Elizabeth de Tweede gekroond tot Koningin van het Britse Imperium Zelfs regen en kou konden Londens warme hart dit keer niet bekoelen Weerbericht OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Plechtigheid in de Westminster Abbey Concentratie van strafgestichten Het woord is aan... Jacht met Meppels echtpaar vermist Televisie-uitzendingen worden voortgezet Kapitaal aan juwelen van hertogin gestolen 8 Koninklijk gewaad Studiecommissie benoemd Vermoedelijk bij Kampen gezonken Oók na 1 October Principe-besluit van regering Bewoners met vacantie; inbrekers doorzochten huis Veehouder hekent brand stichting in boerderij 67e JAARGANG No 2 73 Hoofdkantoor Grote Houtstraat 93, Haarlem. Telefoon 15295 (zes lijnen) Directie, Hoofd redactie, Redactie en Administratie. Bijkantoor in Haarlem-Noord, Soendaplein 37, Tel. 12230. Drukkerij Zuider Buitenspaarne 12, Tel. 15295. Directeur Hoofdredacteur: Robert Peereboom DINSDAG 2 JUNI 1953 Haarlems Dagblad 297e JAARGANG No 120 Uitgave Grafische Bedrijven Damiate N.V. Verschijnt dagelijks beh.opZon-enFeestdagen. Abonnement per week 47 cent, per kwartaal 6.10, franco per post 6.60. Postgiro 273107. Advertentietarieven op aanvraag verkrijgbaar. Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman De hertogin van Sutherland ontdekte even voordat zij en haar echtgenoot naar de Westminster Abdij zouden vertrekken, voor de Kroning, dat juwelen ter waarde van driehonderdduizend gulden waren ge stolen, in 1950 werden de hertog en de her togin juwelen ter waarde van 500.000 gul den ontstolen. Doorweekt door een gestaag neerdreinende regen, die de vlaggen en versieringen slap deed neerhangen hebben de millioenen die al sinds gisteren, sommigen zelfs al sinds eergisteren, langs de route wachtten, vanochtend het sprookje gezien, waarop zij wachtten: de Kroningstoet van hun Koningin Elizabeth. En al bibberden die mensen van de kou, op het grote moment vergaten zij de regen en de wind en alle grauwheid bij dat goud en purperen sprookje en juichten zij zich warm. Zoals heel Londen juichte, die sombere grijze burcht aan de Theems, die dit keer de kilte van de dag overwon met een hartverwarmend enthousiasme. Zoals heel Groot-Brittannië juichte om de jonge vorstin, in zijn steden en in zijn dorpen waar de mensen de problemen van alledag konden vergeten nu alle trotse glorie van het oude Koninkrijk scheen te herleven, mooier nog dan weleer nu de centrale figuur de jonge, beminnelijke Elizabeth was. En in de weerkaatsing van die glorie verbleekte zelfs de zakelijke entou rage van het Kroningsfeest. Want een féést was het, daar hebben al die millioenen Britten voor gezorgd, die hardnekkig weigerden het door de regen te laten bederven die later op de morgen gelukkig wat minderde. En dat feest, dat al Zondag begon, omringde warm de statige en indrukwek kende plechtigheid in de oude Westminster Abbey, waar Elizabeth werd gekroond. Om vier minuten voor half elf vertrok Koningin Elizabeth in de 200 jaar oude króningskoets van het Buckinghampaleis naar Westminster Abbey, geëscorteerd door de cavalerie van het hof in glinsterende borstkurassen, militaire orkesten en hoog geplaatste militairen. De Koningin was ge kleed in een robe van karmozijnrood fluweel. Zij droeg een diadeem op het hoofd. Naast haar zat haar echtgenoot, de Hertog van Edinburgh, gekleed in met gouddraad bestikte blauwe admiraals uniform. De' stoet werd geopend door vier leden van de hofcavalerie, twee militaire orkesten en duizend leden van de garde en de be reden artillerie. Daarna kwamen admiraals, veldmaar schalken, generaals, luchtmaarschalken, hooggeplaatste officieren van de strijd krachten van het Gemenebest en de veld- aalmoezeniers, van wie sommigen te paard, sommigen te voet en anderen in open rijtuigen. Lord Montgomery en zijn page op weg naar Westminster Abbey. De kroningskoets niet het Koninklijk Paar, getrokken door acht schimmels, werd voorafgegaan door het Koninklijk escorte van officieren uit het Gemenebest, kolo niale contingenten en een bereden orkest. De koets werd gevolgd door een aantal ruiters, onder wie de „Lord High Con stable" (hofmaarschalk bij kroningen), veldmaarschalk burggraaf Alenbrooke, het hoofd van de Koninklijke lijfwacht, de Earl of Onslow, en de adjudanten van de Ko ningin, admiraal Earl Mountbatten of Birma en de Hertog van Gloucester. Om elf uur bereikte de kleurige stoet de abdij, waar in de afgelopen 900 jaar de Engelse Koningen en Koninginnen zijn gekroond. In de voorafgaande uren hadden de zevenduizend officiële geno digden hier de hun toegewezen plaat sen ingenomen. Koningin Elizabeth werd er begroet met een trompet fanfare. Een koor van 600 stemmen zong uit Psalm 122: „I was glad when they said unto me we will go into the house of the Lord". (Ik was blij, toen zij mij zeiden, wij zullen in het huis des Heeren gaan). De zevenduizend gasten in de abdij Britse edelen in kleurrijke dracht, buiten landse vertegenwoordigers en burgers zagen staande toe. hoe de Koningin, lang zaam voortschrijdende over een blauw tapijt, zich door het schip en het koor van de kerk naar het hoogaltaar begaf. Zes eredames droegen de lange sleep van het gewaad van de Koningin. Voor de Koningin uit liepen bisschoppen en andere kerkelijke hoogwaardigheidsbe kleders in kostbare gewaden, dragers met grote ivoren en gouden kruisen, herauten in met leeuw- en harp.figuren geborduurde tunieken, edelen met de flonkerende Ko ninklijke attributen staven, scepters en zwaarden elk gevolgd door een page in kleurige livrei die het kroontje van zijn meester droeg, en de premiers van het Ge menebest. Langzaam schreed Koningin Elizabeth langs de lege troon, die stond op een ver hoging in het midden van het kerkschip als een eilandje in een zee van goud. Zij liep achter de 650 jaar oude eiken kronings zetel om en nam plaats op de rood beklede staatsiezetel onder de Koninklijke galerij. De erkenning Onder het helle licht van krachtige tele visielampen schikten de zes eredames de sleep van de Koningin op de vloer. Enige ogenblikken later begon het eerste deel van de plechtigheid, de erkenning. Elizabeth stond op en begaf zich naar de kroningszetel. De eredames trokken zich terug, de Koningin staande achterlatend, als centrale figuur van de eeuwenoude plechtigheid, slank, jong en ernstig. Dr. Geoffrey Fisher, de aartsbisschop van Canterbury, wendde zich tot de aan wezigen. Langzaam en met grote nadruk/ei hij: „Sirs, ik stel u hier voor Koningin Eliza beth, uw onbetwiste Koningin, en vraag daarom u allen, die hier gekomen zijt om uw hulde te betuigen, zijt gij bereid dit te doen?" Driemaal klonk het daarop luid van deze zijde van het altaar: „God save Queen Elizabeth", en luid schalde een trompet fanfare door de hoge abdijkerk. In antwoord op de vragen van de aarts bisschop, die voor haar stond, sprak de Koningin daarop met heldere stem de 34 woorden, die zij bij deze plechtigheid van twee-en-een-half uur moest uitspreken. „Mevrouw," zo vroeg de bisschop, „is Uwe Majesteit bereid de eed af te leggen?" „Ik ben bereid", antwoordde Elizabeth. Daarna vroeg dr. Fisher: „Wilt u plech tig beloven en zweren de volken van het Verenigde Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Canada, Australië,Nieuw Zeeland, de Unie van'Zuid-Afrika, Pakistan en Ceylon, en van uw bezittingen en an dere gebieden die tot deze gebieden be horen, te regeren in overeenstemming met hun respectieve wetten en gebruiken?" „Ik beloof plechtig dat te doen", zo zeide de Koningin. Na verder beloofd te hebben het Protes tantse geloof te zullen handhaven, ver klaarde de Koningin met de hand op de Éijbel: „De dingen, die ik hier heb beloofd, zal ik uitvoeren en houden. Zo waarlijk helpe mij God." Daarna kuste zij de Bijbel, die haar ver volgens ceremonieel werd overhandigd door de aartsbisschop met de woorden: „Wij geven u met dit boek de meest waar devolle zaak, welke de wereld te bieden heeft." De zalving Daarna begon de zalving, die de Ko ningin, evenals een bisschop, wijdde voor haar bestuurstaak. Ruisend klonk de muziek, toen de Ko ningin, rechtopstaand, werd ontdaan van de aardse praal het karmozijnrode ge waad, de diadeem, de versierselen van de Orde van de Kouseband en gekleed werd in het eenvoudige, witte zalvingskleed dat van haar de eenvoudigste, minst opge tooide figuur in de prachtvolle omgeving maakte. Voorafgegaan door Lord Salisbury met het zwaard van staat werd Elizabeth op nieuw naar de kroningszetel geleid, waar zij thans plaats nam boven de „steen van het lot", de ruwe blok zandsteen waarop in het verleden de Schotse koningen wer den gekroond. Aartsbisschop Fisher doopte zijn vingers in de olie en zalfde de Koningin op de palmen van de hand, op de borst en op de kruin van het hoofd. Bij de zalving van het hoofd van Elizabeth zeide de aartsbisschop: „Zij uw hoofd met heilige olie gezalfd, zo als Koningen, priesters en profeten gezalfd waren." Daarna knielde de Koning Ui op een bid- stoel, terwijl de aartsbisschop haar zegende en de baldakijn werd weggedragen. De hof dame voor de garderobe, de hertogin-we duwe van Devonshire, kleedde de Koningin in de „colobium sindonis", een wit batis ten kleed zonder mouwen, waarna zij samen met de deken van Westminster de Koningin hulde in de „supertunica", een mantel van goudlaken afgezet met karmo zijnrode zijde, die blonk in het heldere lamplicht. Door deze bekleding was Elizabeth van de eenvoudigste de rijkst geklede van alle aanwezigen geworden, prachtiger nog dan de herauten, die aan de voet der pilaren stonden geschaard. De schittering en de praal werden vergroot door de met juwe len bezette Koninklijke attributen, die ver volgens een voor een werden overhandigd. Allereerst kwam de Lord Great Chamber lain, die knielde en de handen van Eliza beth aanraakte met de gouden sporen, sym bolen van Koninklijke ridderschap. Daarna kwam het zwaard van staat. De markies van Salisbury, die het zwaard droeg bij het betreden van de abdij, ont ving het zwaard terug volgens eeuwenoud recht, door de deken van Westminster een losgeld van honderd nieuwe shillingen te betalen. Daarna brachten edelen in snelle opeen volging de andere symbolen der Konink lijke waardigheid, die de aartsbisschop de Koningin aanbood de „armbanden van oprechtheid en wijsheid", en de rijksappel met het kruis, ten teken van de souverei- niteit van Christus over de aarde. Aan de vierde vinger van Elizabeth's rechterhand schoof aartsbisschop Fisher de „trouwring van Engeland". De kroning En dan kwam het hoogtepunt van de plechtigheden, de kroning zelf. De Koningin zat daar, met in haar rechterhand de scep ter met het kruis, het embleem van Ko ninklijke macht en recht, en in haar lin kerhand de roede met de duif, die recht vaardigheid en barmhartigheid verzinne beeldt. Tegen half een viel er een stilte van af wachting in het kerkgebouw. Boven de glans van alle andere juwelen uit schitter de de grote „ster van Afrika", de diamant bovenaan de scepter. De aartsbisschop, een zegening uitspre kend, kwam langzaam het altaar af met de kroon van Sint Edward, die rijk bezet is met diamanten, robijnen, smaragden, saf fieren en parels. Hij ging voor de Koningin staan en strekt» zijn armen met de kroon tussen de handen voor zich uit boven het hoofd van de Koningin. Enkele seconden bleef hij aldus staan en plaatste toen lang zaam de kroon op het hoofd der Koningin. Nog even duurde de stilte voort. Toen brak opeens uit zevenduizend kelen de juich kreet „God save the Queen" los. Herauten hieven witte staven omhoog en op dit teken zetten honderden edellieden en edelvrouwen met gehandschoende han den hun kroontje op. De ene trompetfan fare na de andere weerklonk door de abdij en buiten brandden de saluutschoten los uit de kanonnen van de Tower en Hyde Park. Een page knielde voor de Koningin en legde een karmozijnen kleedje aan haar voeten, waarop eerst de aartsbisschop van Canterbury en de andere geestelijken neer knielden om trouw te zweren. Daarna kwam de Hertog van Edinburgh naar vo ren met de andere twee Koninklijke her togen, van Gloucester en Kent, tot rechts van de troon. Hij overhandigde zijn kroon tje aan de page, knielde voor zijn echtge note en Koningin, hield zijn handen tussen de hare en beloofde: „Ik, Philip, Hertog van Edinburgh, zal uw vazal zijn met lijf en ziel en u eren bo ven alles op aarde, en oprechte trouw zal ik u betonen in leven en dood, tegen elk die u belaagt, zo waarlijk helpe mij God." Daarna stond hij op, raakte de kroon aan met zijn rechterhand en kuste de Koningin op haar linkerwang. Toen de laatste edele zijn eerbewijs bracht, werden de trommen geslagen, de trompet ten geblazen en alle aanwezigen juichten' „God save Queen Eli zabeth. Long live Queen Elizabeth. May the queen live for ever". Na de communie ver liet de Koningin de abdij. De gasten zon gen daarop staande het volkslied. Om ongeveer kwarl voor twee zette hel eerste deel van de volledige kronings stoet die ruim zeven en een halve kilo meter lang was, ziel in beweging voor d( tocht terug naar Buckingham Palace Om tien minuten vooi drie, een uur latei dus, verliet Koningii Elizabeth de abdi; Om half vijf was zij terug in het paleis. In de stoet liepen 10.000 militairen mee. Om iets van de luister van de kroningsstoet op te vangen zijn de Engelsen tot heel wat bereid; en zo kan men reeds lang van te voren enthousiastelingen in de Londense straten zien, die alvast een goed plaatsje veroverden. Gewapend tegen regen en koude en met een goed humeur zit een groepje Engelsen en Australiërs onder de veilige hoede van een der enorme leeuwen van Trafalgar Square. Onvergetelijk was de enscènering, die het hoogtepunt vormde van de stoeten, die zich naar de abdij begaven. De gouden koets van Koningin Elizabeth werd vooraf gegaan door duizend garde-soldaten, wier r^ocl-zwart een levend tapijt vormde tot zo ver het oog reikte. Daartussen was het goud van de herauten en het grijsblauw van de uniformen der luchtmacht. Gardetroepen met hun vrolijke deuntjes spelende muziekkorpsen, marcheerden voorbij in absolute precisie en tevens met 3pooocooooooccGoooccï>3oooocoooococcooooooocooocooocoooc»?x Het zijden gewaad, dat Koningin Eliza beth vandaag draagt, is geborduurd met de emblemen van Groot-Brittannië en de landen van het Gemenebest. Op de korte mouwen is de Engelse Tudorroos geborduurd. Rond het middel de look van Wales, het Ierse klaverblad en de Schotse distel en in een brede band rond de rok het ahornblad van Canada, de acaciabloem van Australië, de Nieuw-Zeeland.se varen, de Protea- bloem van Zuid-Afrïka, tarwe, katoen en jute voor Pakistan en de lotusbloem van India. Het gewaad heeft een nauwsluitend lijfje, dat vierkant is gesneden over de schouders met een hartvormig décolleté. De uitstaande rok eindigt in een korte sleep. Er is ongeveer vijf maanden aan dit kroningskleed gewerkt. In Januari be gon de couturier Norman Hartjiell aan het ontwerp en Vrijdag was het gewaad klaar. Er is 15 meter satijn in verwerkt en alleen al aan de borduring zijn 3000 arbeidsuren besteed. een soepelheid van beweging, die aan deze Britse crack-regimenten eigen is. Opmerkelijk was de lichte, haast on hoorbare tred en de rust die van dit alles uitging. Grote menigten bewogen zich reeds voor de kroningsday door de Londense straten. Een blik op de Londense City, waar duizenden op de been waren. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend tot wijziging van het hoofdstuk Justitie der begroting voor het treffen van bouwkundige voorzieningen voor het gevangeniswezen. De gebouwen, waarin de strafgestichten van het gevangeniswezen zijn gehuisvest, zijn sterk verouderd. Zij dateren groten deels uit de vorige eeuw en eisen jaarlijks grote voorzieningen aan onderhoud en ex ploitatie. Voorts vertonen de huizen van bewaring een klemmend gebrek aan plaatsruimte, waarin in de huidige situatie slechts door nieuwbouw kan worden voorzien. Deze nieuwbouw geschiedt thans in de meest urgente gevallen door het bouwen van nieuwe vleugels en verdiepingen bij be staande gestichten. Aangezien de voorzie ningen steeds een min of meer provisio- risch karakter dragen, dringt zich de vraag op wat in de toekomst met de huidige ge vangenisgebouwen zal dienen te geschie den. Voor de beantwoording van deze vraag dient allereerst onder het oog te worden gezien of de bestaande gebouwen door ge hele of gedeeltelijke vernieuwing aan de thans te stellen eisen zouden kunnen wor den aangepast en welke kosten dit met zich zou brengen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de normen, die wor den gesteld door de moderne penitentiaire inzichten. Daarnaast zou als oplossing kunnen worden gedacht aan concentratie der straf gestichten voor verschillende categorieën mannelijke veroordeelden in een nieuw te bouwen penitentiair centrum. Het denk beeld van een dergelijke concentratie is reeds in 1935 naar voren gekomen en in de daarop volgende jaren bij herhaling in overweging geweest. De hierbij vrijkomende, eventueel nog bruikbare gevangenisruimte zou dan, voor zover de ligging zich ertoe leent, welhcht met betrekkelijk geringe kosten dienstbaar kunnen worden gemaakt aan het opheffen van het ruimtegebrek in de huizen van be waring, zodat nieuwbouw voor deze groep gestichten grotendeels achterwege zou kunnen blijven. Tenslotte zou een derde oplossing onder het oog kunnen worden gezien in dien zin, dat een concentratie van veroordeelden als bovenbedoeld in meer beperkte mate wordt doorgevoerd, met dien verstande, dat voor bepaalde categorieën als jeugdi gen, recidivisten en psychisch gestoorden afzonderlijke gestichten blijven bestaan of worden ingericht. „Het is duidelijk", aldus de Memorie van Toelichting, „dat het belang en de omvang van het gehele bovenvermelde vraagstuk mede in verband met de toe komstige ontwikkeling van het penitenti air stelsel een diepgaande studie noodzake lijk maakt, waarbij de verschillende aspec ten van het vraagstuk grondig dienen te worden bekeken". Daarom zal een kleine studie-commissie, bestaande uit een ex pert op penitentiair gebied, een bouw technisch deskundige, een bedrijfsecono misch deskundige en een functionaris met bestuurs- en beheerservaring;, een plan hiertoe bestuderen. Thomas Browne: De ondeugden, waarop wij in an deren afgeven, lachen ons uit in ons binnenste. Sinds Zondagmorgen wordt het zeiljacht „Zuiderzee" uit Meppel met zijn bemanning vermist. Het jacht is uitgevaren uit de haven van Harderwijk. Aan boord bevond zich het echtpaar Spiker uit Meppel, De heer Spiker is directeur van de N.V. Spiker Handelmaatschappij te Meppel. Ook zou er nog een mannelijke passagier aan boord ge weest zijn, van wie de naam momenteel niet bekend is. De politie van Harderwijk en van Kampen is reeds sinds gisteren bezig met nasporingen tussen Harderwijk en Kampen. Een schipper, die Kampen bin nenviel, zou even buitengaats in het Ketel- diep een mastje boven water hebben zien uitsteken. De .havenmeester van Harderwijk deelde mede, dat het jacht Pinkster-Maandag al daar de haven binnenvoer. De heer Spiker had het voornemen er de hele week te blijven en havengeld tot Vrijdag betaald. Door het slechte weer was het gezelschap weggereisd. Het had de boot in de haven laten liggen. Zondagmorgen zijn de heer en mevrouw Spiker teruggekomen en zij zijn toen weggevaren. Sindsdien heeft men niets meer gehoord. Op het kantoor te Meppel werd de heer Spiker gisteren ver wacht. Toen hij echter niet kwam, heeft men de politie gewaarschuwd. Hedenmorgen waren er noch in Harder wijk, Kampen of Meppel berichten omtrent de resultaten van de nasporingen. Het zeiljacht „Zuiderzee", een valkkrui ser, is het vroegere zeiljacht „Exaio", dat op 19 Augustus 1951 voor Enkhuizen op een paal stootte en verging en waarbij drie mensen, onder wie de eigennaar, dr. Brons uit Steenwijk, om het leven kwamen. Naar het A.N.P. verneemt, heeft het kabinet zich na ernstig beraad in principe uitgesproken voor voortzetting van de Nederlandse televisie-uitzendingen, ook na de experimentele periode, die op 1 October zal eindigen. Tevens is de regering van oordeel, dat de zendtijd zal moeten worden uitgebreid. Over de ter zake te treffen voorzieningen, waarover nog met verschillende instanties overleg wordt gepleegd, zal de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zo spoedig mogelijk voorstellen aan de Staten- Generaal voorleggen. Toen de bewoners van een huis aan de Crayenesterlaan gisteren van hun vacantie in Frankrijk terugkwamen, ontdekten zij, dat gedurende hun afwezigheid enkele on gewenste gasten een bezoek aan het huis gebracht hadden. De mannen hebben zich waarschijnlijk toegang tot de woning verschaft door het openwringen van een keukenraam aan de achterkant van het huis. Zij hebben een muurkast, een linnenkast en een dressoir opengebroken. Uit de linnenkast namen zij tien gulden mee, maar de vele sieraden hebben zij laten liggen. De schade aan het meubilair loopt echter in de honderden guldens. Ongeveer anderhalf jaar geleden brand de in Sybrandahuis bij Dokkum door on bekende oorzaak een boerderij af. De be woner, de veehouder H„ heeft zich dezer dagen bij de politie te Dantumadeel ge meld en bekend zelf de boerderij in brand te hebben gestoken. Hij zou tot deze daad gekomen zijn, omdat op zijn herhaald aan dringen de eigenaar niet bereid bleek aan de boerderij de benodigde herstellingen te doen verrichten. Naar verluidt, zou hij 70.000 gulden voor de verbrande inven taris van de verzekeringsmaatschappij hebben ontvangen. H. werd naar Leeuwarden overgebracht, teneinde voorgeleid te worden voor de officier van justitie. _x»nr)crir«ywrioorxyiryviconoornonooQOOOOOCicaxocociooooooor AANHOUDEND KOUD Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. in De Bilt, geldig van Dins dagavond tot Woensdagavond, opge maakt om 10 uur: Zwaar bewolkt met regenbuien. Over wegend matige wind uit Noordelijke richtingen. Koud weer. 3 Juni Zon op 4.25 uur, onder 20.52 uur. Maan op 0-35 uur, onder 10.40 uur. Hoog en laag water in IJmuiden Dinsdag 2 Juni Hoog water: 6.43 en 19.10 uur Laag water: 2.19 en 14-41 uur. Woensdag 3 Juni Hoog water: 7.32 en 20.01 uur. Laag water: 3.06 en 15.29 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 1