Drie ministers zoeken naar een
bevredigende oplossing
Tweede Kamer aanvaardde
de nieuwe Zondagswet
„Grondwet van de RIS is
niet door mij geschonden'
Agenda voor
Haarlem
Kunst
De stille feestelijkheid van de intimiteit
Prof. Gerretson trok van leer
tegen minister Kernkamp
Zorg voor uit Indonesië gerepatrieerden ter sprake
Hamid voor zijn rechters:
Nederland rookt steeds
meer sigaretten
DONDERDAG 26 MAART 1953
3
Zelfbeschikkingsrecht voor de West
Stemming over Bohlens
benoeming uitgesteld
Madurodam is uitgebreid
Bonnard in Museum Boy mans
Prins Bernhard
bezoekt Eisenhower
■peKleineWfeceicf
Van onze parlementaire redacteur)
De gisteren voortgezette debatten in de
Eerste Kamer over de begroting van Over
zeese Rijksdelen werd vooral gekenmerkt
door fel optreden van prof. Gerretson
(C.H.), die opnieuw beweerde, dat minis
ter Kernkamp in het najaar te New York
bij zijn overleg met de West zijn boekje te
buiten was gegaan, toen het daar ging
over de uitleg van het zelfbeschikkings
recht en hij overeen zou zijn gekomen dat
Nederland het afscheidingsrecht zou er
kennen.
Van een formulering van het zelfbe
schikkingsrecht in het te maken statuut
omtrent het koninkrijk nieuwe stijl is
geen sprake, wel echter om in de inleiding
daartoe tot uiting te doen komen, dat het
nieuwe statuut in volle vrijheid en zonder
enige dwang wordt aanvaard, zei minister
Kernkamp. Na de Nèw-Yorse bespre
kingen bleek over de uitleg dienomtrent
geen overeenstemming te bestaan. Zou het
alleen een moeilijkheid met de Kamer ge
weest zijn, dan zou men die wellicht hier
eerst hebben moeten uitvechten. Doch er
bestaat bovendien ook verschil van ziens
wijze wat de Antillen betreft.
Aan zijn collega's Donker en Beel en
aan hem had het kabinet opgedragen als
nog de vraag te bestuderen omtrent een
oplossing waarmee de drie landen het eens
kunnen zijn. Reeds heeft deze commissie
in beginsel een mogelijk aanvaardbare op
lossing gevonden. De bewindsman koes
terde de hoop dat zij de instemming van
het gehele kabinet zal verkrijgen.
„Prof. Gerretson maakt mij de discus
sie wel erg moeilijk, zei minister Kern
kamp, als men zo hoort, dat mij de dood
straf zou toekomen, dat ik landverraad
zou hebben gepleegd, dat ik een onwaar
dige minister ben en dergelijke. Ofschoon
ik principieel niets voel voor het Franse
stelsel van moties van vertrouwen zou ik
er bijkans behoefte aan krijgen, teneinde
te kunnen nagaan hoe de Kamer erover
denkt.
Er is geen overeenkomst te New York
gesloten; een geheime overeenkomst is er
helemaal niet. Het ging alleen om richt
lijnen. Bovendien was het zelfbeschik
kingsrecht geenszins het kardinale punt;
de bedoeling van de te New York gehou
den besprekingen was louter een goede
sfeer te scheppen, teneinde de destijds af
gebroken onderhandelingen weer op gang
te brengen. Ik heb er voor gewerkt en
werk nog voor de goodwill van Neder
land om aldus bij elkaar te houden wat bij
elkaar is geweest en behoort te blijven.
Ten aanzien van die goodwill was destijds
de stemming in Suriname niet zeer goed
en thans - dat mag ik wel vaststellen - is
zij beslist beter. Ik zal er voor blijven
werken dat het nog verder zo zal gaan",
zei minister Kernkamp
Dit slot van 's ministers antwooixl maak
te grote indruk en bezorgde hem een war
me hulde van de heer Al gr a (A.R.). Tot
besluit vroeg prof. Gerretson voor de
derde keer het woord, alleen om te zeggen:
„Bei Philippi sehen wir uns wieder". Dit
citaat ontleende hij aan het dreigement
dat de Duitse rijkskanselier Von Bülow in
1909 aan het adres van de conservatieve
Jonkersgroep liet horen.
De begrotingsvoorstellen gingen er
daarna zonder hoofdelijke stemming door.
Alleen de communisten lieten hun „tegen"
aantekenen, niet echter prof. Gerretson,
hoezeer deze ook het beleid van de minis
ter had veroordeeld.
Nieuw Guinea
Tevoren had de minister in antwoord
op de opmerkingen van de heer Algra
(A.R.) verklaard dat Nederland de be
vordering van de economische ontwikke
ling van land en volk van Nieuw Guinea
niet alleen in eigen hand heeft. Daarom
zal zodra er voldoende uitgewerkte plan
nen zijn, daarvoor ook op internalionale
hulp een beroep worden gedaan. Hierbij
blijft de technische bijstand van de UNO
voor minder ontwikkelde gebieden buiten
beschouwing, omdat wij voorlopig over
een voldoend aantal technische deskundi
gen beschikken.
De minister had geen klachten verno
men omtrent onjuist optreden van olie
maatschappijen tegenover de inheemse
bevolking; evenmin had de regering ooit
iets vernomen van „overschaduwen" der
ambtenaren door die ondernemingen. Ver
keerd is de opvatting als zouden de Indi
sche Nederlanders in Nieuw Guinea op
een gunstiger positie dan de inheemsen
ADVERTENTIE
aanspraak kunnen maken. De regering
ontkent ten enenmale elk recht daarop.
Minister Kernkamp verklaarde nog dat
in beginsel overeenstemming met de K. L.
M is bereikt om aan deze onderneming
het openen van luchtvaartverbindingen in
Nieuw Guinea toe te staan.
Des morgens heeft de Eerste Kamer de
begroting van Economische Zaken aange
nomen. Minister De Bruyn had tevoren
verklaard dat ten aanzien van de onder
nemingen afzonderlijk de productschap
pen evenmin als de bedrijfschappen be
voegdheden krijgen; het gaat steeds om de
bedrijfstak als geheel. Het staat: niet vast,
dat er in de industrie terstond behoefte
bestaat aan verordenende bevoegdheid.
Als het overleg daartoe aanleiding geeft,
dan kan het bedrijfschap tot, verordenende
bevoegdheden overgaan. Voorlopig zal
men in het begin met hulpbevoegdheden
kunnen volstaan.
WASHINGTON. (Reuter). De Ame
rikaanse Senaat heeft de stemming over
de benoeming van Charles Bohlen tot am
bassadeur in de Sovjet-Unie tot Vrijdag
uitgesteld.
De groep van senator McCarthy verzet
zich tegen bela-achtiging van de benoe
ming.
Senator Bridges noemde Bohlen tijdens
het debat „de exponent van de politiek
van sussen en in bedwang houden".
Senator McCarthy zeide, dat Bohlen een
belangrijke rol speelde bij het „verraad te
Yalta", dat tengevolge had „het verraad
van onze Poolse en Chinese bondgenoten".
Uit niets bleek, dat Bohlen ooit „het inter
nationale communisme" had bestreden.
De miniatuurstad „Madurodam" in Den
Haag zal op 1 April haar poorten weer
voor het publiek openen. Men zal er dit
jaar veel meer kunnen zien dan verleden
jaar. Een aantal schepen zal het kanaal
op en neer varen en op het haventerrein
zullen kranen in actie zijn. Het wagen
park van de spoorwegen zal aanmerkelijk
worden uitgebreid; er zullen trams lopen
en op de autosnelweg zullen de auto's af
en aan rijden.
De stadskern heeft een uitbreiding on
dergaan. Behalve van historische gebou
wen is het miniatuurstadje nu ook van de
modernste snufjes voorzien. Men zal er
zelfs televisie zien. Er is nu radar in de
haven en een telefooncentrale.
ROSLEPEREN 3ASSEN 125.—
DONDERDAG 26 MAART
Zuiderkapel: Spreker zendeling W.
mann, 8 uur. Minerva: H. H. V. Cabaret „De
toverlantaarn" (ten bate van het Rampen
fonds), 8.15 uur. Schagclielstraat 26: Leger
der Heils, Paasspel, „Van kribbe tot kruis
8 uur. Tweede Zuidpolderstraat 50: Bijeen
komst Gemeente van Christus, 8 uur.
Rembrandt: „Diplomatic Courier", 14 jaar,
7 uur. Haarlems Kunst Gemeenschap, ver
toning der film „Les dames du Bois de Bou
logne", 9.15 uur. Palace: „Drie uit de infan-
fanterie", 14 jaar, 7 en .9.15 uur. Luxor:
„Captain Scarlet", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
Lido: „De eerbiedwaardige lichtekooi", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Achtervolging in
Frisco", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„Bittere rijst", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „De eerbiedwaardige lichtekooi", 18
jaar, 7 en 9.15 uur.
VRIJDAG 27 MAART
Concertgebouw: Concert HOV, 8 uur.
Frans Halsmuseum: Tweede concert van
„Die Haerlemsche Musyckcamer", 8 uur.
Bioscopen: Nieuw programma, middag- en
avondvoorstellingen.
Woensdagmiddag heeft de Tweede Kamer, nadat het ontwerp-Zondagswet in tweede
lezing aan de orde was geweest, de eindstemming gehouden. Nadat nog een paar tech
nische aanvullingen waren aangebracht verklaarde dr. Schouten (A.R.), dat hij
zijn stem niet aan het ontwerp zou geven, omdat zijn bezwaren in omvang en be
tekenis nog waren toegenomen. De heer Til an us (C.H.) was door de inhoud van
de nieuwe wet niet volkomen bevredigd, maar hij gaf de voorkeur aan deze wet boven
een wet, die niet wordt nageleefd. Hij zou zijn stem niet aan het ontwerp onthouden.
De heer Gortzak (C.P.N.) gaf te kennen, dat hij zou tegenstemmen. Het wetsont
werp werd hierna aangenomen met 60 tegen 24 stemmen. Voor stemden de C.H.,
K.V.P., P.v.d.A., K.N.P. en tegen de A.R., V.V.D., C.P.N. en Staatkundig Gerefor
meerden.
ai i i j i. i. 1 De regering zit verlegen met de stroom
Als een zeer verlaat dessert van het be- evacué's, constateerde de C.H.-afgevaar-
grotingsmenu trof de Kamer daarna op j digde. De be]angrijkste vraag is; h(fe wor_
haar agenda de begroting van het depar- den zjj geh„ipen aan een passende woon-
tement van Maatschappelijke Zorg aan. j gelegenheid en aan een passende werlc-
Een belangrijk punt in de discussie is kring Door andcrG sprekers werd ter
geweest de zorg voor de uit Indonesië ge- sprake gebracht de onhoudbare situatie
repatrieerden. Ook werd de positie van de de pension-samenleving. Nauw daar
in Indonesië achtergebleven Nederlanders mede samenhangend is er dat andere
ter sprake gebracht en voorts is aandacht vraagstuk van de voortschrijdende en in
g8no wnvain wei - f Ambonezen toenemende droiging der verpau_
De heer Van de Wetering (C.H.) heeft perisering. De gerepatrieerden verkeren
deze problemen het eerst aan de orde ge- in de posiüe van uitgeklede oorlogsslacht-
Wie de voornaamste gebeurte
nissen wil volgen, die'op het ge
bied der internationale beeldende
kunst in ons land plaats hebben,
zal dif niet kunnen doen zonder
zich op de hoogte te stellen van
de tentoonstellingen, die de laat
ste jaren in het Museum Boy
mans te Rotterdam gehouden
worden. Nauwelijks vier maan
den na de prachtige expositie van
de meesters uit het Petit Palais te
Parijs is er nu een ruim overzicht
van het werk van de in 1947 ge
storven Franse schilder Pierre
Bonnard. Het merendeel dezer
schilderijen was nog nooit eerder
in ons land en daar de Hollandse
musea, zeer tot hun spijt, slechts
enkele werken van deze meester
bezitten, mogen wij de directie
van Boymans wel dankbaar zijn
voor dit initiatief.
Dat het tot stand komen van
deze expositie voor een groot deel
te danken is aan de medewerking
van verscheidene musea en parti
culieren in Frankrijk en Zwitser
land, zal degenen, die weten dat
de meeste werken van Bonnard
zich in die landen bevinden, niet
verwonderen. Het is wederom de
beroemde collectie Hahnloser, die
een belangrijke bijdrage voor deze
tentoonstelling heeft geleverd.
Hoewel de kunst van Bonnard
een voortdurend hymne op de schoonheid
is, betekent dit niet dat hij het leven ont
vlucht.- Het geheim van zijn kunst is juist
dat hij de alledaagsheid nimmer ontwijkt,
maar in de eenvoudigste levensgebeurtenis
sen een stille feestelijkheid ziet. Aan het
gebaar van een vrouw, die haar arm opheft
om een handdoek over haar schouder te
slaan, geeft hij een uitdrukking van sim
pele intimiteit, die men plechtig zou kun
nen noemen. Het bewegen van een vrouw
aan haar toilettafel, het stille samenzijn
van kinderen aan een tafel, het peinzende
snuitje van de intelligente taxhond, dat
juist boven de tafel verschijnt, al deze
levende wezens, die geheel vertrouwd zijn
met het eigen, beminde milieu, leven hun
eenzelvig bestaan zonder droefheid of
vreugde als in een onbewuste, paradijse
lijke staat.
Deze momenten, die ieder kent, waarin
de gedachtenstroom traag vloeit en zijn
uitdrukking vindt in een achteloos gebaar,
heeft Bonnard weten vast te leggen. Nooit
is zijn model in volstrekte rust, nooit
wordt er voor de schilder geposeerd. Het
is de actie van de in zichzelf gekeerde
mens, die aan zijn gepeins uitdrukking
geeft door even een kleine hond te strelen
of zijn hand gedachteloos over het tafel
blad te bewegen. Deze intimiteit,
die het kenmerk van alle schilde
rijen van Bonnard genoemd kan
worden, is nooit huisbakken, want
al deze bewegingen en onopval
lende gebaren zijn altijd door alle
mensen gemaakt en hebben in
hun .natuurlijkheid iets eeuwigs.
Misschien vormen deze stille
handelingen het enige toegiftje,
dat God ons in het harde leven
heeft meegegeven, toen hij de
poorten van het paradijs achter
ons sloot.
Bonnard de laatste der Impres-
sionnisten te noemen is een
dwaasheid, dat toont deze ten
toonstelling wel aan. Stellig heeft
hij niet als Picasso en Brague naar
nieuwe vormen gezocht, maar het
wonder van Bonnard is, dat hij,
door zich open te stellen voor de
levenwekkende adem die mens en
dier bezielt, voor de uitdrukking
daarvan nieuwe vormen en nieu
we kleuren gevonden heeft, zon
der er naar te zoeken. Daarom
juist kan Bonnard ook een nieu
we generatie een uitweg wijzen
uit de verstarring van het forma
lisme, waarin de kunst dreigt vast
te lopen.
De betekenis van het decoratie
ve in de schilderkunst heeft Bon
nard steeds erkend en vooral in
zijn grafiek speelt het een rol.
Nooit echter wordt het tot doel op zich zelf.
De kunst van Bonnard is de duidelijkste
tegenspraak van de theorie, dat herken
baarheid der vormen op loutere imitatie
der werkelijkheid berust of dat de her
kenbaarheid een obstakel zou zijn voor de
expressie van emoties. Zijn prachtige, ge
zonde peintuur is een verademing na de
stroom van steriele experimenten en het
zou niet zo verwonderlijk zijn als zijn
kunst met zijn meeslepende vitaliteit op
oen duur meer inspirerende kracht blijkt
te bezitten dan die der formalisten.
OTTO B. DE KAT
steld en na hem schonken ook de heren
t ,TT1. offers zei de heer Van de Wetering. Is het
Lemane (K.N.P.), Ritmeester(V.V.D.), wonder dat zij zich afvragen of er, nu
Fokkema (A.R.) en De Graaf (K.V.P.) er iedereen zich inspant om de nood van de
aandacht aan.
Bij de Bronsgieterij Binder te Haarlem
is het grote verzetsmonument voor 's Her
togenbosch gereed gekomen. Links de
beeldhouwer Peter Roovers uit Heyen.
i watersnoodslachtoffers te lenigen, geen
j aanleiding is om ook deze slachtoffers van
de oorlog te helpen? vroeg de heer Rit
meester.
„Laat de Ambonezen begrijpen, zo zei de
i heer Van de Wetering, dat, wanneer ze
wat voor hun land willen doen, zij niets
bereiken met lanterfanten. Het lanter-
i fanten wordt voor de Ambonezen even
erg en noodlottig als de bezetting van hun
land".
De heren Lemaire, Ritmeester en De
Graaf drongen erop aan de Ambonezen de
cle tijdelijke Koninklijke Landmacht status
te geven, ook wanneer zij daardoor de In
donesische nationaliteit zouden verliezen.
Ouden van dagen
De heren Van Lienden (P.v.d.A.) en Rit
meester brachten de belangen der ouden
van dagen ter sprake. Het probleem wordt
nijpend, wanneer men bedenkt, dat er in
1960 970.000 ouden van dagen zullen zijn
en in 1980 bijna anderhalf miinoen.
Mevrouw Ploeg-Ploeg (P.v.d.A.) heeft,
sprekende over de gezinsverzorging, er
voor gepleit deze onder te brengen bij de
sociale verzekering. Zij wenste een krach
tige bevordering van de opleiding van
maatschappelijke werksters en zei dat het
zaak is, de salariëring te verbeteren.
Voorts vroegen vele sprekers steun voor
de provinciale opbouworganen. De heer
Kikkert (C.H.) bepleitte een nauwere
aansluiting bij het kerkelijk initiatief op
dit terrein. Deze afgevaardigde ontkende,
„De inkt, waarmee de voorlopige Grond
wet van de R.I.S., de Verenigde Staten van
Indonesië, was geschreven, was nog niet
droog, toen deze naar de prullemand werd
verwezen. Ik heb de eed van minister van
de R.I.S. niet geschonden en was trouw
aan de Grondwet. Maar ik word verwenst,
terwijl andere ministers, die wèl de Grond
wet schonden, wel zijn geduld en niet voor
de rechter worden gedaagd," zo sprak
Sultan Hamid II van Pontianak, die nadat
de procureur-generaal bij het Hoogge
rechtshof in Djakarta 18 jaar gevangenis
straf tegen hem had geëist, zelf het poli
tieke deel van zijn verdediging voerde. Zijn
orders aan Westerling om het Kabinet aan
te vallen waren naar hij zeide een reactie
op de onbevredigende toestand in het bin
nenland. Ilij herinnerde er in dit'verband
aan, dat de bestuursorganen gedeeltelijk
waren verlamd, dat er schaduwbesturen
bestonden en dat er conflicten waren tus
sen co- en non-republikeinen en dat hij
zich bedrogen voelde door de R.I.-leiders,
die hij had gerespecteerd.
Hamid zeide, dat hij niet tegen het zen
den van T.N.I.-eenheden naar West-Borneo
was, maar tegen de wijze waarop. Hij ver
klaarde, dat hij gepoogd had het voor
malige K.N.I.L. in de Apris te doen op
nemen, met de gedachte, dat de kern ge
vormd zou worden uit de T.N.I. om de
patriottische geest en het K.N.I.L. om zijn
technische kennis. Hij herinnerde er voorts
aan dat het gebeurde rond de republiek
Zuid-Molukkenniet zou zijn geschied, in
dien de T.N.I. de basis van „fair play" niet
had verlaten. Hij verklaarde verder door
het eigen volk te zijn bedrogen door de op
heffing van deelstaten. Hamid zei, dat hij
overtuigd federalist was, maar dat, indien
dat de zedenverwildering welke zich in
enkele streken ten plattelande heeft ge
openbaard een gevolg zou zijn van een
tekort met betrekking tot de vrije tijdsbe
steding.
Vandag zal minister Van Thiel zijn visie
op al deze problemen geven.
't volk het anders wenste, hij zich naar die
wens zou richten.
De huidige toestand in ogenschouw
nemend zei Hamid vier gevaren te zien:
ten eerste, een economische chaos. Hij
vroeg zich af of de huidige economische
toestand beter is dan destijds. Ten tweede,
de- kwestie van de veiligheid, die tot op
heden niet is opgelost. Ten derde, het com
munistische gevaar, dat geen idéé fixe is,
maar een realiteit. Ten vierde, wanorde in
de legerleiding, waarvoor Hamid als bewijs
de gebeurtenissen van 17 October aan
voerde.
Hamid stelde voor een balans op te
maken van de afgelopen drie jaren en
kwam daarbij tot de conclusie „dat de
voorlopige Grondwet gesehonden werd en
dat de mooie woorden en beloften van de
leiders niet ingelost werden."
„Beïnvloed door vijand"
In zijn requisitoir had de procureur-
generaal onder meer gezegd dat verdachte
het heeft doen voorkomen of hij slechts het
plan gehad had een overval op het kabinet
te doen en niet gestraft kan worden, om
dat de aanval inderdaad niet werd uitge
voerd. Hij dacht door met een sportieve
houding het te doen vcox-komen, dat hij
alles bekende en blij was dat de aanval
niet was doorgegaan, de mensen om de tuin
te leiden. Dat was alles slechts toneelspel.
Om dezelfde reden ontkende hij de deel
neming aan de overval op Bandoeng, om
dat daarbij veel slachtoffers waren ge
vallen. De afkomst van Hamid schetsend
zeide de procureur-generaal, dat hij uit
feodale kringen kwam en van jongsaf Wes
ters was opgevoed. Verdachte is geen poli
ticus. Hij werd beïnvloed door de politiek
van de vijand, die de Indonesiërs onderling
verdeeld trachtte te maken. Zo werd hij
federalist. Hij was vol vertrouwen in dr.
Van Mook en had een bijzondere positie als
adjudant van Koningin Juliana. Hij was
van het Indonesische volk, dat naar vrij
heid streefde, vervreemd en kon de geest
van de proclamatie van Augustus niet be
grijpen. Hij was nog slechts in staat de
strijd van het Indonesische volk te zien als
terreur en dacht, dat alleen de Nederlan
ders de rust in Indonesië konden doen
terugkeren. Hij schreef een brief aan dr.
Van Mook om te bereiken, dat deze weer
voor Indonesië zou gaan werken.. Hij
schreef een brief aan de Koningin der
Nederlanden. De procureur-generaal wees
er op, dat de beweging van Westerling
geen beweging van het Indonesische volk
v/as geweest en citeerde in dit verband
een artikel van prof. Wertheim in de
Groene Amsterdammer.
Het gerechtshof zal 8 April vonnis wij
zen, aldus deelde de voorzitter van het
gerechtshof, mr. Wirjono, aan het slot van
de zitting mede.
(A.F.P.) Het bezoek van Prins Bern
hard aan president Eisenhower op het
Witte Huis is uitgesteld tot Vrijdagmiddag
half een. Vermoedelijk houdt deze wijzi
ging verband met het zwaar bezette pro
gramma voor Donderdag van zowel presi
dent Eisenhower als Prins Bernhard.
De Prins zou hedenochtend half elf ont
vangen worden door de minister van Bui
tenlandse Zaken, Foster Dulles. Heden
avond zal de Prins als eregast aanzitten
aan het jaarlijkse Willem de Zwijger-ban
ket ter uitreiking van de journalistieke
prijs voor het beste artikel over Nederland
in de Amerikaanse pers in 1952.
De mogelijkheid bestaat, dat Prins Bern
hard de terugreis naar Nederland zal moe
ien vervroegen, namelijk ingeval het in de
bedoeling ligt, dat hij Dinsdag aanstaande
de begrafenis van Koningin Mary bijwoont.
Over deze mogelijkheid wordt door de Ne
derlandse ambassade overleg gepleegd met
Den Haag-. Volgens het huidige program
ma zou Prins Bernhax-d aanstaande Dins
dag naar Nederland terugvliegen.
NEDERLAND ROOKT STEEDS MEER
De kleine Corianne heeft een
huis getekend en als ik het
goed bezie, moet 't een vreug
de zijn daarin te kunnen wo
nen. Het is een huis waarover
architecten het hunne te zeg
gen zullen hebben zij zul
len misschien hun hoofd
schudden en smalen dat het
een huis van niets is. Maar
de kleine Corianne houdt er
bijzondere architectonische op
vattingen op na, en wie zal
haar dat verbieden?
Ge moet niet denken dat zij
een raam scheef in de muur
gezet heeft, omdat ze niet
recht tekenen kan. Zeker niet
zij meent dat het een apart
genoegen moet zijn, te kun
nen kijken uit een scheef
raam, nadat zij haar leventje
lang uit rechte ramen heeft
moeten zien. Alle ramen van
alle huizen zijn recht en
als ge een bijzonder huis wilt
hebben, moet ge het niet ma
ken gelijk alle andere.
Het is een bijzonder huis in
een bijzondere wereld. Een
wereld waarin de zon altijd
schijnt van loodrecht uit de
hemel, en waarin de kleine
wolken beleefd om de zon
heen zeilen om geen donkere
schaduwen op het huis te
werpen. Het kan zijn dat Co
rianne iets tegen onbeleefde
wolken heeft, en als ge erover
peinst moet ge haar gelijk
geven. Waarom hebben wij een
zon, als ze moet schuilgaan
achter een wattendeken van
grauwe wolkenstapels? Zo hiel
en daar een donzen prop tegen
de blauwe hemel, dat kan ge
tolereerd worden, dan kunt ge
beter zien hoe oneindig blauw
die hemel is. Maar het goud
van de zon moet het blakende
middelpunt van hemel en aar
de zijn.
En in dat middelpunt staat
het huis met zijn scheve raam
en zijn schoorsteen op half
zeven.
Aan de achterkant ziet het uit
op een zee of een meer, dat js
niet gans zeker te zeggen, want
een eind ervan ziet ge niet. Op
het water dobberen de schepen
met hun witte zeilen, ze ko-
in danspassen naar het huis
gevaren en gaan weer terug
naar de einder, ieder op hun
beurt, als statige dames in een
vrolijke quadrille. Zij zijn bij
zondere schepen omdat zij niet
de bedoeling hebben ergens
vlug te komen. Zij zijn voor
hun en ons plezier op de we
reld, en verder om niemendal.
Rond het huis is een tuin, zo
te zien. Er groeien eendere
bloemen in, fatsoenlijk in het
gelid, zij kwellen elkander
niet en gunnen elkaar de volle
zonneschijn. Zij bloeien tege
lijk en denken niet aan ver
welken. Zij staan er om het
huis een plezier te doen, en
omdat ge anders niet zoudt
kunnen zien dat het een tuin
heeft.
Misschien heeft de kleine
tekenaarster aan mensen ge
dacht, toen zij die bloemen
schiep. Mensen die elkander
niet verdringen in de tuin der
wereld en het licht niet mis
gunnen aan hun buurman.
Mensen die hun best doen om
een bloeiende tuin te maken
van het leven, en proberen
een stuk schoonheid mee te
brengen op het levend schil
derij, waarop zij met huid en
haar geschilderd staan.
De kleine Corianne heeft die
bloemen gemaakt omdat zij ze
nodig had op het tableau van
haar vreugdevolle kunst. Neen,
zij zal daarbij niet aan de
mensen hebben gedacht. Zij
kent de mensen nog niet, om
zo te zeggen.
Boven het huis, hoog in de
wolken, scheert een vogel
langs de gewelven van de he
mel. Het kan een arend of
een zwaluw of een papegaai
zijn, de tekenares heeft daar
bij niet stilgestaan en er sim
pelweg een vogel van gemaakt,
meer niet. Hij heeft geen kop
en geen staart, geen snavel of
poten, hij is enkel vleugel.
Maar niettemin is hij zo vogels
als een vogel maar wezen kan.
Dat is een curieuze ge
dachte. Heeft de kleine Co
rianne met haar stompje pot
lood en haar tongepuntje uit
de mond hier het wezen van
de kunst geopenbaard? Het is
een vogel, het is géén vogel.
Het is de artistieke vormge
ving van een vlugge schim,
die langs de hemel wiekt. Het
is een veeg uit de pan der im
pressie.
Ge moet iets niet tekenen zo
als het is, want dan hoeft ge
het niet te tekenen dan is
het er. Maar ge moet het te
kenen zoals ge het ziét. Dat is
het antwoord van de kleine
Corianne, als ik haar naar de
snavel en de poten van de
v'Ogel vraag.
Zo zo, ja ja. Moet dat? Het
kan zijn. Dan weet ik nu hoe
zij een huis en een wolk en een
zon ziet. Er zullen mensen zijn
die er anders over denken.
Die een huis tekenen langs een
liniaal en met ingewikkelde
berekeningen en bestekken.
Maar dat is dus geen kunst,
om zo te zeggen.
Wat is dan wél kunst, vraag
ik me af. Is het de vormgeving
van de dingen des hemels en
der aarde, zoals de mens
droomt dat ze zouden kunnen
zijn? Of is het de verbeelding
van de ziel der dingen enkel?
Misschien is het de herschep
ping van het geschaoene met
de adem van ons verlangen
of de melancholieke snik om
een vergane schoonheid uit
een verloren paradijs.
Ik weet het niet. Een huis met
scheve ramen en beleefde
wolken als welopgevoede kin
deren de schim van een
vogel zonder kop of staart en
bloemen als soldaten in het
gelid. En schepen die nergens
naartoe varen, en een zon die
altijd schijnt: Het is allemaal
niet zoals we dat gewend zijn
maar plezierig zou het
wezen, dat staat bovenal.
Tenleste zie ik op het schone
schilderij nog een ding met
armen en benen, een wanstal
tig scherfje mens dat voor het
huis te kijken staat. Wat zou
dat voor een rare oelewap
zijn?
Dat? Dat zijt ge zelf, zegt
Corianne serieus en zonder
twijfel.
O juist. Ikzelf. Een veeg uit
de pan der impressie. Een
stukje snik om een verloren
schoonheid. De verbeelding
van de ziel. O juist. Ge moet
de dingen niet tekenen zoals
ze zijn, maar zoals ge ze ziet.
Jaja. Ik zal het maar niet
zeggen, doch ik peins met
enige wrevel:
In de kunst kunt ge, zoals ik
zie, beter een vogel zijn.
J. L.
Ihikj '3Ö %6 '47 '4B '49 '50 '51,1952
1940
laga
Bijgaand geven wij u een overzicht van
het verbruik van cigaretten en sigaren per
hoofd van onze bevolking. Dit overzicht
loopt, van 1931 tot 1952. Bij een beschou
wing springt onmiddellijk het enorme ver
bruik van de cigaretten in het oog, In de
jaren voor de oorlog rookten wij per hoofd
nog 500 cigaretten per jaar. In het jaar
1952 bedroeg dit aantal reeds 913! Nog
even, en het verbruik van cigaretten is
verdubbeld.
Het roken van sigaren schijnt steeds meer
uit de mode te geraken. In 1938 bedroeg
het aantal nog bijna 200 stuks per hoofd
van de bevolking. Thans is de sigaar „ge
slonken" tot 79 stuks per hoofd van de
bevolking. Opmerkelijk is wel de grote
daling na de oorlog. Een daling die zich
practisch onafgebroken heeft voortgezet.
Dit in tegenstelling tot de cigaretten, die
juist na de oorlog met grote snelheid ge
stegen zijn.
De pijp- en kerftabak telt eigenlijk ook
nog mee in dit overzicht. Het verbruik is,
in verhouding tot de cigaretten en de
sigaren, zo gering dat wij deze soorten
kunnen verwaarlozen. Het verbruik per
hoofd van onze bevolking is voor deze
soorten nauwelijks 1 kg. per persoon per
jaar. Grote wijzigingen heeft het verbruik
van dit product in de loop der jaren niet
ondergaan.
Wat wij per hoofd der bevolking uitgeven
aan rokerij? Niet minder dan 65 gulden per
jaar.