minder
dan voor ons. Op onze reis na
men wij onderweg een „liften
de" landarbeider mee, die in
Tennessee woonde en in Texas
tarwe ging oogsten. Hij woon
de als regel in het Oosten,
maar was al acht maal in zijn
leven, steeds liftende, naar de
Westkust heen en weer ge
weest. Aan de grens van Okla
homa en Texas praatten we
een tijdje met een jeugdig
paar, dat op de huwelijksreis
was. Al hun hebben en houen
hadden ze in de auto meegeno
men, want ze waren op weg
naar Califomië en ze wilden
daar blijven. Wat ze er wilden
gaan doen, wisten ze nog niet,
maar werk is er op het ogen
blik overal wel te vinden in
Amerika.
Dat gevoel van ruimte, letter
lijk, maar ook wat de werkge
legenheid betreft, is iets, waar
men als Nederlander de Vere
nigde Staten waarlijk om be
nijden kan. Men is echter de
crisis van 1931, toen de werk
loosheid zeer ernstig was, hier
nog allerminst vergeten. En de
herinnering aan die moeilijke
tijd, die onder de republikeinse
president Hoover begon en
waar de democraat Roosevelt
een einde aan maakte, zou zelfs
op de verkiezingen van dit na
jaar nog wel van invloed kun
nen zijn. Die liftende boer was
vurig democraat en hij zal
weer voor de democratische
candidaat stemmen, bij voor
keur op Kefauver. Waarom?
Hij wilde beslist niet de kans
lopen, zo zeide hij, om nog eens
zo'n slechte tijd als onder Hoo
ver mee te maken.
Land zonder romantiek
Memphis aan de Mississippi:
gemeentesecretaris, de heer Smit toegespro- wat klinkt dat romantisch.
Maar wie geen nieuweling is
in Amerika, weet, dat men niet
te grif aan romantiek moet
geloven. Over Memphis valt
weinig kwaads te zeggen: het
is een schone stad, er staan in
het centrum een paar kolossale
blokken van hotels en er zijn
grote parken, waarvan een met
een prachtig uitzicht over de
Mississippi-rivier. Maar ro
mantisch is de stad niet. De
hoofdstraten zien er precies
eender uit als bepaalde delen
van New York of Philadelphia.
Memphis is groot en rijk ge
worden door de katoen, althans
een deel van Memphis. Niet de
negerbuurten aan de buiten
kant van de stad. Daar zijn de
houten huisjes ongeverfd en de
tuintjes slecht onderhouden.
Maar een „achterburt" was de
negerwijk, die wij zagen, daar
om toch niet helemaal. Frisse
lucht was er in elk geval ge
noeg en op de Zondagochtend,
dat we er rond keken, zaten tal
van pittige negerjongetjes de
schoenen van de familie te
poetsen op de open voorgale
rijen.
Beslist erg armoedig is het in
de katoenstreken om Memphis.
De oogst van het vorige jaar is
heel slecht geweest, zodat de
katoenarbeiders heel slecht in
hun geld zitten op het ogenblik.
Sommigen van die mensen
zijn pachters, anderen noemt
men sharecroppersDe pach
ters zorgen zelf voor een ploeg
arbeiders en voor de landbouw
werktuigen. Als regel hebben
ze dan recht op de helft van
de oogst. De andere helft wordt
aan de grondbezitter afgele
verd bij wijze van pacht. Dat
is een hoge pachtprijs, maar de
sharecropperis er nog slech
ter aan toe. Hij heeft geen ei
gen gereedschappen en geen
ploeg arbeiders, maar hij krijgt
dan ook veel minder dan de
helft van wat hij verbouwt. In
de buurt van Memphis zijn de
landarbeiders voor het grootste
deel negers. Hun huizen zijn
meestal heel schamel, slecht
onderhouden en ongeverfd. Het
dak is van plaatijzer, maar een
voorgalerijtje ontbreekt zelden:
een galerij met een paar schom
melstoelen en een schommel-
bank, die aan een paar kettin
gen hangt.
De negersdie daar permanent
wonen, kunnen het werk in de
oogsttijd niet aan. Vandaar dat
er in de herfst veel arbeiders
uit Mexico komen en zelfs, per
vliegtuig, kleurlingen uit Ja
maica.
In de streek, waar wij door
trokken, plukt men de katoen
7log voor het grootste deel met
de hand. De mensen, die wij
spraken, deden nog wat scep
tisch over de nieuwe plukma-
chines. Maar uitgesloten is het
wiet, dat zulke machines een
revolutie in de katoenbouw te
weeg zullen brengen. John D.
Rust, de uitvinder van de me
chanische katoenplukker, heeft
voorspeld, dat binnen tien jaar
een millioen gezinnen zal moe
ten verhuizen, omdat hun
werkkracht niet langer nodig
is in de katoenstreek. Zo'n
machine kan namelijk 24 uur
per etmaal doorwerken en in
die tijd 30.000 Engelse ponden
katoen plukken. Een man, die
acht uur per dag werkt, plukt
maar 120 pond
Mocht Rust's voorspelling uit
komen, dan zouden de neger
arbeiders zich nog meer over
de Verenigde Staten gaan ver
spreiden dan zij in de laatste
decennia reeds hebben gedaan
en dat zou ingrijpende struc
tuurveranderingen met zich
kunnen brengen in geheel het
maatschappelijk bestel.
Vrolijke, praatgrage
mensen
Men had ons voorspeld: hoe
Westelijker men komt des te
vriendelijker mensen ontmoet
men. 'Dat is uitgekomen. En
ook de aanblik der steden ver
andert wat. De huizen worden
lichtgeel en wit en de straten
worden breder. Mooi, naar
Europese begrippen, zijn de
centra der steden eigenlijk niet.
Doelmatige, vierkante kasten
van huizen, massa's schreeu
werige reclameborden en langs
de hoofdwegen reeksen gara
ges en benzinestations. Huizen,
die om hun oude architectuur
bezienswaardig zijn, vindt men
er vrijwel nooit.
Maar hoe zou het ook? De ste
den in deze buurt zijn nog erg
nieuw en Oklahoma en Texas
zijn staten, die nog maar ruim
een eeuw hun eigen ster bezit
ten in de Amerikaanse vlag.
Wat echter beslist aantrekke
lijk is, dat zijn de vele, hier
meestal witte, woonhuizen aan
de buitenkant van de steden
en stadjes. In het centrum der
stad wonen de mensen maar
zelden. Velen bezitten een huis
wat meer buitenaf, met gras
en bomen er omheen en na
tuurlijk met een garage voor
de onmisbare auto. In Amerika
krijgen de mensen, door deze
manier van wonen, in het al
gemeen heel wat meer buiten
lucht dan in Europa.
Wat een gezellige, vrolijke
mensen in Oklahoma en Texas.
Natuurlijk, ook aan de Oost
kust glimlacht men veel, de
Amerikaanse smile" is immers
een soort van nationale eigen
schap. Maar meer naar het
Westen is voor ons gevoel de
levensvreugde toch echter, de
mensen hebben wat meer de
tijd en ze praten graag. In
Oklahoma City praten ze over
de rijkdom, welke de olie er
heeft gebracht. Er staan boor
torens tot in het bebouwde
deel van de stad, ja zelfs in het
park bij het Capitol en verder
op, in Texas, praten ze over de
tarwe en over het leven op de
grote „ranches". De cowboys
zijn daar nog altijd aan het
werk op de traditionele ma
nier: te paard achter de koeien
aan.
Wat de tarwe betreft: vreemd
doet het aan, dat men hier geen
grote schuren bij de boerde
rijen ziet. De geoogste tarwe
wordt ineens opgeslagen in
grote silo's, die naast de spoor
lijn zijn gebouwd. Verscheide
ne daarvan zijn regeringsop
slagruimten. De regering be
taalt de boeren terstond na de
oogst een vaste minimumprijs,
maar een definitieve koop is
dat niet. Loopt de marktprijs
namelijk later op, dan hebben
de boeren het recht, alsnog hun
tarwe voor die hogere prijs te
verkopen. De regering krijgt
dan natuurlijk haar geld terug.
Voor de boeren heeft dit sys
teem het voordeel, dat zij
wanneer de prijs laag is niet
tot een definitieve verkoop ge
dwongen zijn. Ze krijgen
prompt na de oogst geld in
handen en kunnen toch af
wachten of ze later misschien
wat meer kunnen maken.
santé prestaties van pianoleerlingen van
Frieda Hoogerwerf en Johan Otten voor het
publiek te brengen. Zo hoorde men van de
veelbelovende Lily Lepiet een eerste op
treden met orkest, dat waarschijnlijk niet
het laatste zal zijn. Want gelet op de cor
recte en rhythmisch stevige wijze waarop
deze peuter het Pianoconcert in G van
Haydn ten gehore bracht, hoeft men geen
profeet te zijn om te voorspellen dat dit
kind op het grote podium terecht zal ko
men. Dit dient echter niet geforceerd te
worden; het moet uit zichzelf rijpen. Toch
was het reeds merkwaardig, hoe dit muzi
kale meisje op de intenties van Verhey
reageerde en zelfs een rust in het Adagio
bereikte die voor haar leeftijd haast abnor
maal is. Dank zij haar vlotte vingertechniek
konden de motorische hoekdelen hun na
tuurlijke gang gaan, waarbij men zich kon
verbazen over de rhythmische beheersing.
Een talent dat zijn weg wet zal vinden.
Ineke Bos, Anneke Visser en Lily Lepiet
brachten daarna tezamen met het orkest
Mozarts Concert in F voor drie piano's ten
gehore. En ook deze prestatie was alleszins
opmerkelijk. Het wekte respect voor de
ijver van deze muzikale kinderen (en niet
minder voor de lerares Frieda Hoogerwerf)
te horen hoe hier een goed kloppend sa
menspel bereikt werd, dat Verhey met
lichte toets tot een symphonisch geheel
wist te maken.
Drie oudere leerlingen mochten zich wa
gen aan het Concert in C voor drie kla
vieren van Bach: een belangrijke maar ook
dankbare opgave, niet het minst dank zij
de quasi Concerto-grosso-structuur, die het
piano-concertino tegenover het strijkorkest
stelt en zulks zelfs met vrij lange solo-ge
deelten. De uitvoering werd een succes
voor J. P. de Vries, Berta Bonset en Mie-
neke Dijkstra, alsmede voor het strijk
orkest.
Met het volledige orkest voerde Verhey
de Achtste van Beethoven uit, een zware
opgave voor een ensemble, grotendeels uit
amateurs bestaande. Maar met enig toe
geven aan het tempo, vooral dat van de
finale, bereikte Verhey toch een resultaat
dat er wezen mocht en waarin menig mooi
détail op te merken was. Het klankeven-
wicht van het tutti was soms nog al eens
wankel tengevolgen van de dominerende,
niet al te zuiver geïntoneerde trompetten,
maar overigens was het een knap staaltje
van verzorgd samenspel.
Het publiek toonde veel waardering voor
de prestaties op deze slot-auditie van het
schooljaar. JOS. DE KLERK
ADVERTENTIE
Tijdens de jaarvergaderingen van de Ko
ninklijke Java-China-Paketvaartlijnen, de
KPM en de Scheepvaart Unie, die in het
Amsterdamse scheepvaarthuis zijn gehou
den, werd de aandacht gevestigd op het feit
dat de vlootvernieuwing tegenwoordig een
punt van grote zorg voor alle rederijen
uitmaakt. De reserveringen hiervoor zijn
groot, omdat men rekening moet houden
met eventueel minder gunstige jaren. Een
nieuw schip kost 300 procent meer dan in
1939 en deze schatting is nog aan de lage
kant.
Een aandeelhouder der KPM meende, dat
de stijging van het winstcijfer geen gelijke
tred hield met de sterke stijging van het
vracht- en passagiersvervoer, waarvan het
verslag melding maakt. De voorzitter ant
woordde, dat de onkosten „bepaald heel
sterk" zijn gestegen en voegde hieraan toe
„ter voorkoming van illusies", dat deze
styging doorzet. Dit geldt voor alle rede
rijen. De tarieven van de maatschappij
worden echter niet verhoogd.