Koopavond ook in Haarlem van de baan Moet de Bakenessergracht gedempt worden? Gemeenteraad keurde nieuwe winkelsluitingsverordening goed Gemeenteraad in Teisterbant Verenigde Spelers met „Tramlijn Begeerte" In een andere wereld Amateurtoneel Zwitserse toneelgroep komt naar ons land Nieuw stuk van Roelvink DONDERDAG 18 SEPTEMBER 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIE De Haarlemse gemeenteraad is gisteren nogal breedsprakig geweest en heeft bijna zes uren volgepraat van twee uur 's middags tot acht uur 's avonds over een agenda van 35 punten, waarvan er 17 met een hamerklop van de voorzitter, wet houder Geluk, konden worden afgedaan. Over de resterende voorstellen ontstonden vaak uitvoerige dicussies, in het bijzonder over de vaststelling van een verordening op de winkelsluiting en over een beroepschrift van een huiseigenaar tegen een aanschrijving van B. en W., aan een woning bepaalde verbeteringen aan te brengen. Het begon al bij de ingekomen stukken. De heer Hennevel't (C.P.N.) sprak naar aanleiding van een rapport van het Huisvestingsbureau in krasse termen over de stijging yan het aantal zo genaamde on houdbare en urgente gevallen, hetgeen voor de heer Goedee (P.v-.d.A.) aanleiding was zich af te vragen of woningzoekenden wel gediend waren met dergelijke opmer kingen. Zij zijn alleen gediend met daden en die had het gemeentebestuur zijns in ziens laten zien. Wethouder H a p p (P.v.d.A.) zei dat men reeds over de grens van het beschik bare bouwvolume heen was. Hij wees erop dat statistieken wel mooi. zijn, maar dat cijfers niet alles zeggen. Het aantal samen woningen is verminderd en dit is van be lang omdat vorig jaar het absolute woning tekort in Haarlem, berekend op 7000, in hoofdzaak gebaseerd is op het aantal sa menwoningen van mensen die, als er geen woningnood was, in een eigen huis zouden wonen. Al blijven de statistiekcijfers gelijk, men gaat toch vooruit. Ook het voorstel om maatregelen tegen brandgevaar in het gebouwencomplex van Nazorg aan de Schalkwijkerweg te nemen, kon geen genade vinden in de ogen van de heer Hen nevelt, die een normale brandleiding verlangde. Wethouder Bakker (A.R.) merkte op dat de voorgestelde voorzieningen beoog den een begin van brand te kunnen bestrij den. De rest moet de brandweer doen, die over deze zaak advies heeft gegeven. De heer Hennevelt wilde de zaak aanhouden om nogmaals overleg met de brandweer te plegen, maar zijn desbetreffend voorstel werd met slechts de stemmen van de C.P. N.'-fractie en van mevrouw Scheltema- Conradi (V.V.D.) vóór verworpen, waarna dat van B. en W. werd aangenomen. Centrale leskeuken? Bij het voorstel tot medewerking aan het R.K. kerkbestuur van de H. Joannes den Dooper voor stichting van een school voor voortgezet gewoon lager onderwijs in de omgeving van de Zomervaart, wilde me vrouw Scheltema-Conradi de lo kalen voor koken en huishoudonderwijs principieel buiten de aanvraag houden om geen precedent voor volgende aanvragen te scheppen. Zij opperde het denkbeeld een centraal gelegen gebouwtje met keuken en leslokaal te stichten voor. het huishoudon derwijs, waarvan alle scholen, zouden kun nen profiteren. De onderwijs-specialiste van de K.V.P.- fractie, mej. B o 1 s i u s, rekende uit dat een dergelijke centrale lesgelegenheid on mogelijk alle leerlingen zou kunnen „ver werken". Zij prefereerde een eigen lokaal bij elke school. Nadat 'wethouder Geluk toegezegd had de mogelijkheid van mevrouw Schelterha's denkbeeld te zullen overwegen, werd het voorstel aangenomen. De vereniging Groen van Prinsterer had financiële medewerking der gemeente ge vraagd voor het bouwen van een fietsen bergplaats bij de dr. H. Bavinckschool. „Dat wordt een fietsenvilla" zei mej. B o 1 s i u s, die, evenals mevrouw Schel- t e m a, het gevraagde bedrag van 3000 veel te hoog vond. Wethouder Geluk merkte op dat door de plaatselijke situatie enkele speciale voorzieningen getroffen moeten worden die de bouw zo duur maken. De raad besloot in principe de verlangde medewerking te verlenen zonder echter een bedrag vast te stellen. Daarover zal nog eens met het schoolbestuur gepraat moeten worden. Bijzondere school in de Zomerluststraat De Vereniging voor R.K. Bijzonder On derwijs aan Zwakzinnigen wil een school stichten in de Zomerluststraat 25 en had aan de gemeente gevraagd de rente en af lossing van de daarvoor te sluiten lening ad 65.000 te garanderen. Daar de vereni ging uit de provinciale kas een bijdrage van 13.000 heeft gekregen stelden B. en W. voor de garantie voor een lening van 52.000 te verlenen. Mevrouw Scheltema had geen be zwaar tegen de school, maar wel tegen vestiging in de Zomerluststraat, hoofdzake lijk omdat kostelijke woonruimte wordt prijsgegeven, hetgeen in dit geval in strijd is met een in 1935 vastgestelde bestem mingsverordening, die B. en W. dan ook willen wijzigen. „Al dergelijke grote huizen komen tegenwoordig in handen van instel lingen van weldadigheid, die de hoge lasten als voor hen belastingvrije onkosten mogen boeken. Waarom vormen zich geen combi naties van particulieren die dergelijke hui zen kopen en voor bewoning inrichten?" vroeg mevrouw Scheltema. Mej. Bol si us en de Ijeer Goedee (P.v.d.A.) merkten op dat de bestemmings verordening wel vaker is overtreden. De heer Goedee noemde onder meer het pro vinciaal bureau voor rijbewijzen in het Wilhelminapark. Wethouder Geluk zei dat het school bestuur al een.paar jaar naar een geschikt huis heeft gezocht wegens nijpend gebrek in de school aan de Nicolaas van der Laan straat. Het huis in de Zomerluststraat staat reeds enige tijd leeg; een bewijs dat de hoge kosten een bezwaar zijn voor het gebruik als woonruimte. Met aantekening van het tegen der V.V. D.-fractie werd het voorstel van B. en W. aangenomen. Enkele voorstellen inzake onderwijsvoor zieningen boden de heer Voogd (P.v.d.A.) gelegenheid hulde te brengen aan de leer krachten van de Jan Ligthartschool aan de Botermarkt en ook aan de ouders van de leerlingen die zich veel moeite getroosten om de leerkrachten bij hun werk te steu nen. Voorts bepleitte hij het verlenen van opdrachten aan Haarlemse kunstenaars tot het aanbrengen van zinvolle versieringen in openbare gebouwen, een denkbeeld dat de heer Van Velsen (K.V.P.) gaarne wilde steunen. Ook wethouder Geluk vond deze ge dachte sympathiek. B. en W. zullen over wegen of zij iets in deze richting kunnen doen. Bij de verhoging van een begrotingspost waaruit premies voor woningsplitsing en •vergoedingen voor beschikbaarstelling van woonruimte worden betaald, vestigde de heer Goedee er de aandacht op, dat er weer premies voor woningverbetering mo gen worden verleend. Wethouder Angenent verklaarde dat dit aan huiseigenaren bekend wordt ge maakt. Er is reeds een half millioen aan gevraagd voor huizen van woningbouwver enigingen. Winkelsluiting Hierna begon men aan do hoofd schotel van de agenda: de vaststelling van een nieuwe verordening op de winkelsluiting. Daarbij is veel gespro ken over een punt dat eigenlijk niet aan de orde was: de zo genaamde koop avond, die namelijk in de door B. en W. voorgestelde verordening niet was opgenomen. De heer Van Boekhoven (P.v.d.A.) las voor hetgeen zijn fractiegenote mej. mr. Van Beek, die niet aanwezig kon zijn, tegen: een koopavond had willen aanvoeren: het nadeel van het kopen bij kunstlicht, extra kosten voor de kleine winkeliers, avond- arbeid voor het winkelpersoneel en ver schuiving van kopers naar de binnenstad ten nadele van winkels in buitenwijken. Van omzetverhoging zal geen sprake zijn, want deze wordt door de koopkracht van het publiek bepaald. Ook de overige sprekers waren tegen een koopavond. De heer Spek (A.R.), die principieel bezwaar had tegen openstelling van winkels op Zondag, critiseérde de op merking in een adres van de grootwinkel bedrijven „dat de winkeliers, die tegen een koopavond zijn, eigen gemak stellen boven hun maatschappelijke functie." De heer Schippers (K.V.P.) maakte bezwaar tegen het openhouden van winkels op de avond van Witte Donderdag. Mevrouw Scheltema (V.V.D.) maande tot voor zichtigheid ten aanzien van de straathandel opdat deze niet bevoordeeld wordt boven de winkeliers. Zij wees op een overblijfsel uit de oorlogstijd: winkeliers die tussen de middag sluiten en wilde voorts de speciale fruitwinkels op Woensdagmiddag open houden omdat dan juist het bezoek aan ziekenhuizen zo groot is. Ook vroeg zij de bepaling, dat fruitwinkels binnen 25 meter van de ingang van een ziekenhuis langer open mogen zijn, te veranderen wat die 25 meter betreft. Wethouder H a p p (P. v. d. A.) zei in zijn antwoord, dat alle groepen, die bij deze winkelsluitingsverordening belang hebben, Zijn gehoord met uitzondering van de consumenten, want dat zou het werk nog veel moeilijker hebben gemaakt dan het reeds was. Hij vertrouwde echter dat alle midden stands- en werknemersorganisaties bij het bepalen van hun standpunt niet alleen met het eigen, maar ook met het algemeen be lang rekening hadden gehouden. Ook hij keurde de door de heer Spek genoemde qualificatie in het adrés der grootwinkel bedrijven af en zei geen behoefte te ge voelen in te gaan op de argumenten voor een koopavond in dat adres. Aan de bezwaren van de heer Schipper inzake Witte Donderdag wilde hij wel tegemoetkomen. De heer Spek kreeg te horen dat B. en W. de dispensatiebevoegd heid inzake Zondagsluiting met de uiterste omzichtigheid zullen hanteren en eventueel de raad zullen laten beslissen. En aan de wensen van mevrouw Scheltema zal zoveel als mogelijk is tegemoet gekomen worden teneinde in de bij de ziekenhuizen bestaan de toestand zo min mogelijk verandering te brengen. Op een opmerking van mevrouw Scheltema over het advies dat de Kamer van Koophandel had uitgebracht antwoord de de wethouder dat dit lichaam aan onge veer honderd middenstandszaken in zijn gebied enquêteformulieren had gezonden. Daarvan hebben er slechts 20 a 25 geant woord. De heer Happé bracht tenslotte hulde aan de adviescommissie voor haar vele werk. De verordening werd hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bibliotheekfiliaal in de Hagestraat Een voorstel van B. en W. om een voor malig gymnastieklokaal in de Hagestraat in te richten tot filiaal van de Stadsbibliotheek was, zo verklaarde wethouder Geluk (P. v. d. A.), niet geheel juist geformuleerd, want het wekt de indruk dal er uitsluitend een filiaal zal komen. De bedoeling is ech ter, er ook een wisselbibliotheek van 10.000 boeken onder te brengen, die aan bepaalde inrichtingen en instellingen boeken uitleent. Mej. Bolsius (K.V.P.) en de heer Spek (A.R.) vonden de Hagestraat min der geschikt voor een filiaal van de .Stads bibliotheek dat voor de bewoners van Haarlem-Oost is bedoeld, omdat de afstand te groot is. Een andere oplossing is er niet, zei wet houder Geluk, tenzij er een nieuw gebouw komt. En dat zal nog wel enige jaren duren. De raad ging hierna met het voorstel accoord. Beroepschrift van een huiseigenaar 's Avonds om zeven uur kwamen nog vele tongen los over een beroepschrift van een eigenaar van een huis in de Aelberts- bergstraat tegen een aanschrijving van B. en W. om in dit huis onder meer een be- Beter bij Kattenburg Grote Houtstraat 36 Voor slechts f. 193.- (en zelfs reeds voor f. 173.-) maken de ervaren cou peurs van Nederland- Kattenburg een costuum voor U, waarin U zich heerlijk vrij beweegt en waarvan het veerkrach tige binnenwerk U een blijvend goede pasvorm garandeert. Zelden hadden wij een zó rijke collectie stoffen en dessins voor U. Dit is een magnifieke gelegenheid om nog voor de winter tegen billijke prijs de bezitter te worden van een maat- costuum gesneden uit één van die prachtige stoffen tonnen bodemafsluiting aan te brengen. De bewoonster had bij Bouw- en Woningtoe zicht geklaagd over vochtige muren. „Daar helpt geen bodemafsluiting tegen," zei de heer Fib be (V.V.D.); „het zou ït.aar geld weggooien zijn." Hiermee was de heer Van Velsen (K.V.P.) het eens, die voorts opmerkte dat alle huizen in het Kleverpark vochtig zijn, zodat men dan wel overal een bodemafsluiting kan voorschrij ven. Bouw- en Woningtoezicht moest^zijns inziens soepelheid betrachten tegenover de huiseigenaren in deze tijd van te lage huren. „Dat is ook gebeurd," merkte de heer G o e d e e (P. v. d. A.) op, „Bouw- en Wo ningtoezicht heeft de klacht negentien maanden liggen." De heer Hennevelt (Comm.) betoogde dat deze onbemiddelde eigenaar niet onwillig maar onmachtig is. „Wordt tegen onwillige maar niet onmach tige eigenaars ook zo krachtig opgetreden?" vroeg hij. Toen de woningbouwdeskundigen in de raad zich hoe langer hoe meer in de tech nische merites van deze kwestie gingen verdiepen wees de heer Goedee er op, dat zij zich daardoor op een verkeerde weg begaven/Zijns inziens was het in dit geval alleen de taak van de raad te beoordelen of B. en W. al dan niet juist gehandeld hadden. Zijn fractiegenoot, de heer Men- sink was het met dit formele standpunt echter niet eens en zo kwam men van de technische in de juridische sfeer. Tenslotte kwam men overeen, het beroep ongegrond te verklai'en voorzover dit niet de bodem afsluiting betreft. Daarover zal nog eens met de eigenaar worden gesproken. Benoemingen De raad benoemde tot tijdelijke leer krachten aan de H.B.S.-A de heren J. C. Appeldoorn (geschiedenis); R. A. G. David son (Engels); H. W. Fris (stenografie).; A. Klimenko (Russisch); G. P. de Ridder (Spaans); H. Sandjer (Frans) en P. van Waveren Hoogervorst (handelswetenschap pen). Tot tijdelijk leraar in de wiskunde aan de H.B.S.-B werd benoemd ir. A. A. La- gaay. Aan het Coornhertlyceum werden be noemd: tot leraar aardrijkskunde J. van der Eist en tot lerares in de muziek mej. P. Peeters en voorts als tijdelijke leerkrachten mevrouw A. W. Berkelbach van der Spren kelVan 't Hoff (biologie en wiskunde); ir. W. C. Jesse (scheikunde) en J. van Leeuwen (klassieke talen). De beslissing over een interpellatie-ver zoek van mr. Proper (C.P.N.) over onhy giënische toestanden in Oud-Spaarndam komt in de volgende raadsvergadering aan de orde. Zo is de Bakenessergracht, schilderachtig voortdromend van de gouden eeuwen van onze geschiedenis, nutteloos en levensgevaarlijk. Nauwelijks had wethouder D. J. A. Ge luk in zijn hoedanigheid van waarnemend burgemeester gisteren de zitting van de Haarlemse gemeenteraad met een indruk wekkende hamerslag gesloten, of vele leden van dit illustere college spoedden zich naar de sociëteit Teisterbant, alwaar het urgente vraagstuk „Moet de Bakenessergracht ge dempt worden?" ter discussie stond. Hoe wel later op de avond bleek dat deze kwes tie officieel in geen enkel opzicht aan de orde was, hebben zowel voorstanders als bestrijders van de demping tijdens het debat hun mening hierover hartstochtelijk geformuleerd. Een ontroerend bewijs van waakzaamheid van kunstenaars en autori teiten over het toekomstig welzijn van de stad en haar bevolking. Haarlem voor de Haarlemmers Het onderwerp werd welsprekend inge leid door de dichter-tekenaar-journalist- historicus H. L. Prenen, die begon met te herinneren aan een uitspraak van mevrouw Sterck-Proot uit de dertiger jaren: „Het oudste deel van Haarlem loopt het grootste gevaar eerst verwaarloosd en dan vernie tigd te worden." Deze schrijfster gaf de raad onze kinderen te wijzen op de schoon heden uit. vroeger eeuwen, omdat waar dering doet. behouden. Vervolgens bracht de inleider een open brief in herinnering, die in 1937 door de Rijnlandse Academie aan de raad werd gericht, toen een voorstel tot demping inderdaad in behandeling was. Deze Academie telde slechts twee leden, namelijk de heren Godfried Bomans en Hercules Prenen, respectievelijk algemeen president en algemeen secretaris. Deze brief huldigde de Monroe-leer: „Haarlem voor de Haarlemmers en maling aan de vreemdelingen." In spitse bewoordingen werd voorts stelling genomen tegen het argument dat de demping een nieuwe ge legenheid tot werkverschaffing bood: „Drie eeuwen historie verdwijnen in de magen van mensen, die er slechts drie maanden baat bij hebben!" Nooit mag men vergeten, aldus het gloed volle betoog van de heer Prenen. dat Haar lem in de twaalfde eeuw aan de Bakenes ontstond. De Bakenesserkerk is ons oudste Godshuis. In deze buurt staat ook ons oud ste hofje. In de gevel van nummer 55 vindt men een steen, ten teken dat de schilder Philips Wouwerman daar heeft gewoond. Vroeger stond daar een vaas boven, maar die is om onnaspeurlijke redenen verdwe nen, net als zestien van de zeventien stads poorten, die Haarlem rijk was. Dit vanda lisme ten behoeve van het verkeer begon in 1824, toen de koning-koopman Willem I een bezoek aan de Nijverheidstentoonstel ling bracht en men blijkbaar vreesde dat hij zich aan de Grote Houtpoort (met sedert dien spoorloos verdwenen fresco's van Jan van Scorel) bezeren zou. In 1859 werd de Voldersgracht gedempt, nota bene met de zelfde bedoeling de stad te verfraaien, die ook de voorstanders van het dichtgooien der Bakenessergracht bezielt. Zijn rede samenvattend wees de heer Prenen erop dat de aesthetische kwestie buiten discussie staat. De Bakenessergracht is de enige plek in Haarlem waar de zeven tiende eeuw nog leeft. En al zijn er dan weinig merkwaardige gevels, het gaat om het geheel, om de sfeer, die door het weg nemen van het water ineenstort. Zijdelings concreet Het debat werd geopend door waarne mend-burgemeester Geluk, die verklaarde dat tot dusver geen der tegenwoordige raadsleden op demping heeft aangedron gen. De heer Bomans (letterkundige): Dan is dit dus een totaal nutteloze bijeenkomst. Mej. Bolsius (K.V.P.): Integendeel, want het moment zou kunnen komen. De heer Schippers (K.V.P.): Men vergist zich, want de demping staat zijdelings con creet op het programma. Vorig jaar immers kwam op de begroting een post tot herstel van de walmuur voor. Men is toen erg ge schrokken. Het zou ongeveer een millioen gulden kosten om de Bakenessergracht weer in behoorlijke staat te brengen. De heer Andriessen (beeldhouwer): Ik ben- voor demping, want dit is een logische voortzetting van de politiek om de stad steeds- lelijker te maken. Als we een grachtje handhaven, dat mooi is, dan kan iedereen zien hoe afschuwelijk de rest is. De heer Prenen: Dan moeten ook de Bavo en het stadhuis weg! Onbekende (op gedempte toon): Zodra er een schoonheidscommissie was ingesteld, kwam er een bioscoop naast de Hoofd wacht! Mevr. Scheltema-Conradi (V.V.D.): Bij de restauratie wil men het wegdek aan één kant verbreden, zodat het water smaller wordt. De heer De Kat (schilder): Men moet de gracht laten zoals zij is of haar dempen. De heer Schippers (K.V.P.): Ook de hui zen "verkeren in vervallen toestand. Het verkeer levert gevaar voor instorting op. De heer Bomans: Een beroep op het ver keer is zwak. Als de auto's er niet langs kunnen, dan moeten ze maar omrijden. En anders moeten die auto's maar smaller worden. Waarom moet de techniek altijd voorrang hebben bij een botsing met de schoonheid? Kunnen die vrachtauto's niet ergens anders rijden? De heer Schippers: Er zijn daar bedrij ven. De heer Bomans: Die horen er niet. De heer Leffelaar (kunsthandelaar): Het gaat hier niet om de straat der zuchten, maar om de straat der ambachten. De Bakenessergracht is een cultuurmonument dat behouden moet blijven. De heer Bezemer (dichter): Waarom moet alles in Holland altijd zoveel geld kosten omdat men het zo keurig wil heb ben? Kan het niet eens wat zorgelozer? Als er mensen door een .steen beschadigd worden, dan is dat gemakkelijk te herstel len. Het gaat erom dat het leven aan het woord blijft. (Applaus.) De heer Prenen: In historieboeken lezen we over vandalisme van vroeger. Maar de mensen van toen waren niet idioot, ze had den wel degelijk redelijke argumenten. Al leen zagen ze bij hun zakelijke overwegin gen juist dat over het hoofd wat wij nu betreuren. De heer Planteydt (tandarts): Al dat ge praat over conserveren doet mij denken aan een oude dame met een slecht gebit. De heer Van Velsen (K.V.P.): Er moet een keermuurtje van veertig centimeter komen, zodat de mensen niet in het water vallen. De Bakenessergracht loopt gevaar. Doch er zijn ook economische en stede- bouwkundige kanten aan het probleem. De heer Ottolini (K.V.P.): We moeten er trots'op wezen iets moois te behouden. De heer Ali Cohen (advocaat en procu reur): Men kan niet zeggen: iets is oud, dus is het mooi. De gedempte Bakenesser gracht zou een voortreffelijk parkeerterrein zijn ter ontlasting van het Begijnhof. De heer Bomans: Thans dient zij ter af watering daarvan. De heer Ali Cohen: Demping betekent tevens een einde van het bestaan der rat ten, die aan de wieg van de Andriessens, zowel de beeldhouwer als de musici, heb ben geknaagd. Bovendien krijgen we dan een rustpunt voor de horden van toeristen. De heer Van Wees (deskundige, bewoner van de Bakenessergracht): Men heeft enige keren gevraagd, of de gracht stinkt. In derdaad, de gracht stinkt, net als alle an dere grachten. Maar mijn vrouw en kinde ren zijn nog nooit ziek geweest. Er mag geen verandering komen. Het verkeer moet voor een gedeelte weg, want de huisjes moeten daar nog ten minste vijftig jaar blijven dromen. De heer Proper (C.P.N.): In 1939 werd er een adres aan de gemeenteraad gericht, ondertekend door alle bewoners, waarin op demping werd aangedrongen. Hoe denkt men er nu over? De heer Van Wees: Als ik de mensen ga opzoeken en er eens eventjes over spreek, dan is iedereen tégen demping! Voorzitter Bomans sloot hierop dit ge deelte van de vergadering, de aanwezigen hartelijk dank zeggend voor de betoonde geestdrift en intelligentie in een kwestie die beslist over het welzijn van Haarlem in de loop dear komende eeuwen. Tenslotte werd per „draadprater" de opname van een raadszitting van twee jaar geleden ten ge hore gebracht, vervaardigd ter gelegenheid van een feestavond der Kennemer Journa listenvereniging, waarin het vraagstuk der demping van het Spaarne ingrijpend be handeld is. En zo zal de Bakenessergracht er uitzien ontluistering van de stad zich ook tot als de vandalen hun zin krijgen en de dit oudste plekje heeft uitgestrekt. Het amateurtoneel heeft Woensdagavond in de Stadsschouwburg het nieuwe seizoen ingezet met een opvoering van Tennessee William's „Tramlijn Begeerte" door „De verenigde spelers". Men kan zich een ge makkelijker opgave denken. Men kan zich eveneens voorstellen, dat de recensent aan wie de taak is toebedeeld, de verrichtingen onzer amateurs gedurende dit seizoen van nabij te volgen, enigszins huiverig tegen een onderneming staat, die zoveel risico's in zich bergt nademaal zij zulke hoge eisen stelt. Wat hij thans evenwel kan boekstaven is een voorstelling, die hem aangenaam heeft verrast. Een voorstelling óp niveau met opvallende individuele spelprestaties, een voortdurende contrastwerking, sfeer en gedurig rake en juiste intonaties. De laatste zijn het, die mijns inziens voor een groot deel debet zijn aan het welslagen der opvoering. Hte is een kwestie van de juiste toon te pakken krijgen. Van daar uit groeit men in zijn spel. Toneelspelen is een zaak van bezielde woorden. Het toneel heeft een dialoog: het woord is er alles. De stilte bestaat er bij de gratie van het woord. Welnu: wat opviel was juist deze aandacht voor het woord, dat de uitdrukking werd van onderling verschillende en met hun tegenstrijdigheden botsende persoonlijk heden. De expressie der gevoelens was er steeds in aanwezig. Daarom neemt men ge kunsteldheid of onwennigheid in gebaar en houding gaarne voor lief. Bij een opvoering als wij Woensdagavond zagen waren er begrijpelijkerwijze momen ten, waarin de spelers in natuurlijkheid van beweging tekort schoten. Noch konden zij elke scène aan, maar dit is van zeer be trekkelijke betekenis als men het gaat ver gelijken met wat zij wel konden. Zij speel den om het zo eens te zeggen veel minder toneel dan men bij een toneelvoor stelling verwacht. Dat geldt in het bijzon der voor Ploonfje Londema als Stella en Frits Tewes als Stanley Kowalski. De uitersten, waarin Tennessee Williams' spel zich beweegt met soms nauwelijks enige overgang, bereikten zij zo gemakkelijk en natuurlijk, dat men er de maat van zijn be wondering geiust voor kan opbrengen. De rol van Blanche was een bijna onmogelijke taak voor Jo Catsvan Hamburg. Het ware onbillijk daarmee te volstaan. Wat zij wer kend van uit haar gegeven dééd heeft ons nog verbaasd. Haar euvel duiden, dat zij nog te reëel bleef moet dan ook gepaard gaan met de opmerking, dat zij de opge roepen contrasten nergens heeft verzwakt. De rechtvaardigheid van het oordeel doet haar derhalve in genen dele iets in waar dering tekort. De verdere bezetting heeft zich al even min onbetuigd gelaten. In belangrijke mate zullen haar prestaties beïnvloed zijn dooi de aanwijzingen van regisseur Van Otter- loo, die met dit ensemble wel heel cons ciëntieus moet hebben gewerkt. Ik zou hem echter een advies willen geven, dat ligt buiten zijn eigenlijk terrein en dat is er voortaan tegen te waken, dat gedurende de voorstelling foto's worden gemaakt. Het is hinderlijk voor spelers en publiek. Het doet ook afbreuk aan zijn bemoeienissen, die het lofwaardig resultaat, hierboven geschetst, tot gevolg hadden. P. W. FRANSE Drie uur lang was het lachen niet van de lucht toen Vermaats Amusementsclub gisteravond in de grote zaal van gebouw St. Bavo voor zeshonderd bejaarden leden van de Algemene Bond voor Ouden van Dagen een opvoering gaf van het blijspel ..In een andere wereld" Van Joh. Blaaser Sr. en Jr. Deze klucht heeft weinig meer pretenties dan een niet al te critisch publiek eens uitbundig te laten lachen, tot het bereiken waarvan geen middel onbe proefd blijft. De tekst is hier en daar on nodig grof en triviaal en de intrige is meer op ridicule effecten dan op logica afge stemd, maar wel biedt het dwaze geval vele kansen op dankbare cliché-typeringen. Vermaats toneelclub heeft die kansen niet gemist, al moeten enkele der meespelenden zigh er wel voor hoeden niet al te „lollig" te willen doen, want ook caricaturale figu ren als in dit stuk optreden kan men „van het goede teveel" geven. Frans Ouwerkerk gaf een van veel gevoel voor humor getui gende uitbeelding van de rijkgeworden bankwerker, die vooral in zijn nieuw-ver- worven waardigheid als mededirecteur van een porseleinfabriek stormen van vrolijk heid wist te ontketenen. Hij werd daarbij waardig geassisteerd door mevrouw Tames- Koevoet als zijn platvloerse vrouw en door N. Ouwerkerk als het enfant terrible dat het ganse quasi-deftige directeurs-gezin bij voortduring met zwier op stelten zet. De rest van de bezetting was een beetje min der zeker van haar zaak en enkelen had den vooral moeite met het geaffecteerde spreken dat hun rollen hun oplegden. Maar dat neemt niet weg dat ook zij met reden deelden in het succes. Vanavond kan de andere helft der leden van de genoemde bond in St. Bavo zijn hart ophalen aan dit kluchtige spel. Ook in Haarlem en Velsen „Les comédiens de l'étoile", een groep jonge toneelspelers uit het Frans sprekende deel van Zwitserland, zal in de maand Oc tober een tweede tournée door ons land maken. Oorspronkelijk maakten de leden als amateurs deel uit van de Zwitserse protestantse jeugdbeweging, maar tenslotte gaven zij er zich rekenschap van, hoe groot de invloed is die het theater op het publiek uitoefent. Zij beschouwen het als een roe ping zich geheel te gaan wijden aan het toneel. De groep houdt de voorstellingen in sobere stijl en maakt van weinig hulp middelen gebruik. Voor de tweede Nederlandse tournée heeft de Zwitserse toneelgroep een klucht van Molière en een modern Frans drama van Hubert Gignoux gekozen. Van 8 tot 15 October worden voorstellin gen gegeven in Leiden, Haarlem, Velsen, Rotterdam, Amsterdam, Voorburg, Delft en Den Haag. Vervolgens nog enige in het Oosten des lands. Het amateur-toneelgezelschap „Nieuw Leven" te Delft zal Zaterdagavond 20 September in de „Stadsdoeler" aldaar de première geven van het toneelstuk „De mannen van Mary" door Herman Roel vink. Deze voorstelling wordt gegeven op instigatie van de Vereniging van Toneel schrijvers. Binnenkort zullen nog meer premières van Nederlandse toneelstukken door amateurgezelschappen plaats hebben. lïi-: V - -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 9