Elizabeth de Tweede gekroond tot
Koningin van het Britse Imperium
Zelfs regen en kou konden Londens
warme hart dit keer niet bekoelen
Weerbericht
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Plechtigheid in de
Westminster Abbey
Concentratie van
strafgestichten
Het woord is aan...
Jacht met Meppels
echtpaar vermist
Televisie-uitzendingen
worden voortgezet
Kapitaal aan juwelen
van hertogin gestolen
8 Koninklijk gewaad
Studiecommissie benoemd
Vermoedelijk bij Kampen
gezonken
Oók na 1 October
Principe-besluit van regering
Bewoners met vacantie;
inbrekers doorzochten huis
Veehouder hekent brand
stichting in boerderij
67e JAARGANG No 2 73
Hoofdkantoor Grote Houtstraat 93, Haarlem.
Telefoon 15295 (zes lijnen) Directie, Hoofd
redactie, Redactie en Administratie. Bijkantoor
in Haarlem-Noord, Soendaplein 37, Tel. 12230.
Drukkerij Zuider Buitenspaarne 12, Tel. 15295.
Directeur Hoofdredacteur: Robert Peereboom
DINSDAG 2 JUNI 1953
Haarlems Dagblad
297e JAARGANG No 120
Uitgave Grafische Bedrijven Damiate N.V.
Verschijnt dagelijks beh.opZon-enFeestdagen.
Abonnement per week 47 cent, per kwartaal
6.10, franco per post 6.60. Postgiro 273107.
Advertentietarieven op aanvraag verkrijgbaar.
Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman
De hertogin van Sutherland ontdekte
even voordat zij en haar echtgenoot naar
de Westminster Abdij zouden vertrekken,
voor de Kroning, dat juwelen ter waarde
van driehonderdduizend gulden waren ge
stolen, in 1950 werden de hertog en de her
togin juwelen ter waarde van 500.000 gul
den ontstolen.
Doorweekt door een gestaag neerdreinende regen, die de vlaggen en
versieringen slap deed neerhangen hebben de millioenen die al sinds
gisteren, sommigen zelfs al sinds eergisteren, langs de route wachtten,
vanochtend het sprookje gezien, waarop zij wachtten: de Kroningstoet
van hun Koningin Elizabeth. En al bibberden die mensen van de kou, op
het grote moment vergaten zij de regen en de wind en alle grauwheid bij
dat goud en purperen sprookje en juichten zij zich warm. Zoals heel
Londen juichte, die sombere grijze burcht aan de Theems, die dit keer
de kilte van de dag overwon met een hartverwarmend enthousiasme. Zoals
heel Groot-Brittannië juichte om de jonge vorstin, in zijn steden en in
zijn dorpen waar de mensen de problemen van alledag konden vergeten
nu alle trotse glorie van het oude Koninkrijk scheen te herleven, mooier
nog dan weleer nu de centrale figuur de jonge, beminnelijke Elizabeth was.
En in de weerkaatsing van die glorie verbleekte zelfs de zakelijke entou
rage van het Kroningsfeest. Want een féést was het, daar hebben al die
millioenen Britten voor gezorgd, die hardnekkig weigerden het door de
regen te laten bederven die later op de morgen gelukkig wat minderde. En
dat feest, dat al Zondag begon, omringde warm de statige en indrukwek
kende plechtigheid in de oude Westminster Abbey, waar Elizabeth werd
gekroond.
Om vier minuten voor half elf vertrok
Koningin Elizabeth in de 200 jaar oude
króningskoets van het Buckinghampaleis
naar Westminster Abbey, geëscorteerd door
de cavalerie van het hof in glinsterende
borstkurassen, militaire orkesten en hoog
geplaatste militairen. De Koningin was ge
kleed in een robe van karmozijnrood
fluweel. Zij droeg een diadeem op het
hoofd. Naast haar zat haar echtgenoot, de
Hertog van Edinburgh, gekleed in met
gouddraad bestikte blauwe admiraals
uniform.
De' stoet werd geopend door vier leden
van de hofcavalerie, twee militaire orkesten
en duizend leden van de garde en de be
reden artillerie.
Daarna kwamen admiraals, veldmaar
schalken, generaals, luchtmaarschalken,
hooggeplaatste officieren van de strijd
krachten van het Gemenebest en de veld-
aalmoezeniers, van wie sommigen te paard,
sommigen te voet en anderen in open
rijtuigen.
Lord Montgomery en zijn page op weg
naar Westminster Abbey.
De kroningskoets niet het Koninklijk
Paar, getrokken door acht schimmels, werd
voorafgegaan door het Koninklijk escorte
van officieren uit het Gemenebest, kolo
niale contingenten en een bereden orkest.
De koets werd gevolgd door een aantal
ruiters, onder wie de „Lord High Con
stable" (hofmaarschalk bij kroningen),
veldmaarschalk burggraaf Alenbrooke, het
hoofd van de Koninklijke lijfwacht, de Earl
of Onslow, en de adjudanten van de Ko
ningin, admiraal Earl Mountbatten of
Birma en de Hertog van Gloucester.
Om elf uur bereikte de kleurige stoet
de abdij, waar in de afgelopen 900 jaar
de Engelse Koningen en Koninginnen
zijn gekroond. In de voorafgaande uren
hadden de zevenduizend officiële geno
digden hier de hun toegewezen plaat
sen ingenomen. Koningin Elizabeth
werd er begroet met een trompet
fanfare. Een koor van 600 stemmen
zong uit Psalm 122:
„I was glad when they said unto me
we will go into the house of the Lord".
(Ik was blij, toen zij mij zeiden,
wij zullen in het huis des Heeren
gaan).
De zevenduizend gasten in de abdij
Britse edelen in kleurrijke dracht, buiten
landse vertegenwoordigers en burgers
zagen staande toe. hoe de Koningin, lang
zaam voortschrijdende over een blauw
tapijt, zich door het schip en het koor van
de kerk naar het hoogaltaar begaf. Zes
eredames droegen de lange sleep van het
gewaad van de Koningin.
Voor de Koningin uit liepen bisschoppen
en andere kerkelijke hoogwaardigheidsbe
kleders in kostbare gewaden, dragers met
grote ivoren en gouden kruisen, herauten
in met leeuw- en harp.figuren geborduurde
tunieken, edelen met de flonkerende Ko
ninklijke attributen staven, scepters en
zwaarden elk gevolgd door een page in
kleurige livrei die het kroontje van zijn
meester droeg, en de premiers van het Ge
menebest.
Langzaam schreed Koningin Elizabeth
langs de lege troon, die stond op een ver
hoging in het midden van het kerkschip
als een eilandje in een zee van goud. Zij
liep achter de 650 jaar oude eiken kronings
zetel om en nam plaats op de rood beklede
staatsiezetel onder de Koninklijke galerij.
De erkenning
Onder het helle licht van krachtige tele
visielampen schikten de zes eredames de
sleep van de Koningin op de vloer. Enige
ogenblikken later begon het eerste deel van
de plechtigheid, de erkenning.
Elizabeth stond op en begaf zich naar de
kroningszetel. De eredames trokken zich
terug, de Koningin staande achterlatend,
als centrale figuur van de eeuwenoude
plechtigheid, slank, jong en ernstig.
Dr. Geoffrey Fisher, de aartsbisschop
van Canterbury, wendde zich tot de aan
wezigen.
Langzaam en met grote nadruk/ei hij:
„Sirs, ik stel u hier voor Koningin Eliza
beth, uw onbetwiste Koningin, en vraag
daarom u allen, die hier gekomen zijt om
uw hulde te betuigen, zijt gij bereid dit te
doen?"
Driemaal klonk het daarop luid van deze
zijde van het altaar: „God save Queen
Elizabeth", en luid schalde een trompet
fanfare door de hoge abdijkerk.
In antwoord op de vragen van de aarts
bisschop, die voor haar stond, sprak de
Koningin daarop met heldere stem de 34
woorden, die zij bij deze plechtigheid van
twee-en-een-half uur moest uitspreken.
„Mevrouw," zo vroeg de bisschop, „is
Uwe Majesteit bereid de eed af te leggen?"
„Ik ben bereid", antwoordde Elizabeth.
Daarna vroeg dr. Fisher: „Wilt u plech
tig beloven en zweren de volken van het
Verenigde Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland, Canada, Australië,Nieuw
Zeeland, de Unie van'Zuid-Afrika, Pakistan
en Ceylon, en van uw bezittingen en an
dere gebieden die tot deze gebieden be
horen, te regeren in overeenstemming met
hun respectieve wetten en gebruiken?"
„Ik beloof plechtig dat te doen", zo zeide
de Koningin.
Na verder beloofd te hebben het Protes
tantse geloof te zullen handhaven, ver
klaarde de Koningin met de hand op de
Éijbel: „De dingen, die ik hier heb beloofd,
zal ik uitvoeren en houden. Zo waarlijk
helpe mij God."
Daarna kuste zij de Bijbel, die haar ver
volgens ceremonieel werd overhandigd
door de aartsbisschop met de woorden:
„Wij geven u met dit boek de meest waar
devolle zaak, welke de wereld te bieden
heeft."
De zalving
Daarna begon de zalving, die de Ko
ningin, evenals een bisschop, wijdde voor
haar bestuurstaak.
Ruisend klonk de muziek, toen de Ko
ningin, rechtopstaand, werd ontdaan van
de aardse praal het karmozijnrode ge
waad, de diadeem, de versierselen van de
Orde van de Kouseband en gekleed
werd in het eenvoudige, witte zalvingskleed
dat van haar de eenvoudigste, minst opge
tooide figuur in de prachtvolle omgeving
maakte.
Voorafgegaan door Lord Salisbury met
het zwaard van staat werd Elizabeth op
nieuw naar de kroningszetel geleid, waar
zij thans plaats nam boven de „steen van
het lot", de ruwe blok zandsteen waarop
in het verleden de Schotse koningen wer
den gekroond.
Aartsbisschop Fisher doopte zijn vingers
in de olie en zalfde de Koningin op de
palmen van de hand, op de borst en op de
kruin van het hoofd. Bij de zalving van het
hoofd van Elizabeth zeide de aartsbisschop:
„Zij uw hoofd met heilige olie gezalfd, zo
als Koningen, priesters en profeten gezalfd
waren."
Daarna knielde de Koning Ui op een bid-
stoel, terwijl de aartsbisschop haar zegende
en de baldakijn werd weggedragen. De hof
dame voor de garderobe, de hertogin-we
duwe van Devonshire, kleedde de Koningin
in de „colobium sindonis", een wit batis
ten kleed zonder mouwen, waarna zij
samen met de deken van Westminster de
Koningin hulde in de „supertunica", een
mantel van goudlaken afgezet met karmo
zijnrode zijde, die blonk in het heldere
lamplicht.
Door deze bekleding was Elizabeth van
de eenvoudigste de rijkst geklede van alle
aanwezigen geworden, prachtiger nog dan
de herauten, die aan de voet der pilaren
stonden geschaard. De schittering en de
praal werden vergroot door de met juwe
len bezette Koninklijke attributen, die ver
volgens een voor een werden overhandigd.
Allereerst kwam de Lord Great Chamber
lain, die knielde en de handen van Eliza
beth aanraakte met de gouden sporen, sym
bolen van Koninklijke ridderschap. Daarna
kwam het zwaard van staat.
De markies van Salisbury, die het zwaard
droeg bij het betreden van de abdij, ont
ving het zwaard terug volgens eeuwenoud
recht, door de deken van Westminster een
losgeld van honderd nieuwe shillingen te
betalen.
Daarna brachten edelen in snelle opeen
volging de andere symbolen der Konink
lijke waardigheid, die de aartsbisschop de
Koningin aanbood de „armbanden van
oprechtheid en wijsheid", en de rijksappel
met het kruis, ten teken van de souverei-
niteit van Christus over de aarde. Aan de
vierde vinger van Elizabeth's rechterhand
schoof aartsbisschop Fisher de „trouwring
van Engeland".
De kroning
En dan kwam het hoogtepunt van de
plechtigheden, de kroning zelf. De Koningin
zat daar, met in haar rechterhand de scep
ter met het kruis, het embleem van Ko
ninklijke macht en recht, en in haar lin
kerhand de roede met de duif, die recht
vaardigheid en barmhartigheid verzinne
beeldt.
Tegen half een viel er een stilte van af
wachting in het kerkgebouw. Boven de
glans van alle andere juwelen uit schitter
de de grote „ster van Afrika", de diamant
bovenaan de scepter.
De aartsbisschop, een zegening uitspre
kend, kwam langzaam het altaar af met de
kroon van Sint Edward, die rijk bezet is
met diamanten, robijnen, smaragden, saf
fieren en parels. Hij ging voor de Koningin
staan en strekt» zijn armen met de kroon
tussen de handen voor zich uit boven het
hoofd van de Koningin. Enkele seconden
bleef hij aldus staan en plaatste toen lang
zaam de kroon op het hoofd der Koningin.
Nog even duurde de stilte voort. Toen brak
opeens uit zevenduizend kelen de juich
kreet „God save the Queen" los.
Herauten hieven witte staven omhoog en
op dit teken zetten honderden edellieden
en edelvrouwen met gehandschoende han
den hun kroontje op. De ene trompetfan
fare na de andere weerklonk door de abdij
en buiten brandden de saluutschoten los
uit de kanonnen van de Tower en Hyde
Park.
Een page knielde voor de Koningin en
legde een karmozijnen kleedje aan haar
voeten, waarop eerst de aartsbisschop van
Canterbury en de andere geestelijken neer
knielden om trouw te zweren. Daarna
kwam de Hertog van Edinburgh naar vo
ren met de andere twee Koninklijke her
togen, van Gloucester en Kent, tot rechts
van de troon. Hij overhandigde zijn kroon
tje aan de page, knielde voor zijn echtge
note en Koningin, hield zijn handen tussen
de hare en beloofde: „Ik, Philip, Hertog
van Edinburgh, zal uw vazal zijn met lijf
en ziel en u eren bo
ven alles op aarde, en
oprechte trouw zal ik
u betonen in leven en
dood, tegen elk die u
belaagt, zo waarlijk
helpe mij God."
Daarna stond hij op,
raakte de kroon aan
met zijn rechterhand
en kuste de Koningin
op haar linkerwang.
Toen de laatste edele
zijn eerbewijs bracht,
werden de trommen
geslagen, de trompet
ten geblazen en alle
aanwezigen juichten'
„God save Queen Eli
zabeth. Long live
Queen Elizabeth. May
the queen live for
ever".
Na de communie ver
liet de Koningin de
abdij. De gasten zon
gen daarop staande
het volkslied.
Om ongeveer kwarl
voor twee zette hel
eerste deel van de
volledige kronings
stoet die ruim zeven
en een halve kilo
meter lang was, ziel
in beweging voor d(
tocht terug naar
Buckingham Palace
Om tien minuten vooi
drie, een uur latei
dus, verliet Koningii
Elizabeth de abdi;
Om half vijf was zij
terug in het paleis.
In de stoet liepen
10.000 militairen mee.
Om iets van de luister van de kroningsstoet op te vangen zijn de Engelsen tot heel
wat bereid; en zo kan men reeds lang van te voren enthousiastelingen in de Londense
straten zien, die alvast een goed plaatsje veroverden. Gewapend tegen regen en koude
en met een goed humeur zit een groepje Engelsen en Australiërs onder de veilige hoede
van een der enorme leeuwen van Trafalgar Square.
Onvergetelijk was de enscènering, die
het hoogtepunt vormde van de stoeten, die
zich naar de abdij begaven. De gouden
koets van Koningin Elizabeth werd vooraf
gegaan door duizend garde-soldaten, wier
r^ocl-zwart een levend tapijt vormde tot
zo ver het oog reikte. Daartussen was het
goud van de herauten en het grijsblauw
van de uniformen der luchtmacht.
Gardetroepen met hun vrolijke deuntjes
spelende muziekkorpsen, marcheerden
voorbij in absolute precisie en tevens met
3pooocooooooccGoooccï>3oooocoooococcooooooocooocooocoooc»?x
Het zijden gewaad, dat Koningin Eliza
beth vandaag draagt, is geborduurd met
de emblemen van Groot-Brittannië en
de landen van het Gemenebest. Op de
korte mouwen is de Engelse Tudorroos
geborduurd. Rond het middel de look
van Wales, het Ierse klaverblad en de
Schotse distel en in een brede band
rond de rok het ahornblad van Canada,
de acaciabloem van Australië, de
Nieuw-Zeeland.se varen, de Protea-
bloem van Zuid-Afrïka, tarwe, katoen
en jute voor Pakistan en de lotusbloem
van India.
Het gewaad heeft een nauwsluitend
lijfje, dat vierkant is gesneden over de
schouders met een hartvormig décolleté.
De uitstaande rok eindigt in een korte
sleep.
Er is ongeveer vijf maanden aan dit
kroningskleed gewerkt. In Januari be
gon de couturier Norman Hartjiell aan
het ontwerp en Vrijdag was het gewaad
klaar. Er is 15 meter satijn in verwerkt
en alleen al aan de borduring zijn 3000
arbeidsuren besteed.
een soepelheid van beweging, die aan deze
Britse crack-regimenten eigen is.
Opmerkelijk was de lichte, haast on
hoorbare tred en de rust die van dit alles
uitging.
Grote menigten bewogen zich reeds voor de kroningsday
door de Londense straten. Een blik op de Londense City, waar
duizenden op de been waren.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot wijziging van het
hoofdstuk Justitie der begroting voor het
treffen van bouwkundige voorzieningen
voor het gevangeniswezen.
De gebouwen, waarin de strafgestichten
van het gevangeniswezen zijn gehuisvest,
zijn sterk verouderd. Zij dateren groten
deels uit de vorige eeuw en eisen jaarlijks
grote voorzieningen aan onderhoud en ex
ploitatie.
Voorts vertonen de huizen van bewaring
een klemmend gebrek aan plaatsruimte,
waarin in de huidige situatie slechts door
nieuwbouw kan worden voorzien. Deze
nieuwbouw geschiedt thans in de meest
urgente gevallen door het bouwen van
nieuwe vleugels en verdiepingen bij be
staande gestichten. Aangezien de voorzie
ningen steeds een min of meer provisio-
risch karakter dragen, dringt zich de vraag
op wat in de toekomst met de huidige ge
vangenisgebouwen zal dienen te geschie
den.
Voor de beantwoording van deze vraag
dient allereerst onder het oog te worden
gezien of de bestaande gebouwen door ge
hele of gedeeltelijke vernieuwing aan de
thans te stellen eisen zouden kunnen wor
den aangepast en welke kosten dit met zich
zou brengen. Hierbij dient rekening te
worden gehouden met de normen, die wor
den gesteld door de moderne penitentiaire
inzichten.
Daarnaast zou als oplossing kunnen
worden gedacht aan concentratie der straf
gestichten voor verschillende categorieën
mannelijke veroordeelden in een nieuw te
bouwen penitentiair centrum. Het denk
beeld van een dergelijke concentratie is
reeds in 1935 naar voren gekomen en in de
daarop volgende jaren bij herhaling in
overweging geweest.
De hierbij vrijkomende, eventueel nog
bruikbare gevangenisruimte zou dan, voor
zover de ligging zich ertoe leent, welhcht
met betrekkelijk geringe kosten dienstbaar
kunnen worden gemaakt aan het opheffen
van het ruimtegebrek in de huizen van be
waring, zodat nieuwbouw voor deze groep
gestichten grotendeels achterwege zou
kunnen blijven.
Tenslotte zou een derde oplossing onder
het oog kunnen worden gezien in dien zin,
dat een concentratie van veroordeelden
als bovenbedoeld in meer beperkte mate
wordt doorgevoerd, met dien verstande,
dat voor bepaalde categorieën als jeugdi
gen, recidivisten en psychisch gestoorden
afzonderlijke gestichten blijven bestaan
of worden ingericht.
„Het is duidelijk", aldus de Memorie
van Toelichting, „dat het belang en de
omvang van het gehele bovenvermelde
vraagstuk mede in verband met de toe
komstige ontwikkeling van het penitenti
air stelsel een diepgaande studie noodzake
lijk maakt, waarbij de verschillende aspec
ten van het vraagstuk grondig dienen te
worden bekeken". Daarom zal een kleine
studie-commissie, bestaande uit een ex
pert op penitentiair gebied, een bouw
technisch deskundige, een bedrijfsecono
misch deskundige en een functionaris met
bestuurs- en beheerservaring;, een plan
hiertoe bestuderen.
Thomas Browne:
De ondeugden, waarop wij in an
deren afgeven, lachen ons uit in
ons binnenste.
Sinds Zondagmorgen wordt het zeiljacht
„Zuiderzee" uit Meppel met zijn bemanning
vermist. Het jacht is uitgevaren uit de
haven van Harderwijk. Aan boord bevond
zich het echtpaar Spiker uit Meppel, De
heer Spiker is directeur van de N.V. Spiker
Handelmaatschappij te Meppel. Ook zou er
nog een mannelijke passagier aan boord ge
weest zijn, van wie de naam momenteel
niet bekend is. De politie van Harderwijk
en van Kampen is reeds sinds gisteren
bezig met nasporingen tussen Harderwijk
en Kampen. Een schipper, die Kampen bin
nenviel, zou even buitengaats in het Ketel-
diep een mastje boven water hebben zien
uitsteken.
De .havenmeester van Harderwijk deelde
mede, dat het jacht Pinkster-Maandag al
daar de haven binnenvoer. De heer Spiker
had het voornemen er de hele week te
blijven en havengeld tot Vrijdag betaald.
Door het slechte weer was het gezelschap
weggereisd. Het had de boot in de haven
laten liggen. Zondagmorgen zijn de heer
en mevrouw Spiker teruggekomen en zij
zijn toen weggevaren. Sindsdien heeft men
niets meer gehoord. Op het kantoor te
Meppel werd de heer Spiker gisteren ver
wacht. Toen hij echter niet kwam, heeft
men de politie gewaarschuwd.
Hedenmorgen waren er noch in Harder
wijk, Kampen of Meppel berichten omtrent
de resultaten van de nasporingen.
Het zeiljacht „Zuiderzee", een valkkrui
ser, is het vroegere zeiljacht „Exaio", dat
op 19 Augustus 1951 voor Enkhuizen op
een paal stootte en verging en waarbij drie
mensen, onder wie de eigennaar, dr. Brons
uit Steenwijk, om het leven kwamen.
Naar het A.N.P. verneemt, heeft het
kabinet zich na ernstig beraad in principe
uitgesproken voor voortzetting van de
Nederlandse televisie-uitzendingen, ook na
de experimentele periode, die op 1 October
zal eindigen.
Tevens is de regering van oordeel, dat de
zendtijd zal moeten worden uitgebreid.
Over de ter zake te treffen voorzieningen,
waarover nog met verschillende instanties
overleg wordt gepleegd, zal de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zo
spoedig mogelijk voorstellen aan de Staten-
Generaal voorleggen.
Toen de bewoners van een huis aan de
Crayenesterlaan gisteren van hun vacantie
in Frankrijk terugkwamen, ontdekten zij,
dat gedurende hun afwezigheid enkele on
gewenste gasten een bezoek aan het huis
gebracht hadden.
De mannen hebben zich waarschijnlijk
toegang tot de woning verschaft door het
openwringen van een keukenraam aan de
achterkant van het huis. Zij hebben een
muurkast, een linnenkast en een dressoir
opengebroken. Uit de linnenkast namen zij
tien gulden mee, maar de vele sieraden
hebben zij laten liggen.
De schade aan het meubilair loopt echter
in de honderden guldens.
Ongeveer anderhalf jaar geleden brand
de in Sybrandahuis bij Dokkum door on
bekende oorzaak een boerderij af. De be
woner, de veehouder H„ heeft zich dezer
dagen bij de politie te Dantumadeel ge
meld en bekend zelf de boerderij in brand
te hebben gestoken. Hij zou tot deze daad
gekomen zijn, omdat op zijn herhaald aan
dringen de eigenaar niet bereid bleek aan
de boerderij de benodigde herstellingen te
doen verrichten. Naar verluidt, zou hij
70.000 gulden voor de verbrande inven
taris van de verzekeringsmaatschappij
hebben ontvangen.
H. werd naar Leeuwarden overgebracht,
teneinde voorgeleid te worden voor de
officier van justitie.
_x»nr)crir«ywrioorxyiryviconoornonooQOOOOOCicaxocociooooooor
AANHOUDEND KOUD
Verwachting, medegedeeld door het
K.N.M.I. in De Bilt, geldig van Dins
dagavond tot Woensdagavond, opge
maakt om 10 uur:
Zwaar bewolkt met regenbuien. Over
wegend matige wind uit Noordelijke
richtingen. Koud weer.
3 Juni
Zon op 4.25 uur, onder 20.52 uur.
Maan op 0-35 uur, onder 10.40 uur.
Hoog en laag water in IJmuiden
Dinsdag 2 Juni
Hoog water: 6.43 en 19.10 uur
Laag water: 2.19 en 14-41 uur.
Woensdag 3 Juni
Hoog water: 7.32 en 20.01 uur.
Laag water: 3.06 en 15.29 uur.