Nederlandse immigranten
in de VS onder de wapenen
De 5000e wat?
Agenda voor
Haarlem
Een Eeuw geleden
Proef maar eens een andere...
Zo zacht,
zo zuiver
Huurverhoging en
werkgelegenheid
^Hoe is het ontstaan?
Zonder Amerikaanse staatsburger te zijn
moeten zij dienen, mogelijk ook in Korea
Watersnoodpenning
„Zang en Vriendschap"
voor Rampenfonds
Strijd om de grond in
het lage Nederland
Bradley waarschuwt
tegen oorlogspsychose
„Mirulla" weer
naar Abadan
Des te lekkerder smaakt je dan weer
Dit woord:
SILHOUET
Late graad
Gentleman
Deel van evacué's uit
Hoge Zwaluwe terug
Vangstcijfers van de
„Willem Barendsz"
Met twee zangeressen
en Trio Hesmerg
Duitse partij zuivert
een harer afdelingen
DINSDAG 24 FEBRUARI 19 53
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
S.E.R.-adviezen worden
spoedig bekendgemaakt
Onlangs heeft het Tweede Kamerlid de
heer Andriessen (K.V.P.) aan de minister
president gevraagd of het waar is dat de
Sociaal-Economische Raad op 28 Novem
ber een advies aan de regering heeft uit
gebracht over een eventuele huurverhoging
en een voorlopig advies over de werkge
legenheid.
De minister-president heeft hierop be
vestigend geantwoord.
De regering meent, dat deze adviezen
wel voor publicatie in aanmerking komen,
maar dat openbaarmaking niet onmiddel-
.lijk diende te geschieden.
De regering achtte het wenselijk publi
catie van de adviezen en een mededeling
van haar voornemens te doen samenval
len.
De regering is voornemens de adviezen
spoedig voor publicatie vrij te geven.
vReuter). De Italiaanse tankboot „Mi-
riella" is uit Venetië vertrokken naar Aba
dan om voor de tweede maal Perzische olie
aan boord te nemen.
Officieel is niets bekend over de bestem
ming van het vaartuig, dat Zaterdagavond
is uitgevaren. Een week geleden loste de
„Miriella" 5000 ton olie, de eerste Perzi
sche olie, die sinds de nationalisatie in
Europa is aangekomen. De olie is in tanks
in de haven van Venetië verzegeld, hangen
de een beslissing van het gerechtshof in
deze stad over de eis van de Brits-Iraanse
olie-maatschappij voor een gerechtelijk
beslag.
ADVERTENTIE
De jongeman, die naar Amerika emi
greert, moet niet verbaasd zijn, wanneer
hij in zijn nieuwe vaderland waarvan
hü overigens dan nog geen staatsburger is
een oproep krijgt om zich voor militaire
dienst te melden. En wanneer hij zijn mi
litaire opleiding echter de rug heeft, komt
waarschijnlijk ook voor hem de dag, waar
op hij. over de reling van een schip han
gend, de Amerikaanse Oostkust ziet verva
gen. Want dan is hij onderweg naar Korea.
Als Nederlands staatsburger en als Ameri
kaans soldaat.
Het klinkt misschien allemaal erg vreemd,
maar toch is het zo. Het geval werd onder
onze aandacht gebracht door een brief van
een Hollander uit Amerika, wiens zoon zo
juist was opgeroepen. De vader beklaagde
er zich vooral ook over, dat zijn zoon zelfs
na terugkeer uit Korea niet onmiddellijk
het Amerikaanse staatsburgerschap zou
verkrijgen. Van bevoegde instanties, de
Amerikaanse ambassade en het Nederland
se ministerie van Buitenlandse Zaken, ver
namen wij, dat deze gang van zaken inder
daad kan voorkomen. Het Amerikaanse
standpunt is, dat iemand, die naar Ameri
ka komt, daar het Amerikaanse staatsbur
gerschap wil verwerven en in het alge
meen de voordelen van het leven in de
Verenigde Staten wil genieten, ook de na
delen moet torsen. En wanneer hij een
maal soldaat is, dan wil men hem ook niet
bevoorrechten door hem bijvoorbeeld van
het Koreaanse strijdtoneel verwijderd te
houden.
Natuurlijk betreft het hier slechts een
vrij kleine groep. Het Nederlandse immi
gratie-quotum in de V.S. is ongeveer drie-
ADVERTENTIE
Dan spijt het U,
wanneer U geen Aspirin
(alléén echt met het Bayerkruisl)
in huis hebt.
duizend per jaar en er zijn dus niet zo
erg veel jongemannen cm op te roepen, te
meer daar de keuring nogal streng is.
Maar nochtans doen aspirant-emigranten
er goed aan te overwegen wat hun te
wachten staat. En al klinkt dit ironisch
de plannen in de V.S. cm 'het Neder
landse immigratie-quotum met het oog op
de watersnood tot 50.000 per jaar te ver
hogen, zou deze hele kwestie nog wél zo
actueel kunnen maken.
Uitzonderingen
Op het Nederlandse ministerie van Bui
tenlandse Zaken deelde men ons nog mede,
dat er wel uitzonderingen op deze regeling
bestaan. Ten eerste zijn Nederlanders, die
van December 1940 tot September 1945
gedurende 90 dagen in een geallieerd leger
hebben gestreden, vrijgesteld van dienst
Ln de V.S. Hetzelfde geldt voor hen, die
tussen September '45 tot Juni '48 ten min
ste 12 maanden in een NAVO-leger hebben
gediend. Maar voor hen, die na Juni 1948
hebben gediend, geldt dat niet en zo kan
het dus voorkomen, dat iemand die al in
Nederland zijn dienstplicht heeft vervuld,
in de V.S. nog eens opgeroepen wordt. De
Nederlandse regering zal overigens wel
proberen voor deze periode ook nog een
voorziening te treffen, zoals de Engelsen
er bijvoorbeeld een hebben. Men vestigde
er verder onze aandacht op, dat door het
dienen in het Amerikaanse leger het Ne
derlandse staatsburgerschap niet verloren
gaat, aangezien hier niet vrijwillig in
vreemde krijgsdienst wordt getreden.
Een punt dat naar onze mening zeker
wijziging behoeft, is dat 't dienen in Ame
rika het verkrijgen van het staatsburger
schap niet versnelt. De wachtperiode blijft
vijf jaar. In de oorlog werd zij voor de
genen die bij de Amerikaanse strijdkrach
ten dienden tot twee jaar teruggebracht.
Maar nu doet zich het vreemde verschijn
sel voor, dat iemand die voor de V.S. zijn
leven heeft gewaagd, bij zijn terugkomst
nog jaren moet wachten eer hij burger
rechten verkrijgt.
Représaille
Zonder een soortgelijke regeling te wil
len aanbevelen, mag tenslotte niet onver
meld blijven, dat de Franse regering met
een représaillewet voor de dag is gekomen,
waai'bij jonge Amerikanen, die langer dan
een jaar in Frankrijk wonen, verplicht
worden in het Franse leger te dienen. Ver
plicht, in die zin dan, dat men evenals een
Hollander in Amerika, deze dienstplicht
natuurlijk kan weigeren. Maar dan ont
vangt men vermoedelijk zeer snel bericht
van de gastheer, dat hij op langer verblijf
van de gast in zijn huis geen prijs steït.
DINSDAG 24 FEBRUARI
Concertgebouw: Concert HOV (achtste con
cert serie D), 8 uur. Luxor: „Don Camillo",
14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Storm over
Malakka", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „F.B.I.-
girl", 18 jaar, 7. en 9.15 uur. Spaarne: „Mis
daad N.V.", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„De verboden vrucht", 18 jaar, 8 uur. Mi
nerva: „Les enfants du Paradis", 18 jaar,
8.15 uur. Rembrandt: „Botsende hartstoch
ten", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Greatest
show on earth", 14 jaar, 8 uur.
WOENSDAG 25 FEBRUARI
Protestantenbond, Jacobstraat: Mary Pos,
spreekt over „Dwars door Amerika", 8 uur.
Concertgebouw: Concert „Inter Nos", o. 1. v.
Jan Booda, 8 uur. Die Raeckse: Muziek- en
filmavond met technische vindingen op.
radio- en gramofoongebied, 8 uur. Luxor:
„Don Camillo", alle leeft., 2. 7 en 9.15 uur.
City: „F.B.I.-girl", 18 jaar, 2.15, 4.30, 7 en
9.15 uur. Lido: „Storm over Malakka", 14
jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Mis
daad N. V.", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: „De verboden vrucht", 18 jaar,
2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Botsende
hartstochten", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Greatest show on earth", 14 jaar,
2 en 8 uur. Minerva: „Les Enfants du Para
dis", 18 jaar, 8.15 uur.
De 70-jarige heer P. H. de Koster uit
Amsterdam heeft aan de gemeente
universiteit aldaar de graad van
meester in de rechten gehaald. De heer
De Koster, die geen middelbaar onder
wijs heeft genoten, begon op 57-jarige
leeftijd aan zijn studie. Toen hij 55 jaar
was ging hij, na een diensttijd van 40
jaar, als referendaris bij de P.T.T. mel
pensioen.
De Engelse inbreker Benstead kan zijn
twaalf maanden gevangenisstraf gaan
uitzitten met de troostende gedachte,
dat hij een kans om aan arrest te ont
komen heeft opgeofferd aan zijn plicht
van menselijkheid. Bij zijn berechting
werd namelijk naar voren gebracht, dat
hij de politieman, die hem over het dak
van een Londens gebouw achtervolgde,
behoed had voor een val van vijftien
meter hoogte. De agent was uitgegleden
en toen Benstead, omkijkend, merkte
in welk een gevaarlijke positie zijn ach
tervolger verkeerde, kwam hij prompt
terug om de helpende hand te bieden
aan de man van de wet, die hem daarop
even plichtsgetrouw arresteerde.
De burgemeester van de gemeente Hoge
en Lage Zwaluwe, de heer C. Vlak, heeft
medegedeeld, dat vermoedelijk nog deze
week een deel van de geëvacueerde bevol
king naar het kerkdorp Hoge Zwaluwe kan
terugkeren. Slechts die evacué's kunnen
terugkeren, die een huis op de dijk be
woonden. Deze woningen zijn thans droog
en het wachten is nog op toestemming van
de inspectie van de volksgezondheid.
De schade aan de huizen is reeds ge
taxeerd. Zodra de bewoners in de huizen
zijn teruggekeerd zal ook de schade aan
meubilair en dergelijke door een speciale
commissie worden opgenomen. Men hoopt
dan zo spoedig mogelijk aan deze gedu
peerden een voorschot te verstrekken op
dat onmiddellijk met het herstel van de
woningen langs de dijk kan worden be
gonnen. Hoewel het verliescijfer voor Hoge
en Lage Zwaluwe en Moerdijk uiterst laag
is, wil dit geenszins zeggen, dat de situatie
in deze kerkdorpen, welke één gemeente
vormen, gunstig is. Dé burgemeester ver
klaarde de Hoge en Lage Zwaluwe en
Moerdijk tot de zeer ernstig gestroffen ge
bieden van Noordwest-Brabant behoren.
Vertoonden de vangstcijfers van de
„Willem Barandtsz" de vorige week een
lichte vooruitgang ten opzichte van ver
leden jaar, deze keer is de productie een
kleinigheid achtergebleven. Per 8 Februari
zijh geproduceerd 8694 ton traan tegen
8766 ton in dezelfde periode van het
vorige seizoen. In de spermolie-productie
is geen verandering gekomen (320 ton).
De Vereniging voor Penningkunst geeft
een Watersnood-penning uit, waarvoor
prof. L. O. Wenckebach het ontwerp heeft
gemaakt. De voorzijde van de penning ver
meldt „Watersnood 1953", met daarboven
in een watervlak een eenzame mens, die
zich nauwelijks staande houdt, de handen
geheven in nood en machteloos verzet.
De keerzijde geeft symbolisch de red
ding uit deze nood weer, uitgebeeld door 't
beeld van Noachs duif met een olijfblad in
de snavel, waarbij vermeld is de tekst
Genesis 8 vers 11. Dit beeld is omgeven
door de spreuk „Nil Desperandum" (niet
wanhopen).
De penning die een doorsnee heeft van
60 millimeter, wordt geslagen in brons
7,50) en in zilver 30.Door de
medewerking van vele zijden kan twee
derde deel van de opbrengst worden afge
dragen aan het Nationaal Rampenfonds.
Men kan de penning bestellen bij het Ko
ninklijk Penningkabinet, Lange Voorhout
50, Den Haag (postrekening 201969).
wwy^y.-v.
De Vereniging voor Penningkunst geeft een penning uit waarin de ..gevoelens duur
zaam zijn neergelegd, die de watersnood bij allen heeft opgeroepen". De verenigin
wil hiermede tevens rechtstreeks bijdragen tot leniging van de nood. Prof. L. O
Wenckebach heeft het ontwerp gemaakt.
Voor een goed gevulde Concertzaal gaf
de Koninklijke Liedertafel „Zang en
Vriendschap" gisteravond een welgeslaagd
concert ten bate van 't Nationaal Rampen
fonds. Wegens uitstedigheid van de ere
voorzitter, burgemeester Cremers, die zich
bereid verklaard had deze avond met een
kort woord in te luiden, werd nu deze
taak vervuld door de voorzitter, de heer
A. J. van Houten. Spreker dankte alle
medewerkers, daarbij speciale hulde
brengend aan Jo Vincent, die zich door de
grote rouw wegens het overlijden-van haar
vader, niet liet weerhouden om haar be
lofte tot optreden gestand te doen.
Na het Wilhelmus werd door het koor
onder leiding van Jack P. Loorij ter her
denking van de slachtoffers Handels „Ecce
quomodo moritur" op ontroerend mooie
wijze gezongen. Het koor had ook verder
een zeer gelukkige avond. Het prachtige
„Veni Creator" van Diepenbrock, waarin
de rijke klank van het orgel zo wonder
mooi verweven is met de bezielde sonori
teit van 't ensemble der mannen, kreeg een
uitvoering die op hoogspanning stond en
de geniale betekenis van deze zeer per
soonlijke muziek in het volle licht stelde.
Wat kan een mannenkoorzang mooi zijn,
wanneer op verantwoorde wijze voortref
felijke muziek ten gehore gebracht wordt.
Een tweede werk met orgelbegeleidig, het
„Tantum ergo" van Lieven Duvosel, ver
mocht eveneens een machtige indruk te
wekken. Het diende tot plechtig besluit
van het concert.
Jo Vincent en Annie Woud, begeleid
door Emmy van Eden, zongen een paar
duetten van Mendelssohn en het klonk
echt van harte. Als soliste liet Annie
Woud haar rijk getint en volumineus ge
luid bewonderen in Verborgenheit, Lebe
wohl en Gesang Weyla's van Wolf. Jo
Vincent bereikte iets bijzonders van uit
drukking in drie liederen van Schubert:
Frühlingsglaube, Verklarung en Ave Ma
ria, waarmee zij ons diep wist te ontroe
ren. Beide zangeressen werden meelevend
begeleid door Emmy van Eden.
Een bijzondere tractatie was de uitvoe
ring van het Trio in c (opus 101) van
Brahms, door het Trio Hesmerg (Jan Hes
merg, Eduard Biele en Ans Bou*er). Dit
werk" heeft een voor Brahms bijzondere
eigenschap, namelijk dat het tamelijk be
knopt is en in het Scherzo (hier het tweede
hoofddeel) een klare en vrolijke toon aan
slaat. De vertolking voldeedaan voorna
me eisen.
Ten slotte was er de organist Albert de
Klerk,, die niet alleen zijn medewerking
verleende ter vertolking van de koorwer
ken van Diepenbrock en Duvosel, maar
tevens als solist optrad met de merkwaar
dige Fantasie in f van Mozart, die in het
programma van deze avond zeer goed
bleek te passen en bovendien op het orgel
van Cavaillé Coll uitnemend klinkt. He*
is van belang te weten, dat Mozart dit
rijk doorwerkte en virtuoze stuk voor
een soort orchestrion componeerde, op be
stelling natuurlijk, wat geen bezwaar was
om er een meesterwerk van te maken.
De collecte, tijdens de pauze gehouden,
bracht f 547 op.
JOS. DE KLERK
BONN (Reuter). De afdeling Noord-
Rijnland-Weslfalen van de Duitse partij,
de rechtervleugel van de West-Duitse re
geringscoalitie, wordt thans gezuiverd van
„onverbeterlijke nazi's en reactionnairen",
zo heeft een woordvoerder der partij te
Bonn meegedeeld. De leider der partij,
Helhvege, die tevens minister is voor aan
gelegenheden betreffende de afzonderlijke
staten, ontbond Vrijdag deze afdeling we
gens „ernstige inbreuken op de partijstatu
ten door het dagelijks bestuur der afdeling,
aanzienlijke verschillen van mening op po
litiek gebied en een onjuist beleid".
Van de zijde der Duitse partij wilde men
geen verdere bijzonderheden geven. Wel
werd te kennen gegeven, dat de ontbin
ding der afdeling niets te maken heeft met
de arrestatie van Naumann en de zijnen
door de Britten of met de aanhouding van
leiders van het „Vrijkorps Duitsland", een
para-militaire uiterst rechtse organisatie,
door West-Duitse autoriteiten.
De woordvoerder verklaarde dat het
„een zeer moeilijke beslissing" was ge
weest om als regei-ingspartij een afdeling
te ontbinden. Er waren echter „te veel
mensen, die van wraakgevoelens vervuld
waren oude nazi's en reactionnairen, die
droomden van vergane glorie".
Het woord silhouet voor: schaduw
beeld is kennelijk van Franse herkomst.
Men schreef het vroeger silhouette en
de kunst van het silhouetten maken is
wijd verbreid geweest en heeft een
aanzienlijke artistieke hoogte bereikt.
De naam silhouet is ontleend aan die
van Etienne de Silhouette, niet omdat
hij een groot kunstenaar was in het
knippen van beelden, maar omdat hij
als minister van Financiën in Frankrijk
vóór de grote revolutie een belasting
voorstelde die in het bijzonder de adel
zou treffen. De Franse edelen gingen
toen de term a la Silhouette gebruiken
om daarmede aan te duiden dat iets tot
zijn eenvoudigste vorm werd terugge
bracht. Werd de voorgestelde belasting
ingevoerd, dan zou van hun bezit,
meenden zij, slechts een schaduwbeeld
overblijven. Het woord werd algemeen
omstreeks 1750.
Sinds de rampzalige Februari-nacht,
waarin de zee, die door het steeds voort
gaande proces van landwinning verder en
verder teruggedrongen was, zich plotseling
weer toonde in de afschrikwekkende ge
daante, welke onze voorouders van genera
tie op generatie hebben gevreesd, worden
zeer velen onwillekeurig in beslaggenomen
door de problemen, die zij ons stelt. En
voor de mensen, die het fijne ervan willen
weten, zijn de mededelingen over de thans
opnieuw volop aan de gang zijnde strijd
tegen het water door hun bonte opeenvol
ging en hun beperking tot de meest urgente
zaken ontoereikend om er een duidelijk
beeld van te verschaffen.
Daarom heeft de uitgeverij Nijgh en Van
Ditmar N.V. er wijs aan gedaan een in
1948 verschenen boek van dr. R. H. A. Cools
„Strijd om de grond in het lage Nederland:
het proces van bedijking, inpoldering en
droogmaking sinds de vroegste tijden
thans onder de publieke aandacht te bren
gen. Want deze 300 bladzijden tellende en
van duidelijke kaarten en uitstekende foto's
voorziene documentatie over Nederlands
oudste en jongste strijd houdt zeer zeker
de antwoorden in op tal van vragen, die
geïnteresseerde outsiders zich kunnen stel
len. Het toont hen de achtergrond, die hen
in staat stelt de actuele feiten beter te
verstaan.
Wij moeten overigens voorop stellen, dat
vooral voor de niet-ingewijden, voor wie
het mede is geschreven men zou het
populair-wetenschappelijk kunnen noemen
de vertering van de inhoud lang niet
overal een geringe zaak is.
Dr. Cools heeft de lezer een diepgaande
technische verhandeling bespaard, maar
juist door zijn lofwaardig streven om het
gevecht tegen het water en/of om het land
steeds te doen zien in het licht van de al
gemene historische omstandigheden,maakte
zijn stof uitermate omvangrijk, veelzijdig
en gedétailleerd. De door hem achterin ge
geven registers vergoeden in dit opzicht
veel. Zij maken van zijn verhandeling te
vens een uitstekend naslagwerk.
De wetenschappelijke aard van het werk
dringt zich vooral in het begin even op,
wanneer de schrijver de wordingsgeschie
denis van ons land in de ettelijke „millen
nia" vóór het begin der jaartelling weer
geeft.
Maar wanneer de lezer zich dapper door
het Pleistoceen en het Holoceen heeft heen
gebeten, komt hij weldra bij boeiender
hoofdstukken, waarin dr. Cools beschrijft
hoé de primitieve mens zich trachtte veilig
te stellen tegen de tyrannieke willekeur
van het water, door het opwerpen van ter
pen en wierden (in Groningen en Fries
land)- en vliedbergen (in Zeeland). Eén
grote lijn, die in het drama, waarin mens
en water de hoofdrolspelers zijn, de aan
dacht trekt, is ook in dit boek duidelijk ge
toond: de geleidelijke overgang van de
verdediging naar de aanval in de algemene
menselijke taktiek tegen deze erfvijand.
Dat ze echter geen van beide absoluut ge
noemd kunnen worden, blijkt wel wanneer
bijvoorbeeld reeds in de zevende eeuw,
wanneer de instelling toch nog geheel de
fensief kan Worden genoemd, de bij vloed
droogkomende slikken en schorren al wor
den ingedijkt (landwinning) en wanneer
anderzijds nog maar een eeuw geleden de
droogmaking van het Haarlemmermeer uit
sluitend als een zuiver-defensieve daad
wordt aangekondigd.
Uit het oude „dijkrecht", waarvan enige
vormen worden beschreven, blijkt duide
lijk hoezeer vroegere bewoners van de
lage gronden werden beheerst door het
belang van de waterkering. De weergeving
van de bevoegdheden van de dijkgraaf en
de heemraden, bij wie het toezicht op het
onderhoud van de dijken berustte, levert
enige vermakelijke bijzonderheden op.
Voorbeeld: op vele plaatsen gold jaren
lang, dat een onderhoudplichtige, die na
een waarschuwing en een tweede controle
zijn dijkgedeelte nóg niet bevredigend had
opgeknapt, weliswaar nogmaals de gele
genheid daartoe kreeg maar dan terwijl de
dijkgraaf en de ingelanden in een nabije
herberg onverbiddelijk op zijn kosten
goede sier maakten, en daarmee doorgin
gen tot hij het verzuimde werk geheel zou
hebben gedaan
Zo bevat dr. Cools boek legio wetens
waardigheden, bijvoorbeeld over politieke
kibbelarijen, waarin men vaak het water
als bondgenoot uitbutte; over de talrijke
zorgen, lessen en methoden bij het verster
ken van de dijklichamen, de overstro
mingsrampen, die ons land vroeger troffen
(zoals de Allerheiligenvloed van 1570, die
volgens schattingen van tijdgenoten 25.000
mensenlevens kostte), over de ontwatering
van het land, kortom er was geen facet in
deze historie of de schrijver wierp er zijn
licht op.
Mede omdat aan de stijl, ofschoon wel
eens een beetje academisch, alle zorg is be
sleed, verdient dit boek een groot aantal
„leken-lezers". H. B.
Met die aandoenlijke gelatenheid, die de
in het schandblok vergrendelde misdadi
gers eens moet hebben gekenmerkt, keek
het kleine hondje uit de tas, die tussen de
twee bejaarde treinpassagiers stond. De
ritssluiting was hem tot achter de harige
oren aangehaald en hij jankte. Ge kent dat
bekende geluid van slecht gesmeerde kaïr-
rewieltjes wel.
„Goed, je heb ook wat te weinig venti-
lasie", zeide de vrouw terwijl zij de slui
ting wat verder openhaalde, zodat het
krullige ruggetje van de hond zichtbaar
werd, „maar blijfterin, want je moet je
reis netjes verdienen". De man gromde
instemmend om duidelijk aan te tonen,
dat dit een onderdeel was van zijn eco
nomisch beleid.
Maar deze humanere opsluiting leidde
tot een plotselinge ontsnapping, waardoor
het hondje niet langer als bagage kon wor
den gecalculeerd maar zeer tot de ergernis
van zijn begeleiders een passagier was ge
worden, wiens aanwezigheid in de trein
wel degelijk met een kaartje moest wor
den gerechtvaardigd.
Hij kroop vaardig onder de banken,
waar men hem vergeefs trachtte te vatten
en kwam opgewekt te voorschijn toen
juist de conducteur de riien langs ging. De
rood-gebiesde broekspijpen imponeerden
hem en hij liep dartel achter de function-
naris aan.
We leefden allemaal met de oude echte
lieden mee en hoopten vurig, dat de con
ducteur, die nog niets gezien had dat om
hunnenwille zou blijven doen.
Maar het beestje bleek zich om de be
staande spoorwegtarieven weinig te be
kommeren. Een laatste poging van een be
hulpzame passagier om hem achter de
benen van de conducteur weg te grissen
faalde. Die benen vormden een poort,
waardoor het hondje parmantig naar voren
liep. Hij ging bedaard op de schoenpunten
van de bedrijvige man zitten en keek naar
hem op met een blik van „zeg, zie je
tegenwoordig geen honden meer?" Com
promitterend genoeg, want deze nam juist
de twee kaartjes van het oude echtpaar in
ontvangst.
Er was niets meer aan te doen.
„Is dat hondje hier van u?" luidde de
vraag.
In een gespannen stilte kwam het oude
baasje tot de slotsom, dat ontkennen wei
nig zin zou hebben.
Terwijl de vrouw ingespannen naar bui
ten zat te kijken, zei hij moeilijk „j
jjewel, eondektuir
Nu zou het komen. Iedereen rekte zich
in de richting van het benarde tweetal.
„Mooi beessie", zei de conducteur, „je
zou zweren dat het er eentje van die ouwe
Kees van mij was." H. B.
(Reutel'). Generaal Bradley, voorzit
ter van de commissie van Amerikaanse
stafchefs, heeft Maandag de Amerikanen
gewaarschuwd voor de slagzin: „Wij zitten
reeds in de derde wereldoorlog". Hij zei
te hopen, dat een betere slagzin zou wor
den gevonden voor men het slachtoffer
werd van deze foutieve spreuk.
„Als we ons nu in de derde wereldoorlog
bevonden", zo zei hij, „zouden we geen tijd
hebben om er over te praten". Volgens
Bradley bevindt de wereld zich op het
ogenblik in een periode van spanning. Hij
verklaarde een absoluut vertrouwen te
hebben in het geduld en de standvastig
heid van de Amerikanen. „Als wij gedul
dig zijn, zullen onze krachten niet ver
keerd worden gebruikt en als wij krachtig
zijn, kunnen we ons altijd veroorloven ge
duldig te zijn", zo zei hij.
Bradley deed een beroep op de Ameri
kanen om de wereld te tonen, dat in het
„leiderschap van de Verenigde Staten on
begrensde bronnen van moed, kracht, in
ternationale samenwerking en nederig
heid" schuilen.
ADVERTENTIE
Uit de Opregte Haatlemsche Courant
van 24 Februaiij 1853
's-GRAVENHAGE. Reeds meer
malen is sprake geweest van het af
breken der Gevangenpoort, met het
tweeledig doel, om een gebouw dat op
velen, om enkele daaraan verbonden
herinneringen, een onaangenaroen in
druk maakt, te doen verdwijnen, en
tevens de stad door verbreeding op dat
punt te verfraaijen. De slo-oping der
Gevangenpoort zou echter bezwaarlijk
de herinneringen, die zij heeft opge
wekt, doen verdwijnen, en zoolang de
woningen, welke zich langs den vijver
van het Buitenhof tot de Plaats uit
strekken, daar moeten blijven, zou het
wegbreken der Gevangenpoort geen
verfraaijing hebben opgeleverd.
De Koning heeft nu beslist, dat de
Gevangenpoort behouden zal blijven, en
even als in der tijd met het slot te
.Muiden het geval is geweest, voortaa'«
door het departement vm Binnenland--
sche Zaken als historisch gedenkteekea
beheerd en onderhouden zal worden.
I