3 Nazorg van tuberculosepatiënten Musici uit Bloemen daal brachten in Oudenhoorn ontspanning Danskunst uit drie werelddelen in Bloemendaals Openluchttheater Cremer speelde „Ferdy's bekering" neven aan de redactie Autostalling O.N.A. besloot met een thriller DINSDAG 2 JUNI 1953 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 Voordracht op jaarvergadering „Dennenheuvel" Haarlemse bedrijfsarts van P.T.T. nam afscheid Krom staf feest voor ouden van dagen Beiaardbespelingen Renteloos voorschot bureau voor sportkeuring Burgerlijke Stand van Haarlem AMATEURTONEEL „Een koningin wordt gekroond" Zaterdag hield „Dennenheuvel, Vereni ging tot Verpleging van hoofdarbeiders in herstellingsoorden en sanatoria" haair jaar lijkse algemene vergadering in café-restau rant „Dreefzicht" te Haarlem. Na afwerking van het huishoudelijke deel van het programma, waarin de voor zitter, de heer C. P. van dfsi- Hoeven, de binnenkort jubilerende lyi'deling Haarlem hulde bracht voor haar grote activiteit, die het ledental sterk dee.tf stijgen, volgde een inleiding over de nazorg van tuberculose patiënten. Dr. .1. jj. Edens, longarts te Eind hoven, hield, deze als plaatsvervanger van mejuffrouw dr. Hallo, die verhinderd was. Spreker besprak het eigenaardige karak ter van de tuberculose, die tot de chroni sche ziekten behoort, tot de kwalen dus van slepende aard. Een samenspel van al lerlei factoren in het menselijk gestel leidt aan de ene kant sterk tot genezing, doch volkomen herstel is toch vaak een pro bleem. Dit blijkt uit het feit dat zich na jaren nog herhaling van het ziekteproces bij patiënten kan voordoen. Het aantal recidivisten na genezing beloopt enkele tientallen procenten, een vrij groot per centage. Ook blijkt de patiënt, zelfs na vol ledig herstel, nog een zij het gering besmettingsgevaar op te leveren. Daarom is nazorg gedurende lange tijd geboden. Niet alleen de physieke toestand van de ex-patiënt, ook de wijze waarop hij weer in het arbeidsproces wordt inge schakeld zijn factoren die extra zorg en toewijding verdienen. Spreker noemde het grote belang dat arbeid, aangepast aan de physieke capaciteiten van de oud-patiënt, voor de betrokkene betekent. Een „rapport over de nazorg van tuberculosepatiënten", uitgegeven door de „Vereniging tot behartiging der belangen van tuber culoselijders in Nederland" en de „Stichting van de Arbeid" toont aan dat in de jaren 1948 en 1949 weliswaar het grootste deel der genezenen binnen drie maanden weer wei-kte, maar dat er van aanpassing aan de lichamelijke gesteldheid van de betrokkenen weinig sprake was. Sameirwerking tussen alle bij de nazorg betrokken instanties ontbrak geheel. En deze, aldus dr. Edens, moet toch in aller belang worden nagestreefd. Wel bestaat sinds enige tijd arbeidstherapie, toegepast na de klinische genezing van de patiënt, doch niet in alle sanatoria is men zover. Gewoonlijk werkt men pas weer als men in het bedrijf is teruggekeerd en begint men voor de veiligheid met een arbeidstijd van halve dagen. Plet spreekt natuurlijk dat zware of stoffige arbeid voor pasher- stelden uit den boze is maar zij die met moeite een nieuwe baan hebben veroverd zijn veel te blij met dit werk, en verzwij gen zelfs in vele gevallen dat zij ziek zijn geweest. Zij, die bij een nieuwe werkgever het leven in de maatschappij hervatten, zouden eigenlijk in een arbeidscentrum moeten worden opgenomen. Daartoe dient (Verkort weergegeven) •Oude klacht. Zaterdagmiddag was ik getuige van een aanrijding op de Rijks straatweg, vlak tegenover 't politiebureau. Een motorrijder reed een circa 12-jarig jongetje aan. Het is daar zeer gevaarlijk om over te steken en in de spitsuren haast onmogelijk. Het publiek en de bewoners daar protesteerden hevig tegen het steeds onbesuisde rijden van auto's en motorfiet sen. „Ja", zei een dame, „laten wij allemaal klagen, dat het hier niet langer zo kan gaan." Maar waarom daar geen vlucht heuvel in deze bebouwde kom, raet scholen en kerk. Tussen Julianaplantsoen en het kerkhof, waar aan beide kanten geen hui zen staan, wel een vluchtheuvel en daar waar het hoogst nodig is, is er geen. Zou hier geen oplossing te vinden zijn? J. J. v. K. Gebeds-genezers. Mag ik u even ver tellen dat naar mijn overtuiging dat soort mensen niet bestaat. Om twee redenen is deze kwaliteit uitgesloten. Ik ken wel men sen, die van het gebed veel, ook soms wel genezing van kranken verwachten, bou wend en pleitend op de uitspraak uit hun Bijbel: „Een krachtig gebed van een recht vaardige vermag veel". Komt er door hun gebed een genezing tot stand, dan treden zij geheel op de achtergrond, omdat zij het goed weten dat zij daaraan niets kunnen af of toedoen, en alleen God deze genezing heeft aangebracht. Zij zijn dus niet de genezers. En wordt aan de een of andere tussenpersoon wel de genezing toegeschre ven, dan komt er geen gebed bij te pas. In beide gevallen sluit het één het ander uit. De bonafide bidders behoren dus niet ge plaatst te worden naast de magnetiseurs die er heel wat gevonden worden, waarvan ik er één heb horen noemen, die meer dan honderd consulten per week gaf a 2. per consult. Dat komt eenvoudig bij men sen die veel van het gebed verwachten niet voor. De hemelse gaven kunnen nu een maal niet verzilverd worden. Mag de mens in dit verband een tussenpersoon zijn, dan geldt voor hem die andere Bijbel-uitspraak: „Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet!" Gelukkig zijn er onder de mag netiseurs mensen, welke deze opdracht ook verstaan. H. V. Een schilder schrijft: Het feestelijk sa menzijn, afgebeeld op de grote foto in de courant van Zaterdagavond, waar een lief tallige jonge vrouw in costuum uit de acht tiende eeuw haar hand ten kus biedt aan haar geleider, bracht mij het hier volgende voor de geest. Zou de oude Frans Hals, zo hij nog geleefd had, ook behoord hebben tot de gasten op het feest. Of zouden de dames en heren, die het feestende gezel schap uitmaken, met schrik het feit van zijn aanwezigheid hebben vernomen? Hoe zouden wij de schilder zelf hebben aangetroffen? Ik geloof dat hij verbaasd zou zijn, dat er feest werd gevierd ter ere van het huis, dat naar hem genoemd is. „Wie zijn het die hier feesten?" zou hij zijn verschrikt gezelschap vragen. „Zijn het de schilders of de burgers? Ik zie hier geen enkele van mijn kunstbroeders. Zijn zij mij dan niet meer goedgezind? Zijn het de bur gers die de schilders bannen of zijn het de schilders die de burgers mijden?" Hoe moeten wij dit de oude Frans ver klaren? Moeten wij hem bekennen, dat de vroede vaderen geen plaats meer voor zijn confraters de schilders, over hadden? Zul len wij hem vertellen, dat deze heren ons noodzaakten hem te eren door onze afwe zigheid? KEES VERWEY nauw contact tussen medici en bedrijfsle ven. Ook verdient het aanbeveling aan te stellen arbeiders vooraf aan een medische keuring te onderwerpen. Dit voorkomt een zich uitbreidende ziektehaard in het be drijf, verzuim en hierdoor produclieve- lies. Gelukkig heeft het probleem van de na zorg in ons land de belangstelling van ve lerlei instanties. „De herstelden moeten in georganiseerd verband worden opgeno men", zo besloot dr. Edens zijn betoog, dat gevolgd werd door een korte discussie. Zaterdagmiddag namen directie en per soneel van het P.T.T.-bedrijf te Haarlem in de grote hal van het postkantoor aan de Zijlstraat afscheid van de bedrijfsarts, de heer P. M. Dikkenberg, die na een verblijf van zes jaar in Haarlem naar Den Haag is overgeplaatst. De employé eerste klasse, de heer Floo- ren, vervulde de rol van ceremoniemeester en dit ging hem bijzonder goed af. Als een der eerste sprekers kreeg de hoofdbureau chef, chef van de afdeling veldartikelen, de heer B. J. Korsman, het woord. Hij bracht de hartelijke dank van het personeel uit geheel Noordholland over en liet zijn woor den gepaard gaan van een complete foto grafie-installatie en een rugzak. Na de heer Korsman spraken nog enkele andere P.T.T.-ambtenaren de scheidende arts toe en tenslotte kregen de aanwezigen de gelegenheid om persoonlijk van de heer Dikkenberg afscheid te nemen. Dank zij het initiatief van de Staf der Gidsen van de parochie Berkenrode wer den Zaterdagmiddag de Heemsteedse ouden van dagen in de gelegenheid gesteld in het R.-K. Verenigingsgebouw één der feestelijkheden onder het motto „Honderd jaar Kromstaf" bij te wonen. Achttien automobilisten hadden hun wagens be schikbaar gesteld om de bejaarde deelne mers af te halen en laler thuis te brengen. Om half drie werd de bijeenkomst op de gebruikelijke wijze geopend door kapelaan J. Agtei'hof, aalmoezenier van de organi serende St. Margaritagroep, die na de be tekenis van het herstel der bisschoppelijke hiërarchie nog eens uitvoerig uiteenzette. Direct daarna werden op het toneel alle letters van de woorden „Honderd jaar Kromstaf" zichtbaar, waarbij elke drager van een letter een kort versje reciteerde. Na enige zangnummers en declamatie werd het programma voor de pauze beslo ten met een menuet van Beethoven, even eens door de gidsen gezongen en gespeeld. Tijdens de pauze werden de gasten op een royale wijze onthaald op thee met gebak. Voor de heren waren er sigaren. Daarna werd het resterende programma afgewekt. De kabouters oogstten een welverdiend succes met het geestig uitgevoerde „Kwe- zelke" en „De Poppenkraam", evenals de leden van de Mount-Victoria-kring met de Drikusman. De finale bestond uit voor dracht door een bloemenverkoopstertje, dat aan het slot haar gehele fleurige voor raad onder de aanwezige dames verdeelde. Na het langdurige applaus sprak pastoor C. van Mierlo een hartelijk woord van dank tot allen, die hun medewerking heb ben verleend dit feest voor de ouden van dagen zo voortreffelijk te doen slagen. Zoals de Haarlemmers Oude Tonge helpen en de Heemstedenaren Puttershoek, heeft Bloemendaal het dorp Oudenhoorn op Voorne en Putten geadopteerd. Musici hebben de bewoners van Oudenhoorn een concert aangeboden. Zaterdagmiddag omstreeks vier uur ver trok uit Bloemendaal een reiswagen van de NZHVM, waarin hadden plaats geno men de leden van de Christelijke muziek vereniging „Sursum" onder leiding van de heer J. A. Meng en van het dans- en amu sementsorkest „De Kruidnoten" onder lei ding van de heer Nol A. J. Grootegoed, alsmede de chef van het kabinet van Bloemendaal's burgemeester, mr. F. F. Lindeman, die tevens secretaris is van het in Bloemendaal gevormde adoptie-comité Oudenhoorn. Het doel van de reis was de inwoners van Oudenhoorn enige uren „culturele ontspanning" te brengen en hen van muziek te laten genieten. De muziek uitvoering was het eerste culturele contact van Bloemendaal met Oudenhoorn, dat zeer waarschijnlijk niet tevens het laatste contact is geweest. Hiervan getuigden na afloop van het concert de blijken van waardering van Oudenhoomse zijde en de beide muziekgezelschappen gaven toen eveneens te kennen zeker nog eens te wil len terugkomen. Toen de Bloemendalers tussen halfzeven en zeven uur Oudenhoorn binnen waren gereden bleek de weersgesteldheid en temperatuur van dien aard te zijn dat werd overwogen om het concert in de gym nastiekzaal van de openbare lagere school (de enige recreatiezaal waar men in Oudenhoorn over beschikt) te doen hou den. Maar ter wille van het geluid besloot men dan maar met de dikke jassen aan in de muziektent achter de Hervormde Kerk op het dorpsplein te concerteren. De muziektent is het vorige jaar van steen opgetrokken en heeft de watersnoodramp zonder schade doorstaan. De inwoners van de geadopteerde gemeente hebben on danks het gure weer met aandacht het concert beluisterd. Zij waardeerden het medeleven van inwoners van Bloemen daal, een naam die de Oudenihoornse be volking voor die rampnacht van de eerste Februari welhaast niets zegde. Al is dit nu na al de gaven van Bloemendaal zowel van het gemeentebestuur als van de inwo ners zelf anders geworden. De inwoners hadden een verzetje hard nodig om uit de dagelijkse sleur van zorgen te geraken. Wel heeft Oudenhoorn sinds 1915 een eigen fanfarekorps, Door Eendracht Sa mengebracht (DES), dat heden ten dage twintig leden telt en waarvan de heer D. Jongbloed dirigent is, doch in deze weken wordr de gehele mens in Oudenhoorn op geëist voor werkzaamheden in het herstel van het dorp en dan kan men moeilijk het fanfarekorps laten repeteren en concer teren, ofschoon de repetities wel binnen kort weer regelmatig zullen worden ge houden. Lichte muziek. De Kruidnoten voerden een licht pro gramma uit, waarmee de musici veel suc ces oogstten. Burgemeester J. L. Wentholt merkte in zijn dankwoord op. dat de mu ziek van de Kruidnoten er als koek in ging. Het eerste deel van het optreden van Donderdagavond wordt een aanvang ge maakt met de zomeravondbespelingen op de beiaard van de St. Bavo. Zij duren van acht tot negen uur. Voor 4 en 11 Juni cn 20 en 27 Augustus zijn gastbeiaardiers uitgenodigd, evenals voor een aantal bespelingen van twaalf tot half een in Augustus. Rien Ritter, stadsbeiaardier van Delft cn Leuven brengt Donderdagavond het volgen de programma ten gehore: 1. Improvisatie; 2. a. Allegro, Schepers; b. Andante, Fiocco; c. Rondo, M. v. d. Gheyn; 3. Oude Ned. lie deren: a. O. Nederland, b. Die Winter is ver gangen, c. En daar zat eenen uil; 4. Sonate V, I. Pleyel (Allegro Andante Rondo Allegro); 5. a. The Butterfly (Eng. Volks dans); b. Caro Mio Ben, Giordani; c. Vater- landisches Lied, E. Grieg; 6. Drie menuetten van Baustetter, Beethoven en Boccherini; 7. a. Ontspanningslied, C. van Baarle; b. Marschlied, R. Hol; 8. Enkele oud Hollandse Boerendansen, Siep. Het programma van de beiaardbespeling op Vrijdagmiddag van twaalf tot halfeen door Arie Peters, stadsbeiaardier luidt: 1. Gigue, F. Couperin; 2. Drie kinderliedjes: a. Op Reis, b. Poppenfeest, c. Bobbie, M. Rinkelde Vos; 3. Toyland Tunes, A. Carse; 4. Oud Ned Liederen: a. De koekoek, b. Het daghet, c. Ik kwam er letstmaal over bergen en dalen, d. Als de rombom heeft geslagen; 5. Drie dansen, W. Byrd. Burgemeester van Abbenbroek en Ouden hoorn de heer J. L. Wentholt. „Sursum" was naar zijn mening iets te veel aan de klassieke kant geweest, maar op zijn voerzoek werd na de pauze een programma van pittiger muziek uitge voerd. In het café van de heer C. J. Roos op het dorpsplein volgde een gezellig sa menzijn. Nol Grootegoed leidde een ron dedans op uitnemende wijze. „Dit was Oudenhoorn op zijn best, zo deden wij het hier altijd en hopen het weer zo te kun nen doen", vertelde burgemeester Went holt na afloop aan de afgevaardigden uit Bloemendaal en hij besloot met een bizon der dankwoord aan de heer Meng, die on danks de dag van zijn 52-jarig huwelijks feest naar Oudenhoorn was gekomen in plaats van het feest intiem in zijn eigen huis te vieren. Kort na elf uur werd de thuisreis aan vaard. Dertig Bloemendaalse muzikanten ten kwamen ver na middernacht in Bloe mendaal aan. De adoptie van Oudenhoorn geschiedt behalve door Bloemendaal ook nog door Geldermalsen, Borculo en Angelo. Tijdens het eerste weekeinde van de Mei maand kreeg Oudenhoorn een bezoek uit Geldermalsen. Een accordéonorkest en het toneelgroepje „Elckerlyc" werkten mee. Het is, voor wie vandaag naar buiten kijkt, haast niet te geloven: op Zaterdag 6 en Zondag 7 Juni worden in Bloemendaals alweer belangrijk verbeterde en dichter begroeide Openluchttheater de eerste voor stellingen gegeven. Het Nederlands Volks toneel opent hier het seizoen met het blij spel „Het huis van de Saltimbanks" van de Nederlandse schrijfster Luisa Treves, be kend geworden door haar stukken „De ring en de kelim" en „De brief van Don Juan". Veel toneel komt er overigens deze zomer niet, hetgeen mede een gevolg is van de zich thans nationaal voltrekkende re-orga nisatie. Zo heeft bijvoorbeeld de Neder landse Comedie, welk gezelschap zich voor bereidt op de bespeling van de Amsterdam se Stadsschouwburg, geen gelegenheid ge vonden behalve de traditionele opvoering van „Elckerlyc" in Delft nog een ander openluchtspel te arrangeren. Gelukkig heeft men echter contact kunnen leggen met de Rotterdamse Comedie, het frisse ensemble onder leiding van Richard Flink en Kees Brusse, dat op 15 en 16 Augustus vertoningen van het amusante blijspel „De Leugenaar" van Carlo Goldoni komt geven. Volgend jaar meer toneel Voor de zomer van 1954 zijn de vooruit zichten in dit opzicht veel gunstiger. Zo is het bekend, dat de nieuwe toneelgroep Theater van Robert de Vries en Kees van Iersel bij de samenstelling van het réper toire reeds nu met de mogelijkheid van be speling van openluchttheaters rekening houdt. Men denkt daarbij aan werk van Calderón, Lope de Vega, Langendijk, Ibsen en anderen. Gehoopt wordt voorts het vol gend jaar het Kennemer Toneelfestival, dat thans geen middelen heeft kunnen vinden om het risico van een nieuwe reeks voor stellingen te dekken, te doen herleven, waartoe reeds plannen in voorbereiding zijn. De Plankeniers uit Naarden komen oudergewoonte dit seizoen besluiten, maai de keuze van het stuk staat nog niet vast. Uiteraard worden er ook enige kindervoor stellingen gegeven. Zo zal in Juli de aar dige toneelgroep „De witte vogel" van Rolf Petersen uit Den Haag in Bloemendaal debuteren met „Het wonderpaard Marjo- leintje". Het grootste gedeelte van het zomerpro- gramma wordt nu gevuld met dahskunst in allerlei vormen. Het Weense Ballet van de vroeger als danseres wereldberoemde Crete Wiesenthal verschijnt reeds Zaterdag 13 en Zondag 14 Juni op het plankier in de rustieke omgeving. Er zijn meer dan twintig openluchttheaters in Nederland, zo vertelde de impresario Bob Peters ons tijdens een gisteren gehouden persconfe rentie, maar dat van Bloemendaal is het enige dat een ruime plaats biedt aan waar lijk artistieke manifestaties. De groep be staat uit zeven leden. Behalve „Der Tod und das Madchen" staan voornamelijk Weense walsen op het programma. Op 27 Juni staat een populaire voorstelling door de balletschool van Maud Kool op de agenda. De daarop volgende dag heeft één de hoogtepunten van het seizoen plaats: het optreden van Ballet Recital onder lei ding van Sonia Gaskell, met Marianne Hilarides en Jaap Flier, begeleid door de H.O.V. Exotische groepen In de maand Juli kan men kennis maken j met het Nationaal Danstheater van Crie- 1 kenland, dat vier voorstellingen als onder deel van het Holland Festival komt geven. Dit uit 23 personen bestaande gezelschap staat onder bescherming van de Griekse Koningin en komt thans voor het eerst naar Europa, waar Nederland de primeur van het optreden krijgt. Het doet enigszins den ken aan de Joegoslaven maar is toch heel anders. Het verschil wordt nog versterkt door het gebruik van andere instrumenten. Op Zaterdag 11 Juli heeft er een matinée plaats voor een wel zeer gemengd publiek: leerlingen van middelbare scholen en ouden van dagen uit Oudenhoorn, de ,door Bloe mendaal geadopteerde gemeente uit het rampgebied. De ambassadeur van de Indiase kunst, de over de gehele wereld vermaarde Ram Go- pal, komt met zijn groep op 25 en 26 Juli een reeks Hindoedansen vertonen in cos- tuums van ongekende rijkdom. Hoofdnum mer is „De gouden adelaar". Voorts staan er zwaarddansen en ritueel vertoon op het programma. Het ensemble brengt een eigen orkest mee. De laatste exotische groep is die van Keita Fodéba uit Frans Aequato- riaal Afrika met een negershow, die vol gens het prospectus „rigoureusement authenticjue" moet zijn. Als slotapotheose ziet men het optreden van echte vuur vreters. Er komen oogstdansen, bezwerings- dansen, manipulaties met wapens en legen darische spelen. In de uit te voeren liederen en dansen komt een sterke Portugese in vloed tot uiting. De begeleidingen geschie den met slagwerk en chromatisch gestemde guitaren, waardoor men mede een inzicht zal kunnen krijgen in de herkomst van de jazz en de moderne dansrhythmen. Tenslotte moet nog worden vermeld, dat ook het Ballet der Lage Landen zich wederom in Bloemendaal zal laten zien en wel op de twee eerste avonden van Augus tus, na tevoren een openbare repetitie te hebben gehouden. Het reeds aangekondigde optreden van een" dansgroep van de Ba learen zal geen doorgang vinden, omdat de impresario de kwaliteit van het gebodene wel goed achtte voor touristen ter plaatse, maar te beperkt voor het theater. In plaats daarvan komt waarschijnlijk een Spaans of een Pakistaans gezelschap. Voor de Utrechtse Opera heeft men ditkeer geen ruimte in het speelplan gevonden, doch het volgend seizoen zal men hier ook van de muziekdramatische kunst kunnen genieten. We menen trouwens wel te mogen zeggen, dat er ook nu voor een aantrekkelijk en afwisselend programma is gezorgd. Het Haarlems Bureau voor Medische Sport keuring heeft zich tot de gemeenteraad ge wend met een verzoek voor een keer een subsidie van 5000.te doen toekomen ter dekking van in de loop van de laatste jaren ontstane tekorten. In het verzoek wordt da verwachting uitgesproken, dat bij een reorga? nisatie van de werkwijze van dit bureau een sluitende exploitatie wel mogelijk zal zijn. B. en W. hebben omtrent deze aangelegen heid het advies ingewonnen van de com missie voor de toekenning van subsidies uit de gemeentekas. De commissie heeft geadvi seerd tot het verstrekken van een renteloze lening voor het bedrag van 5000.—. B. en W. delen de gemeenteraad mee, dat zij zich met dit advies kunnen verenigen en stellen voor te besluiten tot het verstrekken van een renteloze lening, af te lossen in tien jaar. HAARLEM, 1 Juni 1958 BEVALLEN van een zoon: 30 Mei, D. Rei- manDietiker; J. Boumande Graaff; 31 Mei, T. EekelschotSluiter; A. L. PlasTim mer; H. C. KievitMantel. BEVALLEN van een dochter: 27 Mei, L. M. Prinsenvan Leeuwen; 29 Mei, E. M. C. Kuvenervan de Pieterman; 30 Mei, R. J. SpierenburgBuijsingh; M. Sevenhuijsen Friesicke; A. KampOverbeek; M. M. C. LoerakkerLustenhouwer; M. J. Suman Vandenborne; A. G. J. BrinkmannHazen berg; 31 Mei, I. Chr. Houwelingvan Baekel, 2 d.; C. J. PietersHoenderdos; A. M. Nije- mantingBosveld; T. KrolBaelde; A. M. van Dansikvan der Ham; 1 Juni, A. C. BoutVerlaan; C. A. Gooyer—de Ruijter. OVERLEDEN: 29 Mei, B. Bouman—Kleef- stra, 63 j., Hazepaterslaan; A. Schipper Posma, 82 j., Delftlaan; 30 Mei, K. C. Strook- 'man, 54 j., Leeuwerikstraat; 31 Mei, H. de Mon, 70 j., Ruysdaelstraat: W. Hilgerman, 87 j.. Lange Herenvest; A. E. van der Blom Kol, 80 j., Gasthuisvest; 1 Juni, C. E. EveleensHuurman, 49 j., Kamperlaan. ADVERTENTIE Centr.verwarmd. Dag en nacht geopend AMSTERD. RIJTUIG MIJ. PLEIN 21 De letterlievende vereniging „J. J. Cre mer" heeft Maandagavond in de Stads schouwburg de uitstekende indruk beves tigd, die zij dit toneelseizoen met haar op voeringen heeft gewekt. Haar slotvoor- stelling gold het blijspel van F. Langen „Ferdy's bekering", een der plezierigste stukken, die men maar ten tonele kan brengen en tegelijk een der moeilijkst speelbare. Voortdurend immers balanceert het spel tussen de realiteit, vertegenwoor digd door een aan de drank verslaafde koetsier, Ferdy's vader, en een wat ver lopen maar in de grond warmhartige ca féhoudster, Ferdy's vrouw, enerzijds en de schijnbaar gesublimeerde realiteit, die ge stalte krijgt in een vereenzaamde officier en een zuster van de liga tot zedelijke ver betering anderzijds. Officier en zuster streven het ideaal der verdeugdzaming na en vinden in de inbreker Ferdy een on verwachte bondgenoot. Ferdy heeft name lijk bij een brand twee kinderen het leven gered. Hij was weliswaar juist bezig met het forceren van een brandkast, toen de grond hem te heet onder de voeten werd, maar de verheerlijking, die zijn persoon ten deel valt is hem toch niet onaange naam. Ja, de rol van held, die-alleen- maar-het-goede-doet, lijkt hem nog be gerenswaardiger naarmate hem de liga- zuster begerenswaardiger voorkomt. Hij breekt met zijn vroegere leven en dwingt zijn omgeving hetzelfde te doen. De liga- zuster gaat zover in de geestelijke hulp verlening aan Ferdy, dat zij zichzelf, om hem maar des te voordeliger te doen uit komen, afschildert als een moordenares, die een pas geboren kind heeft gedood en in een kelder begraven. Ferdy gaat op zoek in die kelder, vindt niets en besluit, dat de zuster vluchten moet in gezelschap van een gewezen Russisch vorst, die met de grandeur van een edelman deze taak op zich neemt. Bij het afscheid onthult de liga-zuster echter haar ware wezen. Ze is zo onschuldig als een duifje. Ze hoeft niet te vluchten. Ergo blijft ze bij Ferdy; de overdreven betrachting van de deugd neemt een einde, Ferdy's vrouw maakt dat ze weg komt en de liga-officier zet zijn eenzaam leven voort, verbijsterd over de gebeurtenissen en een tikje desolaat, omdat hij het zonder zijn „zustertje" moet stellen. Er gaat een grote bekoring uit van dit spel. waarin de deugd eigenlijk een beetje te kijk wordt gezet zonder dat op haar een gewelddadige aanslag wordt gepleegd. Dat betekent chargeren, niet te zwaar, want dan wordt de idylle tussen zuster en in breker verstoord, maar ook weer niet zo dillioenen waren getuige van de grote luchtparade van de R.A.F. boven Londen, die plaats vond na afloop van de plechtige kroning van Koningin Elizabeth van Engeland. Honderdachtenzestig straaljagers gierden in formatie boven de Britse hoofdstad en brachten een saluut aan de zojuist gekroonde vorstin. weinig dat de illusie der deugdzaamheid ons niet meer begoochelt. Joop van Doorn en Anneke de Wilde deden dat voortref felijk. Ze voerden juist die lichte charge uit, die nodig was, heel fijntjes van toon, heel eventjes doorzichtig, heel eventjes verwarrend. En met het gevoel er steeds onder. Aad Stroman als de inbreker Ferdy kreeg wel een bijzonder lastige opgave. Hij maakte de overgang van de inbreker naar de held aannemelijk, speelde heel na tuurlijk en spontaan, maar was iets te weinig poëtisch om de overheersende fi guur te zijn in wie zich de mystiek van de liefde manifesteert. Onverbeterlijk, zo levensecht en zo komisch en ongehuicheld was Eki Oostwald-Bouwer als Ferdy's na jaren teruggekeerde vrouw. Dat was nu eens een stuk toneel met hart en ziel. En ook Fons Cornet in een prachtige El- sensohn-gelijkende typering van de koet sier mocht er zijn met Wim Rijke's vorst als waardige pendant. Ik vermoed, dat Wim de Nooyer als de jonge dief debu teerde. Hij was te jong voor deze rol, die Henk Bakker hem niet had mogen toever trouwen, omdat de verhoudingen zoek raakten en het spel kennelijk even down ging. Overigens was Bakkers regie weer voorbeeldig. Hij had de resterende rollen in het stuk toevertrouwd aan Guus Boers- ma, Kees Crombouw - een commissaris van politie, die het was - Jacq. Timmer mans, Rie de Nooyer-Christiansen en Lu cie Rinkel-Spijer. Zij allen deden „Ferdy's bekering" verlopen volgens Bakkers plan en de intenties van de auteur. De volle zaal schiep er duidelijk behagen in. P. W. FRANSE De Toneelvereniging „Ontspanning na Arbeid," een onderafdeling van de Kenne- merstaten, besloot Zaterdagavond in ge bouw St. Bavo te Haarlem niet alleen haar eigen winterseizoen, maar ook de toneel wedstrijd, welke door de Natu voor de aan gesloten verenigingen in Haarlem en om geving was uitgeschreven. Men had voor deze gelegenheid tot opvoering besloten van „De man in de rolstoel", een thriller in vier bedrijven door Maarten van Vugt, een der talloze pseudoniemen van Will, van den Berg, een auteur, die met een welhaast ver bijsterende productiviteit aan de spreek woordelijke lopende band toneelstukken vervaardigt. Het is dan ook geenszins te verwonderen, dat de kwaliteit onder deze omstandigheden meestal door de kwantiteit benauwend in de verdrukking wordt ge bracht. Vandaar dat het een oprecht ge noegen betekent van deze schrijver ditmaal eens een stuk te mogen signaleren, dat de redelijke toets der critiek op een bevredi gende wijze heeft kunnen doorstaan. Even als men zelfs bij een thriller van Wallace of Christie nimmer diep op de intrige mag ingaan, ten einde de ontdek king van al te grote onwaarschijnlijkheden te voorkomen, verdraagt ook dit stuk geen serieuze ontleding. Wel kan zonder be zwaar worden vastgesteld, dat „De man in de rolstoel" in dit genre een zeer behoor lijke positie inneemt, zodat het stuk na een serieuze voorbereiding publiek en spelers een prettige voldoening kan schenken. En hiervan is bij O.N.A. vrijwel volledig sprake geweest. De bekwame regie van Willem van der Veer wist de vereiste be klemmende sfeer steeds in voldoende mate te realiseren, waarbij vooral de technische moeilijkheden, verbonden aan het ver schijnen van de schim van de vermoorde politieagent, knap werden opgelost. Wat de bezetting betreft, kan zonder de jury te beïnvloeden, worden vastgesteld, dat de dames over het algemeen verre door de heren werden overtroffen. Behoudens Willy van Harten—De Jong, die als Coby Tasman een levendige combinatie van charme en raffinement demonstreerde en daardoor het leeuwenaandeel van het niet geringe succes voor haar rekening nam. Uitstekend was ook Wim Gardien als de verdorven dr. Smeding, van welke figuur een werkelijk onheilspellend-dreigende somberte uitging. De handeling werd ver der gedragen door een goed gespeelde ner veuze huisknecht van C. Blom, een sym pathieke rechercheur met de prettige allu res van een jeune-premier van P. Mudde en een autoritaire Tasman van J. Weide. Zij allen wisten het publiek doorlopend in een gespannen aandacht gevangen te hou den, hetgeen zich aan het slot in een dank bare ovatie ontlaadde. In het Lido-theater zal van 12 Juni af als hoofdfilm vertoond worden „Een koningin wordt gekroond", een fiiin in kleuren van de Engelse kroningsplechtigheden. Op die dag wordt de film ook voor het eerst vertoond in Londen, Parijs, New York en Amsterdam,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 9