Nieuwe methode voor het leggen van waterkabels Blauwe Gillette Mesjes Door een deel van het arme Zuiden naar het wijde Westen Veelbelovend debuut op uitvoering van Haarlems Muziekinstituut Primeur voor Haarlem Zij wordt met veel succes in het Noorder Buiten Spaarne te Haarlem toegepast Verbond van Haarlemse Speeltuinverenigingen Willem Rettich wordt weldra gehuldigd Morele herbewapening PER AUTO AMERIKA ROND DINSDAG 1 JULI 1952 HAARLEMS DAGfeLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Jaarvergadering van het Chr. Nat. Vakverbond Organisatie moet worden aangepast aan de groei Componist woonde vele jaren in Haarlem J. Smit nam afscheid Stijgende onkosten bij de rederijen liet Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf is op het ogenblik bezig vier hoogspannings kabels te leggen door het Noorder Buitén Spaarne, ongeveer ter hoogte van de fabriek Conrad-Stork. Het werk is weinig spectaculair: een zolderschuit vaart heel langzaam van de ene oever naar de andere; er staan een paar gonzende motorpompen en een kabelhaspel op en langszij van de schuit steken een paar buizen boven het water uit, die door middel van dikke slangen met de pompen verbonden zijn. Meer is er bij dit werk niet te zien en de talloze voorbijgangers hebben er dan ook nauwelijks be langstelling voor. Maar degenen, die wèl met grote aandacht de zeer lang zame overtocht van de zolderschuit volgen, dat zijn deskundigen van electriciteits- bedrijven, van de P.T.T. en van kabelfabrieken. Want de methode, die hier gevolgd wordt om kabels door het water te leggen is geheel nieuw en nog nooit in ons land toegepast. In Utrecht is de jaarvergadering van het Christelijk Nationaal Vakverbond gehou den. De verbondsvoorzitter, de heer M. Ruppert uit Utrecht, zei dat de christelijke werknemersvakbeweging nog slechts de helft van het ledental heeft dat voor haar bereikbaar is. Nu een nieuwe parlementaire periode be gint, gaf hij zijn inzicht op wat op sociaal- economisch en sociaal-politiek gebied ge schieden moet. De werkgelegenheid, de wo ningbouw en huurpolitiek, de ouderdoms voorziening, de rechtvaardige verdeling van het volksinkomen en de loonpolitiek zullen bijzondere aandacht eisen, hetgeen de heer Ruppert nader uiteenzette. Namens de Oud-katholieke bisschoppen sprak drs. Mulder een begroetingswoord, namens het convent van christelijk sociale organisaties de heer H. Oudhof, namens het hoofdbestuur van de Christelijk Historische Unie de heer H. Beernink en de heer C. van Istendael namens het I.C.V. Besloten werd een telegram te zenden aan de Koningin, waarin het C.N.V. na mens 175.000 christelijk georganiseerden trouw betuigt. De tot dusver gebruikelijke manier was een baggermolen een sleuf van de vereiste diepte in de rivier- of kanaalbodem te laten baggeren en daarin de kabels te „leg gen" door deze van de wal af met een lier door de sleuf te trekken. Dat dient voor zichtig te gebeuren om de vooral tegen woordig zeer dure kabels niet uit te rek ken, waardoor de isolatie beschadigd zou worden. Meestal is dan ook controle door een duiker nodig voordat de kabels weer met de uitgebaggerde grond worden be dekt. In een stevige bodemsubstantie behoeft de te baggeren sleuf niet breed te zijn, maar als men met een bodem te doen heeft die bij voorbeeld uit zand bestaat, wordt de zaak anders. Om te voorkomen dat de sleuf dicht slibt moet de grond over een veel grotere breedte weggebaggerd wor den. Bij brede rivieren en Kanalen gaat dit, wat tijd en geld betreft, een belangrijke rel spelen. Gespoten sleuf In het Noorder Buitenspaarne bleek de bodem uit zogenaamd blauwzand te bestaan, dat ook terugloopt als men er een sleuf in zou baggeren. De heer J. G. Rijkeboer, technisch hoofdamb tenaar bij het GEB te Haarlem, kwam op de gedachte, met een straalpijp en water onder lygê druk een smalle sleuf door de bodem te spuiten en direct achter het spuitapparaat de kabel in deze sleuf te leggen voordat deze ge legenheid krijgt dicht te slibben. Nadat deze gedachte op papier was uit gewerkt, bleek de uitvoering theoretisch heel goed mogelijk te zijn. Een aannemer in Hoorn bleek bereid te zijn het risico van een mislukking in de practijk te aan vaarden. Hij schafte zich de benodigde hogedrukpompen aan en liet het speciale spuitapparaat, dat aan een staaldraad onder water door de bodem wordt getrok ken, vervaardigen. Toen kwam hij met de apparaten en een tiental werklieden naar Haarlem en kon de proef op de som ge nomen worden. Men is eerst vier keer van de ene oever van het Spaarne naar de andere gaan „proefstömen" zonder kabel om zekerheid te hebben dat de „spuitslof", die ongeveer de vorm heeft van een ploegijzer, op de vereiste sleufdiepte van ruim twee meter kon komen en om na te gaan of zich wel- Het speeltuinwerk in Haarlem is de laat ste jaren zo snel uitgegroeid, dat het orga nisatorisch verband, waarin het tot nu toe gewikkeld was, begint te knellen. In twee jaar tijd zijn er in Haarlem weer vier speel tuinverenigingen bijgekomen, die het totaal reeds op vijftien hebben gebracht. Al deze verenigingen, die elk in een eigen wijk te werk gaan, zijn aaneengesloten in het Ver bond van Haarlemse Speeltuinverenigingen, een overkoepelend orgaan, dat haar naar buiten vertegenwoordigt bijvoorbeeld tegenover de subsidiërende gemeente en naar binnen een adviserende stem heeft. Vooral nu het er voor de diverse vereni gingen, willen zij hun speeltuinwerk bevre digend voortzetten, op aan komt gezamen lijk alle krachten in te spannen, blijkt de bovengenoemde organisatievorm niet meer te voldoen. Vooral in administratief opzicht is de opzet nodeloos ingewikkeld geworden. Plannen voor de aanschaffing van nieuwe clubhuisruimte dringend nodig voor het zich steeds uitbreidende clubwerk, wan neer de tuinen gesloten zijn konden tot nu toe niet worden verwezenlijkt en dit was, naar het bestuur van het Verbond van Haarlemse Speeltuinen mededeelt, goed deels te wijten aan de organisatievorm. De aangesloten verenigingen bleken algemeen van gevoelen, dat hier verandering in dient te komen en daarop is het Haarlemse Ver bond sbestuur met een plan voor een nieu we opbouw van het speeltuinwerk voor de dag gekomen. Volgens dit plan zou het verbond de vorm van een „vereniging" moeten krijgen, waarvan dan de thans bestaande verenigin gen afdelingen worden. De opstellers van het plan willen de administratie van deze afdelingen centraal bij de vereniging doen berusten en haar verder ook allerlei andere werkzaamheden, die beter centraal kunnen worden gedaan, zoals de aankoop van ma teriaal, toevertrouwen. De leiding van een dergelijke federatie zou dan moeten berusten bij een centraal bestuiir, waarin vertegenwoordigers van alle aangesloten verenigingen zitting heb ben. Dit centraal bestuur kiest weer de dagelijkse bestuurders. Naar het bestuur van het Verbond mede deelde heeft dit project bij de Haarlemse speeltuinverenigingen geen onverdeelde in stemming gekregen. De helft-plus-één meerderheid bleek er vóór, maar er zijn ook verenigingen, die vrezen teveel aan zelfstandigheid te moeten inboeten en zich er daarom regen hebben gekeerd. Het ver- bondsbestuur acht echter haar bezwaren overdreven en hoopt de opponerende ver enigingen evenals de andere te kunnen overtuigen van de noodzaak der voorge stelde wijzigingen, want het wil zich hier toe eerst van aller steun en instemming verzekerd weten. In Amsterdam, de baker mat van het speeltuinwerk, is de organisa tievorm al jarenlang ongeveer zo als het Haarlemse verbondsbestuur zich die voor stelt. Een kabel wordt door ae bodem van het Spaarne „gespoten". licht onbekende obstakels in de Spaarne- bodem bevonden. Deze door de technici met veel spanning gevolgde proefneming slaagde naar wens, zodat besloten werd, de vier kabels op deze geheel nieuwe manier in de bodem van het Spaarne te „spuiten". Dat werk is nu bijna gereed; drie kabels liggen reeds twee meter diep onder het blauwzand, volkomen veilig voor krab bende ankers van schepen. De vierde kabel volgt morgen. Deze methode van kabelleggen heeft grote voordelen: het langdurige baggerwerk vervalt, er behoeft geen uitgebaggerde grond weggebracht en later weer terugge bracht te worden, de kabels staan niet aan trekkracht bloot en de kosten zijn aanmer kelijk lager dan bij baggerwerk. Dat des kundigen van andere bedrijven er grote belangstelling voor hebben is dan ook alles zins begrijpeliik. De vier kabels zullen worden aan gesloten op een nieuw electrisch on derstation, dat in de Bandoengstraat in Haarlem-Noord zal verrijzen. In dit onder station zal electrische energie van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf met een spanning van 50.000 Volt worden getrans formeerd op 6000 Volt en dan gebruikt worden voor de electriciteitsvoorziening van een groot deel van Haarlem-Noord en van de industrieën aan de overzijde van het Spaarne in de Waarderpolder. Dit is nood zakelijk omdat de gemeentelijke centrale vrijwel volbelast is en binnen afzienbare tijd niet meer aan de steeds toenemende vraag naar electriciteit zou kunnen vol doen, zodat een zeer kostbare uitbreiding onvermijdelijk zou zijn. Het onderstation in Haarlem-Noord zal nu een deel van de taak der centrale overnemen. Op 3 Juli wordt de componist Rettich zestig jaar. Uit zijn eerbied afdwingend oeuvre kwamen talrijke werken zowel hier te lande als in het buitenland tot uitvoe ring. Z\jn opera „König Tod" bijvoorbeeld werd in Mei 1928 te Stettin onder zijn per soonlijke leiding ten doop gehouden. Hij was daar als dirigent aan het stedelijk theater verbonden. Zijn cantate „De vloek van de oorlog" is in 1932 door vijfhonderd medewerkenden (solisten, koor en orkest) ten gehore gebracht. Hij schreef ook an dere koorwerken, onder meer op in het Duits vertaalde teksten van Guido Ge- zelle, drie symphonieën en een Suite in oude stijl voor cello en kamerorkest, die in Berlpn en Londen in druk zijn ver schenen. Onder druk der omstandigheden week Rettich in 1933 uit naar Nederland en vestigde zich in Haarlem, vanwaar hij enkele jaren na de oorlog naar Amster dam, zijn huidige woonplaats, verhuisde. Als genaturaliseerd Nederlander wijdde hij zich vooral aan de toonzetting van Nederlandse gedichten, van Binnendijk, Boutens, Greshoff, Keuls, Aart van der Leeuw en anderen. In 1937 werd hij door de Vara uitgenodigd tot het componeren van enige a capellakoren en de Eén Mei- symphonie, op 1 Mei 1946 door het Radio Philharmonisch Koor en het Omroepkoor onder zijn leiding voor de microfoon ge bracht. Hij schreef voorts twee suites, na melijk van oud-Nederlandse volksdansen en dito geestelijke volksliederen, die even eens door de radio zijn uitgezonden. In 1945 werd te Haarlem, met Gijs Beths als solist, zijn Vioolconcert opus 51 voor het eerst uitgevoerd. Op hetzelfde programma stond zijn Lamento voor strijkorkest. Zijn Fianoconcert opus 54 is voor het eerst vertolkt door George van Renesse in de N.C.R.V.-studio. Het werd herhaald in New York, met Lotte Landau als soliste. Zijn talrijke liederen worden veelvuldig gezongen, in de laatste tijd vooral door zijn begaafde echtgenote, de sopraan Elsa Barther, zowel op Nederlandse concert podiums als voor buitenlandse radiozen ders. Er is een comité gevormd, dat zich ten doel stelt op een nader te bepalen datum enkele van zijn werken uit te laten voeren en de componist Rettich bij die gelegenheid te huldigen. Hierin hebben zitting geno men de volgende musicologen, musici en vooraanstaande figuren uit radiokringen, prof. dr. K. Ph. Bernet Kempers, D. A. M. Binnendijk, Eli Bomli, dr. J. L. Broeckx, Casper Höweler, Kees Kef, mr. Guillaume Landré, J. H. de Liefde, Karei Mengel berg, dr. Rudolf Mengelberg, Yehudi Me- nuhin, Wouter Paap, Albert van Raalte, Daniël Ruyneman, Piet Tiggers en Max V redenburg. Het secretariaat is gevestigd te Amsterdam, Van Eeghenstraat 45. Na bijna veertig jaar in dienst der ge meente Haarlem te zijn geweest, heeft de heer J. Smit, magazijnmeester ter secreta rie, afscheid genomen. Hij had reeds ruim een jaar geleden de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, doch wegens ziekte van zijn opvolger, de heer A. Stevens, is hij nog enige tijd in functie gebleven. Maandagmiddag heeft mr. Th. A. Wesstra ken en hem dank gezegd voor zijn arbeid. Namens de ambtenaren van het stadhuis werden hem enkele geschenken aangebo den. Op de receptie, die hierna volgde, kwamen vele ambtenaren en vertegen woordigers van firma's, waarmee de schei dende ambtenaar in zijn loopbaan te ma ken heeft gehad. Daarbij zijn hem ook ge schenken overhandigd. In het gebouw van de Haarlemse Jonge mannen Vereniging is Maandagavond een bijeenkomst gehouden, waarop een aantal dames en heren getuigenis hebben afgelegd over de morele herbewapening. Na een in leidend woord, waarin herinnerd werd aan de vele brandende vragen van het ogenblik (o.a. over een eventuele oorlog, over het feit, dat men met het geld kan rondkomen, over de productie en over de vraag of wij in „een zieke wereld met zieke mensen" leven) kregen vertegenwoordigers uit aller lei bedrijven het woord. Een ingenieur uit Den Haag betoogde, dat getracht moet worden van een werkgever een betere werkgever te maken en van een zakenman een beter zakenman. Dan zal men bereiken, dat arbeiders meer lust krij gen voor hun werk en dat een goede samen werking zal ontstaan in het bedrijf. Een ieder heeft te helpen om een betere wereld te scheppen en daarbij moet men gebruik maken van de maatstaven absolute eerlijk heid, reinheid, onbaatzuchtigheid en liefde. Een andere spreker zette uiteen, waarom het zo belangrijk is, dat werkers in de in dustrieën zich moeten interesseren voor de morele herbewapening, waarna een arbei der van. de Hoogovens opmerkte, dat ten tijde van Marx met stenen gegooid werd en op het ogenblik staat men gereed met atomen. Wat moet men hiertegen doen? Ge tracht moet worden samenwerking te sti muleren bij de mensen; het egoïsme moet opzij worden gezet. Een employé van de Hoogovens zeide, dat door de vele spanningen in het leven concentratie op het werk ontbreekt, waardoor minder gepres teerd wordt dan mogelijk is. Indien men leeft naar de maatstaven van de morele herbewapening dan verwachtte de spreker, dat de mens rustiger wordt en bereid is de medemensen te helpen. God wil de mens dagelijks gebruiken. De spreker noemde zich een schakel in de samenleving en hoopte als zodanig nuttig werk te kunnen verrichten. Een chef bij de Philips Fabrieken te Eindhoven zeide, dat mensen met een goede technische ontwikkeling er vaak op uit zijn om met hun capaciteiten veel geld te verdienen en ze efficiënt te gebruiken. De gevolgen zijn eerzucht, hebzucht, liefde loosheid enzovoort. De spreker is tot inzicht gekomen dat het beter is te leven naar de maatstaven van de morele herbewapening. Een huisvrouw vertelde, dat de vrouwen ook een belangrijke taak te vervullen heb ben bij de morele herbewapening. Zij kun nen hun kinderen opvoeden tot goede men sen. De jeugd was op deze bijeenkomst ver tegenwoordigd en wel door twee studenten en een arbeider. Zij waren van mening dat er geen afstanden behoeven te bestaan en dat arbeiders en studenten best met elkan der kunnen omgaan. Vriendschap is van groot belang. Men moet steeds aan het goede denken, dan heeft men geen tijd meer om aan het kwade aandacht te besteden, merkte een der studenten op. Een ingenieur bij een scheepsbouwbedrijf in Dordrecht betoogde, dat er meer en meer een goede verstandhouding ontstaat tussen werkgever en werknemer. Als iedereen van goede wil is kan in het leven veel bereikt worden. Een employé van de Nederlandse Spoorwegen deelde mee hoe hij er toe ge komen is belangstelling te tonen voor de morele herbewapening en hoe zijn leven daardoor verbeterd is. Een mijnwerker uit het Roergebied zeide, dat hij vijf jaar in een Russisch concentra tiekamp heeft gezeten. Daarna heeft hij een curs.us gevolgd en na zijn terugkeer in zijn woonplaats was hij een grote voorstander van het communisme. Hij sprak op open bare vergaderingen en trachtte zijn mening ADVERTENTIE Blue Gillette f. 0.75 per 5 In prachtige samenwerking gaan zij naar de overwinning. In de roeiaport moet men vol komen op elkaar zijn ingesteld. Dat is net als bij Gillette waat apparaat en mesje een ideale een' heid vormen. Daarom zijn het Gillette scheer- apparaat en de Blauwe Gillette mesjes tot in de kleinste detail# aan elkaar aangepast. •N GILLETTE SCHEERAPPARAAT EN ZIJ BEHOREN BIJ ELKAAR Een goeie morgenbegint met Gillette! Voor de 106de uitvoering van Haarlems Muziekinstituut, die gisteravond in de grote zaal van het Concertgebouw plaats had, was een programma klaar gemaakt van niet alledaagse allure. Vooreerst was er het optreden van de versterkte orkestklasse onder leiding van Toon Verhey en met deze factor van essentiële betekenis tot basis was het ook mogelijk enige interes bij anderen op te dringen. Een Noor kwam bij zijn vader op bezoek en vertelde van de morele herbewapening. Er volgde een om mekeer bij de vader en de zoon. Thans voelde de mijnwerker zich een veel geluk kiger mens dan daarvoor. Een der directeuren van de K.L.M. merk te op, dat men ten gronde dreigt te gaan aan het materialisme. Door de ontwikkeling van de techniek lijkt het of de wereld klei ner wordt. Zal dat tot een catastrophe of tot zegen leiden? Veel hangt daarbij af van de mens. Met de grondslagen van de morele herbewapening kan men wat bereiken. Tenslotte gaf een marine-officier een verslag van een wereldcongres van de morele herbewapening, dat in Amerika is gehouden en bijgewoond werd door 1400 personen uit vierendertig landen. Allen waren bezield door de gedachte van de morelé herbewapening. (Van onze correspondent in Amerika) Het was een lange tocht van Knoxville tot in Amarillo, een tocht door de staten Alabama, Mississippi, Arkansas, Oklaho ma en tenslotte tot de helft van wat men de paddenstoelvan Texas pleegt te noemen. Dat was iedere dag een afstand als van Rotterdam naar Parijs. Voor Amerikanen betekenen zulke afstanden veel minder dan voor ons. Op onze reis na men wij onderweg een „liften de" landarbeider mee, die in Tennessee woonde en in Texas tarwe ging oogsten. Hij woon de als regel in het Oosten, maar was al acht maal in zijn leven, steeds liftende, naar de Westkust heen en weer ge weest. Aan de grens van Okla homa en Texas praatten we een tijdje met een jeugdig paar, dat op de huwelijksreis was. Al hun hebben en houen hadden ze in de auto meegeno men, want ze waren op weg naar Califomië en ze wilden daar blijven. Wat ze er wilden gaan doen, wisten ze nog niet, maar werk is er op het ogen blik overal wel te vinden in Amerika. Dat gevoel van ruimte, letter lijk, maar ook wat de werkge legenheid betreft, is iets, waar men als Nederlander de Vere nigde Staten waarlijk om be nijden kan. Men is echter de crisis van 1931, toen de werk loosheid zeer ernstig was, hier nog allerminst vergeten. En de herinnering aan die moeilijke tijd, die onder de republikeinse president Hoover begon en waar de democraat Roosevelt een einde aan maakte, zou zelfs op de verkiezingen van dit na jaar nog wel van invloed kun nen zijn. Die liftende boer was vurig democraat en hij zal weer voor de democratische candidaat stemmen, bij voor keur op Kefauver. Waarom? Hij wilde beslist niet de kans lopen, zo zeide hij, om nog eens zo'n slechte tijd als onder Hoo ver mee te maken. Land zonder romantiek Memphis aan de Mississippi: gemeentesecretaris, de heer Smit toegespro- wat klinkt dat romantisch. Maar wie geen nieuweling is in Amerika, weet, dat men niet te grif aan romantiek moet geloven. Over Memphis valt weinig kwaads te zeggen: het is een schone stad, er staan in het centrum een paar kolossale blokken van hotels en er zijn grote parken, waarvan een met een prachtig uitzicht over de Mississippi-rivier. Maar ro mantisch is de stad niet. De hoofdstraten zien er precies eender uit als bepaalde delen van New York of Philadelphia. Memphis is groot en rijk ge worden door de katoen, althans een deel van Memphis. Niet de negerbuurten aan de buiten kant van de stad. Daar zijn de houten huisjes ongeverfd en de tuintjes slecht onderhouden. Maar een „achterburt" was de negerwijk, die wij zagen, daar om toch niet helemaal. Frisse lucht was er in elk geval ge noeg en op de Zondagochtend, dat we er rond keken, zaten tal van pittige negerjongetjes de schoenen van de familie te poetsen op de open voorgale rijen. Beslist erg armoedig is het in de katoenstreken om Memphis. De oogst van het vorige jaar is heel slecht geweest, zodat de katoenarbeiders heel slecht in hun geld zitten op het ogenblik. Sommigen van die mensen zijn pachters, anderen noemt men sharecroppersDe pach ters zorgen zelf voor een ploeg arbeiders en voor de landbouw werktuigen. Als regel hebben ze dan recht op de helft van de oogst. De andere helft wordt aan de grondbezitter afgele verd bij wijze van pacht. Dat is een hoge pachtprijs, maar de sharecropperis er nog slech ter aan toe. Hij heeft geen ei gen gereedschappen en geen ploeg arbeiders, maar hij krijgt dan ook veel minder dan de helft van wat hij verbouwt. In de buurt van Memphis zijn de landarbeiders voor het grootste deel negers. Hun huizen zijn meestal heel schamel, slecht onderhouden en ongeverfd. Het dak is van plaatijzer, maar een voorgalerijtje ontbreekt zelden: een galerij met een paar schom melstoelen en een schommel- bank, die aan een paar kettin gen hangt. De negersdie daar permanent wonen, kunnen het werk in de oogsttijd niet aan. Vandaar dat er in de herfst veel arbeiders uit Mexico komen en zelfs, per vliegtuig, kleurlingen uit Ja maica. In de streek, waar wij door trokken, plukt men de katoen 7log voor het grootste deel met de hand. De mensen, die wij spraken, deden nog wat scep tisch over de nieuwe plukma- chines. Maar uitgesloten is het wiet, dat zulke machines een revolutie in de katoenbouw te weeg zullen brengen. John D. Rust, de uitvinder van de me chanische katoenplukker, heeft voorspeld, dat binnen tien jaar een millioen gezinnen zal moe ten verhuizen, omdat hun werkkracht niet langer nodig is in de katoenstreek. Zo'n machine kan namelijk 24 uur per etmaal doorwerken en in die tijd 30.000 Engelse ponden katoen plukken. Een man, die acht uur per dag werkt, plukt maar 120 pond Mocht Rust's voorspelling uit komen, dan zouden de neger arbeiders zich nog meer over de Verenigde Staten gaan ver spreiden dan zij in de laatste decennia reeds hebben gedaan en dat zou ingrijpende struc tuurveranderingen met zich kunnen brengen in geheel het maatschappelijk bestel. Vrolijke, praatgrage mensen Men had ons voorspeld: hoe Westelijker men komt des te vriendelijker mensen ontmoet men. 'Dat is uitgekomen. En ook de aanblik der steden ver andert wat. De huizen worden lichtgeel en wit en de straten worden breder. Mooi, naar Europese begrippen, zijn de centra der steden eigenlijk niet. Doelmatige, vierkante kasten van huizen, massa's schreeu werige reclameborden en langs de hoofdwegen reeksen gara ges en benzinestations. Huizen, die om hun oude architectuur bezienswaardig zijn, vindt men er vrijwel nooit. Maar hoe zou het ook? De ste den in deze buurt zijn nog erg nieuw en Oklahoma en Texas zijn staten, die nog maar ruim een eeuw hun eigen ster bezit ten in de Amerikaanse vlag. Wat echter beslist aantrekke lijk is, dat zijn de vele, hier meestal witte, woonhuizen aan de buitenkant van de steden en stadjes. In het centrum der stad wonen de mensen maar zelden. Velen bezitten een huis wat meer buitenaf, met gras en bomen er omheen en na tuurlijk met een garage voor de onmisbare auto. In Amerika krijgen de mensen, door deze manier van wonen, in het al gemeen heel wat meer buiten lucht dan in Europa. Wat een gezellige, vrolijke mensen in Oklahoma en Texas. Natuurlijk, ook aan de Oost kust glimlacht men veel, de Amerikaanse smile" is immers een soort van nationale eigen schap. Maar meer naar het Westen is voor ons gevoel de levensvreugde toch echter, de mensen hebben wat meer de tijd en ze praten graag. In Oklahoma City praten ze over de rijkdom, welke de olie er heeft gebracht. Er staan boor torens tot in het bebouwde deel van de stad, ja zelfs in het park bij het Capitol en verder op, in Texas, praten ze over de tarwe en over het leven op de grote „ranches". De cowboys zijn daar nog altijd aan het werk op de traditionele ma nier: te paard achter de koeien aan. Wat de tarwe betreft: vreemd doet het aan, dat men hier geen grote schuren bij de boerde rijen ziet. De geoogste tarwe wordt ineens opgeslagen in grote silo's, die naast de spoor lijn zijn gebouwd. Verscheide ne daarvan zijn regeringsop slagruimten. De regering be taalt de boeren terstond na de oogst een vaste minimumprijs, maar een definitieve koop is dat niet. Loopt de marktprijs namelijk later op, dan hebben de boeren het recht, alsnog hun tarwe voor die hogere prijs te verkopen. De regering krijgt dan natuurlijk haar geld terug. Voor de boeren heeft dit sys teem het voordeel, dat zij wanneer de prijs laag is niet tot een definitieve verkoop ge dwongen zijn. Ze krijgen prompt na de oogst geld in handen en kunnen toch af wachten of ze later misschien wat meer kunnen maken. santé prestaties van pianoleerlingen van Frieda Hoogerwerf en Johan Otten voor het publiek te brengen. Zo hoorde men van de veelbelovende Lily Lepiet een eerste op treden met orkest, dat waarschijnlijk niet het laatste zal zijn. Want gelet op de cor recte en rhythmisch stevige wijze waarop deze peuter het Pianoconcert in G van Haydn ten gehore bracht, hoeft men geen profeet te zijn om te voorspellen dat dit kind op het grote podium terecht zal ko men. Dit dient echter niet geforceerd te worden; het moet uit zichzelf rijpen. Toch was het reeds merkwaardig, hoe dit muzi kale meisje op de intenties van Verhey reageerde en zelfs een rust in het Adagio bereikte die voor haar leeftijd haast abnor maal is. Dank zij haar vlotte vingertechniek konden de motorische hoekdelen hun na tuurlijke gang gaan, waarbij men zich kon verbazen over de rhythmische beheersing. Een talent dat zijn weg wet zal vinden. Ineke Bos, Anneke Visser en Lily Lepiet brachten daarna tezamen met het orkest Mozarts Concert in F voor drie piano's ten gehore. En ook deze prestatie was alleszins opmerkelijk. Het wekte respect voor de ijver van deze muzikale kinderen (en niet minder voor de lerares Frieda Hoogerwerf) te horen hoe hier een goed kloppend sa menspel bereikt werd, dat Verhey met lichte toets tot een symphonisch geheel wist te maken. Drie oudere leerlingen mochten zich wa gen aan het Concert in C voor drie kla vieren van Bach: een belangrijke maar ook dankbare opgave, niet het minst dank zij de quasi Concerto-grosso-structuur, die het piano-concertino tegenover het strijkorkest stelt en zulks zelfs met vrij lange solo-ge deelten. De uitvoering werd een succes voor J. P. de Vries, Berta Bonset en Mie- neke Dijkstra, alsmede voor het strijk orkest. Met het volledige orkest voerde Verhey de Achtste van Beethoven uit, een zware opgave voor een ensemble, grotendeels uit amateurs bestaande. Maar met enig toe geven aan het tempo, vooral dat van de finale, bereikte Verhey toch een resultaat dat er wezen mocht en waarin menig mooi détail op te merken was. Het klankeven- wicht van het tutti was soms nog al eens wankel tengevolgen van de dominerende, niet al te zuiver geïntoneerde trompetten, maar overigens was het een knap staaltje van verzorgd samenspel. Het publiek toonde veel waardering voor de prestaties op deze slot-auditie van het schooljaar. JOS. DE KLERK ADVERTENTIE Tijdens de jaarvergaderingen van de Ko ninklijke Java-China-Paketvaartlijnen, de KPM en de Scheepvaart Unie, die in het Amsterdamse scheepvaarthuis zijn gehou den, werd de aandacht gevestigd op het feit dat de vlootvernieuwing tegenwoordig een punt van grote zorg voor alle rederijen uitmaakt. De reserveringen hiervoor zijn groot, omdat men rekening moet houden met eventueel minder gunstige jaren. Een nieuw schip kost 300 procent meer dan in 1939 en deze schatting is nog aan de lage kant. Een aandeelhouder der KPM meende, dat de stijging van het winstcijfer geen gelijke tred hield met de sterke stijging van het vracht- en passagiersvervoer, waarvan het verslag melding maakt. De voorzitter ant woordde, dat de onkosten „bepaald heel sterk" zijn gestegen en voegde hieraan toe „ter voorkoming van illusies", dat deze styging doorzet. Dit geldt voor alle rede rijen. De tarieven van de maatschappij worden echter niet verhoogd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 7