Handelsconferentie in Genève wekt voorzichtige voldoening Genieten zonder meewarigheid Agenda voor Haarlem r In 1 dag retour Russen tonen zich toeschietelijker Financiering van afbetalingsverkoop Een prinses van Oranje 11 Gezonde kunst van Vincent van Gogh HAARLEMS MATRASSENHUIS H. DE GRAAFF Bodegravers in arrest wegens ontvoering (fee MORR S ycu fiiuj! BARTEUORISSTRAAT 20 TEL. 13439 ROSLEDEREN JASSEN ƒ125.— Onderdelen Toebehoren Banden Garage-uitrusting. Effecten- en Geldmarkt AVRO-lid werd niet toegelaten op jaarvergadering Engelse litteratuur ZATERDAG 25 APRIL 1953 Dp Grote Van Gogh-tentoonstelling, welke tot 17 Mei in het Gemeentemuseum te 's-Gravenhage gehouden wordt, zal op een later tijdstip in het museum Kröller- Müller op de Hoge Veluwe en daarna in het Stedelijk Museum te Amsterdam te zien zijn. Er is dus nog ruimschoots gele genheid om dit indrukwekkend overzicht van schilderijen, tekeningen en aquarellen uit de Brabantse en Franse tijd rustig te bezichtigen en in zich op te nemen. Op enkele uitzonderingen na is vrijwel alles uit Nederlands bezit en ligt dus ook in ge wone omstandigheden binnen ons gezichts veld. Het verschil is alleen, dat nu werken in elkanders nabijheid hangen, die anders in de verschillende collecties zijn onderge bracht, waardoor het onderling verband en de betekenis van bepaalde perioden duide lijker tot ons spreekt. Bij Van Gogh doet zich het gevaar voor, dat de enorme populariteit, waarin zijn werk zich op dit moment verheugt, licht aanlei ding geeft tot een meer of minder opper vlakkige wijze van waarnemen. De dui zendvoudige verspreide kleurenreproduc ties hebben er niet weinig toe bijgedragen om ons vertrouwd te maken met de door Vincent behandelde onderwerpen. Deze reproducties geven echter in verreweg de meeste gevallen een heel zwakke en zelfs dikwijls valse weerspiegeling van het -ori gineel, waardoor wij gewoon raken aan een Van Gogh-plaatje. Verder dreigt een oppervlakkige kennis van het uit de brie ven gedistilleerde tragische leven van de schilder te leiden tot een cultus, die zowel dicht bij heldenverering als bij meewarig heid met de als geesteszieke gestorvene staat. Degene echter die in staat is deze hele bagage, die slechts een belemmering vormt om de kunstenaar Van Gogh te benaderen, van zich af te werpen en de rechtstreekse confrontaties met de originele werken kan ondergaan, zonder bijgedachten die ons door de overvloedige publicaties zijn ingeprent, zal op deze tentoonstelling dc sterkende kracht van deze gezonde kunst, die in wezen niet meer maar ook niet min der dan de waarheid wilde geven, ten volle ondergaan. De ziekte van Van Gogh is voor ver schillende psychiaters een onderwerp van studie geweest. De voor de hand liggende gevolgtrekking dat de enorme productivi teit, die daarenboven van een nimmer ver flauwende intensiteit en concentratie ge tuigt, een weerslag moést teweegbrengen bij een rrtan, die zichzelve nimmer ge spaard had en door zijn natuur voorbestemd was de reacties, die de geest bij een der gelijke inspanning ondergaat, in eenzaam heid te verwerken, is misschien weinig wetenschappelijk. Ieder echter, die enige notie heeft van de spanningen die door creatieve arbeid worden teweeggebracht, begrijpt ook dat er nó deze spanningen een geestelijk vacuum kan ontstaan, dat in dien het niet opgevuld wordt een gevaar lijk moment veroorzaakt. Is het niet zeer waarschijnlijk, dat Vincent in zijn vele brieven dikwijls een effec'ief middel ge vonden heeft deze „gevaarlijke leegte" te vullen? W. Jos. de Gruyter vergelijkt in zijn voortreffelijke inleiding tot de catalogus, Van Gogh met Prometheus, die het vuur van de hemel wil roven en voor zijn ver metelheid moet boeten. Hoezeer wij begaan mogen zijn met de schaduwen, die hem na zijn hoge vlucht overvleugelden, door hierop de nadruk te leggen doen wij hem stellig tekort. Nooit mag deze meewarig heid een belemmering zijn om de resulta ten van zijn roekeloze en toch zo sterk be wuste schilder-ondernemingen vrijmoedig te genieten. De verbazende vastheid van hand, de grote zekerheid van componeren, de direct in de natte verf feilloos gestelde kleur, gaan op wonderlijke wijze samen met een hevige bewogenheid die echter nimmer in onbeheerstheid ontspoort. De neiging om bij de aanschouwing va^i kunst zich een voorstelling te willen ma ken van de natuur en de gehele menselijke gesteldheid van de kunstenaar is typisch twintigste-eeuws. Het kunstwerk te zien als een ding, dat schoonheid (dat is waar- ADVERTENTIE UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd MAAKLOON 1 pers t 12.50 2 pers f 15.- Gr. Houtstraat 103 Tel. 11485 Haarlet» heid) uitstraalt, deze schoonheid en waar heid met vreugde te ondergaan en de gees telijke stimulans, die deze veroorzaken, met dankbaarheid te aanvaarden is heel iets anders. Toch staat het voor ons vast dat Van Gogh niets anders heeft bedoeld dan dit! Niet de tragiek van de weerslag, maar de positieve waarden die hij dank zij zijn genialiteit en zijn verwoede ijver in zijn schilderijen kon overbrengen aan zijn medemensen, vormde het waardevolste deel zijner nalatenschap. OTTO B. DE KAT Dit „Landschap van cypressen" van Vin cent van Gogh, geschilderd in 1889 te St. Rémy, waarvan de voorstudie te vinden is op de grote herdenkingstentoonstelling. Twee inwoners van Bodegraven vertoe ven thans in een cel van het politiebureau te Hilversum, omdat zij een derde man uit Bodegraven tegen zijn wil uit Hilversum zouden hebben ontvoerd. De ontvoerde had zijn vrouw in Bode graven verlaten en was in Hilversum bij een andere vrouw gaan wonen. Zijn kennis sen uit Bodegraven reden per auto naar Hilversum, belden aan en doorzochten het huis, waarbij zij de gezochte aantroffen in een kast, waar hij zich schuil hield. Zij hadden hem zijn handelwijze duchtig ver weten en dit op hardnekkige wijze onder streept. Daarbij was zijn kunstgebit stuk geslagen. Vervolgens was hij tegen zijn zin in de auto meegenomen naar Bodegraven, waar hij werd afgeleverd aan het huis van zijn echtgenote. Nog dezelfde dag is de man teruggekeerd naar Hilversum, waar hij bij de politie aangifte deed van mishandeling en ontvoering. Tg ADVERTENTIE ZATERDAG 25 APRIL Stadsschouwburg: „De vier Müllers" (To neelgezelschap Joh. Kaart), 8 uur. 1'rans Hals: „Edouard en Caroline", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „De tante van Charlie alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Me- troscopix", en „Mylord steelt juwelen", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Sprong in het vuur", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Gue rilla aan de Rio Grande", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Het zevende kruis", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „De eenogige Indiaan", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Het graf in de golven", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 26 APRIL Stadsschouwburg: „De vier Müllers" (To neelgezelschap Joh. Kaart), 8 uur. Frans Hals: „Edouard en Caroline", 14 jaar, 2. 4.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „De tante van Char lie", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: Zondagmorgenvoorstelling „Eroica", alle leeft., 11 uur. „Metroscopix" en „Mylord steelt juwelen", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Sprong in het vuur", 14 jaar, 2, 4 -15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Guerilla aan de Rio Grande", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: Zondagmorgenvoorstelling „Ave Ma ria", 18 jaar, 11 uur. „Het zevende kruis", 14 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „De een ogige Idiaan", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Het graf in de golven", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. MAANDAG 27 APRIL Stadsschouwburg: Cabaret Wim Sonneveld „Bloemlezing", 8 uur. Brinkmann: Film avond voor aanstaande emigranten, 8 uur. Frans Hals: „Edouard en Caroline", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „De tante van Charlie", alle leeft., 8.15 uur. Rembrandt: „Metroscopix" en „Mylord steelt juwelen", 14 jaar 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Sprong in het vuur", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Guerilla aan de Rio Grande", 18 jaar, 2, ,15 en 9.15 uur. Lido: „Het zevende kruis" 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: .J_ -f 9 1= a on 7 Zijn veruer gegaan uan wjj uuu i «VlfuSpaarne: „Dr. Satan ontmaskerd", verwacht". UNO-officials spraken voor- 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. I zichtig van een „harmonieuze atmosfeer". (Van een medewerker) De ommekeer in de Russische politieke koers na Stalin's dood richt de aandacht van de vrije wereld dezer dagen op ieder centrum, waar Oost en West in direct con tact zijn: Panmoendjom, Indo-China en niet in het minst op de organen van de UNO in New York en Genève. Genève trekt daarbij ongetwijfeld de minste „toeschouwers". Dat is ook begrij pelijk, omdat men zich hier, in het Euro pese hoofdkwartier van de UNO, niet on middellijk met dë acute, uiterlijke symp tomen van koude of warme oorlog bezig houdt. Toch is het Palais des Nations de be kende voor-oorlo.gse geboorte- en begraaf plaats van de volkenbond deze week de arena voor een belangrijke ontmoeting tussen Oost en West: voor het eerst na de oorlog zijn hier alle Europese landen, com munistisch of niet-communistisch (met uitzondering van Spanje) bijeen, om te trachten het IJzeren Gordijn in de Oost en West-Europese handel althans gedeelte lijk op te halen. Niet minder dan tachtig handelsdeskundigen zijn hier bijeen met lijsten van wat hun landen willen expor teren en invoeren. Onder auspiciën van de economische commissie voor Europa van de UNO zijn deze besprekingen de vorige week begon nen achter gesloten deuren. De persver tegenwoordigers, die hier uit vele geïnte resseerde landen aanwezig zijn, hebben zich de afgelopen tien dagen moeten troos ten met twee nietszeggende communiqués en duizend onbevestigde geruchten. Gaat het goed? Willen de Russen werkelijk han del drijven of zal het weer uitdraaien op het „succes" van de handelsconferentie in Moskou waarvan in de praktijk niets te recht kwam? Zou hier in Genève de han delsgeest over de politieke moeilijkheden kunnen triomferen? Het leek tot voor enkele weken een axiomatische onmogelijkheid. Maar de nieuwe Russische koers heeft bij vele af gevaardigden hier nieuwe hoop gebracht. Al wordt er een pijnlijke geheimhouding betracht, toch is het mogelijk hier en daar een indruk te krijgen van het verloop van de handels-consultaties OostWest, zoals een en ander officieel heet. Onder het eminente en tactvolle voor zitterschap van de Zweed Gunnar Myrdal hebben de afgevaardigden de vorige week allereerst bekeken, wat er momenteel aan handelsverdragen tussen Oost- en West- Europa bestaat of in voorbereiding is. Tegen het weekeinde trad de bijeenkomst in een belangrijker stadium. Myrdal had tevoren de regeringen te kennen gegeven, dat hun afgevaardigden gedétailleerde lijs ten bij zich dienden te hebben, waarop nauwkeurig een opsomming van gevraagde en aangeboden goederen moest voorkomen. Alleen op een dergelijke zakelijke basis meende Myrdal terecht kon men misschien spijkers met koppen slaan. Eerst kwamen de Westelijke landen met hun verlangens op de proppen. Daarna was het de lang verbeide beurt van de Sovjet-Unie. De Russische afgevaardigde is een belangrijk man. K. Bakhtov is de rechterhand van de Russische minister van handel, Mikoyan. Dat het Kremlin tot zulk een gewich':ge afvaardiging besloten had, bewees het belang dat men ook in Moskou aan deze conferentie schijnt te hechten. Voldoening Wat Bakhtov te berde heeft gebracht is vooralsnog onbekeixd. Maar in Westelijke delegatiekringen kon men een zekere vol doening niet verhelen. Volgens betrouw bare berichten heeft Rusland „interessante hoeveelheden" graan, hout en zelfs ertsen aangeboden op voorwaarde dat het Westen „gelijkwaardige tegenaanbiedingen kan doen". Een Westelijk expert verklaarde: „Zij zijn verder gegaan dan wij ooit hadden De Britse afgevaardigde Baylis sprak zelfs van een „verrassende harmonie". De Ne derlandse delegatie onder leiding van mr. C. W. Insinger, weigerde elk commentaar. De Russische afgevaardigde Bakhtov bleek over het algemeen ook persoonlijk nogal in de smaak van het Westen geval len te zijn: een belangrijk punt bij zaken besprekingen. In tegenstelling tot de gebruikelijke Rus sische diplomatieke tactiek, zonderde hij zich niet van Westelijke zakenlieden af. Hij was terstond bereid tot opheldering, wanneer men hem. niet goed begrepen had zo verklaarde een Westelijke waarne mer bij de vergaderingen. Onder vier ogen Na de plenaire vergaderingen van de vorige week is men Maandag begonnen met wat men intiem de „tête-a-tête-besprekin- gen noemt. Deze week vinden tientallen ontmoetingen onder vier of zes ogen plaats in een groot aantal gereserveerde kantoren van het Palais des Nations. Handel is nu eenmaal een zaak van twee of drie par tijen. Bij deze ontmoetingen tussen Ooste lijke en Westelijke experts moeten de defi nitieve gedétailleerde grondslagen voor handelsverdragen worden gelegd. Echte verdragen zullen hier in Genève echter niet worden gesloten. Op basis van wat men eventueel hier bereikt, zullen de regeringen echter formele besprekingen kunnen openen. Als deze ontmoeting tussen Oost en West werkelijk resultaat oplevert, is dat voor Europa- en de gehele wereld groot nieuws en kan, zols de Russen hier zelf beweren: „op basis van vrijer handelsverkeer, een tijdperk van betere internationale verhou' dingen aanbreken." ADVERTENTIE Het bestuur van de Vereeniging voor den Effectenhandel heeft besloten de Am sterdamse effectenbeui's op Dinsdag 5 Mei op de normale uren te laten doorgaan. Maandag, Dinsdag en Woensdag ook 's avonds van 20.0022.30 uur We hebben dezer dagen kunnen lezen dat de Amsterdamsche Bank een maatschap pij heeft opgericht tot Financiering van Huurkoopovereenkomsten, de Mahuko N.V. Reeds dit feit kan als een bewijs gelden dat op dit soort bankzaken niet meer het odium ligt van inferioriteit en het daarbij niet gaat cm contracten, welke bij voorkeur in kan toortjes met matglazen ruiten worden af gesloten. Die tijd is er geweest en er was ook wel reden voor genoemd odium, omdat het afbetalingssysteem in de eerste phasen van zijn ontwikkeling in 1857 zag men in Amsterdam reeds de eerste symptomen tot beunhazerij en woekerpraktijken heeft geleid, welke vooral in de onderste volkslagen sociale misstanden hebben ver oorzaakt en ook voor de geldschieters ver liezen hebben opgeleverd. Allengs is hierin verandering gekomen, mede door de wet tot wettelijke regeling •van de overeenkomst van koop en verkoop op afbetaling van 1930, maar voornamelijk doordat speciale financieringsmaatschap pijen zijn opgericht, welke op basis van de bestaande wettelijke voorschriften en ge zonde en goed doordachte financieel-tech- nische bepalingen deze bijzondere vorm van credietgeving hebben aangevat en tot ont wikkeling gebracht. Het feit dat van een bepaalde faciliteit misbruik of een verkeerd gebruik wordt gemaakt, houdt nog geen veroordeling van een goed gebruik in. Dit geldt niet alleen van het afbetalingssysteem, maar is op na genoeg alle vormen van crediet. van toe passing. In de Memorie van Toelichting op genoemde wet wordt dan ook o.m. gezegd dat de huurkoop zich vertonen kan als een wijze van belegging van gespaai'de en op te sparen gelden, welke voor velen veiliger is dan het bewaren in natura. En elders wordt in dezelfde Memorie opgemerkt dat koop en verkoop op afbetaling, toegepast met overleg, wel verre van de spaarzaam heid noodzakelijk tegen te gaan, een prik kel kan zijn, die het sparen bevordert. Wie zich een voorwerp van blijvend nut, dat anders buiten zijn bereik zou liggen, op af betaling kan verwerven, kan daarin een aansporing vinden om zich te verplichten tot het terzijde leggen van kleine bedra gen, die anders de weg zouden gaan van vele uitgaven, gedaan voor vluchtig genot. Het is bekend dat met name in de V. S. de ontwikkeling van het afbetalingssysteem een zeer grote vlucht heeft genomen, zodat, vooral nu ten aanzien van de conjunctuur grotere onzekerheid is ontstaan, door som mige waarnemers op de gevaren daarvan wordt gewezen. Er lopen thans voor meer dan 21 milliard dollar afbetalingscontracten, hetgeen neer komt op circa 140 „dollar pfwel 550 gulden per inwoner. Alleen het. ccnsumenten- crediet bedraagt 10 .percent van het natio naal inkomen en is één van de pijlers, waarop de nog steeds stijgende afzet van producten en artikelen in het binnenland rust. Reeds vóór de oorlog, maar in sterkere mate daarna is de huurkoopfinanciering ook in ons land gepropageerd en in toepas sing gebracht, hetgeen niet in de laatste plaats in de hand is gewerkt door de hui dige economische situatie. De gestegen kos ten van levensondeidioud, dé zwaar druk kende belastingen en de daardoor geringere mogelijkheid tot sparen noodzaken vele groepen der bevolking meer en meer tot huurkoopfinahciering over te gaan van voor hun bedrijf noodzakelijke machines, werktuigen, etc. dan wel, wat de particu liere sector betreft, van nuttige huishoude lijke gebruiksartikelen. Het spreekt wel vanzelf dat ook de in 't algemeen stijgende levensstandaard de toenemende behoefte aan huishoudelijk comfort en ax-tikelen en allerlei genotmiddelen bevordert, maar uit de verslagen van de in ons land werkende financieringsmaatschappijen valt toch wel af te leiden dat de bedrijfspolitiek in prin cipe gericht is op de financiering van pro ductieve bedrijfsmiddelen, die besparing van arbeid, tijd en onkosten, of vergroting van de omzet geven. Men disconteert of geeft voorschot op vorderingen, voortsprui tende uit de verkoop op termijnbetaling van automobielen, vrachtwagens, tractoren, trailers, motor- en gemotoriseerde rijwie len, van tijd en arbeidsbesparende machi nerieën als bijvoorbeeld snij- en weeg machines, drukkerijmachines, wasmachines, van kantoor- en huishoudelijke machines en apparaten, etc. Men zal hierbij in aan merking moeten nemen dat zowel de gewij zigde verhouding tussen het in de bedrij ven aanwezige kapitaal en de kosten van noodzakelijke aanschaffingen, als de uit een bedrijfseconomisch oogpunt wenselijke ver vanging van handenarbeid door technische hulpmiddelen vele en vooral kleine be drijven voor financieringsmoeilijkheden plaatst. Het is nu eenmaal zo dat een mil- lioen veelal gemakkelijker wordt geleend dan tienduizend gulden en toch kan ook voor kleinere ondernemingen een bepaalde kapitaalsuitgaaf aan de productie en de rentabiliteit van het bedrijf bevorderlijk zijn. Voor een juiste beoordeling van huur koopfinanciering is het nodig zich er reken schap van té geven dat de aankoop van een machine, die laat ons zeggen, vijf jaar mee gaat en besparing van handkracht betekent, een feitelijke vooruitbetaling is. Want ter wijl anders de loonbetalingen maandelijks geschieden, moet nu de arbeidscapaciteit van vijf jaar in eenmaal worden betaald. En dat dit als gevolg van de belangrijke prijsstijging van de laatste jaren in vele ge vallen niet mogelijk is, kan niet verwonde ren. Dat dan naar een vorm van crediet wordt gezocht, ligt voor de hand en hier vervult de financieringsmaatschappij dus zonder twijfel een nuttige economische functie. Het spreekt wel vanzelf dat zomin als bij het verstrekken van hypotheek op vaste goederen en de belening van effecten, ook bij de huurkoopfinanciering lichtvaardig wordt te werk gegaan. De maatschappijen, welke zich in ons land daarmee bezighou den hebben een ervaring van vele jaren achter de rug en in overeenstemming met de wettelijke bepalingen normen gesteld, welke zowel de geldgeefsters als de geld- nemers zoveel mogelijk voor financiële moeilijkheden vrijwaren. Zó kan men bijv. in het jongste prospectus van de Industriële Disconto Maatschappij lezen dat dopreen- genomen niet meer dan 2/3 of 3/4 van de verkoopprijs wordt gefinancierd, terug te betalen in meestal 6, 12, 18 of 24 maanden. Behalve de zekerheid door de juridische overdracht der eigendomsrechten van het object, ontvangt de bank de cessie van de polissen van alle noodzakelijke assuran tiën, de vordering op de koper, meestal be lichaamd in maandelijks vervallende wis sels, alsmede eventuele bijkomstige zeker heden, garanties, borgtochten e.d. Als re sultaat van langjarige ervaring en de zorg vuldige beoordeling van de credieten be hoefde bij genoemde instelling in totaal minder dan 5 pro mille van de omzet te worden gereserveerd voor afschrijving en te verwachten verliezen. Ook bij andere in stellingen blijken de verliezen niet onbe langrijk kleiner te zijn dan het percentage, dat daarvoor bij de opzet van de transacties wordt aangenomen. Men mag dus wel aannemen dat het huurkoopsysteem, zoals het zich in ons land heeft ontwikkeld en via de gevestigde goed aangeschreven financieringsinstellingen wordt toegepast, niet alleen op een voor de geldgeefsters gezonde basis berust, maar als regel oolf voor de geldnemers geen teleur stellingen oplevert, maar integendeel als een vorm van crediet mag worden be schouwd welke het ook aan kleinere en particuliere ondernemingen mogelijk maakt cm van de technische hulpmiddelen, welke onze tijd in zo ruime mate biedt, profijt te trekken. Dat de financiering van op afbetaling ge kochte goederen meer en meer via speciaal daartoe opgerichte instellingen geschiedt en niet door de verkopers van de goederen, is aan de sanering van het systeem zeer ten goede gekomen. Het spreekt vanzelf dat de koper van op afbetaling gekochte goederen voor zich zeil' moet uitmaken of de transactie, waaraan vrij hoge rente en kosten verbonden zijn, financieel en economisch voor hem is ver antwoord. Met name als het geen bedrijfs goederen, maar huishoudelijke en luxe arti kelen betreft kan het huurkoopsysteem voor zwakke naturen een verleiding zijn om boven zijn stand te leven. Zij, die naar menselijke berekening ook voor de toekomst van hun inkomen niet zeker zijn, lopen een te groot risico als zij gedurende geruime tijd vaste financiële verplichtingen op zich nemen. Overigens komt het, wat de huur koop van voor het gezin nuttige of wense lijke zaken aangaat, voor geen gering deel op de financieringskwaliteiten van de vrouw aan. Regel is, dat hij inbrengt en zij uitgeeft en daarmede zeker niet de minst zware taak in het gezin vervult. Verstaat zij de kunst van financieren niet, dan zal men verstandig doen met alleen te kopen wat men betalen kan, waarbij men zich misschien prettige dingen zal moeten ont zeggen, maar zich troosten kan met de oude wijsheid: Daar is geen silver of verguit zo schoon als 't leven zonder schuld. .eden van de bereden „Metropolitan Police", ter bevoorbereiding van de Kroning estengestoken in hun gala-uniformen, doen hun best zo veel mogelijk lawaai maken en onrust te scheppen, waardoor zij de paarden hopen te wennen aan het feestrumoer. Voor het Amsterdams gerechtshof zijn de pleidooien gehouden in de civiele pro cedure, die de heer J. J. Nahuis uit Deven ter, lid van de A.V.R.O., aanhangig heeft gemaakt tegen deze vereniging, omdat hem op 5 Juli van het vorig jaar met twee andere leden de toegang tot de algemene jaarvergadering van de A.V.R.O. in Maas tricht ontzegd werd. In eerste instantie had de Amsterdamse rechtbank de eis van de heer Nahuis, die nietigverklaring vroeg van de op deze vergadering genomen be sluiten en van de methode, waarop de heer Vogt als directeur ontslagen was, afgewe zen en de A.V.R.O. in het gelijk gesteld. Voor het hof trad namens apellant op mr. Ph. L. J. Reyinga, die onder meer be toogde dat een bona fide vereniging haar leden niet op de jaarvergadering weigert, wanneer zij aan een formaliteit niet tijdig hebben kunnen voldoen, maar wel hun lid maatschapskaart kunnen tonen. Namens de A.V.R.O. critiseerde mr. G. S. Salm de houding van appellant, die „de rechter mengt in een stormpje in een glaasje water". Pleiter betoogde, dat het dagelijks bestuur van de omroepvereniging alles heeft gesanctionneerd wat er ge schied is, dat op de vergadering de heer De Clercq met vrijwel algemene stemmen als voorzitter is gekozen en dat de heer Vogt zelf zijn verzoek tot ontslag bij het bestuur had ingediend. Hij bestreed dat appellant het recht heeft om aan te drin gen op nietigverlèlaring van de besluiten Hester W. Chapman, Mary II Queen of Engeland Jonathan Cape, London. Toen Mary Stuart, de oudste dochter van James, hertog van York, in November 1677 vertrok naar Holland met haar echt genoot Willem III, legde zij de hele weg van Whitehall naar Gravesend snikkende af. Zij was 15 jaar en pas getrouwd met de stugge Prins van Oranje; en zij werd losgerukt uit een overstelpende meisjes liefde voor haar vriendin Frances Apsley, met wie zij een werkelijkheid ontworpen had naar het evenbeeld van de wereld in de populaire romanlitteratuur. Op de val reep probeerde haar tante, koningin Ca therine, troost te verschaffen door te ver tellen hoe vreselijk zijzelf het gevonden had toen zij naar Engeland moest komen, waar zij de taal niet sprak, om te trouwen met een man die zij nooit gezien had. Mary's vermaarde antwoord was: „Maar mevrouw, u kwam naar Engeland toe en ik ga uit Engeland weg". Toen zij eenmaal op het Paleis Honse- laarsdijk was, verbeterde haar stemming vrij gauw. Haar behoefte aan overgave in een liefde was te sterk om het met de afwezige Frances Apsley te kunnen stellen, en haar toewijding werd grotendeels óp Willem overgebracht. Het was ook aange namer om in Holland te leven dan in En geland, zowel in het algemeen door het hogere peil van de technische en maat schappelijke beschaving, als door het aan zien dat zij hier als prinses van Oranje genoot. Het Engelse hof was grof en krioelde van de intrigues, tengevolge van het gescharrel van de levenslustige en cynische koning Charles II zelf en des te meer door de problemen van de opvol ging: hij had geen wettige nakomelingen, en zijn jongere broer de hertog van York was Katholiek, in eeh tijd waarin religieuze verschillen de voornaamste officiële moti vering voor oorlogsplannen en allianties leverden. York had zijn toestemming moeten geven voor een Protestantse opvoeding van de dochters uit zijn eerste huwelijk, Mary en Anne; maar hij zou zelf onherstelbare schade aan de Protestantse zaak kunnen doen voor hij op zijn beurt opgevolgd moest worden en bovendien leek het zeer goed mogelijk, dat hij uit zijn tweede huwelijk nog een zoon zou krijgen. Mary, in Den Haag, was allerminst ver langend om in deze kwesties betrokken te worden; maar toen, drie jaar nadat haar vader zijn broer Charles als koning van Engeland was opgevolgd, de gevreesde zoon inderdaad geboren werd, was dat toch onvermijdelijk. Willem III kon niet blijven toezien terwijl Engeland naar de kant van Lodewyk XIV overging. Hij aanvaardde de uitnodiging van een aantal leidende Engelsen en ondernam eind 1688 de invasie, waarvoor koning James II vluchtte naar Frankrijk. In 1689 keerde Mary terug in Engeland, om daar samen met Willem het koningschap te gaan be kleden. Van de ongeveer zes jaar, die zij nog te leven had, trad zij in totaal zowat de helft van de tijd actief als koningin op, wanneer Willem op veldtocht was, eerst in Ierland, later in België. Haar regering over het land in oorlogstijd (toen woedde de Negenjarige oorlog, 1688'97) werd bemoeilijkt door de onbetrouwbaarheid van de hofkringen, waarin velen nog con tact onderhielden met de verdreven ko ning in zijn ballingschap. Wat zij aan inzicht en gezag liet zien was bewonde renswaardig; maar toen zij in 1694 de pokken kreeg, was zij niet meer in staat zich met kracht tegen de dood te verwe ren. Zij stierf aan het eind van dat jaar. Willem gaf zich over aan groot betoon van verdriet, veel meer dan men van hem verwacht zou hebben. Wat de aard van zijn relaties met Mary was blijft ook na het boek van Hester Chapman maar bij benadering te bepalen. Eén reden hiervoor is dat zij bijna al zijn brieven verbrandde toen zij wist dat zij zou sterven; de andere dat, grotendeels door Willem's discretie, de graad van zijn intimiteit met Mary's hofdame Elizabeth Villiers moeilijk te schatten is. De overtuiging van deze schrijfster, dat de liaison met haar sinds het tweede jaar van zijn huwelijk onaf gebroken voortging, is in ieder geval aan vaardbaar; deze toestand is ook niet on verenigbaar met zijn bij tijden zeer warme verhouding met Mary. Het is niettemin duidelijk dat, alleen al ten gevolge van verschil van aanleg, haar liefde aanzien lijk krachtiger was dan de zijne, verzwaard waarschijnlijk met haar schuldgevoel om dat zij geen kinderen had gegeven (alleen twee miskramen gehad). Het is een pijn lijke verrassing om Hester Chapman, die in haar biografie begrip genoeg toont voor de onmisbaai'heid van deze toewijding in Mary's ontwikkeling, aan het slot te horen beweren dat men haar persoon toch eigen lijk alleen uit de dood kan wekken als men aan haar denkt met haar meisjes illusie van een hutje in het veld en een koe onder de bomen. Mary is niet te ka rakteriseren met een beeld van zo'n be wegingloze onrijpheid. Maar afgezien daarvan is de voorstelling van zaken en personen in dit boek leven dig en beeldend genoeg. Holland komt niet bijzonder goed uit de verf, doordat er alleen Engelse gegevens over gebruikt zijn, en koning Charles II wordt met onverant woorde nonchalance voor een verrader uitgemaakt; maar door de uitbeelding van Mary in actie wordt heel goed een per soonlijkheid gesuggereerd, en de koning stadhouder is zo herkenbaar als hij dat van-opzij-gezien kan worden. Sommige van de bijfiguren komen alleen al tot hun recht uit de beschrijving van gelegenhe den, waarbij zij met Mary in contact kwa men: speciaal haar vader, James II, is in enkele lijnen bijna compleet. Wat de poli tieke geschiedenis van de periode betreft: die wordt voldoende duidelijk voor wie het alleen om de heldin van deze biografie te doen is. S. M. op de vergadering. Zijns inziens kan alleen een gedupeerde zulks eisen. De gewoonte om van de leden te eisen, dat zij tevoren een toegangskaart aanvra gen, noemde mr. Salm een geoorloofde maatregel van orde, die bij de A.V.R.O. al sedert 1930 in zwang is. Het hof zal op 4 Juni uitspraak doen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 9