Molens onder de rook
van Haarlem
Nieuwe economische as
pecten voor dit jaar
Agenda voor
Haarlem
Vau probleem to t getuigenis
Schoonheid, in Haarlem en omgeving
Oldenbarnevelt neemt
waar voor de Ruys
HARTENDORP
Nieuwe uitgaven
Franse litteratuur
ZATERDAG 10 JANUARI 1953
3
Vertrek 29 Januari
Dames! Vooral nu
Hamea-Gelei voor Uw handen
Effecten- en
Geldmarkt
LITTERAIRE KANTTEKENINGEN
Antisemietismeschandvlek voor de mens
Heringa Wuthrich
In 1 dag retour!
Joegoslavië vraagt hulp
De .Slokop" aan de Lageweg bij Spaarndam.
In de ogen van een Amerikaan is Neder
land vooral schilderachtig om zijn molens,
klompen en pofbroeken. In de bewonde
ring van de eerste doen wij niet voor hem
onder. Wat zou het vlakke Hollandse
polderlandschap zijn zonder molens?
Alleen is het jammer dat er in de laat
ste eeuw zoveel molens gesloopt zijn. Er is
een tijd geweest dat er in ons land niet
minder dan.... 10.000 waren. Nu ont
breken er zelfs enkele om de 1200 vol te
maken! Gelukkig staat thans de vereniging
„de Hollandse Molen" op haar post, om
als het maar enigszins mogelijk is nieuwe
verliezen te voorkomen.
Haarlem had in de 17e en 18e eeuw zeer
veel molens. Zelfs binnen de vestingmuren.
Dat blijkt uit de Stedelijke Atlas, de grote
collectie oude tekeningen, die op het Ge
meente Archief aanwezig is. Een telling
hebben wij niet gehouden, maar op bijna
elke afbeelding, die een stadswijk te zien
geeft, staat één molen. Soms zijn het er
zelfs twee. Dat was in de tijd dat de stoom
kracht en ook de electriciteit nog onbe
kend waren. De industrie profiteerde toen
van de wind. Een voordeel was dat er door
de molenaar daarvoor niets betaald be
hoefde te worden, maar daar stond als na
deel tegenover dat er alleen gedraaid kon
worden bij wind. Er waren hout-, koren-,
snuif-, kalk- en runmolens. Het is te be
grijpen dat toen er eenmaal stoom en elec
triciteit waren, de industriëlen het zekere
voor het onzekere namen en de molens op
den duur verdwenen. Alleen op het platte
land hielden vele watermolenaars de strijd
vol. Ook al behoorde het helaas niet tot de
zeldzaamheden dat de olie- of electriciteits-
motor het ook daar won.
Toen wij enige tijd geleden in deze ar
tikelenserie de „Eenhoorn" onder Haar-
lemmerliede c.a. aan het Zuider Buiten
Spaarne bespraken, wezen wij er reeds op
dat de laatste molen die binnen de ge
meente Haarlem stond, de „Adriaan" aan
het Binnen-Spaarne, 21 jaar geleden door
brand vernietigd is. Alleen is er nog het
kleine „speelgoed"-molentje in het stukje
gespaard polderland achter de Kleverlaan.
De molens in de onmiddellijke nabijheid
van Haarlem zijn gemakkelijk op onze
tien vingers te tellen.
Wij noteren: le de „Eenhoorn", 2e de
„Slokop" bij Spaarndam, 3e de molen bij
Penningsveer, 4e de „Sandhaas" in Sant
poort, 5e de „Eersteling" in Hoofddorp, 6e
de molen bij Vijfhuizen, 7e het molentje
bij Groenendaal. De korenmolen bij de Glip
hebben wij in deze telling niet opgenomen,
want een molen zonder wieken is helaas
geen molen meer.
De watermolen aan de Oudeweg, die wij
hierbij afbeelden, is ongetwijfeld een van
de mooiste. Hij past zo schitterend in het
landschap. Het is niet bekend wanneer hij
gebouwd is. maar het is al een oudje. Wel
weten wij dat hij omstreeks 1870 bijna ge
heel vernieuwd is.
Verder geven wij ook een afbeelding van
de „Slokop", de molen die aan de Lagen-
weg bij Spaarndam staat. Die beheerst het
waterrijke gebied van de Mooie Nel. In
1950 hebben wij medegedeeld dat het
voornemen bestond deze molen af te bre
ken. Het polderbestuur had een electrisch
gemaal aangeschaft, zodat do molen over
bodig geworden was om de waterstand in
de polder te regelen. Maar iedereen be
greep dat de molen niet gemist kon wor
den uit een oogpunt van landschapsschoon.
„De Hollandse Molen" kwam in het ge
weer en wist met geld en goede woorden
(en ook met steun van de gemeente Haar-
lemmerliede c.a.) te bewerken, dat de mo
len behouden bleef en zelfs het noodzake
lijke herstel er aan werd uitgevoerd. Wij
herinneren er bovendien aan dat mr. H. K.
de Raaf te Heemstede (die met zijn vrouw
het cultuurcentrum in de oude kerk te
Spaarnwoude beheert) de molen huurde,
om tot woning van zijn gehuwde dochter
te dienen. Daar moest, wel veel gedaan
worden, om een onbewoonbaarverklaarde
molen tot een gezellig „home" te maken,
maar het is volkomen gelukt. Wie woont
er in zo'n mooie omgeving als deze jonge
„molenaars"?
Misschien ligt in het hier gebeurde een
vingerwijzing om andere molens die onge
bruikt staan en daardoor met de ondergang
bedreigd worden, ook geschikt te maken
voor bewoning. Er zit in zo'n molen vrij
veel ruimte, vooral indien met ook de ver
dieping gebruikt. Die is meestal 7 bij 7
meter, dus veel groter dan de meeste ka
mers. Er moet dan evenwel een oplossing
gezocht worden voor het verlichtingspro
bleem, want op de verdieping ontbreken
veelal ramen.
De „Slokop" is hoger en groter dan de
molen bij Penningsveer. De bouw dateert
uit de 17e eeuw, maar hij is ook in 1870
grondig gerestaureerd. C. J. VAN T.
De Stoomvaart Maatschappij „Neder
land" deelt thans mede, dat het ms. Johan
van Oldenbarnevelt op 29 Januari van
Amsterdam naar Indonesië zal vertrekken.
De Oldenbarnevelt wordt omstreeks 25
Februari in Tandjong Priok verwacht, van
waar het schip op 4 Maart naar Nederland
teruggekeert.
De Johan van Oldenbarnevelt heeft, na>
dat het bericht van de botsing tussen de
Willem Ruys en de Oranje bekend was
geworden, van zes Januari af ter hoogte
van Kreta verkeerd. Men wilde, indien de
noodzakelijkheid daartoe mocht blijken,
de Johan van Oldenbarnevelt laten assis
teren bij het overnemen van passagiers en
lading.
Thans is echter aan de gezagvoerder van
de Johan van Oldenbarnevelt geseind, dat
de hulp van dit schip cp dit ogenblik niet
nodig is. De boot stoomt thans op naar
Amsterdam, waar zij 17 Januari zal aan
komen. Hieruit blijkt dat de schade die
door de Oranje is opgelopen, geringer is
dan nodig zou zijn geweest om dit schip
het certificaat van zeewaardigheid voor
lopig te onthouden. Ten aanzien van de
Willem Ruys wordt verwacht dat de nood-
reparatie aan het schip in Port Said in
betrekkelijk korte tijd zal kunnen ge
schieden, waardoor het minst mogelijke
oponthoud voor de passagiers zal ont
staan.
De Johan van Oldenbarnevelt zal nu, zo
als door het directoraat-generaal van
Scheepvaart is medegedeeld, in plaats van
de Willem Ruys van Nederland naar In
donesië varen. Of de Johan van Olden
barnevelt ook nog een reis voor de Oranje
zou moeten maken is op dit ogenblik nog
niet te zeggen.
Toedracht
Naar een AFP-correspondent uit mede
delingen van de passagiers opmaakte voer
de Ruys ter hoogte van Port Soedan toen
de Oranje werd ontmoet. De Ruys, die een
tankboot zou hebben willen ontwijken,
zou daardoor recht voor de Oranje zijn
gekomen. Op beide schepen loeiden sirenes
en een botsing was niet meer te vermij
den.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Aan het eind van de Oudeweg, nabij de Liede en Penningsveer.
De jaarswisseling heeft voor de beurs
het aantrekkelijke dat bij gelegenheid daar
van vooraanstaande figuren in het bedrijfs
leven hun visie geven op de ontwikkeling
van de conjunctuur.
Ook de directies van vele.ondernemingen
tonen zich bereid een tip op te lichten van
de sluier, welke er nog over de financiële
resultaten van het afgelopen jaar hangt,
zodat op grond van meer recente gegevens
over 'de aandelen een oordeel kan worden
gevormd.
Wanneer men het koersverloop geduren
de de enkele dagen, welke thans van het
nieuwe jaar verstreken zijn, als een graad
meter voor dat oordeel wil zien, mag wor
den geconstateerd dat de resultaten van
het Nederlandse bedrijfsleven over 1952
algemeen gesproken, niet zijn tegengeval
len en dat ten aanzien van de. vooruitzich
ten van het nieuwe jaar een gematigd op
timisme aan de dag wordt gelegd.
Op dit „gematigd" moet intussen wel de
nadruk vallen, omdat met het jaar 1953,
feitelijk reeds met 1952, een periode van
evenwicht tussen productie en consumptie
is ingetreden, welke de concurrentie zowel
op de binnenlandse als op de buitenlandse
markten aanmerkelijk heeft verscherpt.
Voor ons land is dit van zeer bijzondere
betekenis, omdat, zoals dr. Hirschfeld voor
de Twentse Kamer van Koophandel heeft
opgemerkt, 40 a 50 pet. van onze gehele
economie op het buitenland georiënteerd is.
Het feit dat in véle landen ten aanzien van
de vraag naar goederen het verzadigings
punt bereikt of overschreden is, leidt he
laas tot maatregelen, welke in flagrante
strijd zijn met de idealen van internationale
samenwerking en integratie, waarover men
de laatste tijd schrijft en spreekt. Terwijl
men „op hoog niveau" het probleem van
de invoerrechten tracht op te lossen, leeft
op lagere niveau's de roep om bescherming
steeds weer op, zelfs in het kader van de
Benelux, nu ook in België de bedrijvigheid
achteruitgaat.
Geheel West-Europa staat in zoverre op
een keerpunt dat voor lange tijd beslissend
kan zijn. De na-oorlogse periode heeft tot
dusver voor dit werelddeel een grote voor
uitgang doen zien. Het vierde kwartaals
overzicht van de Organisatie voor Europese
Economische Samenwerking (O.E.E.S.)
heeft hiérvan sprekende cijfers gepubli
ceerd. Maar zij doen tevens zien dat er
sinds 1951 een vertraging in de vooruitgang
valt te constateren, welke bijv. hieruit
blijkt dat het expansie-percentage, dat voor
1948 10 pet. bedroeg, tot 7 pet. in 1949, iy2
pet. in 1950, 5 pet. in 1951 en 1 pet. in het
eerste hafljaar van 1952 is gedaald.
West-Europa, dat voornamelijk industrie
producten uitvoert, maar grondstoffen en
voedingsmiddelen invoert, heeft de nadelige
gevolgen ondervonden van het feit dat de
prijzen van eerstgenoemde producten in
minder sterke mate zijn gestegen dan die
ZONDER ER OOK maar in het geringste op te willen zinspelen, dat de nieuwe
roman van Adriaan van der Veen „Het wilde feest" geschreven zou zijn onder
invloed, laat staan in navolging, van Sartre's „Réflexions sur la question juive"*),
lijkt mij de overeenstemming tussen deze existentialistische diagnose van de Joden
haat en de wijze waarop Van der Veen dit „probleem" heeft gesteld als thema van
zijn jongste werk onmiskenbaar genoeg, om „Het wilde feest"**) een roman te noe
men, waarin Sartre's analyse van oorzaak en wezen van deze beschamende vlek op
het menselijk geweten haar waardige, hoewel niet smetteloze, litteraire vorm heeft
gevonden-. Dat houdt geen afkeuring in. Verre daarvan. Allereerst: er zijn weinig
recente romans te noemen, die zo eerlijk, zo diep-verontwaardigd en onthutst, zo vol
overtuigdheid van de eigen laakbaarheid, zo menselijk dus, „een" kwaad, het „eigen"
kwaad, signaleren zo verbeten het gif uit een wond drukken, dat onze menselijke
waardigheid de grondpijler van alle cultuur aanvreet: het gif van de rassenhaat.
ADVERTENTIE
De Stofzuiger Speciaalzaak
Gen. Cronjéstr. 43 Spaarne 3
Tel. 16990 Tel. 17696
Kruidbergerwcg 51, Santpoort
Het speciale adres voor
STOFZUIGERS
Reparatiën en onderdelen
„Pippi Langkous gaat aan boord",
door Astrid Lindgren (Bei'n N.V.,
Assen).
Daarenboven: „Het wilde feest", de in
Amerika „spelende" roman van een liefde
tussen een niet;-.Toodse Hollandse jonge
man en de Joodse emigrante Vera, heeft
en daarmee betoont Van der Veen zich
nog eens en zelfs meer dan te voren een
auteur, wie het litteraire „engagement"
diepe ernst is aan een „probleem" de
verinnerlijkte betekenis gegeven van een
getuigenis. Hier adelt zich, meer of minder
volkomen, het betoog tot een kunstwerk.
Hier wordt de academische verhandeling
tot een zedelijke verontrustheid, de weten
schappelijke beschouwing tot een zaak van
het menselijk geweten, de analyse van het
kwaad (die een aangelegenheid van het
intellect is) tot schuldgevoel, tot besef van
verantwoordelijkheid. Hier rijpt een
verdieping waarmee men de schrijver
Van der Veen moet gelukwensen een
gevoel, dat alle verstandelijke overwe
gingen, elk verderfelijk spel van intellec-
tuële hoogmoed, te boven gaat. Hier,
kortom, spreekt, getuigt de méns.
En zo is het goed. Van der Veen mag
alle sporen van zijn te krampachtig intel
lectualistische „Zuster ter Zee", zijn vorige
boek, nog niet hebben uitgewist, hij heeft
met zijn probleem gevochten, niet alleen
met zijn verstand, maar ook (openlijker
althans) met zijn hart. Hij heeft het pro
bleem Van het anti-semietisme om en om
gedraaid, hij heeft er zich als een bulldog
in vastgebeten, tot schade misschien van
de litteraire vorm, van de „aestetica", maar
terwille van iets dat méér is dan dat: van
de oprechtheid van zijn getuigenis, van de
Weer een nieuwe reek avonturen van de
bekende Pippi, die goed vertaald zijn en op
originele manier zijn verteld. Een kinder
boek dat opvalt door zijn originaliteit. Reeds overtuigende kracht ervan,
in acht talen verschenen deze kinderboe-
ken, die de kleine wereld van het kind met
grote liefde voor het onderwerp beschou
wen en verbeelden en daarom door de kin
deren met animo zullen worden gelezen.
Leven dat is kiezen
.nende jonge Hollander, is anoniem geble
ven. Opzettelijk, dunkt me. Deze „ik",
deze naamloze, is niet de schrijver die zich
aan een autobiografische roman vergrijpt,
hij is elke willekeurige mens, voor wie
het „Joodse vraagstuk", in zijn bitterste
vorm van onverholen anti-semietisme of
in de mildere der „vex-draagzaamheid",
nog een „probleem" is.
Voor deze „ik" was het geen vraagstuk.
Hij, een „onzeker mens" (zoals hij zich
zelf niet tot zijn oneer noemt), die zich
heeft tei-uggeti-okken in „splendid isola
tion", ontweek het. Hij vluchtte in de on-
vei-schilligheid, die zich als vanzelfspre
kende redelijkheid vermomt. Hij stelde zich
geen partij, nam „genoegen" met een vrij-
blijvende houding. Maar zijn liefde voor
het Joodse meisje Vera brandt hem het
Jodenprobleem in het hart. Dit huiselijk
vex-keer in het Joodse milieu, deze liefde,
ze eisen, wil ook die liefde geen leugen
zijn, een keuze, een ondubbelzinnig ja of
neen: eexx liefde niet voor het meisje Vera,
maar voor de Jodin Vera, deze tengere,
zwijgzame geschondene, wier reinheid het
onuitwisbaar mex-kteken draagt van de
grofste antisemietische geweldpleging. En
hiermee krijgt het voor een niet-Jood ab
stracte vraagstuk een kwellende concrete
betekenis: het stelt niet een liefhebbende
jongeman, het stelt de menselijke waar
digheid op de proef, het tast in het ge
weten en stijgt boven het personlijke uit.
Deze liefde, deze Eros, is zonder de Ethos,
zonder het zedelijk mensheidsbeginsel, een
verraad. En daarmee rijst de twijfel, deze
eex-ste schemering van de waarheid.
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
De daad als bevrijding
Twijfel: Sartre's diagnose is het dilem-
De roman is in de „ik"-vorm geschre-| ma hartsdilemma van deze naam-
ven, de hoofdpersoon, de in Amerika wo- loze jongeman: wie de keuze omzeilt, kiest
het zelfbedx-og. Hij leeft in de wex-eld, on
dergaat de invloeden van die wereld, beeldt
zich in aan het kwaad van die wereld geen
deel te hebben en leidt daarmee een
schijnbestaan, voedt een schijnliefde. Dat
is'de innerlijke ervaring van dit jonge-
mens. En dit: nobele verdediging van. de
Joodse geliefde, rechtschapen woorden
over de gelijkheid der x-assen is dat dan
genoeg? Te zeggen: „het kwaad dat is
de andere", is dat voldoende? Redelijk
heid, vrijblijvende verdraagzaamheid
is daarmee deze liefde verdiend, de men
selijke waax-digheid geëerbiedigd, het ant
woord gegeven op de versmoorde kreet,
van de in gaskamers verstikten, één plooi
gladgestreken in het aangezicht van het
naamloze, millioenvoudige Jodenleed?
„De gedachte daaraan en men be
grijpt waaraan! vervulde hem met de
onpersoonlijke, maar ondragelijke schaam
te, die ons bij voorbeeld vervult bij het
gewaarworden van een lichamelijke kwel
ling of van iets dat de menselijk-
heid aantast" aldus het aan Ches
terton ontleende motto van deze roman,
door Van der Veen met de instemming der
overtuiging gekozen.
In die geest doet de jongeman van deze
roman, ondanks het „wilde feest" van de
Amerikaanse overwinningsdag een
heksensabbath der liederlijkheid zijn
keuze: hij kiest de zijde der Joden, de kant
der gesmaden en vernederden: „en met
haar en voor haar zou ik alles weerstaan".
Zijn probleem is opgelost door de daad
(daad uit liefde of f menselijke waardig
heid? Of uit beide?^ want deze vraag
blijft open); dat der maatschappij, van
het „anti-semietisme" niet. Deze mens,
deze eenling, is tragisch machteloos tégen
het kwaad. Het is alom. Het is in hem.
Het. is in Vera. Want het is het menselijk
„tekort". Noemde Rathenau het niet „de
traagheid des harten"? Maar de machte
loze doet het zijne niet, zolang hij niet alles
doet. Om der waardigheid wille. Is dat
Don Quichotterie? Misschien. Maar Don
Quichotte was een edelman. Hij zou Van
der Veen zijn rossinant aanbieden en zeg
gen: Hier, neem het. Strijd ermee voort.
Tégen windmolens misschien. Maar vóór
het menselijk-waardige. En avant!
C. J. E. DINAUX
J. P. Sartre: „Portret van een anti-semiet'
(A. A. M. Stols, den Haag).
Adriaan. van der Veen: „Het wilde feest"
(N.v. Em. Querido's UitgeversmaatschappijAm
sterdam).
van laatstgenoemde.
Dit wil zeggen dat de ruilvoet ten nadele
van Europa is gewijzigd; voor eenzelfde
hoeveelheid invoer moet een grotere hoe
veelheid uitvoer worden geleverd. De na
tionale welvaart is dus niet vooruitgegaan
in evenredigheid tot de krachtsinspanning,
welke voor de vergroting van de export is
gepresteerd. Dat de import van West-Euro
pa en ook van ons land sinds de -eerste
helft van 1952 aanzienlijk is gedaald, heeft
ongetwijfeld tot een meer evenwichtige be
talingsbalans ten opzichte van de V. S. bij
gedragen, maar het is tevens een bewijs
van verarming. Het is een misvatting te
menen dat een gunstige handelsbalans
steeds als een. symptoom van welvaart moet
worden beschouwd. Engeland en Nederland
hadden beide voor de oorlog een groot im
portsaldo, maar zij maakten zich hierover
geen zorgen,want dit importsaldo kon ruim
schoots uit andere bronnen van inkomsten
wóx-den betaald. Belangrijke fclggingen in
het buitenland, zeevrachten, assuranties,
e.d. leverden zoveel op dat men zich grote
invoeren kon veroorloven, welke met een
stijging van de nationale consumptie ge
paard gingen.
Door en in de oorlog is dit alles anders
gewox-den. Terwijl een grotere krachtsin
spanning nodig is om de export te doen
stijgen, moet de consumptie worden be
perkt. Eerdergenoemd rapport constateert
dat het hoofdelijk gebruik in West-Europa
sinds 1938 slechts met 6 pet. is gestegen,
tegenover 40 pet. in de V. S.
Als een bezwarende omstandigheid komt
daarbij dat naarmate de industrialisering
van Zuid-Amerika en de Aziatische landen
vordert, hetgeen niet het minst mét Ameri
kaans kapitaal geschiedt, de afzetmogelijk
heden voor de West-Europese producten
kleiner worden. Voorts is er het uitèenval-
len en het geleidelijk consolidex'en van de
wereld in twee grote blokken en het feit
dat China met zijn 450 millioen mensen
buiten de Westerse economische sfeer is
komen te liggen, waarop de heer Van Heek
Hzn., voorzitter van de Twentse K. v. K.
bijvoorbeeld heeft gewezen. Voor ons land
komt daar dan nog de voor onze export
sterk verminderde betekenis van Indonesië
bij, terwijl tenslotte de expansie van de
Duitse export zich hoe langer hoe meer
richt op gebieden, welke in de na-oorlogse
jaren door de V. S„ Engeland en Frankrijk
en ons land werden bediend en de Japanse
concurrentie zich op de textielmarkten ge
ducht doet gevoelen.
Het is daarom wel in sterke mate teleur
stellend dat de V. S. waar nog steeds een
stijging van de nationale welvaart wox-dt
geconstateerd, in woord en geschrift West-
Europa tot een streven naar economische
en financiële zelfstandigheid opwekken,
maar metterdaad dit streven door een
nieuw protectionisme in de weg staan. We
konden de vorige week op moedgevende
uitlatingen van Eisenhower en minister
Sawyer wijzen, sindsdien heeft men, zoals
bekend is, de import van gedroogde zui
velproducten dermate beperkt, dat de Ne
derlandse melkpoederexport tot een zesde
zal worden teruggebracht. En wanneer ons
dan tegelijkertijd een tip wordt gegeven om
het restant van de ons voor het op 30 Juni
a.s. eindigende jaar, zijnde 15 millioen dol-
lar, niet te accepteren op gx-ond van onze
verbeterde dollarpositie, vraagt men zich
levex-geefs af op welke wijze West-Europa
en ook ons land naar de mening van hen,
die in de V. S. de toon aangeven, in zijn
dollartekort zal kunnen voorzien en tot
financiële en economische onafhankelijk
heid zal moeten komen.
Temeer verblijdend is het daarom dat in
de Nieuwjaarsrede van leidende fgiuren
uit he bedrijfsleven ondanks allerlei be
zwarende factoren een toon van gematigd
optimisme en toenemend zelfvertrouwen
doorklinkt, hetgeen blijkbaar ook de Am
sterdamse beurs weer wat moed heeft ge
geven.
Een grond voor dit vertrouwen in de
economische toekomst van ons land kan
worden gevonden in wat de Amsterdamse
burgemeester in zijn toespraak tot de
scheidende voorzitter van de K. v. K„ mr.
Chr. P. van Eeghen, heeft opgemerkt. Hij
ziet n.l. ook in extreme gx-oepen het inzicht
veld winnen dat er geen tegenstelling be
hoeft te bestaan tussen het belang van de
enkeling en de dienst aan de gemeenschap,
zodat ook tegen een kapitalistische achter
grond die gemeenschap kan worden ge
diend.
Inderdaad, wanneer de politieke tegen
stellingen in ons land geen beletsel vox-men
voor een overheidsbeleid dat met name op
fiscaal gebied voor het bedrijfsleven een
klimaat schept, hetwelk de risico en de in
spanning, verbonden aan de opvoering van
de productie de moeite waard doet zijn, zal
het ook in 1953 „waarachtig wel gaan"!
ADVERTENTIE
UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd
MAAKLOON: 1-pers. 12.50. 2-pers. 15.—
HAARLEMS MATRASSENHUIS
H. DE GRAAFF
Grote Houtstraat 103 Tel. 11485 Haarlem
WASHINGTON (Reuter). De Joego
slavische ambassadeur te Washington heeft
meegedeeld, dat zijn regering Amerika om
meer militaire hulp heeft verzocht „wegens
de steeds sterker wordende Sovjet-strijd
krachten aan de grenzen".
Hij verklaarde tegenover verslaggevers
dat zich in Hongarije, Roemenië en Buga- - „M,
rije 61 nationale divisies bevinden en dat "S' 7 rans0 vrijbuiters", 18 jaar,
ide Sovjet-Unie 10 divisies heeft in Roeme- H°! I™ !i5.^r\.?Iln*rva: -Saboteur", 14
taië, Hongarije en Oostenrijk.
Dominique Rolin: „Le Souffle",
Editions du Seuil, Paris.
Het is met de hoffelijkheid als met het
geweten: beide zijn uitvindingen, die een
mens op ongelegen ogenblikken onaange
naam kunnen dwai-szitten. Zo zouden wij,
uit hoffelijkheid jegens de dames, die de
jux-y van de Prix Fémina vormen, gaarne
beamen, dat haar beslissing de roman Le
Souffle van de schrijfster Dominique Rolin
te bekronen, volkomen juist is geweest.
Ons beroepsgeweten belet echter dat on
voorwaardelijk te doen. Wij zouden onze
kwelgeesten het zwijgen kunnen opleggen,
door met La Rochefoucauld te zeggen: „Er
zijn mooie dingen, die meer schitteren,
wanneer zij onvolmaakt blijven, dan wan
neer zij volmaakt zouden zijn." Deze ge
dachte heeft het voordeel, dat elke dame
jurylid en ook de schrijfster haar naar
eigen behagen en op eigen wijze kan inter-
pretex-en.
De roman „Les Marais" van Dominique
Rolin heeft bij ons een uitstekende herin
nering achtergelaten wegens zijn onver
bloemde eex-lijkheid en de rauwe waar
achtigheid van enkele figux-en. Het be
zwaar tegen het thans bekroonde werk is
nu juist, dat het onmogelijk is in de hoofd-
pex-sonen te geloven. De schrijfster heeft
hun geen duidelijke gestalte kunnen geven;
zij missen dichtiieid en diepte. Het enige
eigenlijk, dat de lezer van hen leert kennen
zijn enkele uitingen van hun natuurdrif
ten en het gemak, waarmee zij die bevre
digen.
Het gegeven van de roman is interes
sant: een weduwnaar, die ten dode is op
geschreven en die zich bewust is hoe zijn
kinderen zullen worden, daar hij de enige
is, die hun ware jeugd kent, wacht met ,.le
souffle", de laatste adem, uit te blazen, tot
de „familiefakkel" overgenomen kan wor
den. Dominique Rolin is een vlot vertelster
en heeft een vindingrijke geest. Wat ge
beurt er al niet in de wereld van de oude
Auguste Yquelon en zijn kinderen, die, zo
als de oudste dochter zegt, „allen vals zijn
en allen liegen". Al deze kinderen trach
ten zich, ieder op zijn wijze, van de be
klemming van de familiedruk en van het
huis te bevrijden, teneinde zichzelf te kun
nen zijn. Hun opstandige desex-tie uit deze
benauwenis is begrijpelijk. Niets maakt
echter aanvaardbaar dat de jongste zoon,
de zachte en zwijgzame Valentin, zich be
vrijdt en in zichzelf „orde schept" door de
nieuwe fakkeldraagster, zijn oudste zuster-,
te doden. Deze „bevrijdings^aad" is psy
chologisch geheel vertroebeld, daar Valen
tin tot zijn verbijsterende moord vooral
gedx-even wordt door zijn verhouding tot
een pervers meisje, Norine, zijn jonge mai-
tresse, wier leugenachtigheid en egoïsme
hij overigens volkomen dooi-ziet. Deze No
rine, evenals de oude dienstbode Lisa, zijn
de meest levende personen uit de roman.
Ook Norine lijdt, als alle anderen, aan een
gemis aan evenwicht en beheex-sing. Deze
vooi-keur voor gepassionneex-d onevenwich
tige figuren verklaart waarschijnlijk de
aanwezigheid van zoveel vrouwelijke
hoofdpersonen in de roman.
De schrijfster heeft haar roman gehuld
in een gedempt-poëtische sfeer, die een
enkele maal de werkelijkheid op de grens
van het irrieële brengt. Het is echter jam
mer dat de lezer herhaaldelijk uit deze
sfeer gerukt wordt, geschokt door de ont
stellend onzuivere klank dezer poëzie. Wat,
om een voorbeeld te noemen, te denken
van een dialoog van merels tussen de graf
stenen op een kerkhof!
Waarde ontleent de roman aan een niet
beschreven, maar steeds aanwezige hoofd-
pei-soon: het huis. Het talent van de schrijf
ster komt tot uiting in de wijze, waax'op zij
de beklemmende atmosfeer van dat fa
miliehuis voelbaar weet te maken. Zonder
dat détails genoemd worden kent de lezer
het volkomen, met de muffe geur van zijn
oude commodes, zijn omhoesde stoelen, de
sombex-e zolderraampjes, die uitzien op het
kerkhof, de luguber krakende trap
Dat zou de „schittering" kunnen zijn,
waarvan hierboven sprake is en daaróm
leest men de roman toch gaarne uit, on
danks de wankele psychologie en de pseu-
do-poëzie. s. E.
ZATERDAG 10 JANUARI
Stadsschouwburg: „Via Lissabon" (Neder
landse Comedie), 8 uur. Palace: „Huwelijks-
wals", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „De
arend van Madagaskar-", 14 jaar, 7 en 9.15
uur. City: „Mandy", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
Spaarne: „De zeehavik", 14 jaar, 7 en 9.15
uur. Frans Hals: „De Vrijbuitex-s", 18 jaar,
7 en 9.15 uur. Minerva: „Saboteur", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Luxor: „Limelight", alle leeft.,
8 uur. Rembrandt: „Anna", 14 jaar, 7 en
9.15 uur.
ZONDAG 11 JANUARI
Stadsschouwburg: „Via Lissabon" (Nedex*-
landse Comedie), 8 uur. Palace: „Huwelijks-
wals", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido:
Zondagmorgenvoorstelling „For ever Am
ber", 18 jaar, 11 uux\ „De ax-end van Ma
dagaskar", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
City: „Mandy", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15
uui'. Spaarne: „De zeehavik", 14 jaar, 2. 4.15,
7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De vrijbuiters".'
18 jaar, 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Sa
boteur", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„Limelight", alle leeft., 2, 5 en 8 uur. Rem
brandt: Zondagmorgenvoorstelling „Het
leven van Giuseppe Verdi", 14 jaar, 11 uur
A.nna", 14 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15 uur.
MAANDAG 12 JANUARI
Gebouw Sint Bavo: Filmavond over
Australië, Canada. Zuid-Afrika, 8 uur
Rembrandt: „Anna", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Palace: „Huwelijkswals", 18 jaar 2
4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „De arend van
Madagaskar", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur
City: „Mandy", 14 jaar. 2.15, 4.30. 7 en 915
u. Spaarne: „De zeehavik" 14 j„ 2.30, 7 en 9 15
en a.xu uui. uiinerva: „öaDOteur 14
jaar 2.30 en 8.15 uur. Luxor: „Limelight",
Falie leeft., 2 en 8 uui\