WOESTE GRONDEN IN NEDERLAND Natuurschoon leed schade wmm Toe is het ontstaan T Courses te Hilversum Menselijk vernuft goed en slecht besteed 9 Brand in Doetinchems fabriekscomplex Klassemen tvan de Tulpen Rallye Dit woord: SCHOBBEJAK VJ De binnenvloot op 1 Januari C. J. van Tilburg begraven Rede over humanisme op R.K. onderwijscongres Prof. mr. G. P. M. Romme kreeg pauselijke onderscheiding MEENK'S POEDERS VRIJDAG 1 MEI 195 3 Gistermiddag sedert half drie woedde er een zeer felle fabrieksbrand bij de N.V. Doetinchemse Ijzergieterij te Doetinchem. De brandweer van Doetinchem, die met groot materieel was uitgerukt, was ruim een uur later de brand meester. De brand was ontstaan in de smederij. De daar aanwezige arbeiders hadden ter stond getracht met brandblusapparaten het vuur te doven, hetgeen niet gelukte omdat het vuur reeds direct een grote om vang had. Toen de brandweer enige minuten later verscheen was de werkplaats al één grote vuurzee. Door de ongunstige windrichting sloegen de vlammen over naar de portiers woning, welke tegen de fabriek is aange bouwd. De woning was inmiddels geheel ont ruimd en twee slaapkamers op de eerste étage en een daaronder gelegen washok, tevens bergplaats, brandden geheel uit. De brand is zeer waarschijnlijk ontstaan door vonken, die uit de zes a zeven meter hoge smeltoven overgevlogen zijn naar de er naast gelegen smederij. Er was geen positief antwoord te krijgen op de vraag of in de fabriek tengevolge van de brand voorlopig niet kan worden gewerkt. De smederij en de metaal-modelmakerij zijn geheel verloren gegaan. De gieterij is nage noeg onbeschadigd gebleven, doch de ge noemde afdelingen zijn van elkaar afhan kelijk. Naar schatting zijn circa twintig machi nes verloren. Er werkten in de fabriek on geveer honderdtwintig personen. Verzekering dekt de door de brand ont stane schade. Het vaststellen van het officiële eind resultaat van de Tulpen Rallye schijnt geen eenvoudige aangelegenheid te zijn. Men herinnert zich dat 7 wagens, waar onder zich enkele Ford Zephyrs bevon den en enkele Sunbeam Talbots, om ver schillende technische redenen gedisqua- lificeerd werden. Vanmorgen zijn de winnende wagens naar diverse garages te Amsterdam, Den Haag, Haarlem en Rotterdam gebracht, waar zij aan een strenge technische keuring zullen wor den onderworpen. Bij deze acht wagens bevinden zich de Bristol van de winnaar j van de Tulpen Rallye, Banks, de Panhard van Grosgogeat en de Jowett Javelin van Becquart. Mocht het onderzoek uitwijzen, dat sommige van deze wagens niet aan de voorschriften voldoen, dan zou het alge meen klassement opnieuw grote wijzi gingen ondergaan. Mocht bijvoorbeeld de Jowett van Becquart gedisqualificeerd worden, dan komt graaf Van Zuylen van Nyevelt op de eerste plaats in klasse 3 en dan krijgt hij zoveel winstpunten meer, dat het zeer goed mogelijk is, dat niet Banks winnaar is van de Rallye, doch onze landgenoot. Iedereen weet dat een schobbejak een schurk is, een gemene kerel, een schooier. De moeilijkheid van het woord zit in het laatste deel. Vroeger meende men als verklaring te kunnen geven: iemand die zijn jak moet schoonmaken, dus: iemand die luizen heeft. Maar wij hebben nogal wat scheldwoorden die eindigen op -ak of -jak: zwijnjak, doerak, klabak. Het is dus veeleer aan te nemen dat het laatste deel van de samenstelling niets niet een kleding stuk te maken heeft. Nu vindt men in onze oudste woordenboeken voor schobbe: schurft. Een schobbejak is dus: een gemene, schurftige kerel. De uitslagen van de gisteravond gehouden draverijen te Hilversum luiden: Prinses Marijkeprijs (1930 m.): 1. Quadru- pes 1.33; 2. Quasi A 1.33.2; 3. Quo Vadis Duluth Z 1.33.5. W. f4,20, P. f 1,50, f 1,80, f2,60, K. f5,50, C. f3,70. Prinses Margrietprijs (2340 m.): 1. Overste van Fresena 1,27.9; 2. Ooievaar S 1.27.4; 3. Playsier 1.30.9. W. f3,90, P. f 1,80, f 1,30, K. f5,30, C. f3,60. Prinses Ireneprijs (2340 m.): 1. Pelikaan S 1.26.8; 2. Oviedo A 1.27; 3. Peter Spencer 1.27.3. W. f4,70, P. f 1,90, f3,80, f 1,70, K. f 12,70, C. f 14,90. Prinses Beatrixprjjs (1860 m.): 1. Rosa- munde 1.35.8; 2. Ria Kitty 1.35.6; 3. René M 1.35.5. W. f 15, P. f 8,80, f 1,60. K. f 17,70, C. f 2,80. Prins Bernhardprijs (1960 m.) Ie afd.: 1. Quick Boy 1.31.4; 2. Qui Gagne A 1.31; 3. Prins Gregor 1.30.2. W. f3,80, P. f2,10, f2,50, K. f7,60, C. f4,80. Koningin Julianaprys (1960 m.): 1. Qui Hollandia G 1.25.6; 2. Oranje Nassau 1.26.5; 3. Olympus 1.27.5. W. f3.60, P. f 1,60, f2,80, f3,10, K. f 10.40, C. f 15, Prinses Wilhelminaprijs (2340 m.): 1. Ma dame B 1,23,3; 2. Kondor 1,25,6; 3. Notekra- ker S 1.24.1. W. f2,40, P. f 1.50, f4,10, K. f 10,50, C. f9,30. Prins Bernhardprijs (1960 m.) 2e afd.: 1. Parel Holland C 1.29.8; 2. Peter Chestnut 1.28; 3. Quick Star 1.33. W. f2,10. P. f 1,50, f2, K. f 6,40, C. f5,10. Totalisatoromzet f 77.665,50. ADVERTENTIE Duizenden Amsterdammers hebben op Koninginnedag het grootste militaire défilé van de Nederlandse strijdkrachten aan schouwd, dat ooit in ons land is gehouden. Landmacht, Luchtmacht en Marine, de laatste uiteraard zonder vlootmaterieel, toonden een belangrijk deel van het rol lend materieel, dat Nederland thans voor zijn verdediging bezit. Het défilé, dat afgenomen werd door de voor het Concertgebouw staande minister van Oorlog en Marine, ir. C. Staf, met de staatssecretarissen van Marine en Oorlog, vice-admiraal H. C. W. Moorman en mr. F. J. Kranenburg en de drie chefs van sta ven, vice-admiraal A. de Booy, luitenant- generaal B. R. P. F. Hasselman en de plaatsvervangend chef luchtmachtstaf ge- neraal-majoor A. Baretta, was een staal kaart van het meest karakteristieke en spectaculaire rollend en vliegend mate riaal der Nederlandse strijdkrachten. Precies op het ogenblik, waarop onder delen van de luchtstrijdkrachten het Con certgebouw passeerden, vlogen 166 vlieg tuigen van de Koninklijke Luchtmacht en van de Marine-Luchtvaartdienst op 450 meter hoogte over. Hoogtepunt van het défilé, dat onder be vel stond van generaal-majoor G. J. M. C. van Nynatten, vormden de 22 Britse Cen- turion-tanks, die voor de eerste keeraan het publiek werden getoond. Zij zijn in de plaats gekomen van de Shermantanks. Groeven achterlatend in het asfalt rolden Het regiment huzaren Prins Alexander uit Amersfoort, uitgerust met 2 Jeeps en 22 Centurion tanks, trekt op tijdens de parade in Amsterdam. deze ieder 48 ton wegende gevaarten langs de autoriteiten. De burgemeester van Amsterdam, mr. Arn. J. d'Ailly, die aan het ministerie van Oorlog vergunning tot het houden van dit défilé had verleend, stelde daarbij als voor waarde dat eventuele schade aan het weg dek door het ministerie zal worden ver goed. Daarom reed achter de Stoet een schadecommissie, bestaande uit deskundi ge vertegenwoordigers van het rijk en van de gemeente Amsterdam, die tot taak had de schade onmiddellijk vast te stellen. Op 1 Januari 1953 bestond de Nederlands^ binnenvloot uit 16.771 schepen met een tota laadvermogen van 4.327.885 ton, tegen 17..'. schepen met 4.331.722 ton per 1 Januari 1' Deze vloot was als volgt verdeeld: sleepboi- 6196 met 2.879.106 ton; zeilschepen 756 mc 55.375 ton; mechanische hulpkracht 2775 met 338.489 ton; motorschepen 6944 met 1.030.168 ton en stoomschepen 100 met 24.747 ton. Verreweg het grootste gedeelte van deze schepen had een laadvermogen van minder dan 600 ton: 1562 schepen varieerden van 600 tot 1500 ton en 273 schepen hadden e&v laadvermogen van meer dan 1500 ton. TV/"IJ HERINNEREN het ons of het gisteren gebeurd was. De aardrijkskundeles had een aanvang genomen. Over het bord was een kaart gehangen, u weet wel, zon blauw ge aderde met groene en gele vlekken versierde landkaart van Nederland. De leraar had de stok er vlak naast gezet. Die stok namen wij ter hand. En daar ging het: de provincie Gel derland. Rivieren: Rijn en Waal. De grond: kleigrond, zand grond. Aha! Wat voor zandgrond? Verstuivingen, mijnheer. Hoe noem je zulke gronden? Woeste gronden, mijnheer. Die woeste gronden! We waren ze al lang weer vergeten, hoogstens wekte het woordje woest associaties met Emily Bronte's „Woeste Hoogte", waarin intussen het landschap ook niet bepaald een vruchtbaar karakter droeg. Onze kennis making met de filmstrip van Kees Hana heeft de woeste grondqn weer in de memorie teruggebracht. Wij weten het weer. „Woeste gronden zijn gronden, waarop men niets kan verbouwen. Ze zijn noch voor de tuinbouw, noch voor de vee teelt noch voor de landbouw geschikt. Men rekent er toe: plas sen en poelen, veenmoerassen, duinen en strand. Voor de mens zijn deze gronden niet bruikbaar". Ja, zo leerden wij het vroeger. De aardrijkskundeboekjes sprongen toen een beetje minachtend met de woeste gronden om. Zij probeerden te werken op onze zin voor utiliteit. Woeste gronden waren gronden waaraan je geen geld kon verdienen. Maar zij hielden geen rekening met onze verbeel ding. Voor ons waren die woeste gronden de laatste plekjes waar de beschaving gelukkig niet was doorgedrongen. Duis tere oorden vol opwindende geheimen. De enig overgebleven schakel tussen ons en de Batavieren. Helaas, de leraar aard rijkskunde waardeerde onze zienswijze niet. De aardrijks kundeboekjes bleven volhouden dat ons standpunt verkeerd was. Wij moesten een afschuw hebben van de woeste gron den, maar wij kregen het niet. Gistermorgen is op de algemene begraaf plaats te Heemstede het stoffelijk over schot van de heer C. J. van Tilburg, in leven redacteur van Haarlems Dagblad/ Oprechte Haarlemsche Courant, ter aarde besteld. De sobere plechtigheid werd geleid door dr. P. J. Richel, Gereformeerd predikant te Heemstede, die in de aula enkele verzen van Psalm 39 voorlas. Naar aanleiding hiervan sprak de predi kant over de betekenis van het zwijgen in het leven van de mens. Een van de aspec ten daarvan is, dat het leed zo zwaar kan zijn, dat de mens zelfs niet meer twist met God, maar het zwijgen bewaart: dan is er geen gemeenschap meer tussen God en de mens.. Men kan dat wel proberen, maar, zo zei dr. Richel, dan komt toch opeens dat wonderlijke licht gevallen waarvan de Psalmdichter ook spreekt en dat zich uit in het woord: „Wat is de mens: hij is vol komen ijdelheid, gebonden met duizend banden, aan zijn werk, aan zijn bezit, aan alles wat hem lief is." In de duisternis van het zwijgen is dan het licht gekomen, het antwoord van het geloof: „Ik hoop op U, ik verwacht U". God maakt dan van het ellendige in ons leven iets moois. Dr. Richel memoreerde, dat de heer Van Tilburg veel had ontvangen in zijn leven dat reden geeft tot dankbaarheid, ook in zijn zwaar lijden. Boven dit alles uit gaat echter de verwachting op Hem die de doden opwekt, zo besloot dr. Richel. Op verzoek van de nabestaanden zongen de aanwezigen twee coupletten van „Een vaste burcht is onze God". Aan het graf las dr. Richel de Geloofs belijdenis en bad hij het Onze Vader. Een schoonzoon van de heer Van Til burg dankte voor de betoonde belangstel ling. In Utrecht is een congres gehouden ter gelegenheid van het eeuwfeest der kerke lijke hiërarchie. Het congres begon met een korte rede van de heer Anton van Duinkerken over de school en het gezin, waarna de aarts bisschop coadjutor, mgr. dr. B. J. Alfrink, een rede hield, die in hoofdzaak was ge wijd aan het humanisme. Hij maande tot waakzaamheid. „Humanisten in het mo derne gebruik van dit woord heeft ons volk reeds lang gekend", aldus mr. Alfrink, „doch thans vertoont het humanisme zich in een georganiseerde en gesystematiseer de vorm waardoor zijn stootkracht aan- j merkelijk is vergroot. Het bergt alle ge varen in zich, waaraan een mens is bloot gesteld, die geen schepper en wetgever boven zich rekent". Men zal dit humanis me, volgens de spreker, niet op één lijn mogen stellen met de godsdienst, „ook al werpt het zichzelf op als religie van de nieuwe tijd". Men kan volgens mgr. Alfrink met recht de vraag stellen of er thans in geheel Ne derland wel één militair garnizoen is dat zoveel humanisten telt, dat het materieel medewerken aan het tot stand komen van een humanistisch militair tehuis zou eisen. „Indien men immers in deze omstandig heden een militair tehuis van genoemde strekking zou eisen, berust dat ofwel op de pretentie dat men als vertegenwoordiger van alle niet-Christenen optreedt, ofwel op de bedoeling om het systeem te laten doorsijpelen in het volk. Evenzo kan men de vraag stellen of men materiële mede werking kan geven aan het invoeren van humanistische verzorgers in het leger". Voorts spraken achtereenvolgens de heer J. M. Peters over de maatschappelijke be tekenis van het katholiek onderwijs en mgr. F. Feron over de school en de kerk. A f gravingen Een snel groeiend volk, zoals het onze, heeft echter nog veel meer nodig dan al leen maar bouw- en weiland. Dat bewijst wel de afgraving van de St. Pietersberg bij Maastricht. De berg bestaat helemaal uit zachte kalksteen en hiervan maakt een reusachtige fabriek vlak naast de groeve cement. En cement hebben we broodnodig voor het bouwen van huizen. Die huizen worden vooral gebouwd in het Westen des lands. De steden en dorpen breiden zich voortdurend uit. Men reize maar eens van Haarlem naar Amsterdam. De gi-ond is op vele plaatsen opgespoten, heistellingen verrijzen er bij tientallen, huizenblokken gordden zich aaneen. Veel al is de grond zo laag en derhalve zo voch tig, dat men onmogelijk meteen met bou wen kan beginnen. Tonnen zand worden aangevoerd om de grond steviger te maken. Het is het zand van de woeste gronden. Een motor met twee personen is gister morgen tegen de douane-slagboom van het grenskantoor Hoogcruts aan de Nederlands- Belgische grens in Zuid-Limburg gereden. De twee berijders, de 52-jarige Hubert F. en zijn zoon, de 18-jarige Martin beiden uit Holtum-Born zijn zwaar gewond over gebracht naar het ziekenhuis St. Annadal te Maastricht. Vooral de toestand van vader bleek zorgwekkend. Misschièn konden wij het ook niet over ons hart verkrijgen de woeste gronden smalend te bejegenen, omdat zij ons zo geschikt voorkwamen als exploitatieterrein voor pioniers. Niet dat het in onze bedoe ling lag pionier te worden. Wij wai-en het althans niet op de woeste gronden van plan. Ze leken ons echter uitermate ge- eigend voor ingenieurs en andere bekwame lieden, door wie ons land zo beroemd was gewoi-den. Mocht Leeghwater er niet zijn? Was men niet juist in onze kindsheid bezig met het droogleggen van de Zuiderzee? Golden de sluizen van IJmuiden niet als de grootste ter wereld. Overal verwierf Nederland zich een wereldfaam. Waarom zou men dan de woeste gronden niet roem vol ontginnen? Eeuwen lang waren ze aan hun lot overgelaten. Boeren noch bosbou- wei-s keken er naar om. Alleen de natuur liefhebbers genoten van hun pracht. Maar de bevolking van Nederland groeide. Er was hard grond nodig. Er moest woeste grond gecultiveerd worden. Naarmate wij ouder werden zijn we van de noodzaak ei-van wel overtuigd geraakt. Het ging ons echter altijd aan het hart. Aan het werk Ja, wij werden ouder. En zie: het aanschijn van Nederland veranderde. Met de hulp van de modernste werk tuigen, door bemesting en verkaveling werden heel wat stukken grond op oordeelkundige wijze getransformeerd lot weiland, bouwland en bos. Maar niet overal. Soms hadden de ontgin- ners weinig oog voor het natuurschoon. Afwisselend landschap in Zuid-Limburg, waar natuur en cultuur op fraaie wijze samengaan. Zij hielden geen rekening met ruimte en verhouding, ze deden maar raak. Er zijn gloednieuwe landschappen, die lelijker zijn dan de oude. Niet overal echter is de harmonie voor altijd ver stoord. Kijk maar eens naar Zuid- Limburg. In het heuvelachtig land schap is een prettige afwisseling blij ven bestaan tussen bouwland en bos. Op plaatsen, die te steil of te schraal zijn om tot bouwland te worden ge maakt, werd voor een fraaie bebossing gezorgd. De heuvels maken het pano rama eens zo aantrekkelijk. Iln opdracht van de Natuurbescher ming scommissie Zuid-Kennemerland heeft de publicist en natuurkenner Kees Hana een filmstrip gemaakt onder de titel „Ons land en wij". Zij geeft op fraaie en duidelijke wijze een beeld van het schaarse nog ongerepte natuurschoon in ons land. Tevens laat zij ons de schade zien, die dat natuurschoon zeer dikwijls is toegebracht. De strip vormt een uitstekende propaganda voor het werk der natuurbescherming. Zij zal 8 ook aan het visuele onderwijs goede g diensten bewijzen. De belangstelling 3 voor de strip is groot en de eerste op- 0 laag was spoedig uitverkocht. Woeste gronden noemde men ook de streken rond Amsterdam, waar thans het Amsterdamse Bos veri-ezen is. Voor vee of bouwland zouden die gronden zeker geschikt geweest zijn. Toch overwoog niet het doelmatig heidsprincipe, toen het Amsterdamse gemeentebestuur opdracht gaf ze te ontginnen. De doelmatigheid was hier van een andere orde. .De stadsmens heeft behoefte aan een oord waar hij vrijer kan ademen, zijn kindei-en kan laten ravotten, wandelingen maken, een partijtje voetbal spelen. Voor dat doel werd het Amsterdamse Bos aan gelegd. Het drukke bezoek bewijst, hoe verstandig het was de beschikbare grond daarvoor te bestemmen. Vliegden op woeste grond. Door zandver stuivingen verandert het landschap voortdurend. misbaar. De aardrijkskundeboekjes vangen slechts ten dele de behoefte op aan duide lijk en helder vergelijkingsmateriaal. Foto's interesseren de jeugd altijd meer dan kaar ten. Aanschouwelijk onderwijs is concreet onderwijs en het zou, dunt ons, aanbeveling verdienen wanneer de aardrijkskundeles wordt opgeluisterd met het fraaie documen- tatie-materiaal, dat in de strip over het landschapsschoon in Nederland te vinden Is. De jeugd gaat het belang daarvan ter harte. De jeugd ziet al genoeg om zich heen wat de benaming schoon niet waardig is. De mens, heer en meester over de natuur, beheert die- natuur niet altijd. Hij toont zich niet immer een meester. Jammer, dat de mens faalt. Want daartegenover: hoe vaak faalt de natuur? Hoe vaak geeft zij de mens een lesje? Hoe vaak kan men haar wel on-'': -ven, maar niet doorgronden. Hoe vaak? Armoedige soort En dan zijn er natuurlijk nog die woeste gronden waar dg natuur heer en meester bleef. De duinen, het strand, de zandver stuivingen. Zij zijn de woeste gronden van Natuurlijk gebeurt ook het omgekeerde. Recreatie-oorden moeten verdwijnen en wat eens een speelwei was wordt bouw- terx-ein. Het is nog niet zo heel lang ge leden, dat de Loosdrechtse plassen gevaar liepen „geannexeerd" te worden. Om de Biesbosch is nog een strijd gaande. De Ois- terwijkse vennen,vermaard om hun schoon heid, dreigen ook al een bestemming te krijgen, die hun status geheel verandert. Voortdurend moeten de natuurliefhebbers hun stem verheffen tegen het ontmante lingsproces, dat men de natuur pleegt aan te doen. De technische hulpmiddelen die ons ten dienste staan zijn zo vermogend, dat wij vrijwel alles kunnen ontginnen. Overal grijpt de mens in. De filmstrip van Kas Hana laat zien hoe. Naast de voortref felijke resultaten, die men met de ontgin ningen heeft behaalt, stelt zij ook de wan smaak ten toon, die daarbij helaas menig maal hoogtij vierde. Vergelijkenderwijze leert men het beste. De beelden, die men in Hana's strip aantreft leveren vaak schrille contrasten. Dan beseffen wij hoeveel er aan landschapsschoon in Nederland ging verloren en van hoe groot belang het werk van de natuurbescherming is. Eigenlijk is zo'n strip voor het onderwijs op schooi on- Afgraving van de St. Pietersberg bij Maas tricht. Nodig voor de cementwinning t.b.v. de bouw van huizen, doch niettemin een groot verlies van natuurschoon. de ai-moedigste soort. Bijna niets wil er in groeien. Planten vinden er haast geen voedsel. Maar hoe mooi zijn zij om te zien. Steeds veranderen zij onder de adem van de wind Het zand wordt van de ene plaats weggevoerd en op de andere neergeworpen, jaar in, jaar uit. Hier blijft het landschap onaangetast door 's mensen hand. Hier is het nog' als in de dagen, dat wij voor de landkaart stonden en met de stok wezen naar de woeste gronden in Nederland. Ze kunnen ons nog altijd bekoren. En u. A Een fraai plekje in het .Bosplan" van Amsterdam. In het belang van de recreatie tot stand, gebracht betekent het nieuwe bos een grote aanwinst voor de volksgezortdheid De voorzitter van de Tweede Kamer fractie van de K.V.P., prof. mr. C. P. M. Romme is door de Paus benoemd tot com mandeur met grote zilveren ster in de orde van de Heilige Gregorius. De bisschop van Haarlem, mgr. J. B. Huibers, heeft gisteren de benoemingsbul met de versier selen ten huize van pi-of. Romme in Over- veen overhandigd. Bij deze plechtigheid waren onder meer aanwezig de ministers prof. dr. L. J. M. Beel en de heer A. C. j de Bruijn en de voorzitter van de Tweede Kamer, dr. Kortenhorst. Mgr. Huibers uitte in een toespraak zijn waardering voor het geen prof. Romme in het belang van de Nederlandse katholieke zaak heeft ver richt. speciaal iegen KOORTS, KIESPIJN. HOOFDPIJN en PERIODIEKE PIJNEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 9