Zoon van Pieter Jelles toonde
zijn vader van huiselijke kant
Er zijn veel meer Stille Armen
dan U denkt
Tent-hotel tijdens Flora 1953
Mogelijkheden worden
nog bekeken
„Ik kon mijn ogen niet geloven"
"Brieven aan
cle redactie
Drie balletpremières
bij de Opera
Plan van Haarlems restaurateur
5
WOENSDAG 17 DECEMBER 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Restaurant in Vleeshal
Nieuwjaarswens
Haarlems Dagblad
Oudejaarsviering P.v.d.A.
Burgerlijke Stand
van Haarlem
TAXI? bel 13000
Bashir hield lezing voor
Haarlemse Esperantisten
Bebouwing bij Zuidlaan
te Aerdenhout
Door de gladheid gevallen
Schouwburg allesbehalve
een tempel der Muzen
Gisteravond hield Jelle Pieters Troelstra
voor de leden van het Instituut voor Ar
beidersontwikkeling in de Renaissancezaal
van het Frans Halsmuseum een voordracht
over het leven van zijn vader, de bekende
socialistenleider Pieter Jelles Troelstra. De
heer Jelle Troelstra, die een boek over het
leven en werken van zijn vader heeft ge
schreven („Mijn vader Pieter Jelles")
heeft de aanwezigen ruim twee uur in de
ban van zijn verhaal gehouden door op
zeer suggestieve wijze te vertellen over de
„andere" Troelstra. Niet de meester in de
rechten, het Kamerlid of de hoofdredacteur,
maar de huisvader en de humorist.
De verteller nam ons mee naar Leeu
worden, Amsterdam, Utrecht, Den Haag,
Haarlem en weer Den Haag.
pieter JeJ-les heeft zijn levenlang ge
tracht rust te vinden, daar hij lichamelijk
feitelijk niet in staat was een dergelijk
druk leven te leiden en hij profiteerde dan
ook van elke gelegenheid, die zich maar
voordeed om eventjes uit te blazen. Doch
deze gelegenheden kwamen niet al te dik
wijls voor. Meestal was hij op reis om,
vooral in verkiezingstijd, te spreken, te
vergaderen of te debatteren.
Van Leeuwarden verhuisde het gezin
Troelstra via Amsterdam naar Utrecht,
waar de toen jonge advocaat een praktijk
begon. Reeds spoedig echter voelde hij zich
aangetrokken tot het socialisme. Hij werd
lid van de Sociaal-Democratische Bond,
richtte het blad „De Baanbreker" op en
bouwde de afdeling Utrecht van zijn partij
vanaf de grond op.
Haarlem
In 1897 werd Troelstra in de Tweede
Kamer gekozen en men verhuisde naar
Den Haag. Toen hij echter in 1900 hoofd
redacteur van „Het Volk" werd moest hij
zijn werkzaamheden verdelen tussen de
hoofdstad en de residentie 'en Troelstra
koos de (geografische) middenweg door
zich in Haarlem te vestigen. En aan de
Spaarnestad heeft Pieter Jelles enkele
minder prettige herinneringen bewaard.
Immers enige tijd voordat de spoorweg
staking uitbrak (1903) bemerkte Troelstra,
dat hij geschaduwd werd. Ook zijn partij
genoten hadden hier last van en geen
enkele socialist kon naar Amsterdam kor-
men om de berichten over de organisatie
van de staking over te brengen. De twaalf
jarige Jelle Pieters kreeg toen de opdracht
om brieven over te brengen, een taak
waarvan hij, zich met geestdrift heeft ge
kweten.
Toen de staking uitbrak werd Troelstra
onmiddellijk gearresteerd en dit heeft zijn
toch al niet beste gezondheid geen goed
gedaan.
Zwembroek
In de verkiezingstijd moest Troelstra in
vele plaatsen aanwezig zijn om de kiezers
toe te spreken. Op een Zondag ging hij
voor het houden van een rede naar IJmui-
den, Zijn dochter en zoon mochten mee en
daar vader in een uitstekend humeur was
beloofde hij, dat hij twee willekeurige
woorden, die zijn kinderen mochten kiezen,
in zijn toespraak zou gebruiken. „Lucifer
doosje", zei zijn dochter. „Zwembroekje",
sprak de zoon, en zelden hebben de kinde
ren een vergadering met zoveel ongeduld
tegemoet gezien. Jelle Troelstra heeft al-
Het is een goede, hartelijke
gewoonte uw vrienden en
relaties een gelukkig nieuw
jaar te wensen.
En u kunt dit niet eenvoudiger
en tegelijkertijd vollediger doen
dan door een
in
oprechte haarlemsche courant
I
De prijs bedraagt slechts 20 cent per
m.m., minimum 12 m.m., maximum
60 m.m.
In deze Nieuwjaarswensen wordt
slechts de gewone courantletter ge
bruikt met een enkele vette regel.
Bij groter formaat en groter letter
wordt de gewone losse-m.m.-prijs
berekend, of de plaatsing cp het
bestaande contract in mindering
gebracht.
Zendt ons tijdig uw opdracht voor
publicatie in ons nummer van Woens
dag 31 December (of Vrijdag 2 Januari)
GROTE HOUTSTRAAT 93
SOENDAPLEIN 37
Maar geen van hen kon in perfectie halen
bij de al wat kaalwordende, grijze butler.
Tegen tien uur ging ik naar bed. Ik sliep
bijna onmiddellijk in, geloof ik.
Toen ik tenminste twee uur later met
een vaag onrustig gevoel wakker werd, had
ik het gevoel al zwaar geslapen te heb
ben. Ik lag, zoals meestal in mijn slaap, met
mijn hoofd onder de dekens, maar ik had
dat gevoel dat iedereen in zijn leven wel
eens gekend heeft; zoiets van „er is nog
iemand anders in mijn kamer". En het was
niet alleen dat gevoel. Er was nog iets, een
soort regelmatig terugkomend sissend ge
luid, alsof iemand scherp door zijn tanden
ademde. Eerst dacht ik, dat het nog een
voortzetting was van mijn droom, waar
zo'n geluid min of meer in thuishoorde.
Ma,ar langzamerhand werd ik klaar wak
ker en realiseerde mij, dat het geluid er
werkelijk was. En ook het gevoel, dat er
nog iemand in de kamer was, bleef. Nog
even hield ik me onder de dekens, in de
hoop dat het alles zou verdwijnen, maar
toen voelde ik mij toch tegenover mijzelt
verplicht eens te kijken. Heel voorzichtig
stak ik mijn hoofd boven de dekens uit.
Het eerste wat opviel was dat de deur
naar de gang open stond en het licht daar
aan was. Omdat ik zelf het licht had uitge
draaid en de deur dicht gedaan kwam dit
me al wat vreemd voor. De kamer was dus
vagelijk verlicht, ook al doordat de gas
haard een zacht schijnsel op de muur boven
mijn bed gaf. Langzaam keek ik de kamer
rond.
En op de grond voor de gashaard zag ik
een man zitten. Hij zat met zijn rug naar
mij toe en omdat mijn ogen nog maar halt
open waren, zag ik niet alles goed. Maar
er was iets vreemds aan die man. Ik wreef
mijn ogen uit en zag toen pas, wat hij aan
het doen was.
Ik heb een paar keer op een kladje
geprobeerd mijn gevoelens op dat ogen-
leen de zin met het zwembroekje onthou
den en deze luidde aldus: ...maar dat
amendement van de heer Ram was niet
meer dan een zwembroekje om de naakt
heid ervan te bedekken....". Een donde
rend applaus volgde..,..
Ook verzen
En het hierboven aangehaalde voorval
was kenmerkend voor Pieter Jelles. Zijn
zoon las gisteravond vele fragmenten uit
zijn boek voor en telkens weer bleek, dat
ondanks de moeilijke tijden en de drukke
werkzaamheden Troelstra een goed humeur
had en steeds weer klaar stond om zijn
rijke fantasie te laten spreken. Ook zong
hij veel en maakte hij verzen. De liederen
bundels van Troelstra zijn in vele Friese
gezinnen een begrip geworden en nu nog
worden deze liederen gezongen. Ook gis
teravond werd de bijeenkomst geopend
door de zusters Van der Spoel, die enkele
verzen met tekst van Pieter Jelles ten ge
hore brachten.
Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling
heeft een goede keus gedaan door deze
figuur in het middelpunt van de belang
stelling te plaatsen; immers voor de oude
ren leeft Troelstra nog, terwijl hij voor de
jongeren door deze lezing en door dit boek
méér wordt dan alleen maar een legenda
rische naam.
Een kijkje in het naakte
De organisatoren van de Flora 1953
houden rekening met ongeveer één tot
anderhalf millioen bezoekers. De Horeca
bedrijven in Heemstede en omgeving zullen
deze vreemdelingenstroom dan ook ternau
wernood kunnen opvangen en verwerken,
hetgeen de heer H. J. W. Thoolen, eigenaar
van restaurant „Corona" te Haarlem, op het
idee heeft gebracht te trachten gedurende
deze periode in Heemstede een „Nood-
hötel-café-restaurant" te exploiteren.
Hij kan hiervoor de beschikking krijgen
over Nederlands grootste tent, welke een
oppervlakte heeft van 2250 vierkante meter
en in drie afdelingen zal worden gesplitst.
Deze bestaan uit twee afzonderlijke slaap
zalen met boxen voor dames en heren, met
een capaciteit van ongeveer 150 overnach
tingen, waaraan tevens een apart was
lokaal verbonden is; een restaurant, inge
richt voor ten minste vierhonderd bezoe
kers en een café, dat aan zevenhonderd per
sonen plaats kan bieden. Het hotel en het
x-estaurant zullen op Amerikaanse wijze
worden geëxploiteerd; dit houdt in voor
het restaurant zelfbediening, met verstrek
king van één dagschotel met vlees naar
keuze, of een eenvoudige stamppot. Slechts
grote gezelschappen zullen hier, na vooraf
gaande bestelling, a la carte kunnen di
neren.
Voor het grote café is gedacht aan ver
schillende attracties, zoals een mode-show,
orkesten en cabaret, waarvoor met diverse
ensembles reeds onderhandelingen worden
gevoerd.
De tent heeft in totaal een lengte van 106
meter en een breedte van 22 meter en werd
reeds voor grote tentoonstellingen gebruikt
in Breda en Eindhoven. Het geheel is tegen
brand- en stormschade verzekerd en ver
wierf de goedkeuring van de brandweer
voor geheel Nederland. Voor Heemstede zal
eventueel nog een attractieve illuminatie
worden aangebracht. Wanneer dit plan
doorgang vindt, zullen in dit tenthötel on
geveer zestig personen een tijdelijke werk
kring kunnen vinden.
blik te beschrijven, maar kan het niet. Ik
zal alleen de feiten geven.
Zoals gezegd, de man zat op de grond
voor de haard. En in zijn handen hield hij
het hoofd van de butler. Het losse hoofd
van de butler. De uitdrukking op het dode
gezicht was onbeschrijfelijk. Telkens trok
de man wat haren uit het hoofd van de
butler en stak die in het vuur van de gas
haard. Dat gaf het sissende geluid.
Ik heb al gezegd normaal niet erg bang
te zijn, maar toen ik in drie tellen het hele
tafereel op me had laten inwerken, stak ik
bliksemsnel mijn hoofd weer onder de de
kens. Het zal wel een soort menselijk in
stinct zijn, om zichzelf voor zoiets te willen
verbergen. Het is natuurlijk zinloos. Ik kon
niet meer helemaal normaal denken. Ik
herinner me dat ik dacht, „last" te heb
ben gekregen van die eerste dag in dat
stille eenzame landhuis. Maar het leek me
toch dat ik er helemaal „bij" was. Ik wilde
nog eens kijken, om te controleren, wat ik
gezien dacht te hebben, maar kon er niet
toe komen.
Ik weet niet, hoe ik mezelf op dat ogen
blik moet beschrijven. Half verdoofd, zou
ik haast zeggen, of verdwaasd. Misschien
wel allebei. Ik merkte, dat ik onder de
dekens in die goed verwarmde kamer lag
te rillen van angst. Wat ik van dat moment
af gedaan heb, kan nauwelijks meer rede
lijk genoemd worden. Misschien was het.
nu achteraf gezien, niet eens zo heel gek,
maar ik heb het zeker niet zorgvuldig over
wogen. Ik werd gedreven door de impulsen
die dc mens van deze eeuw instinctief
noemt. Maar ergens diep in me aarzelde ik
toch nog. Aarzelde ik, of dit nu wel juist
kon zijn. Geen mens kan zich voorstellen,
dat hij opeens in een dergelijke situatie
wordt gegooid. En ik had een onweerstaan-
bare neiging om nóg eens te controleren.
Het duurde zowat vijf minuten, voor ik
daar de moed toe verzameld had. Toen
Gistermiddag is onder voorzitterschap
van de heer D. F. Weegenhuise een verga
dering gehouden van hotel-, café- en res
tauranthouders uit Haarlem en omgeving
ter bespreking van een voorstel van het
Initiatiefcomité 1953 om gedurende de
Flora de Vleeshal als restaurant te exploi-
tereft. Dit restaurant zou dan een attrac
tief karakter moeten bezitten, bijvoorbeeld
door een bierkelder '(waar men met de
tienduizenden daar opgeslagen boeken van
de Stadsbibliotheek heen zou moeten is
nog een onopgelost probleem) en een spe
cifiek oud-Hollands interieur gepaard met
optreden van een Oostenrijkse of Beierse
„stimmungskapelle".
Op de vergadering bleken tenslotte vijf
ondernemingen bereid de zaak nader on
der ogen te zien.
Echter moet aan een aantal voorwaarden
voldaan worden wil dit plan werkelijkheid
worden. Zo zal het onder meer noodzake
lijk zijn, dat bijvoorbeeld een brouwérij
zich ook ervoor interesseert, omdat onder
meer de meubilering gedurende een zo
korte tijd een economisch vraagstuk vormt.
Ook willen de gegadigden de zekerheid
hebben dat er wat de verlichting en andere
attracties betreft iets bijzonders gepres
teerd zal worden.
Al met al is het voorbarig te zeggen dat
het hier om een beklonken zaak gaat.
interieur van de tent.
De heer Thoolen heeft het plan met de
ontwerptekeningen reeds aan 't gemeente
bestuur van Heemstede voorgelegd, dat dit
alles tijdens de vandaag te houden verga
dering van B. en W. in behandeling zou
nemen. Deze plannen vonden ook een gun
stig onthaal op een bestuursvergadering
van de Heemsteedse Winkeliersvereniging.
Eén der argumenten was, dat Heemstede
zich deze attractie niet mag laten ontgaan,
vooral omdat de Winkel-Beurs, waarvoor
hier te weinig animo bestond, naar alle
waarschijnlijkheid thans tijdens de Flora
te Lisse zal worden ingelicht.
De mogelijkheid is verder evenmin uit
gesloten, dat deze hóteltent eveneens ter
sprake wordt gebracht op de morgenmid
dag te houden vergadering van de raad,
omdat de heer O. A. Brink zich heeft voor
genomen naar het standpunt van B. en W.
over deze kwestie te informeren.
De afdeling Heemstede van de Partij van
de Arbeid houdt Maandag 29 December
's avonds om acht uur in de bovenzaal van
het Minerva-theater haar traditionele
Oudejaarsviering. Bij deze gelegenheid zal
ds. Van Biemen als spreker optreden.
HAARLEM, 16 December 1952
BEVALLEN van een zoon: 14 Dec., W. F.
van BeijerenKuijper; 15 Dec., A. A. Voets
Dudink; 16 Dec., K. M. Sieraad-^-Baars.
BEVALLEN van een dochter; 15 Dec., A.
G. van TintelenDokkum; 16 Dec., G. M.
Luiting—van Roon, 2 d.; A. Groot—Niehe.
OVERLEDEN: 13 Dec.. H. J. Serné, 70 j„
Wijde Geldelozepad; 15 Dec., G. M. G. Breu-
gelmans, 67 j., Kinderhuisvest; H. C. van
Dijk, 82 j., Tempeliei-sstraat; J. C. Neder-
koorn—van Koningshoven. 50 j., Vondelweg;
L. Boer, 63 j., Jan Gijzenkade; A. C. G. P.
Geenhuizen, 83 j., Uranusstraat.
keek ik en het was nog allemaal precies
hetzelfde. Het vage licht, de rug van die
man en het hoofd. Het losse hoofd van de
man, die mij 's middags zo vriendelijk en
beleefd had ontvangen. Ik dook weer weg
onder de dekens. Ik weet niet, hoe lang
ik zo gelegen heb. Misschien wel tien mi
nuten of een kwartier. En in die tijd lag ik
niet rustig en kalm te overwegen en te
denken. Ik was, gelóóf ik, helemaal leeg.
Leeg van alles, behalve van een soort vaag
voortwoekerende angst. £)ie toch aan de an
dere kant ook niet helemaal bestond, want
zelfs in zulke omstandigheden kan een
mens zich niet voorstellen dat hem iets
dei-gelijks óók kan gebeuren. Het is een
soort bangheid, die niet te beredenex-en is.
Ook nu achteraf nog niet.
Het was dan ook een plotselinge impuls,
die me er toe bracht in één rush de dekens
van me af te gooien, uit het bed te sprin
gen en de kamer uit te hollen. Ik rende
door de stille gang, struikelde bijna de
trap af en draafde naar buiten. De voor
deur stond open. Het moet daar koud en
nat zijn geweest, in de tuin en op straat.
Maar hoewel ik op blote voeten liep en al
leen een pyjama aan had, heb ik er niets
van gemerkt. Ik holde maar door. Het was
een heel eind voor ik in het donker de
contouren van een ander groot landhuis
langs de weg zag. Ik liep de tuin in en
belde aan. Waarschijnlijk heb ik mijn vin
ger wel een paar minuten op de bel gehou
den, want er kwam na verloop van tijd
een zeer ontstemd heer aan de deur om te
vragen, wat ik wilde.
Hij had die beleefdheidsfrase al auto
matisch geuit, toen hij zich pas goed
begon te realiseren, welk een vreemde,
hijgende figuur in pyjama daar op zijn
stoep stond. Hij had zelf een bijzonder
kostbare kamerjas over zijn pyjama aan.
Achter hem kwam zijn butler nog de trap
afdraven. Zij stonden mij met een beleefd
„Met verbazing heb ik het artikel van
ds. Bronsgeest in het Dagblad van heden
gelezen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen
ik daarin las, dat reeds in één predikan-
tenwijk tweehonderd gezinnen in vrijwel
permanente zorg leven. Hoe groot moet
dat aantal dan wel zijn voor een hele stad
als Haarlem en-hoe groot voor heel Neder
land?"
Zo begon een lezer een brief naar aan
leiding van ons onderhoud met ds. J.
Bronsgeest. Wij vermoeden dat wel meer
lezers gedacht zullen hebben: „Ik wist
niet datInderdaad, dat is nu juist
het kenmerk van de Stille Arme. Men
weet niet hoe hij moet tobben om rond te
komen, om het hoofd boven water te hou
den. En men weet het niet, omdat de Stille
Arme niet als zodanig bekend wil zijn.
Wij wisten ook niet dat er in de binnen
stad een jonge vrouw woont, die door haar
man in de steek werd gelaten. Met een
baby woont zij in een kamertje, maar geld
om zelfs dat behoorlijk te verwarmen is
er niet. Dus scharrelt zij met het kind van
de ene kennis naar de andere om haar
liefste bezit tenminste nog wat warmte
te gunnen.
Zulke gevallen kent men niet voordat
iemand er, vaak bij toeval, over praat.
Maar zo zijn er tientallen. Beter dan te
gaan filosoferen dat de wereld dan maar
beter ingericht moet worden daar is men
trouwens al enige tijd mee bezig is het
om door een daad op dit ogenblik bij te
dragen tot een beetje vreugde in die ge
troffen gezinnen.
De actie voor de „Stille Armen" biedt
daartoe immers een schone gelgenheid.
Er zijn er die dat zeer goed hebben be
grepen. Wij ontvingen bijvoorbeeld het
volgende briefje: „Daar ik als werkster
mijn brood moet verdienen, wil ik u toch
een kleinigheid sturen voor de Stille Ar
men, 'want er wordt in veel gezinnen op
uw hulp gewacht". Hierbij was een bedrag
van twee gulden ingesloten, een gave die
voor deze vrouw zeker een groot offer
heeft betekend.
Wij willen nog od een andere vorm van
bijdragen aan de Stille Armen wijzen, na
melijk door middel van personeelvereni-
gingen of clubs. Vooral kaartclubs (om
ADVERTENTIE
Mobiiofoonservice
DAG EN NACHT
Zamenhof-dag
De Haarlemse Esperantisten kwamen giste
ren bijeen voor de viering van Zamenhof's
geboortedatum. De voorzitter, de heer H. J-
Blokker, memoreerde, dat de nationale ge
denkdagen toch eeq beperking inhouden en
de naties tegenover elkaar stellen.
Juist in deze tijd van bloedige conflicten
wordt de mensheid rijp voor een betere orga
nisatie van haar onderlinge verhoudii gen.
Als een levend bewijs hoe de idee van
Zamenhof ook tot de Oosterlingen is door
gedrongen, kwam de heer Bashir de Espe
rantisten in Zamenhof's taal over zijn land
vertellen. De heer Bashir sprak over het ont
staan van de nieuwe staat Pakistan, toen in
1947 Engeland aan de Indische bezittingen
het zelfbestuur gaf. Een eenheidsstaat was
niet mogelijk voor een gebied, dat groten
deels bewoond wordt door Hindoe's, maar
waar ook ruim tachtig millioen Islamieten
leven. Daarom is er één aparte staat geko
men voor Hindoe's en één voor Islamieten.
Ras en taal speelden bij deze verdeling geen
rol.
In Pakistan worden het gehele leven, de
wet, de moraal en de politiek geleid door de
Islamietische godsdienst, die vrede, gerech
tigheid en bestaansmogelijkheid voor een
ieder voorschrijft. Alles wox-dt gedaan om het
levenspeil, dat zeer laag is, te verhogen en
door het opbouwen van een eigen industrie
hoopt men reeds in 1955 de levensstandaard
tot het drievoudige te hebben opgevoerd.
Het onderwijs staat nog in een beginsta
dium: tachtig procent van de plattelandsbe
volking kan lezen noch schrijven. Toch is de
ontwikkeling niet zo laag als men zou den
ken en ook analfabeten kunnen met verstand
over allerlei onderwerpen meepraten.
Spreker behandelde voorts de gewoonten
en gebruiken in Pakistan bij geboorte, hu
welijk en dood en gaf een beschrijving van
het planten- en dierenrijk. Na de pauze ging
hij over tot het beantwoorden van de ge
stelde vragen.
soort Engelse vex-bazing aan te kijken. En
zij hadden er de tijd voor, want het duurde
zeker anderhalve minuut voor ik genoeg
van mijn schrik en de hele holpartij beko
men was, om mijn verhaal te doen.
Waarschijnlijk was het ook toen nog een
verward verhaal in het matige Engels dat
ik spreek. En achteraf gezien, kan het die
twee mensen ook niet helemaal kwalijk ge
nomen worden, dat ze me wat ongelovig
ax'gwanend, maar ook een beetje medelij
dend stonden op te nemen. Ik weet niet
precies meer, wat ik gezegd heb, maar het
kwam er in elk geval op neer dat ik hun
vroeg de politie op te bellen en met me
ni£e te gaan naar het huis, zodat ze zelf
de hele zaak konden zien.
De heer des huizes begon een wat dik
opgelegde poging te doen om mij op mijn
gemak te stellen, maar ik was veel te op
gewonden. Blijkbaar heb ik ook zo aan
gedrongen, dat ze mee zouden gaan en in
's hemelsnaam de politie zouden bellen, dat
ze tenslotte toegaven. Gedrieën liepen we
terug naar het huis. Het moet een vreemd
groepje zijn geweest, dat daar in het holst
van de Engelse nacht over een landweg
liep. Twee mensen op pantoffels in kamer
jas met daarovei'heen een haastig aange
schoten wintex-jas en ik nog steeds, maar
nu ook rillend van de kou, alleen in m'n
pyjama. Zij zeiden niets, ik praatte
maar door.
Toen we net het tuinhek van mijn nog
steeds niet verschenen gastheer insloegen
kwam met luid sirene-gehuil een politie
auto van de andere kant aanrijden. Wij
bleven staan en de auto stopte vlak naast
ons. Ik begon mijn verhaal weer te vertel
len, maar was blijkbaar nog steeds niet
rustig genoeg, want het bleek dat ook de
drie politie-mannen het niet erg geloofden.
Ze begonnen mij bemoedigend op de schou
der te kloppen en zeiden dat het allemaal
wel mee zou vallen. Een kop thee zou me
het even of er nu gepandoerd, gekruisjast,
geklaverjast of gebrugd wordt) kunnen in
dat opzicht heel wat presteren en er zijn
er dan ook vele die dat al getoond hebben.
Want de inzameling voor de Stille Armen
heeft ook een zeer algemeen karaktex*. Ex-
zijn bijdragen die in drie cijfers worden
uitgedrukt, maar er zijn ook de vele kleine
giften die bewijzen dat. ook de „kleine
man", die zo vaak de ongunst van het le
ven aan den lijve onderwindt, toont dat hij
het leed van anderen begrijpt en wil le
nigen.
Eens te meer roepen wij u dan ook met
vrijmoedigheid op om de inzameling voor
de Stille Armen wel te willen gedenken.
Bezwaren van bestuur van
„Buurtbelang"
In de Donderdag te houden vergadering
van de gemeenteraad van Bloemendaal
komt het uitbreidingsplan Zuidlaan, Naal-
denveld en omgeving aan de orde. Het
bestuur van Buurtbelang Aerdenhout-
Bentveld heeft zich met een brief tot de
leden van de gemeenteraad gericht, waar
in het schrijft met bezorgdheid kennis te
hebben genomen van het plan. De bouw
van flatwoningen zal volgens het be
stuur he.t karakter van de buurtschap
Bentveld geweld aandoen. In het duin
landschap met zijn bijzonder karakter past
geen grootsteedse bebouwing. Wanneer er
volgens een plan-gebouwen van zes woon
lagen komen, dan acht het bestuur dit
volkomen onaanvaardbaar. Ook tegen flat-
bouw met drie woonlagen heeft het be
zwaren. Voorts wordt in de brief opge
merkt, dat wanneer achter de Zuidlaan
een grote wijk zal ontstaan door de bouw
van flatgebouwen, het verkeer daarheen
van bewoners, bezoekers, leveranciers
enzovoort zo intensief zal worden,
dat de Zuidlaan verbreed moet worden,
hetgeen betekent, dat de fraaie bomen
aan die laan gerooid moeten worden."
Het bestuur vervolgt: „Volgens de toe
lichting zouden de flatgebouwen voor
middenstandswoningen bestemd zijn. De
bestaande bebouwing bestaat echter uit
woningen van goed gesitueerde families.
Het is in strijd met rationele planologische
beginselen om midden in een gebied met
eigen karakter bewoning door een andere
categorie bewoners te bevorderen. Het is
daarom ook zo verwonderlijk, dat de ont
werpers van het uitbreidingsplan die flat-
bouw juist achter de Zuidlaan geprojec
teerd hebben, omdat er op Bloemendaals
gebied terreinen liggen die zich daarvoor
beter lenen, bijvoorbeeld de terreinen aan
de Dompvloedslaan, de Vrijburglaan en
zovoort".
Dinsdagochtend zijn enige voetgangers
door de gladheid van de weg gevallen en zij
hebben wonden opgelopen. De zevenëntwin-
tigjarige A. K. liep om halfelf op het trottoir
van de Leidsevaart nabij de Prins Hendrik-
brug. Hij viel. werd gewond boven zijn lin
ker oog en is naar de Maria-Stichting over
gebracht.
Een uur later viel de negenënzestigjarige
mevrouw J. M. W. Z. bij de Prins Hendx-ik-
school. Met een breuk aan haar linker onder
arm is zij naar de Maria-Stichting over
gebracht.
Op de Rijksstraatweg is om kwart voor elf
de vierënzestigjarige J. v. d. H. nabij de
Zaanenlaan gevallen; hij bleef bewusteloos
liggen. Een lid van de Ongevallendienst
heeft hem bij gebracht, waarna bij per auto
naar zijn woning is vervoerd.
Verkort weergegeven)
Sneeuwlast. Radio en pex-s helpen ons,
nu de sneeuw zo rijk valt, herinneren dat
wij vooral de vogels niet mogen vergeten.
xVlaar vergeet ook de mensen niet die hun
werk langs de straat hebben. In mijn kwa
liteit van krantenbezorger doe ik een be
roep op mijn stadgenoten om de sneeuw,
die zij voor hun deur wegruimen, niet op
de rijweg te deponeren. De trottoirs wor
den prachtig schoon gemaakt, doch de rij
weg, die wij kris en kras moeten over
steken, ligt vol met bergen sneeuw. Maak
uw stoep en de rijweg sneeuwvrij en de
poneer alles op de rand van het trottoir.
Z. E. J.
Het Ballet van de Nederlandse Opera
kwam gisteravond in de Amsterdamse
Stadsschouwburg met maar liefst drie
premières voor het voetlicht. De voorstel
ling begon bijzonder plezierig met de door
balletmeester Roland Casenave ingestu
deerde tweede acte van „Coppélia" op
muziek van Delibes in de min of meer
traditionele Franse zetting en met gebruik
making van oude décorstukken, waarmee
om de vereiste fantastische sfeer in de
men op voorbeeldige wijze kon volstaan
werkplaats van de miraculeuze poppen
dokter op te roepen. Ethéry Pagava was de
soliste. Men kan natuurlijk zoals direc
teur Abraham van der Vlies verleden
week op een persconferentie deed, pro
beren de keuze van dit populaire parade
nummer met theoretische argumenten te
rechtvaardigen, voor zover dat nodig
mocht zijn, maar het werkelijke motief is
nogal duidelijk: deze acte bevat slechts
één dansrol waarmee Ethéry Pagava
al talloze karen succes heeft geboekt
en de rest is pantomime. Hoe dan ook,
haar Swanilda was in ieder opzicht ver
rukkelijk, speels en koket, hartverove-
rend en technisch virtuoos in de Spaanse
en .Schotse variaties.
Ook in het hoofdnummer van het pro
gramma „Apollon Musagète" (Apollo,
leider der Muzen) op de gelijknamige mu
ziek van Igor Strawinskv trad zij solis
tisch op, tezamen met Youli Algaroff, die
met ingang van 1 Januari tot danseur
étoile bij de Parijse Opera is benoemd,
doch ook na die datum voor de Neder
landse zusterinstelling beschikbaar blijft.
Waaraan hij deze hoge positie te danken
heeft, kon hij gisteren allerminst duide
lijk maken. Geen schijn van hemelse af
komst straalde er in de titelrol van hem
uit .integendeel. Ook dit wérk is overigens
blijkbaar alleen ten tonele gebracht ter
meerder glorie van de Franse bovenlaag
van dit Nederlandse Uperaballet, dat voor
de rest de figuratie levert. Toegegeven
moet worden dat ook onze landgenote
Marguétite Golon en de debuterende Lidy
de Nie als Calliope en Polyhymnia kansen
geboden werd on het eerste plan, maar
wat zij te doen kregen was al bijzonder
weinig karakteristiek. De laatstgenoemde
stond wat onvast op de pointes.
Men heeft het tot dusverre Frangoise
Adret, de leidster van deze dansgroep, als
een soort verdienste kunnen aanrekenen
dat zii de kwaliteiten van de haar ter be
schikking slaande krachten nimmer heeft
overschat. Steeds vond zii met een meng
sel van charme en handigheid voldoende
spectaculaire oplossingen om de aanwezige
tekorten te camoufleren. Maar met „Apol
lon Musagète" heeft zij zichzelf als cho
reografe overschat. Haar schepping bena
dert nergens het niveau van de voor Stra-
winsky uitzonderlijk melodieuze mxiziek
voor strijkers. De neo-klassieke geest, vol
innerlijke bewogenheid onder de strakke
vorm, was spoorloos. Er waren ongetwij
feld wel enkele meeslepende passages,
maar over het algemeen werd meer aan
dacht gevraagd voor een kwasi-symboli-
sche opzettelijkheid, welke indruk nog
werd versterkt door een houten getim
merte van Nicolaas Wijnberg, dat de toe
schouwer aan van alles herinnerde, be
halve aan de tempel der Muzen.
Strawinski leverde overigens een prach
tig in 1928 reeds door Balanchine ge
bruikt balletgegeven: het onder corri
gerend toezicht van Apollo vorm geven
aan de vrije expressie. Hier wreekte zich
echter een zekere beperktheid van bewe
gingsmotieven, welke de choreografe bij
machte was aan de uitvoerenden te ver
strekken. Ongemotiveerd modieus was
voorts de voorstelling van Apollo's geboor
te in een vrij naturalistisch opgezette
kraamkliniek. Ik geloof dat Frangoise
Adret de dupe is geworden van haar waar
schijnlijk wat al te bewuste poging om
het nu eens anders te doen, waarbij men
evenwel voortdurend het gevoel hield dat
alles inderdaad met hetzelfde recht heel
anders had gekund. Van een dwingende
greep was geen sprake.
Het programma bevatte verder een een-
voxidige pas de trois voor Hanny Bonman,
Marguérite Golon en César Horn op de
vurige ouvertxxre tot „Roeslan en Loed-
milla" van Glinka, geheel op demi-pointes
gedanst, zonder variaties en coda. Voor de
volledigheid moet nog worden vermeld dat
de rollen van Coppélius en Franz in „Cop
pélia" door Johan Verdoner en Hans van
Manen werden vervuld en dat het pro
gramma met „Quatre Mouvements" op
symphonische muziek van Haydn besloten
werd. DAVID KONING
De stichter van de „Band zonder naam",
Henri de Greeve, vertoeft reeds lange tijd
voor herstel van zijn geschokte gezondheid
in een door vrienden geschonken huisje bij
Nijmegen. Op de Eerste Kerstdag zal hij zijn
zestigste verjaardag vieren. Er heeft zich
een comité gvormd, om hem op die dag een
huldeblijk aan te bieden.
goed doen, verklaarden ze. Maar ik hield
aan, dat ze mee naar binnen zouden gaan
en waarschijnlijk alleen maar om mij een
plezier te doen, kwamen ze tenslotte. Ach
ter elkaar liepen we het tuinpad over in de
richting van het huis. De deur stond nog
steeds open en in de hall brandde het licht.
En toen we binnen kwamen was het
eerste, dat wij zagen, het lichaam van de
butler. Het lichaam van de butler zonder
hoofd. Er lag een bebloede sabel naast. Ik
voelde haast een gevoel van triomf in me
opkomen, toen ik de houding van de poli
tiemannen zag veranderen en opeens merk
te, dat de buurman naast mij was neerge
gleden en op de grond lag. Maar ik voelde
mezelf ook niet zo goed. „Waar is uw slaap
kamer?" vroeg een van de rechercheurs en
het klonk meer als een bevel dan als een
vraag. Ik ging hun voor naar boven.
Mijn kamerdeur stond nog steeds open
en er kwam een flauw licht uit. Nog voor ik
naar binnen ging, wist ik al wat ik zou
zien. Want nog steeds was er dat sissende
geluid.
De man zat nog voor de haard. Met dat
gruwelijke hoofd.
De volgende dag hebben ze mij gezegd,
dat ik op dat moment ben flauwgevallen en
dat het uren heeft geduurd, voor ze mij bij
hadden gebracht. Ik heb nog even mijn
gastheer en gastvrouw gezien. Zij waren
bijzonder vriendelijk en hebben me gehol
pen met het eerste vliegtuig naar huis te
krijgen. En dagen later, toen ik al lang in
dit hotelletje zat, heb ik pas het vervolg
gehoord. Het vervolg op het verhaal van
mijn ervaringen.
Ên dit pas moge voor u het werkelijke
bewijs zijn, dat ik niet zo maar een ver
haaltje heb verteld. Dat heeft u waarschijn
lijk tot nog toe ateeds gedacht. Het bewijs
ligt in het feit, dat het slot van het vex-haal
helemaal niets sensationeels of oorspronke
lijks heeft. Het is een droevig verhaal.
Een trieste historie van een keurig-uit-
ziende butler, die in feite een weerzinwek
kend laaghartig chanteur was. En van een
man, die drie jaar lang door hem was af
geperst en nu wraak was komen nemen.
Een verhaal van een man, die niet voor
moorden in de wieg was gelegd en na zijn
eerste „de toerekeningsvatbaarheid verloor"
zoals de rechtbank het later zal noemen.
De moordenaar, die ik eigenlijk niet met
dat woord zou willen aanduiden, is heel
rustig met de politiemannen mee gegaan.
Alleen stond hij er op, dat hij het hoofd
mee zou mogen nemen. Ze hebben het hem
blijkbaar nog in 24 uur niet af kunen ne
men. Maar ook dat neem ik hem niet kwa
lijk. Ik kan het trouwens die butler ook
mijn verschrikkingen niet aanrekenen; zij
zijn immers pas begonnen door zijn dood?
En uiteraard staan mijn gastheer en zijn
vrouw buiten dit alles. Niemand heeft
schuld aan hetgeen mij door dit alles is
gebeurd.
Alleen heb ik ergens in mij het gevoel,
dat ik mezelf weer wat beter heb leren
kennen. Een klein stukje van mijzelf, dat
dacht hard en onkwetsbaar te zijn, is vlak
voor mijn voeten in splinters op straat ge
vallen. Om daar aan te wennen zit ik op
het ogenblik in dit hotelletje. Het kost
soms erge moeite en ik overdrijf niet, ais ik
zeg, dat het nu en dan pijn doet. Een soort
telkens terugkerende pijn, die me elke keer
al klinkt het misschien paradoxaal
wat verder op weg helpt naar een normale
toestand.
Als ik denk, dat ik die weer bereikt heb,
ga ik onmiddellijk terug naar Engeland.
Dan wil ik bij diezelfde mensen logeren.
Want pas als ik dat weer kan, zal ik weten
dat ik terug kan gaan naar mijn kantoor
en- mijn werk.
Voox-tgaan met alleen het gevoel dat ik
een ervaring, een ondervinding rijker ben
geworden. Ja heus: rijker.