Zandvoortse reddingsbrigade viert in October 30-jarig bestaan Dag en nacht paraat ■Clowntje Riek Tel. 17700 HENGE VELD Auto gestolen voor reis naar de grens Uitgaan in Nederland J p Nog een protest Wij zijn nog niet sterk genoeg VRIJDAG 26 SEPTEMBER 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 Doel was het Vreem delingenlegioen Kleur van postzegels wordt vrijgelaten Gratie aan Lages Voor de kinderen Alleen overgehouden dollars inleveren Loodsdiensten werden gestaakt Generaal Ridgway: Principiële dienst weigeraars veroordeeld FEUILLETON Flamingo Eiland door Dorothy Quentin ADVERTENTIE Wanneer op 4 October de Zandvoortse reddingsbrigade feestelijk gaat herdenken, dat ze in Maart van dit jaar dertig jaar bestond, dan zullen slechts de meer inge wijden weten welk een belangrijk en zegen rijk werk door de brigade in deze periode werd verricht. Want deze arbeid beperkte zich niet al leen tot het posten op het strand gedurende de seizoenmaanden, tot het verbinden van gewond geraakte strandbezoekers, tot liet behandelen van kwallenbeten en het waar schuwen van baders, die zich te ver in zee begeven hadden. Dit alles, hoe belangrijk ook, is slechts een klein onderdeel van de omvangrijke taak, die men, geheel vrij willig, op zich heeft genomen. De directe aanleiding tot het oprichten van de Zandvoortse reddingsploeg was de volgende. In 1920 verdronk, doordat geen toeziende hulp aanwezig was, bij het baden aan het vrije Zuiderstrand een jongeman. Verschei den Zandvoorters gingen besprekingen voeren, om georganiseerd op het baden en zwemmen toezicht te gaan uitoefenen. Daartoe werd contact opgenomen met de heer A. J. Meijerink, hoofdbestuurslid van de Nedei-landse Bond tot het redden van drenkelingen. De grote stoot tot het oprich ten der brigade werd echter gegeven door het vergaan van een schip voor de kust van Zandvoort. Op 6 November 1921 strandde namelijk tijdens een hevige storm een Katwijker logger bij paal no. 72, (zes kilometer ten Zuiden van de Strandweg). Zandvoorters^ die op het strand aan het jutten waren, spoedden zich naar het in nood verkerend schip, dat hoog op de banken was geslagen, om te proberen de opvarenden van boord te halen. Hand in hand vormde men een levende ketting in de branding, liet de in doods nood verkerende bemanning één voor één overboord springen en bracht hen door het barre stormgetij op het veilige strand. Dit reddingswerk nam vele uren in beslag en al die tijd stonden de redders soms tot aan de hals om beurten in het ijskoude water. Na afloop liep men in de natte plunje ruim zes kilometer weer naar huis. Er was geen enkele verzorging, óók niet voor de geredden, van wie er de volgende dag nog enkelen in hun natte kleren in de eenzame duinen werden aangetroffen. Dit voorval had de oprichting der Zandvoortse reddingsbrigade tengevolge. Het begin: vijftig leden Na enkele vergaderingen in de winter maanden, wederom onder leiding van de heer A. J. Meijerink, werd op 27 Maart 1922 de brigade opgericht met ongeveer vijftig leden. Er bestond bij de autoriteiten veel belangstelling. De commissaris van po litie, de heer Lovink, werd tot commandant gekozen, burgemeester Beekman werd be schermheer en de heer Gunthers, directeur van (Groot Badhuis", voorzitter. Reeds in de eerste zomer van haar be staan moest de brigade op grote schaal in actie komen. Voor het strand sloeg namelijk tijdens een pleziervaart, een Zandvoortse zeilboot om, waarop zich een groot aantal badgasten bevond. Vele mensen verkeer den in levensgevaar, doch dank zij het door tastend optreden der brigade, vielen geen slachtoffers te betreuren. Voor dit moedige reddingswerk werd de Zandvoorter Antoon Koper, die in later jaren bij Katwijk ver dronk, beloond met de medaille voor mens lievend hulpbetoon. Wanneer wij de geschiedenis der brigade nagaan, vinden wij de volgende vermel denswaardige gebeurtenissen: In 1923 werd bij de stranding van een kustvaarder assistentie verleend bij de redding der opvarenden, de bemanning aan ADVERTENTIE De fraaie observatiepost „Ernst Brockmeyer" op het Zuiderstrand wordt in de zomer permanent door de waakzame vrijwilligers van de Zandvoortse reddingsbrigade bezet. kleren geholpen en voorlopig onderdak verleend. Hetzelfde geschiedde bij een kustvaarder die in de barre winter van 1928/'29 ver ging. In September 1932 verging het Zand voortse vissersbootje de „Zandvoort 3". De beide opvarenden, de Zandvoorters Loos en Visser, verloren daarbij het leven. De brigade zocht dagenlang naar de lichamen der omgekomenen en vond tenslotte eerst genoemde bij de Zeeweg, de laatste werd tussen de pieren van IJmuiden weggehaald. Ook bij het omslaan van de Zandvoortse reddingsboot, tijdens een oefentocht in Februari 1937, waarbij schipper Jan Mo lenaar en roeier Engel Schuiten verdron ken, verrichtte de Zandvoortse reddings brigade prachtig werk en aan hun moedig optreden was het zeker óók te danken, dat deze tragische gebeurtenis niet meer slacht offers eiste. In Mei 1932 vinden we nog eens ver meld dat tijdens zéér slecht weer met zo goed als geen zicht door de enorm zware regenval een Zandvoorts vissersbootje ver ging. De brigade werd gewaarschuwd en men wist de beide verdronken opvarenden, de Zandvoorters Jan Paap en Van der Ploeg, nog diezelfde nacht te bergen. Podeus en Salento Doch He merkwaardigste periode sedert het bestaan der brigade blijft tot nu toe zeker de gedenkwaardige 24ste November 1928 en de daarop volgende dagen. Een on gekend hevig stormweer teisterde de kust. Bij paal 70 liep de grote vrachtvaarder „Heinrich Podeüs" hoog op het strand. De brigade werd gealarmeerd en verleende assistentie aan de bemanning bij het ver strekken van kleding en onderdak. Nauwe lijks van de vermoeienissen bekomen moest de ploeg bij de tragische ondergang van de Italiaanse vrachtvaarder „Salento", die voor Zandvoort in nood geraakte en ten slotte ter hoogte van de Zeeweg, na een dagenlange strijd tegen de woedende ele menten, ten onder ging, te hulp komen. Bij de pogingen tot redding van de opvarenden sloeg toen de IJmui- der reddingboot om Enkele dagen achtereen was toen de brigade, in samen werking met reddingsploegen uit IJmuiden, in de weer om bij deze strandingen assisten tie te verlenen. Dit was zeker het meest bewogen tijdvak in het bestaan der brigade. Vaste posten In 1925 stichtte men de eerste vaste post aan het vrije Zuiderstrand, eerst een tent, het volgend jaar een houten gebouwtje. Daarmee was Zandvoort de eerste plaats waar een reddingsbrigade vaste bewaking gedurende het badseizoen aan het strand instelde. In 1931 volgde daarop aan het vrije Noorderstrand een tweede vaste post. Beide gebouwtjes werden tijdens de be zetting vernield, doch kort na de bevrij ding herbouwd, hetgeen niet zonder be langrijke financiële offers kon geschieden. Een speciale strandwagen met allerhande reddings- en verplegingsartikelen, warme kleding en dekens, staat dag en nacht ge reed om bij het eerste alarm te worden ge bracht naar de plaats, waar die hulpmid delen nodig zijn. Het. aantal leden steeg in de loop der jaren van vijftig tot ruim driehonderd, waarvan zeventig werkende leden, die om beurten gedurende de zomermaanden de reddingsposten bezetten. Veel belangrijk en menslievend werk werd sinds het bestaan der brigade verricht, ontelbare zwemmers en baders van een wisse dood gered en een enorm aantal zoekgeraakte kinderen soms na urenlang speuren, aan de ouders terug bezorgd. De tegenwoordige voorzitter, de heer P. van der Mije, die gedurende deze dertig jaar altijd een bestuursfunctie vervulde, gewaagde met trots en dankbaarheid van het enthousiasme, waarmede de leden hun taak vervullen, een taak, die het reddings werk van de Koninklijke Noord- en Zuid- Hollandse Reddingsmaatschappij op be langrijke wijze aanvult en daarvan eigen lijk een verlengstuk vormt, omdat, wan neer het eigenlijke reddingswerk met de reddingboot is geschied, de brigade in actie komt. Niet alleen 's zomers, maar öök *s win ters staan de mannen en vrouwen der Zandvoortse reddingsbrigade gereed om hulp te bieden als de elementen woeden en een wilde stormwind raast over het kolkende water, doch óók als de ogen schijnlijk zo rustige zee op verraderlijke wijze slachtoffers maakt of deze dreigt te maken. Het werk van de Zandvoortse reddings brigade wordt in de badplaats zeer hoog geacht en buitengewoon gewaardeerd. Dit zal ongetwijfeld tot uiting komen, wanneer men op 4 October het dertigjarig bestaan gaat gedenken. ADVERTENTIE VERHUUR ZONDER CHAUFFEUR ZIJLWEG 328 HAARLEM Twee jongemannen van omstreeks twin tig jaar uit Haarlem (J. F. Th. W. en J. P.) hadden in de maand April plannen dienst te nemen in het vreemdelingenlegioen in Noord-Afrika. Daarvoor was het nodig een reis naar Parijs te maken. Over geld be schikten zij niet en hun plan was te liften. Op het Wilsonsplein te Haarlem zagen zij een auto staan en het bleek een van hen, dat het portier geopend was. Met een schroevendraaier slaagden zij er in de mo tor op gang te krijgen. Op de Wagenweg werd getankt en daarna is de reis naar Putten in Noord-Brabant gemaakt. In dit grensplaatsje zetten zij de auto in een garage en deelden de garagehouder mee, dat zij een week later terug zouden keren, om de auto te halen. Liftend werd de reis naar Parijs voort gezet. De ouders van P. hadden inmiddels bericht gekregen, waar hun zoon vertoefde en de vader begaf zich naar Parijs; hij heeft de zoon mee naar huis genomen. In Haarlem werd de jongeman aangehouden, verdacht van diefstal van een auto. Zijn vriend daarentegen heeft Noord- Afrika wel bereikt, doch minder prettige ervaringen opgedaan. Later is het hem weer gelukt Haarlem te bereiken. Ook hij werd na aankomst aangehouden en vertoeft sinds 4 Augustus in voorlopige hechtenis. Donderdagmiddag heeft het tweetal voor de Haarlemse rechtbank terecht gestaan. De officier van justitie merkte in zijn requisitoir op, dat de jongelui het wel wat bont hebben gemaakt. Hun bedoeling was aanvankelijk te gaan liften, maar zij von den het gemakkelijker een auto te stelen. Te prijzen is het dat zij de auto in een garage hebben geplaatst. Meestal vindt men een gestolen auto stuk aan de kant van de weg. De vader van P. heeft zijn zoon op tijd teruggehaald. W. heeft enige ervaringen in het legioen opgedaan. Hij merkte dat het daar niet bijzonder aan trekkelijk was. De spreker sprak van een misplaatste kwajongensstreek, waarvan de eigenaar van de auto enige tijd de dupe is geweest. Beiden hebben reeds een kans gehad door opname in de jeugdgevangenis, doch zij hebben er geen gebruik van ge maakt. De eis luidde een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van voor arrest. Mr. J. H. Junge, verdediger van W., deel de mee, dat zijn cliënt voorwaardelijk in vrijheid is gesteld. Hij moet daardoor nog een straf van vijf maanden uitzitten. Daar om vroeg de pleiter voor de diefstal een straf op te leggen, gelijk aan het voor arrest. Mejuffrouw mr. Kehrer verzocht de rechtbank een milde straf op te leggen aan de andere verdachte. Deze heeft leiding nodig en dan is er nog wel wat van hem te maken. Zij verzocht een gecombineerde straf op te leggen. De rechtbank zal op Donderdag 9 Octo ber uitspraak doen. Tot voor kort waren de postadministra ties niet volkomen vrij in het vaststellen van de kleuren van de voor het internatio nale verkeer gebezigde postzegels. In het algemeen postverdrag was voorgeschreven dat de zegels voor een internationale brief tot 20 gram blauw van kleur moesten zijn. De kleur van een postzegel voor een inter nationale briefkaart moest rood zijn en voor een drukwerk tot 50 gram groen. De bedoeling van deze zeer oude bepa ling is duidelijk. Men wenste, dat de post dienst van het land van bestemming van een stuk alleen reeds aan de kleur van de opgeplakte zegel kon zien of het stuk vol doende was gefrankeerd. Deze bedoeling werd oorspronkelijk ook bereikt. Toen echter de postadministraties er toe overgingen steeds meer zegels uit te geven, de tarieven veelvuldig werden gewijzigd en het luchtpostverkeer zijn intrede deed, ging het nut van de bepaling snel ver loren. Op het onlangs te Brussel gehouden con gres van de Wereldpostvereniging stelden dan ook de Verenigde Staten, Groot-Brit- tannië en de Sovjet-Unie voor, de bepaling te doen vervallen. Dit voorstel werd aange nomen. Van 1 Juni 1953 af, zijn de post administraties niet meer gebonden aan be paalde kleuren voor de postzegels. Deze grotere vrijheid zal vooral door de ontwer pers van zegels op prijs worden gesteld. Toen ze bij de school kwamen, waren daar al veel jongens bij elkaar. Meester was er ook al, die probeerde het rumoerige troepje 'n beetje te kalmeren; want alle jon gens waren al net zo opgewonden als Rick en de anderen, in het vooruitzicht van de reis. Eindelijk, toen iedereen er was, kwam de grote autobus het schoolplein oprijden, onder groot gejuich van de jongens. Een prachtige bus was het, waar ze allemaal ge makkelijk in konden! „Instappen, jongens!", riep meester. „Maar kalm, hoor, twee tegelijk, niet dringen!" Netjes stapte de hele troep in de bus. Iedereen zocht een plaatsje, maar ze hoefden geen ruzie te maken om het beste plekje, want iedereen kon fijn zitten op de zachte banken en had een goed uitzicht uit de grote ruiten. Rick, Bunkie en Oepoetie zaten vlak bij elkaar. Toen alles binnen was en meester de neuzen had geteld, gaf hij het sein van vertrek. De chauffeur zette de motor aan, en daar reed de zware autobus de stad door. Zonder dat meester het hoefde te zeggen, begonnen ze allemaal te zingen. Dat ging zo vanzelf.... ze moesten toch iets doen, om hun grote plezier te uiten! En terwijl de bus door de straten van Speelgoedstad reed, schalde het gezang vrolijk uit de bus. De weinige mensen, die zo vroeg al op straat liepen, keken lachend naar de bus en zwaaiden terug. ELKE DAG GAAN ONGEVEER 235.000 MENSEN UIT; Z'J BESTEDEN DAARVOOR DAGELUKS ONGEVEER FL. 185.000! AAN TAL BE2 0EMCRS PRUT PER PLAATSBEVT BESTEED BE0RAO BI05C00P MW MW JJ9 175.036 O 0.S IOC 1.50 2.00 1Z9.5J9 M SPORT mr 45 IJ7 660 10 141,79 TONEEL J «SOI MZ w 15 919,8". CONCERT O 96 00.49 Per jaar geeft het Nederlandse volk onge veer 07.000.000 uit aan ontspanning, dus gemiddeld per hoofd circa f 9.70. Maar 32 procent van de Nederlandse bevolking heeft de leeftijd van 1-15 jaar. We kunnen dus gevoegelijk aannemen, dat het totaal bestede bedrag neerkomt op de resterende 68 procent, dat is gemiddeld per persoon f 14.30. En dat loopt op, temeer, daar een echtpaar zonder kinderen meestal één in komen heeft, maar twee keer deze uitgave krijgt, dus f 28.60. Om dan nog maar niet te spreken van gezinnen met kinderen, die nog niet verdienen. 99 .99 Na buitenlandse reis: In de Staatscourant is een bekendmaking opgenomen van de Nederlandse Bank, waarbij de aanbieding en eigendomsover dracht van goud en buitenlandse betaal middelen wordt geregeld. De verplichting voor uit het buitenland terugkerende ingezetenen om overgehou den Belgische, Luxemburgse en Zwitserse francs en Duitse marken bij een deviezen- bank in te leveren is ingetrokken. Deze verplichting bestaat thans nog uit sluitend voor overgehouden Canadese en Amerikaanse dollars, die steeds bij een de- viezenbank moeten worden ingeleverd. Volgens de Deviezenbeschikking 1949 is de ingezetene, indien hij veertien dagen na het verkrijgen van reisdeviezen Nederland nog niet heeft verlaten, verplicht de als reisdeviezen verkregen buitenlandse be taalmiddelen onverwijld te koop aan te bieden aan de Nederlandse Bank of een deviezenbank. Tot overdracht is hij steeds verplicht indien dit Amerikaanse of Cana dese dollars zijn en voor wat de overige betaalmiddelen betreft, slechts indien hem de maximum-biedkoers wordt betaald. Het is vannacht buiten de veilige be schutting van IJmuidens pieren bar en boos geweest. In de vroege morgenuren, namelijk om kwart voor zeven heeft de loodsboot het opgegeven, nadat om 5.20 uur zijn Vlissingse collega de dienst had gestaakt. Om 5 uur was het stormsein 0: Weest op uw hoede vervangen door sein I. Wordt verwacht storm uit het Zuid- Westen. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft in de vacature, ont staan door het overlijden van F. L. D. Strengholt, benoemd tot lid van de Televisie- raad J. G. J. Bosman, directeur van de Nederlandse Bioscoopbond. Verenigd Verzet 19401945 heeft in een telegram aan de minister van Justitie ge protesteerd tegen de gratieverlening aan Willy Lages. In het telegram wordt gezegd, dat Ver enigd Verzet „de gratieverlening van de beul Lages een belediging acht aan hen die vielen in de strijd voor de vrijheid van hun land". Het telegram wordt be sloten met de eis deze gratieverlening, „die in strijd is met elk gevoel van recht", ongedaan te maken. „Wü hebben nog in genen dele zelfs maar de minimum-kracht, die wij nodig hebben, bereikt. Het is echter mijn overtuiging, dat wij deze tijdig zullen bezitten". Dit zei generaal Ridgway, de opperbevelhebber van de NAVO gistermiddag, kort voor zijn vertrek, tijdens een persconferentie op Schiphol. Hij legde er de nadruk op, hoe zeer hij de bijdragen en vooral de militaire bijdrage van de West-Duitse bondsrepu bliek op prijs stelt. Hij zeide te hopen, dat deze spoedig ge- effectueerd zal worden. De vooruitgang die er in de laatste twee jaar gemaakt is, noemde hij uiterst groot. „Het resultaat is verbazingwekkend. Als een aggressor thans zal trachten ons aan te vallen, zal hij een geheel verschillende graad van weerstand tegenover zich vinden dan hij een jaar geleden zou hebben ontmoet". Generaal Ridgway zeide met nadruk, dat echter geen militaire sterkte kan worden opge bouwd op een zwakke, economische on dergrond. Ridgway zeide diep getroffen te zijn door de hoffelijkheid, waai-mede hij hier in Nederland is ontvangen. Dit had hem ech ter niet verbaasd, want aldus de gene raal „ik ben reeds lange tijd een grote bewonderaar van uw volk en ik acht het een eer onder de grootste vrienden, die ik bezit, enigen van uw landgenoten te mo gen rekenen". De eerste vraag, die de generaal werd gesteld was uiteraard die over recente be richten, volgens welke bepaalde delen van West-Europa niet zouden worden verde digd. Daarop antwoordde de generaal: „De verdediging van West-Europa van ge héél West-Europa is ons doel. Op dit ogenblik mogen wij niet hopen, dat te kunnen doen met de beschikbare strijd krachten, maar elke dag die verstrijkt wordt de mogelijkheid hiertoe groter". De generaal zeide elke speculatie in enige gesuggereerde richting te betreuren en wel om twee redenen: geen sterveling kan op dit ogenblik voorspellen op welke wijze een aanvaller zijn plannen ten uit voer zal brengen. Wij hebben geen keus. Indien wij morgen aan de dag worden aan gevallen, zullen wij zonder twijfel aanvan kelijk in de verdediging worden gedron gen. Voor de krijgsraad in Den Haag hebben Woensdagmiddag zeven principiële dienst weigeraars terecht gestaan. De soldaten L. C. A. van R. uit Den Haag, S. van der S. uit Nijeberkoop, D. B. uit Rotterdam, A. V. uit Grouw en H. van der V. uit Sappemeer hadden geweigerd een militair uniform aan te trekken, toen hun zulks bevolen werd. Soldaat J. de V. uit Utrecht had niet voldaan aan een wet tige oproeping voor de werkelijke dienst en had later toen hem bevolen werd een mi litaire uniform aan te trekken dit gewei gerd. De soldaat K. van A. uit Haarlem had geweigerd een geweer in ontvangst te ne men toen dit hem bevolen werd. De beklaagden werden verdedigd door mr. J. H. van Wijk. L. C. A. van R. werd veroordeeld tot 1 jaar en 9 maanden ge vangenisstraf en ontslag uit de militaire dienst; J. de V. tot acht maanden en ontslag uit de militaire dienst; S. van der S. tot twee jaar en ontslag uit de militaire dienst. De zaak tegen D. B. werd aangehouden voor het inwinnen van een aanvullend psychiatrisch rapport. Tegen A. V. luidde het vonnis twee jaar en zes maanden met ontslag uit de militaire dienst. H. van der V. werd veroordeeld tot twee jaar en ont slag uit de militaire dienst. De zaak tegen K. van A. werd aangehouden omdat deze nogmaals een beroep op de Dienstweige- ringswet wilde doen. ADVERTENTIE FAICON MANTELS JASSEN vertaald uit het Engels. 51 f Maar deze man werd zo toegetakeld door zijn blanke baas wegens brutaliteit. Hij werd geslagen door een blanke, die zich in drift liet gaan en vergat, dat we allemaal vrij zijn in een vrije wereld. De blanke man zat op zijn paard en ranselde er als een bezetene op los. Daarom kijken de mensen vandaag allemaal zo somber en dreigend." Een negervrouw kwam op hen toelopen. Ze keek Mark aan. „Ik voel me beschaamd over de kleur van mijn huid," mompelde hij zachtjes tegen Toni. Hij glimlachte tegen de vrouw. „Morgen zal hij al een stuk beter zijn," zei hij met overtuiging. „Laat hem vandaag verder maar rustig slapen." „Goed." De vrouw keek Toni aan en er was geen vriendelijkheid in haar blik. Ze deed geen poging om de dokter en de ver pleegster te bedanken, maar drong langs hen heen het huisje binnen. Marks stem scheen van heel ver te ko men en alles scheen voor haar ogen te draaien, toen ze hem hoorde zeggen: „Toni, je kunt niet met zó'n bruut gaan trouwen!" Haar eigen stem klonk onnatuurlijk, toen ze het bijna uitschreeuwde: „Maar ik ga niet met hem trouwen en ik geloof niet, dat ik het ooit werkelijk serieus van plan ben geweest." Ze wendde zich af van Mark en van de starende vijandige blikken van de vrouwen, die nog steeds in een kring op de grond zaten. Ze liep snel op het struik gewas toe en daar onttrokken aan de blikken van wie ook werd een gevoel van grote misselijkheid haar te machtig. Ze gaf over en voelde zich ziek. Toen ze weer uit het bosje te voorschijn kwam, zat Mark achter het stuur van zijn auto op haar te wachten en zonder iets te zeggen, stapte ze in en ging naast hem zit ten Zwijgend reden ze terug naar Floriana. Toni had weinig illusies meer gehad met betrekking tot Carlos na hun scène van onlangs, maar dat hij tot zó iets beestach tigs in staat was, had ze nooit kunnen denken. Hoe was het mogelijk, dat Carlos zich zó had laten gaan? Carlos, die aan Europese universiteiten had gestudeerd en een reis rond de wereld gemaakt had. Car los, die een expert op suikergebied was en zo uitstekend met de inheemse bevolking kon omspringen. Carlos, die het vertrouwen van mevrouw Burden genoot, die verzen kon citeren en gevoel voor schoonheid had en die een vrouw de illusie kon geven, dat ze de mooiste en aantrekkelijkste vrouw op aarde was. Toni schaamde zich voor hem en tege lijkertijd voelde ze een hevige verontwaar diging. Toen ze bij het huis aankwamen, vergat ze Mark te bedanken en rende naar binnen. Mark keek haar na en wilde achter haar aan gaan. Hij bedacht zich echter. Waarschijnlijk was alleen zijn het aller beste voor Toni op dit moment. Natuurlijk zou mevrouw Burden op de hoogte gesteld moeten worden van het ge beurde, maar hij wilde wachten, tot ze weer wat aangesterkt was. Na haar ver jaardag zou het nog vroeg genoeg zijn. De pijn, die haar rheumatiek veroorzaakt had, had meer van haar krachten gevergd dan ze vermoedde. Hij wist, dat Toni een tè goede verpleegster was om Olivia iets schokkends te vertellen, zonder eerst over leg met hem gepleegd te hebben. Carlos zou natuurlijk zijn ontslag krijgen en een zware boete van officiële zijde. Dit was een geval, waardoor nog allerlei moei lijkheden met de negers zouden kunnen ontstaan. Het verbaasde Mark, dat Carlos niet onmiddellijk door de negers vermoord was. Langzaam startte hij opnieuw de motor en reed weg. Hij vond het afschuwelijk, dat hij Toni alleen moest laten in het grote huis. Hij had het als zijn plicht gezien, haar op de hoogte te stellen van Carlos' wreed heid. Ze moést de waarheid onder ogen zien. Geen enkel verhaal zou zo'n indruk op haar gemaakt hebben als de kapot-ge- slagen rug van die neger. Mark was blij, dat hij het druk had die dag. Het verhinderde hem terug te gaan naar Floriana, om te zien hoe Toni zich voelde Maar des nachts om drie uur was al weer onderweg naar het oude huis. Er wa? een dringend telefoontje geweest van i'isk! „Toni is doodziek, Mark. We denken, dat het een soort visvergiftiging is. Grootmama richtte, zoals gebruikelijk na een gok- ayondje, een laat soupertje aan op haar slaapkamer. Toni moest deelnemen. Kun je me zeggen, wat we moeten doen, tot jij komt?" De jonge dokter gaf snel enige instructies en beloofde onmiddellijk te komen. Binnen enkele minuten zat hij in zijn auto en was onderweg naar Floriana. HOOFDSTUK 27 Van uit haar bed kon Toni het licht van de dageraad over de bergen zien. Op dit vroege uur leken de ravijnen en begroeide kloven koel en herbergzaam. Alles zag er vredig uit. Zelfs de eeuwig sjirpende cica den schenen stil te zijn. Alleen een enkele vogel liet zich even horen, wachtend op de zonsopgang, om dan in luid gejubel uit te barsten. Beneden op de patio hoorde ze het water van de fontein ruisen. Na uren van pijn en nachtmerrie, sloeg Toni haar ogen op en aanschouwde deze vredigheid. Gedurende enkele ogenblikken lag ze stil voor zich uit te kijken, tevreden met deze toestand van volkomen uitputting en beseffend, dat ze nog in leven was. Naast de pijn, die ze geleden had, was er steeds het beeld van Carlos voor haar ogen geweest en van de neger met zijn kapot geslagen rug.Alles tezamen was het de vreselijkste nachtmerrie geweest, die ze ooit had meegemaakt. Maar nu was het voorbij. Toni staarde naar de bergen in de verte, maar haar gedachten waren thuis in Londen, waar ze haar moeder thee zag schenken in de gezellige, wat rommelige zitkamer. „Ik wil naar huis," hoorde ze zichzelf zeggen. Het waren kinderlijke woorden en ze werden hees gefluisterd. Iemand hield haar hand vast en ze dacht aan haar kin dertijd,, toen haar amandelen geknipt wa ren en haar moeder naast haar bed had gezeten met haar hand in de hare. Ze had het gevoel, dat ze onder narcose was ge weest. Haar hele verblijf op Flamingo Eiland leek op een droom, een bange, on rustige droomZe zag opnieuw het beeld van haar moeder met de theepot voor zich. Dit gaf haar een gevoel van veilig heid. Ze verlangde naar een kop goede thee „Mijn keel doet pijnfluisterde ze met enige moeite. Iemand hield een glas ijskoud vruchtensap aan haar lippen. Ze hoorde Mark's stem. Hij sprak zacht en vriendelijk en opgewekt. „Alles is in orde, lieveling, het is allemaal voorbij. Je gaat gauw naar huis, maar ik neem je eerst mee naar Mirando. Je gaat uit dit ellendige huis weg, zodra je sterk genoeg bent om in een auto vervoerd te worden." „Omaar ik kan hier niet weg vóór mevrouw Burden's verjaardag!" Opeens herinnerde ze zich alles. Het was géén nachtmerrie, maar het was werke lijkheid. Ze had hier op dit wonderlijke eiland een baantje bij Olivia. Olivia, die bezeten was van haar geld. Er waren de Burdens, die allemaal op dat geld zaten te wachtenEr was Fisk, een aardige, goede Fisk en Jake, zijn hond. Er was Car los met zijn wonderlijke aantrekkings kracht, zijn ervaring in de liefde en poëti sche gezegdesEven huiverde ze. „Je mag éérder weg, en je zult eerder weggaan," zei Mark vastberaden. „Ik heb alles met de oude dame besproken. Dit ge val doet de maat overlopen...." „Het was visvergiftigingje moet voorzichtig zijn met het eten van bepaalde soorten vis in het regenseizoen," fluisterde Toni verward. Ze voelde zich dodelijk ver moeid. „Er waren spinnen in mijn schoen en slangen in mijn bedMaar het is allemaal toeval, Mark. Mark luisterde naar haar verwarde woorden. Hij zag er moe en ernstig uit. Hij had in de afgelopen nacht gevochten voor Toni's leven en hij wilde thans geen enkel risico nemen. De oude mevrouw Burden was vol begrip geweest. Ze had hem zelf geholpen, samen met Fisk, en niet gewild, dat Rita en Molly ge roepen werden. „Je hebt niets aan die twee, Mark," had ze gezegd. „Laten we het met zijn drieën proberen te redden." Ze had hem „Mark" genoemd en het had nauwelijks indruk op hem gemaakt. De oude vrouw en de jongen hadden hem ech ter prachtig geassisteerd. Toni was bezig in een coma weg te zinken, toen hij arriveer de. Ze hadden hun handen vol werk gehad om het vergif uit Toni's lichaam te verwij deren. (Wordt vervólgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 11