3
Nazorg van tuberculosepatiënten
Musici uit Bloemen daal brachten
in Oudenhoorn ontspanning
Danskunst uit drie werelddelen
in Bloemendaals Openluchttheater
Cremer speelde „Ferdy's bekering"
neven aan
de redactie
Autostalling
O.N.A. besloot met
een thriller
DINSDAG 2 JUNI 1953
HAARLEMS DAGBLAD
- OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
7
Voordracht op jaarvergadering „Dennenheuvel"
Haarlemse bedrijfsarts
van P.T.T. nam afscheid
Krom staf feest voor
ouden van dagen
Beiaardbespelingen
Renteloos voorschot
bureau voor sportkeuring
Burgerlijke Stand
van Haarlem
AMATEURTONEEL
„Een koningin wordt gekroond"
Zaterdag hield „Dennenheuvel, Vereni
ging tot Verpleging van hoofdarbeiders in
herstellingsoorden en sanatoria" haair jaar
lijkse algemene vergadering in café-restau
rant „Dreefzicht" te Haarlem.
Na afwerking van het huishoudelijke
deel van het programma, waarin de voor
zitter, de heer C. P. van dfsi- Hoeven, de
binnenkort jubilerende lyi'deling Haarlem
hulde bracht voor haar grote activiteit, die
het ledental sterk dee.tf stijgen, volgde een
inleiding over de nazorg van tuberculose
patiënten. Dr. .1. jj. Edens, longarts te Eind
hoven, hield, deze als plaatsvervanger van
mejuffrouw dr. Hallo, die verhinderd was.
Spreker besprak het eigenaardige karak
ter van de tuberculose, die tot de chroni
sche ziekten behoort, tot de kwalen dus
van slepende aard. Een samenspel van al
lerlei factoren in het menselijk gestel leidt
aan de ene kant sterk tot genezing, doch
volkomen herstel is toch vaak een pro
bleem. Dit blijkt uit het feit dat zich na
jaren nog herhaling van het ziekteproces
bij patiënten kan voordoen. Het aantal
recidivisten na genezing beloopt enkele
tientallen procenten, een vrij groot per
centage. Ook blijkt de patiënt, zelfs na vol
ledig herstel, nog een zij het gering
besmettingsgevaar op te leveren.
Daarom is nazorg gedurende lange tijd
geboden. Niet alleen de physieke toestand
van de ex-patiënt, ook de wijze waarop
hij weer in het arbeidsproces wordt inge
schakeld zijn factoren die extra zorg en
toewijding verdienen. Spreker noemde het
grote belang dat arbeid, aangepast aan de
physieke capaciteiten van de oud-patiënt,
voor de betrokkene betekent. Een „rapport
over de nazorg van tuberculosepatiënten",
uitgegeven door de „Vereniging tot
behartiging der belangen van tuber
culoselijders in Nederland" en de
„Stichting van de Arbeid" toont aan
dat in de jaren 1948 en 1949 weliswaar het
grootste deel der genezenen binnen drie
maanden weer wei-kte, maar dat er van
aanpassing aan de lichamelijke gesteldheid
van de betrokkenen weinig sprake was.
Sameirwerking tussen alle bij de nazorg
betrokken instanties ontbrak geheel. En
deze, aldus dr. Edens, moet toch in aller
belang worden nagestreefd. Wel bestaat
sinds enige tijd arbeidstherapie, toegepast
na de klinische genezing van de patiënt,
doch niet in alle sanatoria is men zover.
Gewoonlijk werkt men pas weer als men
in het bedrijf is teruggekeerd en begint
men voor de veiligheid met een arbeidstijd
van halve dagen. Plet spreekt natuurlijk
dat zware of stoffige arbeid voor pasher-
stelden uit den boze is maar zij die met
moeite een nieuwe baan hebben veroverd
zijn veel te blij met dit werk, en verzwij
gen zelfs in vele gevallen dat zij ziek zijn
geweest. Zij, die bij een nieuwe werkgever
het leven in de maatschappij hervatten,
zouden eigenlijk in een arbeidscentrum
moeten worden opgenomen. Daartoe dient
(Verkort weergegeven)
•Oude klacht. Zaterdagmiddag was ik
getuige van een aanrijding op de Rijks
straatweg, vlak tegenover 't politiebureau.
Een motorrijder reed een circa 12-jarig
jongetje aan. Het is daar zeer gevaarlijk
om over te steken en in de spitsuren haast
onmogelijk. Het publiek en de bewoners
daar protesteerden hevig tegen het steeds
onbesuisde rijden van auto's en motorfiet
sen. „Ja", zei een dame, „laten wij allemaal
klagen, dat het hier niet langer zo kan
gaan." Maar waarom daar geen vlucht
heuvel in deze bebouwde kom, raet scholen
en kerk. Tussen Julianaplantsoen en het
kerkhof, waar aan beide kanten geen hui
zen staan, wel een vluchtheuvel en daar
waar het hoogst nodig is, is er geen. Zou
hier geen oplossing te vinden zijn?
J. J. v. K.
Gebeds-genezers. Mag ik u even ver
tellen dat naar mijn overtuiging dat soort
mensen niet bestaat. Om twee redenen is
deze kwaliteit uitgesloten. Ik ken wel men
sen, die van het gebed veel, ook soms wel
genezing van kranken verwachten, bou
wend en pleitend op de uitspraak uit hun
Bijbel: „Een krachtig gebed van een recht
vaardige vermag veel". Komt er door hun
gebed een genezing tot stand, dan treden
zij geheel op de achtergrond, omdat zij het
goed weten dat zij daaraan niets kunnen af
of toedoen, en alleen God deze genezing
heeft aangebracht. Zij zijn dus niet de
genezers. En wordt aan de een of andere
tussenpersoon wel de genezing toegeschre
ven, dan komt er geen gebed bij te pas. In
beide gevallen sluit het één het ander uit.
De bonafide bidders behoren dus niet ge
plaatst te worden naast de magnetiseurs
die er heel wat gevonden worden, waarvan
ik er één heb horen noemen, die meer dan
honderd consulten per week gaf a 2.
per consult. Dat komt eenvoudig bij men
sen die veel van het gebed verwachten niet
voor. De hemelse gaven kunnen nu een
maal niet verzilverd worden. Mag de mens
in dit verband een tussenpersoon zijn, dan
geldt voor hem die andere Bijbel-uitspraak:
„Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het
om niet!" Gelukkig zijn er onder de mag
netiseurs mensen, welke deze opdracht ook
verstaan. H. V.
Een schilder schrijft: Het feestelijk sa
menzijn, afgebeeld op de grote foto in de
courant van Zaterdagavond, waar een lief
tallige jonge vrouw in costuum uit de acht
tiende eeuw haar hand ten kus biedt aan
haar geleider, bracht mij het hier volgende
voor de geest. Zou de oude Frans Hals, zo
hij nog geleefd had, ook behoord hebben
tot de gasten op het feest. Of zouden de
dames en heren, die het feestende gezel
schap uitmaken, met schrik het feit van
zijn aanwezigheid hebben vernomen?
Hoe zouden wij de schilder zelf hebben
aangetroffen? Ik geloof dat hij verbaasd
zou zijn, dat er feest werd gevierd ter ere
van het huis, dat naar hem genoemd is.
„Wie zijn het die hier feesten?" zou hij
zijn verschrikt gezelschap vragen. „Zijn het
de schilders of de burgers? Ik zie hier geen
enkele van mijn kunstbroeders. Zijn zij mij
dan niet meer goedgezind? Zijn het de bur
gers die de schilders bannen of zijn het de
schilders die de burgers mijden?"
Hoe moeten wij dit de oude Frans ver
klaren? Moeten wij hem bekennen, dat de
vroede vaderen geen plaats meer voor zijn
confraters de schilders, over hadden? Zul
len wij hem vertellen, dat deze heren ons
noodzaakten hem te eren door onze afwe
zigheid? KEES VERWEY
nauw contact tussen medici en bedrijfsle
ven. Ook verdient het aanbeveling aan te
stellen arbeiders vooraf aan een medische
keuring te onderwerpen. Dit voorkomt een
zich uitbreidende ziektehaard in het be
drijf, verzuim en hierdoor produclieve-
lies.
Gelukkig heeft het probleem van de na
zorg in ons land de belangstelling van ve
lerlei instanties. „De herstelden moeten in
georganiseerd verband worden opgeno
men", zo besloot dr. Edens zijn betoog, dat
gevolgd werd door een korte discussie.
Zaterdagmiddag namen directie en per
soneel van het P.T.T.-bedrijf te Haarlem
in de grote hal van het postkantoor aan de
Zijlstraat afscheid van de bedrijfsarts, de
heer P. M. Dikkenberg, die na een verblijf
van zes jaar in Haarlem naar Den Haag is
overgeplaatst.
De employé eerste klasse, de heer Floo-
ren, vervulde de rol van ceremoniemeester
en dit ging hem bijzonder goed af. Als een
der eerste sprekers kreeg de hoofdbureau
chef, chef van de afdeling veldartikelen, de
heer B. J. Korsman, het woord. Hij bracht
de hartelijke dank van het personeel uit
geheel Noordholland over en liet zijn woor
den gepaard gaan van een complete foto
grafie-installatie en een rugzak.
Na de heer Korsman spraken nog enkele
andere P.T.T.-ambtenaren de scheidende
arts toe en tenslotte kregen de aanwezigen
de gelegenheid om persoonlijk van de heer
Dikkenberg afscheid te nemen.
Dank zij het initiatief van de Staf der
Gidsen van de parochie Berkenrode wer
den Zaterdagmiddag de Heemsteedse ouden
van dagen in de gelegenheid gesteld in
het R.-K. Verenigingsgebouw één der
feestelijkheden onder het motto „Honderd
jaar Kromstaf" bij te wonen. Achttien
automobilisten hadden hun wagens be
schikbaar gesteld om de bejaarde deelne
mers af te halen en laler thuis te brengen.
Om half drie werd de bijeenkomst op de
gebruikelijke wijze geopend door kapelaan
J. Agtei'hof, aalmoezenier van de organi
serende St. Margaritagroep, die na de be
tekenis van het herstel der bisschoppelijke
hiërarchie nog eens uitvoerig uiteenzette.
Direct daarna werden op het toneel alle
letters van de woorden „Honderd jaar
Kromstaf" zichtbaar, waarbij elke drager
van een letter een kort versje reciteerde.
Na enige zangnummers en declamatie
werd het programma voor de pauze beslo
ten met een menuet van Beethoven, even
eens door de gidsen gezongen en gespeeld.
Tijdens de pauze werden de gasten op een
royale wijze onthaald op thee met gebak.
Voor de heren waren er sigaren. Daarna
werd het resterende programma afgewekt.
De kabouters oogstten een welverdiend
succes met het geestig uitgevoerde „Kwe-
zelke" en „De Poppenkraam", evenals de
leden van de Mount-Victoria-kring met de
Drikusman. De finale bestond uit voor
dracht door een bloemenverkoopstertje,
dat aan het slot haar gehele fleurige voor
raad onder de aanwezige dames verdeelde.
Na het langdurige applaus sprak pastoor
C. van Mierlo een hartelijk woord van
dank tot allen, die hun medewerking heb
ben verleend dit feest voor de ouden van
dagen zo voortreffelijk te doen slagen.
Zoals de Haarlemmers Oude Tonge
helpen en de Heemstedenaren Puttershoek,
heeft Bloemendaal het dorp Oudenhoorn
op Voorne en Putten geadopteerd. Musici
hebben de bewoners van Oudenhoorn een
concert aangeboden.
Zaterdagmiddag omstreeks vier uur ver
trok uit Bloemendaal een reiswagen van
de NZHVM, waarin hadden plaats geno
men de leden van de Christelijke muziek
vereniging „Sursum" onder leiding van de
heer J. A. Meng en van het dans- en amu
sementsorkest „De Kruidnoten" onder lei
ding van de heer Nol A. J. Grootegoed,
alsmede de chef van het kabinet van
Bloemendaal's burgemeester, mr. F. F.
Lindeman, die tevens secretaris is van het
in Bloemendaal gevormde adoptie-comité
Oudenhoorn. Het doel van de reis was de
inwoners van Oudenhoorn enige uren
„culturele ontspanning" te brengen en hen
van muziek te laten genieten. De muziek
uitvoering was het eerste culturele contact
van Bloemendaal met Oudenhoorn, dat
zeer waarschijnlijk niet tevens het laatste
contact is geweest. Hiervan getuigden na
afloop van het concert de blijken van
waardering van Oudenhoomse zijde en de
beide muziekgezelschappen gaven toen
eveneens te kennen zeker nog eens te wil
len terugkomen.
Toen de Bloemendalers tussen halfzeven
en zeven uur Oudenhoorn binnen waren
gereden bleek de weersgesteldheid en
temperatuur van dien aard te zijn dat werd
overwogen om het concert in de gym
nastiekzaal van de openbare lagere school
(de enige recreatiezaal waar men in
Oudenhoorn over beschikt) te doen hou
den. Maar ter wille van het geluid besloot
men dan maar met de dikke jassen aan
in de muziektent achter de Hervormde
Kerk op het dorpsplein te concerteren. De
muziektent is het vorige jaar van steen
opgetrokken en heeft de watersnoodramp
zonder schade doorstaan. De inwoners van
de geadopteerde gemeente hebben on
danks het gure weer met aandacht het
concert beluisterd. Zij waardeerden het
medeleven van inwoners van Bloemen
daal, een naam die de Oudenihoornse be
volking voor die rampnacht van de eerste
Februari welhaast niets zegde. Al is dit nu
na al de gaven van Bloemendaal zowel
van het gemeentebestuur als van de inwo
ners zelf anders geworden. De inwoners
hadden een verzetje hard nodig om uit de
dagelijkse sleur van zorgen te geraken.
Wel heeft Oudenhoorn sinds 1915 een
eigen fanfarekorps, Door Eendracht Sa
mengebracht (DES), dat heden ten dage
twintig leden telt en waarvan de heer D.
Jongbloed dirigent is, doch in deze weken
wordr de gehele mens in Oudenhoorn op
geëist voor werkzaamheden in het herstel
van het dorp en dan kan men moeilijk het
fanfarekorps laten repeteren en concer
teren, ofschoon de repetities wel binnen
kort weer regelmatig zullen worden ge
houden.
Lichte muziek.
De Kruidnoten voerden een licht pro
gramma uit, waarmee de musici veel suc
ces oogstten. Burgemeester J. L. Wentholt
merkte in zijn dankwoord op. dat de mu
ziek van de Kruidnoten er als koek in
ging. Het eerste deel van het optreden van
Donderdagavond wordt een aanvang ge
maakt met de zomeravondbespelingen op de
beiaard van de St. Bavo. Zij duren van acht
tot negen uur. Voor 4 en 11 Juni cn 20 en 27
Augustus zijn gastbeiaardiers uitgenodigd,
evenals voor een aantal bespelingen van
twaalf tot half een in Augustus.
Rien Ritter, stadsbeiaardier van Delft cn
Leuven brengt Donderdagavond het volgen
de programma ten gehore: 1. Improvisatie;
2. a. Allegro, Schepers; b. Andante, Fiocco;
c. Rondo, M. v. d. Gheyn; 3. Oude Ned. lie
deren: a. O. Nederland, b. Die Winter is ver
gangen, c. En daar zat eenen uil; 4. Sonate
V, I. Pleyel (Allegro Andante Rondo
Allegro); 5. a. The Butterfly (Eng. Volks
dans); b. Caro Mio Ben, Giordani; c. Vater-
landisches Lied, E. Grieg; 6. Drie menuetten
van Baustetter, Beethoven en Boccherini;
7. a. Ontspanningslied, C. van Baarle; b.
Marschlied, R. Hol; 8. Enkele oud Hollandse
Boerendansen, Siep.
Het programma van de beiaardbespeling
op Vrijdagmiddag van twaalf tot halfeen
door Arie Peters, stadsbeiaardier luidt: 1.
Gigue, F. Couperin; 2. Drie kinderliedjes:
a. Op Reis, b. Poppenfeest, c. Bobbie, M.
Rinkelde Vos; 3. Toyland Tunes, A. Carse;
4. Oud Ned Liederen: a. De koekoek, b. Het
daghet, c. Ik kwam er letstmaal over bergen
en dalen, d. Als de rombom heeft geslagen;
5. Drie dansen, W. Byrd.
Burgemeester van Abbenbroek en Ouden
hoorn de heer J. L. Wentholt.
„Sursum" was naar zijn mening iets te
veel aan de klassieke kant geweest, maar
op zijn voerzoek werd na de pauze een
programma van pittiger muziek uitge
voerd. In het café van de heer C. J. Roos
op het dorpsplein volgde een gezellig sa
menzijn. Nol Grootegoed leidde een ron
dedans op uitnemende wijze. „Dit was
Oudenhoorn op zijn best, zo deden wij het
hier altijd en hopen het weer zo te kun
nen doen", vertelde burgemeester Went
holt na afloop aan de afgevaardigden uit
Bloemendaal en hij besloot met een bizon
der dankwoord aan de heer Meng, die on
danks de dag van zijn 52-jarig huwelijks
feest naar Oudenhoorn was gekomen in
plaats van het feest intiem in zijn eigen
huis te vieren.
Kort na elf uur werd de thuisreis aan
vaard. Dertig Bloemendaalse muzikanten
ten kwamen ver na middernacht in Bloe
mendaal aan.
De adoptie van Oudenhoorn geschiedt
behalve door Bloemendaal ook nog
door Geldermalsen, Borculo en Angelo.
Tijdens het eerste weekeinde van de Mei
maand kreeg Oudenhoorn een bezoek uit
Geldermalsen. Een accordéonorkest en het
toneelgroepje „Elckerlyc" werkten mee.
Het is, voor wie vandaag naar buiten
kijkt, haast niet te geloven: op Zaterdag 6
en Zondag 7 Juni worden in Bloemendaals
alweer belangrijk verbeterde en dichter
begroeide Openluchttheater de eerste voor
stellingen gegeven. Het Nederlands Volks
toneel opent hier het seizoen met het blij
spel „Het huis van de Saltimbanks" van de
Nederlandse schrijfster Luisa Treves, be
kend geworden door haar stukken „De ring
en de kelim" en „De brief van Don Juan".
Veel toneel komt er overigens deze zomer
niet, hetgeen mede een gevolg is van de
zich thans nationaal voltrekkende re-orga
nisatie. Zo heeft bijvoorbeeld de Neder
landse Comedie, welk gezelschap zich voor
bereidt op de bespeling van de Amsterdam
se Stadsschouwburg, geen gelegenheid ge
vonden behalve de traditionele opvoering
van „Elckerlyc" in Delft nog een ander
openluchtspel te arrangeren. Gelukkig
heeft men echter contact kunnen leggen
met de Rotterdamse Comedie, het frisse
ensemble onder leiding van Richard Flink
en Kees Brusse, dat op 15 en 16 Augustus
vertoningen van het amusante blijspel „De
Leugenaar" van Carlo Goldoni komt geven.
Volgend jaar meer toneel
Voor de zomer van 1954 zijn de vooruit
zichten in dit opzicht veel gunstiger. Zo is
het bekend, dat de nieuwe toneelgroep
Theater van Robert de Vries en Kees van
Iersel bij de samenstelling van het réper
toire reeds nu met de mogelijkheid van be
speling van openluchttheaters rekening
houdt. Men denkt daarbij aan werk van
Calderón, Lope de Vega, Langendijk, Ibsen
en anderen. Gehoopt wordt voorts het vol
gend jaar het Kennemer Toneelfestival, dat
thans geen middelen heeft kunnen vinden
om het risico van een nieuwe reeks voor
stellingen te dekken, te doen herleven,
waartoe reeds plannen in voorbereiding
zijn. De Plankeniers uit Naarden komen
oudergewoonte dit seizoen besluiten, maai
de keuze van het stuk staat nog niet vast.
Uiteraard worden er ook enige kindervoor
stellingen gegeven. Zo zal in Juli de aar
dige toneelgroep „De witte vogel" van Rolf
Petersen uit Den Haag in Bloemendaal
debuteren met „Het wonderpaard Marjo-
leintje".
Het grootste gedeelte van het zomerpro-
gramma wordt nu gevuld met dahskunst in
allerlei vormen. Het Weense Ballet van de
vroeger als danseres wereldberoemde
Crete Wiesenthal verschijnt reeds Zaterdag
13 en Zondag 14 Juni op het plankier in
de rustieke omgeving. Er zijn meer dan
twintig openluchttheaters in Nederland, zo
vertelde de impresario Bob Peters ons
tijdens een gisteren gehouden persconfe
rentie, maar dat van Bloemendaal is het
enige dat een ruime plaats biedt aan waar
lijk artistieke manifestaties. De groep be
staat uit zeven leden. Behalve „Der Tod
und das Madchen" staan voornamelijk
Weense walsen op het programma. Op 27
Juni staat een populaire voorstelling door
de balletschool van Maud Kool op de
agenda. De daarop volgende dag heeft één
de hoogtepunten van het seizoen plaats:
het optreden van Ballet Recital onder lei
ding van Sonia Gaskell, met Marianne
Hilarides en Jaap Flier, begeleid door de
H.O.V.
Exotische groepen
In de maand Juli kan men kennis maken
j met het Nationaal Danstheater van Crie-
1 kenland, dat vier voorstellingen als onder
deel van het Holland Festival komt geven.
Dit uit 23 personen bestaande gezelschap
staat onder bescherming van de Griekse
Koningin en komt thans voor het eerst naar
Europa, waar Nederland de primeur van
het optreden krijgt. Het doet enigszins den
ken aan de Joegoslaven maar is toch heel
anders. Het verschil wordt nog versterkt
door het gebruik van andere instrumenten.
Op Zaterdag 11 Juli heeft er een matinée
plaats voor een wel zeer gemengd publiek:
leerlingen van middelbare scholen en ouden
van dagen uit Oudenhoorn, de ,door Bloe
mendaal geadopteerde gemeente uit het
rampgebied.
De ambassadeur van de Indiase kunst, de
over de gehele wereld vermaarde Ram Go-
pal, komt met zijn groep op 25 en 26 Juli
een reeks Hindoedansen vertonen in cos-
tuums van ongekende rijkdom. Hoofdnum
mer is „De gouden adelaar". Voorts staan
er zwaarddansen en ritueel vertoon op het
programma. Het ensemble brengt een eigen
orkest mee. De laatste exotische groep is
die van Keita Fodéba uit Frans Aequato-
riaal Afrika met een negershow, die vol
gens het prospectus „rigoureusement
authenticjue" moet zijn. Als slotapotheose
ziet men het optreden van echte vuur
vreters. Er komen oogstdansen, bezwerings-
dansen, manipulaties met wapens en legen
darische spelen. In de uit te voeren liederen
en dansen komt een sterke Portugese in
vloed tot uiting. De begeleidingen geschie
den met slagwerk en chromatisch gestemde
guitaren, waardoor men mede een inzicht
zal kunnen krijgen in de herkomst van de
jazz en de moderne dansrhythmen.
Tenslotte moet nog worden vermeld, dat
ook het Ballet der Lage Landen zich
wederom in Bloemendaal zal laten zien en
wel op de twee eerste avonden van Augus
tus, na tevoren een openbare repetitie te
hebben gehouden. Het reeds aangekondigde
optreden van een" dansgroep van de Ba
learen zal geen doorgang vinden, omdat de
impresario de kwaliteit van het gebodene
wel goed achtte voor touristen ter plaatse,
maar te beperkt voor het theater. In plaats
daarvan komt waarschijnlijk een Spaans of
een Pakistaans gezelschap. Voor de
Utrechtse Opera heeft men ditkeer geen
ruimte in het speelplan gevonden, doch het
volgend seizoen zal men hier ook van de
muziekdramatische kunst kunnen genieten.
We menen trouwens wel te mogen zeggen,
dat er ook nu voor een aantrekkelijk en
afwisselend programma is gezorgd.
Het Haarlems Bureau voor Medische Sport
keuring heeft zich tot de gemeenteraad ge
wend met een verzoek voor een keer een
subsidie van 5000.te doen toekomen ter
dekking van in de loop van de laatste jaren
ontstane tekorten. In het verzoek wordt da
verwachting uitgesproken, dat bij een reorga?
nisatie van de werkwijze van dit bureau een
sluitende exploitatie wel mogelijk zal zijn.
B. en W. hebben omtrent deze aangelegen
heid het advies ingewonnen van de com
missie voor de toekenning van subsidies uit
de gemeentekas. De commissie heeft geadvi
seerd tot het verstrekken van een renteloze
lening voor het bedrag van 5000.—. B. en
W. delen de gemeenteraad mee, dat zij zich
met dit advies kunnen verenigen en stellen
voor te besluiten tot het verstrekken van
een renteloze lening, af te lossen in tien jaar.
HAARLEM, 1 Juni 1958
BEVALLEN van een zoon: 30 Mei, D. Rei-
manDietiker; J. Boumande Graaff; 31
Mei, T. EekelschotSluiter; A. L. PlasTim
mer; H. C. KievitMantel.
BEVALLEN van een dochter: 27 Mei, L.
M. Prinsenvan Leeuwen; 29 Mei, E. M. C.
Kuvenervan de Pieterman; 30 Mei, R. J.
SpierenburgBuijsingh; M. Sevenhuijsen
Friesicke; A. KampOverbeek; M. M. C.
LoerakkerLustenhouwer; M. J. Suman
Vandenborne; A. G. J. BrinkmannHazen
berg; 31 Mei, I. Chr. Houwelingvan Baekel,
2 d.; C. J. PietersHoenderdos; A. M. Nije-
mantingBosveld; T. KrolBaelde; A. M.
van Dansikvan der Ham; 1 Juni, A. C.
BoutVerlaan; C. A. Gooyer—de Ruijter.
OVERLEDEN: 29 Mei, B. Bouman—Kleef-
stra, 63 j., Hazepaterslaan; A. Schipper
Posma, 82 j., Delftlaan; 30 Mei, K. C. Strook-
'man, 54 j., Leeuwerikstraat; 31 Mei, H. de
Mon, 70 j., Ruysdaelstraat: W. Hilgerman, 87
j.. Lange Herenvest; A. E. van der Blom
Kol, 80 j., Gasthuisvest; 1 Juni, C. E.
EveleensHuurman, 49 j., Kamperlaan.
ADVERTENTIE
Centr.verwarmd. Dag en nacht geopend
AMSTERD. RIJTUIG MIJ. PLEIN 21
De letterlievende vereniging „J. J. Cre
mer" heeft Maandagavond in de Stads
schouwburg de uitstekende indruk beves
tigd, die zij dit toneelseizoen met haar op
voeringen heeft gewekt. Haar slotvoor-
stelling gold het blijspel van F. Langen
„Ferdy's bekering", een der plezierigste
stukken, die men maar ten tonele kan
brengen en tegelijk een der moeilijkst
speelbare. Voortdurend immers balanceert
het spel tussen de realiteit, vertegenwoor
digd door een aan de drank verslaafde
koetsier, Ferdy's vader, en een wat ver
lopen maar in de grond warmhartige ca
féhoudster, Ferdy's vrouw, enerzijds en de
schijnbaar gesublimeerde realiteit, die ge
stalte krijgt in een vereenzaamde officier
en een zuster van de liga tot zedelijke ver
betering anderzijds. Officier en zuster
streven het ideaal der verdeugdzaming na
en vinden in de inbreker Ferdy een on
verwachte bondgenoot. Ferdy heeft name
lijk bij een brand twee kinderen het leven
gered. Hij was weliswaar juist bezig met
het forceren van een brandkast, toen de
grond hem te heet onder de voeten werd,
maar de verheerlijking, die zijn persoon
ten deel valt is hem toch niet onaange
naam. Ja, de rol van held, die-alleen-
maar-het-goede-doet, lijkt hem nog be
gerenswaardiger naarmate hem de liga-
zuster begerenswaardiger voorkomt. Hij
breekt met zijn vroegere leven en dwingt
zijn omgeving hetzelfde te doen. De liga-
zuster gaat zover in de geestelijke hulp
verlening aan Ferdy, dat zij zichzelf, om
hem maar des te voordeliger te doen uit
komen, afschildert als een moordenares,
die een pas geboren kind heeft gedood en
in een kelder begraven. Ferdy gaat op
zoek in die kelder, vindt niets en besluit,
dat de zuster vluchten moet in gezelschap
van een gewezen Russisch vorst, die met
de grandeur van een edelman deze taak op
zich neemt. Bij het afscheid onthult de
liga-zuster echter haar ware wezen. Ze is
zo onschuldig als een duifje. Ze hoeft niet
te vluchten. Ergo blijft ze bij Ferdy; de
overdreven betrachting van de deugd
neemt een einde, Ferdy's vrouw maakt
dat ze weg komt en de liga-officier zet
zijn eenzaam leven voort, verbijsterd over
de gebeurtenissen en een tikje desolaat,
omdat hij het zonder zijn „zustertje" moet
stellen.
Er gaat een grote bekoring uit van dit
spel. waarin de deugd eigenlijk een beetje
te kijk wordt gezet zonder dat op haar een
gewelddadige aanslag wordt gepleegd. Dat
betekent chargeren, niet te zwaar, want
dan wordt de idylle tussen zuster en in
breker verstoord, maar ook weer niet zo
dillioenen waren getuige van de grote luchtparade van de R.A.F. boven Londen, die plaats vond na afloop van de plechtige
kroning van Koningin Elizabeth van Engeland. Honderdachtenzestig straaljagers gierden in formatie boven de Britse hoofdstad
en brachten een saluut aan de zojuist gekroonde vorstin.
weinig dat de illusie der deugdzaamheid
ons niet meer begoochelt. Joop van Doorn
en Anneke de Wilde deden dat voortref
felijk. Ze voerden juist die lichte charge
uit, die nodig was, heel fijntjes van toon,
heel eventjes doorzichtig, heel eventjes
verwarrend. En met het gevoel er steeds
onder. Aad Stroman als de inbreker Ferdy
kreeg wel een bijzonder lastige opgave.
Hij maakte de overgang van de inbreker
naar de held aannemelijk, speelde heel na
tuurlijk en spontaan, maar was iets te
weinig poëtisch om de overheersende fi
guur te zijn in wie zich de mystiek van de
liefde manifesteert. Onverbeterlijk, zo
levensecht en zo komisch en ongehuicheld
was Eki Oostwald-Bouwer als Ferdy's na
jaren teruggekeerde vrouw. Dat was nu
eens een stuk toneel met hart en ziel.
En ook Fons Cornet in een prachtige El-
sensohn-gelijkende typering van de koet
sier mocht er zijn met Wim Rijke's vorst
als waardige pendant. Ik vermoed, dat
Wim de Nooyer als de jonge dief debu
teerde. Hij was te jong voor deze rol, die
Henk Bakker hem niet had mogen toever
trouwen, omdat de verhoudingen zoek
raakten en het spel kennelijk even down
ging. Overigens was Bakkers regie weer
voorbeeldig. Hij had de resterende rollen
in het stuk toevertrouwd aan Guus Boers-
ma, Kees Crombouw - een commissaris
van politie, die het was - Jacq. Timmer
mans, Rie de Nooyer-Christiansen en Lu
cie Rinkel-Spijer. Zij allen deden „Ferdy's
bekering" verlopen volgens Bakkers plan
en de intenties van de auteur. De volle
zaal schiep er duidelijk behagen in.
P. W. FRANSE
De Toneelvereniging „Ontspanning na
Arbeid," een onderafdeling van de Kenne-
merstaten, besloot Zaterdagavond in ge
bouw St. Bavo te Haarlem niet alleen haar
eigen winterseizoen, maar ook de toneel
wedstrijd, welke door de Natu voor de aan
gesloten verenigingen in Haarlem en om
geving was uitgeschreven. Men had voor
deze gelegenheid tot opvoering besloten van
„De man in de rolstoel", een thriller in vier
bedrijven door Maarten van Vugt, een der
talloze pseudoniemen van Will, van den
Berg, een auteur, die met een welhaast ver
bijsterende productiviteit aan de spreek
woordelijke lopende band toneelstukken
vervaardigt. Het is dan ook geenszins te
verwonderen, dat de kwaliteit onder deze
omstandigheden meestal door de kwantiteit
benauwend in de verdrukking wordt ge
bracht. Vandaar dat het een oprecht ge
noegen betekent van deze schrijver ditmaal
eens een stuk te mogen signaleren, dat de
redelijke toets der critiek op een bevredi
gende wijze heeft kunnen doorstaan.
Even als men zelfs bij een thriller
van Wallace of Christie nimmer diep op de
intrige mag ingaan, ten einde de ontdek
king van al te grote onwaarschijnlijkheden
te voorkomen, verdraagt ook dit stuk geen
serieuze ontleding. Wel kan zonder be
zwaar worden vastgesteld, dat „De man in
de rolstoel" in dit genre een zeer behoor
lijke positie inneemt, zodat het stuk na een
serieuze voorbereiding publiek en spelers
een prettige voldoening kan schenken. En
hiervan is bij O.N.A. vrijwel volledig
sprake geweest. De bekwame regie van
Willem van der Veer wist de vereiste be
klemmende sfeer steeds in voldoende mate
te realiseren, waarbij vooral de technische
moeilijkheden, verbonden aan het ver
schijnen van de schim van de vermoorde
politieagent, knap werden opgelost.
Wat de bezetting betreft, kan zonder de
jury te beïnvloeden, worden vastgesteld,
dat de dames over het algemeen verre door
de heren werden overtroffen. Behoudens
Willy van Harten—De Jong, die als Coby
Tasman een levendige combinatie van
charme en raffinement demonstreerde en
daardoor het leeuwenaandeel van het niet
geringe succes voor haar rekening nam.
Uitstekend was ook Wim Gardien als de
verdorven dr. Smeding, van welke figuur
een werkelijk onheilspellend-dreigende
somberte uitging. De handeling werd ver
der gedragen door een goed gespeelde ner
veuze huisknecht van C. Blom, een sym
pathieke rechercheur met de prettige allu
res van een jeune-premier van P. Mudde
en een autoritaire Tasman van J. Weide.
Zij allen wisten het publiek doorlopend in
een gespannen aandacht gevangen te hou
den, hetgeen zich aan het slot in een dank
bare ovatie ontlaadde.
In het Lido-theater zal van 12 Juni af als
hoofdfilm vertoond worden „Een koningin
wordt gekroond", een fiiin in kleuren van de
Engelse kroningsplechtigheden. Op die dag
wordt de film ook voor het eerst vertoond
in Londen, Parijs, New York en Amsterdam,