<v
d&~0
Wandeling langs de
Sinterklaas - étalages
Dit maken zve zelf
COUPONS
12
Vijfhonderdduizend rozen
voor een liter rozegeur
Sierlijke bijkomstigheden voor de
charmante verschijning
Huishoud-
nieuwtje
De zaak-Andreas
Moderne parfum-fabricage
Verrassing voor
St. Nicolaas
VOOR OP HET VERLANGLIJSTJE
Warm Zweeds kapje
van vier bolletjes
angora - wol
FEUILLETON
(Door Harry Hoff,
vertaald uit het Duits)
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1952
oer
rouw
Ook u zult waarschijnlijk wel herin
neringen hebben aan parfumgeuren;
herinneringen wellicht aan het eerste
bal, de eerste partij, de eersteoch,
vult u zelf maar aan! Het woordje par
fum bezit voor iedere vrouw wel een
eigen betekenis en bekoring eu vrouwe
lijke charme zonder deze „geurige
uiting" is dan ook welhaast ondenkbaar.
Daarom willen wij ditmaal eens iets
meer over dit onderdeel van de vrou
welijke verzorging vertellen.
Wanneer we nu teruggaan naar vroe
ger tijden, ontdekken we, dat reeds in
de grijze oudheid de parfum bekend
was. Geurige harsen en andere hout
soorten werden op een altaar verbrand
om „per fumum" (door rook) de gun
sten van de goden af te smeken
Bovendien schreef men aan geuren my
stieke krachten toe en door de geuren
op te vangen en op het lichaam van een
mens over te brengen, zou deze zich de
bepaalde machten en krachten van die
geur eigen maken. Wanneer men ver
schillende geuren met elkaar vermeng
de, kon men aldus het summum van
volmaaktheid bereiken! De welrieken
de offeranden brachten de godendie
naars dan ook weldra op het idee om
de parfum, die men trok uit bloembla
den vermengd met vette oliën als
reukmiddel in de handel te brengen. En
waar de Egyptenaren hun rozenwater
verkregen door in een open stenen pot
waarop een „deksel" van twijgjes
met schapenwol werd gelegd water
met rozenbladen te verhitten en de ont
stane damp op te vangen in de koude
wol, waardoor de damp condenseerde
(met als resultaat rozenwater), daar
werkt men op het ogenblik in grote
laboratoria met petroleumaether. Het
condensatie-systeem heeft weliswaar
diverse stadia doorgemaakt en tot voor
kort was het de distillatie-methode, die
men bij het bereiden van de parfum
essences uit de bloemen toepaste, maar
de in het afgelopen seizoen ontdekte
methode om door middel van „uitmer
gelen" der bloemen met de oplossende
stof petroleumaether de essence te ver
krijgen, zal ongetwijfeld alle andere
systemen overweldigen, hetgeen een wa
re omwenteling in de parfumindustrie
zal betekenen.
De bloemen worden voor dit procédé
eerst fijngestampt en in speciale appa
raten «gestopt. Daarna giet men er met
tussenpozen van acht uur petroleum
aether overheen en na het „ontbinden"
van de bloem blijft het bezinksel als
ongezuiverde essence over. Hoewel bij
deze bewerking de bloem een aanmer
kelijk grotere productie oplevert dan
bij het distillatie-proces, toch zijn er
niet minder dan 500 kilo rozen nodig om
één liter essence te verkrijgen en wan
neer u nu weet, dat er voor één kilo
rozenblaadjes 1000 rozen nodig zijn, dan
kunt u ook wel begrijpen, waarom de
prijzen van goede parfums nogal hoog
liggen.
Waar de parfum groeit.
Wanneer we het nu zo over de fabri
cage van parfum hebben, zullen uw ge
dachten waarschijnlijk uitgaan naar de
wereldstad Parijs, maar als we naar het
wereldcentrum van de parfumindustrie
willen, moeten we het heel wat zuide
lijker zoeken: Grasse, een stadje op een
hoge heuvel in de Provence van Frank
rijk, omringd door velden met geurende
Een kijkje in het laboratorium waar
vele geurtjes worden geproduceerd.
rozen, jasmijn, lavendel, mimosa, dat is
de wereldhoofdstad van de parfum; „La
reine des parfums", zoals de Fransman
het noemt.
Aan Grasse hebben dan ook al de
bekende parfums met de meest fantas
tische en veelal ook symbolische namen
hun bestaan te danken, want het mogen
dan de Parijse parfumeurs zijn, die de
direct voor de handel bestemde parfums
uit de essences bereiden, in eerste in
stantie zijn het de kwekers in Grasse,
die voor de nodige bloemen zorgen en
de eveneens in Grasse wonende en wer
kende distillateurs, die het de befaam
de Parijse parfumeur mogelijk maken
zijn parfums te componeren. Het hele
jaar door hebben de kwekers hun bloe
men en planten te verzorgen, want wan
neer de viooltjes, anjelieren en anemo
nen in Januari zijn uitgebloeid, eist de
mimosa hun aandacht op én dit gele
bloempje is nog niet van de velden ver
dwenen of de rozen en de jasmijn ver
spreiden alweer hun doordringende geur
en vragen om verzorging, evenals de
tegen de heuvelruggen groeiende la-
vande, die door meisjes wordt geplukt
en in mandjes, gedragen door ezeltjes,
naar de fabrieken wordt vervoerd.
Wij spraken zojuist over het „com
poneren" van parfum en deze term zult
u begrijpen, wanneer u weet, dat er
soms niet minder dan veertig verschil
lende grondstoffen voor een parfum
worden gebruikt. Dag en nacht zijn de
parfumeurs soms bezig om een nieuwe
compositie te verkrijgen voor bepaalde
gelegenheden en bij speciale toiletten,
kapsels, enz. Parfumeurs, coiffeurs en
modekoningen vormen dan ook een we
reld op zich, een wereld, waarin alles is
gericht op de vrouw.
Voor iedere vrouw worden andere
kapsels, andere toiletten, maar ook an
dere parfums gecreëerd. Bij een blonde
vrouw hoort een ander soort parfum dan
bij het donkere type; een lichte parfum
zoals seringen bijvoorbeeld, past weer
niet bij een vrouw op leeftijd, maar bij
een jong meisje. De phrfumeurs denken
bij hun scheppingen altijd aan bepaalde
types met blauwe of bruine ogen, zwart
of blond haar, een lichte of een donkere
huid, enz.
Ook als ,)kunst" richt de parfum zich,
evenals andere kunstuitingen, naar de
heersende mode (in de tijd van de ro
mantiek waren het de zachte meiklokjes,
die hoogtij vierden) en tevens zet aard
van land en volk een eigen stempel op
de parfum. Amerikaanse parfums bij
voorbeeld zijn voor de Europeaan te
zwaar, net zo als het Amerikaanse voed
sel ons te zwaar, de Amerikaanse mode
ons te slordig en het Amerikaanse kap
sel ons te grof is.
En zo als wij tenslotte bij de keuze
van onze kleding, ons kapsel, onze
make-up rekening moeten houden met
ons eigen karakter en onze persoonlijk-
leid, daar mogen wij zeker bij de „fi-
aishing touch" van onze verzorging,
lamelijk de parfum, zulks niet ver
geten! J. s.
De Sinterklaaswensen van alle be
langhebbenden kennen wij natuurlijk
nog niet, maar de étalages zien er in deze
Novembermaand weer zo aanlokkelijk
uit, dat het bepaald een pleziertje is
een wandeling langs de winkelramen
te maken. Ik heb het dan ook van de
week gedaan, doch zonder grote bood
schappentas en met heel weinig geld in
de beurs, opdat ik alle mogelijke ver
zoekingen tot kopen „alleen omdat het
zo schattig, mooi of practisch is" zou
kunnen weerstaan.
Mijn broer, die ge nooit zonder siga
ret ziet en wiens bureau ontelbare
bruine brandgaatjes vertoont, krijgt een
rookvrije asbak. Het is een dikbuikige
metalen pul. waarop een asbakje sluit
met een ronde knop in het midden. Ligt
op het bakje een sigarettenpeukje te
smeulen, dan drukt men op de knop. de
asbak zakt naar beneden en zijn lading
verdwijnt in het binnenst ingewand van
de pul, die de geuren van dovende si
garetten in zich besloten houdt zodra de
asbak weer in zijn normale stand is te
ruggebracht.
Mijn echtgenoot, over het algemeen
keurig op zijn kleren, kwam laatst tot
de ontstellende ontdekking dat hij zijn
shawl kwijt was. Een geschenk voor
hem is dus al heel gemakkelijk te vin
den. Die mannenshawls zijn verpakt in
een cellophaan-koker, wat een onge
dachte surprise kan vormen als die rol
ook nog in kleurig Sinterklaaspapier is
gewikkeld.
Maar er is nog iets dat ik hem graag
zou willen geven. Het is practisch voor
een man die veel moet reizen en in zijn
actetas behalve diverse kantoorstukken,
mappen en papieren, ook zijn reisbeno-
digdheden mee moet nemen. Dat is na
melijk een overhemdensachet. De bui
tenkant is van zwarte, de binnenkant
van witte moirézijde. Er passen ruim
zes overhemden in en behalve die kan
men zijn dassen, zakdoeken en derge
lijke er mede in bergen. Het sachet
wordt met een lange treksluiting geslo
ten en de intimiteiten van de logé zijn
keurig in de tas opgeborgen. Ik vond
het een prachtig ding en ben de winkel
ingegaan om het van dichtbij te be
kijken.
Een van de vele vriendinnen die ik
wat zou willen toebedelen, zou ik een
rieten bloempottenhouder kunnen
schenken.
Zo van de straat af gezien leek het een
stevige' bamboestengel in grillige vorm
omhoogstekend en rechtop gehouden
door een liggende rieten hoepel. Aan de
stengel waren op schijnbaar willekeu
rige afstand drie of vier rieten ringen
bevestigd, waarin de bloempotten ge
stoken kunnen worden. Vooral met
hangplanten geeft deze standaard een
aardig effect. De houder die ik gezien
heb was ongeveer zestig centimeter
hoog.
Mijn vriendin die secretaresse is, zei
laatst dat ze haast geneigd zou zijn haar
eigen brievenweger overal mee naar toe
te slepen. Ze is namelijk secretaresse bij
verschillende mensen en niet overal is
een brievenweger te vinden. Vooral bij
luchtpost geeft dat wel eens moeilijk
heden. Nu heb ik op mijn winkeltocht
iets gezien dat haar wel zeer van pas
kan komen: een brievenwegertje in zak
formaat met leren étuitje. Het geheel is
niet groter dan vijf bij acht centimeter.
Het is een klein plat instrumentje, aan
de ene zijde van de weger hangt inplaats
van de brievenschaal een knijpertje
waar de brief in wordt geklemd, aan de
andere zijde het ronde metalen schijfje
zoals bij iedere weegschaal. Bovenaan
is een ringetje waaraan men het toestel
kan vasthouden. Het is een geestig en
handig dingsigheidje.
Mijn jeugdige dochter pleegt haar
aylonkousen in wilde vaart aan te trek
ken, wat herhaaldelijk rampen veroor
zaakt. Ik zal voor haar maar een paar
kousenwantjes kopen. Zo heten die
dingen werkelijk. Het zijn wantjes, ver
krijgbaar in twee maten, uitgevoerd in
rose en witte charmeuse. Als men ze
aandoet vóór men ae Kousen aantreKt
voorkomt men menige ladder. Maar de
kans is groot dat mijn jeugdige spruit
dit practisch geschenk na een paar we
ken al vergeten in de kast laat liggen
en haar kousen weer als vroeger met
hakende vingers aanroetst.
Het allerleukste zag ik in een kunst
handel, dat ik zeer beslist graag voor
mijzelf zou kopen. Dat was namelijk
een muilezel van raffia. Het lieve dier
torste aan weerszijden van zijn smalle
rug een mandje met sigaretten. Zijn poten
stonden dwars uiteen als weigerde hij
Hierbij geven wij enkele tips die u kunnen helpen om uw verlanglijstje
voor St. Nicolaas aan te vullen. Het zijn elegante bijkomstigheden, die
een verzorgde verschijning de laatste toets der volmaaktheid kunnen
geven. Is er iets voor u bij? Dan Sinterklaas deze krant onder de neus
stoppen
Sierlijke Franse handschoenen van zwart suède met een fijn geplooide manchet.
De lange en koude winters hebben de
Zweden op allerlei gebied vindingrijk
gemaakt en één van deze uitvindingen
leek ons allergezelligst.
Het is een angora mutsje, wat op het
eerste gezicht niets bijzonders lijkt, om
dat we deze bij tientallen zien dragen
dit jaar. Maar het prettige er van is,
speciaal ook voor mensen die veel op de
fiets zitten en met de wind te kampen
hebben, dat het niet af kan waaien, om
dat het vastgenaaid zit op een oorklep.
Deze klemt vanzelf om het hoofd, wat
heerlijk afsluit.
Hier volgt dan de beschrijving: Beno
digdheden: 3 a 4 bolletjes angorawol;
2 naalden no. 2/2; 2 naalden no. 3; een
oorklep; een stukje hoedenelastiek en
een stukje band.
Opzetten 96 steken (voor een kinder
kapje 90 steken) en hierop 6 naalden
recht breien met naalden 2y2. Dan over
gaan op naalden 3 en verder breien in
tricotsteek (voorkant recht, achterkant
averecht) tot een lengte van 12 cm be
reikt is. Hierna 32 (30) steken afkan
ten de rechte kant is de goede kant
en de resterende 64 (60) steken af
breien. Nu averecht 32 (30) steken af
kanten, zodat in het midden ook 32 (30)
steken overblijven. Hierop pl.m. 15 cm
verder breien (de totale lengte is dan
27 cm). Afkanten. A en B aan elkaar
stikken, zodat het kapjesmodel ontstaat.
De oorklep met een stukje band omwin
den, omdat het ijzer wat scherp is voor
de angorawol. Dan het kapje op de klep
naaien (de 6 naalden recht die het eerst
gebreid waren, komen over de ijzeren
band) en daarna door de achterkant een
stukje elastiek rijgen, zodat deze pret
tig tegen het achterhoofd sluit.
Misschien liet Sint op zo'n charmant
naald-parapluietje voor u zijn keuze
vallen. Het model is elegant en de
knopjoen fraai bewerkt bij deze
Parijse exemplaren.
Een elegant tasje, onmisbaar accessoire
en welkom St. Nicolaasgeschenk! Dit
cocktail-tasje is uitgevoerd in donker
grijs antilope.
verder te gaan voor en aleer hij de in
houd van zijn mandje kwijt zou zijn.
Op zijn kop dröeg hij een pluim en ik
geloof dat dat het enige was wat hem
van een echte muilezel onderscheidde.
ANNEKE
Ons gezellige, echt Hollandse St. Nico
laasfeest staat weer spoedig voor de
deur en nog altijd wordt het het meeste
gewaardeerd als we zelf iets maken.
Natuurlijk is het niet gemakkelijk steeds
weer iets aardigs te bedenken en dus zal
ik u een handje helpen. Ik hoop dat deze
gezellige breitas bij u in de smaak zal
vallen, het is zeker een nuttig cadeautje
voor degenen die van breien houden. Er
zijn allerlei materialen in de handel die
geschikt zijn om deze tas van te maken,
heel mooi is een soort stof van raffia
geweven, de naam van dit materiaal is
rabane, u kunt het in een kunsthandel
wel kopen. Verder zijn geschikt een
stevige cretonne, effen of gebloemde
plastic etc. Als u besloten bent van
ivelke stof u de tas maken wilt, tekent
a eerst even een patroontje. Hierna legt
a dit op dubbele stof langs de vouw en
fcnipt ditzelfde deel nog eens van voe
ring. Een aardig geruit lapje of een
bloemetje kunnen het geheel iets op
fleuren. Voor de bodem nemen we een
:irkel met een middellijn van 12 cm.
Weer één deel van stof en één deel van
voering knippen, alles wordt met 1 cm
naad uitgeknipt. Voor het handvat knip
pen we een reep van 36 cm lang en 7
breed. Als alle delen geknipt zijn, leggen
we de voering van de tas op het mate
riaal waarvan we de tas maken, hierop
komt het patroon en nu stikken we hele
maal langs het papier, maar de onder
kant laten we open, waardoor we het
geheel omdraaien. Als we op deze ma
nier te werk gaan, krijgen we de tas
precies goed van vorm. Nu wordt de
In de bovenplaten van de gasstellen
ziet men al sinds jaar en dag een ex
tra brander die geschikt is om kleine
dingen op warm te houden. Deze pitjes
zijn zeer geschikt om iets op te stoven
of te trekken, daar zij zo afgesteld zijn,
dat het pannetje hiex-op niet aan de
kook kan komen; deze pitten zijn ook
gemakkelijk om tb.ee op warm te hou
den. Een nieuwtje is echter een uithol
ling in de bovenplaat, waarin men lu
cifers kan opbergen, zodat deze altijd
gemakkelijk bij de hand zijn.
Om kasten geheel motvrij te maken
kan men tegenwoordig een praeparaat
kopen, dat men in de kast of kist met
kleren of meubelen plaatst en dat
daarna aangestoken wordt. Het hierbij
ontwikkelde gas doodt alle insecten en
nu weet men zeker, dat de voorwerpen
zolang de kast of kist gesloten blijft,
niet door mot of houtwurm aangetast
kunnen worden.
ii
cc
6/ -
f- o
onderkant ingeslagen en vlak op de kant
dichtgestikt. Hierna naaien we de zij
kant zo onzichtbaar mogelijk dicht. Dan
festonneren we de bodem, die eerst ook
op dezelfde manier afgewerkt is, erin,
zetten het handvat aan, rafelen de on
derkant hiervan iets uit en u zult eens
zien, hoeveel succes u zult hebben met
deze tas. L. S.
ADVERTENTIE
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
ZIDDEN EN WOLLEN
STOFFEN
19)
„Zij zou haar intrek nemen in Schwei-
zerhof en daar zou ik haar Zondag op
bellen om een afspraak te maken. Ik zou
met de auto naar Davos gaan".
„En wat bent u nu van plan?"
„U te vragen om mee te komen na
tuurlijk".
„Uitstekend. Dat lijkt me een goede re
geling".
Andreas zit weer op een boot, ditmaal
op weg naar Europa. Hij is niet meer zo
schuw en terughoudend als bij zijn heen
reis, integendeel, hij mengt zich ïen volle
in het gezelschap van zijn medepassa
giers. Wat kan hem nu per slot van re
kening nog overkomen? Hij heeft een vol
ledig veranderd uiterlijk en reist op zorg
vuldig vervalste en vele malen beproefde
papieren.
Op de dag van vertrek uit de Nieuwe
Wereld kan hij zich van die zekerheid
nog eens overtuigen. Hij maakt de over-
-ocht op dezelfde boot als de heenreis en
een van de passagiers was ook toen zijn
reisgenoot. Die herkent hem in het geheel
niet.
Toch krijgt hij even een schok, wanneer
hij Von Warneck, de boorddetective, weer
tegenkomt. Na het eerste ogenblik herstelt
hij zich, en zonder blikken en blozen loopt
hij hem langzaam tegemoet, zonder een
blik van herkenning te geven. Ook Von
Warneck geeft geen enkel blijk van her
kenning. Alleen een vluchtige blik, zoals
alle passagiers elkaar een ogenblik aan
zien, een blik die zeker verantwoord is
voor een boorddetectieve. Maar geen enkel
blijk van verwondering.
Andreas voelt zijn zekerheid nog groeien
en daarmee zijn brutaliteit. Hij weet on
opvallend met Von Warneck kennis te
maken, en zegt plotseling, tijdens een ge
sprek over het mooie weer en de kalme
zee, dat zij eigenlijk collega's zijn.
Von Warneck kijkt verwonderd. „Hoe
zo"?
„U kent natuurlijk wel de firma Locke
en Co?"
„Ja, heel goed zelfs".
„Nu, kijk eens aan". Hij toont zijn pa
pieren. „Misschien kunnen wij elkaar nog
helpen ook".
Von Warneck vouwt het legitimatie
bewijs weer op en geeft het met een
vriendelijke buiging aan Andreas terug.
„U kunt altijd op mijn hulp rekenen.
Mag ik vragen, voor welk geval u hier
eigenlijk aan boord bent? Ik zou het
GROTE> HOUTSTRAAT ISO TEL.'12628
HAAPLEM
wel prettig vinden te weten, wat zich
alzo hier kan voordoen".
Andreas strijkt nadenkend over de kin.
„Hebt u wel eens gehoord van dat geval
van die advocaat Brown, die er met een
heel kapitaal vandoor gegaan is? Dat ge
val in Chicago".
„Brown? Ja, daar heb ik over gelezen.
Bent u daarmee bezig?"
„Och zijdelings. Wist u, dat het geval
vei-bandt houdt met de geruchtmakende
zaak Andreas?" vraagt de pseudo-agent
van Locke en Co. brutaalweg.
„Schei uit over Andreas. De naam al
leen al maakt me wild".
„Hoezo?"
„Die is met mij op dezelfde boot over
gestoken".
„Wat? Andreas? Is het waarachtig?"
„Zowaar als ik leef. Hij reisde in ge
zelschap van een zekere Nebelung",
„Inderdaad".
„Hoezo, inderdaad?"
„Nu ja. Ik weet de détails van die zaak
ook. Maar vertel verder alstublieft".
„Ja, het viel me meteen op, dat er iets
met die man niet in oi-de was. Ik heb er
Nebelung nog op attent gemaakt, maar
verder kon ik niets doen. Het enige was
dat ilk die man niet vertrouwde. Pas later
kwam er een arrestatiebevel, toen de toe
dracht van de zaak aan het licht kwam.
Toen ik later zijn foto zag, wist ik meteen
wat me door de vingers was geglipt".
Andreas steekt zorgvuldig een sigaret
op, en voelt zich uitermate op zijn ge
mak. Wanneer zijn „aartsvijand" hem niet
herkent, is alles safe.
„Maar we zijn van Brown afgedwaald",
merkt Von Warneck enige tijd later op.
„Denkt u dat hij zich aan boord be
vindt?"
„Ik vermoed van wel, maar zeker we
ten doe ik het ook niet. En ik zou hele
maal niet weten in welke vermomming".
„Dus u hebt de opdracht, hem te pakken
te krijgen?"
„Ja. Een of andere rijke industrieel
heeft me opgedragen, hem op te sporen.
Die heeft nog een appeltje met hem te
schillen, en er is hem heel wat aan ge
legen, om hem in handen te krijgen".
„Zeg eens, die Andreas. Is men er in
Chicago nog altijd niet in geslaagd, een
spoor van hem te vinden?"
„O, ik geloof zeker dat Andreas allang
niet meer in Chicago zit. Zo stom om daar
te blijven zal hij wel niet zijn. Na zo'n ge
raffineerde misdaad moet men hem toch
een beetje verstand toeschrijven, en met
verstand zou hij heus niet in Chicago blij
ven, waar hij het laatst is gesignaleerd".
„Waar denkt u dan, dat hij zich ver
borgen houdt?"
„Het valt niet mee daar een antwoord
op te geven. Het enige wat men met ze
kerheid mag aannemen, is, dat hij niet
meer in Chicago zit".
„Maar vergeet niet, dat hij financieel
volkomen aan de grond zat, toen hij in
Chicago verdween. Hij kon niet zo een
voudig wegkomen, en ergens moet hij toch
iets als een baan zien te vinden".
„Ik heb zo'n idee dat hij volkomen in
de onderwereld is ondergedoken. Daar
kunnen ze zulke knapen best gebruiken,
en daar zien ze ook wel in, dat ze hem
weg moesten krijgen om iets aan hem te
hebben".
„Ja, dat lijkt me ook wel waai'schijn-
lijk. Maar dan loopt hij op een of andere
wijze mettertijd wel weer tegen de lamp
en dan is het uit met het spelletje".
„Ja, ergens zullen ze hem wel weer
eens te pakken krijgen".
„Maar hij zal wel niet zo dom zijn om
naar Europa terug te gaan. Ik voor mij
geloof, dat hij ergens in Zuid-Amerika is
ondergedoken".
„Zeker niet onmogelijk. Naar Europa te
ruggaan doet hij zeker niet, vermoed ik.
Maar denkt u niet dat hij mettertijd con
tact met zijn vrouw zal zoeken?"
„Die is toch ook op de loop. Hoe kunnen
die elkaar ooit vinden?"
„Het kan toch zijn, dat ze een bepaal
de ontmoetingsplaats hebben afgesproken
op een bepaalde tijdstip, een tijd na de
misdaad, voor het geval ze op een of an-
deze wijze geen contact meer zouden kun
nen krijgen?"
„Dat denk ik niet. Die knaap is er tus
sen uit geknepen met de wetenschap, dat
hij in Amerika een erfenis te pakken kon
krijgen. Denkt u werkelijk, dat zo iemand
zich iets om vrouw of kind bekommert?
Zo'n onmens is nog erger dan een beest,
vergeet dat niet".
„Inderdaad", moet Andreas toegeven.
Wat dwingt Andreas naar Europa terug
te keren? Wat heeft hij hier nog te zoe
ken? Is het heimwee? Is het de onbewuste
drang van de misdadiger naar de plaats
van zijn misdaad terug te keren? Of is het
alleen koele berekening, dat men hem hier
wel in de laatste plaats zal zoeken, omdat
het waanzin voor hem zou zijn om terug
te keren in zijn eigen omgeving?
Hoe dan ook, het is een va banque-spel
met het noodlot.
In Hamburg verlaat Andreas de boot,
koopt een auto en trekt naar het Zuiden.
Drie dagen in Berlijn kosten hem een be
hoorlijke hap uit zijn vrij redelijk kapi
taal. Mag niet hinderen. De toekomst is
vol onzekerheden, en dan komt het er
alleen nog maar op aan, de zekerheid van
een paar vrolijke dagen te genieten.
In een soort droom trekt hij verder naar
het Zuiden, op een gegeven moment rea
liseert hij zich, dat hij vaart mindert:
hier is de plaats, waar hij indertijd Feld-
mann neergeslagen heeft.
Hij is niet alleen. Een arbeider staat
langs de weg te liften. Andreas stopt.
„Meerijden?"
Dat hoeft hij niet te herhalen. De jon
geman stapt in en Andreas geeft gas.
(Wordt vervolgd).