Drie jaar geleden werd reeds goodwill voor de tentoonstelling gekweekt Derde prijs Flora Tweede prijs lichtfoto's Zakelijke basis, ideeële achtergrond Floradirecteur H. C. Vermeulen over zijn werk als organisator Floralistisch De pe Timisten Publiciteitsman bij uitstek Voor de kleine mens Keihard WOENSDAG 6 MEI 19 5S Ingezonden door Th. Rabenberg, Heemstede. Motto: „Sprookje in de mist". G. W. van Lunenburg zond deze plaatonder het motto Eppelein II" (Troostprijs) „Holland" heette deze aardige opname. (Troostprijs). Ingezonden door Th. Rabenberg, Heemstededie met zijn prachtige „sprookje in de mist" een hoofdprijs verwierf. „Nu moet u toch eens even hier door het raam kijken. Kunt u begrijpen, dat ik er vanmorgen niet toe kan komen de post af te handelen?" De heer H. C. Vermeulen, een der directeuren van de Flora 1953, wijst ons het inderdaad verrukkelijke schone uitzicht, dat hij van zijn kantoor uit heeft op de bloeiende bollenpartijen in een onvergankelijk schoon palet te zamen gebracht op de open weide aan de Vrijheidsdreef. Op de paden bewegen zich in een voortdurende bewondering de eerste honderden van de tienduizenden die deze dag de tienjaarlijkse tentoonstelling van de Alge mene Vereniging voor Bloembollencultuur zullen bezoeken. Hun komst en hun geestdrift over het gebodene wanneer zij straks na uren, na een dag wellicht, het terrein zullen verlaten, vormt een bevestigend antwoord op het ongebroken optimisme, waarmee de heer Vermeulen als zakelijk directeur gedurende drie jaar de Flora heeft verdedigd. „Verdedigd?" zal men wellicht met enige verbazing vragen. Was het nodig een evenement te verdedigen, dat zo duidelijk alles overtreft wat men op tentoon- stellingsgebied in Nederland de laatste jaren heeft gezien? Was het noodzakelijk inderdaad strijd te voeren tegen alle mogelijke argumenten en tegenwerpingen, die er op gericht waren het welslagen van deze-grootse manifes tatie van de Nederlandse sierteelt twijfelachtig te doen voorkomen? staan aan de één, dan moet ik het ook doen ten opzichte van een ander. En bij de voorbereiding van de Flora is me wel ge bleken, dat, waar twee Nederlanders bij elkaar zijn, zij ten minste vier liefdadige doeleinden nastreven. Daarom moest ik wel zo radicaal zijn èn ten opzichte van de verpachting èn ten aanzien van de reduc tie op de toegangsprijs. Want als de Flora afgelopen is en er zou door al die gunstbewijzen een déficit zijn, dan zegt niemand: „Die goeie Vermeulen", maar wel: „de exploitatie was ook niet zakelijk"." Naarmate het gesprek met de heer Ver meulen vordert, weten wij het zeker: deze man is gegrepen door de Flora, door de gedachte en door middel van de bloemen iets goeds en moois te brengen in een kille wereld. De heer Vermeulen zélf zegt het ironi- scher: „Het is de Floralistis, zoals we dat hier noemen. We hebben er allemaal last van, onze zestig personeelsleden net zo als ik of de burgemeester of hoofdinspecteur Berentsen. Het is de verbeten wil om die tentoonstelling te maken tot een over weldigend succes". gebeld door een politie-agent die helemaal overstuur was. „Komt u toch gauw meneer Vermeulen, want de hele Flora ligt tegen de vlakte". Doodsbleek begaf de zakelijke directeur zich naar de Vrijheidsdreef, maar al spoe dig was al z'n ongerustheid verdwenen en maakte plaats voor grote dankbaarheid: bloemenpaleis en winkelgalerij bleken on geschonden en zelfs de 24 meter hoge klokketoren van architect L. H. Fledderus, juist onder de kap gekomen, stond nog overeind, de vlag in top. De brave politieman ook bezeten door de Floralitis had zich in de war laten brengen door de glasschade aan de kassen, waarvan er één tegen de grond lag. „Toen was de directie van de Flora ver heugd, dat zij de voorkeur had gegeven aan een grotere investering voor de ten- toonstellingsbouw dan het geval was ge weest als de gebouwen waren vervaardigd van karton en papier-maché", zo zegt de heer Vermeulen, want ook dat onderdeel van het beleid heeft grote problemen op geleverd. Nu, nu de bloemenweelde van cte Flora het hoogtepunt bereikt en de tienduizenden gekomen zijn voor wie men dit alles heeft aangelegd en toebereid, nu schijnen al die zorgen en moeiten ver weg. Vandaag rest alleen de triomf van de bloem De Gravestenen Brug kwam in velerlei vormen en belichtingen binnen. Een der allermooiste foto's van dit onderwerp ivas van A. P. Berlemon, Haarlem, die een hoofdprijs kreeg met zijn Bavo Baseliek. Deze brug kreeg een troostprijs. Vermeulen Ja, dat was bitter nodig. Want men kan nu, temidden van de bloemen weelde zoals die door een begena digd tuinarchitect werd gearran geerd, gemakke lijk beweren, dat een expositie wel ke haar bestaans recht in de natuur zélf vindt, altijd moet slagen, maar dat is wel zeer opper vlakkig geredeneerd. Toen de heer Vermeulen in 1950 zijn taak begon was het vijftien jaar geleden dat de laatste Fiora werd gehouden. De herin nering daaraan en de traditie waaruit deze internationale bloemententoonstellingen zijn ontstaan was een jongere generatie volkomen vreemd en bij de ouderen hadden de zoveel fellere belevenissen van de tweede wereldoorlog de plaats ingenomen van de zoete souvenirs uit een tijdvak, dat door sommigen nog wel een als „goed" en ,,oud" wordt aangeduid. En er waren andere trekpleisters ge komen, die ook in het voorjaar hun publiek wisten te boeien: Avifauna en Keukenhof. Vooral de laatste instelling had een kring van sympathiserenden om zich weten te verzamelen en die zagen in een Flora alleen maar een concurrente die zou profiteren van de goodwill uit het Keukenhof-initia tief gekweekt. Tegen die groep moest de heer Vermeu len dan steeds weer betogen, dat de Flora als vak-ten toonstelling geheel iets. anders is dan de .ongetwijfeld schone en aantrek kelijke tentoonstelling in Lisse. Nu die twee exposities beide te zien én te vergelijken zijn, behoeft deze stelling geen nader betoog, maar zo was het drie jaar geleden niet. Dan waren er de pessimisten, die de Flora 1953 maar weinig goeds voorspelden en die een échec voorzagen op grond van het feit, dat zoveel andere, overigens goed bedoelde en soms kwalitatief zelfs uitste kende tentoonstellingen zich niet in de gunst van het publiek mochten verheugen. „Denkt u maar eens aan de „Mijlpaal" in Arnhem, aan de „Van de Wadden tot het I-J" in Alkmaar, aan ,,De Rijn in de R.A.I.", aan „Damstad," zo zegt de heer Vermeulen. De zakenwereld was door al die negatieve uitkomsten wat kopschuw geworden. En die zakenwereld had de heer Ver meulen juist hard nodig, omdat de finan ciële basis van deze Flora voor een belang rijk deel in de verpachtingen is gelegen. Trouwens: wat zegt een Hollandse zaken man wanneer iemand bij hem interesse tracht op te wekken voor een gebeurtenis, die pas over drie jaar plaats zal vinden. Hij zegt: „Kom tegen die tijd nog maar eens terug." Dat „tegen die tijd" betekende vele ge vallen: drie maanden voor de opening. Intussen stond de tijd niet stil: de jaren die aan de opening van de Flora vooraf gingen, slonken tot maanden, tot weken, tot dagen. En in dat tijdsverloop gebeurde er heel wat dat de heer Vermeulen grijze haren bezorgd zou hebben, ware het niet dat hij zijn befaamde glimlach onder alle omstan digheden weet te bewaren. En niet alleen zijn glimlach, maar, wat meer en beter is zijn gemoedsrust. Daar was dan allereerst het Koreaanse conflict met zijn latende dreiging van een derde wereldoorlog, die het zaken doen en plannen maken op grote schaal verlamde. En tegelijkertijd het speculatieve instinct wakker riep, zodat de voor Korea opgestel de Florabegroting al spoedig niet meer deugde. Het aandeel der investeringen in het bouwtechnische gedeelte steeg tot een schier duizelingwekkende hoogte en dat wilde zeggen dat andere posten evenredig verminderd moesten worden. Geen eenvoudige puzzle om op te lossen wanneer men nog maar aan 't begin van een onderneming staat, waarmee millioenen ge moeid zijn. Men kan zeggen dat de begroting van de Flora twee fundamenten heeft: het bezoek en de verpachtingen. Het bezoek werd gebaseerd op het aan tal betalende belangstellenden van 1935: 600.000. Het bestuur van de Flora 1953 heeft zich niet willen wagen aan een speculatie op een overschrijding van dat getal. Zeker: de bevolking is toegenomen, het toeringcarbedrijf heeft het reizen door de grote massa bevorderd. Maar de concurre rende doelwitten voor èen verpozing zoekend volk zijn eveneens toegenomen. En het geld is betrekkelijk schaars, terwijl bovendien de Flora niet in het vacantie- seizoen valt, zodat in feite enkele week einden tijdens het bollenseizoen het grote kwantum bezoekers moeten brengen. Overdenkt men deze bijzondere aspecten, dan beseft men tevens hoe belangrijk de afdeling pers en propaganda is, die al evenzeer onder de directie van de heer Vermeulen viel. De zaken zijn in dat opzicht bijzonder doortastend en degelijk aangepakt. Van September 1952 af hebben alle verenigin- Dat de thans 49-jarige heer H. C. Ver meulen in 1950 werd belast met de zakelijke en organisatorische leiding van de Flora is voor een niet gering deel het gevolg van de successen die hij behaalde met zijn eerste voorjaarsbeurs in Haarlemdie reeds door drie andere ■werd gevolgd. En dat de heer Vermeulen zich mede op het tentoonstellingsterrein ging toe leggen was weer een gevolg van de relatie, die hij met enkele belangrijke orgayiisaties legde in zijn kwaliteit van directeur van het publiciteitsbureau ..Het Anker" en als reclame-adviseur. Voor hij zich als zodanig in 1939 zelf standig te Heemstede vestigde, had hij al een hele carrière in het grafische be drijf in al zijn geledingen achter de rug. Onder meer werkte hij bij J. H. de Bussy in Amsterdam, Gimborn in Doorn en van 1930-1933 bij de drukkerij Erven Loosjes te Haarlem, waarvan hij direc teur was. De heer Vermeulen doet het tentoon- stellingswerk" graag en anderen laten lieyn het gaarne doen, getuige, het feit dat hij reeds van meer dan een zijde werd benaderd om na de Flora weer andere massale exposities onder zijn hoede te nemen. gen van enige importantie in Nederland en daarbuiten iedere maand een vouwblad, een circulaire, een korte mededeling of een uitvoerige brief gehad, waarin zij op het belang van een bezoek aan de Flora wer den gewezen. Dat adressen-materiaal is tevoren door de staf van de Flora bijeengebracht en ge selecteerd. Alleen al in Nederland waren dat er zevenduizend Aan affiches werd bijzondere zorg be sleed: thans hangt op ieder postkantoor en op ieder station, op iede;- reisbureau en op iedere reclamezuil in Nederland er één. „Behalve dan in Zuid-Kennemerland, want daar weet men toch wel dat er een Flora is." De heer Vermeulen is namelijk een economisch man, die ook bij grote pro jecten als de Flora geen neiging vertoont met het geld te gaan smijten. Behalve de zorg voor de propaganda en de kaartverkoop en die stelt ook zware eisen aan tact en inzicht van een tentoon- stellingsdireeteur had de heer Vermeu len dus de taak om door een efficiënte verpachting te komen tot een evenwichtig Florabudget. Die verpachting is zonder twijfel ge slaagd, te geslaagd menen velen die zich ergeren wanneer zij van de bloemenweelde in de grote hal onverhoeds gestuwd wor den tussen commerciële stands met luiers, libertystoelen of limonadelepeltjes. De heer Vermeulen, hij geeft het onomwonden toe, had het zelf ook liever anders gewild. Maar er was geen keus, juist door de al eerder vermelde neiging van het zaken leven om de kat uit de boom te kijken tot drie maanden voor de opening van de Flora. Wie de staf mocht breken over de aan wezigheid van een koffie- of soepschen- kerij of over een chocoladetentje, vergete niet het verband tussen het massale aantal bezoekers op de Flora en de toegangsprijs. Die toegangsprijs is voor het gebodene niet abnormaal hoog en zelfs eerder te laag te noemen. De Gentse Floraliën vragen vijf gulden per bezoeker en toch komt heel België er. En ook de jaarlijkse tentoon stelling van Chelsea vraagt een toegangs prijs die twee keer zo hoog is als die van de Flora. Maar in aanmerking genomen, dat het grootste deel van de bezoekers door de werkende bevolking moet worden geleverd kan men inderdaad zeggen dat die prijs zo is, dat er dan ook niet teveel uitgaven bij moeten komen. De kleine man is dus gebaat met de stands van een Maggi, een Van Houten of een Nescafé, zoals hij dat ook is met de vele banken op het tentoonstellingsterrein, zodat hij niet per se naar een van de restaurants behoeft te gaan om op zijn verhaal te komen. Verder heeft de heer Vermeulen er angst vallig voor gewaakt, dat geen „stoepier- methoden" worden toegepast door de commerciële standhouders of door de en kele toegelaten propagandisten van chari tatieve verenigingen. „De mensen die op de Flora komen moé ten er eens helemaal uit zijn. Zij moeten j dan ook niet telkens herinnerd worden aan I zorgen en leed: de Flora moet hen integen- j deel weer nieuwe levensmoed en levens- vreugde schenken. Daarom geen gevent met speldjes en lootjes, dat maakt de men sen maar kriegel", Intussen heeft die opvatting de heer Vermeulen de roep bezorgd, dat hij „kei hard" zou zijn. „Maar als ik begin voorrechten toe te Ingezonden door L. B. Lips, Velsen, onder het motto: Fleur op de Flora". Haarlems Centrum werd gefotografeerd door J. Prinsen te Haarlem. Troostprijs Het heeft er één ogenblik naar uitgezien, dat alle Flora-illusies van de heer Ver meulen met één windstoot vernietigd waren. Dat was op die voor ons land zo ramp spoedige Eerste Februari 1953 toen hij, nog onbewust van hetgeen er allemaal gebeurd was, 's morgens vroeg uit zijn bed werd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 8