Zandvoortse reddingsbrigade
viert in October 30-jarig bestaan
Dag en nacht paraat
■Clowntje Riek
Tel. 17700 HENGE VELD
Auto gestolen voor
reis naar de grens
Uitgaan in
Nederland
J
p
Nog een protest
Wij zijn nog niet
sterk genoeg
VRIJDAG 26 SEPTEMBER 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
7
Doel was het Vreem
delingenlegioen
Kleur van postzegels
wordt vrijgelaten
Gratie aan Lages
Voor de kinderen
Alleen overgehouden
dollars inleveren
Loodsdiensten werden gestaakt
Generaal Ridgway:
Principiële dienst
weigeraars veroordeeld
FEUILLETON
Flamingo Eiland
door Dorothy Quentin
ADVERTENTIE
Wanneer op 4 October de Zandvoortse
reddingsbrigade feestelijk gaat herdenken,
dat ze in Maart van dit jaar dertig jaar
bestond, dan zullen slechts de meer inge
wijden weten welk een belangrijk en zegen
rijk werk door de brigade in deze periode
werd verricht.
Want deze arbeid beperkte zich niet al
leen tot het posten op het strand gedurende
de seizoenmaanden, tot het verbinden van
gewond geraakte strandbezoekers, tot liet
behandelen van kwallenbeten en het waar
schuwen van baders, die zich te ver in zee
begeven hadden. Dit alles, hoe belangrijk
ook, is slechts een klein onderdeel van de
omvangrijke taak, die men, geheel vrij
willig, op zich heeft genomen.
De directe aanleiding tot het oprichten
van de Zandvoortse reddingsploeg was de
volgende.
In 1920 verdronk, doordat geen toeziende
hulp aanwezig was, bij het baden aan het
vrije Zuiderstrand een jongeman. Verschei
den Zandvoorters gingen besprekingen
voeren, om georganiseerd op het baden en
zwemmen toezicht te gaan uitoefenen.
Daartoe werd contact opgenomen met de
heer A. J. Meijerink, hoofdbestuurslid van
de Nedei-landse Bond tot het redden van
drenkelingen. De grote stoot tot het oprich
ten der brigade werd echter gegeven door
het vergaan van een schip voor de kust van
Zandvoort.
Op 6 November 1921 strandde namelijk
tijdens een hevige storm een Katwijker
logger bij paal no. 72, (zes kilometer ten
Zuiden van de Strandweg). Zandvoorters^
die op het strand aan het jutten waren,
spoedden zich naar het in nood verkerend
schip, dat hoog op de banken was geslagen,
om te proberen de opvarenden van boord
te halen.
Hand in hand vormde men een levende
ketting in de branding, liet de in doods
nood verkerende bemanning één voor één
overboord springen en bracht hen door het
barre stormgetij op het veilige strand. Dit
reddingswerk nam vele uren in beslag
en al die tijd stonden de redders soms tot
aan de hals om beurten in het ijskoude
water. Na afloop liep men in de natte
plunje ruim zes kilometer weer naar huis.
Er was geen enkele verzorging, óók niet
voor de geredden, van wie er de volgende
dag nog enkelen in hun natte kleren in de
eenzame duinen werden aangetroffen. Dit
voorval had de oprichting der Zandvoortse
reddingsbrigade tengevolge.
Het begin: vijftig leden
Na enkele vergaderingen in de winter
maanden, wederom onder leiding van de
heer A. J. Meijerink, werd op 27 Maart
1922 de brigade opgericht met ongeveer
vijftig leden. Er bestond bij de autoriteiten
veel belangstelling. De commissaris van po
litie, de heer Lovink, werd tot commandant
gekozen, burgemeester Beekman werd be
schermheer en de heer Gunthers, directeur
van (Groot Badhuis", voorzitter.
Reeds in de eerste zomer van haar be
staan moest de brigade op grote schaal in
actie komen. Voor het strand sloeg namelijk
tijdens een pleziervaart, een Zandvoortse
zeilboot om, waarop zich een groot aantal
badgasten bevond. Vele mensen verkeer
den in levensgevaar, doch dank zij het door
tastend optreden der brigade, vielen geen
slachtoffers te betreuren. Voor dit moedige
reddingswerk werd de Zandvoorter Antoon
Koper, die in later jaren bij Katwijk ver
dronk, beloond met de medaille voor mens
lievend hulpbetoon.
Wanneer wij de geschiedenis der brigade
nagaan, vinden wij de volgende vermel
denswaardige gebeurtenissen:
In 1923 werd bij de stranding van een
kustvaarder assistentie verleend bij de
redding der opvarenden, de bemanning aan
ADVERTENTIE
De fraaie observatiepost „Ernst Brockmeyer" op het Zuiderstrand wordt in de zomer
permanent door de waakzame vrijwilligers van de Zandvoortse reddingsbrigade bezet.
kleren geholpen en voorlopig onderdak
verleend.
Hetzelfde geschiedde bij een kustvaarder
die in de barre winter van 1928/'29 ver
ging.
In September 1932 verging het Zand
voortse vissersbootje de „Zandvoort 3". De
beide opvarenden, de Zandvoorters Loos
en Visser, verloren daarbij het leven. De
brigade zocht dagenlang naar de lichamen
der omgekomenen en vond tenslotte eerst
genoemde bij de Zeeweg, de laatste werd
tussen de pieren van IJmuiden weggehaald.
Ook bij het omslaan van de Zandvoortse
reddingsboot, tijdens een oefentocht in
Februari 1937, waarbij schipper Jan Mo
lenaar en roeier Engel Schuiten verdron
ken, verrichtte de Zandvoortse reddings
brigade prachtig werk en aan hun moedig
optreden was het zeker óók te danken, dat
deze tragische gebeurtenis niet meer slacht
offers eiste.
In Mei 1932 vinden we nog eens ver
meld dat tijdens zéér slecht weer met zo
goed als geen zicht door de enorm zware
regenval een Zandvoorts vissersbootje ver
ging. De brigade werd gewaarschuwd en
men wist de beide verdronken opvarenden,
de Zandvoorters Jan Paap en Van der
Ploeg, nog diezelfde nacht te bergen.
Podeus en Salento
Doch He merkwaardigste periode sedert
het bestaan der brigade blijft tot nu toe
zeker de gedenkwaardige 24ste November
1928 en de daarop volgende dagen. Een on
gekend hevig stormweer teisterde de kust.
Bij paal 70 liep de grote vrachtvaarder
„Heinrich Podeüs" hoog op het strand. De
brigade werd gealarmeerd en verleende
assistentie aan de bemanning bij het ver
strekken van kleding en onderdak. Nauwe
lijks van de vermoeienissen bekomen moest
de ploeg bij de tragische ondergang van de
Italiaanse vrachtvaarder „Salento", die
voor Zandvoort in nood geraakte en ten
slotte ter hoogte van de Zeeweg, na een
dagenlange strijd tegen de woedende ele
menten, ten onder ging, te hulp komen.
Bij de pogingen tot redding van
de opvarenden sloeg toen de IJmui-
der reddingboot om Enkele dagen
achtereen was toen de brigade, in samen
werking met reddingsploegen uit IJmuiden,
in de weer om bij deze strandingen assisten
tie te verlenen. Dit was zeker het meest
bewogen tijdvak in het bestaan der brigade.
Vaste posten
In 1925 stichtte men de eerste vaste post
aan het vrije Zuiderstrand, eerst een tent,
het volgend jaar een houten gebouwtje.
Daarmee was Zandvoort de eerste plaats
waar een reddingsbrigade vaste bewaking
gedurende het badseizoen aan het strand
instelde. In 1931 volgde daarop aan het
vrije Noorderstrand een tweede vaste post.
Beide gebouwtjes werden tijdens de be
zetting vernield, doch kort na de bevrij
ding herbouwd, hetgeen niet zonder be
langrijke financiële offers kon geschieden.
Een speciale strandwagen met allerhande
reddings- en verplegingsartikelen, warme
kleding en dekens, staat dag en nacht ge
reed om bij het eerste alarm te worden ge
bracht naar de plaats, waar die hulpmid
delen nodig zijn.
Het. aantal leden steeg in de loop der
jaren van vijftig tot ruim driehonderd,
waarvan zeventig werkende leden, die om
beurten gedurende de zomermaanden de
reddingsposten bezetten. Veel belangrijk en
menslievend werk werd sinds het bestaan
der brigade verricht, ontelbare zwemmers
en baders van een wisse dood gered en een
enorm aantal zoekgeraakte kinderen soms
na urenlang speuren, aan de ouders terug
bezorgd.
De tegenwoordige voorzitter, de heer
P. van der Mije, die gedurende deze dertig
jaar altijd een bestuursfunctie vervulde,
gewaagde met trots en dankbaarheid van
het enthousiasme, waarmede de leden hun
taak vervullen, een taak, die het reddings
werk van de Koninklijke Noord- en Zuid-
Hollandse Reddingsmaatschappij op be
langrijke wijze aanvult en daarvan eigen
lijk een verlengstuk vormt, omdat, wan
neer het eigenlijke reddingswerk met de
reddingboot is geschied, de brigade in actie
komt.
Niet alleen 's zomers, maar öök *s win
ters staan de mannen en vrouwen der
Zandvoortse reddingsbrigade gereed om
hulp te bieden als de elementen woeden
en een wilde stormwind raast over het
kolkende water, doch óók als de ogen
schijnlijk zo rustige zee op verraderlijke
wijze slachtoffers maakt of deze dreigt te
maken.
Het werk van de Zandvoortse reddings
brigade wordt in de badplaats zeer hoog
geacht en buitengewoon gewaardeerd. Dit
zal ongetwijfeld tot uiting komen, wanneer
men op 4 October het dertigjarig bestaan
gaat gedenken.
ADVERTENTIE
VERHUUR ZONDER CHAUFFEUR
ZIJLWEG 328
HAARLEM
Twee jongemannen van omstreeks twin
tig jaar uit Haarlem (J. F. Th. W. en J. P.)
hadden in de maand April plannen dienst
te nemen in het vreemdelingenlegioen in
Noord-Afrika. Daarvoor was het nodig een
reis naar Parijs te maken. Over geld be
schikten zij niet en hun plan was te liften.
Op het Wilsonsplein te Haarlem zagen zij
een auto staan en het bleek een van hen,
dat het portier geopend was. Met een
schroevendraaier slaagden zij er in de mo
tor op gang te krijgen. Op de Wagenweg
werd getankt en daarna is de reis naar
Putten in Noord-Brabant gemaakt. In dit
grensplaatsje zetten zij de auto in een
garage en deelden de garagehouder mee,
dat zij een week later terug zouden keren,
om de auto te halen.
Liftend werd de reis naar Parijs voort
gezet. De ouders van P. hadden inmiddels
bericht gekregen, waar hun zoon vertoefde
en de vader begaf zich naar Parijs; hij
heeft de zoon mee naar huis genomen. In
Haarlem werd de jongeman aangehouden,
verdacht van diefstal van een auto.
Zijn vriend daarentegen heeft Noord-
Afrika wel bereikt, doch minder prettige
ervaringen opgedaan. Later is het hem
weer gelukt Haarlem te bereiken. Ook
hij werd na aankomst aangehouden en
vertoeft sinds 4 Augustus in voorlopige
hechtenis.
Donderdagmiddag heeft het tweetal voor
de Haarlemse rechtbank terecht gestaan.
De officier van justitie merkte in zijn
requisitoir op, dat de jongelui het wel wat
bont hebben gemaakt. Hun bedoeling was
aanvankelijk te gaan liften, maar zij von
den het gemakkelijker een auto te stelen.
Te prijzen is het dat zij de auto in een
garage hebben geplaatst. Meestal vindt
men een gestolen auto stuk aan de kant
van de weg. De vader van P. heeft zijn
zoon op tijd teruggehaald. W. heeft enige
ervaringen in het legioen opgedaan. Hij
merkte dat het daar niet bijzonder aan
trekkelijk was. De spreker sprak van een
misplaatste kwajongensstreek, waarvan
de eigenaar van de auto enige tijd de dupe
is geweest. Beiden hebben reeds een kans
gehad door opname in de jeugdgevangenis,
doch zij hebben er geen gebruik van ge
maakt. De eis luidde een gevangenisstraf
van zes maanden met aftrek van voor
arrest.
Mr. J. H. Junge, verdediger van W., deel
de mee, dat zijn cliënt voorwaardelijk in
vrijheid is gesteld. Hij moet daardoor nog
een straf van vijf maanden uitzitten. Daar
om vroeg de pleiter voor de diefstal een
straf op te leggen, gelijk aan het voor
arrest.
Mejuffrouw mr. Kehrer verzocht de
rechtbank een milde straf op te leggen aan
de andere verdachte. Deze heeft leiding
nodig en dan is er nog wel wat van hem
te maken. Zij verzocht een gecombineerde
straf op te leggen.
De rechtbank zal op Donderdag 9 Octo
ber uitspraak doen.
Tot voor kort waren de postadministra
ties niet volkomen vrij in het vaststellen
van de kleuren van de voor het internatio
nale verkeer gebezigde postzegels. In het
algemeen postverdrag was voorgeschreven
dat de zegels voor een internationale brief
tot 20 gram blauw van kleur moesten zijn.
De kleur van een postzegel voor een inter
nationale briefkaart moest rood zijn en
voor een drukwerk tot 50 gram groen.
De bedoeling van deze zeer oude bepa
ling is duidelijk. Men wenste, dat de post
dienst van het land van bestemming van
een stuk alleen reeds aan de kleur van de
opgeplakte zegel kon zien of het stuk vol
doende was gefrankeerd. Deze bedoeling
werd oorspronkelijk ook bereikt.
Toen echter de postadministraties er toe
overgingen steeds meer zegels uit te geven,
de tarieven veelvuldig werden gewijzigd
en het luchtpostverkeer zijn intrede deed,
ging het nut van de bepaling snel ver
loren.
Op het onlangs te Brussel gehouden con
gres van de Wereldpostvereniging stelden
dan ook de Verenigde Staten, Groot-Brit-
tannië en de Sovjet-Unie voor, de bepaling
te doen vervallen. Dit voorstel werd aange
nomen. Van 1 Juni 1953 af, zijn de post
administraties niet meer gebonden aan be
paalde kleuren voor de postzegels. Deze
grotere vrijheid zal vooral door de ontwer
pers van zegels op prijs worden gesteld.
Toen ze bij de school kwamen, waren daar al veel jongens bij elkaar. Meester was
er ook al, die probeerde het rumoerige troepje 'n beetje te kalmeren; want alle jon
gens waren al net zo opgewonden als Rick en de anderen, in het vooruitzicht van de
reis.
Eindelijk, toen iedereen er was, kwam de grote autobus het schoolplein oprijden,
onder groot gejuich van de jongens. Een prachtige bus was het, waar ze allemaal ge
makkelijk in konden!
„Instappen, jongens!", riep meester. „Maar kalm, hoor, twee tegelijk, niet dringen!"
Netjes stapte de hele troep in de bus. Iedereen zocht een plaatsje, maar ze hoefden
geen ruzie te maken om het beste plekje, want iedereen kon fijn zitten op de zachte
banken en had een goed uitzicht uit de grote ruiten.
Rick, Bunkie en Oepoetie zaten vlak bij elkaar. Toen alles binnen was en meester
de neuzen had geteld, gaf hij het sein van vertrek. De chauffeur zette de motor aan,
en daar reed de zware autobus de stad door.
Zonder dat meester het hoefde te zeggen, begonnen ze allemaal te zingen. Dat ging
zo vanzelf.... ze moesten toch iets doen, om hun grote plezier te uiten! En terwijl
de bus door de straten van Speelgoedstad reed, schalde het gezang vrolijk uit de bus.
De weinige mensen, die zo vroeg al op straat liepen, keken lachend naar de bus en
zwaaiden terug.
ELKE DAG GAAN ONGEVEER 235.000
MENSEN UIT; Z'J BESTEDEN DAARVOOR
DAGELUKS ONGEVEER FL. 185.000!
AAN TAL
BE2 0EMCRS
PRUT PER
PLAATSBEVT
BESTEED BE0RAO
BI05C00P
MW
MW
JJ9
175.036
O 0.S
IOC
1.50 2.00
1Z9.5J9 M
SPORT
mr
45 IJ7
660
10 141,79
TONEEL
J
«SOI
MZ
w
15 919,8".
CONCERT
O 96 00.49
Per jaar geeft het Nederlandse volk onge
veer 07.000.000 uit aan ontspanning, dus
gemiddeld per hoofd circa f 9.70. Maar 32
procent van de Nederlandse bevolking
heeft de leeftijd van 1-15 jaar. We kunnen
dus gevoegelijk aannemen, dat het totaal
bestede bedrag neerkomt op de resterende
68 procent, dat is gemiddeld per persoon
f 14.30. En dat loopt op, temeer, daar een
echtpaar zonder kinderen meestal één in
komen heeft, maar twee keer deze uitgave
krijgt, dus f 28.60. Om dan nog maar niet
te spreken van gezinnen met kinderen, die
nog niet verdienen.
99
.99
Na buitenlandse reis:
In de Staatscourant is een bekendmaking
opgenomen van de Nederlandse Bank,
waarbij de aanbieding en eigendomsover
dracht van goud en buitenlandse betaal
middelen wordt geregeld.
De verplichting voor uit het buitenland
terugkerende ingezetenen om overgehou
den Belgische, Luxemburgse en Zwitserse
francs en Duitse marken bij een deviezen-
bank in te leveren is ingetrokken.
Deze verplichting bestaat thans nog uit
sluitend voor overgehouden Canadese en
Amerikaanse dollars, die steeds bij een de-
viezenbank moeten worden ingeleverd.
Volgens de Deviezenbeschikking 1949 is
de ingezetene, indien hij veertien dagen na
het verkrijgen van reisdeviezen Nederland
nog niet heeft verlaten, verplicht de als
reisdeviezen verkregen buitenlandse be
taalmiddelen onverwijld te koop aan te
bieden aan de Nederlandse Bank of een
deviezenbank. Tot overdracht is hij steeds
verplicht indien dit Amerikaanse of Cana
dese dollars zijn en voor wat de overige
betaalmiddelen betreft, slechts indien hem
de maximum-biedkoers wordt betaald.
Het is vannacht buiten de veilige be
schutting van IJmuidens pieren bar en
boos geweest. In de vroege morgenuren,
namelijk om kwart voor zeven heeft de
loodsboot het opgegeven, nadat om 5.20
uur zijn Vlissingse collega de dienst had
gestaakt. Om 5 uur was het stormsein 0:
Weest op uw hoede vervangen door sein
I. Wordt verwacht storm uit het Zuid-
Westen.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft in de vacature, ont
staan door het overlijden van F. L. D.
Strengholt, benoemd tot lid van de Televisie-
raad J. G. J. Bosman, directeur van de
Nederlandse Bioscoopbond.
Verenigd Verzet 19401945 heeft in een
telegram aan de minister van Justitie ge
protesteerd tegen de gratieverlening aan
Willy Lages.
In het telegram wordt gezegd, dat Ver
enigd Verzet „de gratieverlening van de
beul Lages een belediging acht aan hen
die vielen in de strijd voor de vrijheid
van hun land". Het telegram wordt be
sloten met de eis deze gratieverlening,
„die in strijd is met elk gevoel van recht",
ongedaan te maken.
„Wü hebben nog in genen dele zelfs maar
de minimum-kracht, die wij nodig hebben,
bereikt. Het is echter mijn overtuiging, dat
wij deze tijdig zullen bezitten". Dit zei
generaal Ridgway, de opperbevelhebber
van de NAVO gistermiddag, kort voor zijn
vertrek, tijdens een persconferentie op
Schiphol. Hij legde er de nadruk op, hoe
zeer hij de bijdragen en vooral de militaire
bijdrage van de West-Duitse bondsrepu
bliek op prijs stelt.
Hij zeide te hopen, dat deze spoedig ge-
effectueerd zal worden. De vooruitgang
die er in de laatste twee jaar gemaakt is,
noemde hij uiterst groot. „Het resultaat is
verbazingwekkend. Als een aggressor thans
zal trachten ons aan te vallen, zal hij een
geheel verschillende graad van weerstand
tegenover zich vinden dan hij een jaar
geleden zou hebben ontmoet". Generaal
Ridgway zeide met nadruk, dat echter
geen militaire sterkte kan worden opge
bouwd op een zwakke, economische on
dergrond.
Ridgway zeide diep getroffen te zijn
door de hoffelijkheid, waai-mede hij hier in
Nederland is ontvangen. Dit had hem ech
ter niet verbaasd, want aldus de gene
raal „ik ben reeds lange tijd een grote
bewonderaar van uw volk en ik acht het
een eer onder de grootste vrienden, die ik
bezit, enigen van uw landgenoten te mo
gen rekenen".
De eerste vraag, die de generaal werd
gesteld was uiteraard die over recente be
richten, volgens welke bepaalde delen van
West-Europa niet zouden worden verde
digd.
Daarop antwoordde de generaal: „De
verdediging van West-Europa van ge
héél West-Europa is ons doel. Op dit
ogenblik mogen wij niet hopen, dat te
kunnen doen met de beschikbare strijd
krachten, maar elke dag die verstrijkt
wordt de mogelijkheid hiertoe groter".
De generaal zeide elke speculatie in
enige gesuggereerde richting te betreuren
en wel om twee redenen: geen sterveling
kan op dit ogenblik voorspellen op welke
wijze een aanvaller zijn plannen ten uit
voer zal brengen. Wij hebben geen keus.
Indien wij morgen aan de dag worden aan
gevallen, zullen wij zonder twijfel aanvan
kelijk in de verdediging worden gedron
gen.
Voor de krijgsraad in Den Haag hebben
Woensdagmiddag zeven principiële dienst
weigeraars terecht gestaan.
De soldaten L. C. A. van R. uit Den
Haag, S. van der S. uit Nijeberkoop, D. B.
uit Rotterdam, A. V. uit Grouw en H. van
der V. uit Sappemeer hadden geweigerd
een militair uniform aan te trekken, toen
hun zulks bevolen werd. Soldaat J. de V.
uit Utrecht had niet voldaan aan een wet
tige oproeping voor de werkelijke dienst en
had later toen hem bevolen werd een mi
litaire uniform aan te trekken dit gewei
gerd. De soldaat K. van A. uit Haarlem had
geweigerd een geweer in ontvangst te ne
men toen dit hem bevolen werd.
De beklaagden werden verdedigd door
mr. J. H. van Wijk. L. C. A. van R. werd
veroordeeld tot 1 jaar en 9 maanden ge
vangenisstraf en ontslag uit de militaire
dienst; J. de V. tot acht maanden en ontslag
uit de militaire dienst; S. van der S. tot
twee jaar en ontslag uit de militaire dienst.
De zaak tegen D. B. werd aangehouden
voor het inwinnen van een aanvullend
psychiatrisch rapport. Tegen A. V. luidde
het vonnis twee jaar en zes maanden met
ontslag uit de militaire dienst. H. van der
V. werd veroordeeld tot twee jaar en ont
slag uit de militaire dienst. De zaak tegen
K. van A. werd aangehouden omdat deze
nogmaals een beroep op de Dienstweige-
ringswet wilde doen.
ADVERTENTIE
FAICON MANTELS JASSEN
vertaald uit het Engels.
51 f
Maar deze man werd zo toegetakeld door
zijn blanke baas wegens brutaliteit. Hij
werd geslagen door een blanke, die zich in
drift liet gaan en vergat, dat we allemaal
vrij zijn in een vrije wereld. De blanke man
zat op zijn paard en ranselde er als een
bezetene op los. Daarom kijken de mensen
vandaag allemaal zo somber en dreigend."
Een negervrouw kwam op hen toelopen.
Ze keek Mark aan. „Ik voel me beschaamd
over de kleur van mijn huid," mompelde
hij zachtjes tegen Toni. Hij glimlachte
tegen de vrouw. „Morgen zal hij al een stuk
beter zijn," zei hij met overtuiging. „Laat
hem vandaag verder maar rustig slapen."
„Goed." De vrouw keek Toni aan en er
was geen vriendelijkheid in haar blik. Ze
deed geen poging om de dokter en de ver
pleegster te bedanken, maar drong langs
hen heen het huisje binnen.
Marks stem scheen van heel ver te ko
men en alles scheen voor haar ogen te
draaien, toen ze hem hoorde zeggen: „Toni,
je kunt niet met zó'n bruut gaan trouwen!"
Haar eigen stem klonk onnatuurlijk, toen
ze het bijna uitschreeuwde: „Maar ik ga
niet met hem trouwen en ik geloof niet,
dat ik het ooit werkelijk serieus van plan
ben geweest." Ze wendde zich af van Mark
en van de starende vijandige blikken van
de vrouwen, die nog steeds in een kring op
de grond zaten. Ze liep snel op het struik
gewas toe en daar onttrokken aan de
blikken van wie ook werd een gevoel
van grote misselijkheid haar te machtig.
Ze gaf over en voelde zich ziek.
Toen ze weer uit het bosje te voorschijn
kwam, zat Mark achter het stuur van zijn
auto op haar te wachten en zonder iets te
zeggen, stapte ze in en ging naast hem zit
ten Zwijgend reden ze terug naar Floriana.
Toni had weinig illusies meer gehad met
betrekking tot Carlos na hun scène van
onlangs, maar dat hij tot zó iets beestach
tigs in staat was, had ze nooit kunnen
denken. Hoe was het mogelijk, dat Carlos
zich zó had laten gaan? Carlos, die aan
Europese universiteiten had gestudeerd en
een reis rond de wereld gemaakt had. Car
los, die een expert op suikergebied was en
zo uitstekend met de inheemse bevolking
kon omspringen. Carlos, die het vertrouwen
van mevrouw Burden genoot, die verzen
kon citeren en gevoel voor schoonheid had
en die een vrouw de illusie kon geven, dat
ze de mooiste en aantrekkelijkste vrouw op
aarde was.
Toni schaamde zich voor hem en tege
lijkertijd voelde ze een hevige verontwaar
diging. Toen ze bij het huis aankwamen,
vergat ze Mark te bedanken en rende naar
binnen. Mark keek haar na en wilde achter
haar aan gaan. Hij bedacht zich echter.
Waarschijnlijk was alleen zijn het aller
beste voor Toni op dit moment.
Natuurlijk zou mevrouw Burden op de
hoogte gesteld moeten worden van het ge
beurde, maar hij wilde wachten, tot ze
weer wat aangesterkt was. Na haar ver
jaardag zou het nog vroeg genoeg zijn. De
pijn, die haar rheumatiek veroorzaakt had,
had meer van haar krachten gevergd dan
ze vermoedde. Hij wist, dat Toni een tè
goede verpleegster was om Olivia iets
schokkends te vertellen, zonder eerst over
leg met hem gepleegd te hebben.
Carlos zou natuurlijk zijn ontslag krijgen
en een zware boete van officiële zijde. Dit
was een geval, waardoor nog allerlei moei
lijkheden met de negers zouden kunnen
ontstaan. Het verbaasde Mark, dat Carlos
niet onmiddellijk door de negers vermoord
was.
Langzaam startte hij opnieuw de motor
en reed weg. Hij vond het afschuwelijk, dat
hij Toni alleen moest laten in het grote
huis. Hij had het als zijn plicht gezien, haar
op de hoogte te stellen van Carlos' wreed
heid. Ze moést de waarheid onder ogen
zien. Geen enkel verhaal zou zo'n indruk
op haar gemaakt hebben als de kapot-ge-
slagen rug van die neger.
Mark was blij, dat hij het druk had die
dag. Het verhinderde hem terug te gaan
naar Floriana, om te zien hoe Toni zich
voelde
Maar des nachts om drie uur was al
weer onderweg naar het oude huis. Er wa?
een dringend telefoontje geweest van i'isk!
„Toni is doodziek, Mark. We denken, dat
het een soort visvergiftiging is. Grootmama
richtte, zoals gebruikelijk na een gok-
ayondje, een laat soupertje aan op haar
slaapkamer. Toni moest deelnemen. Kun je
me zeggen, wat we moeten doen, tot jij
komt?"
De jonge dokter gaf snel enige instructies
en beloofde onmiddellijk te komen. Binnen
enkele minuten zat hij in zijn auto en was
onderweg naar Floriana.
HOOFDSTUK 27
Van uit haar bed kon Toni het licht van
de dageraad over de bergen zien. Op dit
vroege uur leken de ravijnen en begroeide
kloven koel en herbergzaam. Alles zag er
vredig uit. Zelfs de eeuwig sjirpende cica
den schenen stil te zijn. Alleen een enkele
vogel liet zich even horen, wachtend op de
zonsopgang, om dan in luid gejubel uit te
barsten. Beneden op de patio hoorde ze het
water van de fontein ruisen.
Na uren van pijn en nachtmerrie, sloeg
Toni haar ogen op en aanschouwde deze
vredigheid. Gedurende enkele ogenblikken
lag ze stil voor zich uit te kijken, tevreden
met deze toestand van volkomen uitputting
en beseffend, dat ze nog in leven was.
Naast de pijn, die ze geleden had, was er
steeds het beeld van Carlos voor haar ogen
geweest en van de neger met zijn kapot
geslagen rug.Alles tezamen was het de
vreselijkste nachtmerrie geweest, die ze
ooit had meegemaakt. Maar nu was het
voorbij. Toni staarde naar de bergen in de
verte, maar haar gedachten waren thuis in
Londen, waar ze haar moeder thee zag
schenken in de gezellige, wat rommelige
zitkamer.
„Ik wil naar huis," hoorde ze zichzelf
zeggen. Het waren kinderlijke woorden en
ze werden hees gefluisterd. Iemand hield
haar hand vast en ze dacht aan haar kin
dertijd,, toen haar amandelen geknipt wa
ren en haar moeder naast haar bed had
gezeten met haar hand in de hare. Ze had
het gevoel, dat ze onder narcose was ge
weest. Haar hele verblijf op Flamingo
Eiland leek op een droom, een bange, on
rustige droomZe zag opnieuw het
beeld van haar moeder met de theepot voor
zich. Dit gaf haar een gevoel van veilig
heid. Ze verlangde naar een kop goede
thee
„Mijn keel doet pijnfluisterde ze
met enige moeite. Iemand hield een glas
ijskoud vruchtensap aan haar lippen. Ze
hoorde Mark's stem. Hij sprak zacht en
vriendelijk en opgewekt. „Alles is in orde,
lieveling, het is allemaal voorbij. Je gaat
gauw naar huis, maar ik neem je eerst mee
naar Mirando. Je gaat uit dit ellendige huis
weg, zodra je sterk genoeg bent om in een
auto vervoerd te worden."
„Omaar ik kan hier niet weg vóór
mevrouw Burden's verjaardag!"
Opeens herinnerde ze zich alles. Het was
géén nachtmerrie, maar het was werke
lijkheid. Ze had hier op dit wonderlijke
eiland een baantje bij Olivia. Olivia, die
bezeten was van haar geld. Er waren de
Burdens, die allemaal op dat geld zaten te
wachtenEr was Fisk, een aardige,
goede Fisk en Jake, zijn hond. Er was Car
los met zijn wonderlijke aantrekkings
kracht, zijn ervaring in de liefde en poëti
sche gezegdesEven huiverde ze.
„Je mag éérder weg, en je zult eerder
weggaan," zei Mark vastberaden. „Ik heb
alles met de oude dame besproken. Dit ge
val doet de maat overlopen...."
„Het was visvergiftigingje moet
voorzichtig zijn met het eten van bepaalde
soorten vis in het regenseizoen," fluisterde
Toni verward. Ze voelde zich dodelijk ver
moeid. „Er waren spinnen in mijn schoen
en slangen in mijn bedMaar het is
allemaal toeval, Mark.
Mark luisterde naar haar verwarde
woorden. Hij zag er moe en ernstig uit. Hij
had in de afgelopen nacht gevochten voor
Toni's leven en hij wilde thans geen enkel
risico nemen. De oude mevrouw Burden
was vol begrip geweest.
Ze had hem zelf geholpen, samen met
Fisk, en niet gewild, dat Rita en Molly ge
roepen werden. „Je hebt niets aan die twee,
Mark," had ze gezegd. „Laten we het met
zijn drieën proberen te redden."
Ze had hem „Mark" genoemd en het had
nauwelijks indruk op hem gemaakt. De
oude vrouw en de jongen hadden hem ech
ter prachtig geassisteerd. Toni was bezig in
een coma weg te zinken, toen hij arriveer
de. Ze hadden hun handen vol werk gehad
om het vergif uit Toni's lichaam te verwij
deren.
(Wordt vervólgd).