Predikbeurten DE BLOE JUFFROl Huis vol mysterie We maken een tandenborstel-hanger Voor zendingen 4 CAFÉ-RESTAURANT ^00^ HILLEGOM GRILLROOM - TULIP-BAR ENTERTAINER HARRY DAVELAAR „TRESLONG" URANT Inbraak in Kerstnacht 1952 in de Houtrakpolder Zandloper met hindernissen FEUILLETON door Jane England ZATERDAG 28 FEBRUARI 1953 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIE ZONDAG 1 MAART 1953. SCHITTEREND GELEGEN TERRAS AAN DEMONSTRATIETUIN. Op Dinsdag 10 Maart zal het Gerechts hof te Amsterdam in hoger beroep behan delen de zaak tegen de Amsterdammers G. J. en A. J. C. d. B., die door de Haarlemse rechtbank veroordeeld zijn tot een gevan genisstraf van zes jaar met aftrek van voorarrest. Zij worden verdacht omstreeks 25 December 1951 te hebben ingebroken in de Coöperatieve Boerenleenbank te Ruigoord in de Houtrakpolder en een be drag van bijna 50.000 uit een brandkast te hebben ontvreemd. Beiden ontkennen iets met de zaak uitstaande te hebben. Goede. Amsterdam. 5: Dr. P. J. Richel. Camplaan. 10: Dr. A. Dondorp. 5: Ds. M. de Goede. Geref. Kerk, Herenweg 111. 10 en 5: Ds. M. Vrieze. AERDENHOUT. Ned. Herv. Kapel. 10.30: DS. J. E. Drost. H. Doop. Religieuze Kring, Eikenlaan 5. 10.30: Mej. Dr. Nic. A. Bruining, N.H., 's Gravenhage. BENNEBROEK. Ned. Herv. Kerk. 10: Ds H. S. J. Kalf, 7: Dezelfde. Jeugddienst. Geref. Kerk. 10 en 5: Ds. T. Spilker. BLOEMENDAAL. Ned. Herv. Kerk. 9: Ds. R. van der Mast. 10.30: Dr. J. H. Stelma, H. Doop 9: Jeugdkapel, 12-15 j. Maranatha, Donkerelaan. 10.15Jeugdkerk, 1520 j. Ma ranatha, Donkerelaan Dhr. G. d'Olivat. 11.45: Zondagsschool. 5 en 6 j. Kleuterschool, Bos- laan; 7-12 j. in Jeugdhuis en Maranatha. Ned. Prot. Bond. Potgieterweg 4. 10.30: Dr. H. Faber, Hv. Wassnaar. Geref. Kerk. 9, 10.30 en 15.30: Dr. J. L. Koole. Vrije Kath. Kerk, Popellaan 1. 10.30: Gezongen H. Mis. Woensdag 19.30: Vespers en Lof. Donderdag 7.30: Gespr. Requiem Mis. OVERVEEN. Ned. Herv. Kerk. 10: Ds. A. Oskamp, uit Heemstede. 10: Jeugdkapel, 12- 16 j. Irene, Elswoutslaan 1. 10.15: Zondags school voor Julianakwartier in Kon Wil- helminaschool aan de Dompvloedslaan. 12-13: Zondagsschool voor Ramplaankwar- tier, Irene, Elswoutslaan 1. Geref. Kerk. 10.15 en 5: Ds. D. Ringnalda. HILLEGOM. Ned. Herv. Kerk. 10: Ds. Knottnerus. H. Doop. 17: Ds. Eerhard. Chr. Geref. Kerk. 10 en 17: Ds. Sluiter. HOOFDDORP. Ned. Herv. Kerk. 10 Ds. D. Bouma, van Katwijk aan Zee. 7: Ds. de Ruy- ter van Leiden. Geref. Kerk. 9.30 en 3.30: Ds. D. Hoornstra. NIEUW VENNEP. Ned. Herv. Kerk. 9.30: Prof. Dr. M. J. A. de Vrijer, van A'dam. 5: Ds. J. A. van Boven. Abbenes. 9.30: Ds. J. A. van Boven. 3: Ds. M. C Don Bethel Kapel 10: Ds. M. C. Don. Geref. Kerk. 9.30 en 3: Ds. IJ. v. d. Zee. H. Avondmaal. VIJFHUIZEN. Ned. Herv. Kerk. 10 en 3: Dhr. A. C. Brörens. Geref. Kerk. 10 en 3.30: Dr. G. E. Meuleman. LISSE. Ned. Herv. Kerk. 9 en 10.30: Ds. Jongeboer H. Doop. 5: Dhr. S. den Blauwen Ned. Prot. Bond. 10.10: geen dienst. Geref. Kerk 10 en 5: Dr. Th. Ruys Jr. Geref. Kerk Art. 31. 10 en 4.30: Ds. J. J. Verleur. Geref. Gemeente 10 en 4: Ds. K. de Gier. Dondef- dag 7.30: Ds. K. de Gier. Bijbellezing. Oud- Geref. Gem. 9.30 en 3: Leesdienst. Dinsdag 7.30: Ds. T. de Jong. Kralingseveer. Chr. Geref. Kerk. 10 en 4: Ds. H. W. Eerland. SANTPOORT. Ned. Herv. Kerk. Dorps kerk. 10.30: Ds. D. Ter Steege. 18.45: Bijzon dere Kerkdienst. Ds. Kr. Strijd, den Bosch. Van 18.45 tot 19: Zangdienst. Medewerking Ned. Herv. Kerkkoor Schoten". Woensdag 8.15: Ds. D. Ter Sieege, Lijdensmeditatie. „De Toorts". 9: Ds. D. Ter Steege. Jeugdhuis 10.30: Jonge Jeugdkerk. Dhr. A. Vennik, Driehuis. SPAARNDAM. Ned. Herv. Kerk. Oost. Oude Kerk. 10: Ds. G. H. v. d. Woord. 7: Ds Oorthuys. van Beverwijk. West. Sionskerk, Eksterstraat. 10.30: Ds. Salverda, van Hoofd dorp. Jeugddienst. 7: Ds. G. H. v. d. Woord. Evangelisatie „Bethel", Oost Kolk 17. 10: Dhr. A. de Waal Malefiit, uit Amsterdam. ZANDVOORT. Ned. Herv. Kerk. Kerk plein. 10: Ds. G. de Ru. Medewerking kerk koor. 7: Ds. E. Saraber Jr. Jeugddienst. Ned. Prot. Bond, Brugstraat 15. 10.30: Ds. J. Heidinga, van Haarlem. Geref. Kerk, Julia- naweg. 10: Ds. A. de Ruiter, H. Avondmaal. 5: Dezelfde. TI. Avondmaal en dankzegging. Ned. Chr. Gemeenschapsbond, geb. „Ons Huis" Dinsdag 8: J. W. van Zeijl. Deze hanger wordt van triplex gemaakt en geschilderd met plakkaatverf. Trek met behulp van carbon (doordrukpapier) het voorbeeld over op het hout en zaag het netjes uit. Schilder het in de aangewezen kleuren en vernis het. In de beide handen wordt een schroefje gedraaid, zoals de tekening aangeeft. Maar deze hanger moet zelf ook hangen en daarom bevestig je aan de achter kant van de hoed een schilderijenhangertje. Jullie hebt natuurlijk ook altijd ge hoord, dat alle uilen zulke verschrikke lijk wijze en verstandige vogels zijn. Dat zou ik ook nog geloven als er hier bij mij achter de kachel niet een kistje stond met een domme uil erin, een bijna bevroren domme uil. Mijn buurjongetje heeft hem daareven gebracht, hij lag zo maar onder de boom voor mijn huis, net of hij dood was. Helemaal in elkaar gedoken zit hij nu in een hoekje van de sinaasappelkist. Hij beweegt haast niet, zijn veren zijn nog kletsnat, maar zijn ogen gaan een beetje bang heen en weer. En als ik zo naar hem kijk be grijp ik, zonder dat hij iets zegt, zijn hele geschiedenis. Natuurlijk heet hij Oehoe, hij heeft echt een kop om zo te heten. Oehoe is een torenuil. Hij woonde met zijn vader en moeder en nog een heleboel familie leden op -de omloop van de toren. Daar was zijn nest geweest en daar had hij op zomeravonden leren vliegen. Heerlijk was dat, zo langzaam klapwiekend om de toren zoeven als de maan scheen en de kleine muizen zo maar voor het op pikken waren. Toen kwam de winter. Er werd 's avonds niet meer gevlogen en de muizen bleven in hun holletje. Het leven daarboven in de toren was saai ge worden. Oehoe keek van de één naar de ander. Zijn vader en moeder zaten gewichtig te peinzen en aan de andere uilen kon je zien dat ze, terwijl ze slie pen, nog over geleerde dingen nadach ten. Oehoe probeerde ook om net. te doen of hij met een moeilijk probleem bezig was, maar het lukte hem nooit langer dan twee minuten. „Och", zuchtte hij, „wat een vrese lijk leven, ik zit maar in die klokke- stoelen te wachten tot het voorjaar wordt met een lege maag en bibberend van kou". Hij haalde zijn kop uit zijn veren en riep: „Pa, je bent zo geleerd, weet je niet iets om van de kou en de honger af te komen?" Zijn vader zei plechtig: „Niet aan denken, jongen, dat is de enige oplos sing". „Ik moet er wel aan denken", riep Oehoe. „Denk dan aan iets anders, aan iets gewichtigers", zei vader uil en boog zijn hoofd om weer verder te, gaan met zijn eigen geleerde gedachten. Verkijk u niet op deze schijnbaar een voudige puzzle want al zijn de eerste en laatste letters gegeven, er komen een paar uitzonderlijke woorden in voor die u waar schijnlijk niet zonder assistentie van het woordenboek vindt. Zoekt u prettig; mis schien „zit" u ditmaal ook in de prijzen (f 7.50; f 5.—; f 2.50). NAAM INZENDER; Oehoe probeerde het, maar het lukte niet, hij moest iets ander verzinnen. Hij keek peinzend door de klokkegaten naar buiten en beneden zich zag hij opeens een hele troep meeuwen, merels, mussen en spreeuwen, die huri kostje ophaalden bij de huizen. „Ik ga naar ze toe", dacht Oehoe, „het is daar in ieder geval vro lijker dan hier en ze hebben bovendien hun buik vol". Hij wachtte tot het avond was en hij niemand van zijn familie meer zag. Eerst wipte hij omhoog naar de balustrade en keek neer op de donkere stad. „Daar is het", dacht hij, „geen geleerdheid, geen honger, geen kou, alleen maar vrolijkheid en volle magen. Hoep, daar ga ik!" Terwijl hij naar beneden vloog, merkte hij dat. hij stijf was van het lange stilzitten. Na één minuut was hij al moe. Hij haalde nog net de tuin, waar hij de vogels had gezien. Maar wat was dat? Er was geen meeuw, geen merel, zelfs geen musje meer te bekennen. Oehoe, die zich had voorgesteld dat de grond vol lekkere muizen lag, zag alleen een paar krui meltjes brood, die hij niet lustte. Men sen waren er ook niet meer. Het was doodstil op straat en wat erger was, het was hier nog veel kouder dan tus sen de klokkenstoelen. Oehoe keek omhoog. De toren leek ver weg, hij kon de spits niet meer zien. Toch moest hij terug. Hij zette zich af en fladderde een paar meter, maar de wind blies hem gewoon weer terug en sneeuwvlokken verblindden hem. Oehoe probeerde het nog een paar keer, maar hij kwam niet hoger dan een dak goot en vandaar op een boomtak. Helemaal suf van kou en honger bleef hij zitten. Sneeuw viel op zijn kop, wind blies door zijn veren, maar er was geen plekje te vinden om te schuilen. Zo zat hij daar de hele nacht. Hij wist van niets meer en zijn vleugels en poten waren verstijfd. Toen het dag werd viel hij, zonder dat hij zelf wist wat er gebeurde, als een speelgoedvogel uit de boom. Daar vond mijn buurjongen hem en zó komt het dat hij nu bij mij in de kamer zit. Even kijkenja hoor, hij komt al een beetje bij; zijn groene ogen staan wat helderder en hij hipt een heel klein eindje over de bodem van de kist. Straks eet hij vast wel iets van de stukjes vlees die ik bij hem heb neer gelegd. Dag Oehoe.... je begrijpt er zeker niets van hè? Dat hoeft ook niet, wordt eerst maar eens beter. Dan schrijf ik nog een verhaal over je, tenminste als je dan nog niet teruggevlogen bent naar je toren! 1. Rechter, aan wie b.v. het vooronder zoek is opgedragen in civiele gedingen en strafzaken. 2. Voorzitter van academische senaat. 3. Deel v. h. oog. 4. Regelrecht. Zonder omwegen. 5. Beoefenaar of aan hanger der romantiek. 6. in weiden veel voorkomende grassoort. 7. Verhaal, ver slag. 8. Rit, tocht. 9, Vreemde rekenmunt (afkorting). 10. De oudste. 11. Tooi. 12. (Eng.) Patrijshond. 13. Slager, vleeshou wer. 14. Veenwerker, baggerman. 15. Krijgsmakker. 16. Bepaald soort afsluit klep in riolen. 17. Persoon die uit de stand der sterren het lot voorspelt. 18. Iyid der rechterlijke macht. Oplossingen kunnen worden ingezonden aan onze bureaux Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37 te Haarlem, of Kennemer- Iaan 186 in IJmuiden. Zij moeten in ons bezit zijn voor Woensdag a.s. te 17 uur n.m. Op couvert of briefkaart vermelden: „Oplossing puzzle" en geen mededelingen toevoegen of bijsluiten. De oplossing van de vorige puzzle luidt: Horizontaal: 1. neger, 5. Japan, 10. dal, 12. fur, 14. plas, 16. hut, 18. Indo, 20. gom, 21. dadel, 23. oor, 24. e.k., 25. lea, 26. Ier, 28. p.s., 29. kastelein, 30. drama, 34. steen, 36. ade, 37. sta, 38. uil, 39. opera, 41. feeks, 43. redeneren, 46. R.B., 48. nar, 49. dol, 50. de, 51. ook, 53. totem, 55. rag, 56. eten, 58. sol, 59. page, 60. een, 62. dog, 63. plots, 64. koper. Verticaal: 2. Edam, 3. gas, f. el, 6. af, 7. pui, 8. Arno, 9. opgeld, 11. mud, 13. torsen, 15. lok, 16. haat, 17. teil, 19. dop, 21. desa, 22. lees 25. lameren, 27. ritueel, 29. kader, 30. Elten, 31. neien, 33. rap, 35. elk, 39. oproer, 40. Adat, 41. from, 42. stegel, 44. Eros, 45. edel, 47. bot, 50. dag, 52. keel, 54. tol, 55. rage, 57. neo, 59. pop, 61. n.t., 62. do. De prijzen werden toegekend aan: De heer A. Akkerman Kennemerlaan 166, IJmuiden f 7.50; Mevr. M. C. de Vries, Spionkopstr. 39, Haarlem f 5.—; De heer Nieuwenhuysen, Kloppersingel 143, Haar- ADVERTENTIE groot of klein is BESTELDIENST ABC niet te evenaren BARREVOETESTRAAT 2 - HAARLEM Tel. 18428 na 6 uur 14810 - 14155 Langs de hoge blauwe stoepen gaat een bloemenkar voorbij en je hoort de koopman roepen: zoiets moois, alléén bij mij!" Ging daarginds de deur niet open? Nee..., hij duwt zijn kar weer voort. Lopen, stilstaan, roepen, lopen, 't lijkt wel of geen mens hem hoort. Eindlijk komt hij in een straatje, alle huisjes zijn er oud. Op de hoek woont juffrouw Daatje, die zoveel van bloemen houdt. Juffrouw Da is zeker binnen. Uit de huisjes van daarnaast komen juffrouw Da's vriendinnen. O, wat hebben ze een haast! „Ik wil lelietjes van dalen", Tulpen ik en een cyclaam". „Ik kom rode rozen halen", „ik een -plant voor in het raam". „Koopman, heb je anjelieren?" „Geef mij die seringen maar. We gaan een verjaardag vieren, juffrouw Da wordt tachtig jaar!" Met hun tulpen en seringen, met cyclaam en clivia, gaan de oude vrouwtjes zingen voor de deur van juffrouw Da. „Lang zal onze Daatje leven". ,,'t Is te veel", zegt Daatje zacht en haar stemmetje gaat beven, maar de bloemenkoopman lacht. En hij tilt die oude Daatje zó opeens maar van de grond. Dan draagt hij haar door het straatje op zijn sterke schouders rond. MIES BOUHUYS. 60) „Maar lieve Sara", zei Constance, „waar om heb je me dit alles niet eerder ver teld in plaats van me alleen maar vaag te waarschuwen?" „Ik heb r.ooit meer aan deze hele ge schiedenis gedacht", antwoordde Sara. „Ik was het bestaan van Peter en Chloë Fin- cham volkomen vergelen". Ze zuchtte even. „Ja, ik zou nu willen, dat me deze affaire eerder weer te binnen was gescho ten. Het zou jou heel wat moeite en ver velende dingen bespaard hebben. Maar hoe dan ook, het is nu verder alles heel eenvoudig. Als je wilt, ga ik met je mee naar Chloë Fincham en zeg ik haar, dat ik weet, wie Peter Phipps is. Zodra dat gebeurd is, verliest hij zijn macht over haar en kan Chloë weer vrij adem halen". „Tenzij hij naar de beheerder van Fin- charns vermogen gaat en vertelt, dat zij hem regelmatig wat heeft toegestopt", zei Constance. Sara schudde haar hoofd. „Ik gelooi niet, dat hij dat zal doen", zei ze. „Begrijp je, men zou hem meteen kunnen aanbren gen onder beschuldiging van chantage. Zelfs al ruïneerde hij Chloë, dan zou hij tegelijkertijd zijn eigen graf graven. En als ik zijn slag mensen goed beoordeel ik heb 'in de sloppen van de armste wijken van Londen heel wat van dit genre gezien dan zal hij bij het eerste teken van een nederlaag terugwijken. Hij behoort niet tot het haatdragende type, dat andere mensen mee wil sleuren in de eigen on dergang. Hij bekijkt de zaak waarschijn lijk van een min of meer philosofisch standpunt. Sara hield even op en keek peinzend voor zich uit. „Weet je, Constance", ver volgde ze dan ,,'t lijkt me 't beste, dat je Philip of Neill op de hoogte stelt, en dat zij één van beiden Chloë Fincham ver tellen, dat ze alles inzake Peter weten. Dat is minder vernederend voor haar dan wanneer ik 't haar zeg. En daarna kan één van hen waarschijnlijk is Neill de meest geschikte persoon hiervoor, omdal hij tot de iamilie behoort met Peter gaan praten om iiem duidelijk te maken, dat zijn spelletje uit moet zijn, en dat, voor het geval hij er mee doorgaat, onmid dellijk de politie gewaarschuwd zal wor den". „Ja", zei Constance, „ja, ik geloof ook, dat dat de beste weg zal zijn. Ik kan je niet zeggen, hoe dankbaar ik je ben voor ie hulp". „Zullen we nu Fiona weer roepen", stel le Sara voor, „en gedrieën even lunchen? Als je wilt Constance, kan Fiona rustig hier bij mij blijven, totdat deze hele ge schiedenis achter de rug is. Het lijkt me voor dat jonge kind beter, dat ze er zo weinig mogelijk van merkt. Ik ben erg op haar gesteld, ik denk dat het komt, omdat ik zoveel van haar moeder heb gehou den „Dat lijkt me een prachtig idee", zei Constance. „Sara, je bent werkelijk een engel en ik bied je mijn verontschuldi gingen aan voor mijn houding van het allemaal-beter-weten". „Och, die houding nam ik met een kor reltje zout", antwoordde Sara met een olijk lachje. „Toen ik zo oud was als jij. wist ik ook altijd alles beter!" „Je bent onbetaalbaar", zei Constance, terwijl ze de oude vrouw vertedert toe lachte. „Weet je, dat je er opeens weer nor maal uitziet", merkte Sara op, „dat komt waarschijnlijk, doordat je opgelucht bent. Je ziet er zelfs jaren jonger uit. Vooruit, ga kijken of je Fiona kunt vinden". „Ik moet absoluut de bus van twee uur halen", zei Constance. „Dan zul je je lunch naar binnen moe ten schrokken", was Sara's antwoord. Gedrieën aten ze de uitstekende lunch, die het Goodmans Hotel had opgediend. Er werd weinig gesproken. Fiona was hongerig en concentreerde zich volkomen op het lekkere eten. Sara sprak nooit veel aan tafel, als er niets bijzonders te ver melden viel, en Constance had na alle ont hullingen van de afgelopen morgen, geen behoefte om veel te zeggen. Ze zat stil en met een onbeschrijflijk gevoel van opluch ting voor zich uit te kijken. Er zouden nog onaangename dingen op le knappen zijn, maar in ieder geval wisten ze nu defini tief, waar het om ging en was alle ge heimzinnigheid verdwenen. Sara had ge lijk. Zodra mevrouw Fmcham en Peter Phipps wisten, dat men achter hun geheim was gekomen, zou deze zaak uit de wereld verdwijnen. Voor mevrouw Fincham zou het een enorme opluchting betekenen en Peter Phipps zou er waarschijnlijk zo van ondersteboven zijn, dat hij zijn gezicht nooit weer zou durven vertonen. „Zeg, je haalt die bus nooit", merkte Fiona opeens op. De klok stond op twee minuten voor twee. Constance zuchtte. Ze was zo in ge dachten verdiept geweest, dat ze niet meer op de tijd gelet had. Het was zeker een wandeling van vijf minuten naar de bus halte. „Trek je er niets van aan", zei Fi ona, „er is een volgende bus 'om 3 uur. Je kunt Neill even opbellen om hem te zeg gen, dat hij nog een uurtje moet wachten". „Ja, dat zou ik kunnen doen", zei Con stance. „Hij -zal wel woedend zijn, maar er zit niets anders op". Het duurde even, voordat de verbinding met het Fincham-huis tot stand kwam. Tenslotte hoorde ze Mary's stem, die on duidelijk en verlegen klonk. Ze maakte uit Mary's verwarde verhaal pp, dat iemand Neill dringend had opgebeld en dat deze het huis had verlaten. Nee Mary kon niet zeggen, wie gebeld hadMis schien was het meneer BagnetHet was in ieder geval een man geweest. „Dank je", zei Constance en hing de hoorn op. Ze liep snel terug naar de eet kamer en zei enigszins hijgend: „Sara, leen me je autootje, ik moet onmiddellijk naar huis terug. Het is zéér dringend". „Uitstekend", antwoordde Sara. „Zullen we met je meerijden?" „Nee, geen tijd, ik vlieg er vandoor", riep Constance, terwijl ze wegsnelde. Sara's oude karretje startte prima en zo snel als ze kon, begon Constance langs de grote weg terug te rijden. Misschien maak te ze zich onnodig bezorgdMaar waarom was Neill zo opeens weggegaan? •Het moest dan wel een bijzonder drin gende boodschap zijn geweest! En wat kon van zo dringende aard zijn, dat hij zijn belofte, om in het huis te blijven, had ver broken? Tenzijtenzij hij onder een vals voorwendsel uit huis gelokt was Ze reed zo snel mogelijk en hield ten slotte met veel geknars van de remmen voor het huis stil. Ze sprong uit de wagen en rende naar binnen. Het was doodstil in de hal. Er was geen geluid te horen. Ze merkte, hoe haar hart bonsde. Op haar tenen liep ze naar de deur van de zitkamer en luisterde. Er waren geluiden daar. Niet het geluid van mevrouw Fincham snurken tijdens haar middagslaapje na de lunch, maar het geluid van iemand, die zachtjes kreunt en van iemand anders, die op ge dempte toon harde woorden zegt.... Even kwam er een dodelijke angst over Constance, maar ze vermande zich, duwde de deur wijd open en liep zonder aarzelen de zitkamer binnen. De gordijnen waren half dicht getrokken, waardoor het ver trek slechts vaag verlicht was. Op de grond lag Mevrouw Fincham als een grote monsterachtige pop. Er sijpelde bloed langs haar gezicht uit een wond aan haar slaap. En bij haar stoel stond Peter Phipps, die koortsachtig bezig was de bekleding stuk te scheuren. Hij was zo verdiept in dit ver nielingswerk, dat hij Constance niet da delijk bemerkte. Met een triomfante kreet trok hij ten slotte uit het binnenwerk van de stoel iets te voorschijn. Het vage licht viel op een halssnoer, bezet met grote diamanten. Hij hield 't snoer omhoog en staarde er naar met een onaangenaam lachje op zijn ge zicht. Constance bleef doodstil bij de deur staan. Haar benen waren als lood en haar armen hingen slap langs haar lichaam neer. Opeens scheen het tot Peter Phipps door te dringen, dat er iemand het vertrek binnengekomen was. Hij draaide zich om en staarde haar aan. Er kwam een onheil spellende uitdrukking op zijn gezicht, dat mets meer had van de zachte vriendelijk heid, die ze er tot dusver altijd op gezien had. Hij zag doodsbleek en met een kat achtig snelle beweging kwam hij op haar af. Ze trachtte hem te ontwijken, maar hij pakte haar beet en sloeg de deur voor haar dicht. „Dat is heel erg jammer, Constance", zei hij langzaam. „Heel erg jammer, dat je je nieuwsgierigheid niet beter kon bedwin gen". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 6