„Goedheilig man" door eeuwen heen Aan de vooravond van „hét avondje" Ach Eenvoudige monnik werd onsterfelijke kindervriend door Martie Verdenius K1 H' Boetseren met marsepein 5 Eenslang geleden DOND.ERDAG 4 DECEMBER 1952 Er bestaat een berijmde levensgeschiedenis van Julius Caesar en het is een luimig gedicht, echt iets voor Van Lennep of Laurillard. Aan het eind ervan wordt de lezer of hoorder voorgehouden, dat het waar isWie het niet gelooft, moet maar eens naar Italië reizen. Daar vindt hij in het museum te X. als tastbaar bewijs de schedel van de grote staatsman, terwijl dan nog te IJ. in Italië de schedel van Caesar als kind te zien is. Wat het voor gaande met St. Nicolaas te maken heeft, wordt duidelijk, als men weet, dat zowel in een kerk te Bari in Italië als te Venetië het volledige ge beente van de kindervriend als een reliquie wordt bewaard. Wie kan er 'en beter bewijs voor verlangen, dat de geschiedenis van de verering van Sinterklaas zich, zoals dat heet, in de schemering der tijden verliest? Een ander teken daarvoor is wel, dat er in feite twee bisschoppen Nicolaas geweest zijn en dat men niet weet, wat uit „het" heiligenleven van St. Nico laas op het debet van de één moet worden geboekt en wat op het debet van de arwler.... Spitse geesten zullen nu misschien een oplossing hebben voor het probleem der beide gebeenten. Immers twee Nicolazen.Maar zó is het toch ook weer niet. De beide reliquieën zijn uit Myra (zie onder) afkomstig, terwijl de ene Nicolaas in Pinora ter aarde werd besteld. Waarschijnlijk leefde in de vierde eeuw in het genoemde stadje Myra aan de zuid kust van Turkije een bisschop, Nikolaos geheten. Waarschijnlijk, want de geleerden zijn het er over eens, dat niets met zeker heid over deze vermaarde kan kan worden meegedeeld. Veel meer is bekend over de tweede Nikolaos. Deze leefde in de zesde eeuw, was aanvankelijk een eenvoudige monnik en later abt van het klooster Sion ln Zuid-Turkije. Hij trok de aandacht door grote vroomheid, wonderbaarlijke gebeds genezingen en uitdrijvingen van boze gees ten. Als bisschop van Pinora overleed hij op 10 December 564. Het lijkt buiten twijfel, dat in de loop der Middeleeuwen allerlei legenden, die betrekking hadden op de tweede Nikolaos op de eerste werden overgedragen. Die eerste werd de heilige Nicolaas, die in de Grieks- en de Rooms-Katholieke kerk een unieke verering der gelovigen begon te on dervinden. Meest beminde heilige Heiligenverering was in de Middel eeuwen in West-Europa een van de voor naamste uitingen van het godsdienstig gemoed. In alle levensomstandigheden, in alle standen en beroepen, in de meeste ste den en dorpen zocht men zijn toevlucht tot een bepaalde heilige, die juist in die be paalde levensomstandigheid, in dat bepaal de 'beroep, enz. de grootste hulp zou kun nen bieden. Onder de talloze middelaars die men zo dan echter zocht te bereiken, was St. Nicolaas het meest geliefd. Hij was de beschermheilige der zee lieden. Was het immers niet bekend, dat d~ bisschop reeds tijdens zijn leven sche- pelingen-in-nood verscheen op hun gebed om hulp en bijstand te bieden? Zo werd St. Nicolaas ook de schutspatroon van Am sterdam, dat „averechtse mastenwoud" aan het „schiprijck IJ". En ,het voorspoedige Amsterdam was zijn heilige dankbaar en schonk hem een beeld van klinkklaar zilver in de Oude Kerk, de parochiekerk die aan hem was toegewijd. De schenk knaap van de Emir De patroon der gevangenen was hij eveneens. Ook voor hen had hij in zijn leven grote liefde getoond. Volgens een legende (dat is: „legenda" of „wat gelezen moet worden" en dus niet per se „gefanta seerd verhaal") redde hij drie mannen, die onschuldig tot de dood veroordeeld waren. Ook bezorgde hij, letterlijk en figuurlijk, de terugkomst van een boerenzoon, die, ontvoerd geworden, de Emir van Creta als schenkknaap diende. Want toen de vader op een Sinterklaasavond ging zien, waar om zijn honden aansloegen, stond op het erf de jongen, de volle beker voor de Emir nog in de hand. Honderden wereldlijke en geestelijke verenigingen, gilden en broederschappen in de Christelijke wereld der Middel eeuwen noemden zich naar de liefdevolle bisschop en stelden zich onder zijn bescher ming. Van de ganse stand der kooplieden was hij de schutspatroon en ook bescherm de hij het persoonlijke bezit. Misschien om de schaal in evenwicht te houden, maakten later ook de dieven de goede bisschop tot hun beschermer. In Amor's dienst Voor de oplossing van alle liefdesmoei lijkheden wendde men zich al evenzeer tot St. Nicolaas. „Hijlikmaker", dat is zo on geveer: huwelijksmakelaar, was dan ook zijn bijnaam in de laghe landen bi der see. De vreemde samenstelling in „goedheilig man" meent men uit dat „hijlikmaker" te kunnen afleiden. En de vrijers en vrijsters, die men elkaar oudtijds als Sinterklaas- surprise enliefdestok toezond, herin neren nog altijd aan die merkwaardige be middeling van St.. Nicolaas in gevallen van onbeantwoorde liefde. Talrijk onder de oude legenden zijn die. waarin de bisschop van Myra zich laat kennen als kindervriend. In de Middel eeuwen was hij dan ook niet in de laatste plaats de kinderheilige. Ook de oudere kin deren, de scholieren, achtten het natuur lijk niet ongepast St. Nicolaas als hun pa troon te beschouwen. En vanuit zijn kin derliefde zal men wel evenzeer de feiten kunnen verklaren, dat ook kinderloze echt paren en zwangere vrouwen zich lot hem richtten in hun moeilijkheden. Kerkelijke bestrijding Wie acht het nog ongepast, dat hierboven gerept werd van een populariteit die de verering van alle andere heiligen in de schaduw stelde? De R.K. kerk in het herfsttij der Middeleeuwen zag een gevaar in die eenzijdige cultus. Het was alleen nog Maria die onder de gelovigen hoger stond aangeschreven! Waar zachte drang in de pastorale leiding faalde, kwam het herhaaldelijk tot een beslist verbod om de hulp van de bisschop in te roepen of om hem tot patroon te verkiezen van bepaal de gilden of verenigingen. Het zou te ver voeren, als omstandig werd nagegaan, in hoeverre de kerkelijke bestrijding destijds succes heeft gehad. Wel moet worden vastgesteld, dat het na de kerkhervorming nog in veel sterkere mate de Proteseantse kerken waren, die vele tientallen jaren hun mateloze afkeer van de Sinterklaas-verering lieten blijken. Het was, zo zei men, afgoderij. Het zetten van een klomp met hooi was een offer aan een R.K. heilige. Dat toestaan zou hetzelfde zijn als het radicaal afgezworen heiligen- geloof langs een achterdeur toelaten. Hoe groot de kinderlijke angst voor de zo sympathieke kindervriend wel was, kan blijken uit het officiële verbod, dat de stadsregering van Arnhem op 3 December 1622 afkondigde. Daarbij werd verboden de schoen te zetten, evenals het bakken van Sinterklaaslekkernijen. En het gevolg van dat alles? Wel, ner gens was de bestrijding zo groot als in ons land, maar nergens in Europa is de ver volgde zo populair gebleven. JAN STEENS „SINT-NICOLAAS AVOND", (Rijksmuseum). Is het niet verwon derlijk dat deze onjuiste benaming zich eeuwen lang handhaafde? Het schilderij stelt een Sinterklaasmorgen voor, de morgen van 6 December! Aan het paneel is duidelijk te zien dat een rosse winterzon achter het venster gloort. Let bovendien op het schoentje op de voorgronddat Zwarte Klaas (zijn oude naam!) in de nacht geledigd heeft. Zie de kinderen in de schoorsteen hun dank uitroepen. Zie de huilende jongen die een gard in zijn schoen vond. Zijn zusje vindt het „lekker, net goed!", maar zijn grootmoeder acht hém genoeg geplaagd en zal juist iets vanuit de bedstede toveren! Sint-Nicolaasmorgen en géén -avond! (Klacht van de Heilige Nicolaas over de toenemen de ontaarding bij de viering van zijn verjaardag) Ach, mijn jaardog gaat verwazen in een jaarlijks woedend razen, ziet, lioe 't mensdom zit te azen op gezette speculazen. Legers valse Sinterklazen (even vals als houten kazen komen door de winkels dazen vergezeld van Pieterhazen die zelfs wraak en dreiging blazen naar mijn kleuters, bang als hazen Gans mislukte paedagogen, uitgeput in hun vermogen, dreigen zonder mededogen met m ij n wraak, de duim ontzogen. Schaamtloos heeft men mij bedrogen, al mijn kleinen voorgelogen en mijn ambtskleed uitgetogen. Al dit zouteloze pogen om prestiges te verhogen kan 'k niet zien met droge ogen Op mijn maagre blote benen voel 'k het aan: de tijd vliedt henen Maar wanneer ben 'k zelf verdwenen uit d'herinnering diergenen, die hun dwaasheden ontlenen aan m ij n werk, dat 'k moet bewenen als verloren edelstenen? Mijn persoon is immers één en ondeelbaar - laat men trainen in geduld tot 'k ben verschenen gans persoonlijk en alleen en: Eene Sint voor alle kleenen H. B. 's morgens op te staan en dan nog te treu zelen, waarop het kind in een vloed van woorden en tranen hem op de hoogte bracht van het feit, dat ze altijd het aller eerste op was. Hij begreep toen, dat er wat mis moest zijn en gaf haar het cadeau, dal volgens de aantekening een pop moest zijn, maar in werkelijkheid een kinderfornuisje was, zonder woorden. Tn het leven gaat alles voorbij. Ik heb deze waarheid helaas niet zelf bedacht, maar gelukkig wel zelf ondervonden. Met de leden van het verdere gezin Alles slijt en gaat over. Ook liefdesverdriet. En als het dan over is, kun je er verrukkelijk over schrijven. Er gebeurt ten- druppels 'die 'onhandig tussen6zijn^ge- minste iets en dan heb je vanzelf een verhaal. Een verhaal uit het werkelijke leven. Et voila! Het was natuurlijk mooier, plakte baard doorliepen en nog meer wanneer het in Parijs gespeeld had, maar het was doodgewoon Amsterdam. Wel waren we jong en hadden we heel weinig ^czlnshoof d!hcüe hem'1 de ^e°n gulden aan geld, maar gelukkig was het juist in de tijd, dat de cafetaria's uitgevonden waren en een kop koffie tien cent kostte met de deur ter hand stelde, was erg stroef. Op één cent fooi! Bovendien wisten wij en met ons alle vrienden en kennissen, dat we het later natuurlijk heel goed zouden tvaardiging°over meteen. Z''n xeiont kriieen en gewapend met zo'n stellige overtuiging is armoede een romantisch geschenk. Wel trachtten we ons tijdelijke „Je hebt het niet goed opgeschreven", f zei hij woedend. „Ik zit gewoon voor aap", bestaan wat te verbeteren, al naai gelang liet jaargetijde. „Nee, zei ik, „verder is alles goed. Al leen deze eerste, die wist ik niet meer. Maar verder klopt het, heus!" Enigszins gerustgesteld belde hij bij ons tweede slachtoffer aan. Het drama herhaalde zich, alleen wei gerde de liefhebbende vader ons de tien gulden. Mijn vriend was razend, wat ik met genoegen waarnam. Hij zwaaide, met Vader Cats en ik moest hem letterlijk ons derde gezin binnensleuren. Hij was nu zo onzeker geworden, dat hij meer op een verregende Kerstman geleek dan op een majestueuze goedheilige. Wonder boven wonder waren er hier geen fouten in de tekst geslopen, maar zijn optreden was zo angstig, dat geen kind naar hem luisterde en hij alle kwellingen doormaakte van een geplaagde leraar voor een klas. We kregen de tien gulden dan ook meer als aalmoes dan als verdiend geld. Klein en zielig liep hij naast me naar onze laatste werkgever. Koortsachtig bladerde hij daar in zijn boek. „Ik zie het niet", fluisterde hij me toe. „Laatste bladzijde", gaf ik even zacht terug. Hij keek en toen was het of hij ver stijfde. „Ik geloof, dat Sinterklaas niet goed wordt", zei ik tegen de gastvrouw en na veel „wat jammer's" stonden we zonder laatste tien gulden op straat. „Het is jouw schuld", zei hij. „Je wou me een figuur laten slaan. Je hebt alles veranderd. Je hebt in mijn zakken ge snuffeld. Hoe had je anders hierin kun nen zetten: liefste Kitty, ik zie geen kans je morgenavond te zien, maarHij sloeg me bijna met Vader Cats in het ge zicht. „Wie is Kitty?" vroeg ik alleen. „Dat gaat je niks aan", zei hij. „Dit is duivels. En ik wil je nooit meer zien". In het jaar, waar ik het over wilde hebben, was dat wonderbaarlijk gelukt. Op Sinterklaasavond hadden we vijf families opgeschar reld, die door kinderzegen genoodzaakt, zich een Sin terklaas en Zwarte Piet moesten aanschaffen, en ons dit vertrouwenswerk opgedragen hadden voor tien gulden, alles inbegre pen, wat ons dus vijftig gulden op zou brengen, een ongehoorde som voorwaar. Ik had van vlaggedoek, een pluche tafelkleed en een laken zelf het Sinter klaasgewaad gemaakt, een staf met goudpapier be plakt en uit een gymnas- tiekpak een Zwarte Piet in mekaar gedraaid, omdat de huur van deze attri buten teveel in ons hono rarium zou hakken. Daar na waren we samen naar al de gezinnen gegaan en ik had nauwkeurig en mi nutieus elke Jantje, Henkie en Fransientje, met alle „plaagt zijn broertje", „wil haar bordje niet leeg eten", „ruimt nooit zijn speelgoed op", „is brutaal tegen de werkster", met diverse va rianten van kinderaggres- sies, genoteerd. Ik had op volgorde onze vermaningen met naam en toenaam op geplakt in een verguld-op- snee-exemplaar van vader Cats' Verzamelde Gedich ten, wat anders onder mijn gastoestel stond, omdat dit wiebelde, en snelde vol trots de vooravond van ons op treden naar de kamer van mijn vriend, om hem het Sinterklaaspak aan te passen en een generale repetitie te houden, wat de toespraken betrof. .zeilde hij er-zich met veel zweetdruppels doorneen IJK, in een verhaal moest dit nu een misverstand blijken te zijn. Dan was die Kitty alleen maar een aantekening uit Toen sloeg hij Vader Cats open en riep een novelle, welke die vriend aan hel wen een mysterie voor elkaar zijn, kwam hij niet op de gedachte, dat ik dat dacht, Jantje bij zich. „Ik heb gehoord, dat jij schrijven was. We spraken af, dat hij de volgende avond op tijd bij me zou zijn en we, nadat we een en ander doorgenomen hadden, meteen onze bezoeken zouden beginnen. Ik had een vreselijke nacht en hield mezelf wak ker met opwindende monologen, waarmee IJ was niet thuis, maar de hospita liet me in zijn kamer. Omdat ik van huis hem de verwijten in het gezicht slin- uit geleerd had niet in andermans zaken te gerde. Tegen de ochtend viel me een goe- snuffelen, deed ik niets liever, toen ik een- de wraakneming in en daarna sliep ik te- maal op eigen benen stond. Na een me nigte voor mij bekende zaken gelezen te hebben, stootte ik op een tot driemaal toe juist bezig mezelf zwart te maken, omdat verbeterd kladje in de binnenzak van een ik helaas de nederige rol van Zwarte Piet jasje, dat wat verveeld over een stoelleu- vervullen moest. Mijn vriend was in een ning hing. „Lieve Kitty", las ik, „ik vind glanzend humeur. Wat zijn mannen toch het ontzettend beroerd, dat ik je morgen slecht, dacht ik weemoedig. Het Sinter- niet kan zien, maar...." en daaronder klaascostuum stond hem uitstekend. Hij vreden. Om zes uur 's avonds kwam hij. hopeloze pogingen hem te beduiden, dat Ik had onze pakken klaar gelegd en was Jantje gelijk had en dat hij vermaand wel eens de kat knijpt", kwam hij vrien- Maar in de werkelijkheid was het géén delijk berispend. misverstand. Kitty was gewoon een ander Jantje keek hem verwonderd aan. „We Mijn grote troost is, dat in een verhaal hebben geen kat", zei hij rustig. je ook eeuwig van zo iets kapot moet zijn. Mijn vriend keek tussen het goud op En dat is in het gewone leven niet. snee of hij zich vergiste, maar zag, dat hij Wel nee. Na twee maanden was ik het okee was. „Nu nog jokken ook", deed hij giad vergeten. En alleen omdat ik een ver iets strenger. haal moest schrijven, dat over Sinterklaas De vader en moeder van Jantje deden handelt, moest ik er plotseling, zolang ik schrijf, weer aan denken. In het leven gaat alles voorbij, heerlijk! „Liefste, morgen zie ik je helaas niet, maar...." en dan nog weer eens „Liefste Kitty, ik zie geen kans je morgen te zien. maar...." Dit voor een buitenstaander zeer een tonige geschrijf boeide mij uitermate. Wie was die Kitty, verdorie nog aan toe, nog wel met dat belachelijke liefste! Natuurlijk kon hij haar morgen niet zien, maar hij zag mij toch! Was dat niet voldoende. Hij bedriegt mij, dacht ik zo bitter, als men dat op twintigjarige leeftijd denken kan en pakte al mijn Sinterklaasspullen bij me- breng!" had zo iets waardigs en tevens vertrou wenwekkends, dat hij meteen in zichzelf geloofde. WAAR is mijn grote boek? vroeg hij. Ik gaf het hem. „Alles staat erin, precies in volgorde", zei ik. „Alle namen van de kinderen en wat ze Jai?tJ nft gedaan hebben met de cadeaux, die ze ba'k. kwam tot ont- k rijgen". Hij knikte goedkeurend. „Prachtig! Je zult eens zien, hoe goed ik dat er af moest worden we gens het tekenen op deuren en mu ren, maar mijn vriend, die begon te voelen, dat een en ander niet klop te, hevelde over op het cadeautje, een spoortrein met toebehoren. „Ha", schreeuwde kaar. Met de zwartste gedachten liep ik naar huis. Even erna werd er opgebeld. „Hallo", zei ik. „Je was bij me en je bent meteen weer weggegaan", zei mijn vriend. „Je was er niet", zei ik. „Ik moest even een brief posten", ze> mijn vriend. Ja zeker, dacht ik, een brief aan de liefste Kitty, maar omdat mannen en vrou- zei „Daar ben ik zeker benieuwd naar' ik iets tè lief. „Heb je iets?" vroeg hij. Kitty, dacht ik, maar ik zei: „Nee, hoezo?" We maakten een glorieuze entree bij het eerste gezin. Mijn vriend begon met so nore stem een welkomstrede af te steken zetting van ieder een een armzalig bloernenkwartet- spel, dat door Jantje minachtend in een hoek ge smeten werd. Mijn vriend begon nu Elsje, zijn zusje, in een bloemrijke woordenstroom te vermanen, niet op en de kinderen hingen aan zijn lippen, 't laatste ogenblik ....en ik moest hem letterlijk ons derde gezin binnensleuren... Misschien herinnert u zich nog dat u als kind zo graag met boetseerklei of stopverf bezig was om allei'lei meer of minder geslaagde „beeldhouwwerken" te maken. Zou het niet leuk zijn wan neer u zo tegen St. Nicolaas weer eens iets aan die liefhebberij gaat doen, maar dan met marsepein i.p.v. met boetseer klei. Wie weet hoe verrast uw kinderen zullen zijn wanneer ze merken dat moeder (of misschien ook wel vader) zelf de marsepeinworsten en -beesten gemaakt hebben, die toch altijd bij de Sint Nicolaasviering horen. Daarom geven we u een paar moge lijkheden in deze richting. Om te be ginnen het recept voor het maken van marsepein. (Eventueel kan ook namaak marsepein van havermout gebruikt worden, hoewel dit niet zo makkelijk werkt). 250 gr. amandelen, 500 gr. poeder suiker, 1 eiwit, pl.m. 1 theelepel laurier kerswater of oranjebloesemwater. De amandelen even in heet water weken en dan van de bruine velletjes ontdoen. Malen door een vleesmolentje met een grof mes of, wat beter is, door een amandel molentje. De gezeefde poe dersuiker bij de 1 maal gemalen aman delen doen en deze massa samen nog eens malen, nu met een fijn mesje in de molen. Dan het V7 eiwit (losgeklopt) en het laurierkerswater toevoegen en zo lang kngden tot een gladde, samenhan gende massa ontstaan is. Van deze massa kan men nu allerlei voorwerpen maken van namaak-zeep tot diverse beesten toe. De gewenste kleuren kunt u verkrijgen door wat kleurstof door de massa heen te werken. Voor een goede en snelle vermenging van de kleurstof is het 't prettigst deze 1 keer mee te malen. Bij iedere goede drogist kunt u een groot aantal vi rschil- lende kleuren krijgen. Deze kleurstoffen mogen maar drup pelsgewijs toegevoegd worden daar ze zeer sterk kleurend zijn. En hebt u zich al eens gerealiseerd hoe zo'n gezellige marsepeinworst met stukjes „spek" er in tot stand komt? 't Is minder moeilijk dan het op het eerste gezicht lijkt en het resultaat is altijd goed. U verdeelt uw hoeveelheid marsepein in tweeën en werkt door de ene portie cacaopoeder tot de gewenste sterkte. Van de „witte" helft neemt u een klein stukje af en hiervan worden dunne rolletjes gemaakt 15 cm lang en pl.m. V7 cm doorsnede. B.v. 5 of 6 rol letjes (zie tekening C). De rest van de witte marsepain wordt uitgerold tot een rechthoekige lap van 15 x 20 cm (A). De „cacaohelft" wordt uitgerold tot een lap van 15 x 18 cm (B). Dan worden de stokjes in de chocoladelap gerold (I) en hieromheen wordt lap A gerold (II). De worst een poosje laten staan om „op te stijven" en later in schuine plakjes snijden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 7