Handelsconferentie in Genève
wekt voorzichtige voldoening
Genieten zonder meewarigheid
Agenda voor
Haarlem
r
In 1 dag retour
Russen tonen zich toeschietelijker
Financiering van afbetalingsverkoop
Een prinses van Oranje
11
Gezonde kunst van Vincent van Gogh
HAARLEMS MATRASSENHUIS
H. DE GRAAFF
Bodegravers in arrest
wegens ontvoering
(fee MORR S ycu fiiuj!
BARTEUORISSTRAAT 20 TEL. 13439
ROSLEDEREN JASSEN ƒ125.—
Onderdelen Toebehoren Banden Garage-uitrusting.
Effecten- en
Geldmarkt
AVRO-lid werd niet
toegelaten op
jaarvergadering
Engelse litteratuur
ZATERDAG 25 APRIL 1953
Dp Grote Van Gogh-tentoonstelling,
welke tot 17 Mei in het Gemeentemuseum
te 's-Gravenhage gehouden wordt, zal op
een later tijdstip in het museum Kröller-
Müller op de Hoge Veluwe en daarna in
het Stedelijk Museum te Amsterdam te
zien zijn. Er is dus nog ruimschoots gele
genheid om dit indrukwekkend overzicht
van schilderijen, tekeningen en aquarellen
uit de Brabantse en Franse tijd rustig te
bezichtigen en in zich op te nemen. Op
enkele uitzonderingen na is vrijwel alles
uit Nederlands bezit en ligt dus ook in ge
wone omstandigheden binnen ons gezichts
veld. Het verschil is alleen, dat nu werken
in elkanders nabijheid hangen, die anders
in de verschillende collecties zijn onderge
bracht, waardoor het onderling verband en
de betekenis van bepaalde perioden duide
lijker tot ons spreekt.
Bij Van Gogh doet zich het gevaar voor,
dat de enorme populariteit, waarin zijn werk
zich op dit moment verheugt, licht aanlei
ding geeft tot een meer of minder opper
vlakkige wijze van waarnemen. De dui
zendvoudige verspreide kleurenreproduc
ties hebben er niet weinig toe bijgedragen
om ons vertrouwd te maken met de door
Vincent behandelde onderwerpen. Deze
reproducties geven echter in verreweg de
meeste gevallen een heel zwakke en zelfs
dikwijls valse weerspiegeling van het -ori
gineel, waardoor wij gewoon raken aan
een Van Gogh-plaatje. Verder dreigt een
oppervlakkige kennis van het uit de brie
ven gedistilleerde tragische leven van de
schilder te leiden tot een cultus, die zowel
dicht bij heldenverering als bij meewarig
heid met de als geesteszieke gestorvene
staat.
Degene echter die in staat is deze hele
bagage, die slechts een belemmering vormt
om de kunstenaar Van Gogh te benaderen,
van zich af te werpen en de rechtstreekse
confrontaties met de originele werken
kan ondergaan, zonder bijgedachten die
ons door de overvloedige publicaties zijn
ingeprent, zal op deze tentoonstelling dc
sterkende kracht van deze gezonde kunst,
die in wezen niet meer maar ook niet min
der dan de waarheid wilde geven, ten
volle ondergaan.
De ziekte van Van Gogh is voor ver
schillende psychiaters een onderwerp van
studie geweest. De voor de hand liggende
gevolgtrekking dat de enorme productivi
teit, die daarenboven van een nimmer ver
flauwende intensiteit en concentratie ge
tuigt, een weerslag moést teweegbrengen
bij een rrtan, die zichzelve nimmer ge
spaard had en door zijn natuur voorbestemd
was de reacties, die de geest bij een der
gelijke inspanning ondergaat, in eenzaam
heid te verwerken, is misschien weinig
wetenschappelijk. Ieder echter, die enige
notie heeft van de spanningen die door
creatieve arbeid worden teweeggebracht,
begrijpt ook dat er nó deze spanningen een
geestelijk vacuum kan ontstaan, dat in
dien het niet opgevuld wordt een gevaar
lijk moment veroorzaakt. Is het niet zeer
waarschijnlijk, dat Vincent in zijn vele
brieven dikwijls een effec'ief middel ge
vonden heeft deze „gevaarlijke leegte" te
vullen?
W. Jos. de Gruyter vergelijkt in zijn
voortreffelijke inleiding tot de catalogus,
Van Gogh met Prometheus, die het vuur
van de hemel wil roven en voor zijn ver
metelheid moet boeten. Hoezeer wij begaan
mogen zijn met de schaduwen, die hem na
zijn hoge vlucht overvleugelden, door
hierop de nadruk te leggen doen wij hem
stellig tekort. Nooit mag deze meewarig
heid een belemmering zijn om de resulta
ten van zijn roekeloze en toch zo sterk be
wuste schilder-ondernemingen vrijmoedig
te genieten.
De verbazende vastheid van hand, de
grote zekerheid van componeren, de direct
in de natte verf feilloos gestelde kleur,
gaan op wonderlijke wijze samen met een
hevige bewogenheid die echter nimmer in
onbeheerstheid ontspoort.
De neiging om bij de aanschouwing va^i
kunst zich een voorstelling te willen ma
ken van de natuur en de gehele menselijke
gesteldheid van de kunstenaar is typisch
twintigste-eeuws. Het kunstwerk te zien
als een ding, dat schoonheid (dat is waar-
ADVERTENTIE
UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd
MAAKLOON 1 pers t 12.50 2 pers f 15.-
Gr. Houtstraat 103 Tel. 11485 Haarlet»
heid) uitstraalt, deze schoonheid en waar
heid met vreugde te ondergaan en de gees
telijke stimulans, die deze veroorzaken, met
dankbaarheid te aanvaarden is heel iets
anders. Toch staat het voor ons vast dat
Van Gogh niets anders heeft bedoeld dan
dit!
Niet de tragiek van de weerslag, maar
de positieve waarden die hij dank zij zijn
genialiteit en zijn verwoede ijver in zijn
schilderijen kon overbrengen aan zijn
medemensen, vormde het waardevolste
deel zijner nalatenschap.
OTTO B. DE KAT
Dit „Landschap van cypressen" van Vin
cent van Gogh, geschilderd in 1889 te St.
Rémy, waarvan de voorstudie te vinden
is op de grote herdenkingstentoonstelling.
Twee inwoners van Bodegraven vertoe
ven thans in een cel van het politiebureau
te Hilversum, omdat zij een derde man uit
Bodegraven tegen zijn wil uit Hilversum
zouden hebben ontvoerd.
De ontvoerde had zijn vrouw in Bode
graven verlaten en was in Hilversum bij
een andere vrouw gaan wonen. Zijn kennis
sen uit Bodegraven reden per auto naar
Hilversum, belden aan en doorzochten het
huis, waarbij zij de gezochte aantroffen
in een kast, waar hij zich schuil hield. Zij
hadden hem zijn handelwijze duchtig ver
weten en dit op hardnekkige wijze onder
streept. Daarbij was zijn kunstgebit stuk
geslagen. Vervolgens was hij tegen zijn zin
in de auto meegenomen naar Bodegraven,
waar hij werd afgeleverd aan het huis van
zijn echtgenote. Nog dezelfde dag is de man
teruggekeerd naar Hilversum, waar hij bij
de politie aangifte deed van mishandeling
en ontvoering.
Tg
ADVERTENTIE
ZATERDAG 25 APRIL
Stadsschouwburg: „De vier Müllers" (To
neelgezelschap Joh. Kaart), 8 uur. 1'rans
Hals: „Edouard en Caroline", 14 jaar, 7 en
9.15 uur. Minerva: „De tante van Charlie
alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Me-
troscopix", en „Mylord steelt juwelen", 14
jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Sprong in het
vuur", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Gue
rilla aan de Rio Grande", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Lido: „Het zevende kruis", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. City: „De eenogige Indiaan", 14
jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Het graf in de
golven", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 26 APRIL
Stadsschouwburg: „De vier Müllers" (To
neelgezelschap Joh. Kaart), 8 uur. Frans
Hals: „Edouard en Caroline", 14 jaar, 2. 4.30,
7 en 9.15 uur. Minerva: „De tante van Char
lie", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: Zondagmorgenvoorstelling „Eroica",
alle leeft., 11 uur. „Metroscopix" en „Mylord
steelt juwelen", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Sprong in het vuur", 14 jaar, 2,
4 -15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Guerilla aan de
Rio Grande", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Lido: Zondagmorgenvoorstelling „Ave Ma
ria", 18 jaar, 11 uur. „Het zevende kruis",
14 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „De een
ogige Idiaan", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15
uur. Spaarne: „Het graf in de golven", 14
jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
MAANDAG 27 APRIL
Stadsschouwburg: Cabaret Wim Sonneveld
„Bloemlezing", 8 uur. Brinkmann: Film
avond voor aanstaande emigranten, 8 uur.
Frans Hals: „Edouard en Caroline", 14 jaar,
2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „De tante van
Charlie", alle leeft., 8.15 uur. Rembrandt:
„Metroscopix" en „Mylord steelt juwelen", 14
jaar 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Sprong in
het vuur", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Luxor: „Guerilla aan de Rio Grande", 18
jaar, 2, ,15 en 9.15 uur. Lido: „Het zevende
kruis" 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City:
.J_ -f 9 1= a on 7 Zijn veruer gegaan uan wjj uuu i
«VlfuSpaarne: „Dr. Satan ontmaskerd", verwacht". UNO-officials spraken voor-
14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. I zichtig van een „harmonieuze atmosfeer".
(Van een medewerker)
De ommekeer in de Russische politieke
koers na Stalin's dood richt de aandacht
van de vrije wereld dezer dagen op ieder
centrum, waar Oost en West in direct con
tact zijn: Panmoendjom, Indo-China en
niet in het minst op de organen van de
UNO in New York en Genève.
Genève trekt daarbij ongetwijfeld de
minste „toeschouwers". Dat is ook begrij
pelijk, omdat men zich hier, in het Euro
pese hoofdkwartier van de UNO, niet on
middellijk met dë acute, uiterlijke symp
tomen van koude of warme oorlog bezig
houdt.
Toch is het Palais des Nations de be
kende voor-oorlo.gse geboorte- en begraaf
plaats van de volkenbond deze week de
arena voor een belangrijke ontmoeting
tussen Oost en West: voor het eerst na de
oorlog zijn hier alle Europese landen, com
munistisch of niet-communistisch (met
uitzondering van Spanje) bijeen, om te
trachten het IJzeren Gordijn in de Oost
en West-Europese handel althans gedeelte
lijk op te halen. Niet minder dan tachtig
handelsdeskundigen zijn hier bijeen met
lijsten van wat hun landen willen expor
teren en invoeren.
Onder auspiciën van de economische
commissie voor Europa van de UNO zijn
deze besprekingen de vorige week begon
nen achter gesloten deuren. De persver
tegenwoordigers, die hier uit vele geïnte
resseerde landen aanwezig zijn, hebben
zich de afgelopen tien dagen moeten troos
ten met twee nietszeggende communiqués
en duizend onbevestigde geruchten. Gaat
het goed? Willen de Russen werkelijk han
del drijven of zal het weer uitdraaien op
het „succes" van de handelsconferentie in
Moskou waarvan in de praktijk niets te
recht kwam? Zou hier in Genève de han
delsgeest over de politieke moeilijkheden
kunnen triomferen?
Het leek tot voor enkele weken een
axiomatische onmogelijkheid. Maar de
nieuwe Russische koers heeft bij vele af
gevaardigden hier nieuwe hoop gebracht.
Al wordt er een pijnlijke geheimhouding
betracht, toch is het mogelijk hier en daar
een indruk te krijgen van het verloop van
de handels-consultaties OostWest, zoals
een en ander officieel heet.
Onder het eminente en tactvolle voor
zitterschap van de Zweed Gunnar Myrdal
hebben de afgevaardigden de vorige week
allereerst bekeken, wat er momenteel aan
handelsverdragen tussen Oost- en West-
Europa bestaat of in voorbereiding is.
Tegen het weekeinde trad de bijeenkomst
in een belangrijker stadium. Myrdal had
tevoren de regeringen te kennen gegeven,
dat hun afgevaardigden gedétailleerde lijs
ten bij zich dienden te hebben, waarop
nauwkeurig een opsomming van gevraagde
en aangeboden goederen moest voorkomen.
Alleen op een dergelijke zakelijke basis
meende Myrdal terecht kon men misschien
spijkers met koppen slaan.
Eerst kwamen de Westelijke landen met
hun verlangens op de proppen. Daarna
was het de lang verbeide beurt van de
Sovjet-Unie. De Russische afgevaardigde
is een belangrijk man. K. Bakhtov is de
rechterhand van de Russische minister van
handel, Mikoyan. Dat het Kremlin tot zulk
een gewich':ge afvaardiging besloten had,
bewees het belang dat men ook in Moskou
aan deze conferentie schijnt te hechten.
Voldoening
Wat Bakhtov te berde heeft gebracht is
vooralsnog onbekeixd. Maar in Westelijke
delegatiekringen kon men een zekere vol
doening niet verhelen. Volgens betrouw
bare berichten heeft Rusland „interessante
hoeveelheden" graan, hout en zelfs ertsen
aangeboden op voorwaarde dat het Westen
„gelijkwaardige tegenaanbiedingen kan
doen".
Een Westelijk expert verklaarde: „Zij
zijn verder gegaan dan wij ooit hadden
De Britse afgevaardigde Baylis sprak zelfs
van een „verrassende harmonie". De Ne
derlandse delegatie onder leiding van mr.
C. W. Insinger, weigerde elk commentaar.
De Russische afgevaardigde Bakhtov
bleek over het algemeen ook persoonlijk
nogal in de smaak van het Westen geval
len te zijn: een belangrijk punt bij zaken
besprekingen.
In tegenstelling tot de gebruikelijke Rus
sische diplomatieke tactiek, zonderde hij
zich niet van Westelijke zakenlieden af.
Hij was terstond bereid tot opheldering,
wanneer men hem. niet goed begrepen had
zo verklaarde een Westelijke waarne
mer bij de vergaderingen.
Onder vier ogen
Na de plenaire vergaderingen van de
vorige week is men Maandag begonnen met
wat men intiem de „tête-a-tête-besprekin-
gen noemt. Deze week vinden tientallen
ontmoetingen onder vier of zes ogen plaats
in een groot aantal gereserveerde kantoren
van het Palais des Nations. Handel is nu
eenmaal een zaak van twee of drie par
tijen. Bij deze ontmoetingen tussen Ooste
lijke en Westelijke experts moeten de defi
nitieve gedétailleerde grondslagen voor
handelsverdragen worden gelegd. Echte
verdragen zullen hier in Genève echter
niet worden gesloten. Op basis van wat
men eventueel hier bereikt, zullen de
regeringen echter formele besprekingen
kunnen openen.
Als deze ontmoeting tussen Oost en West
werkelijk resultaat oplevert, is dat voor
Europa- en de gehele wereld groot nieuws
en kan, zols de Russen hier zelf beweren:
„op basis van vrijer handelsverkeer, een
tijdperk van betere internationale verhou'
dingen aanbreken."
ADVERTENTIE
Het bestuur van de Vereeniging voor
den Effectenhandel heeft besloten de Am
sterdamse effectenbeui's op Dinsdag 5 Mei
op de normale uren te laten doorgaan.
Maandag, Dinsdag en Woensdag ook 's avonds van 20.0022.30 uur
We hebben dezer dagen kunnen lezen dat
de Amsterdamsche Bank een maatschap
pij heeft opgericht tot Financiering van
Huurkoopovereenkomsten, de Mahuko N.V.
Reeds dit feit kan als een bewijs gelden dat
op dit soort bankzaken niet meer het odium
ligt van inferioriteit en het daarbij niet gaat
cm contracten, welke bij voorkeur in kan
toortjes met matglazen ruiten worden af
gesloten. Die tijd is er geweest en er was
ook wel reden voor genoemd odium, omdat
het afbetalingssysteem in de eerste phasen
van zijn ontwikkeling in 1857 zag men
in Amsterdam reeds de eerste symptomen
tot beunhazerij en woekerpraktijken
heeft geleid, welke vooral in de onderste
volkslagen sociale misstanden hebben ver
oorzaakt en ook voor de geldschieters ver
liezen hebben opgeleverd.
Allengs is hierin verandering gekomen,
mede door de wet tot wettelijke regeling
•van de overeenkomst van koop en verkoop
op afbetaling van 1930, maar voornamelijk
doordat speciale financieringsmaatschap
pijen zijn opgericht, welke op basis van de
bestaande wettelijke voorschriften en ge
zonde en goed doordachte financieel-tech-
nische bepalingen deze bijzondere vorm van
credietgeving hebben aangevat en tot ont
wikkeling gebracht.
Het feit dat van een bepaalde faciliteit
misbruik of een verkeerd gebruik wordt
gemaakt, houdt nog geen veroordeling van
een goed gebruik in. Dit geldt niet alleen
van het afbetalingssysteem, maar is op na
genoeg alle vormen van crediet. van toe
passing. In de Memorie van Toelichting op
genoemde wet wordt dan ook o.m. gezegd
dat de huurkoop zich vertonen kan als een
wijze van belegging van gespaai'de en op
te sparen gelden, welke voor velen veiliger
is dan het bewaren in natura. En elders
wordt in dezelfde Memorie opgemerkt dat
koop en verkoop op afbetaling, toegepast
met overleg, wel verre van de spaarzaam
heid noodzakelijk tegen te gaan, een prik
kel kan zijn, die het sparen bevordert. Wie
zich een voorwerp van blijvend nut, dat
anders buiten zijn bereik zou liggen, op af
betaling kan verwerven, kan daarin een
aansporing vinden om zich te verplichten
tot het terzijde leggen van kleine bedra
gen, die anders de weg zouden gaan van
vele uitgaven, gedaan voor vluchtig genot.
Het is bekend dat met name in de V. S.
de ontwikkeling van het afbetalingssysteem
een zeer grote vlucht heeft genomen, zodat,
vooral nu ten aanzien van de conjunctuur
grotere onzekerheid is ontstaan, door som
mige waarnemers op de gevaren daarvan
wordt gewezen.
Er lopen thans voor meer dan 21 milliard
dollar afbetalingscontracten, hetgeen neer
komt op circa 140 „dollar pfwel 550 gulden
per inwoner. Alleen het. ccnsumenten-
crediet bedraagt 10 .percent van het natio
naal inkomen en is één van de pijlers,
waarop de nog steeds stijgende afzet van
producten en artikelen in het binnenland
rust.
Reeds vóór de oorlog, maar in sterkere
mate daarna is de huurkoopfinanciering
ook in ons land gepropageerd en in toepas
sing gebracht, hetgeen niet in de laatste
plaats in de hand is gewerkt door de hui
dige economische situatie. De gestegen kos
ten van levensondeidioud, dé zwaar druk
kende belastingen en de daardoor geringere
mogelijkheid tot sparen noodzaken vele
groepen der bevolking meer en meer tot
huurkoopfinahciering over te gaan van
voor hun bedrijf noodzakelijke machines,
werktuigen, etc. dan wel, wat de particu
liere sector betreft, van nuttige huishoude
lijke gebruiksartikelen. Het spreekt wel
vanzelf dat ook de in 't algemeen stijgende
levensstandaard de toenemende behoefte
aan huishoudelijk comfort en ax-tikelen en
allerlei genotmiddelen bevordert, maar uit
de verslagen van de in ons land werkende
financieringsmaatschappijen valt toch wel
af te leiden dat de bedrijfspolitiek in prin
cipe gericht is op de financiering van pro
ductieve bedrijfsmiddelen, die besparing
van arbeid, tijd en onkosten, of vergroting
van de omzet geven. Men disconteert of
geeft voorschot op vorderingen, voortsprui
tende uit de verkoop op termijnbetaling
van automobielen, vrachtwagens, tractoren,
trailers, motor- en gemotoriseerde rijwie
len, van tijd en arbeidsbesparende machi
nerieën als bijvoorbeeld snij- en weeg
machines, drukkerijmachines, wasmachines,
van kantoor- en huishoudelijke machines
en apparaten, etc. Men zal hierbij in aan
merking moeten nemen dat zowel de gewij
zigde verhouding tussen het in de bedrij
ven aanwezige kapitaal en de kosten van
noodzakelijke aanschaffingen, als de uit een
bedrijfseconomisch oogpunt wenselijke ver
vanging van handenarbeid door technische
hulpmiddelen vele en vooral kleine be
drijven voor financieringsmoeilijkheden
plaatst. Het is nu eenmaal zo dat een mil-
lioen veelal gemakkelijker wordt geleend
dan tienduizend gulden en toch kan ook
voor kleinere ondernemingen een bepaalde
kapitaalsuitgaaf aan de productie en de
rentabiliteit van het bedrijf bevorderlijk
zijn.
Voor een juiste beoordeling van huur
koopfinanciering is het nodig zich er reken
schap van té geven dat de aankoop van een
machine, die laat ons zeggen, vijf jaar mee
gaat en besparing van handkracht betekent,
een feitelijke vooruitbetaling is. Want ter
wijl anders de loonbetalingen maandelijks
geschieden, moet nu de arbeidscapaciteit
van vijf jaar in eenmaal worden betaald.
En dat dit als gevolg van de belangrijke
prijsstijging van de laatste jaren in vele ge
vallen niet mogelijk is, kan niet verwonde
ren. Dat dan naar een vorm van crediet
wordt gezocht, ligt voor de hand en hier
vervult de financieringsmaatschappij dus
zonder twijfel een nuttige economische
functie.
Het spreekt wel vanzelf dat zomin als bij
het verstrekken van hypotheek op vaste
goederen en de belening van effecten, ook
bij de huurkoopfinanciering lichtvaardig
wordt te werk gegaan. De maatschappijen,
welke zich in ons land daarmee bezighou
den hebben een ervaring van vele jaren
achter de rug en in overeenstemming met
de wettelijke bepalingen normen gesteld,
welke zowel de geldgeefsters als de geld-
nemers zoveel mogelijk voor financiële
moeilijkheden vrijwaren. Zó kan men bijv.
in het jongste prospectus van de Industriële
Disconto Maatschappij lezen dat dopreen-
genomen niet meer dan 2/3 of 3/4 van de
verkoopprijs wordt gefinancierd, terug te
betalen in meestal 6, 12, 18 of 24 maanden.
Behalve de zekerheid door de juridische
overdracht der eigendomsrechten van het
object, ontvangt de bank de cessie van de
polissen van alle noodzakelijke assuran
tiën, de vordering op de koper, meestal be
lichaamd in maandelijks vervallende wis
sels, alsmede eventuele bijkomstige zeker
heden, garanties, borgtochten e.d. Als re
sultaat van langjarige ervaring en de zorg
vuldige beoordeling van de credieten be
hoefde bij genoemde instelling in totaal
minder dan 5 pro mille van de omzet te
worden gereserveerd voor afschrijving en te
verwachten verliezen. Ook bij andere in
stellingen blijken de verliezen niet onbe
langrijk kleiner te zijn dan het percentage,
dat daarvoor bij de opzet van de transacties
wordt aangenomen.
Men mag dus wel aannemen dat het
huurkoopsysteem, zoals het zich in ons land
heeft ontwikkeld en via de gevestigde goed
aangeschreven financieringsinstellingen
wordt toegepast, niet alleen op een voor de
geldgeefsters gezonde basis berust, maar als
regel oolf voor de geldnemers geen teleur
stellingen oplevert, maar integendeel als
een vorm van crediet mag worden be
schouwd welke het ook aan kleinere en
particuliere ondernemingen mogelijk maakt
cm van de technische hulpmiddelen, welke
onze tijd in zo ruime mate biedt, profijt te
trekken.
Dat de financiering van op afbetaling ge
kochte goederen meer en meer via speciaal
daartoe opgerichte instellingen geschiedt en
niet door de verkopers van de goederen, is
aan de sanering van het systeem zeer ten
goede gekomen.
Het spreekt vanzelf dat de koper van op
afbetaling gekochte goederen voor zich zeil'
moet uitmaken of de transactie, waaraan
vrij hoge rente en kosten verbonden zijn,
financieel en economisch voor hem is ver
antwoord. Met name als het geen bedrijfs
goederen, maar huishoudelijke en luxe arti
kelen betreft kan het huurkoopsysteem
voor zwakke naturen een verleiding zijn
om boven zijn stand te leven. Zij, die naar
menselijke berekening ook voor de toekomst
van hun inkomen niet zeker zijn, lopen een
te groot risico als zij gedurende geruime
tijd vaste financiële verplichtingen op zich
nemen. Overigens komt het, wat de huur
koop van voor het gezin nuttige of wense
lijke zaken aangaat, voor geen gering deel
op de financieringskwaliteiten van de
vrouw aan. Regel is, dat hij inbrengt en zij
uitgeeft en daarmede zeker niet de minst
zware taak in het gezin vervult. Verstaat
zij de kunst van financieren niet, dan zal
men verstandig doen met alleen te kopen
wat men betalen kan, waarbij men zich
misschien prettige dingen zal moeten ont
zeggen, maar zich troosten kan met de oude
wijsheid:
Daar is geen silver of verguit
zo schoon als 't leven zonder schuld.
.eden van de bereden „Metropolitan Police", ter bevoorbereiding van de Kroning
estengestoken in hun gala-uniformen, doen hun best zo veel mogelijk lawaai
maken en onrust te scheppen, waardoor zij de paarden hopen te wennen aan
het feestrumoer.
Voor het Amsterdams gerechtshof zijn
de pleidooien gehouden in de civiele pro
cedure, die de heer J. J. Nahuis uit Deven
ter, lid van de A.V.R.O., aanhangig heeft
gemaakt tegen deze vereniging, omdat
hem op 5 Juli van het vorig jaar met twee
andere leden de toegang tot de algemene
jaarvergadering van de A.V.R.O. in Maas
tricht ontzegd werd. In eerste instantie
had de Amsterdamse rechtbank de eis van
de heer Nahuis, die nietigverklaring vroeg
van de op deze vergadering genomen be
sluiten en van de methode, waarop de heer
Vogt als directeur ontslagen was, afgewe
zen en de A.V.R.O. in het gelijk gesteld.
Voor het hof trad namens apellant op
mr. Ph. L. J. Reyinga, die onder meer be
toogde dat een bona fide vereniging haar
leden niet op de jaarvergadering weigert,
wanneer zij aan een formaliteit niet tijdig
hebben kunnen voldoen, maar wel hun lid
maatschapskaart kunnen tonen.
Namens de A.V.R.O. critiseerde mr. G.
S. Salm de houding van appellant, die
„de rechter mengt in een stormpje in een
glaasje water". Pleiter betoogde, dat het
dagelijks bestuur van de omroepvereniging
alles heeft gesanctionneerd wat er ge
schied is, dat op de vergadering de heer
De Clercq met vrijwel algemene stemmen
als voorzitter is gekozen en dat de heer
Vogt zelf zijn verzoek tot ontslag bij het
bestuur had ingediend. Hij bestreed dat
appellant het recht heeft om aan te drin
gen op nietigverlèlaring van de besluiten
Hester W. Chapman, Mary II
Queen of Engeland Jonathan
Cape, London.
Toen Mary Stuart, de oudste dochter
van James, hertog van York, in November
1677 vertrok naar Holland met haar echt
genoot Willem III, legde zij de hele weg
van Whitehall naar Gravesend snikkende
af. Zij was 15 jaar en pas getrouwd met
de stugge Prins van Oranje; en zij werd
losgerukt uit een overstelpende meisjes
liefde voor haar vriendin Frances Apsley,
met wie zij een werkelijkheid ontworpen
had naar het evenbeeld van de wereld in
de populaire romanlitteratuur. Op de val
reep probeerde haar tante, koningin Ca
therine, troost te verschaffen door te ver
tellen hoe vreselijk zijzelf het gevonden
had toen zij naar Engeland moest komen,
waar zij de taal niet sprak, om te trouwen
met een man die zij nooit gezien had.
Mary's vermaarde antwoord was: „Maar
mevrouw, u kwam naar Engeland toe
en ik ga uit Engeland weg".
Toen zij eenmaal op het Paleis Honse-
laarsdijk was, verbeterde haar stemming
vrij gauw. Haar behoefte aan overgave in
een liefde was te sterk om het met de
afwezige Frances Apsley te kunnen stellen,
en haar toewijding werd grotendeels óp
Willem overgebracht. Het was ook aange
namer om in Holland te leven dan in En
geland, zowel in het algemeen door het
hogere peil van de technische en maat
schappelijke beschaving, als door het aan
zien dat zij hier als prinses van Oranje
genoot. Het Engelse hof was grof en
krioelde van de intrigues, tengevolge van
het gescharrel van de levenslustige en
cynische koning Charles II zelf en des te
meer door de problemen van de opvol
ging: hij had geen wettige nakomelingen,
en zijn jongere broer de hertog van York
was Katholiek, in eeh tijd waarin religieuze
verschillen de voornaamste officiële moti
vering voor oorlogsplannen en allianties
leverden.
York had zijn toestemming moeten geven
voor een Protestantse opvoeding van de
dochters uit zijn eerste huwelijk, Mary en
Anne; maar hij zou zelf onherstelbare
schade aan de Protestantse zaak kunnen
doen voor hij op zijn beurt opgevolgd
moest worden en bovendien leek het zeer
goed mogelijk, dat hij uit zijn tweede
huwelijk nog een zoon zou krijgen.
Mary, in Den Haag, was allerminst ver
langend om in deze kwesties betrokken te
worden; maar toen, drie jaar nadat haar
vader zijn broer Charles als koning van
Engeland was opgevolgd, de gevreesde
zoon inderdaad geboren werd, was dat
toch onvermijdelijk. Willem III kon niet
blijven toezien terwijl Engeland naar de
kant van Lodewyk XIV overging. Hij
aanvaardde de uitnodiging van een aantal
leidende Engelsen en ondernam eind 1688
de invasie, waarvoor koning James II
vluchtte naar Frankrijk. In 1689 keerde
Mary terug in Engeland, om daar samen
met Willem het koningschap te gaan be
kleden. Van de ongeveer zes jaar, die zij
nog te leven had, trad zij in totaal zowat
de helft van de tijd actief als koningin op,
wanneer Willem op veldtocht was, eerst in
Ierland, later in België. Haar regering
over het land in oorlogstijd (toen woedde
de Negenjarige oorlog, 1688'97) werd
bemoeilijkt door de onbetrouwbaarheid
van de hofkringen, waarin velen nog con
tact onderhielden met de verdreven ko
ning in zijn ballingschap. Wat zij aan
inzicht en gezag liet zien was bewonde
renswaardig; maar toen zij in 1694 de
pokken kreeg, was zij niet meer in staat
zich met kracht tegen de dood te verwe
ren. Zij stierf aan het eind van dat jaar.
Willem gaf zich over aan groot betoon
van verdriet, veel meer dan men van hem
verwacht zou hebben. Wat de aard van
zijn relaties met Mary was blijft ook na
het boek van Hester Chapman maar bij
benadering te bepalen. Eén reden hiervoor
is dat zij bijna al zijn brieven verbrandde
toen zij wist dat zij zou sterven; de andere
dat, grotendeels door Willem's discretie,
de graad van zijn intimiteit met Mary's
hofdame Elizabeth Villiers moeilijk te
schatten is. De overtuiging van deze
schrijfster, dat de liaison met haar sinds
het tweede jaar van zijn huwelijk onaf
gebroken voortging, is in ieder geval aan
vaardbaar; deze toestand is ook niet on
verenigbaar met zijn bij tijden zeer warme
verhouding met Mary. Het is niettemin
duidelijk dat, alleen al ten gevolge van
verschil van aanleg, haar liefde aanzien
lijk krachtiger was dan de zijne, verzwaard
waarschijnlijk met haar schuldgevoel om
dat zij geen kinderen had gegeven (alleen
twee miskramen gehad). Het is een pijn
lijke verrassing om Hester Chapman, die
in haar biografie begrip genoeg toont voor
de onmisbaai'heid van deze toewijding in
Mary's ontwikkeling, aan het slot te horen
beweren dat men haar persoon toch eigen
lijk alleen uit de dood kan wekken als
men aan haar denkt met haar meisjes
illusie van een hutje in het veld en een
koe onder de bomen. Mary is niet te ka
rakteriseren met een beeld van zo'n be
wegingloze onrijpheid.
Maar afgezien daarvan is de voorstelling
van zaken en personen in dit boek leven
dig en beeldend genoeg. Holland komt
niet bijzonder goed uit de verf, doordat er
alleen Engelse gegevens over gebruikt zijn,
en koning Charles II wordt met onverant
woorde nonchalance voor een verrader
uitgemaakt; maar door de uitbeelding van
Mary in actie wordt heel goed een per
soonlijkheid gesuggereerd, en de koning
stadhouder is zo herkenbaar als hij dat
van-opzij-gezien kan worden. Sommige
van de bijfiguren komen alleen al tot hun
recht uit de beschrijving van gelegenhe
den, waarbij zij met Mary in contact kwa
men: speciaal haar vader, James II, is in
enkele lijnen bijna compleet. Wat de poli
tieke geschiedenis van de periode betreft:
die wordt voldoende duidelijk voor wie
het alleen om de heldin van deze biografie
te doen is.
S. M.
op de vergadering. Zijns inziens kan alleen
een gedupeerde zulks eisen.
De gewoonte om van de leden te eisen,
dat zij tevoren een toegangskaart aanvra
gen, noemde mr. Salm een geoorloofde
maatregel van orde, die bij de A.V.R.O. al
sedert 1930 in zwang is.
Het hof zal op 4 Juni uitspraak doen.