Houtwormen doen zich tegoed
aan balken van de Grote Kerk
KROUWELS
Berlioz' Symphonie Fantastique
op het Caecilia-concert
G. A. v. Zomeren holde vroeger
achter zijn klanten aan
STIENS
Prestaties der wereldcentra
in Haarlem gedemonstreerd
Werk van Jeugdraad slechts deel
van veelzijdige sociale activiteit
Omvang van gevaar nog moeilijk vast te stellen
Annie Woud zong bij
Cavaillé Coll- orgel
Zeiss-Punktal
Hij moest hen eerst
het fietsen leren
Probleem voor kerkvoogdij
Bestrijding zou bijna
30.000 gulden kosten
Ateliermeisje spoorloos
Ttotemjf
Twhe*ï{^
Gemengd commentaar
op Lie's aftreden
BRKLLEGLAZEN
in Uw bril
OPTICIEN
Gierstraat 27
Kapperskunst van de bovenste plank
Nogmaals: Tragiek van de asfalt jeugd
Een halve eeuw in het rijwielvak
De heer Lamping heeft
Indonesië verlaten
Een millioen voor
bouwrijp maken
WOENSDAG 12 NOVEMBER 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
In de schemerige en stoffige ruimten onder de kappen van Haarlems Grote Kerk,
boven in de zijbeuken en vooral ook boven het koor, hebben talloze houtwormen hun
luilekkerland. Zij eten zich in hun eerste leven als larve, dat wel drie jaar kan duren,
rond aan het hout van de balken en zorgen in het kortstondige tweede leven, dat hen
na de verpopping tot kever nog rest, voor genoeg eitjes om voor een slordige zestig
nakomelingen in te staan. Het gezapig leven van deze ongewenste kerkbezoekers
kan worden opgemerkt aan de talloze „uitvlieggaatjes" in het houtwerk en aan de
kleine witte hoopjes houtpoeder, die men loodrecht daaronder aantreft. Die activi
teit onder het dak van de Bavo heeft de bezorgdheid opgewekt van het College van
Kerkvoogden der Hervormde Gemeente in Haarlem. Reeds enige tijd wordt nagegaan
in hoeverre de orgiën van deze insecten in de kapconstructie gevaar opleveren voor
de uitermate kostbare kerk en zo ja, welke maatregelen genomen moeten worden om
er een eind aan te maken.
De vraag, welke gevolgen het verschijn
sel voor de Grote Kerk zal kunnen hebben
en op welke termijn, is nog steeds niet
overtuigend beantwoord. En dat zal toch
het allereerst moeten gebeuren vóórdat
men de balken van hun inwoners gaat ont
doen en deze immuun maakt voor houtwor
men.
Men heeft namelijk al kunnen bereke
nen dat een dergelijke verdelgingsactie,
wil zij goed en grondig geschieden, het
lieve sommetje van ongeveer dertigduizend
gulden zou vergen. Een dergelijk bedrag
geeft men indien het bij elkaar is te
krijgen niet uit voordat de noodzaak
overtuigend is aangetoond.
De houtwormen hebben in de Grote Kerk
al eens eerder van zich doen spreken. Men
zal zich herinneren, dat kort na de bevrij
ding de gezondheid van de opperzang-
meester Asaph, hoog op het Bavo-orgel ge
zeten, er zo door was ondermijnd, dat er
een opvolger voor hem moest worden ver
vaardigd. Maar hij was dan ook uit het
voor deze insecten zo begeex-de lindenhout
gesneden.
De kap van de kerk wordt voor een
klein deel geschraagd door balken van
vuren- of grenenhout, waar zij ook zeer
gaarne in de kost gaan, maar het zware
werk is door de eeuwen heen door de om
vangrijke eiken balken gedaan. Ook daarin
is de houtworm aangetroffen, niet alleen
in het spinthout aan de buitenkant maar
ook dieper naar de vaste kern toe. Maar
het is niet gemakkelijk vast te stellen in
hoeverre deze enorme balken inwendig
zijn aangetast. Het staat wel vast, dat
eikenhout heel wat minder toegankelijk is
voor dit schadelijk gedierte.
Wanneer begon het?
Bovendien dringt zich de vraag op, wan
neer dit proces ongeveer kan zijn begon
nen, temeer wanneer men bedenkt, dat de
huisboktor, een habitué uit de grote familie
van de houtwormen, die hier vooral wordt
aangetroffen, zich zo ongeveer verzestig-
voudigt. Wanneer dit bij voorbeeld al een
kleine eeuw aan de gang zou zijn, dan zou
het er daar onder de kap van de Bavo toch
heel wat bedenkelijker uit moeten zien
dan nu het geval is. Deskundigen hebben
echter vastgesteld dat deze plaag vooral na
de oorlog in het algemeen sterk is toege
nomen, niet alleen in ons land maar inter
nationaal.
In elk geval heeft men zich de laatste
jaren intensiever dan ooit bezig gehouden
met het zoeken naar doeltreffender bestrij
dingsmiddelen en zijn verscheidene bedrij
ven zich erin gaan specialiseren. De hout
worm is trouwens niet de enige belager
van bouwwerken, men heeft vaak ook te
doen met de houtzwam, die zich in het
bijzonder op vochtige plaatsen aan een
balk hecht en nog grotere schade aanricht.
Deze wordt ook hier en daar onder het dak
van de Grote Kerk aangetroffen.
Ook toren en orgel
De aandacht van de Kerkvoogdij werd
deze zomer op de houtwormen onder de
De stadsorganist George Robert heeft,
zoals men weet, een reeks orgelconcerten
georganiseerd in het Haarlemse Concert
gebouw, waar tevens zangsolisten van naam
aan zullen meewerken. Gisteravond had
de eerste dezer bespelingen plaats. Adriaan
Engels, de gunstig bekend staande organist
van de Grote Kerk te 's-Gravenhage, was
aangezocht om de reeks te openen en onze
niet minder vermaarde Haarlemse alt
zangeres Annie Woud was soliste. Des
ondanks was het bezoek maar matig. Dat
zal anders moeten worden, want het is
toch niet aan te nemen dat er in onze
„Orgelstad" zo weinig liefhebbers en ken
ners van de orgelkunst zouden zijn, zo
weinigen bovendien die de neiging gevoe
len zich enigszins in dit edele muziekgenre
in te werken.
Adriaan Engels begon met Preludium en
Fuga in C van Bach, knap en vaardig ge
speeld, maar als registratie toch maar ma
tig bevredigend. Bijna hetzelfde valt te
zeggen van het derde choral van Franck,
waarvoor de kansen op het orgel van
Cavaillé Coll toch zeer gunstig zijn. Als ik
het wel heb speelde het aanwenden van
de rolzweller de organist parten. Een ont
stemd register was oorzaak dat „Hymne"
van Albert de Klerk niet geheel tot haar
recht kwam. Het korte stuk is een „hom
mage" aan Hendrik Andriessen en in diens
stijl gecomponeerd.
Voor de rest van het orgelprogramma,
de begeleidingen incluis, heb ik slechts
woorden van hooggestemde lof. De fraaie
Pastorale van Touniemire klonk bijzonder
mooi en volkomen in de^stijl van het orgel
van Franck in de Ste Clothilde te Parijs,
waarop de componist dit stuk concipieer
de en waarvan ons concertorgel trouwens
een broertje is. En de "brillante Finale van
Franck kreeg onder de vaardige handen en
voeten van Adriaan Engels een virtuoze
vertolking in een alleszins gelukkige regis
tratie.
Annie Woud zong met passende uitdruk
king onder meer de aangrijpende klacht
van Dido uit „Dido and Aeneas" van Pur-
cell en liet haar fraaie stem beheerst, le
nig en vloeiend klinken in liederen van
Pizzetti en Respighi, die het met de kleu
rige begeleidingen op het orgel uitstekend
deden. Tenslotte wist de zangeres haar ge
hoor te boeien met een viertal geestelijke
negerliederen, wat haar extra veel succes
bezorgde.
JOS DE KLERK.
kappen van de Bavo gevestigd en sinds
dien is zij bezig zich volledig van alle kan
ten te laten voorlichten over de draag
wijdte van dit verschijnsel. Onder degenen,
die het hebben onderzocht, was ook een
vertegenwoordiger van het Rijksbureau
voor Monumentenzoi-g. Tijdens dit onder
zoek bleek duidelijk dat ook in de ruimte
achter het orgel bij de windkast en in de
toren de kwade worm zich in het hout had
geboord. Daar de gemeente zowel het orgel
als de toren in eigendom heeft zullen er
indien blijkt dat er inderdaad van een ge
vaar sprake is voor de bestrijdingskos-
ten besprekingen met haar gevoerd wor
den, evenals met de pi-ovincie en met Mo
numentenzorg. De Kerkvoogdij staat na
melijk op het standpunt, dat een dei-gelijk
omvangrijk werk geen normaal „onder
houd" meer zou zijn maar als restauratie
beschouwd moet worden.
Een besproeiing of een bestrijking met
een van de verscheidene chemische prepa
raten, die haar reeds zijn aanbevolen, al of
niet aangevuld met een „vergassing" vol
gens een bepaalde methode, moet in elk
geval worden voorafgegaan door een gron
dige reiniging van de stoffige ruimten
onder de kappen, op zich zelf reeds een
geweldig werk.
Om eens duidelijk te weten te komen of
in deze netelige kwestie dadelijk moet
worden ingegrepen zal onder meer ook een
insectoloog uit Wageningen worden geraad
pleegd.
De Haarlemse politie verzoekt namens
de ouders opsporing van het achttienjarige
Haarlemse ateliermeisje Catharina Vis-
scher. Zij heeft op 24 September om half
acht de ouderlijke woning verlaten en is
sindsdien spoorloos. Zij is 1.70 m. lang,
heeft een flink postuur, blond haar en
lichtblauwe ogen. Zij droeg een donker
blauwe deux pièces, een grijsgroene jas en
een witte blouse, nylonkousen en zwarte
schoenen.
ADVERTENTIE
Altijd keurig met
■P% GCÖ W
echte
boord
tea echte „Trubenijs" boord zit
net zo keurig als een stijve en
zo gemakkelijk als een slappe.
Zij zijn permanent half-stijf,
„kreukvrij" en behoeven niet ge
steven te v/orden. Let op het
merk in de boord. Alleen dan
krijgt U de échte
stoven -
CEDEOON^
strijk**.
Bet wettig gedep. handelsmerk „Trubenijs"
staat op samengesmolten halfstijve kleding
stoffen, welke aldus vervaardigd zijn met
toestemming van de eigenaren van het merk.
ADVERTENTIE
Wij leveren en verhuren U
PHILIPS HOOGTEZON
Koninginneweg 6
Telef. 14024
NEW YORK (Reutor). De Ameri
kaanse senator Pat McCarran, voorzitter
van de subcommissie van de Senaat voor
interne veiligheid, heeft verklaard te ge
loven, dat Trygve Lie is afgetreden wegens
„gedane onthullingen en onthullingen die
wij nog zullen doen".
McCarrans subcommissie stelt een on
derzoek in naar communistische invloed
onder de Amerikaanse employés bij de
U.N.O.
Intieme vrienden van Lie ontkennen,
dat er verband bestaat tussen het aftreden
van Lie en het onderzoek van McCai-rans
subcommissie. Zij wijzen er op, dat Lie
zijn besluit tot aftreden al op 21 Septem
ber genomen heeft, vei-scheidene weken
voordat de subcommissie met haar ver
horen begon.
Radio-Moskou haalde Dinsdagavond een
bericht van Tass uit New York aan, waar
in commentaar wordt geleverd op het af
treden van Trygve Lie. Het Russische pers
bureau Tass zegt: „Trygve Lie is ontmas
kerd als een agent van de aggressieve
kringen in Amerika. Zijn poging om Ame
rika te helpen bij het dekken van de Ame
rikaanse aggressie in Korea met de vlag
van de U.N.O. heeft een golf van veront
waardiging over de gehele wereld doen
gaan. Trygve Lie's aftreden is "een beves
tiging van zijn algehele politieke bank
roet".
ADVERTENTIE
het beste
De opperbevelhebber van de geallieerde
strijdkrachten in Europa, generaal Matthew
B. Ridgway, geniet van een kopje Turkse
koffie, tijdens zijn inspectiereis naar de
militaire posten aan de Turks-Bulgaarse
grens.
„Het is niet nodig om naar Parijs of
Londen te gaan om het beste te zien, wat er
op het gebied van coiffures te zien valt,"
met deze woorden uitte de ere-president
van het Syndicat de Haute Coiffeure Fran-
caise coiffeur van ons Koninklijk Huis
de heer H. v. d. Poel, zijn waardering en be
wondering voor de kapsels, die Louis Pièr-
löt Dinsdagmiddag, tijdens de door hem
(ten bate van de Kinderbewaarplaatsen)
georganiseerde liaarshow „5th Avenue of
New York" in de zalen van Lion d'Or,
demonstreerde.
En werkelijk, er werd op deze show -
waar in twee uur tijds niet minder dan zes
tig verschillende coiffures konden worden
bewonderd dan ook niet veel fantasie
vereist om zich in de hoogste kapperskrin
gen van Parijs, Londen of New York te
wanen.
Onder de geestrijke conférence van
Enny Molsde Leeuwe werden naast de
„kapsels van de toekomst" namelijk de
Naar aanleiding van het interview, dat
uw blad met mij had over het werk van
de Haarlemse Hervormde Jeugdraad,
schrijft de heer Jac. Fahrenfoi't in uw
blad van 4 November een stukje onder
de titel „Verheffing van het gezin beter
dan opvoeding in collectiviteit", dat mij
aanleiding geeft tot enkele noodzakelijke
reacties.
De heer Fahrenfort schijnt van mening
te zijn, dat de enige reden voor het pro
bleem der asfaltjeugd te vinden is in de
„ontbinding van het gezin". Deze voor
stelling van zaken is wat al te simpel voor
wie enig begrip heeft van de vele invloe
den die er op de jeugd uitgaan van buiten
de kring van het gezin. Hier ligt een wel
uitermate gecompliceerd geheel van in
vloeden op de achtergrond: de fabriek
(school, kantoor) de straat, de bioscoop,
de sport, lectuur, de krant, de radio
programma's enz. enz.
De heer Fahrenfoi't meent dat de Jeugd
raad het gezin over het hoofd ziet, zowel
als oorzaak van de nood der jeugd, als
als onderwerp van „verheffende" zorg. Hij
beweert zelfs dat de jeugdraad „dit kwaad
Dinsdagmiddag had iu het Amsterdamse
Concertgebouw de zogenaamde donateurs
repetitie plaats van hel jaarlijkse concert
der maatschappij Caecilia, die zich ge
zien de grote belangstelling op dit „voor-
concert" in bloeiende Welstand bevindt.
Als vanouds werd het concert gegeven
door het Concertgebouw-Orkest, dat mu
siceerde onder leiding van Eduard van
Beinum. De sopraan Gré Brouwenstijn
werkte mee als soliste met de voor haar
stem en artistieke instelling dankbare
Beethoven-aria „Ah! Perfide", waarmee
zij dan ook een warm succes oogste.
Met de in kleine bezetting vertolkte
Symphonie in Bes (K.V. 319) van Mozart
was de muziekmiddag ingezet: een délicate
tractatie, alleen al om de ongeëvenaarde
klank van het strijkersensemble van de
Amsterdammers, maar ook om de rijke
natuurlijke eenvoud (schijnbare eenvoud
dan!) van het werk zelve. In het program
ma werd gewezen op het feit dat in de
doorwerking van het eerste deel dezer
symphonie niet het materiaal der expo
sitie verwerkt is, maar dat Mozart er het
begin thema van het Credo van zijn kleine
mis in F voor gebruikte. Het is wel merk
waardig dat dit thema (f-g-bes-a) zo
vaak in het oeuvre van Mozart te vinden
is, uiteindelijk nog in de finale van de Ju-
piter-symphonie, waar het dan in C voor
komt. Wellicht is het de componist bij
gebleven uit zijn studietijd bij Padre Mar-
Toen de Zijlweg in Haarlem nog uit lou
ter keien bestond, die er toe schenen te
dienen om de wielen der rijtuigen indruk
wekkend te doen ratelen een gerucht
dat gehoord mocht worden in de woningen
der aanzienlijken aan deze weg ging
de 14-jarige G. A. van Zomeren er mee
helpen aan een revolutie. Een ander woord
is er niet voor. Hij heeft een halve eeuw
medegewerkt aan de verstoring van de
plechtstatige rust van de Zijlweg door
aanmatigend fietsengebel, waar vroeger
het edel geklepper van het koetspaard ver
nomen werd. Of de behoedzame stap van
een voetganger met zelfrespect, dus zon
der haast.
Natuurlijk bracht zij een revolutie, die
nieuwe mechanische wijze van voortbe
weging, die wielrijden heette. Menig bur
ger heeft er het hoofd over geschud, voor
al wanneer hij zelfs jonge meisjes en vrou
wen ontwaarde, die zich dit zonder schaam
te meenden te kunnen permitteren. De
heer Van Zomeren, die een halve eeuw
geleden in dienst trad van de firma J. Viets
en Co., welke zaak hij sinds 1934 zelf drijft,
kan zich dat nog levendig herinneren.
Toen hij in het vak begon waren de loop
fietsen en de hoge vélocipèdes (al repareer
de hij ze nog wel voor speciale liefhebberij)
al geweken voor de meer gangbare „Craw-
fords", „Clevelands" en „Sterlings" uit
Amerika.
Maar welk een bijzondere plaats de
1 fiets in het verkeer van toen nog in
nam, blijkt wel uit het feit, dat men
er op geslaagde wijze zijn maatschap
pelijke welstand mee kon aantonen.
„En zo als het nu nog wel voorkomt
dat een meisje een jongeman neemt
om zijn auto, zo kon vroeger een meisje
wel eens moeten vragen: hou je nu
echt van me of doe je het alleen maar
om mijn rijwiel?", vertelt de jubila
ris.
En dan de aflevering van zo'n fiets,
wanneer na vele bezoeken en tegenbezoe
ken tot de aankoop er van was overge
gaan: „Je zou het wel uit je hoofd laten
om zo'n fiets naar de nieuwe eigenaar te
rijden, je nam hem op je nek en je ging
lopen, want de nieuwe eigenaar moest hem
ongerept in zijn huiskamer krijgen",
Handelaar en leermeester
Het beroep van rijwielhandelaar heeft
een emotioneel aspect verloren. In het
reeds verre verleden moesten de mensen,
die een fiets kochten zich er ook nog mee
leren voortbewegen. Het lesgeld was bij
de koopsom inbegrepen en de handelaar
nam zijn cliënt naar een stille weg om
hem bij te brengen hoe hij op die twee
wielen kon manoeuvreren zonder zich
daarbij met zijn voeten op het wegdek te
ondersteunen. De heer Van Zomeren heeft
vroeger urenlang op de Spanjaardslaan of
de Elswoutlaan achter zijn klanten aan
gehold en hen bij de arm gevat om hen
voor vallen te behoeden. „Je had ook les-
banden, die om de buik bevestigd werden",
zegt hij, „daaraan zat een handvat, waar
aan je de lui vastgreep. Maar ik heb die
nooit gebruikt. Bij de arm had je ze ste
viger beet". Bij dat lesgeven moest vaak
.de uiterste discretie in acht worden ge-
tin i in Bologna, want in wezen is het een
oud contrapuntisch gegeven, dat om zijn
vele mogelijkheden door velen aangewend
is. Maar de wijze waarop Mozart het in
deze symphonie in Bes grote terts te pas
bracht is wel zeer aantrekkelijk, en wat
hij er later in de Jupiter*' van maakte
behoort tot de wonderen van de compo
sitie-techniek.
De „Symphonie Fantastique" van Ber
lioz was het machtige sluitstuk van het
programma. Uitgevoerd met evenveel raf
finement van het détail als brillante stu
wing en virtuoze schittering van het ge
heel, mocht de interpretatie door Eduard
van Beinum en de zijnen meesterlijk he
ten. Berlioz en zijn bentgenoten van om
streeks 1830 zouden bij een dergelijke
uitvoering de mond vol gehad hebben van
exclamaties als: pyramidaal, baby Ionisch,
satanisch, vulkanisch, enzovoorts. En Ber
lioz' liefje zou niet nagelaten hebben de
componist van het geniale werk na zo'n
geweldige herschepping, haar aanbidder
gelukkig te maken met vleiende liefde-
naampjes als „mijn lieve Lucifer" en „mijn
aanbiddelijke Satan"! Want ook dat be
hoort tot de historie van de doorbraak
der romantiek, met de fameuze „Fan
tastique". Het kan ons nu allemaal erg
overdreven lijken, maar dat jeugdwerk
van de romantisch bezeten Berlioz was
toch maar een ding waar we nu, na 125
jaar, nog met verbazing tegen opkijken.
JOS. DE KLERK
nomen om de naam van de zaak niet in
opspraak te brengen. Er meldden zich
immers ook jongedames voor fietsen en
ook die moesten op stille plekjes onder
richt ontvangen. De jonggezellen in het
vak, die hiertoe een grote bereidwillig
heid aan den dag legden, werden voor de
les 'wel eens even ernstig door de baas
aangezien, ofschoon dit niet altijd verhin
derde, dat er overmatig gevallen en opge
vangen werd.
Het lesgeven was er natuurlijk voor de
volgende generatie al nauwelijks meer bij,
omdat de jeugd zich hoe langer hoe meer
thuis kon gaan prepareren.
Winterstilte
„De winter was vroeger een moeilijke
tijd voor de rijwielhandelaren", vertelt de
heer Van Zomex-en. „Dan gingen de fietsen
op zolder. Als je lang in de regen reed
gingen de houten spatschermen, die over
het wiel waren gebogen, recht staan en
dan moesten ze een tijd lang met een
touwtje op het wiel worden gebonden om
ze weer in de goede stand te krijgen. Bo
vendien waren de nachten langer en dan
reed men meestal niet. Die carbidlampen,
olielampen en kaarslampen waren heel
leuk als er niet te veel wind stond maar
anders zat je om de haverklap in het pik
kedonker".
Om die seizoenslapte op te vangen ver
vaardigde de firma Viets zelf rijwielen:
uit buizen van vijf meter lengte werden
de frames gezaagd, in de geleverde velgen
werden gaatjes geboord voor de spaken,
die weer moeizaam van schroefdraad wer
den voor-zien en zo werd allerlei grof
materiaal bewerkt en gemonteerd tot de
gelijke rijwielen. Per winter werden er on
geveer 15 geproduceerd, die in het voor
jaar vlot van de hand gingen. Later was
daar door de concurrentie van de fabrie
ken natuurlijk geen denken meer aan.
Men kan de heer Van Zomeren, die de
hele evolutie van het vervoermiddel fiets
heeft meegemaakt, nog altijd druk bezig
vinden in dezelfde werkplaats waar hij
een halve eeuw geleden begonnen is.
Behalve Zaterdagmiddag 15 Novamber van
half 4 tot half 6. Want dan recipieert hij
in. het restaurant Bolwerk aan het Kenrte-
merplein.
aanvaardt". Klaarblijkelijk kent en be
grijpt de heer Fahrenfort de bedoeling
van ons jeugdwerk (van alle jeugdwex-k!)
al evenmin als de praktijk daarvan, want
de clubhuisleiding besteedt een niet on-
belangrijk deel van haar tijd aan het be
zoeken der gezinnen, waaruit de kinderen
komen en dat waarachtig niet uit
nieuwsgierigheid! Als de heer Fahren
fort geweten had van het bestaan en vor
men van „vaderclubs" en „moederclubs",
zou hij stellig voorzichtiger hebben ge
schreven. Hij vergeet echter ook, dat de
Jeugdraad tenslotte slechts een radertje
is in het grote uurwerk van het Kerke-
werk, dat zich steeds meer toespitst op
de nood van het gezin. Om maar iets ten
bewijze te noemen: de pas gehouden „ge-
zinsweèk", de regelmatige „gezinsdien
sten", de huwelijkscatechisatie, de ouders-
cursus. de actie voor „het bedreigde ge
zin" verleden week (f 4000.de werk
zaamheden van het instituut „Gezinszorg",
de moderne vorm van het diaconale werk,
ae aroeia van twee sociale werksters.
De bewering van de heer Fahrenfort
dat Jeugdverenigingen de ontbinding van
het gezin in de hand werken lijkt gevaar
lijk veel op de gedachte, dat de S.D.A.P. het
socialisme heeft doen ontstaan en dat de
krant aanleiding is geweest tot de uitvin
ding van de leeskunst.
Wie zich gaat afvragen wat de oorzaken
zijn van gezinsontbinding en de verwor
ding der jeugd, verliest nutteloos tijd.
Beter is het ergens aan de gang te gaan
ter verbetering. Welnu: het clubhuis ener
zijds en het kerkelijk sociaal werk ander
zijds! Het heeft geen zin om af te wegen
wat belangrijker is. Wie meent bij de ge
zinnen te moeten beginnen, jaagt achter
de horizon aan. Hij komt nooit klaar om
dat het de jeugd is die rusteloos voort
gaat met de vorming van nieuwe gezin
nen. De gezinnen zijn its stromends; ze
gaan terwijl de jeugd komt. Oorspronke
lijk zullen de gezinnen wel de oorzaak
van het jeugdprobleem geweest zijn, mo
menteel is in ieder geval de jeugd de
oorzaak van het gezinsprobleem, want de
a'utomatiekjeugd van de Grote Houtstraat
zijn de vaders en moeders van morgen!
Van wat de heer Fahrenfort „opvoeding
in collectiviteit" noemt is in modern
jeugdwerk geen sprake. (Wel in de
school! Hef is juist het geestdodend col
lectivisme, het insectisme, waaruit mo
dern opgevat jeugdwerk de jongens en
meisjes wil bevx-ijden tot bewuste per
soonlijkheid! De termen, die de heer
Fahrenfort gebruikt zijn onjuist en geven
een totaal verkeerde indruk van wat
jeugdwerk is en wil.
Het gezin en zijn noden laat de Jeugd
raad gedeeltelijk en niet uit domheid
maar vanwege een verstandige arbeids
verdeling, bewust over aan andere in
stanties in het Kerkewerk, maar doet zelf
een greep naar de „ongegrepen jeugd" om
preventief opvoedend te werken en juist
daardoor het gezin te „redden", en de
Jeugdraad troost zich met het besef dat
diepe waarheid schuilt in de oude volks
wijsheid: „het is beter te voorkomen dan
te genezen".
B. v. GELDER
DJAKARTA, (PI-Aneta) De Neder
landse Hoge Commissaris in Indonesië, de
heer A. Th. Lamping, is hedenochtend per
KLM-vliegtuig uit Indonesië vertrokken.
Hem werd uitgeleide gedaan door de In
donesische minister van Binnenlandse
Zaken, mr. Moh. Roem.
De heer Lamping zal in Januari naar
zijn nieuwe standplaats, Bonn, vertrekken.
verenkapsels Panache en Feathercut, diver
se andere haarstijlen gecreëerd, die alle
waren afgestemd op de kleding van de
mannequins, of moeten wij zeggen: de kle
ding was afgestemd op de coiffures? Hoe
het ook zij, het geliefde Amex-ikaanse kap
sel „Poodle-cut" dat zo gemakkelijk te on-
derhouden is, wex*d getoond door een
„stijlvolle" mannequin (gekleed in een
zwart-roodgestreept jersey trois-pièces),
die in haar armen de inspiratiebron van dit
kapsel hield gekneld: de poedel zelf. U be
grijpt dus wel, dat dit kapsel bestaat uit
korte krullen, naar boven opgeborsteld.
Na het inmiddels weer voor ogen geto
verde „Chrysanthemum" kapsel, dat ook
alweer naar de hoogte wordt opgewerkt,
kwam de rust in de coiffure aan de beurt.
„Repos" heette het kapsel, dat in tegen
stelling met alle andere scheppingen
naar beneden wordt gekamd en dat inder
daad door zijn eenvoud een rustig effect
geeft.
Tenslotte gaf Pièrlöt in zijn kapsel/dat hij
„Oriënto" heeft gedoopt, een staaltje weg
van hetgeen bereikt kan worden, wanneer
de kapper bij zijn werk rekening houdt
met de pex-soonlijkheid van de vrouw. Een
Oosters type, gekleed in een driedelig
pakje in de modetint „nescafé", vróeg als
het ware om een kapsel als „Oriënto", dat
glad tegen het hoofd wordt opgemaakt.
Om de met veel zorg vervaardigde coif-
fures tegen regen en wind te beschex-men,
voorziet de moderne kapper deze van een
vloeibaar haarnet, dat wordt opgespoten.
Maar ook wanneer men niet in de gelegen
heid is geweest urenlang bij de kapper
te zitten om des avonds op de cocktail
party met een vex-zorgd kapsel ten tonele te
verschijnen, weet de „haargoochelaar"
Pierlot raad: in enkele minuten tovert hij
c!e pieken en andere ongerechtigheden weg
met de zogenaamde chignons of krakelingen
losse haarstukjes, die tussen het kapsel
worden verwerkt.
Geschiedenis
Ter afwisseling schetste de Rotterdamse
figax-o John Postmus tijdens deze show met
zijn tekenstift de ontwikkeling van de haar
mode van 1930 tot heden af. Het bobbed-
model van na de eex'ste wereldoorlog, het
langere gepermanente haar van 1940 (toen
we het zonde vonden om de dure perma
nent af te laten knippen) en de stijve rol,
waarover heen we het liefst nog een netje
droegen, het werd alles even aanschouwe
lijk voorgetoverd als de Panache van 1953.
Nadat de schoonheidsspecialiste Ellen
Maris met vaardige hand de moderne
make-up had gedemonstreerd, kwamen de
cocktail- en avondtoiletten met speciale
coiffures aan de beurt.
Als finale werden tenslotte enkele crea-
ties getoond, die „niets te maken hebben
met de practische mogelijkheden," zoals
John Postmus verklaarde, „maar slechts
resultaten zijn van een kapper, die zijn
fantasie de vrije loop laat en zoekt naar
schoonheid zonder meer. Een show alleen
voor de show dus." En het is in deze crea
ties, dat de kapper zich als artist kan uit
leven: het symbolische kapsel „Het goud
der aarde", opgemaakt van korenaren; „red
danger", eveneens geïnspireerd door de
oorlog, waarvan het vurige rood het gévaar
karakteriseert en de witte pluim de rook
van de gebombardeerde steden; „Chante-
clair", de haan, die als het waïe de vreugde
om het feest uitkraait, het zijn allemaal
kunstproducten op zichzelf, die door de
speelse artisticiteit van de kapper tot stand
komen.
Naast de haute coiffure, was 't niet minder
ook de „haute fantasie", die op deze grootse
show'welke door zijn opzet een primeur
in Nederland mag worden genoemd
werd gedemonstreerd.
Vooral weer in Haarlem-Oost
Op de begroting voor 1953 van het Haar
lemse Grondbedrijf komt een post van een
millioen voor voor het bouwi-ijpmaken van
terreinen zonder dat nader aangeduid
wordt welke gronden worden bedoeld.
Bij informatie bleek ons dat men bij
vorige begrotingen leergeld heeft betaald
met al te concreet te zijn omdat meer
malen bleek dat in de praktijk van de in
de begroting gepubliceerde volgorde moest
worden afgeweken.
Wel kan men als vaststaand aannemen
dat een deel van het geraamde bedrag zal
worden gebruikt voor verhoging van ter-
reinen bij de Prins Bernhardlaan en Van
Looystraat hetgeen gewenst is met het
oog op de bouw van de nieuwe vleugel
aan de Van Zeggelenschool. Voorts zal
daar een kleuter- en een speeltuin wor
den aangelegd terwijl bij de Van Looy
straat woningen zullen komen.
Voorts is een belangrijk deel van het be
drag bestemd voor de bestrating van het
nieuwe kwartier aan de Amsterdamse
vaart, terwijl het voorts in de bedoeling
ligt nieuwe riolering aan te brengen onder
de Nagtzaamstraat. Dit werk zal pas na de
Flora ter hand genomen kunnen worden.
In 1954 zal ook het wegdek van de Nagt
zaamstraat worden vex-beterd, terwijl het
Nagtzaamplein anders zal worden inge
deeld.
Koning Frederik van Denemarken heft de dirigeerstok tijdens de repetitie van Wag
ner's „Meistersinger" met het orkest van de Koninklijke Zweedse Opera in Stockholm
voor de gala-voorstelling ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van zijn schoon
vaderKoning Gustaaf Adolf van Zweden.