WOESTE GRONDEN IN NEDERLAND
Natuurschoon leed schade
wmm
Toe is het ontstaan T
Courses te Hilversum
Menselijk vernuft
goed en slecht besteed
9
Brand in Doetinchems
fabriekscomplex
Klassemen tvan de
Tulpen Rallye
Dit woord:
SCHOBBEJAK
VJ
De binnenvloot
op 1 Januari
C. J. van Tilburg begraven
Rede over humanisme
op R.K. onderwijscongres
Prof. mr. G. P. M. Romme
kreeg pauselijke
onderscheiding
MEENK'S POEDERS
VRIJDAG 1 MEI 195 3
Gistermiddag sedert half drie woedde er
een zeer felle fabrieksbrand bij de N.V.
Doetinchemse Ijzergieterij te Doetinchem.
De brandweer van Doetinchem, die met
groot materieel was uitgerukt, was ruim
een uur later de brand meester.
De brand was ontstaan in de smederij.
De daar aanwezige arbeiders hadden ter
stond getracht met brandblusapparaten
het vuur te doven, hetgeen niet gelukte
omdat het vuur reeds direct een grote om
vang had.
Toen de brandweer enige minuten later
verscheen was de werkplaats al één grote
vuurzee. Door de ongunstige windrichting
sloegen de vlammen over naar de portiers
woning, welke tegen de fabriek is aange
bouwd.
De woning was inmiddels geheel ont
ruimd en twee slaapkamers op de eerste
étage en een daaronder gelegen washok,
tevens bergplaats, brandden geheel uit.
De brand is zeer waarschijnlijk ontstaan
door vonken, die uit de zes a zeven meter
hoge smeltoven overgevlogen zijn naar de
er naast gelegen smederij. Er was geen
positief antwoord te krijgen op de vraag of
in de fabriek tengevolge van de brand
voorlopig niet kan worden gewerkt. De
smederij en de metaal-modelmakerij zijn
geheel verloren gegaan. De gieterij is nage
noeg onbeschadigd gebleven, doch de ge
noemde afdelingen zijn van elkaar afhan
kelijk.
Naar schatting zijn circa twintig machi
nes verloren. Er werkten in de fabriek on
geveer honderdtwintig personen.
Verzekering dekt de door de brand ont
stane schade.
Het vaststellen van het officiële eind
resultaat van de Tulpen Rallye schijnt
geen eenvoudige aangelegenheid te zijn.
Men herinnert zich dat 7 wagens, waar
onder zich enkele Ford Zephyrs bevon
den en enkele Sunbeam Talbots, om ver
schillende technische redenen gedisqua-
lificeerd werden. Vanmorgen zijn de
winnende wagens naar diverse garages
te Amsterdam, Den Haag, Haarlem en
Rotterdam gebracht, waar zij aan een
strenge technische keuring zullen wor
den onderworpen. Bij deze acht wagens
bevinden zich de Bristol van de winnaar j
van de Tulpen Rallye, Banks, de Panhard
van Grosgogeat en de Jowett Javelin van
Becquart. Mocht het onderzoek uitwijzen,
dat sommige van deze wagens niet aan de
voorschriften voldoen, dan zou het alge
meen klassement opnieuw grote wijzi
gingen ondergaan. Mocht bijvoorbeeld de
Jowett van Becquart gedisqualificeerd
worden, dan komt graaf Van Zuylen van
Nyevelt op de eerste plaats in klasse 3
en dan krijgt hij zoveel winstpunten
meer, dat het zeer goed mogelijk is, dat
niet Banks winnaar is van de Rallye,
doch onze landgenoot.
Iedereen weet dat een schobbejak
een schurk is, een gemene kerel, een
schooier. De moeilijkheid van het woord
zit in het laatste deel. Vroeger meende
men als verklaring te kunnen geven:
iemand die zijn jak moet schoonmaken,
dus: iemand die luizen heeft. Maar wij
hebben nogal wat scheldwoorden die
eindigen op -ak of -jak: zwijnjak,
doerak, klabak. Het is dus veeleer aan
te nemen dat het laatste deel van de
samenstelling niets niet een kleding
stuk te maken heeft. Nu vindt men in
onze oudste woordenboeken voor
schobbe: schurft. Een schobbejak is
dus: een gemene, schurftige kerel.
De uitslagen van de gisteravond gehouden
draverijen te Hilversum luiden:
Prinses Marijkeprijs (1930 m.): 1. Quadru-
pes 1.33; 2. Quasi A 1.33.2; 3. Quo Vadis
Duluth Z 1.33.5.
W. f4,20, P. f 1,50, f 1,80, f2,60, K. f5,50,
C. f3,70.
Prinses Margrietprijs (2340 m.): 1. Overste
van Fresena 1,27.9; 2. Ooievaar S 1.27.4; 3.
Playsier 1.30.9.
W. f3,90, P. f 1,80, f 1,30, K. f5,30, C. f3,60.
Prinses Ireneprijs (2340 m.): 1. Pelikaan S
1.26.8; 2. Oviedo A 1.27; 3. Peter Spencer
1.27.3.
W. f4,70, P. f 1,90, f3,80, f 1,70, K. f 12,70,
C. f 14,90.
Prinses Beatrixprjjs (1860 m.): 1. Rosa-
munde 1.35.8; 2. Ria Kitty 1.35.6; 3. René
M 1.35.5.
W. f 15, P. f 8,80, f 1,60. K. f 17,70, C. f 2,80.
Prins Bernhardprijs (1960 m.) Ie afd.: 1.
Quick Boy 1.31.4; 2. Qui Gagne A 1.31; 3.
Prins Gregor 1.30.2.
W. f3,80, P. f2,10, f2,50, K. f7,60, C. f4,80.
Koningin Julianaprys (1960 m.): 1. Qui
Hollandia G 1.25.6; 2. Oranje Nassau 1.26.5;
3. Olympus 1.27.5.
W. f3.60, P. f 1,60, f2,80, f3,10, K. f 10.40,
C. f 15,
Prinses Wilhelminaprijs (2340 m.): 1. Ma
dame B 1,23,3; 2. Kondor 1,25,6; 3. Notekra-
ker S 1.24.1.
W. f2,40, P. f 1.50, f4,10, K. f 10,50, C. f9,30.
Prins Bernhardprijs (1960 m.) 2e afd.: 1.
Parel Holland C 1.29.8; 2. Peter Chestnut
1.28; 3. Quick Star 1.33.
W. f2,10. P. f 1,50, f2, K. f 6,40, C. f5,10.
Totalisatoromzet f 77.665,50.
ADVERTENTIE
Duizenden Amsterdammers hebben op
Koninginnedag het grootste militaire défilé
van de Nederlandse strijdkrachten aan
schouwd, dat ooit in ons land is gehouden.
Landmacht, Luchtmacht en Marine, de
laatste uiteraard zonder vlootmaterieel,
toonden een belangrijk deel van het rol
lend materieel, dat Nederland thans voor
zijn verdediging bezit.
Het défilé, dat afgenomen werd door de
voor het Concertgebouw staande minister
van Oorlog en Marine, ir. C. Staf, met de
staatssecretarissen van Marine en Oorlog,
vice-admiraal H. C. W. Moorman en mr.
F. J. Kranenburg en de drie chefs van sta
ven, vice-admiraal A. de Booy, luitenant-
generaal B. R. P. F. Hasselman en de
plaatsvervangend chef luchtmachtstaf ge-
neraal-majoor A. Baretta, was een staal
kaart van het meest karakteristieke en
spectaculaire rollend en vliegend mate
riaal der Nederlandse strijdkrachten.
Precies op het ogenblik, waarop onder
delen van de luchtstrijdkrachten het Con
certgebouw passeerden, vlogen 166 vlieg
tuigen van de Koninklijke Luchtmacht en
van de Marine-Luchtvaartdienst op 450
meter hoogte over.
Hoogtepunt van het défilé, dat onder be
vel stond van generaal-majoor G. J. M. C.
van Nynatten, vormden de 22 Britse Cen-
turion-tanks, die voor de eerste keeraan
het publiek werden getoond. Zij zijn in de
plaats gekomen van de Shermantanks.
Groeven achterlatend in het asfalt rolden
Het regiment huzaren Prins Alexander uit
Amersfoort, uitgerust met 2 Jeeps en 22
Centurion tanks, trekt op tijdens de parade
in Amsterdam.
deze ieder 48 ton wegende gevaarten langs
de autoriteiten.
De burgemeester van Amsterdam, mr.
Arn. J. d'Ailly, die aan het ministerie van
Oorlog vergunning tot het houden van dit
défilé had verleend, stelde daarbij als voor
waarde dat eventuele schade aan het weg
dek door het ministerie zal worden ver
goed. Daarom reed achter de Stoet een
schadecommissie, bestaande uit deskundi
ge vertegenwoordigers van het rijk en van
de gemeente Amsterdam, die tot taak had
de schade onmiddellijk vast te stellen.
Op 1 Januari 1953 bestond de Nederlands^
binnenvloot uit 16.771 schepen met een tota
laadvermogen van 4.327.885 ton, tegen 17..'.
schepen met 4.331.722 ton per 1 Januari 1'
Deze vloot was als volgt verdeeld: sleepboi-
6196 met 2.879.106 ton; zeilschepen 756 mc
55.375 ton; mechanische hulpkracht 2775 met
338.489 ton; motorschepen 6944 met 1.030.168
ton en stoomschepen 100 met 24.747 ton.
Verreweg het grootste gedeelte van deze
schepen had een laadvermogen van minder
dan 600 ton: 1562 schepen varieerden van
600 tot 1500 ton en 273 schepen hadden e&v
laadvermogen van meer dan 1500 ton.
TV/"IJ HERINNEREN het ons of het gisteren gebeurd was.
De aardrijkskundeles had een aanvang genomen. Over
het bord was een kaart gehangen, u weet wel, zon blauw ge
aderde met groene en gele vlekken versierde landkaart van
Nederland. De leraar had de stok er vlak naast gezet. Die
stok namen wij ter hand. En daar ging het: de provincie Gel
derland. Rivieren: Rijn en Waal. De grond: kleigrond, zand
grond. Aha! Wat voor zandgrond? Verstuivingen, mijnheer.
Hoe noem je zulke gronden? Woeste gronden, mijnheer.
Die woeste gronden! We waren ze al lang weer vergeten,
hoogstens wekte het woordje woest associaties met Emily
Bronte's „Woeste Hoogte", waarin intussen het landschap ook
niet bepaald een vruchtbaar karakter droeg. Onze kennis
making met de filmstrip van Kees Hana heeft de woeste
grondqn weer in de memorie teruggebracht. Wij weten het
weer. „Woeste gronden zijn gronden, waarop men niets kan
verbouwen. Ze zijn noch voor de tuinbouw, noch voor de vee
teelt noch voor de landbouw geschikt. Men rekent er toe: plas
sen en poelen, veenmoerassen, duinen en strand. Voor de
mens zijn deze gronden niet bruikbaar".
Ja, zo leerden wij het vroeger. De aardrijkskundeboekjes
sprongen toen een beetje minachtend met de woeste gronden
om. Zij probeerden te werken op onze zin voor utiliteit.
Woeste gronden waren gronden waaraan je geen geld kon
verdienen. Maar zij hielden geen rekening met onze verbeel
ding. Voor ons waren die woeste gronden de laatste plekjes
waar de beschaving gelukkig niet was doorgedrongen. Duis
tere oorden vol opwindende geheimen. De enig overgebleven
schakel tussen ons en de Batavieren. Helaas, de leraar aard
rijkskunde waardeerde onze zienswijze niet. De aardrijks
kundeboekjes bleven volhouden dat ons standpunt verkeerd
was. Wij moesten een afschuw hebben van de woeste gron
den, maar wij kregen het niet.
Gistermorgen is op de algemene begraaf
plaats te Heemstede het stoffelijk over
schot van de heer C. J. van Tilburg, in
leven redacteur van Haarlems Dagblad/
Oprechte Haarlemsche Courant, ter aarde
besteld.
De sobere plechtigheid werd geleid door
dr. P. J. Richel, Gereformeerd predikant
te Heemstede, die in de aula enkele verzen
van Psalm 39 voorlas.
Naar aanleiding hiervan sprak de predi
kant over de betekenis van het zwijgen in
het leven van de mens. Een van de aspec
ten daarvan is, dat het leed zo zwaar kan
zijn, dat de mens zelfs niet meer twist met
God, maar het zwijgen bewaart: dan is er
geen gemeenschap meer tussen God en de
mens.. Men kan dat wel proberen, maar, zo
zei dr. Richel, dan komt toch opeens dat
wonderlijke licht gevallen waarvan de
Psalmdichter ook spreekt en dat zich uit
in het woord: „Wat is de mens: hij is vol
komen ijdelheid, gebonden met duizend
banden, aan zijn werk, aan zijn bezit, aan
alles wat hem lief is."
In de duisternis van het zwijgen is dan
het licht gekomen, het antwoord van het
geloof: „Ik hoop op U, ik verwacht U".
God maakt dan van het ellendige in ons
leven iets moois.
Dr. Richel memoreerde, dat de heer Van
Tilburg veel had ontvangen in zijn leven
dat reden geeft tot dankbaarheid, ook in
zijn zwaar lijden. Boven dit alles uit gaat
echter de verwachting op Hem die de
doden opwekt, zo besloot dr. Richel.
Op verzoek van de nabestaanden zongen
de aanwezigen twee coupletten van „Een
vaste burcht is onze God".
Aan het graf las dr. Richel de Geloofs
belijdenis en bad hij het Onze Vader.
Een schoonzoon van de heer Van Til
burg dankte voor de betoonde belangstel
ling.
In Utrecht is een congres gehouden ter
gelegenheid van het eeuwfeest der kerke
lijke hiërarchie.
Het congres begon met een korte rede
van de heer Anton van Duinkerken over
de school en het gezin, waarna de aarts
bisschop coadjutor, mgr. dr. B. J. Alfrink,
een rede hield, die in hoofdzaak was ge
wijd aan het humanisme. Hij maande tot
waakzaamheid. „Humanisten in het mo
derne gebruik van dit woord heeft ons volk
reeds lang gekend", aldus mr. Alfrink,
„doch thans vertoont het humanisme zich
in een georganiseerde en gesystematiseer
de vorm waardoor zijn stootkracht aan- j
merkelijk is vergroot. Het bergt alle ge
varen in zich, waaraan een mens is bloot
gesteld, die geen schepper en wetgever
boven zich rekent". Men zal dit humanis
me, volgens de spreker, niet op één lijn
mogen stellen met de godsdienst, „ook al
werpt het zichzelf op als religie van de
nieuwe tijd".
Men kan volgens mgr. Alfrink met recht
de vraag stellen of er thans in geheel Ne
derland wel één militair garnizoen is dat
zoveel humanisten telt, dat het materieel
medewerken aan het tot stand komen van
een humanistisch militair tehuis zou eisen.
„Indien men immers in deze omstandig
heden een militair tehuis van genoemde
strekking zou eisen, berust dat ofwel op
de pretentie dat men als vertegenwoordiger
van alle niet-Christenen optreedt, ofwel
op de bedoeling om het systeem te laten
doorsijpelen in het volk. Evenzo kan men
de vraag stellen of men materiële mede
werking kan geven aan het invoeren van
humanistische verzorgers in het leger".
Voorts spraken achtereenvolgens de heer
J. M. Peters over de maatschappelijke be
tekenis van het katholiek onderwijs en
mgr. F. Feron over de school en de kerk.
A f gravingen
Een snel groeiend volk, zoals het onze,
heeft echter nog veel meer nodig dan al
leen maar bouw- en weiland. Dat bewijst
wel de afgraving van de St. Pietersberg bij
Maastricht. De berg bestaat helemaal uit
zachte kalksteen en hiervan maakt een
reusachtige fabriek vlak naast de groeve
cement. En cement hebben we broodnodig
voor het bouwen van huizen.
Die huizen worden vooral gebouwd in
het Westen des lands. De steden en dorpen
breiden zich voortdurend uit. Men reize
maar eens van Haarlem naar Amsterdam.
De gi-ond is op vele plaatsen opgespoten,
heistellingen verrijzen er bij tientallen,
huizenblokken gordden zich aaneen. Veel
al is de grond zo laag en derhalve zo voch
tig, dat men onmogelijk meteen met bou
wen kan beginnen. Tonnen zand worden
aangevoerd om de grond steviger te maken.
Het is het zand van de woeste gronden.
Een motor met twee personen is gister
morgen tegen de douane-slagboom van het
grenskantoor Hoogcruts aan de Nederlands-
Belgische grens in Zuid-Limburg gereden.
De twee berijders, de 52-jarige Hubert F.
en zijn zoon, de 18-jarige Martin beiden uit
Holtum-Born zijn zwaar gewond over
gebracht naar het ziekenhuis St. Annadal te
Maastricht. Vooral de toestand van vader
bleek zorgwekkend.
Misschièn konden wij het ook niet over
ons hart verkrijgen de woeste gronden
smalend te bejegenen, omdat zij ons zo
geschikt voorkwamen als exploitatieterrein
voor pioniers. Niet dat het in onze bedoe
ling lag pionier te worden. Wij wai-en het
althans niet op de woeste gronden van
plan. Ze leken ons echter uitermate ge-
eigend voor ingenieurs en andere bekwame
lieden, door wie ons land zo beroemd was
gewoi-den. Mocht Leeghwater er niet zijn?
Was men niet juist in onze kindsheid bezig
met het droogleggen van de Zuiderzee?
Golden de sluizen van IJmuiden niet als
de grootste ter wereld. Overal verwierf
Nederland zich een wereldfaam. Waarom
zou men dan de woeste gronden niet roem
vol ontginnen? Eeuwen lang waren ze aan
hun lot overgelaten. Boeren noch bosbou-
wei-s keken er naar om. Alleen de natuur
liefhebbers genoten van hun pracht. Maar
de bevolking van Nederland groeide. Er
was hard grond nodig. Er moest woeste
grond gecultiveerd worden.
Naarmate wij ouder werden zijn we van
de noodzaak ei-van wel overtuigd geraakt.
Het ging ons echter altijd aan het hart.
Aan het werk
Ja, wij werden ouder. En zie: het
aanschijn van Nederland veranderde.
Met de hulp van de modernste werk
tuigen, door bemesting en verkaveling
werden heel wat stukken grond op
oordeelkundige wijze getransformeerd
lot weiland, bouwland en bos. Maar
niet overal. Soms hadden de ontgin-
ners weinig oog voor het natuurschoon.
Afwisselend landschap in Zuid-Limburg,
waar natuur en cultuur op fraaie wijze
samengaan.
Zij hielden geen rekening met ruimte
en verhouding, ze deden maar raak.
Er zijn gloednieuwe landschappen, die
lelijker zijn dan de oude. Niet overal
echter is de harmonie voor altijd ver
stoord. Kijk maar eens naar Zuid-
Limburg. In het heuvelachtig land
schap is een prettige afwisseling blij
ven bestaan tussen bouwland en bos.
Op plaatsen, die te steil of te schraal
zijn om tot bouwland te worden ge
maakt, werd voor een fraaie bebossing
gezorgd. De heuvels maken het pano
rama eens zo aantrekkelijk.
Iln opdracht van de Natuurbescher
ming scommissie Zuid-Kennemerland
heeft de publicist en natuurkenner Kees
Hana een filmstrip gemaakt onder de
titel „Ons land en wij". Zij geeft op
fraaie en duidelijke wijze een beeld van
het schaarse nog ongerepte natuurschoon
in ons land. Tevens laat zij ons de
schade zien, die dat natuurschoon zeer
dikwijls is toegebracht. De strip vormt
een uitstekende propaganda voor het
werk der natuurbescherming. Zij zal
8 ook aan het visuele onderwijs goede
g diensten bewijzen. De belangstelling
3 voor de strip is groot en de eerste op-
0 laag was spoedig uitverkocht.
Woeste gronden noemde men ook de
streken rond Amsterdam, waar thans
het Amsterdamse Bos veri-ezen is.
Voor vee of bouwland zouden die
gronden zeker geschikt geweest zijn.
Toch overwoog niet het doelmatig
heidsprincipe, toen het Amsterdamse
gemeentebestuur opdracht gaf ze te
ontginnen. De doelmatigheid was hier
van een andere orde. .De stadsmens
heeft behoefte aan een oord waar hij
vrijer kan ademen, zijn kindei-en kan
laten ravotten, wandelingen maken,
een partijtje voetbal spelen. Voor dat
doel werd het Amsterdamse Bos aan
gelegd. Het drukke bezoek bewijst, hoe
verstandig het was de beschikbare
grond daarvoor te bestemmen.
Vliegden op woeste grond. Door zandver
stuivingen verandert het landschap
voortdurend.
misbaar. De aardrijkskundeboekjes vangen
slechts ten dele de behoefte op aan duide
lijk en helder vergelijkingsmateriaal. Foto's
interesseren de jeugd altijd meer dan kaar
ten. Aanschouwelijk onderwijs is concreet
onderwijs en het zou, dunt ons, aanbeveling
verdienen wanneer de aardrijkskundeles
wordt opgeluisterd met het fraaie documen-
tatie-materiaal, dat in de strip over het
landschapsschoon in Nederland te vinden
Is. De jeugd gaat het belang daarvan ter
harte. De jeugd ziet al genoeg om zich heen
wat de benaming schoon niet waardig is.
De mens, heer en meester over de natuur,
beheert die- natuur niet altijd. Hij toont
zich niet immer een meester. Jammer, dat
de mens faalt. Want daartegenover: hoe
vaak faalt de natuur? Hoe vaak geeft zij
de mens een lesje? Hoe vaak kan men haar
wel on-'': -ven, maar niet doorgronden.
Hoe vaak?
Armoedige soort
En dan zijn er natuurlijk nog die woeste
gronden waar dg natuur heer en meester
bleef. De duinen, het strand, de zandver
stuivingen. Zij zijn de woeste gronden van
Natuurlijk gebeurt ook het omgekeerde.
Recreatie-oorden moeten verdwijnen en
wat eens een speelwei was wordt bouw-
terx-ein. Het is nog niet zo heel lang ge
leden, dat de Loosdrechtse plassen gevaar
liepen „geannexeerd" te worden. Om de
Biesbosch is nog een strijd gaande. De Ois-
terwijkse vennen,vermaard om hun schoon
heid, dreigen ook al een bestemming te
krijgen, die hun status geheel verandert.
Voortdurend moeten de natuurliefhebbers
hun stem verheffen tegen het ontmante
lingsproces, dat men de natuur pleegt aan
te doen. De technische hulpmiddelen die
ons ten dienste staan zijn zo vermogend,
dat wij vrijwel alles kunnen ontginnen.
Overal grijpt de mens in. De filmstrip van
Kas Hana laat zien hoe. Naast de voortref
felijke resultaten, die men met de ontgin
ningen heeft behaalt, stelt zij ook de wan
smaak ten toon, die daarbij helaas menig
maal hoogtij vierde. Vergelijkenderwijze
leert men het beste. De beelden, die men in
Hana's strip aantreft leveren vaak schrille
contrasten. Dan beseffen wij hoeveel er
aan landschapsschoon in Nederland ging
verloren en van hoe groot belang het werk
van de natuurbescherming is. Eigenlijk is
zo'n strip voor het onderwijs op schooi on-
Afgraving van de St. Pietersberg bij Maas
tricht. Nodig voor de cementwinning t.b.v.
de bouw van huizen, doch niettemin een
groot verlies van natuurschoon.
de ai-moedigste soort. Bijna niets wil er in
groeien. Planten vinden er haast geen
voedsel. Maar hoe mooi zijn zij om te zien.
Steeds veranderen zij onder de adem van
de wind Het zand wordt van de ene plaats
weggevoerd en op de andere neergeworpen,
jaar in, jaar uit. Hier blijft het landschap
onaangetast door 's mensen hand. Hier is
het nog' als in de dagen, dat wij voor de
landkaart stonden en met de stok wezen
naar de woeste gronden in Nederland. Ze
kunnen ons nog altijd bekoren. En u. A
Een fraai plekje in het .Bosplan" van Amsterdam. In het belang van de recreatie
tot stand, gebracht betekent het nieuwe bos een grote aanwinst voor de
volksgezortdheid
De voorzitter van de Tweede Kamer
fractie van de K.V.P., prof. mr. C. P. M.
Romme is door de Paus benoemd tot com
mandeur met grote zilveren ster in de
orde van de Heilige Gregorius. De bisschop
van Haarlem, mgr. J. B. Huibers, heeft
gisteren de benoemingsbul met de versier
selen ten huize van pi-of. Romme in Over-
veen overhandigd. Bij deze plechtigheid
waren onder meer aanwezig de ministers
prof. dr. L. J. M. Beel en de heer A. C.
j de Bruijn en de voorzitter van de Tweede
Kamer, dr. Kortenhorst. Mgr. Huibers uitte
in een toespraak zijn waardering voor het
geen prof. Romme in het belang van de
Nederlandse katholieke zaak heeft ver
richt.
speciaal iegen KOORTS,
KIESPIJN. HOOFDPIJN en
PERIODIEKE PIJNEN