Drie ministers zoeken naar een bevredigende oplossing Tweede Kamer aanvaardde de nieuwe Zondagswet „Grondwet van de RIS is niet door mij geschonden' Agenda voor Haarlem Kunst De stille feestelijkheid van de intimiteit Prof. Gerretson trok van leer tegen minister Kernkamp Zorg voor uit Indonesië gerepatrieerden ter sprake Hamid voor zijn rechters: Nederland rookt steeds meer sigaretten DONDERDAG 26 MAART 1953 3 Zelfbeschikkingsrecht voor de West Stemming over Bohlens benoeming uitgesteld Madurodam is uitgebreid Bonnard in Museum Boy mans Prins Bernhard bezoekt Eisenhower ■peKleineWfeceicf Van onze parlementaire redacteur) De gisteren voortgezette debatten in de Eerste Kamer over de begroting van Over zeese Rijksdelen werd vooral gekenmerkt door fel optreden van prof. Gerretson (C.H.), die opnieuw beweerde, dat minis ter Kernkamp in het najaar te New York bij zijn overleg met de West zijn boekje te buiten was gegaan, toen het daar ging over de uitleg van het zelfbeschikkings recht en hij overeen zou zijn gekomen dat Nederland het afscheidingsrecht zou er kennen. Van een formulering van het zelfbe schikkingsrecht in het te maken statuut omtrent het koninkrijk nieuwe stijl is geen sprake, wel echter om in de inleiding daartoe tot uiting te doen komen, dat het nieuwe statuut in volle vrijheid en zonder enige dwang wordt aanvaard, zei minister Kernkamp. Na de Nèw-Yorse bespre kingen bleek over de uitleg dienomtrent geen overeenstemming te bestaan. Zou het alleen een moeilijkheid met de Kamer ge weest zijn, dan zou men die wellicht hier eerst hebben moeten uitvechten. Doch er bestaat bovendien ook verschil van ziens wijze wat de Antillen betreft. Aan zijn collega's Donker en Beel en aan hem had het kabinet opgedragen als nog de vraag te bestuderen omtrent een oplossing waarmee de drie landen het eens kunnen zijn. Reeds heeft deze commissie in beginsel een mogelijk aanvaardbare op lossing gevonden. De bewindsman koes terde de hoop dat zij de instemming van het gehele kabinet zal verkrijgen. „Prof. Gerretson maakt mij de discus sie wel erg moeilijk, zei minister Kern kamp, als men zo hoort, dat mij de dood straf zou toekomen, dat ik landverraad zou hebben gepleegd, dat ik een onwaar dige minister ben en dergelijke. Ofschoon ik principieel niets voel voor het Franse stelsel van moties van vertrouwen zou ik er bijkans behoefte aan krijgen, teneinde te kunnen nagaan hoe de Kamer erover denkt. Er is geen overeenkomst te New York gesloten; een geheime overeenkomst is er helemaal niet. Het ging alleen om richt lijnen. Bovendien was het zelfbeschik kingsrecht geenszins het kardinale punt; de bedoeling van de te New York gehou den besprekingen was louter een goede sfeer te scheppen, teneinde de destijds af gebroken onderhandelingen weer op gang te brengen. Ik heb er voor gewerkt en werk nog voor de goodwill van Neder land om aldus bij elkaar te houden wat bij elkaar is geweest en behoort te blijven. Ten aanzien van die goodwill was destijds de stemming in Suriname niet zeer goed en thans - dat mag ik wel vaststellen - is zij beslist beter. Ik zal er voor blijven werken dat het nog verder zo zal gaan", zei minister Kernkamp Dit slot van 's ministers antwooixl maak te grote indruk en bezorgde hem een war me hulde van de heer Al gr a (A.R.). Tot besluit vroeg prof. Gerretson voor de derde keer het woord, alleen om te zeggen: „Bei Philippi sehen wir uns wieder". Dit citaat ontleende hij aan het dreigement dat de Duitse rijkskanselier Von Bülow in 1909 aan het adres van de conservatieve Jonkersgroep liet horen. De begrotingsvoorstellen gingen er daarna zonder hoofdelijke stemming door. Alleen de communisten lieten hun „tegen" aantekenen, niet echter prof. Gerretson, hoezeer deze ook het beleid van de minis ter had veroordeeld. Nieuw Guinea Tevoren had de minister in antwoord op de opmerkingen van de heer Algra (A.R.) verklaard dat Nederland de be vordering van de economische ontwikke ling van land en volk van Nieuw Guinea niet alleen in eigen hand heeft. Daarom zal zodra er voldoende uitgewerkte plan nen zijn, daarvoor ook op internalionale hulp een beroep worden gedaan. Hierbij blijft de technische bijstand van de UNO voor minder ontwikkelde gebieden buiten beschouwing, omdat wij voorlopig over een voldoend aantal technische deskundi gen beschikken. De minister had geen klachten verno men omtrent onjuist optreden van olie maatschappijen tegenover de inheemse bevolking; evenmin had de regering ooit iets vernomen van „overschaduwen" der ambtenaren door die ondernemingen. Ver keerd is de opvatting als zouden de Indi sche Nederlanders in Nieuw Guinea op een gunstiger positie dan de inheemsen ADVERTENTIE aanspraak kunnen maken. De regering ontkent ten enenmale elk recht daarop. Minister Kernkamp verklaarde nog dat in beginsel overeenstemming met de K. L. M is bereikt om aan deze onderneming het openen van luchtvaartverbindingen in Nieuw Guinea toe te staan. Des morgens heeft de Eerste Kamer de begroting van Economische Zaken aange nomen. Minister De Bruyn had tevoren verklaard dat ten aanzien van de onder nemingen afzonderlijk de productschap pen evenmin als de bedrijfschappen be voegdheden krijgen; het gaat steeds om de bedrijfstak als geheel. Het staat: niet vast, dat er in de industrie terstond behoefte bestaat aan verordenende bevoegdheid. Als het overleg daartoe aanleiding geeft, dan kan het bedrijfschap tot, verordenende bevoegdheden overgaan. Voorlopig zal men in het begin met hulpbevoegdheden kunnen volstaan. WASHINGTON. (Reuter). De Ame rikaanse Senaat heeft de stemming over de benoeming van Charles Bohlen tot am bassadeur in de Sovjet-Unie tot Vrijdag uitgesteld. De groep van senator McCarthy verzet zich tegen bela-achtiging van de benoe ming. Senator Bridges noemde Bohlen tijdens het debat „de exponent van de politiek van sussen en in bedwang houden". Senator McCarthy zeide, dat Bohlen een belangrijke rol speelde bij het „verraad te Yalta", dat tengevolge had „het verraad van onze Poolse en Chinese bondgenoten". Uit niets bleek, dat Bohlen ooit „het inter nationale communisme" had bestreden. De miniatuurstad „Madurodam" in Den Haag zal op 1 April haar poorten weer voor het publiek openen. Men zal er dit jaar veel meer kunnen zien dan verleden jaar. Een aantal schepen zal het kanaal op en neer varen en op het haventerrein zullen kranen in actie zijn. Het wagen park van de spoorwegen zal aanmerkelijk worden uitgebreid; er zullen trams lopen en op de autosnelweg zullen de auto's af en aan rijden. De stadskern heeft een uitbreiding on dergaan. Behalve van historische gebou wen is het miniatuurstadje nu ook van de modernste snufjes voorzien. Men zal er zelfs televisie zien. Er is nu radar in de haven en een telefooncentrale. ROSLEPEREN 3ASSEN 125.— DONDERDAG 26 MAART Zuiderkapel: Spreker zendeling W. mann, 8 uur. Minerva: H. H. V. Cabaret „De toverlantaarn" (ten bate van het Rampen fonds), 8.15 uur. Schagclielstraat 26: Leger der Heils, Paasspel, „Van kribbe tot kruis 8 uur. Tweede Zuidpolderstraat 50: Bijeen komst Gemeente van Christus, 8 uur. Rembrandt: „Diplomatic Courier", 14 jaar, 7 uur. Haarlems Kunst Gemeenschap, ver toning der film „Les dames du Bois de Bou logne", 9.15 uur. Palace: „Drie uit de infan- fanterie", 14 jaar, 7 en .9.15 uur. Luxor: „Captain Scarlet", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „De eerbiedwaardige lichtekooi", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Achtervolging in Frisco", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Bittere rijst", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De eerbiedwaardige lichtekooi", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. VRIJDAG 27 MAART Concertgebouw: Concert HOV, 8 uur. Frans Halsmuseum: Tweede concert van „Die Haerlemsche Musyckcamer", 8 uur. Bioscopen: Nieuw programma, middag- en avondvoorstellingen. Woensdagmiddag heeft de Tweede Kamer, nadat het ontwerp-Zondagswet in tweede lezing aan de orde was geweest, de eindstemming gehouden. Nadat nog een paar tech nische aanvullingen waren aangebracht verklaarde dr. Schouten (A.R.), dat hij zijn stem niet aan het ontwerp zou geven, omdat zijn bezwaren in omvang en be tekenis nog waren toegenomen. De heer Til an us (C.H.) was door de inhoud van de nieuwe wet niet volkomen bevredigd, maar hij gaf de voorkeur aan deze wet boven een wet, die niet wordt nageleefd. Hij zou zijn stem niet aan het ontwerp onthouden. De heer Gortzak (C.P.N.) gaf te kennen, dat hij zou tegenstemmen. Het wetsont werp werd hierna aangenomen met 60 tegen 24 stemmen. Voor stemden de C.H., K.V.P., P.v.d.A., K.N.P. en tegen de A.R., V.V.D., C.P.N. en Staatkundig Gerefor meerden. ai i i j i. i. 1 De regering zit verlegen met de stroom Als een zeer verlaat dessert van het be- evacué's, constateerde de C.H.-afgevaar- grotingsmenu trof de Kamer daarna op j digde. De be]angrijkste vraag is; h(fe wor_ haar agenda de begroting van het depar- den zjj geh„ipen aan een passende woon- tement van Maatschappelijke Zorg aan. j gelegenheid en aan een passende werlc- Een belangrijk punt in de discussie is kring Door andcrG sprekers werd ter geweest de zorg voor de uit Indonesië ge- sprake gebracht de onhoudbare situatie repatrieerden. Ook werd de positie van de de pension-samenleving. Nauw daar in Indonesië achtergebleven Nederlanders mede samenhangend is er dat andere ter sprake gebracht en voorts is aandacht vraagstuk van de voortschrijdende en in g8no wnvain wei - f Ambonezen toenemende droiging der verpau_ De heer Van de Wetering (C.H.) heeft perisering. De gerepatrieerden verkeren deze problemen het eerst aan de orde ge- in de posiüe van uitgeklede oorlogsslacht- Wie de voornaamste gebeurte nissen wil volgen, die'op het ge bied der internationale beeldende kunst in ons land plaats hebben, zal dif niet kunnen doen zonder zich op de hoogte te stellen van de tentoonstellingen, die de laat ste jaren in het Museum Boy mans te Rotterdam gehouden worden. Nauwelijks vier maan den na de prachtige expositie van de meesters uit het Petit Palais te Parijs is er nu een ruim overzicht van het werk van de in 1947 ge storven Franse schilder Pierre Bonnard. Het merendeel dezer schilderijen was nog nooit eerder in ons land en daar de Hollandse musea, zeer tot hun spijt, slechts enkele werken van deze meester bezitten, mogen wij de directie van Boymans wel dankbaar zijn voor dit initiatief. Dat het tot stand komen van deze expositie voor een groot deel te danken is aan de medewerking van verscheidene musea en parti culieren in Frankrijk en Zwitser land, zal degenen, die weten dat de meeste werken van Bonnard zich in die landen bevinden, niet verwonderen. Het is wederom de beroemde collectie Hahnloser, die een belangrijke bijdrage voor deze tentoonstelling heeft geleverd. Hoewel de kunst van Bonnard een voortdurend hymne op de schoonheid is, betekent dit niet dat hij het leven ont vlucht.- Het geheim van zijn kunst is juist dat hij de alledaagsheid nimmer ontwijkt, maar in de eenvoudigste levensgebeurtenis sen een stille feestelijkheid ziet. Aan het gebaar van een vrouw, die haar arm opheft om een handdoek over haar schouder te slaan, geeft hij een uitdrukking van sim pele intimiteit, die men plechtig zou kun nen noemen. Het bewegen van een vrouw aan haar toilettafel, het stille samenzijn van kinderen aan een tafel, het peinzende snuitje van de intelligente taxhond, dat juist boven de tafel verschijnt, al deze levende wezens, die geheel vertrouwd zijn met het eigen, beminde milieu, leven hun eenzelvig bestaan zonder droefheid of vreugde als in een onbewuste, paradijse lijke staat. Deze momenten, die ieder kent, waarin de gedachtenstroom traag vloeit en zijn uitdrukking vindt in een achteloos gebaar, heeft Bonnard weten vast te leggen. Nooit is zijn model in volstrekte rust, nooit wordt er voor de schilder geposeerd. Het is de actie van de in zichzelf gekeerde mens, die aan zijn gepeins uitdrukking geeft door even een kleine hond te strelen of zijn hand gedachteloos over het tafel blad te bewegen. Deze intimiteit, die het kenmerk van alle schilde rijen van Bonnard genoemd kan worden, is nooit huisbakken, want al deze bewegingen en onopval lende gebaren zijn altijd door alle mensen gemaakt en hebben in hun .natuurlijkheid iets eeuwigs. Misschien vormen deze stille handelingen het enige toegiftje, dat God ons in het harde leven heeft meegegeven, toen hij de poorten van het paradijs achter ons sloot. Bonnard de laatste der Impres- sionnisten te noemen is een dwaasheid, dat toont deze ten toonstelling wel aan. Stellig heeft hij niet als Picasso en Brague naar nieuwe vormen gezocht, maar het wonder van Bonnard is, dat hij, door zich open te stellen voor de levenwekkende adem die mens en dier bezielt, voor de uitdrukking daarvan nieuwe vormen en nieu we kleuren gevonden heeft, zon der er naar te zoeken. Daarom juist kan Bonnard ook een nieu we generatie een uitweg wijzen uit de verstarring van het forma lisme, waarin de kunst dreigt vast te lopen. De betekenis van het decoratie ve in de schilderkunst heeft Bon nard steeds erkend en vooral in zijn grafiek speelt het een rol. Nooit echter wordt het tot doel op zich zelf. De kunst van Bonnard is de duidelijkste tegenspraak van de theorie, dat herken baarheid der vormen op loutere imitatie der werkelijkheid berust of dat de her kenbaarheid een obstakel zou zijn voor de expressie van emoties. Zijn prachtige, ge zonde peintuur is een verademing na de stroom van steriele experimenten en het zou niet zo verwonderlijk zijn als zijn kunst met zijn meeslepende vitaliteit op oen duur meer inspirerende kracht blijkt te bezitten dan die der formalisten. OTTO B. DE KAT steld en na hem schonken ook de heren t ,TT1. offers zei de heer Van de Wetering. Is het Lemane (K.N.P.), Ritmeester(V.V.D.), wonder dat zij zich afvragen of er, nu Fokkema (A.R.) en De Graaf (K.V.P.) er iedereen zich inspant om de nood van de aandacht aan. Bij de Bronsgieterij Binder te Haarlem is het grote verzetsmonument voor 's Her togenbosch gereed gekomen. Links de beeldhouwer Peter Roovers uit Heyen. i watersnoodslachtoffers te lenigen, geen j aanleiding is om ook deze slachtoffers van de oorlog te helpen? vroeg de heer Rit meester. „Laat de Ambonezen begrijpen, zo zei de i heer Van de Wetering, dat, wanneer ze wat voor hun land willen doen, zij niets bereiken met lanterfanten. Het lanter- i fanten wordt voor de Ambonezen even erg en noodlottig als de bezetting van hun land". De heren Lemaire, Ritmeester en De Graaf drongen erop aan de Ambonezen de cle tijdelijke Koninklijke Landmacht status te geven, ook wanneer zij daardoor de In donesische nationaliteit zouden verliezen. Ouden van dagen De heren Van Lienden (P.v.d.A.) en Rit meester brachten de belangen der ouden van dagen ter sprake. Het probleem wordt nijpend, wanneer men bedenkt, dat er in 1960 970.000 ouden van dagen zullen zijn en in 1980 bijna anderhalf miinoen. Mevrouw Ploeg-Ploeg (P.v.d.A.) heeft, sprekende over de gezinsverzorging, er voor gepleit deze onder te brengen bij de sociale verzekering. Zij wenste een krach tige bevordering van de opleiding van maatschappelijke werksters en zei dat het zaak is, de salariëring te verbeteren. Voorts vroegen vele sprekers steun voor de provinciale opbouworganen. De heer Kikkert (C.H.) bepleitte een nauwere aansluiting bij het kerkelijk initiatief op dit terrein. Deze afgevaardigde ontkende, „De inkt, waarmee de voorlopige Grond wet van de R.I.S., de Verenigde Staten van Indonesië, was geschreven, was nog niet droog, toen deze naar de prullemand werd verwezen. Ik heb de eed van minister van de R.I.S. niet geschonden en was trouw aan de Grondwet. Maar ik word verwenst, terwijl andere ministers, die wèl de Grond wet schonden, wel zijn geduld en niet voor de rechter worden gedaagd," zo sprak Sultan Hamid II van Pontianak, die nadat de procureur-generaal bij het Hoogge rechtshof in Djakarta 18 jaar gevangenis straf tegen hem had geëist, zelf het poli tieke deel van zijn verdediging voerde. Zijn orders aan Westerling om het Kabinet aan te vallen waren naar hij zeide een reactie op de onbevredigende toestand in het bin nenland. Ilij herinnerde er in dit'verband aan, dat de bestuursorganen gedeeltelijk waren verlamd, dat er schaduwbesturen bestonden en dat er conflicten waren tus sen co- en non-republikeinen en dat hij zich bedrogen voelde door de R.I.-leiders, die hij had gerespecteerd. Hamid zeide, dat hij niet tegen het zen den van T.N.I.-eenheden naar West-Borneo was, maar tegen de wijze waarop. Hij ver klaarde, dat hij gepoogd had het voor malige K.N.I.L. in de Apris te doen op nemen, met de gedachte, dat de kern ge vormd zou worden uit de T.N.I. om de patriottische geest en het K.N.I.L. om zijn technische kennis. Hij herinnerde er voorts aan dat het gebeurde rond de republiek Zuid-Molukkenniet zou zijn geschied, in dien de T.N.I. de basis van „fair play" niet had verlaten. Hij verklaarde verder door het eigen volk te zijn bedrogen door de op heffing van deelstaten. Hamid zei, dat hij overtuigd federalist was, maar dat, indien dat de zedenverwildering welke zich in enkele streken ten plattelande heeft ge openbaard een gevolg zou zijn van een tekort met betrekking tot de vrije tijdsbe steding. Vandag zal minister Van Thiel zijn visie op al deze problemen geven. 't volk het anders wenste, hij zich naar die wens zou richten. De huidige toestand in ogenschouw nemend zei Hamid vier gevaren te zien: ten eerste, een economische chaos. Hij vroeg zich af of de huidige economische toestand beter is dan destijds. Ten tweede, de- kwestie van de veiligheid, die tot op heden niet is opgelost. Ten derde, het com munistische gevaar, dat geen idéé fixe is, maar een realiteit. Ten vierde, wanorde in de legerleiding, waarvoor Hamid als bewijs de gebeurtenissen van 17 October aan voerde. Hamid stelde voor een balans op te maken van de afgelopen drie jaren en kwam daarbij tot de conclusie „dat de voorlopige Grondwet gesehonden werd en dat de mooie woorden en beloften van de leiders niet ingelost werden." „Beïnvloed door vijand" In zijn requisitoir had de procureur- generaal onder meer gezegd dat verdachte het heeft doen voorkomen of hij slechts het plan gehad had een overval op het kabinet te doen en niet gestraft kan worden, om dat de aanval inderdaad niet werd uitge voerd. Hij dacht door met een sportieve houding het te doen vcox-komen, dat hij alles bekende en blij was dat de aanval niet was doorgegaan, de mensen om de tuin te leiden. Dat was alles slechts toneelspel. Om dezelfde reden ontkende hij de deel neming aan de overval op Bandoeng, om dat daarbij veel slachtoffers waren ge vallen. De afkomst van Hamid schetsend zeide de procureur-generaal, dat hij uit feodale kringen kwam en van jongsaf Wes ters was opgevoed. Verdachte is geen poli ticus. Hij werd beïnvloed door de politiek van de vijand, die de Indonesiërs onderling verdeeld trachtte te maken. Zo werd hij federalist. Hij was vol vertrouwen in dr. Van Mook en had een bijzondere positie als adjudant van Koningin Juliana. Hij was van het Indonesische volk, dat naar vrij heid streefde, vervreemd en kon de geest van de proclamatie van Augustus niet be grijpen. Hij was nog slechts in staat de strijd van het Indonesische volk te zien als terreur en dacht, dat alleen de Nederlan ders de rust in Indonesië konden doen terugkeren. Hij schreef een brief aan dr. Van Mook om te bereiken, dat deze weer voor Indonesië zou gaan werken.. Hij schreef een brief aan de Koningin der Nederlanden. De procureur-generaal wees er op, dat de beweging van Westerling geen beweging van het Indonesische volk v/as geweest en citeerde in dit verband een artikel van prof. Wertheim in de Groene Amsterdammer. Het gerechtshof zal 8 April vonnis wij zen, aldus deelde de voorzitter van het gerechtshof, mr. Wirjono, aan het slot van de zitting mede. (A.F.P.) Het bezoek van Prins Bern hard aan president Eisenhower op het Witte Huis is uitgesteld tot Vrijdagmiddag half een. Vermoedelijk houdt deze wijzi ging verband met het zwaar bezette pro gramma voor Donderdag van zowel presi dent Eisenhower als Prins Bernhard. De Prins zou hedenochtend half elf ont vangen worden door de minister van Bui tenlandse Zaken, Foster Dulles. Heden avond zal de Prins als eregast aanzitten aan het jaarlijkse Willem de Zwijger-ban ket ter uitreiking van de journalistieke prijs voor het beste artikel over Nederland in de Amerikaanse pers in 1952. De mogelijkheid bestaat, dat Prins Bern hard de terugreis naar Nederland zal moe ien vervroegen, namelijk ingeval het in de bedoeling ligt, dat hij Dinsdag aanstaande de begrafenis van Koningin Mary bijwoont. Over deze mogelijkheid wordt door de Ne derlandse ambassade overleg gepleegd met Den Haag-. Volgens het huidige program ma zou Prins Bernhax-d aanstaande Dins dag naar Nederland terugvliegen. NEDERLAND ROOKT STEEDS MEER De kleine Corianne heeft een huis getekend en als ik het goed bezie, moet 't een vreug de zijn daarin te kunnen wo nen. Het is een huis waarover architecten het hunne te zeg gen zullen hebben zij zul len misschien hun hoofd schudden en smalen dat het een huis van niets is. Maar de kleine Corianne houdt er bijzondere architectonische op vattingen op na, en wie zal haar dat verbieden? Ge moet niet denken dat zij een raam scheef in de muur gezet heeft, omdat ze niet recht tekenen kan. Zeker niet zij meent dat het een apart genoegen moet zijn, te kun nen kijken uit een scheef raam, nadat zij haar leventje lang uit rechte ramen heeft moeten zien. Alle ramen van alle huizen zijn recht en als ge een bijzonder huis wilt hebben, moet ge het niet ma ken gelijk alle andere. Het is een bijzonder huis in een bijzondere wereld. Een wereld waarin de zon altijd schijnt van loodrecht uit de hemel, en waarin de kleine wolken beleefd om de zon heen zeilen om geen donkere schaduwen op het huis te werpen. Het kan zijn dat Co rianne iets tegen onbeleefde wolken heeft, en als ge erover peinst moet ge haar gelijk geven. Waarom hebben wij een zon, als ze moet schuilgaan achter een wattendeken van grauwe wolkenstapels? Zo hiel en daar een donzen prop tegen de blauwe hemel, dat kan ge tolereerd worden, dan kunt ge beter zien hoe oneindig blauw die hemel is. Maar het goud van de zon moet het blakende middelpunt van hemel en aar de zijn. En in dat middelpunt staat het huis met zijn scheve raam en zijn schoorsteen op half zeven. Aan de achterkant ziet het uit op een zee of een meer, dat js niet gans zeker te zeggen, want een eind ervan ziet ge niet. Op het water dobberen de schepen met hun witte zeilen, ze ko- in danspassen naar het huis gevaren en gaan weer terug naar de einder, ieder op hun beurt, als statige dames in een vrolijke quadrille. Zij zijn bij zondere schepen omdat zij niet de bedoeling hebben ergens vlug te komen. Zij zijn voor hun en ons plezier op de we reld, en verder om niemendal. Rond het huis is een tuin, zo te zien. Er groeien eendere bloemen in, fatsoenlijk in het gelid, zij kwellen elkander niet en gunnen elkaar de volle zonneschijn. Zij bloeien tege lijk en denken niet aan ver welken. Zij staan er om het huis een plezier te doen, en omdat ge anders niet zoudt kunnen zien dat het een tuin heeft. Misschien heeft de kleine tekenaarster aan mensen ge dacht, toen zij die bloemen schiep. Mensen die elkander niet verdringen in de tuin der wereld en het licht niet mis gunnen aan hun buurman. Mensen die hun best doen om een bloeiende tuin te maken van het leven, en proberen een stuk schoonheid mee te brengen op het levend schil derij, waarop zij met huid en haar geschilderd staan. De kleine Corianne heeft die bloemen gemaakt omdat zij ze nodig had op het tableau van haar vreugdevolle kunst. Neen, zij zal daarbij niet aan de mensen hebben gedacht. Zij kent de mensen nog niet, om zo te zeggen. Boven het huis, hoog in de wolken, scheert een vogel langs de gewelven van de he mel. Het kan een arend of een zwaluw of een papegaai zijn, de tekenares heeft daar bij niet stilgestaan en er sim pelweg een vogel van gemaakt, meer niet. Hij heeft geen kop en geen staart, geen snavel of poten, hij is enkel vleugel. Maar niettemin is hij zo vogels als een vogel maar wezen kan. Dat is een curieuze ge dachte. Heeft de kleine Co rianne met haar stompje pot lood en haar tongepuntje uit de mond hier het wezen van de kunst geopenbaard? Het is een vogel, het is géén vogel. Het is de artistieke vormge ving van een vlugge schim, die langs de hemel wiekt. Het is een veeg uit de pan der im pressie. Ge moet iets niet tekenen zo als het is, want dan hoeft ge het niet te tekenen dan is het er. Maar ge moet het te kenen zoals ge het ziét. Dat is het antwoord van de kleine Corianne, als ik haar naar de snavel en de poten van de v'Ogel vraag. Zo zo, ja ja. Moet dat? Het kan zijn. Dan weet ik nu hoe zij een huis en een wolk en een zon ziet. Er zullen mensen zijn die er anders over denken. Die een huis tekenen langs een liniaal en met ingewikkelde berekeningen en bestekken. Maar dat is dus geen kunst, om zo te zeggen. Wat is dan wél kunst, vraag ik me af. Is het de vormgeving van de dingen des hemels en der aarde, zoals de mens droomt dat ze zouden kunnen zijn? Of is het de verbeelding van de ziel der dingen enkel? Misschien is het de herschep ping van het geschaoene met de adem van ons verlangen of de melancholieke snik om een vergane schoonheid uit een verloren paradijs. Ik weet het niet. Een huis met scheve ramen en beleefde wolken als welopgevoede kin deren de schim van een vogel zonder kop of staart en bloemen als soldaten in het gelid. En schepen die nergens naartoe varen, en een zon die altijd schijnt: Het is allemaal niet zoals we dat gewend zijn maar plezierig zou het wezen, dat staat bovenal. Tenleste zie ik op het schone schilderij nog een ding met armen en benen, een wanstal tig scherfje mens dat voor het huis te kijken staat. Wat zou dat voor een rare oelewap zijn? Dat? Dat zijt ge zelf, zegt Corianne serieus en zonder twijfel. O juist. Ikzelf. Een veeg uit de pan der impressie. Een stukje snik om een verloren schoonheid. De verbeelding van de ziel. O juist. Ge moet de dingen niet tekenen zoals ze zijn, maar zoals ge ze ziet. Jaja. Ik zal het maar niet zeggen, doch ik peins met enige wrevel: In de kunst kunt ge, zoals ik zie, beter een vogel zijn. J. L. Ihikj '3Ö %6 '47 '4B '49 '50 '51,1952 1940 laga Bijgaand geven wij u een overzicht van het verbruik van cigaretten en sigaren per hoofd van onze bevolking. Dit overzicht loopt, van 1931 tot 1952. Bij een beschou wing springt onmiddellijk het enorme ver bruik van de cigaretten in het oog, In de jaren voor de oorlog rookten wij per hoofd nog 500 cigaretten per jaar. In het jaar 1952 bedroeg dit aantal reeds 913! Nog even, en het verbruik van cigaretten is verdubbeld. Het roken van sigaren schijnt steeds meer uit de mode te geraken. In 1938 bedroeg het aantal nog bijna 200 stuks per hoofd van de bevolking. Thans is de sigaar „ge slonken" tot 79 stuks per hoofd van de bevolking. Opmerkelijk is wel de grote daling na de oorlog. Een daling die zich practisch onafgebroken heeft voortgezet. Dit in tegenstelling tot de cigaretten, die juist na de oorlog met grote snelheid ge stegen zijn. De pijp- en kerftabak telt eigenlijk ook nog mee in dit overzicht. Het verbruik is, in verhouding tot de cigaretten en de sigaren, zo gering dat wij deze soorten kunnen verwaarlozen. Het verbruik per hoofd van onze bevolking is voor deze soorten nauwelijks 1 kg. per persoon per jaar. Grote wijzigingen heeft het verbruik van dit product in de loop der jaren niet ondergaan. Wat wij per hoofd der bevolking uitgeven aan rokerij? Niet minder dan 65 gulden per jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 5