Een vak, waarin geen les
gegeven wordt
VAL DA
Het Hek van de Dam
Agenda voor
Haarlem
Walkie talkie helpt in de mist
Gezant
Civiel geding over 200.000 dollar
voor Amsterdamse rechtbank
Op zoek naar de
juiste methode
3
LEREN LEREN
Brand in Bovenkarspel
Monument voor
„Tante Riek"
Tweede conferentie der
Nederlandse letteren
Kerkelijk Nieuws
Curatoren van gefailleerde maatschappij eisende partij
Verloren middag
Gewonnen moed
A. P. du Mee overleden
WOENSDAG 10 DECEMBER 1952
Men heeft zich dikwijls afgevraagd: kan iemand leren hoe hij iets leren moet? Deze
a(lg gaat ieder schoolkind aan, maar ook iedere vader of moeder die de vorderingen
van z°on °f d<)chter °P Lagere of Middelbare school volgt. De kwestie is dus niet:
het begrijpen van de leerstof, m.aar: het inprenten ervan. Wanneer een kind iets niet
begrijpt} kan het hem uitgelegd worden. Heeft hij eenmaal inzicht gekregen, dan
zijn de 'moeilijkheden uit de weg geruimd.
Ceheel anders is het gesteld met een tekst die geléérd moet worden, ingeprent, geme
moriseerd. 'n Paragraaf geschiedenis bijvoorbeeld of een hoofdstuk aardrijkskunde,
uet is gewoonweg onrustbarend te zien op welke primitieve wijze leerlingen [zich
kwijten van de opdracht een les te leren. Het is werkelijk of men een groep land-,
arbeiders een akker ziet bewerken op de wijze waarop de oude Germanen dat deden.
En nu is het vreemde dat niemand roept: „Maar beste mensen, waarom beul jullie je
z0 af? Er zijn toch moderne ploegen, er zijn toch naaimachines en tractors?!"
Tegen onze leerlingen wordt dat niet
gezegd. Er is een stuk behandeld dat
wil zeggen: de docent heeft verteld wat in
de les staat, allerlei verduidelijkt, uitge
legd en toegelicht en nu volgt de op
gave: voor de volgende keer leer je dus
s 34,
S De avond voor „de volgende keer" zit
jan braaf met zijn boek voor zich. Het is
hoogstwaarschijnlijk dat hij 34 enige
malen doorleest en dan z'n boek dichtslaat.
Voor enkele jongens is deze leerwijze vol
doende. Zij beschikken over een snel op
nemend (maar meestal ook snel vergetend)
geheugen; als zij de volgende dag een beurt
krijgen, kunnen zij raak antwoorden met
de woorden van het boek. Maar voor de
allermeesten is het lezen van een les lang
niet zo eenvoudig. Wanneer Jan wordt
overhoord, blijken er allerlei leemten en
hiaten in zijn kennis te zijn. Hij leest dus
de les nog eens over en stopt dan haastig,
voor hij opnieuw wordt gecontroleerd,
het boek in zijn tas.
Is het nu niet hoogst verwonderlijk dat
niemand tegen Jan zegt: Jan, je bent net
een oude Germaan; je gebruikt de primi
tiefste middelen om je doel te bereiken.
Je moet het anders aanpakken jö, dan gaat
het gauwer en beter.
Dat doen wij echter niet. Wij schudden
ons hoofd en zeggen: Jammer dat Jan zo
moeilijk leert. En daarmee bedoelen wij
eigenlijk: jammer dat Jan zo weinig intel
ligent 'is. Maar het is geen vraag van in
telligentie, het is een vraag van leerge-
schiktheid, van het aanwenden en toe
passen van methodische gedragswijzen,
van het gebruiken van maaimachines en
tractors. Daarmee kan Jan geholpen wor
den. En het is de taak van iedere school te
zorgen dat haar leerlingen de meest doel
treffende methoden leren hanteren.
Primitiefste methode
De primitiefste methode is: iets stom
weg in je kop stampen. Dat is de mecha
nische methode die men toepast, wanneer
men iets uit het hoofd moet weten waar
aan men slot noch zin kan vinden. Op die
manier zal een H.B.S.-er een Latijns stuk
proza in z'n geheugen kunnen pompen.
Een betere methode dan de mechanische
is de rhythmische. Iedereen heeft wel eens
de ervaring opgedaan dat het oneindig
veel gemakkelijker is een vers uit het
hoofd te leren dan een stuk proza. Van
daar dat sommigen er zich op toeleggen
een reeks van feiten in rhythmische volg
orde te brengen en ze dan te leren.
In de tijd dat het nog noodzakelijk was
bij de Vaderlandse geschiedenis alle gra
ven van alle „huizen" op een rijtje te
kennen, ontstond het „versje":
Dikkie, Dikkie, Arnold,
Dikkie, Dikkie, Flo enz.
voor: Dirk I, Dirk II, Arnold, Dirk III,
ADVERTENTIE
Een lekkernij:
verrukkelijk van
smaak, pittig van
aroma, croquant
van samenstelling.
KINGFABRIEKEN TONNEMA N.V.
WOENSDAG 10 DECEMBER
Begijnhofkapel: Christen spiritualistisch
Centrum „De grotere wereld", genezings
dienst, 8 uur. City: „Voor wien de klok
luidt", 18 jaar, 7.30 uur. Spaarne: „Treinroof
in Missouri", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „Streets of Laredo", 14 jaar, 7 en 9.15
uur. Rembrandt: „Perrucha", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Palace: „Dallas", 14 jaar, 7 en 9.15
uur. Luxor: „Hoffmans vertellingen", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Lido: „De Forsyte sage", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „De 13 lanciers",
14 jaar, 8.15 uur.
DONDERDAG 11 DECEMBER
Zuiderkapel: Zuiderstraat 15, spreker J. A.
Monsma, 8 uur. Lido: „De Forsyte sage", 18
jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Voor wien
de klok luidt", 18 jaar, 2 en 7.30 uur. Spaarne:
-Treinroof in Missouri", 14 jaar, 2.30, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: „Streets of Laredo", 14
jaar, 2,30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Per
rucha", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace:
„Dallas", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„Hoffmans vertellingen'', 14 jaar, 2, 7 en 9.15
uur. Minerva: „De 13 lanciers", 14 jaar, 8.15 u.
Dirk IV, Floris I. Ik hoop dat het nergens
meer in zwang is, maar het is een duide
lijk voorbeeld van het voordeel der
rhythmische inprenting boven de mecha
nische.
Technische leerwijze
Weer een stap verder brengt ons de
technische leerwijze. Dat woord wordt ge
bruikt voor wat wij in het dagelijks leven
„een ezelsbruggetje" noemen. Er zijn open
bare en particuliere ezelsbruggen, dat wil
zeggen: sommige zijn algemeen bekend,
andere gebruikt iemand alleen voor zich
zelf. Misschien wel de vermaardste school-
ezelsbrug is het zinnetje: Mijnheer Van
Dalen Wacht Op Antwoord waaruit men
de volgorde van de rekenkundige bewer
kingen kan afleiden (machtsverheffen,
vermenigvuldigen, delen enz.).
De beste wijze van inprenten is natuur
lijk de zinvolle, het leren met begrip, het
onthouden doordat men betekenis en ver
band heeft doorgrond.
Wat men nu aan de leerlingen zou moe
ten leren is: pas zoveel mogelijk het zin
volle leren toe, daal alleen af tot technisch
en rhythmisch leren, wanneer dat nodig
is en behelp je alleen in noodgevallen met
mechanische inprenting. Het is in-efficiënt
een les die met begrip geleerd kan wor
den, in je hoofd te pompen: het duurt
langer en het geleerde vervliegt sneller.
Dan rijst natuurlijk de vraag: maar hoe
moet je dan zinvol leren? Die vraag brengt
ons tot de practijk. Die practijk bevat voor
volwassenen niet veel schokkends. Maar
telkens en telkens blijkt dat de leerlingen
leiding nodig hebben bij de toepassing van
in wezen zeer eenvoudige leermethoden;
dat zij er uit zichzelf niet „opkomen",
maar ze wel van anderen kunnen over
nemen.
Er moet geschiedenisles worden geleerd.
De eerste opdracht is: eenmaal rustig en
aandachtig doorlezen. Dat geeft een over
zicht van het geheel. De tweede opdracht
is: analyseren, d.w.z. de stof indelen, van
elk onderdeel de hoofdzaak zoeken, pro
beren daarvan een samenvatting te geven
in één enkele zin en die opschrijven. Een
enkele naam noteren.
De laatste opdracht is: verwerken. Dit is
natuurlijk de hoofdzaak. Uit de brokstuk
ken moet het geheel weer worden opge
bouwd. In de marge kunnen hoofdzaken
die bijeen horen worden genummerd. Een
historische atlas behoort te worden ge
raadpleegd. Enkele belangrijke jaartallen
worden opgeschreven. Zonder dat het boek
geraadpleegd wordt, moeten de gebeurte
nissen worden ingevuld.
Wil men de kroon op het werk zetten,
dan kan men zich afvragen: wat zou ik als
ik leraar was nu uit deze les voor vragen
stellen? Wie die vragen kan beantwoor
den, kan onbezorgd naar school gaan.
Het is onjuist te denken dat de aange
geven weg lang en omslachtig is. De prac
tijk wijst uit dat men met goede methoden
niet alleen beter, maar ook sneller leert.
Wat trouwens te begrijpen is voor ieder
die zich mijn vergelijking met landbouw
methoden herinnert.
Dr. P. H. SCHRÖDER
Twee gezinnen dakloos
Door nog onbekende oorzaak: is gisteren
■te Bovenkarspel een groot met riet bedekt
woonhuis, bewoond door de families Fit
en Peerdeman, dtn brand geraaikt en volko
men uitgebrand. Dank zij spoedige hulp
zijn geen slachtoffers te betreuren. De ge
hele inboedel ging verloren en slechts en
kele persoonlijke bezittingen konden wor
den gered. Doordat de brandweer spoedig
ter plaatse was, kon worden voorkomen,
dat een nabij gelegen houten woonhuis
eveneens een prooi der vlammen werd1. De
beide gezinnen, tezamen 14 personen, zijn
bij buren en bekenden ondergebracht.
Verzekering dekt gedeeltelijk de schade.
Grondlegster landelijke
onderduikershulp
Het comité „Monument Mevrouw Kui
pers-Rietberg (Tante Riek"), dat is opge
richt met de bedoeling door middel van
een monument de nagedachtenis van
„Tante Riek" en in haar persoon de vrouw
in het verzet te eren, heeft in Amsterdam
de plannen nader toegelicht.
Mevrouw Helena Theodora Kuipers-
Rietberg uit Winterswijk is in 1942 de
grondlegster geweest van de georganiseer
de landelijke hulp aan onderduikers. Eihd
1944 is zij overleden in het Vrouwenkamp
Ravensbrück.
Men wil thans geld bijeenbrengen om
een eenvoudig monument op te richten,
dat waarschijnlijk geplaatst zal worden op
een plein in Winterswijk nabij het ge
meentehuis.
Het is niet bekend- hoeveel geld er nodig
is, maar het is de bedoeling, dat een even
tueel overschot verdeeld zal worden tussen
de Stichting 1940-1945 en de Stichting
„Het Vierde Prinsenkind".
Het comité doet in de eerste plaats een
beroep op de 300.000 onderduikers uit de
bezettingstijd, die van het werk van de
landelijke organisatie hebben geprofiteerd.
Voor de keuze van de beeldhouwer
wordt overleg gepleegd met de adviescom
missie van de Kring van Beeldhouwers.
Het gironummer van het comité is 243838.
Men kan ook door de medewerking van
de P.T.T. een briefkaart zenden aan het
Comité (Wooldistraat 7, Winterswijk) en
naast de 60 cents postzegels een bedrag aan
postzegels bijplakken met een maximum
van een gulden.
Op Vrijdag 19 en Zaterdag 20 December
zal in het gemeentemuseum in Den Haag
de tweede conferentie der Nederlandse
letteren worden gehouden. Deze bijeen
komst is een tegenhanger van de confe
rentie die op 6 en 7 October 1951 in Brus
sel werd gehouden.
De conferentie heeft ten doel de moge
lijkheid van een nauwere samenwerking
tussen Nederland en België op het gebied
van de letterkunde, uitgeverij en boek
handel, het bibliotheekwezen en de radio
te bevorderen. Schrijvers, uitgevers, boek
handelaren, bibliothecarissen en radiomen
sen uit beide landen zullen speciaal de
problemen op het terrein van de culturele
uitwisseling onder het oog zien. Aan het
hoofd van de Belgische delegatie staat dr.
Herman Teirlinck, aan het hoofd van de
Nederlandse mr. M. Nijhoff.
ADVERTENTIE
Neem een doos echte
PAS TILLES
VOORKOMINGVAN GRIEP
De Londense politie-agenten waren gedurende de afgelopen dagen uitgerust met
walkie-talkies, zodat ze in de mist contact met elkaar konden onderhouden. Een
Bobbie geeft hier een motorrijder aanwijzingen.
Tegenwoordig ben ik een beetje scep
tisch. Vroeger was ik anti-sceptisch. Maar
men verandert zo een beetje. Vroeger had
ik direct geloofd dat er in Ecuador plaats
zou zijn voor „millioenen" Nederlanders.
Maar ik heb de vriendelijke, goedmoedige
Latijns-Amerikaanse hartegesteldheid een
beetje leren kennen en ik heb eens ander
half uur op het vliegveld van Quito zitten
wachten op verbinding met Panama; ik
ben dus een echte Ecuador-kenner, een
Ecuador-expert moogt ge wel zeggen, en
ik denk: als het er nu eens tienduizenden
zouden zijn dan zou dat ook al prachtig
wezen.
Ik zie die drie-en-een-half millioen
Ecuadorianen al staan juichen als daar
„millioenen" Nederlanders komen mee
eten! Maar goed: tienduizenden dan. In
ieder geval kunnen wij er Prins Bernhard
dankbaar voor zijn, dat hij deze goede ont
dekking voor onze benarde veste heeft
gedaan.
Weet u wat ik in mijn burgermanson-
schuld, die van toeten noch blazen omtrent
het ministerie van Buitenlandse Zaken
weet, nu zo raar vind? Dat zal ik u zeg
gen. Kijk, ik begrijp heel wel, dat de
Prins door zijn hoge positie en ook door
zijn inzicht en optreden meer kan bereiken
dan een ander, en dat hij daardoor in staat
is meer te doen dan anderen kunnen doen.
Het Nederlandse volk, in al zijn geledin
gen, is hem oprecht dankbaar voor de
voortreffelijke wijze, waarop hij zijn be
langrijke taak vervult. Maar dat er plaats
voor vele Nederlanders in dat verre,
vruchtbare land is.waarom komen wij
dat nu pas te weten? Wij hebben een ge
zant (en gevolmachtigd minister) in Co
lumbia. een heer die tevens geaccrediteerd
is bij de regering van Ecuador. Dat is
reeds jaren en jaren het geval. Heeft die
meneer dit niet opgemerkt? Heeft die ver
tegenwoordiger van Nederland nooit eens
onderzocht of er arbeidsmogelijkheden
voor Nederlanders in Ecuador zijn?
Mijne heren Excellenties van Buiten
landse Zaken: wat hebben uwe gezanten
ginds eigenlijk gedaan?
En als zij het niet onderzocht hebben,
waarom zijn zij. dan niet flink door elkaar
en wakker geschud?
ELIAS
ADVERTENTIE
Onbetwist de beste tandpasta
Ned. Herv. kerk
Beroepen te Eist J. G. Panhuise te Har-
denberg.
Bedankt voor Neerlangbroek J. v. d.
Heuvel te Schoonhoven.
Beroepen te Nieuw Lekkerland J. W. v.
d. Linden te Kamerik.
Geref. kerken
Beroepen te Tijnje, Wierum en Wou-
brugge C. de Kruyk, cand. te 's-Grevel-
duin-Capelle.
Geref. kerken onderh. art. 31 K.O.
Bedankt voor Overschild P. Veldstra te
Kantens.
Chr. Geref. kerken
Bedankt voor Rozenburg C. v. d. Weele
te Harderwijk.
Tweetal te 's-Gravenzande, M. Baan te
Dordrecht en P. Op den Velde te Murmer-
woude.
Geref. gemeenten
Beroepen te Tholen M. Blok te Rotter-
dam-C.
Examens
Aan de Theol. Hogeschool der Geref.
kerken onderh. art. 31 K.O. is geslaagd
voor het prop. examen de heer W. Meijer
te Suameer.
In een civiel geding tussen de curatoren
van de gefailleerde Handels- en Financie
ringsmaatschappij de N.V. Comfin te Am
sterdam als eisende partij tegen de vroe
gere directeur van deze firma Alfred
Kallir, de Overseas Deposit and Trust
Company te Londen en de November Rea
lisation Corporation te New York als ge
daagde partijen over een bedrag van
200.000 dollar, heeft de Amsterdamse
rechtbank bekend gemaakt, dat zij al
vorens in deze affaire een beslissing te
nemen door drie deskundigen wenst te
worden voorgelicht omtrent de wettelijke
richtlijnen, die bij behandeling van deze
zaak voor een Londens en voor een Ame
rikaans gerecht in New York zouden
gelden.
De eisende partij in dit geding hoopt te
bewerkstelligen, dat het bedrag van bijna
200.000 dollar alsnog naar Nederland zal
worden overgemaakt, waarna het besteed
zou worden als uitbetaling aan de schuld
eisers van de gefailleerde Comfin. Ieder
der schuldeisers zou dan tenminste nog 7
percent van zijn vorderingen ontvangen.
Deze firma werd voor de oorlog in Am
sterdam opgericht als onderdeel van het
Witkowitz-Concern in Praag (voornaam
ste aandeelhouders de bankiers-families
Rothschild en Gurmann uit Wenen). Als
Het spijt ons oprecht te moeten ver
klaren, dat wij dezer dagen een hele
middag in Amsterdam verlummeld
hebben. Wij waren van zins ons naar
het IJ te begeven, teneinde u een be
schrijving te leveren van de schepen, de
meeuwen, de pakhuizen en de stoom
fluiten, die samen de Amsterdamse
haven vormen, maar het was zo bitter
koud, dat wij een andere en veiliger
haven zijn binnengevallen, namelijk een
café bij het Leidseplein, alwaar wij
enige uren hebben doorgebracht met het
drinken van bier en het eten van ape
nootjes.
Wij willen wel bekennen, dat wij daar
niet alleen knaagden, maar ons geweten
ook. Dat geweten van ons heeft een paai
geweldige snijtanden en maakte daai
niet zuinig gebruik van, maar vreemd
genoeg kan het niet tegen bier, want
dan begint het al gauw te knabbelen en
na nog even houdt het helemaal zijn
kiezen op elkaar. Zo ook nu. En trou
wens toen de dorst van ons geweten
gelest was, bleek al ras, dat dit café met
zijn zachte lichten in de sombere middag
een even belangwekkende en veel beter
beschutte haven was, dan die geweldige,
koude wateroppervlakte achter het Cen
traal Station. Al droegen de havenmees
ters in het café dan korte witte jasjes
en al lopen de havengelden er gauw op.
Er kwamen daar op die donkere win-
ternoen weer de vreemdste eenmans-
jolletjes binnenlaveren om even respijt
te zoeken van de golfslag van de kille
zee van het leven, die hoog en grauw was
en een venijnige schuimmist in de halzen
dreef van de eenzame stuurlieden.
Zo was er een dichter met een grijs
pilo-jasje aan en een blauwe trui er
onder en een machtig hoofd met grijs
haar er boven. Hij was een aardige,
maar ook een beetje droevige man, die
kennelijk een heel eind in de wind op
had moeten kruisen, eer hij zijn anker
had kunnen laten vallen daar aan de
glimmend-houten bar onder de zachte
lichtjes, die zich welwillend spiegelden
in zeker honderd flessen met klare of
donkerbruine of gouden dranken er in.
Het waren hele mooie flessen op die
koude wintermiddag.
De dichter had er zeker al een helf
tijd gezeten, want hij dacht hard-op
héél hr.rd-op zelfs en hij gaf ook dicht
bundeltjes weg, bijzonder dunne boek
jes, waarvan de bladzijden slechts ten
dele bedrukt waren, en die, al was er
het zogenaamde opdikkend papier voor
gebruikt, in de boekhandels toch niet
als waar voor je geld worden beschouwd.
Maar hij schreef er met florissante
krullen opdrachten in en dat vergoedde
wel wat.
Behalve het zwerversschip van de
poëet, was er ook een nog niet geheel
afgebouwd huwelijksbootje aangelegd
waarvan de opvarenden voortdurend
ode bessen bestelden. En dan waren er
log een paar onbestemde vaartuigen en
enslotte een vlootje forse koopvaardij
schepen, zeer dikke mannen uit het
hotel, ëafé- en restaurantbedrijf.
En zo lagen we daar met zijn allen
het kwade weer van de kille middag uit
te rijden en zoals in een echte haven de
geluiden uit alle hoeken komen, zo
vielen hier de flarden van vele gesprek
ken over elkaar totdat zij een bizarre
lappendeken gingen vormen, waaronder
men warmpjes kon soezen.
„Lóóódewijk," zei de dichter tegen de
barman, „mag ik hier een onwelvoege-
lijk geluid laten horen" en hij deed het
even later tóch.
„Een prachtgebouw," zei een van de
dikkerds, „en zijn zoon zit in Engeland
het vak te leren en een chef-kok heppie
als een koning."
„Ik vind het echt een gore streek," zei
het meisje in de hoek en lachte daar
vrolijk bij.
„Ik ga vanavond ergens slapen, hoor
je dat wel Lodewijk," zei de dichter.
„Het mooiste is een café ergens mid
den in de stad," zei een Horecafman,
„het hoeft niet groot te wezen, als je
maar aanloop hep. Dan ken je niks ge
beuren."
„Ik ga slapen," zei de dichter, „ik ben
b'roerd, 't is koud."
„Je hebt anders warme kleren aan,"
zei de barman.
„Ja, maar geen sokken," zei de dichter.
Toen stond een van de dikke mannen
van de Horecaf op om onder het licht
van een lamp het telefoonboek te raad
plegen.
„Hij gaat voorlezen," zei de dichter en
haalde alweer een dichtbundeltje uit
zijn zak, „declameer hier maar liever
eens uit."
De dikke Horecaffer gluurde wan
trouwig naar beneden „Ken ik niks
an verdiene," zei hij wantrouwig,
„Houdt u het maar bij U," en hij bla
derde weer verder.
„Hij tutoyeert me niet eens," zei de
dichter blij verrast.
Er viel een stille glimlach in het
café en de flessen stonden vol warmte
in duizend kleuren en het licht was
zacht en vele mensen waren broeders.
Wij dronken een teugje bier en namen
dan weer een handje apenootjes. Om
daar dorst van te krijgen en die ver
volgens weer te kunnen lessen. Wij
voelden ons daarbij zeldzaam op ons
gemak.
Zelfs het feit, dat op de dienstregeling
van het leven ons naderend vertrekuur
stond opgetekend, kon ons niet deren.
Wij zijn daarop nog een half uur gaan
biljarten en maakten voor het eerst van
ons leven een carambole van acquit. Er
sneuvelden nog meer persoonlijke
records, want wij maakten een echte
serie van twee stuks en scoorden voorts
met twee driebanden-stoten, zonder bij
het mikken die mogelijkheid ook maar
enigszins onder ogen te hebben gezien.
Toen wisten wij, dat wij met een ge
rust hart de tros weer los konden gooien
om recht voor de wind die veilige,
warme haven uit te stormen. We leken
wel een hoofdpersoon uit „Miep zet
door", zo lieten wij de wind spelen door
onze haren, die groeiden op het hoofd,
dat wij lachend in de nek hadden ge
worpen. BOEDA
directeur werd aangesteld Alfred Kallir,
een Oostenrijker, die geruime tijd in ons
land vertoefd heeft. De Comfin verstrekte
credieten aan talloze buitenlandse firma's
en beschikte voor de oorlog tevens over
grote bedragen, die toebehoorden aan cre
diteuren in het buitenland.
Aangezien sommigen dezer crediteuren
reden hadden de beschikking over dit ka
pitaal in Nederland geheim te houden
voor hun eigen overheid, trok Alfred Kal
lir naar Londen en stichtte daar de Over
seas Deposit and Trust Company, waar
van hij zelf directeur werd. Teneinde de
mogelijkheid van ontdekking zo klein mo
gelijk te maken schrapte de Comfin de
hamen van de genoemde categorie credi
teuren uit haar boekhouding en plaatste de
schulden, een totaal bedrag van bijna
200.000 dollar, onder een nieuwe post:
Overseas Deposit and Trust Company. In
Londen boekte deze Overseas Company de
schuld in haar boeken onder de schuil
naam „Continentale Krakau".
Door allerlei beperkende deviezenbepa-
lingen ging het daarna met de Comfin
bergafwaarts. Toeri zij in 1948 failliet ver
klaard werd, bleef een schuld van 10 mil
lioen gulden onbetaald.
Toen in 1939 de oorlog was uitgebroken
zag Kallir de toekomst voor de Comfin in
Nederland duister in en realiseerde zich,
dat de Overseas Company in Londen wei
eens gedwongen kon worden de schuld
„Continentale Krakau" uit te betalen.
Tijdens het proces voor de Amsterdamse
rechtbank verklaarde hij in September,
dat hij uit vrees voor een Duitse inval in
Engeland een bedrag van 200.000 dollar,
waarover de Comfin bij een bank in Lon
den beschikte, had laten overmaken naar
zijn broer Otto Kallir in New York. Hij
kon dit doen, aangezien hij zelf immers nog
steeds directeur van de Comfin was.
Zijn broer bewaarde dit geld jarenlang,
zegt hij. In 1946 echter stichtte Alfred
Kallir in New York de November Reali
sation Company en liet zijn broer het be
drag aan deze nieuwe firma overmaken
ten gunste van de Overseas in Londen,
niet ten gunste van de Comfin in Amster
dam.
In deze affaire is ook de Engelse rechter
reeds gemoeid geweest. Vermoedelijk zal
door de eisende partij ook nog indien
nodig een proces aanhangig worden ge
maakt in New York. Wordt uiteindelijk
Alfred Kallir in het gelijk gesteld, dan zal
het geld dus worden toegewezen aan de
Overseas in Londen, die daarmede de
groep crediteuren, geboekt onder het
hoofd „Continentale Krakau" geheel scha
deloos kan stellen. Beslissen de rechtban
ken echter, dat het geld de Comfin toe
komt, dan wordt het bedrag verdeeld over
alle crediteuren van de Comfin, onder wie
zich ook de Overseas bevindt. In dat geval
zal de Overseas, juist als alle andere
schuldeisers, slechts 7 percent van het be
drag ontvangen.
ADVERTENTIE
ROSLEDEREN 3ASSEN ƒ125.—
Na een ziekte, die enkele weken geduurd
heeft, is vanmorgen in het Wilhelminagast-
huis te Amsterdam op 71-jarige leeftijd
overleden de heer A. P. du Mee, die meer
dan dertig jaar lang directeur is geweest
van het Rialto-bioscooptheater in de
hoofdstad.
De heer Du Mee was een vooraanstaande
en in ons gehele land bekende figuur op
het gebied der liefdadigheid. Voorts was
hij een van de mede-oprichters van de
Nederlandse Reisvereniging, voor de oor
log gedurende een jaar voorzitter (en tot
zijn dood vice-voorzitter van de afdeling
Amsterdam) van de Nederlandse bioscoop
bond, oprichter-bestuurslid van het Bio-
vacantie-oord en bestuurslid van de So-
phia-vereniging tot bescherming van die
ren.