In Mei muziekfestival bij jubileum
van Chr. Corps „Arti et Religioni'
De moordenaar
„Taboe"
H Q Q
We maken een
meisjesmutsje
Radio Moors
Besteldienst A.B.C.
4
Haarlems Dagblad
Ds. A. R. de Jong 70 jaar
T sjaikof ski-programma
bij de H.O.V.
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Vergadering Bescherming
Bevolking in Haarlem
Cursus voor jeugdleiders
Twee Haarlemse vrouwen
aangehouden
Koningstraat zal
ook worden verlicht
FEUILLETON
door Jean Bommart
(Uit het Frans vertaald)
ZATERDAG 7 MAART 1953
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Hoo -TO
Tel co U"» j
Witbastje, de kleine zwaluw zat in
een hoge olijvenboom in Spanje en
dacht aan zijn vriendje, de merel in
Holland: ,,Hoe zou het met hem zijn?"
dacht hij. „Zou hij het niet koud heb
ben daarginds en wel genoeg te eten?"
Hij probeerde zich voor te stellen hoe
het er daar uitzag: de boerderij, de
hooiberg, de schuur, waarop ze vaak
samen in de zon zaten en de hoge popu
lieren, waarin ze 's nachts heen en weer
wiegden. Hij keek om zich heen, overal
waren de bomen al uitgelopen en bloei
den bloemen langs de weg, de hemel
was zo blauw als een vergeet-me-nietje.
Vergeet-me-nietjes, hoe kwam hij
daar opeens zo bij? Ach ja, natuurlijk,
die hoorden ook bij de boerderij, ze
stonden achter het huis, dichte bij de
sloot.
Witbastje zuchtte. De bloemen, de
bomen, de zon, het kon hem opeens
niet meer zo veel schelen. Hij had heim
wee. „Zouden ze er allemaal nog zijn",
dacht hij: „de koeien die zo dom naar
me keken, de kater die me nooit kreeg,
de mussen die zo tegen me opzagen en
mijn vriendje, de merel? Ach, was ik
maar in Holland".
Maar ja, het w&s te ver en hij zou de
weg terug nooit alleen kunnen vinden.
Witbastje werd er treurig van; hij
wipte rusteloos van de ene tak op de
andere en dacht na.
„Wat maakt u zich druk", riep een
vogel in het Spaans, maar Witbastje
verstond die taal niet en deed net of hij
niets hoorde. „Als ik het eens probeer
de", dacht hij, ,om naar Holland te ko
men. Misschien is het er wel helemaal
niet koud meer".
Hij ging naar de Spaanse mus toe en
wees met zijn vlerkje naar het Noor
den. „Holland?" -vroeg hij.
De mus knikte en zei iets dat Witbast
je niet begreep, maar de mus wilde hem
zeker vertellen dat het te ver en te
vroeg was om er heen te vliegen.
Maar Witbastje was al verdwenen;
hij vloog wel twee uur lang recht op
het Noorden aan en hij lachte in zich
zelf als hij aan de verbaasde gezichten
van zijn vriendjes in Holland dacht,
wanneer hij op hun erf zou neerstrij
ken.
„Op reis?" vroegen de Spaanse vogels
in hét voorbij gaan. Dat begreep Wit
bastje. „Si, si".... tsjilpte hij terug.
Het begon al donker te worden en nog
altijd vloog hij verder.
Hij was al aardig moe, maar hij wil
de zo dicht mogelijk b;j Holland komen
voor hij ging slapen. Eindelijk moest hij
wel ophouden, want hij kon geen vlerk
voor ogen meer zien. In een tuin vol
bloeiende mimosa's streek hij neer en
viel binnen twee tellen in slaap.
Toen hij wakker werd was het al
dag; hij soesde nog zo'n beetje na en
dacht er over na hoe hij de weg naar
Holland het beste zou kunnen vinden.
Hij was lang zo vrolijk niet als de vo
rige dag; Holland leek opeens zó ver en
de tocht zó moeilijk dat hij een beetje
bang werd. En toch wilde hij zo graag.
Door die heerlijke mimosageur zou hij
vast weer zijn ingeslapen als hij boven
zich niet opeens had horen praten.
„Wat is dat?" rien hij verrast en hij
sperde zijn ogen wijd open, „ik hoor
Hollands snreken". De vogels waren al
weer voorbij, maar de zwaluw schoot
als een pijl uit een boog de lucht in ze
achterna. En ja hoor, na een poosje
haalde hii ze in, het waren duiven.
„Vrienden", riep Witbastje, „vrien
den". De achterste duif keek verbaasd
om en hield zijn vleugels een beetje in.
„Hoe is het in Holland?", riep de zwa
luw al van ver. „Best", koerde de duif,
want duiven zeggen nooit veel.
„Wat doen jullie hier?", vroeg Wit
bastje nieuwsgierig.
„Vliegen", zei de duif.
„Waar ga je heen?", vroeg Witbastje
weer.
„Naar Holland".
Witbastje tuimelde van vreugde wel
een meter naar beneden. „Naar Hol
land", juichte hij, „weet je de weg?"
De duif keek hem verontwaardigd
aan. „Ik ben een postduif", zei hij hoog
hartig.
„O", jubelde Witbastje weer, „dan
weet ik zeker dat ik thuiskom". De duif
keek hem goedkeurend aan.
„Mag ik met jullie meevliegen?" vroeg
het zwaluwtje heel beleefd.
„Ais je mg maar geen domme vragen
meer stelt", zei de duif. „Volg mij
maar.
Daar gingen ze dus, zeven witte dui
ven en één klein zwaluwtje.
Eindelijk eindelijk, na ik weet niet
hoe'n lange tocht zagen ze de duinen cn
rivieren van Holland. De duif stootte
Witbastje aan en wees naai- beneden.
Wat was die gelukkig! Hij begon al uit
te zieii naar zijn boerderij en zijn
vriendjes en was dat niet toevallig,
net toen hij ze zag, streken ook de dui
ven neer, want die woonden sinds een
paar maanden ook op Witbastjes boer
derij.
De boer, de boerin, hun kinderen,
iedereen holde naar buiten toen de dui
ven landden en alle vogels van de
schuur en de hooiberg keken toe. En
o, wat waren ze verbaasd toen ze die
kleine zwaluw tussen de postduiven
ontdekten. De boer zag het ook. „Eén
zwaluw maakt nog geen lente", zei
hij.
Maai- hij wist niet dat Witbastje daar
voor niet gekomen was, maar voor zijn
vriendje de merel, die hij al druk te
vertellen zat van zijn reis.
Wat was iedereen blij, de boer lachte,
de vogels zongen en zelfs de zon keek
even om de hoek. Opeens kon je aan
alles voelen dat het gauw voorjaar zou
zijn.
Ken jij misschien Clasieyitje,
Clasientje van der Laan?
Nee.Dan misschien haar vriendje,
Felix de houten haan.
Vlak op CÏasientjes hieltjes
- dat moet hij wel van haar -
volgt Felix op vier wieltjes
zijn vrouwtje langs 't trottoir.
Maar gisiren brak het touwtje
dat om zijn voorpoot zat
en plotsling zag het vrouwtje
dat zij geen haan meer had.
„Waar is mijn haan gebleven?
Mijn Felix, waar is hij?
Mijn haan fis weg, zoeven
liep hij nog achter mij."
Clasientje ging aan 't roepen
met tranen van verdriet,
toen zocht ze langs de stoepen
ynaar Felix vond ze niet.
Opeens kivam- om het hoekje
een reus van een agent.
„Wat huil je en wat zoek je?
Kijk eens of je dit kent.
Dat beest heeft wel een uur lang
op het trottoir gestaan.
Nu zit hij op mijn stuurstang,
die gekke houten haan."
Toen knoopte die Clasientje
de touwtjes aan elkaar
en danste met haar vriendje
naar huis toe langs 't trottoir.
MIES BOUHUYS
Lees eerst eens, wat het vogeltje en het
konijn ook lezen en probeer dan deze
woorden te vinden. Ze zijn allemaal het
zelfde, behalve de eerste letter en de
woorden bestaan allemaal uit 5 letters.
Je hebt hiervoor nodig: 4 stukjes vilt
ter grootte' van 't voorbeeld, wit veter
band en borduurzijde.
Knip het vilt in de vorm van het voor
beeld (4x) en breng met behulp van
carbon (doordrukpapier) de bloemen
over op deze stukjes. Deze bloemen
worden met heldere kleuren gebor
duurd. De richting van de steken staan
op het voorbeeld aangegeven. Maak met
zijde nog een paar nopjes op het vilt.
Nu maak je met een breinaald allemaal
gaatjes in de vier stukjes vilt en rijgt
met het veterband deze vier delen aan
elkaar. Je doet dit op dezelfde manier,
als je een schoen dicht rijgt. Een leuk
steekje aan de onderrand en je muls is
klaar!
Ter gelegenheid van het feit. dat het op
16 October vijfentwintig jaar geleden is,
dat het Christelijk Fanfarecorps „Arti et
Religioni" werd opgericht zal van 8 tot en
met 14 Mei in de Haarlemmerhout by
„Dreefziclit" een muziekfestival worden
gehouden. Het bestuur heeft deze data ge
kozen, omdat zij vallen in de periode, dat
Haarlem in het middelpunt der belangstel
ling staat door de Lichtstad.
Het corps is in 1928 opgericht en onder
leiding van de heer Van Rijn oefende een
klein aantal musici, dat meewerkte, dat
het gezelschap bekendheid verkreeg. On
der leiding van de heer F. Dekker breidde
het corps zich uit en vele successen wer
den geboekt. Door de oorlog ontstonden er
moeilijkheden, doch na de bevrijding werd
er met toewijding en ijver onder leiding
van de heer H. M. van Ossenbruggen uit
Wormerveer geoefend en het resultaat is
geworden, dat Arti et Religioni de ere-
afdeling heeft bereikt. Het laatste succes
werd het vorig jaar geboekt, toen in Lisse
in de afdeling het hoogst aantal punten
werd behaald.
Een erecomité is voor het jubileum sa
mengesteld, waarvan burgemeester mr, P.
O. F. M. Cremers erevoorzitter is en dr.
J. J. Wallien voorzitter. Arti et Religioni
opent op Vrijdag 8 Mei de feestelijkheden
met een Concert in de tent achter Dreef-
zicht. De tuin zal ter gelegenheid van het
festival versierd en verlicht worden.
Op Zaterdagmiddag komen vijftien corp
sen naar Haarlem om deel te nemen aan
een festival. De musici stellen zich op het
Prinsen Bolwerk bij het Kalfje op en ma
ken een mars door de stad naar Dreef-
zicht, waar de corpsen om de beurt optre
den. De beoordelingscommissie, bestaande
uit de heren Moolenaar, Wormerveer, G.
J. Kalt, Ovcrveen en J. Schoen, Zaandam,
zal het optreden in een uitvoerig rapport
beschrijven. De corpsen ontvangen een
herinneringsmédaille en enkele een prijs.
Donderdag 14 Mei (Hemelvaartsdag)
wordt, het festival voortgezet en op die dag
worden weer vijftien corpsen verwacht.
Het verdere programma luidt: Maandag
11 Mei concert door de Hoogovemiharmonde
met medewerking van het Kennemer
Toonkunstkoor; Dinsdag 12 Mei corps van
Albert Heyn uit Zaandam; Woensdag 13
Mei Beverwijkse Kapel en Haarlems
Christelijk Mannenkoor.
Tot besluit van de feestelijkheden op
Hemeisvaartsdag wordt een taptoe gehou
den.
Uniformen nodig
Van de heer H. Cnossen, voorzitter van
Arti et Religioni, vernamen wij, dat het
corps vele uitnodigingen ontvangt cm con-
Voor onze
kwartaal-abonnés
bestaat de gelegenheid, het abonne
mentsgeld automatisch van hun giro
rekening op de onze te laten over
schrijven.
De voordelen hiervan zijn:
le Aanbieding van kwitantie komt te
vervallen, dus geen incassokosten
2e Giro-biljet behoeft niet meer leder
kwartaal te wórden uitgeschreven
3e Geen kosten voor overschrijving
Indien U hiervan gebruik wilt maken
verzoeken wij U éen machtigingsfor
mulier bij onze administratie aan te
vragen.
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
certen te geven. Het verleent medewer
king tijdens de feestelijkheden van Haar
lem-Lichtstad, geeft een ereconcert ter ge
legenheid van het jubileum van het cen
trum-comité van Koninginnedag en tij
dens bijeenkomsten van religieuse aard
speelt het corps vele malen. Het is niet
uitgesloten, dat het corps meermalen uit
genodigd zou worden, als de leden over
uniformen beschikten. Dit is bekend ge
worden bij de heren J. Pander, J. Acker -
mann en D. L. de Jonge, die het initiatief
genomen hebben een jubileumcommissie
samen te stellen. Het doel is geld in te za
melen, cm de musici uniformen aan te bie
den als geschenk ter gelégenheid van het
vijfentwintig-jarig bestaan. De commis
sie hoopt, dat vele stadgenoten het initia
tief zullen steunen. Het gironummer van
de penningmeester, de heer D. L. de Jonge,
Rechthuisstraat 32, luidt 148055.
ADVERTENTIE
van ouds bekend. - Tel. 14609
Officieel Philips-reparateur
KRUISSTRAAT 38 HAARLEM
Vandaag viert ds. A. R. de Jong, voor
ganger van de Open Religieuze Gemeen
schap te Haarlem, zijn zeventigste verjaar
dag. Ds. De Jong, die in het godsdienstig
leven hier te lande een unieke plaats in
neemt, begon de Evangeliebediening in
1909 in Tilburg, als evangelist. Van 1910
tot 1919 was hij predikant in 's Heerenhoek,
Veghel en Helraond. Tijdens de eerste we
reldoorlog deed hij van zich spreken door
zijn actief anti-militairisme, dat hem in
moeilijkheden bracht zowel met de kerke
lijke als met de militaire autoriteiten. Hij
werd uit het gewest Brabant verbannen en
gevangen gezet. Na de terugkeer van het
normale leven kon hij het in de Hervormde
Kerk niet goed meer vinden.
Een uitkomst voor hem was de benoe
ming tot voorganger in de afdeling Bussum
van de Nederlandse Protestantenbond,
waarvan hij van 1919 tot 1932 de leiding
had. Ook in dit vrijzinnige milieu kwam
het tenslotte tot een conflict, dat geleid
heeft tot zijn eervol ontslag.
Een kring waarin hij zijn bijzondere ga
ven kon ontplooien en zijn oorspronkelijke
overtuiging kon propageren, vond de heer
De Jong eigenlijk pas in de door hem ge
stichte Onafhankelijke Religieuze Gemeen
schap, later tot Open Religieuze Gemeen
schap herdoopt. Daar heeft hij lo'nogtoe
juist twintig jaar gearbeid en met de hem
eigen vitaliteit hoopt hij hieraan nog menig
jaar te mogen toevoegen.
Met Toon Verhey aan de lessenaar en de
violist Jan Keessen als solist, bood de
H.O.V. aan haar abonné's van Serie V een
Tsjaikofski-programma, bestaande uit het
Vioolconcert en de Vijfde Symphonie. On
der de goede eigenschappen die men het
Concert in D mag toekennen, behoren de
bijzonder gunstige conceptie van de solo
partij en de weloverwogen kansen die de
solist krijgt om daarvan te profiteren. En
het mag gezegd worden dat Jan Keessen,
de tweede concertmeester van het Concert
gebouworkest, deze gelegenheden ruim
schoots gebi'Uikt heeft.Tijdens en na de grote
cadens in het eei-ste hoofddeel kwam het
zelfs tot sublieme momenten, ook in de
wisselwerking met de fraai uitgebalan
ceerde orkestpartij. Toén deze innerlijke
gloed bereikt was, bleef hij bewaard in de
strelende, Italiaans aandoende Canzonetta
en de daarop aansluitende finale, die bo
vendien de spanning van een steeds hoger
opgevoerde virtuositeit in 't geding bracht.
Keessen wist het eigenaardig Russische
dansthema met passende allure aan de man
te brengen; in muzikanten term gezegd: hij
wist het te verkopen. Dit karakteristieke
neventhema mag wel zo iets van de schijn
bare nonchalance van de „speelman" heb
ben.
Aldus een uitvoering van het dankbare
concert, die alle kwaliteiten bezat om het
publiek geestdriftig te stemmen.
De Vijfde Symphonje van Tsjaikofski
zou men een muzikale sfinx kunnen noe
men, naar aanleiding van het thema dat als
een motto het werk inleidt en verder zo
van tijd tot tijd, in elk van de vier delen,
steeds gewijzigd, maar duidelijk herken
baar terugkeert en eindelijk in de finale als
een grandioze hymne te voorschijn treedt.
Wat Tsjaikofski daarmee bedoeld heeft, is
een raadsel; hij heeft zich over het pro
gramma dezer symphonie nooit uitgelaten,
wat hij wel gedaan heeft betreffende de
Vierde cn de Zesde. De betekenis van het
motto van de Vijfde is een geheim dat hij
mee in 't graf genomen heeft. Wij kunnen
er over fantaseren en ieder kan het naar
zijn eigen aanvoelen trachten te verklaren.
Aangenomen zelfs dat er niets concreets
mee bedoeld zou zijn, dan tocli heeft het
motto-thema, dat eigenlijk in de ontwik
keling van het werk niet meetelt (al loopt
het er dan als een „idéé fixe" doorheen) de
vorm van deze symphonie sterk beïnvloed
en aan de inhoud een dominerend karakter
gegeven. Verhey's interpretatie was ^toe
gevend aan de romantische bezieling inge
steld, wat aan de klank en de expressie
ten goede kwam. Maar het Andante, met de
fameuze hoorn-solo, leek mij toch wel wat
al te traag opgevat. Zo moest het een zeer
gerekte symphonie worden, vooral als wij
de lange pauze meerekenen tussen II en
III. Bij het Scherzo-alternatief kwam er
echter schot in. De duidelijkheid van de
vertolking wees ondertussen op een nauw
gezette voorbereiding. En wat de klank be
treft, deze gaf volop aanleiding om de
blazers van hét orkest met een extra-com
pliment in 't zonnetje te zetten.
JUS DE KLERK
HAARLEM, 6 Maart 1953
BEVALLEN van een zoon: 4 Mrt, J. M. de
Koning—Grant; P. M. Klooster—Baauw; 5
Mrt, G. BusselmannWatson; G. M. van
BerkelKlaver; J. M. van der KnaapKo-
nings; J. van der HulstHilberts.
BEVALLEN van een dochtre: 3 Mrt, H,
SiemensZijlstra; 5 Mrt, C. J. van der
Haas—van der Wiel; M. C. Staats—Heistok.
OVERLEDEN: 4 Mrt, A. van Kipshagen
Lasschuit ,66 j„ Pepijnstraat; S. Anepool, 55
j., Emostraat; N. M. de HaanBax*endregt,
30 j., Hazepaterslaan; 5 Mrt, J. M. M. van
der Veen, 70 j., Rijksstraatweg: J. A. van
Donselaar, 86 j., Spijkex-manslaan.
In Brinkmann is gisteravond een verga
dering van wijkhoofden, blokhoofden en
plaatsvervangend blokhoofden van de
Bescherming Bevolking in Haarlem ge
houden, die door het hoofd Bescherming
Bevolking, de heer H. J. de Vries werd
geleid. Op deze bijeenkomst werden in
lichtingen over organisatie van de B. B.
verstrekt. In de besprexing hebben velen
hun teleurstelling geuit over het feit, dat
de blokploegen zelf hun uitrusting moeten
bekostigen, een kwestie, die reeds lange
tijd aan de órde is en waarvoor tot dusver
geen bevredigende oplossing is gevonden.
!n een vraaggesprek, dat wij het vorig
jaar met de heer De Vries hadden zei deze
reeds, dat er in deze eigen aanschaffing
van materiaal voor de blokken iets onbil
lijks zit tegenover de algemene opzet van
de B. B. Men houdt zich naar ons is ge
bleken overigens niet alleen in Haarlem
maar ook in andere gemeenten met deze
kwestie bezig. In de vêrgadei-ing kwamen
in dit opzicht geen bepaalde suggesties
naar voren. Ook een vergadering van
wijkhoofden zal zich over dit probleem
beraden.
Inleiding door J. L. Munnik
De vacantiecommissie van het Verbond
van Haarlemse Speeltuinvei-enigingen
heeft besloten tot verdieping en ontwik
keling van het leiderscorps der vacantie-
spelen en van de wintei-clubwerken een
cursus te organiseren bestaande uit acht
lezingen die gehouden zullen worden door
Haai-lemse deskundigen op het gebied van
paedagogie, psychiatrie, onderwijs, volks
dans- en zang en handenarbeid.
De eerste van deze serie lezingen had
plaats op Donderdagavond en werd gehou
den door de heer J. L. Munnik, hoofd der
Haarlemmerliedeschool met als onderwerp:
Omgang met jonge kinderen in vrije tijd.
Met grote aandacht werd door een hon
derdtal cursisten geluisterd naar de rede
van de heer Munnik, die het auditorium
van het begin tot het einde boeide.
Spreker begon zijn inleiding met te zeg
gen dat het speeltuinwerk overal waar
dering begint te vinden. Het principe der
speeltuinmensen: opofferen van vrije tijd
voor het bezighouden der jeugd, heeft grote
opvoedkundige waarde. De heer Munnik
deed in zijn betoog uitkomen, dat de speel-
tuinjeugd ons dikwijls voor de moeilijkste
problemen stelt. Deze kinderen hebben ge
leden onder de gevolgen van de laatste
oorlog, hetgeen verklaart dat meer dan de
helft dezer kinderen nerveus is. Zij reage
ren niet goed op opdrachten, zijn prikkel
baar, tegen de keer in en vergen veel ge
duld.
Een tweede ongunstige factor is de wo
ningnood. De enge behuizingen hebben
een funeste invloed op de geestelijke groei
der jeugd.
Gelukkig daarom dat er organisaties
zijn, zoals het Verbond van Haarlemse
Speeltuinverenigingen, die al het mogelijke
doen om de jeugd op te vangen en aan te
vullen door vrijetijdsbesteding wat het
kind tekort komt.
Alles wat met de kinderen ondexmomen
wordt, moet zin hebben.
De heer Munnik verluchtte zijn betoog
met films over schoolklassen, kampeer-
werk en dergelijke. Tevens wex'd een Ame
rikaanse film gedraaid over jeugdwerk in
grote steden.
Op 25 Maax-t hoopt mevrouw T. Venema
een cursusavond te leiden over volksdans.
ADVERTENTIE
Voor goed en billijk vervoer
neemt men alleen
Barrevoetestraat 2 - Haarlem
Tel. 18428 na 6 uur: 14810 - 14155
Gisteren heeft de Haarlemse politie de
49-jarige vrouw J. M. de J. in verzekerde
bewaring gesteld. Zij werd ervan verdacht
van 16 Februari af vier fietsen in Haarlem
te hébben gestolen en toen zij werd aan
gehouden gaf zij dêzé diestallen volmondig
toé.
In verband met deze diefstallen werd de
51-jarigë los werkman E. J. W. uit Haarlem
aangehouden,die verdacht wordt van he
ling van dé vier rijwielen. Drie fietsen zijn
inmiddels teruggevonden.
Eveneens gisteren is aangehouden de 24-
jarige winkeljuffrouw C. R., die in haar
winkel vei-schillendé geldbedragen had
ontvreemd tot een bedrag van vijfentachtig
gulden.
De bewoners van de Koningstraat heb
ben alsnog besloten deel te nemen aan de
verlichting van de stad gedurende de Flora.
Langs de gevels zullen bogen woi-den aan
gebracht.
EERSTE HOOFDSTUK
Om een stevige soep te maken,
neme men
1)
Toen, na een klein bos, de blauwe leien
daken van Courty-en-Beauce tussen de
stammen van een appelboomgaard zicht
baar werden, begroette Mgr. Bachou hen
met een brede glimlach.
De schemering ging al over in volslagen
duisternis. Onder de bomen kon hij de,
met dode bladeren bedekte, wegrand niet
meer onderscheiden en daarom bepaalde
hij zijn richting naar de strook open lucht
tussen de boomtoppen, waarin men af en
toe een vleermuis zag vliegen. Een kwar
tier geleden had Monseigneur eigenlijk
z-jn lamp al moeten aansteken, maar hij
durfde dat niet te eisen van de dynamo
van zijn motorfiets, die men in Chartres
gerepareerd had nadat hij niet minder dan
drie uur bezig was geweest om iemand
bereid te vinden dat werkje op te knap
pen
Maar ten slotte kwam hij dan toch nog
voor het vallen van de duisternis in Cour-
ty aan. De „avond" begon die Zaterdag 12
November overigens al om vier uur!
„Het zou een toppunt zijn geweest",
overpeinsde hij, „niet alleen om tegen vier
uur in Courty te komen voor de inzege
ning van een huwelijk, dat al om 12 uur
plaats vond, maar vooral ook om we
gens rijden zonder licht mijn plechtige
entree te maken tussen twee veldwach-
ters! Ik mag wel oppassen! Die lui houden
er van zich te verbergen, op de loer te
staan aan de rand van een negorij, waar
ze niet te ver van een herbei-g zijn om
wat op te kikkeren!"
Sedert hij in Parijs de „bisschop van de
zwervers" was, gebruikte Monseigneur, zo
voor zichzelf, nog wel eens krassere woor
den dan die, welke in de salons van de
aartsbisschop gebruikelijk waren. De hei
lige afkeer voor bekeuringen was van zijn
„klanten" ten slotte op hem ovei-geslagen.
Hij had zich echter voor niets bang ge
maakt. Het dorp Courty leek wel uitge
storven. Nadat hij vijf of zes huizen was
voorbij gereden, die in alle windrichtingen
stonden, alsof de eigenaars het moeilijke
probleem hadden willen oplossen hoe zij
al hun buren tegelijkertijd de rug konden
toekeren, kwam hij op een plein, waar een
dozijn katten aan het spelen was in het
schaarse licht van enkele verspreidstaande
van de pastoor van Courty zeer duidelijk,
zodat Bachou zich kon oriënteren:
Laat eens kijkenDe pastorie te
gen de kerk en de kerk op het Marktplein.
Dat zou dus deze open plek moeten zijn?
Ja, daar is de kerktoren en daar de pasto
rie.... Laten we nu maar hopen, dat de
Eerwaarde Murier, na flink de klok te
hebben geluid voor mij, me in ieder geval
te eten zal houden.... Ik sterf van de
honger!"
Terwijl hii zijn motor afzette, stapte hij
af en zette hij zijn motorfiets tegen de
stoep van de pastorie. Hij stampte eens
flink met zijn voeten op de grond om zijn
bloedcirculatie te herstellen en trok toen
zijn wanten uit. Bij het schijnsel van een
electrische lantaarn die aan een ijzeren
haak schommelde, staarde hij vei-volgens
een seconde perplex naar zijn zwarte han
den en zijn stoffige overall, en toen naar
de pas gevex-niste eiken deur, waaiwan het
koperwei-k hem toeglom.
Resoluut viste hij uit zijn zak een zak
doek mat blauwe en gele ruiten, wreef er
flink mee door zijn gezicht, streek eens
door zijn baard om die weer wat te fatsoe
neren en drukte toen op de belknop.
Een luik piepte. Maar even vlug als de
bezoeker zijn hoofd had omgedraaid, had
het zich weer gesloten, zonder dat hij wist,
welke van die zware hermetisch gesloten
panelen zich Ifsd geopend. Een minuut la
ter rammelde een ketting aan de andere
kant van de deur, die op een kier van
twintig centimeter open ging. In de zo ge-
lantaarns. Geluikkig was de uitnodiging vormde opening werd een kleine donkere
vrouw zichtbaar, met het haar in een hoge
lulbandvormige rol boven het voorhoofd,
een mond zonder lippen, en puntige kin,
gitzwarte ogen en een gouden kruis op de
hooggesloten hals van een blouse van
zwarte glanszijde. Zij naxn Bachou van
hoofd tot voeten op, terwijl ze op een nog
al hoge toon en met die gearticuleerde uit
spraak, eigen aan bejaarde mensen van het
platteland, die vaak doof en wat sufferig
zijn, vroeg:
Is het voor een zieke? Als het drin
gend is, kunt u mijnheer de Pastoor bij
Chevreau aan het diner vinden.
Zo? zei Bachou. U bent ontgetwijfeld
de huishoudster van de eerwaai'de Murier?
Het spijt me, dat ik U op dit uur kom sto
ren, mèvrouw! Ik ben Mgr. Bachou.
Eerst bewoog zij niet, terwijl ze hem
bleef opnemen. Toen trok zij een wenk
brauw op, de linker. Haar kin scheen af
te zakken, haar gezicht werd langer en
smaller. Toen zei ze langzaam, alsof ze
haar eigen stem niet geloofde:
U wilt zeggen, dat u Mgr. de Bisschop
Bachou bent?
Ja, mevrouw. Ik bied u mijn ver
ontschuldigingen aan, dat ik me in een
dergelijk tenue vertoon. Maar mijn motor
deed het niet al te best en
De deur sloeg voor zijn neus dicht. Hij
schrok er even van. Maar meteen ging
zij weer open, wagenwijd dit keer, nu de
ketting was losgemaakt.
Komt u toch binnen, alstublieft.
De vrouw maakte een soort buiging.
Bachou zette zijn pet met oorkleppen af
met een waardigheid als ware het een kar
dinaalshoed. Hij zag de huishoudster met
éen nog achterdochtige blik naar zijn hand
staren: zij miste daar de amethist.
Mevrouw, zei Bachou na een blik om
zich heen geworpen te hebben, ik schaam
me zo in een zo keurig onderhouden huis
te komen. Ik heb pech met mijn motorfiets
gehad. Kan ik hem zo lang buiten laten
staan zonder het risico te lopen, dat hij ge
stolen wordt?
Plotseling veranderde de uitdrukking
van de vrouw. Bachou glimlachte en, nu
de rand van zijn pet nie'. meer de bovenste
helft van zijn gezicht beschaduwde, zag zij
zijn blauwe ogen, die uiterst onschuldig
keken, nu eens ondeugend, dan weer kin
derlijk. Zij zag en geloofde. Haar stijfheid
verdween, zowel lichamelijk als geestelijk.
Dit keer maakte zij een echte diepe bui
ging voordat zij antwoordde:
Ja, Monseigneur! U behoeft zich in 't
geheel geen zorgen te maken. Vanavond
zijn alle schelmen uit het dorp op de brui
loft. Wil monseigneur zolang in de spreek
kamer gaan? Ik zal mijnheer de Pastoor
gaan halen.
Bachou protesteerde:
Mevrouw! Maakt u alstublieft geen
drukte! Het is al onbeleefd genoêg van me
op een dergelijk uur aan te komen.
Och, de avond begint in dit seizoen
al zo vroeg' Wil Monseigneur zich mis
schien wat opknappen in de kamér van
mijnheer de Pastoor?
Met veel genoegen, mevrouw.
Na op plechtige wijze in dit vertrek te
zijn binnengeleid, goot Bachou uit een
lampetkan water in de waskom en stak er
zijn gezicht in. Al proestend, bepeinsde hij:
Waarom heeft ze me de kamer niet
gegeven, waar ik moet slapen? Zou zij
de klassieke „bisschopskamer" in linnen
kamer hebben verandex'fl?
Hij trok zijn te nauwe groene
overall uit, met de bewegingen van een
paling, die van huid verandert.
Onder die overall had hij de voor geeste
lijken gebruikelijke geklede jas, waar hij
de kreukels wat uitstreek. Uit een zak
haalde hij cie boord van celluloid een
noodzakelijk kwaad, dat de welvoeglijk
heid vereiste maar veranderde toen van
idee. Hier zou die „mondaine"kleding, die
hij gerechtigd was te dragen, aanstoot
kunnen geven. Hij greep naar de deurknop
om zijn soutane uit een tas van zijn mo
torfiets te gaan halen, maar hoorde toen
juist iemand in de betegelde gang lopen.
De eerwaarde Murier kwam thuis.
Het was een man van gemiddelde lengte,
met een rose, enigszins popperig gezicht,
een korte neus, en een laag, gerimpeld
voorhoofd boven dikke en zeer donkere
wenkbrauwen. Met Bachou. die de deur
opendeed, plotseling vlak voor zijn neus,
ging hij met een schok achteruit. De huis
houdster was uit haar keuken gerend om
hem te waarschuwen, maar kwam te laat.
Achter zijn rug fluisterde zij:
Dat is Mgr. Bachou!
(Wordt vervolgd).