Molens onder de rook van Haarlem Nieuwe economische as pecten voor dit jaar Agenda voor Haarlem Vau probleem to t getuigenis Schoonheid, in Haarlem en omgeving Oldenbarnevelt neemt waar voor de Ruys HARTENDORP Nieuwe uitgaven Franse litteratuur ZATERDAG 10 JANUARI 1953 3 Vertrek 29 Januari Dames! Vooral nu Hamea-Gelei voor Uw handen Effecten- en Geldmarkt LITTERAIRE KANTTEKENINGEN Antisemietismeschandvlek voor de mens Heringa Wuthrich In 1 dag retour! Joegoslavië vraagt hulp De .Slokop" aan de Lageweg bij Spaarndam. In de ogen van een Amerikaan is Neder land vooral schilderachtig om zijn molens, klompen en pofbroeken. In de bewonde ring van de eerste doen wij niet voor hem onder. Wat zou het vlakke Hollandse polderlandschap zijn zonder molens? Alleen is het jammer dat er in de laat ste eeuw zoveel molens gesloopt zijn. Er is een tijd geweest dat er in ons land niet minder dan.... 10.000 waren. Nu ont breken er zelfs enkele om de 1200 vol te maken! Gelukkig staat thans de vereniging „de Hollandse Molen" op haar post, om als het maar enigszins mogelijk is nieuwe verliezen te voorkomen. Haarlem had in de 17e en 18e eeuw zeer veel molens. Zelfs binnen de vestingmuren. Dat blijkt uit de Stedelijke Atlas, de grote collectie oude tekeningen, die op het Ge meente Archief aanwezig is. Een telling hebben wij niet gehouden, maar op bijna elke afbeelding, die een stadswijk te zien geeft, staat één molen. Soms zijn het er zelfs twee. Dat was in de tijd dat de stoom kracht en ook de electriciteit nog onbe kend waren. De industrie profiteerde toen van de wind. Een voordeel was dat er door de molenaar daarvoor niets betaald be hoefde te worden, maar daar stond als na deel tegenover dat er alleen gedraaid kon worden bij wind. Er waren hout-, koren-, snuif-, kalk- en runmolens. Het is te be grijpen dat toen er eenmaal stoom en elec triciteit waren, de industriëlen het zekere voor het onzekere namen en de molens op den duur verdwenen. Alleen op het platte land hielden vele watermolenaars de strijd vol. Ook al behoorde het helaas niet tot de zeldzaamheden dat de olie- of electriciteits- motor het ook daar won. Toen wij enige tijd geleden in deze ar tikelenserie de „Eenhoorn" onder Haar- lemmerliede c.a. aan het Zuider Buiten Spaarne bespraken, wezen wij er reeds op dat de laatste molen die binnen de ge meente Haarlem stond, de „Adriaan" aan het Binnen-Spaarne, 21 jaar geleden door brand vernietigd is. Alleen is er nog het kleine „speelgoed"-molentje in het stukje gespaard polderland achter de Kleverlaan. De molens in de onmiddellijke nabijheid van Haarlem zijn gemakkelijk op onze tien vingers te tellen. Wij noteren: le de „Eenhoorn", 2e de „Slokop" bij Spaarndam, 3e de molen bij Penningsveer, 4e de „Sandhaas" in Sant poort, 5e de „Eersteling" in Hoofddorp, 6e de molen bij Vijfhuizen, 7e het molentje bij Groenendaal. De korenmolen bij de Glip hebben wij in deze telling niet opgenomen, want een molen zonder wieken is helaas geen molen meer. De watermolen aan de Oudeweg, die wij hierbij afbeelden, is ongetwijfeld een van de mooiste. Hij past zo schitterend in het landschap. Het is niet bekend wanneer hij gebouwd is. maar het is al een oudje. Wel weten wij dat hij omstreeks 1870 bijna ge heel vernieuwd is. Verder geven wij ook een afbeelding van de „Slokop", de molen die aan de Lagen- weg bij Spaarndam staat. Die beheerst het waterrijke gebied van de Mooie Nel. In 1950 hebben wij medegedeeld dat het voornemen bestond deze molen af te bre ken. Het polderbestuur had een electrisch gemaal aangeschaft, zodat do molen over bodig geworden was om de waterstand in de polder te regelen. Maar iedereen be greep dat de molen niet gemist kon wor den uit een oogpunt van landschapsschoon. „De Hollandse Molen" kwam in het ge weer en wist met geld en goede woorden (en ook met steun van de gemeente Haar- lemmerliede c.a.) te bewerken, dat de mo len behouden bleef en zelfs het noodzake lijke herstel er aan werd uitgevoerd. Wij herinneren er bovendien aan dat mr. H. K. de Raaf te Heemstede (die met zijn vrouw het cultuurcentrum in de oude kerk te Spaarnwoude beheert) de molen huurde, om tot woning van zijn gehuwde dochter te dienen. Daar moest, wel veel gedaan worden, om een onbewoonbaarverklaarde molen tot een gezellig „home" te maken, maar het is volkomen gelukt. Wie woont er in zo'n mooie omgeving als deze jonge „molenaars"? Misschien ligt in het hier gebeurde een vingerwijzing om andere molens die onge bruikt staan en daardoor met de ondergang bedreigd worden, ook geschikt te maken voor bewoning. Er zit in zo'n molen vrij veel ruimte, vooral indien met ook de ver dieping gebruikt. Die is meestal 7 bij 7 meter, dus veel groter dan de meeste ka mers. Er moet dan evenwel een oplossing gezocht worden voor het verlichtingspro bleem, want op de verdieping ontbreken veelal ramen. De „Slokop" is hoger en groter dan de molen bij Penningsveer. De bouw dateert uit de 17e eeuw, maar hij is ook in 1870 grondig gerestaureerd. C. J. VAN T. De Stoomvaart Maatschappij „Neder land" deelt thans mede, dat het ms. Johan van Oldenbarnevelt op 29 Januari van Amsterdam naar Indonesië zal vertrekken. De Oldenbarnevelt wordt omstreeks 25 Februari in Tandjong Priok verwacht, van waar het schip op 4 Maart naar Nederland teruggekeert. De Johan van Oldenbarnevelt heeft, na> dat het bericht van de botsing tussen de Willem Ruys en de Oranje bekend was geworden, van zes Januari af ter hoogte van Kreta verkeerd. Men wilde, indien de noodzakelijkheid daartoe mocht blijken, de Johan van Oldenbarnevelt laten assis teren bij het overnemen van passagiers en lading. Thans is echter aan de gezagvoerder van de Johan van Oldenbarnevelt geseind, dat de hulp van dit schip cp dit ogenblik niet nodig is. De boot stoomt thans op naar Amsterdam, waar zij 17 Januari zal aan komen. Hieruit blijkt dat de schade die door de Oranje is opgelopen, geringer is dan nodig zou zijn geweest om dit schip het certificaat van zeewaardigheid voor lopig te onthouden. Ten aanzien van de Willem Ruys wordt verwacht dat de nood- reparatie aan het schip in Port Said in betrekkelijk korte tijd zal kunnen ge schieden, waardoor het minst mogelijke oponthoud voor de passagiers zal ont staan. De Johan van Oldenbarnevelt zal nu, zo als door het directoraat-generaal van Scheepvaart is medegedeeld, in plaats van de Willem Ruys van Nederland naar In donesië varen. Of de Johan van Olden barnevelt ook nog een reis voor de Oranje zou moeten maken is op dit ogenblik nog niet te zeggen. Toedracht Naar een AFP-correspondent uit mede delingen van de passagiers opmaakte voer de Ruys ter hoogte van Port Soedan toen de Oranje werd ontmoet. De Ruys, die een tankboot zou hebben willen ontwijken, zou daardoor recht voor de Oranje zijn gekomen. Op beide schepen loeiden sirenes en een botsing was niet meer te vermij den. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Aan het eind van de Oudeweg, nabij de Liede en Penningsveer. De jaarswisseling heeft voor de beurs het aantrekkelijke dat bij gelegenheid daar van vooraanstaande figuren in het bedrijfs leven hun visie geven op de ontwikkeling van de conjunctuur. Ook de directies van vele.ondernemingen tonen zich bereid een tip op te lichten van de sluier, welke er nog over de financiële resultaten van het afgelopen jaar hangt, zodat op grond van meer recente gegevens over 'de aandelen een oordeel kan worden gevormd. Wanneer men het koersverloop geduren de de enkele dagen, welke thans van het nieuwe jaar verstreken zijn, als een graad meter voor dat oordeel wil zien, mag wor den geconstateerd dat de resultaten van het Nederlandse bedrijfsleven over 1952 algemeen gesproken, niet zijn tegengeval len en dat ten aanzien van de. vooruitzich ten van het nieuwe jaar een gematigd op timisme aan de dag wordt gelegd. Op dit „gematigd" moet intussen wel de nadruk vallen, omdat met het jaar 1953, feitelijk reeds met 1952, een periode van evenwicht tussen productie en consumptie is ingetreden, welke de concurrentie zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse markten aanmerkelijk heeft verscherpt. Voor ons land is dit van zeer bijzondere betekenis, omdat, zoals dr. Hirschfeld voor de Twentse Kamer van Koophandel heeft opgemerkt, 40 a 50 pet. van onze gehele economie op het buitenland georiënteerd is. Het feit dat in véle landen ten aanzien van de vraag naar goederen het verzadigings punt bereikt of overschreden is, leidt he laas tot maatregelen, welke in flagrante strijd zijn met de idealen van internationale samenwerking en integratie, waarover men de laatste tijd schrijft en spreekt. Terwijl men „op hoog niveau" het probleem van de invoerrechten tracht op te lossen, leeft op lagere niveau's de roep om bescherming steeds weer op, zelfs in het kader van de Benelux, nu ook in België de bedrijvigheid achteruitgaat. Geheel West-Europa staat in zoverre op een keerpunt dat voor lange tijd beslissend kan zijn. De na-oorlogse periode heeft tot dusver voor dit werelddeel een grote voor uitgang doen zien. Het vierde kwartaals overzicht van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (O.E.E.S.) heeft hiérvan sprekende cijfers gepubli ceerd. Maar zij doen tevens zien dat er sinds 1951 een vertraging in de vooruitgang valt te constateren, welke bijv. hieruit blijkt dat het expansie-percentage, dat voor 1948 10 pet. bedroeg, tot 7 pet. in 1949, iy2 pet. in 1950, 5 pet. in 1951 en 1 pet. in het eerste hafljaar van 1952 is gedaald. West-Europa, dat voornamelijk industrie producten uitvoert, maar grondstoffen en voedingsmiddelen invoert, heeft de nadelige gevolgen ondervonden van het feit dat de prijzen van eerstgenoemde producten in minder sterke mate zijn gestegen dan die ZONDER ER OOK maar in het geringste op te willen zinspelen, dat de nieuwe roman van Adriaan van der Veen „Het wilde feest" geschreven zou zijn onder invloed, laat staan in navolging, van Sartre's „Réflexions sur la question juive"*), lijkt mij de overeenstemming tussen deze existentialistische diagnose van de Joden haat en de wijze waarop Van der Veen dit „probleem" heeft gesteld als thema van zijn jongste werk onmiskenbaar genoeg, om „Het wilde feest"**) een roman te noe men, waarin Sartre's analyse van oorzaak en wezen van deze beschamende vlek op het menselijk geweten haar waardige, hoewel niet smetteloze, litteraire vorm heeft gevonden-. Dat houdt geen afkeuring in. Verre daarvan. Allereerst: er zijn weinig recente romans te noemen, die zo eerlijk, zo diep-verontwaardigd en onthutst, zo vol overtuigdheid van de eigen laakbaarheid, zo menselijk dus, „een" kwaad, het „eigen" kwaad, signaleren zo verbeten het gif uit een wond drukken, dat onze menselijke waardigheid de grondpijler van alle cultuur aanvreet: het gif van de rassenhaat. ADVERTENTIE De Stofzuiger Speciaalzaak Gen. Cronjéstr. 43 Spaarne 3 Tel. 16990 Tel. 17696 Kruidbergerwcg 51, Santpoort Het speciale adres voor STOFZUIGERS Reparatiën en onderdelen „Pippi Langkous gaat aan boord", door Astrid Lindgren (Bei'n N.V., Assen). Daarenboven: „Het wilde feest", de in Amerika „spelende" roman van een liefde tussen een niet;-.Toodse Hollandse jonge man en de Joodse emigrante Vera, heeft en daarmee betoont Van der Veen zich nog eens en zelfs meer dan te voren een auteur, wie het litteraire „engagement" diepe ernst is aan een „probleem" de verinnerlijkte betekenis gegeven van een getuigenis. Hier adelt zich, meer of minder volkomen, het betoog tot een kunstwerk. Hier wordt de academische verhandeling tot een zedelijke verontrustheid, de weten schappelijke beschouwing tot een zaak van het menselijk geweten, de analyse van het kwaad (die een aangelegenheid van het intellect is) tot schuldgevoel, tot besef van verantwoordelijkheid. Hier rijpt een verdieping waarmee men de schrijver Van der Veen moet gelukwensen een gevoel, dat alle verstandelijke overwe gingen, elk verderfelijk spel van intellec- tuële hoogmoed, te boven gaat. Hier, kortom, spreekt, getuigt de méns. En zo is het goed. Van der Veen mag alle sporen van zijn te krampachtig intel lectualistische „Zuster ter Zee", zijn vorige boek, nog niet hebben uitgewist, hij heeft met zijn probleem gevochten, niet alleen met zijn verstand, maar ook (openlijker althans) met zijn hart. Hij heeft het pro bleem Van het anti-semietisme om en om gedraaid, hij heeft er zich als een bulldog in vastgebeten, tot schade misschien van de litteraire vorm, van de „aestetica", maar terwille van iets dat méér is dan dat: van de oprechtheid van zijn getuigenis, van de Weer een nieuwe reek avonturen van de bekende Pippi, die goed vertaald zijn en op originele manier zijn verteld. Een kinder boek dat opvalt door zijn originaliteit. Reeds overtuigende kracht ervan, in acht talen verschenen deze kinderboe- ken, die de kleine wereld van het kind met grote liefde voor het onderwerp beschou wen en verbeelden en daarom door de kin deren met animo zullen worden gelezen. Leven dat is kiezen .nende jonge Hollander, is anoniem geble ven. Opzettelijk, dunkt me. Deze „ik", deze naamloze, is niet de schrijver die zich aan een autobiografische roman vergrijpt, hij is elke willekeurige mens, voor wie het „Joodse vraagstuk", in zijn bitterste vorm van onverholen anti-semietisme of in de mildere der „vex-draagzaamheid", nog een „probleem" is. Voor deze „ik" was het geen vraagstuk. Hij, een „onzeker mens" (zoals hij zich zelf niet tot zijn oneer noemt), die zich heeft tei-uggeti-okken in „splendid isola tion", ontweek het. Hij vluchtte in de on- vei-schilligheid, die zich als vanzelfspre kende redelijkheid vermomt. Hij stelde zich geen partij, nam „genoegen" met een vrij- blijvende houding. Maar zijn liefde voor het Joodse meisje Vera brandt hem het Jodenprobleem in het hart. Dit huiselijk vex-keer in het Joodse milieu, deze liefde, ze eisen, wil ook die liefde geen leugen zijn, een keuze, een ondubbelzinnig ja of neen: eexx liefde niet voor het meisje Vera, maar voor de Jodin Vera, deze tengere, zwijgzame geschondene, wier reinheid het onuitwisbaar mex-kteken draagt van de grofste antisemietische geweldpleging. En hiermee krijgt het voor een niet-Jood ab stracte vraagstuk een kwellende concrete betekenis: het stelt niet een liefhebbende jongeman, het stelt de menselijke waar digheid op de proef, het tast in het ge weten en stijgt boven het personlijke uit. Deze liefde, deze Eros, is zonder de Ethos, zonder het zedelijk mensheidsbeginsel, een verraad. En daarmee rijst de twijfel, deze eex-ste schemering van de waarheid. ADVERTENTIE Haarlem CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS De daad als bevrijding Twijfel: Sartre's diagnose is het dilem- De roman is in de „ik"-vorm geschre-| ma hartsdilemma van deze naam- ven, de hoofdpersoon, de in Amerika wo- loze jongeman: wie de keuze omzeilt, kiest het zelfbedx-og. Hij leeft in de wex-eld, on dergaat de invloeden van die wereld, beeldt zich in aan het kwaad van die wereld geen deel te hebben en leidt daarmee een schijnbestaan, voedt een schijnliefde. Dat is'de innerlijke ervaring van dit jonge- mens. En dit: nobele verdediging van. de Joodse geliefde, rechtschapen woorden over de gelijkheid der x-assen is dat dan genoeg? Te zeggen: „het kwaad dat is de andere", is dat voldoende? Redelijk heid, vrijblijvende verdraagzaamheid is daarmee deze liefde verdiend, de men selijke waax-digheid geëerbiedigd, het ant woord gegeven op de versmoorde kreet, van de in gaskamers verstikten, één plooi gladgestreken in het aangezicht van het naamloze, millioenvoudige Jodenleed? „De gedachte daaraan en men be grijpt waaraan! vervulde hem met de onpersoonlijke, maar ondragelijke schaam te, die ons bij voorbeeld vervult bij het gewaarworden van een lichamelijke kwel ling of van iets dat de menselijk- heid aantast" aldus het aan Ches terton ontleende motto van deze roman, door Van der Veen met de instemming der overtuiging gekozen. In die geest doet de jongeman van deze roman, ondanks het „wilde feest" van de Amerikaanse overwinningsdag een heksensabbath der liederlijkheid zijn keuze: hij kiest de zijde der Joden, de kant der gesmaden en vernederden: „en met haar en voor haar zou ik alles weerstaan". Zijn probleem is opgelost door de daad (daad uit liefde of f menselijke waardig heid? Of uit beide?^ want deze vraag blijft open); dat der maatschappij, van het „anti-semietisme" niet. Deze mens, deze eenling, is tragisch machteloos tégen het kwaad. Het is alom. Het is in hem. Het. is in Vera. Want het is het menselijk „tekort". Noemde Rathenau het niet „de traagheid des harten"? Maar de machte loze doet het zijne niet, zolang hij niet alles doet. Om der waardigheid wille. Is dat Don Quichotterie? Misschien. Maar Don Quichotte was een edelman. Hij zou Van der Veen zijn rossinant aanbieden en zeg gen: Hier, neem het. Strijd ermee voort. Tégen windmolens misschien. Maar vóór het menselijk-waardige. En avant! C. J. E. DINAUX J. P. Sartre: „Portret van een anti-semiet' (A. A. M. Stols, den Haag). Adriaan. van der Veen: „Het wilde feest" (N.v. Em. Querido's UitgeversmaatschappijAm sterdam). van laatstgenoemde. Dit wil zeggen dat de ruilvoet ten nadele van Europa is gewijzigd; voor eenzelfde hoeveelheid invoer moet een grotere hoe veelheid uitvoer worden geleverd. De na tionale welvaart is dus niet vooruitgegaan in evenredigheid tot de krachtsinspanning, welke voor de vergroting van de export is gepresteerd. Dat de import van West-Euro pa en ook van ons land sinds de -eerste helft van 1952 aanzienlijk is gedaald, heeft ongetwijfeld tot een meer evenwichtige be talingsbalans ten opzichte van de V. S. bij gedragen, maar het is tevens een bewijs van verarming. Het is een misvatting te menen dat een gunstige handelsbalans steeds als een. symptoom van welvaart moet worden beschouwd. Engeland en Nederland hadden beide voor de oorlog een groot im portsaldo, maar zij maakten zich hierover geen zorgen,want dit importsaldo kon ruim schoots uit andere bronnen van inkomsten wóx-den betaald. Belangrijke fclggingen in het buitenland, zeevrachten, assuranties, e.d. leverden zoveel op dat men zich grote invoeren kon veroorloven, welke met een stijging van de nationale consumptie ge paard gingen. Door en in de oorlog is dit alles anders gewox-den. Terwijl een grotere krachtsin spanning nodig is om de export te doen stijgen, moet de consumptie worden be perkt. Eerdergenoemd rapport constateert dat het hoofdelijk gebruik in West-Europa sinds 1938 slechts met 6 pet. is gestegen, tegenover 40 pet. in de V. S. Als een bezwarende omstandigheid komt daarbij dat naarmate de industrialisering van Zuid-Amerika en de Aziatische landen vordert, hetgeen niet het minst mét Ameri kaans kapitaal geschiedt, de afzetmogelijk heden voor de West-Europese producten kleiner worden. Voorts is er het uitèenval- len en het geleidelijk consolidex'en van de wereld in twee grote blokken en het feit dat China met zijn 450 millioen mensen buiten de Westerse economische sfeer is komen te liggen, waarop de heer Van Heek Hzn., voorzitter van de Twentse K. v. K. bijvoorbeeld heeft gewezen. Voor ons land komt daar dan nog de voor onze export sterk verminderde betekenis van Indonesië bij, terwijl tenslotte de expansie van de Duitse export zich hoe langer hoe meer richt op gebieden, welke in de na-oorlogse jaren door de V. S„ Engeland en Frankrijk en ons land werden bediend en de Japanse concurrentie zich op de textielmarkten ge ducht doet gevoelen. Het is daarom wel in sterke mate teleur stellend dat de V. S. waar nog steeds een stijging van de nationale welvaart wox-dt geconstateerd, in woord en geschrift West- Europa tot een streven naar economische en financiële zelfstandigheid opwekken, maar metterdaad dit streven door een nieuw protectionisme in de weg staan. We konden de vorige week op moedgevende uitlatingen van Eisenhower en minister Sawyer wijzen, sindsdien heeft men, zoals bekend is, de import van gedroogde zui velproducten dermate beperkt, dat de Ne derlandse melkpoederexport tot een zesde zal worden teruggebracht. En wanneer ons dan tegelijkertijd een tip wordt gegeven om het restant van de ons voor het op 30 Juni a.s. eindigende jaar, zijnde 15 millioen dol- lar, niet te accepteren op gx-ond van onze verbeterde dollarpositie, vraagt men zich levex-geefs af op welke wijze West-Europa en ook ons land naar de mening van hen, die in de V. S. de toon aangeven, in zijn dollartekort zal kunnen voorzien en tot financiële en economische onafhankelijk heid zal moeten komen. Temeer verblijdend is het daarom dat in de Nieuwjaarsrede van leidende fgiuren uit he bedrijfsleven ondanks allerlei be zwarende factoren een toon van gematigd optimisme en toenemend zelfvertrouwen doorklinkt, hetgeen blijkbaar ook de Am sterdamse beurs weer wat moed heeft ge geven. Een grond voor dit vertrouwen in de economische toekomst van ons land kan worden gevonden in wat de Amsterdamse burgemeester in zijn toespraak tot de scheidende voorzitter van de K. v. K„ mr. Chr. P. van Eeghen, heeft opgemerkt. Hij ziet n.l. ook in extreme gx-oepen het inzicht veld winnen dat er geen tegenstelling be hoeft te bestaan tussen het belang van de enkeling en de dienst aan de gemeenschap, zodat ook tegen een kapitalistische achter grond die gemeenschap kan worden ge diend. Inderdaad, wanneer de politieke tegen stellingen in ons land geen beletsel vox-men voor een overheidsbeleid dat met name op fiscaal gebied voor het bedrijfsleven een klimaat schept, hetwelk de risico en de in spanning, verbonden aan de opvoering van de productie de moeite waard doet zijn, zal het ook in 1953 „waarachtig wel gaan"! ADVERTENTIE UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd MAAKLOON: 1-pers. 12.50. 2-pers. 15.— HAARLEMS MATRASSENHUIS H. DE GRAAFF Grote Houtstraat 103 Tel. 11485 Haarlem WASHINGTON (Reuter). De Joego slavische ambassadeur te Washington heeft meegedeeld, dat zijn regering Amerika om meer militaire hulp heeft verzocht „wegens de steeds sterker wordende Sovjet-strijd krachten aan de grenzen". Hij verklaarde tegenover verslaggevers dat zich in Hongarije, Roemenië en Buga- - „M, rije 61 nationale divisies bevinden en dat "S' 7 rans0 vrijbuiters", 18 jaar, ide Sovjet-Unie 10 divisies heeft in Roeme- H°! I™ !i5.^r\.?Iln*rva: -Saboteur", 14 taië, Hongarije en Oostenrijk. Dominique Rolin: „Le Souffle", Editions du Seuil, Paris. Het is met de hoffelijkheid als met het geweten: beide zijn uitvindingen, die een mens op ongelegen ogenblikken onaange naam kunnen dwai-szitten. Zo zouden wij, uit hoffelijkheid jegens de dames, die de jux-y van de Prix Fémina vormen, gaarne beamen, dat haar beslissing de roman Le Souffle van de schrijfster Dominique Rolin te bekronen, volkomen juist is geweest. Ons beroepsgeweten belet echter dat on voorwaardelijk te doen. Wij zouden onze kwelgeesten het zwijgen kunnen opleggen, door met La Rochefoucauld te zeggen: „Er zijn mooie dingen, die meer schitteren, wanneer zij onvolmaakt blijven, dan wan neer zij volmaakt zouden zijn." Deze ge dachte heeft het voordeel, dat elke dame jurylid en ook de schrijfster haar naar eigen behagen en op eigen wijze kan inter- pretex-en. De roman „Les Marais" van Dominique Rolin heeft bij ons een uitstekende herin nering achtergelaten wegens zijn onver bloemde eex-lijkheid en de rauwe waar achtigheid van enkele figux-en. Het be zwaar tegen het thans bekroonde werk is nu juist, dat het onmogelijk is in de hoofd- pex-sonen te geloven. De schrijfster heeft hun geen duidelijke gestalte kunnen geven; zij missen dichtiieid en diepte. Het enige eigenlijk, dat de lezer van hen leert kennen zijn enkele uitingen van hun natuurdrif ten en het gemak, waarmee zij die bevre digen. Het gegeven van de roman is interes sant: een weduwnaar, die ten dode is op geschreven en die zich bewust is hoe zijn kinderen zullen worden, daar hij de enige is, die hun ware jeugd kent, wacht met ,.le souffle", de laatste adem, uit te blazen, tot de „familiefakkel" overgenomen kan wor den. Dominique Rolin is een vlot vertelster en heeft een vindingrijke geest. Wat ge beurt er al niet in de wereld van de oude Auguste Yquelon en zijn kinderen, die, zo als de oudste dochter zegt, „allen vals zijn en allen liegen". Al deze kinderen trach ten zich, ieder op zijn wijze, van de be klemming van de familiedruk en van het huis te bevrijden, teneinde zichzelf te kun nen zijn. Hun opstandige desex-tie uit deze benauwenis is begrijpelijk. Niets maakt echter aanvaardbaar dat de jongste zoon, de zachte en zwijgzame Valentin, zich be vrijdt en in zichzelf „orde schept" door de nieuwe fakkeldraagster, zijn oudste zuster-, te doden. Deze „bevrijdings^aad" is psy chologisch geheel vertroebeld, daar Valen tin tot zijn verbijsterende moord vooral gedx-even wordt door zijn verhouding tot een pervers meisje, Norine, zijn jonge mai- tresse, wier leugenachtigheid en egoïsme hij overigens volkomen dooi-ziet. Deze No rine, evenals de oude dienstbode Lisa, zijn de meest levende personen uit de roman. Ook Norine lijdt, als alle anderen, aan een gemis aan evenwicht en beheex-sing. Deze vooi-keur voor gepassionneex-d onevenwich tige figuren verklaart waarschijnlijk de aanwezigheid van zoveel vrouwelijke hoofdpersonen in de roman. De schrijfster heeft haar roman gehuld in een gedempt-poëtische sfeer, die een enkele maal de werkelijkheid op de grens van het irrieële brengt. Het is echter jam mer dat de lezer herhaaldelijk uit deze sfeer gerukt wordt, geschokt door de ont stellend onzuivere klank dezer poëzie. Wat, om een voorbeeld te noemen, te denken van een dialoog van merels tussen de graf stenen op een kerkhof! Waarde ontleent de roman aan een niet beschreven, maar steeds aanwezige hoofd- pei-soon: het huis. Het talent van de schrijf ster komt tot uiting in de wijze, waax'op zij de beklemmende atmosfeer van dat fa miliehuis voelbaar weet te maken. Zonder dat détails genoemd worden kent de lezer het volkomen, met de muffe geur van zijn oude commodes, zijn omhoesde stoelen, de sombex-e zolderraampjes, die uitzien op het kerkhof, de luguber krakende trap Dat zou de „schittering" kunnen zijn, waarvan hierboven sprake is en daaróm leest men de roman toch gaarne uit, on danks de wankele psychologie en de pseu- do-poëzie. s. E. ZATERDAG 10 JANUARI Stadsschouwburg: „Via Lissabon" (Neder landse Comedie), 8 uur. Palace: „Huwelijks- wals", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „De arend van Madagaskar-", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Mandy", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De zeehavik", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De Vrijbuitex-s", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Saboteur", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Limelight", alle leeft., 8 uur. Rembrandt: „Anna", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 11 JANUARI Stadsschouwburg: „Via Lissabon" (Nedex*- landse Comedie), 8 uur. Palace: „Huwelijks- wals", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: Zondagmorgenvoorstelling „For ever Am ber", 18 jaar, 11 uux\ „De ax-end van Ma dagaskar", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Mandy", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uui'. Spaarne: „De zeehavik", 14 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De vrijbuiters".' 18 jaar, 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Sa boteur", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Limelight", alle leeft., 2, 5 en 8 uur. Rem brandt: Zondagmorgenvoorstelling „Het leven van Giuseppe Verdi", 14 jaar, 11 uur A.nna", 14 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. MAANDAG 12 JANUARI Gebouw Sint Bavo: Filmavond over Australië, Canada. Zuid-Afrika, 8 uur Rembrandt: „Anna", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Huwelijkswals", 18 jaar 2 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „De arend van Madagaskar", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur City: „Mandy", 14 jaar. 2.15, 4.30. 7 en 915 u. Spaarne: „De zeehavik" 14 j„ 2.30, 7 en 9 15 en a.xu uui. uiinerva: „öaDOteur 14 jaar 2.30 en 8.15 uur. Luxor: „Limelight", Falie leeft., 2 en 8 uui\

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 5